ST AMUSANTJE
SPOOKKASTEEL
NEDERLAND EN INDIE.
EEN SIGAAR
KABOUTER
DE EENZAME LUITENANT.
DINSDAG 3 NOVEMBER 1931
RADIO-PROGRAMMA
marionettentheater
SPAARBANK DER ALG. DELFTSCHE
CRED1ETBANK.
HET CENTRAAL KATHOLIEK
KOLONIAAL BUREAU.
Onderhoud met Prof. P. J- Groenen.
ONDER DEN EVENAAR
HET KATHOLICISME IN CHINA.
„LOCK" KAUWBONBONS
verhoogen het genot van rooken.
WOENSDAG 4 November.
tt ,io7= m 160 K. H.) Uitsl. NCRV.-
Hu ,e" l187 schriftlezing; 8.15-9.45 gramo-
uitzending; 8-J$"dameskoor10.30-11.- zie-
foonpl.10.- harmoniumspel, mevr. D. v. Neer-
kendienst, 11- 22,1512.30 gramofoonpl.
ld2e^ScRV-kwa?fet (zang, viool, cello, piano):
12.30 NCRV. 2 30 chr ,ectuur; 3.. K Hart-
^öig fviool) P. Lentz (cello) en G. Seyler (pia-
4 30 gramofoonpl.; 5.- kinderuur; 6.- cau-
'waarde van stalmest en gier" 7.- lezing
Sowiet-Rusland7.45 Ned. Chr. Persbureau;
°v jQ zendingsavondca. 10.- Vaz Dias; 10.10
11.30 gramofoonpl.
Hilversum (298 M., 1004 K. H.) TJital.
VARA.-uitzending; 6.457.- en 7.307.45 gym
nastiekles 8.- gramofoonpl.10.15 Trio Drukker,
Minny Erfmann (voordracht) en VARA.-tooneel
12.- VARA.-septet en gramofoonpl.2.15 keuken
praatje; 3.- gramofoonpl.; 3.20 kindertooneel
,,De schat in het zilvermeer"; 4.20 concert voor
de kinderen; 4.45 vraaghalfuurtje6.- Onderwijs
fonds Binnenvaart; 6.30 gramofoonpl.; 6.45 cau
serie; 7.15 VARA.-orkest; o. a. Slavische Rhap-
sodie.' Friedemanfl; 8.- B. Ruitenberg „Studen
ten in de maatschappijof ernaast"; 8.15
vervolg concert; 9.- voordracht en gramofoonpl.;
11.- Vaz Dias; 11.1012.- gramofoonpl.
Daventry (1554 M„ 193 K. H.) 11.05 lezing
over de crisis; 12.20 orkest; 1.35 orgelconcert;
2.45 voor scholen2.50 lezing over biologie en
hygiëne; 3.20 Engelsche literatuur; 3.50 sympbo-
nieconcert, o. a,, onvoltoonde Symphon'ie van
Schubert; 5.05 orgelconcert; 5.35 "kinderuur 6.20
berichten; 6.50 pianomuziek van Schumann; 7.10
tooneelcritiek7.30 lezing; 7.50 wetenschappelijke
lezing; 8.35 orkes.t kwartet en pianist; o. a.
eerste Symphonie in Bes, Schumann.
P a r jj s (Radio-Paris, 1725 M„ 174 K. H.) 8.05,
12.50 en 6.50 gramofonpl.9.05 radio-tooneel9.50
gramofoonpl. en Bolisten.
Langenberg (473 M„ 634 K. H.) 6.25—7.20,
10—10.20 en 11.20 gramofoonpl.12.25—1.50 en 4.20
5.20 orkest; 8.05 symphonieconcert; 0. a. piano
concert f-moll, Chopin; 10.20—11-20 avondconcert
en dansmuziek.
Kalundborg (1153 M., 260 K. H.) 2.20-4 20
Orkest; 4.204.50 gramofoonpl.; 8-208.35 ciave-
cimbaal-soli8.351.20 dansmuziek.
Brussel (508 M., 590 K. H.) 5.30, 6.50 en
8.20 gramofoonpl.; 9.05 comedie ,,Zjj". van M.
Donnay; 9.25 concert door de Augustijnen.
(338.2 M., 887 K. H5 20 dansmuziek; 6.50
gramofoonpl.; 8.20 strijkkwartet, op. 45 G-Dur,
van Fauré; 9.35 orkest.
Rome (441 M 680 K H.) 7.30 gramofoonpl.;
8.20 Italiaansche muziek; o. a. Manon Lescaut,
Puccini.
Zees en (1635 M., 183.5 K. 7-2° vroolnke
avond; 9.20 berichten; hierna tot 11.50 weldadig
heidsbal van de BerlHnache Brandweer; dans
muziek der kapel Artur Guttmann; a.s inter-
mezzoverslag van de Berlynsche Zesdas.gsche.
bevat deze week o.m. de verhalen „DE BOTERHAMMEN VAN PAPA",
„HIJ, ZIJ EN DE HOND", „DE MAN EN DE LADDER" en „DE
WAARHEID", dit laatste door MINCA VERSTER—BOSCH REITZ, en
verder een interessante causerie over een in Schotland gelegen, berucht
WIJ WERKEN VOOR OOST EN WEST,
ALLEREERST VOOR DE MISSIE"
RADIO TELEFONISCHE NACHTVORST
VERWACHTINGEN.
Aan belanghebbenden wordt bekend gemaakt,
dat de uitzending van radio telefonische nacht-
vorstverwachtingen van het Koninklijk Ned.
Meteorologisch ImotituuC te De Bilt tot het vo'.
gemde voorjaar is geslaakt.
„DE OLIJF-TACK".
Men deelt ons mede, dat de he&r Paul Klingl
welke gedurende 8 jaar als eerste poppenspe
ler bij Paul Brann's Marionetten-Theater Mün-
chener Künstler -werkzaam was, voor het ver
dere seizoen verbonden zal zijn aan het Mario
nettentheater „De Olijf-Tack".
Prof. P. Jm Groenen.
Surséance van betaling aangevraagd.
Naar wij vernemen heeft Mr. Dr. P. A Roe
per Bosch glister namens de N.V. Spaarbank
der Algemeene Deutsche Credietbank te Den
Haag bij de Haagsche Rechtbank een request
ingediend om surséance van betaling aan deze
N.V. te verleenen.
In dit request wordt medegedeeld, dat de
Spaarbank niet in staat is aan alle opvragin
gen harer spaarders te voldoen, doch gegronde
vooruitzichten heeft daaitoe na verloop van
eenigen tijd wel hij machte te zullen zijn.
Ten slotte wordt medegedeeld, dat het ge
heel© hedrag, hetwelk de spaarders gezamen
lijk te goed hebben, thans nog gedekt is door
rentegevende obligaties en dat er alle kans be
staat, dat zij aan alle spaarders op den duur
het volle bedrag harer inleggingen, althans
haar schuldeisohers, zal kunnen bevredigen,
wanneer zij door inwilliging van het surséan
ce-verzoek in staat wordt gesteld tot een ge
leidelijken verkoop harer beleggingen.
De gemoedelijke reus, die professor Groa
11 en heet en die hoogstwaarschijnlijk nooit één
heelen dag 0p iemand ter wereld boos is kun
nen blijven, liet
zich allergemakke
lijkst uitvragen
door den intervie
wenden journalist.
Een gezellige zit
kamer, waar boe
gen en portretten
ar aan herinneren,
dat deze man bijna
een kwart eeuw
hoogleeraar was.
Toen er echter
een uitstekend, in
Rome en Palestina
gevormd, opvolger
voor dezen exegese-
professor disponi
bel was, kon deze
zelf zich uitslui
tend gaan bezighouden met een ander werk,
dat reedis lang zijn echt-priesterHjke belang
stelling gehad heeft. De ex-professor zat dan
ook aanstonds geheel iu ons onderwerp en
vertelde:
„Met mijn medebestuursleden van de Indi
sche Missievereeniging was t ons in den
loop der jaren duidelijker geworden, dat het
onrechtstreeksche Missiewerk meer intens
moest worden aangepakt. Er werd inet Indië
overlegd, onderzocht en gerapporteerd aan de
Bisschoppen hier en overzee. De goedkeuring
van de Bisschoppen kwam en ons Episco
paat, dat mij tot directeur benoemde, heeft
tevens een weg gevonden om een behoorlijken
financieel en gro ndslag te waarborgen. Wat
bijdragen van belanghebbenden, een beschei
den steun ook van de parochies. Ons C. K.
K. B. is een stichting: den 28ste® Augustus
werd de acte voor den notaris gepasseerd
en het bureau sitaat onder leiding van het
daigelijksct bestuur der Indische Misisiever
eeniging, n.l. staatsraad mr. dr. Kooien, voor
zitter; dr J, Butfart, penningmeester; P. G.
Groenen, secretarie, de provinciaal? der Je-
suieten en Redemptoristen vertegenwoordigen
de Missioneerende Orden en Congregaties in
Oost en West".
En wat is nu eigenlijk -hert doel van
dit nieuwe bureau?
„Dat is in artikel 2 der stichtingsaete dui
delijk gezegd: „werkzaam te zijn als een con
sultatie- en propagandabureau voor onze
overzeesche gewesten, in den meest uitge-
breiden zin des woords."
Wij werken voor Oost en West. Allereerst
voor de Missie. Wij behartigen haar belangen
bij de Regeering en verzamelen ook alle ge
gevens, die voor de Kamerleden van nut kun
nen zijn".
Is er voortdurend contact met Indië?
„Men had daar reeds den jarenlang 'ijverig
werkenden heer W. Burer. Maar ook in Indië
begreep men, dat de stichting van een bureau
noodig was. Dit is tot stand gekomen: er zijn
twee afdeelicgen. Eén voor algemeene zaken
onder leiding van pater Baptist, M.S.C. met
de hulp van den onmisbaren heer Burer en
één voor onderwijszaken onder leiding van
pater van Baaien S.J. Onze bureaux zullen
nauw contact houden met elkaar zoodat wij
hier ook volkomen op de hoogte kunnen zijn
van de opinies van de Kerkvoogden in Indië.
Een taak van gewicht voor ons is hijvoor
beeld ons nauwkeurig 0p de hoogte te stellen
van de overeenkomsten, gesloten tusschen ons
gouvernement en de Kerkelijke Overheid.
„Maar er is meer. In ons bureau is ook
het secretariaat gevestigd van de Indische
Missievereeniging, wier doel is: „het verlee
nen van steun aan de beschaving van de
inheemsche bewoners dar koloniën door be
keering tot het Christendom." Het is duide
lijk, dat missionneeren niet alleen is: pree-
ken en doopen. Er moet een samenleving op
chris'telijken grondslag gevormd worden Maar
«m dat te bereiken is het noodig op de
hoogte te zijn von de praotische ervaring der
missionarissen. Elk van hen, die repatrieert
—dat is ons ideaal moet ons bureau aan
doen. Hun ondervinding komt ons te stade.
Vooral weer bij ons propagandawerk in Ne
derland. Natuurlijk, de centrale missiegenoot
schappen staan vóórop, maar zij hebben geen
monopolie. Als wij onzen plicht daar tegen
over vervuld hebben, dan zijn zoowel
Kardinaal van Rossum als Aartsbisschop van
de Wetering z.g. hebben er op gewezen
onze eigen gebieden overzee het eerst aan
de beurt. Het is werkelijk geen overtollige
weelde, dat onze Nederlandsche Katholieken
daaraan denken. Van een Missie als die van
Midden Java, heeft de Paus groote verwach
tingen, terwijl in gebieden als op Flores juist
sociaal-economische bedrijvigheid gewenscht
is. Het is geen toeval, dat de paters van
Steyl juist voor het onderzoek van de laatste
mogelijkheden al een aparte kracht hebben
afgezonderd."
Dat is scherp gezien.
„Inderdaad, er zijn menschen, goed onder
legde en degelijke Katholieke leeken noodig
om hier leiding te geven en te helpen. Zij
moeten den grooten moreelen steun aan de
nieuwe christelijke gebieden geven. Wij had
den in Indië een schromelijk tekort aan Ka
tholieken. Pas de laaitste vijftien jaar is dit
eenigszins verbeterd. De omstandigheden zijn
nu sterk veranderd. Het leven is daar gees
telijk veel meer safe geworden; wij hebben
hier meer academisch gevormden en de oude
bezwaren voor Katholieken in Indië bestaan
niet meer. De allerlaatste jaren hebben ruim
schoots bewezen, dat het Katholiek-zijn geen
beletsel meer is om ook de hoogste pasten
in de administratie, de economische of we
tenschappelijke terreinen van Indië te berei
ken."
En die professor noemde een reeks welbe
kende namen doch herinnerde eraan, dat die
hoogs posten gewoonlijk na weinig jaren
weer verlaten worden. Daarom moet er ge
regeld toevoer zijn.
Maar op 't oogenblik?
„Ja, deze zaak is vcorloopig uitgeschakeld
nu allo uitzendingen zijn stopgezet. Maar we
werken niet voor één jaar en kenners van
do economische toestanden meenen, dat Indië
er eerder bovenop kan zijn dan Nederland."
Dus U blijft als van ouds te oonsul-
teeren?
„Kijk eens hier; er besltaat al lang het
Katholiek Indisch Bureau en waar we
kunnen werken we vriendschappelijk sa
men en helpen elkaar. Br zuilen dingen zijn,
welke zij beter weten dan wij en omgekeerd.
Ik ben Unie-moderator gebleven en zoo sta
ik vanzelf met de katholieke uni cersiteits-
en hoogeschoolstud-anten in verbinding. Bo
vendien heb ik, door mijn lidmaatschap van
de examencommissie voor Indië, contact met
de leerkrachten en leerlingen van de Kolo
niale school te Deventer, de verschillende
Middelbare scholen en bet Koloniaal Insti
tuut. De practijk wijst vanzelf uit, welke in
lichtingen men bij ons bureau moet halen,
welke bij het Kath. Indisch Bureau. En zoo
als ik reeds zei, wij werken in volkomen har
monie: ons bureau zal b.v. medewerking ver
leenen aan de „Wegwijzer" en „Onze Mail",
de uitgaven van IC I. B.
Trouwens er zijn zooveel andere zaken.
Neem het onderwijs: de Indische Missiever
eeniging heeft ook enkele candidaten in op
leiding voor de hoofdakte. Op dit terrein is
natuurlijk meer samenwerking met een des
kundige als den beer van Schendel, met de
on derwijsaf deel ing van het bureau in Indië
en met ons Onderwijsbureau hier."
Dat is pas een inrichting, vallen wij
enthousiast in.
„Ja, dat is reusachtig. Maar zoo grootsch
hoeft onze za.alv hier niet te worden. Ik ben
ook niet grootscheepsch begonnen, maar pak
klein aan en hoop op langzame uitbreiding.
zoodot ik om zoo te zeggen al werkend me
zelf ook meer inwerk en mijn terrein door en
door leer kennen.
Sinds 1903 was deze hoogleeraar uit de
practijk, maar wij gelooven, dat de „practijk"
thans opnieuw begint. Wij gelooven. dat de
begaafde en joviale Warmondsche oud-profes
sor van het bureau wat zal maken Hij be
zocht Palestina en za.l er ook niet tegen
opzien zoo noodig zelf de gebieden in Oost
en West, waarover zijn belangstelling zich
uitstrekt, in oogenschouw te nemen. Intus-
schen zullen belangstellenden van overzee,
priesters en leeken, die Nederland aandoen
of anderen, die over Indië wat weten willen,
ziich herinneren, dat in de Haagsche Laan
Copes van Cattenburgh 76 het Centraal Ka
tholiek Koloniaal Bureau gevestigd is.
Zij zullen caar een even hartelijke® als
toegewijden gids vinden in den ervaren stu
dentenvader, die nog frisch en sterk is. die
de hem opgedragen taak met moed en Gods
vertrouwen heeft aangevat en ook met de
breedheid, welke prof. Groenen altijd heeft ge
kenmerkt en de degelijkheid, welke de ken
ners van zijn scripturistisch werk steeds
heeft getroffen.
De missiefilm van de Paters van
den H. Geest.
We hebben de laatste jaren ettelijke missie
films gezien. Zonder aan de verdiensten van
die films te kort te doen, meenen wij toch wel
te mogen zeggen, dat „Onder den evenaar"
als propagandafilm voor de missie de beste is.
Andere mogen uitvoeriger op details ingaan
of naast het beeld de geluidsweergave tot
ondersteuning van den indruk hebben, in het
logische van den opbouw, in rijkdom van do
cumentatie, in kunstzinnige behandeling staat
deze missiefilm ongetwijfeld nummer één. Hier
mede willen we niet zeggen, dat deze film
volmaakt is, maar er zijn gedeelten in, die
het hoogst-denkbare op filmgebied zeer dicht
benaderen.
In het eerste deel wordt men al terstond ge
boeid door verrukkelijke natuur-opnamen,
prachtig niet alleen door de ongerepte schoon
heid der natuur zelve, al komt die door de
enkel zwart-en-wit beelden nog slechts gedeel
telijk tot haar recht, maar ook door de keuze,
de belichting en de compositie der beelden.
Daar zijn schilderijtjes onder, die .een echte
kunstenaarsvisie verraden.
Rust en beweging wisselen elkaar af. Naast
statige palmen en exotische gewassen, die stil
in hun weelde staan te pronken, ziet men de
snelle motorbooten zilveren voren ploegen in
het breede water der rivieren. Maar wij mo
gen niet te lang bij het natuurschoon toeven.
We moeten ook zien, wat de menschen in deze
schoone oerwouden gewrocht hebben en we
stuiven in een gemakkelijken auto voort over
de mooie breede wegen, die ook in de binnen
landen van Afrika, de voornaamste plaatsen
reeds onderling verbinden. Met eenige merk
waardige typen uit het volk, bijzonder goed
opgenomen, sluit deze eerste acte.
„Planten en dieren" is de titel van het
tweede deel. De rubber-tap, het winnen van
cacao, katoen en palmwijn vestigen de aan
dacht op eenige producten van dit land. Te
genover de overvloedige weldaden van den bo
dem staan de gevaren, welke den mensch van
de zijde der dieren bedreigen, van de kleine
Tsétsé-vlieg af, die een ongeneeslijke slaap
ziekte overbrengt en de allesvernielende witte
mieren tot den 'gevaarlijken kolos van den
olifant en den valschen luipaard. Eenerzijds
in' het water der rivieren, anderzijds in het
vuur, dat in het droge gras gretig voedsel
vindt, heeft de mensch sterke bondgenooten
gevonden om het wild in het nauw te drijven
en te overmeesteren.
Heeft men aldus kennis gemaakt met het
land en zijn flora en fauna, dan komen in de
derde acte de menschen aan de beurt, de pri
mitieve negers met hun heidensche gebruiken,
hun ritueeie dansen en hun toovenaars, die
eerder den naam van giftmengers dan van
geneesheeren verdienen. Voortreffelijk heeft
de Fransehe cineast, René Moreau, in dit ge
deelte uitgebuit de fantastische belichting van
de dansende negers door de nachtelijke vuren.
Ondanks, of beter: juist door deze mooie op
namen geraakt men geweldig onder den in
druk van de diepe ellende, geestelijke en licha
melijke, waarin deze menschen door het hei
dendom verzonken zijn.
Dan komt de bevrijding door het Christen
dom. De vierde en vijfde acten zijn daarom
geheel aan het missiewerk gewijd. Hoe blij,
hoe geestdriftig wordt de missionaris, die de
verschrikkingen van het heidendom van hen
uitbande en hun de hemelsche genade van het
H. Doopsel schonk, door de bekeerde negers
bij een bezoek aan hun dorp ingehaald. Doch
er zijn nog zoovelen, wien hij het geluk van
het ware geloof moet brengen. Geen offer is
hem te groot, als het er om gaat een ziel te
winnen ot te behouden. Om een christenmeisje,
dat aan een heiden als echtgenoote verkocht
was, vrij te konpen, offert hij alles, wat hij
maar eenigszins kan missen, aan den veel-
eischenden vader. Eenmaal vrijgekocht, wordt
zij bij de Zusters voorbereid voor een echt-
christelijk huwelijk.
Katholieke huwelijken geven Katholieke ge
zinnen, de basis voor een Katholieke maat
schappij. Daarom wordt in de missie aan de
voorbereiding van het huwelijk zooveel zorg
besteed.
Maar er is ook nog een andere wijsheid:
Wie het kind heeft, heeft de toekomst. De
missionarissen hebben ook dit zeer goed be
grepen. De Katholieke opvoeding van het kind,
ook van dat van heidensche ouders, die het
vaak gemakkelijk aan de missie afstaan, is een
der voornaamste zorgen van den missionaris.
Niet zonder reden is dan ook de laatste afdee-
ling vrijwel geheel aan de opvoeding der jeugd
gewijd. Men ziet hier de kinderen leeren en
spelen. Spelen vooral. Want in het vroolijke,
onschuldige spel uit zich zoo echt hun Katho
liek zijn, hun Roomsche blijheid. Zeker, wij
worden getroffen door den diepen eerbied waar
mede zij bidden onder de H. Mis in het pri
mitieve missie-kerkje, maar het best kan men
's menschen overtuiging peilen in zijn gewone
doen, dat is bij het kind: in zijn spel. Daar
om is het zoo juist gezien, dat blijde spel ook
op de film vast te leggen.
Wij hebben in het begin den logischen op
bouw van deze film geroemd. Na deze beknopte
en onvolledige inhoudsopgave zal men reeds
moeten toegeven, dat de samenstelling ervan
zeer wel overwogen is.
Rijk is de film aan documentatie. Men mag
deze soms wat beknopt aangeduid vinden, maar
vervelend is zij nooit. De beknoptheid was een
eisch, welke door de veelheid werd gesteld.
Bovendien heeft zij deze verdienste, dat zij
prikkelt tot nieuwsgierigheid en tot verlangen
om er meer van te weten. Als een film dat be
reikt, Is zij zeker als propaganda-film goed.
Artistieke waarde is voor een propaganda
film geen hoofdzaak, maar dat, zooals wij op
merkten, in deze film de artistieke kwaliteiten
telkens weer opvallen, ls wel het beste bewijs,
dat waar mogelijk ook in dit opzicht steeds
naar het hoogste is gestreefd.
Pater v. d. Zandt C.S.Sp., gaat thans met
deze film op reis door Nederland. Men ga deze
film zien, men zal er veel van leeren, maar
nog meer van genieten.
Moeilijke vooruitgang.
De Fransehe Paters Jesuieton hebben te
Zi-Ka-wei een jaarverslag over aille missies in
China uitgegeven.
In „St. Aintoniius", een uitgave der Paters
Franciscanen, diie zelf zoo'n groot aantal mis
sionarissen naar het Oosten uitzonden, vfeden
w© van dót verslag do volgende gegevens:
Er zijn nu in Glurnia 2.400.000 katholieken,
50 jaar geleden waren er pl.m. 350.000. Met den
Boxeropstand in 1900 waren er pl.m. 700.000.
Simdsidiiein nam het aantal christenen jaarlijks
met pl.m. <0.000 toe. De laatste jaren is diit
sterk verminderd, zoodat tenslotte dit laatste
jaar de absolute toenaime slechts 11.174 was,
ofschoon er tooh 50.586 volwassen wanen ge
doopt. Dat de aanwinst zoo gering is, komt
echter door die groote emigratie (uit Macao
b.v. vertrokken 6000 katholieke buitenlanders)
de groote sterfte door hongersnood, de bandie-
tenovervailen en communistisch© woelingen.
Het treurige van dien toestand komt nog ster
ker uit, ais men berekent, dat één priester
slechts 14 zielen zou gered hebben (50.000 vol
wassen gedooptem, 3600 priesters), de kleine
doopetingen buiten beschouwing gelaten. Zou
men dan moeten concludeeren, dat de missio
naris alleen in China is gekomen om de H. Mis
te lezen voor de menschen, kleine kinderen te
d oopen, maar niet om bakeeringen te maken.
Is dat zoo? In sommige vicariaten is dat zoo,
helaas, vooral in het Zuiden, daar is zelfs tij
delijke achteruitgang. Dienen daarvoor 3600
priesters, die geholpen worden door 4000 reli
gieuzen en tallooze catechisten? Dat is toch
geen verhouding!
Er moesten er een heele massa priesters en
religieuzen en catechisten bijkomen.
r Zonderling, en dot terwijl jaarlijks de in-
van 10 cent kost evenveel
als 2 pakjes „Lock" met 16
kauwbonbons.
Reel. 3398 15
Uit het Engelsch van
FERGUS HUME.
24.)
Sampson was hoogelijk verbaasd door het
onverwachte bezoek en toen Heath het doel
van zijn komst meedeelde, deed hij een heelen
tijd niets dan in een staat van de grootste op
winding zjjn brillegiazen schoonmaken, Het
verhaal van het plotseling opgedoken testa
ment zou ook een kalmer man dan mr. Samp
son van streek hebben gebracht!
Zoo iets heb ik van mjjn leven nog niet
gehoord, hijgde hij, toen Heath met zijn ver
haal klaar was. Hij had 'n poosje zenuwachtig
de kamer heen en weer gedribbeld, maar ging
nu weer zitten, streek het document, dat zijn
^zoeker hem overhandigde, glad en begon
bet met ae grootste aandacht te lezen.
'?ennRUvro1,wtUigen?..vroeg hiJ Plotseling.
7p it n mijn srootvader's huis
houdster. Ze is dood. Maar de man sir
William's hamerdienaar - is naar Australië
gegaan. Het «al wel mogelijk zijn om liern
te vinden, als dat noodig is.
Dat kon inderdaad wel eens noodig blij
ken. Lady Berwin zal voor het behoul van
haar tienduizend pond vechten.
Denkt u dat? Het testament is toch dui
del ijk genoeg.
O, ja, aan de duidelijkheid mankeert
niets. Het geld wordt aan u nagelaten zon
der eenig voorbehoud. En aan de echtheid van
sir William's handteekening bestaat ook niet
de minste twijfel; die heb ik vaak genoeg ge
zien. Het bewijs voor de geldigheid van bet
testament is niet moeilijk te leveren!
Als dat zoo is, begrijp ik niet wat lady
Berwin doen kan.
Sampson leunde achterover in zijn stoel en
sloeg de beenen over elkaar. Lady Berwin zal
er op speculeeren dat u niet met het testament
op de proppen durft te komen!
Heath zette groote oogen op. Hoezoo? vroeg
luj sneL
landsche clerus zoo toeneemt. Dit jaar werden
er toch 100 Chineesehe priesters gewijd.
En toch o ironie der statistiek, in 1900 stond
men er veel beter voor; toen had één priester
te zorgen voor pl.m. 1540 zielen, in 1930 pljm.
1730. De opmerking, dat de Chineesehe pries Lor-
stand zich prachtig ontwikkelt, is juist. Hij
houdt gelijke nitred met den aanwas der Chinee-
sche katholieke bevolking. Maar we moeten
eens letten op de buiteniamidsche missionaris-
san:
1900—1910 jaarlijks 45; 1910—1920 jaartijru-a
5 (vijf!); 1920—1930 jaarlijks 75 en meer.
Tien jaar lang jaarlijks 5 missionarissen.
Hoe komt dat? In 1911 werd Ohina een repu
bliek. Verwarring in China. In 1914 de groote
wereldoorlog. Verwarring in Europa. Wat er
toen geleden is! En dat in de jaren dat de
Chineesehe katholieke bevolking jaarlijks met
pl.m. (0.000 toenam, De missionarissen die er
al waren, hadden ai overvloed van werk. Er
komen vijf priesters om 70.000 zielen te ver
zorgen! Dat er een crisis is geweest in den
aanwas van buiteniandische krachten is duide
lijk. Die crisis werkte een tiental jaren daarna
nog door. Want de echte, oude missionarissen,
de veteranen, waren grootendeels gestorven.
De jongeren bezaten nog niet ten volle den
doorrijpten levenswijzen kijk op die Chineesehe
toestanden en deze was juist zoo noodig in de
dagen, dat China miet die nieuwe ideeën her-
vormd wend. De jongeren waren talrijk in die
dogen.
De wereldoorlog was afgeloopen, het verkeer
werd hersteld. Waren er tot dan toe (1920) 11
orden en congregaties, nu kwamen er vele
nieuwe congregaties de gedunde rijen aanvul
len, zoodot er nu (1931) 28 orden en congrega
ties zijn. Men kan er onmogelijk van verwach
ten, dat zij aanstonds op volle kracht werken*
de meestem zijn nog iin een proefperiode. Enffim,
iaten we tevreden zijn, er zijn een massa{!)
vensche krachten aangekomen, de missie bloedt
weer. Kijk maar. In 1920 bestonden er 51 mis
siegebieden, in 1930 zijn er 100. Dus in dik jaar
ran 1920 af tot 1930 toe, 5 nieuwe vicariaten
of praefectuiron.
Wat een vooruitgang! Vooruitgang? Is het
aan tad christenen nu in eens veel grooter? In-
diien men eens wist, wat het oprichten van een
niieuw vicariaat beteekemt. En eenmaal opge
richt, dan ligt in zoo'n vicariaat de eerste ja
ren het werk stil, alles moet nog binnenshuis
in orde worden gebracht, voor men zich naar
buiten kan vertoornen. In dezen geest schreven
onianigs enkele Chineesehe bisschoppen: Het
vicariaat is pas opgericht (di. 56 jaar terug),
moest nog veel leeren, het noodige ontbreekt
ons, we komen slechts langzaam vooruit. Of
schoon, wat absoluut niet ontkend werd, in
de verdere toekomst zal een nieuw vicariaat
rijke vruchten afwerpen, in de eerste jaren be
teekemt het noodzakelijk een onttrekken van
krachten, en wel de beste, aan het directe mi*,
aiewerk.
Maar het missiepersoneel bestaat niet alleen
uit priesters en religieuzen. Daar zijn nog de
onmisbare catechisten en onderwijzers. In 1930
waren er ruim 11.000 catechisten en 12.684
onderwijzers en onderwijzeressen. Prachtige
ctjfers! Vooral de schooi heeft zich ondanks
alle tegenwerking van de regeerimg ruim baan
gemaakt. De laatst© twee jaar breidde zich het
middelbaar- en gymnasiaal onderwijs uit met
125 scholen. In 1928, 342 scholen, in 1930 waren
er 467. Vain de leerlingen waren er 21.715 ka
tholiek em 10.791 ndet-katholiek, aldus 1927
1928. In 1929—1930 was het 23.501 katholiek
en 18.052 niet-katholdek. Wat er hier een ener
gie aan den dag wordt gelegd, is duidelijk. Ook
in China bestaat er een schoolstrijd! We wan
hopen echter niet. Ons vertrouwen gaat uit
naar de oude, degelijke christianitedtem, de
centra van het opgewekte godsdienstige leven,
om daar het geloofsleven hechter en sterker
te maken, zoodat daar de roepingen ontkiemen,
vurige catechisten gevonden worden. Of er veel
nieuwe bekeerlingen zijn zullen, is niet de
voornaamste zorg, maar versteviging, verster
king en bevestiging der oude christenen zedf,
tegen de gevaren van buiten.
EEN GOEDE HOND 8TAA1
VOOR GEEN SLOOT, MAAR EEN
KOMT ER OOK WEL OVERHEEW
U weet niet wie het u gezonden heeft,
nietwaar? klonk Sampson's wedervraag.
Neen. De brief is jn jj0nden gestempeld
en het adres is meer geteekend dan geschre
ven, fooals u ziet Degene, die het mij ge
stuurd heeft, wil blijkbaar onbekend blijven.
nieT defender zel£
HeathWdte te°TzijïeiveJbS beddfltHU; rleP
leefdheid keelemaal ^^ereerdheid de be-
Niets anders dan wat lady Berwin zeg-
gen zal.
Maar waarom zou ze dat zeggen? Waarom
zou ik mezelf dat t.estament sturen? Als het
in mijn bezit geweest was, zou ik 6r toch aI
lang mee voor den dag 2yn gekomen. ik lleb
altijd geloofd dat er een testament bestond
en ook dat Tyrrel iet achtergehouden heeft,
omdat hij een hekel aan mij ka(k Ik jjeb TyT.
rel zelfs in zijn gezicht gezegd dat ik hem er
van verdacht dat hij het vernietigd of ver
donkeremaand heeft, toen ik dat onderhoud
met hem had enkele uren voor den moord.
Sampson liet een diepen zucht hooren. En
ziet u dan niet in, dat uit anes wat u
lady Berwin de conclusie zou trekken dat u
niet met het testament voor den dag durfde
te komen?
Neen. Dat zie ik absoluut niet in Wat be
doelt u eigenlijk, meneer Sampson?
Beantwoord me eerst eens een paar vra
gen. U hebt altijd gemeend dat er een testa
ment ten uwen gunste moest bestaan?
Zeker.
En dat Tyrrel in het bezit ervan was?
Ale advocaat van mijn grootvader, moest
hij de man zijn, die een dergelijk testament
verborgen of vernietigd had.
Tyrrel is vermoord gevonden in een ka
mer vlak onder de uwe.
Dat weten we nu langzamerhand wel, ant
woordde Heath ongeduldig. Wat heeft dat
ermee te maken?
U hebt mij verteld dat er bedekte beschul
digingen zyn uitgesproken, dat u meer van de
2aak zou afweten dan u erkende.
Ja. Drake haat mij en heeft die geruch
ten in omloop gebracht om mijn huwelijk
Met juffrouw Chetwynd onmogelijk te maken.
En Drake is een vriend van lady Berwin?
Ja. Maar waarom vraagt u dat allemaal?
Begrijpt u nög niet dat, als u met dat
testament komt aanzetten, Lady Berwin zeggen
kan dat u Tyrrel vermoord hebt om het te be
machtigen en het daarna zelf, om geen arg
waan te wekken, in Londen gepost hebt?
Heath staarde onthutst voor zich uit; hij
werd doodsbleek.
Ja, gaf hij op ernstigen toon toe, daar
hebt u geen ongelijk aan.
Integendeel antwoordde Sampson, die
zich langzamerhand opwond. Het testament is
ongetwijfeld echt en nu 't te voorschijn komt,
verliest uw tante tienduizend pond per jaar.
Zij is er de vrouw niet naar om daar maar
zouder verzet in te berusten en daar ze de
echtheid van het stuk niet kan aanvechten,
zal ze u op een andere manier te lijf gaan.
U bedoelt dat ze me er van zal beschul
digen dat ik Tyrrel vermoord heb om het tes
tament in handen te krijgen?
Juist. Ze is 'n vrouw, die voor niets staat.
Kapitein Drake heeft al geprobeerd u in op
spraak te brengen en hij is haar vriend. Als
u nu met het testament komt, zal dat koren
op hun molen zijn en ik moet zeggen dat een
dergelijke beschuldiging er oppervlakkig be
schouwd vrij aannemelijk uitziet.
Heath knikte; hij ademde zwaar. Ik zie het
volkomen in, zei hij langzaam en nadenkend.
Maar in ieder geval verzoek ik u als mijn raads
man te willen optreden en ik laat het docu
ment in uw hoede achter. U wilt Lady Berwin
er wel van op de hoogte stellen dat ik recht
heb op 't vermogen van mijn grootvader, dat
haar ten onrechte toegewezen is.
Sampson hield zich weer bezig met zijn
bril. Ik bewonder uw moed, meneer Heath,
maar is het verstandig?
Waarom niet? Ik kan het geld gebrui
ken en ik zie niet in waarom ik mijn rechten
niet kan laten gelden. Bovendien kunnen we
toch bewijzen dat „Groene Lampepit" Tyrrel
vermoord heeft?
Bewijzen is het juiste Woord nog niet,
hernam Sampson voorzichtig; en zoolang dat
niet het geval is, geloof ik niet dat het ver
standig is om Lady Berwin van het bestaan
van dit document op de hoogte te brengen, hij
wees naar het papier voor hem, want zij zal
het als een wapen gebruiken om u veel leed
te doen.
Dat riskeer iï.
Dat getuigt wel van moed, zooals ik al
zei, maar niet van kalm overleg, waarschuw
de de advocaat ernstig. Wacht een paar weken,
een paar maanden, tot Ludlow Snelker gevon
den heeft. Als we juridisch vaststaande bewij
zen hebben dat hij de moordenaar is, kan Lady
Berwin u niets doen. Maar als u nu met het
testament komt, zal ze zich niet ontzien u ten
gronde te richten als ze kan.
Maar ik ben onschuldig.
Dat weet ze zelf ook wel, maar daar zal
ze zich een bedroefd klein beetje van aan trek
ken.
Heath staarde de kleine man aart. Ik kan
me niet voorstellen dat mijn tante tot zooiets
in staat zou zijn, stamelde hij.
Sampson sloeg zijn beenen weer over elkaar.
De zaken hebben nu een zoodanigen loop ge
nomen dat ik open kiaart met u moet spelen.
Is 'n u wel eens in de gedachte gekomen, me
neer Heath, dat lady Berwin meer van den
moord afweet?
Laat ik eerlijk zijn, meneer Sampson. Ik
heb daar inderdaad wel eens gedacht. Ze is
in den nacht dat Tyrrel vermoord is, met
Drake in een roeiboot naar Ardleigh geweest.
Maar zij heeft van dat uitstapje een verklaring
gegeven, die bevestigd is door Drake en Bevin-
son. Tusschen haakjes hebt u hem gisteren
nog gesproken?
Neen. Hij was al weg, toen ik in Ard
leigh kwam. Maar we moeten hem zien te vin
den, meneer Heath, en hem dwingen om de
waarheid te zeggen.
Waarover?
Over dat bezoek van Lady Berwin aan
Ardleigh op den nacht van den moord. Ik be
twijfel of de uitlegging van het drietal wel hee-
lemaal strookt met de werkelijkheid.
Maar, goede hemel, meneer Sampson, u
wilt toch niet zeggen dat mijn tante Tyrrel
vermoord
Sampson viel hem in de rede. U verdedigt
uw tante met meer vuur dan zij het u zou doen,
merkte hij droogjes op. Ik bedoel niet dat
Lady Berwin Tyrrel vermoord heeft, maar ik
geloof wèl dat zij weet wie het gedaan heeft.
Groene Lampepit immers.
Misschien. U zegt dat Bevinson zooiets
laat doorschemeren. Maar ik zou wel eens wil
len hooren wat Groene Lampepit op zijn
beurt te beweren heeft.
Maar hij zal mijn tante toch niet be
schuldigen? Het motief
O, een motief is zeker aanwezig, onder
brak Sampson weer. Ik heb de sterke over
tuiging dat Lady Berwin wist dat Tyrrel in
het bezit was van het testament en dat ze
het dolgraag zelf in handen wilde hebben.
Hebt u gegronde redenen vooir die mee-
ning?
Bij ons laatste onderhoud, antwoordde
Sampson, heb ik u verteld dat ik meer van
Lady BeTwin wist dan zij vermoedde. Ik zal
u zeggen wat dat is. Onder Tyrrel's papieren
heb ik een briefje van uw tante gevonden, dat
mij nogal verdacht voorkomt. Hij had blijk
baar geld gevraagd en zij antwoordde dat ze
hem niets meer zou betalen en dat hij maar
moest doen waar hij plezier in had.
Maar dat beteekent toch geen moord.
Het beteekent dat Tyrrel Lady Berwin
geld afperste. Daar ze overvloed van geld heeft,
kan het geen betrekking hebben op geleend
geld. Maar als Tyrrel het testament in zijn
bezit had, kan hij Lady Berwin gedreigd heb
ben met het verlies van het grootste deel van
haar inkomen, als ze niet aan zijn eischen vol
deed. In het briefje staat ook, dat zij voor niets
staat, als hij haar tot het uiterste drijft.
O, dat i3 alleen maar een onbekookt drei
gement van een opgewonden vrouw.
Lady Berwin is geen vrouw, die zich
gauw opwindt, antwoordde Sampson droog. In
tegendeel, ze is nuchter en beheerscht en heeft
het verstand van een koel zakenman. En nu
ik weet dat zij er in het geheim met Drake
op uit is geweest omstreeks den tijd dat Tyr
rel vermoord is, begin ik de zaak in een eenigs
zins ander licht te bekijken.
Heath dacht even na. En Bevinson? vroeg hij
toen.
We moeten hem zien te vinden. Hij be
schuldigt Groene Lampepit die buiten schot is.
Het is best mogelijk dat deze voor zondebok
moet dienen en dat Bevinson de schuldige is.
Mijn tante zou dan
Zich dien nacht overtuigd hebben dat
hij het testament stal.
Dus met andere woorden, zij zou hem
hebben aangezet om Tyrrel te vermoorden.
Och dat behoeft nog niet, haastte Samp
son zich te zeggen. Lady Berwin heeft Bevin
son zoo goed als zeker alleen maar gevraagd
om het testament te stelen.
Zou hij het dan bij zich gehad hebben?
Denkt u maar aan dien geheimen zak!
Trouwens, als Tyrrel het niet bij zich had,
had Bevinson het ook met de gestolen sleutels
uit de brandkast kunnen halen.
Dat zijn tenslotte allemaal theorieën.
Dat is zoo. Maar in ieder geval, nu ik
van dit nachtelijk bezoek weet, beschouw ik
de zaak een beetje anders. Als uw tante u ervan
beschuldigt dat u Tyrrel vermoord hebt om
het testament in handen te krijgen, kunt u
haar ervan beschuldigen dat ze Bevinson als
werktuig gebruik! heeft.
Maar het feit blijft dat Lady Berwin het
testament niet in handen kreeg! Ik kan anders
moeilijk aannemen dat zij het me gestuurd
had! Maar hoe dan ook, de luitenant wachtte
even en ging toen voort, met 'n koppige uit
drukking op zijn gezicht: Ik eta op mijn recht.
Ik ben absoluut onschuldig en niet bang voor
een onderzoek. Vroeg of laat moet ik toch
met het testament komen en dan kan het
beter zoo gauw mogelijk gebeuren. Schrijft u
vandaag nog aan Lady Berwin dat het testa
ment mij toegezonden is en dat ik mijn rechten
opeisch.
Neem mijn raad aan en wacht tenminste
tot we Bevinson gesproken hebben.
Als u het niet wilt doen, meneer Samp
son, zal ik tot mijn spijt naar 'n anderen ad
vocaat moeten gaan.
O, uitstekend. Sampson haalde de schou
ders op. Ik heb u in uw eigen bestwil geraden
en tegen het belang van onze firma in. Ik zal
uw tante schrijven en over 'n paar dagen kunt
u groote onaangenaamheden verwachten.
(Wordt vervolgd).