ST AMUSANTJE SPOOKKASTEEL NEDERLAND EN INDIE. EEN SIGAAR KABOUTER DE EENZAME LUITENANT. DINSDAG 3 NOVEMBER 1931 RADIO-PROGRAMMA marionettentheater SPAARBANK DER ALG. DELFTSCHE CRED1ETBANK. HET CENTRAAL KATHOLIEK KOLONIAAL BUREAU. Onderhoud met Prof. P. J- Groenen. ONDER DEN EVENAAR HET KATHOLICISME IN CHINA. „LOCK" KAUWBONBONS verhoogen het genot van rooken. WOENSDAG 4 November. tt ,io7= m 160 K. H.) Uitsl. NCRV.- Hu ,e" l187 schriftlezing; 8.15-9.45 gramo- uitzending; 8-J$"dameskoor10.30-11.- zie- foonpl.10.- harmoniumspel, mevr. D. v. Neer- kendienst, 11- 22,1512.30 gramofoonpl. ld2e^ScRV-kwa?fet (zang, viool, cello, piano): 12.30 NCRV. 2 30 chr ,ectuur; 3.. K Hart- ^öig fviool) P. Lentz (cello) en G. Seyler (pia- 4 30 gramofoonpl.; 5.- kinderuur; 6.- cau- 'waarde van stalmest en gier" 7.- lezing Sowiet-Rusland7.45 Ned. Chr. Persbureau; °v jQ zendingsavondca. 10.- Vaz Dias; 10.10 11.30 gramofoonpl. Hilversum (298 M., 1004 K. H.) TJital. VARA.-uitzending; 6.457.- en 7.307.45 gym nastiekles 8.- gramofoonpl.10.15 Trio Drukker, Minny Erfmann (voordracht) en VARA.-tooneel 12.- VARA.-septet en gramofoonpl.2.15 keuken praatje; 3.- gramofoonpl.; 3.20 kindertooneel ,,De schat in het zilvermeer"; 4.20 concert voor de kinderen; 4.45 vraaghalfuurtje6.- Onderwijs fonds Binnenvaart; 6.30 gramofoonpl.; 6.45 cau serie; 7.15 VARA.-orkest; o. a. Slavische Rhap- sodie.' Friedemanfl; 8.- B. Ruitenberg „Studen ten in de maatschappijof ernaast"; 8.15 vervolg concert; 9.- voordracht en gramofoonpl.; 11.- Vaz Dias; 11.1012.- gramofoonpl. Daventry (1554 M„ 193 K. H.) 11.05 lezing over de crisis; 12.20 orkest; 1.35 orgelconcert; 2.45 voor scholen2.50 lezing over biologie en hygiëne; 3.20 Engelsche literatuur; 3.50 sympbo- nieconcert, o. a,, onvoltoonde Symphon'ie van Schubert; 5.05 orgelconcert; 5.35 "kinderuur 6.20 berichten; 6.50 pianomuziek van Schumann; 7.10 tooneelcritiek7.30 lezing; 7.50 wetenschappelijke lezing; 8.35 orkes.t kwartet en pianist; o. a. eerste Symphonie in Bes, Schumann. P a r jj s (Radio-Paris, 1725 M„ 174 K. H.) 8.05, 12.50 en 6.50 gramofonpl.9.05 radio-tooneel9.50 gramofoonpl. en Bolisten. Langenberg (473 M„ 634 K. H.) 6.25—7.20, 10—10.20 en 11.20 gramofoonpl.12.25—1.50 en 4.20 5.20 orkest; 8.05 symphonieconcert; 0. a. piano concert f-moll, Chopin; 10.20—11-20 avondconcert en dansmuziek. Kalundborg (1153 M., 260 K. H.) 2.20-4 20 Orkest; 4.204.50 gramofoonpl.; 8-208.35 ciave- cimbaal-soli8.351.20 dansmuziek. Brussel (508 M., 590 K. H.) 5.30, 6.50 en 8.20 gramofoonpl.; 9.05 comedie ,,Zjj". van M. Donnay; 9.25 concert door de Augustijnen. (338.2 M., 887 K. H5 20 dansmuziek; 6.50 gramofoonpl.; 8.20 strijkkwartet, op. 45 G-Dur, van Fauré; 9.35 orkest. Rome (441 M 680 K H.) 7.30 gramofoonpl.; 8.20 Italiaansche muziek; o. a. Manon Lescaut, Puccini. Zees en (1635 M., 183.5 K. 7-2° vroolnke avond; 9.20 berichten; hierna tot 11.50 weldadig heidsbal van de BerlHnache Brandweer; dans muziek der kapel Artur Guttmann; a.s inter- mezzoverslag van de Berlynsche Zesdas.gsche. bevat deze week o.m. de verhalen „DE BOTERHAMMEN VAN PAPA", „HIJ, ZIJ EN DE HOND", „DE MAN EN DE LADDER" en „DE WAARHEID", dit laatste door MINCA VERSTER—BOSCH REITZ, en verder een interessante causerie over een in Schotland gelegen, berucht WIJ WERKEN VOOR OOST EN WEST, ALLEREERST VOOR DE MISSIE" RADIO TELEFONISCHE NACHTVORST VERWACHTINGEN. Aan belanghebbenden wordt bekend gemaakt, dat de uitzending van radio telefonische nacht- vorstverwachtingen van het Koninklijk Ned. Meteorologisch ImotituuC te De Bilt tot het vo'. gemde voorjaar is geslaakt. „DE OLIJF-TACK". Men deelt ons mede, dat de he&r Paul Klingl welke gedurende 8 jaar als eerste poppenspe ler bij Paul Brann's Marionetten-Theater Mün- chener Künstler -werkzaam was, voor het ver dere seizoen verbonden zal zijn aan het Mario nettentheater „De Olijf-Tack". Prof. P. Jm Groenen. Surséance van betaling aangevraagd. Naar wij vernemen heeft Mr. Dr. P. A Roe per Bosch glister namens de N.V. Spaarbank der Algemeene Deutsche Credietbank te Den Haag bij de Haagsche Rechtbank een request ingediend om surséance van betaling aan deze N.V. te verleenen. In dit request wordt medegedeeld, dat de Spaarbank niet in staat is aan alle opvragin gen harer spaarders te voldoen, doch gegronde vooruitzichten heeft daaitoe na verloop van eenigen tijd wel hij machte te zullen zijn. Ten slotte wordt medegedeeld, dat het ge heel© hedrag, hetwelk de spaarders gezamen lijk te goed hebben, thans nog gedekt is door rentegevende obligaties en dat er alle kans be staat, dat zij aan alle spaarders op den duur het volle bedrag harer inleggingen, althans haar schuldeisohers, zal kunnen bevredigen, wanneer zij door inwilliging van het surséan ce-verzoek in staat wordt gesteld tot een ge leidelijken verkoop harer beleggingen. De gemoedelijke reus, die professor Groa 11 en heet en die hoogstwaarschijnlijk nooit één heelen dag 0p iemand ter wereld boos is kun nen blijven, liet zich allergemakke lijkst uitvragen door den intervie wenden journalist. Een gezellige zit kamer, waar boe gen en portretten ar aan herinneren, dat deze man bijna een kwart eeuw hoogleeraar was. Toen er echter een uitstekend, in Rome en Palestina gevormd, opvolger voor dezen exegese- professor disponi bel was, kon deze zelf zich uitslui tend gaan bezighouden met een ander werk, dat reedis lang zijn echt-priesterHjke belang stelling gehad heeft. De ex-professor zat dan ook aanstonds geheel iu ons onderwerp en vertelde: „Met mijn medebestuursleden van de Indi sche Missievereeniging was t ons in den loop der jaren duidelijker geworden, dat het onrechtstreeksche Missiewerk meer intens moest worden aangepakt. Er werd inet Indië overlegd, onderzocht en gerapporteerd aan de Bisschoppen hier en overzee. De goedkeuring van de Bisschoppen kwam en ons Episco paat, dat mij tot directeur benoemde, heeft tevens een weg gevonden om een behoorlijken financieel en gro ndslag te waarborgen. Wat bijdragen van belanghebbenden, een beschei den steun ook van de parochies. Ons C. K. K. B. is een stichting: den 28ste® Augustus werd de acte voor den notaris gepasseerd en het bureau sitaat onder leiding van het daigelijksct bestuur der Indische Misisiever eeniging, n.l. staatsraad mr. dr. Kooien, voor zitter; dr J, Butfart, penningmeester; P. G. Groenen, secretarie, de provinciaal? der Je- suieten en Redemptoristen vertegenwoordigen de Missioneerende Orden en Congregaties in Oost en West". En wat is nu eigenlijk -hert doel van dit nieuwe bureau? „Dat is in artikel 2 der stichtingsaete dui delijk gezegd: „werkzaam te zijn als een con sultatie- en propagandabureau voor onze overzeesche gewesten, in den meest uitge- breiden zin des woords." Wij werken voor Oost en West. Allereerst voor de Missie. Wij behartigen haar belangen bij de Regeering en verzamelen ook alle ge gevens, die voor de Kamerleden van nut kun nen zijn". Is er voortdurend contact met Indië? „Men had daar reeds den jarenlang 'ijverig werkenden heer W. Burer. Maar ook in Indië begreep men, dat de stichting van een bureau noodig was. Dit is tot stand gekomen: er zijn twee afdeelicgen. Eén voor algemeene zaken onder leiding van pater Baptist, M.S.C. met de hulp van den onmisbaren heer Burer en één voor onderwijszaken onder leiding van pater van Baaien S.J. Onze bureaux zullen nauw contact houden met elkaar zoodat wij hier ook volkomen op de hoogte kunnen zijn van de opinies van de Kerkvoogden in Indië. Een taak van gewicht voor ons is hijvoor beeld ons nauwkeurig 0p de hoogte te stellen van de overeenkomsten, gesloten tusschen ons gouvernement en de Kerkelijke Overheid. „Maar er is meer. In ons bureau is ook het secretariaat gevestigd van de Indische Missievereeniging, wier doel is: „het verlee nen van steun aan de beschaving van de inheemsche bewoners dar koloniën door be keering tot het Christendom." Het is duide lijk, dat missionneeren niet alleen is: pree- ken en doopen. Er moet een samenleving op chris'telijken grondslag gevormd worden Maar «m dat te bereiken is het noodig op de hoogte te zijn von de praotische ervaring der missionarissen. Elk van hen, die repatrieert —dat is ons ideaal moet ons bureau aan doen. Hun ondervinding komt ons te stade. Vooral weer bij ons propagandawerk in Ne derland. Natuurlijk, de centrale missiegenoot schappen staan vóórop, maar zij hebben geen monopolie. Als wij onzen plicht daar tegen over vervuld hebben, dan zijn zoowel Kardinaal van Rossum als Aartsbisschop van de Wetering z.g. hebben er op gewezen onze eigen gebieden overzee het eerst aan de beurt. Het is werkelijk geen overtollige weelde, dat onze Nederlandsche Katholieken daaraan denken. Van een Missie als die van Midden Java, heeft de Paus groote verwach tingen, terwijl in gebieden als op Flores juist sociaal-economische bedrijvigheid gewenscht is. Het is geen toeval, dat de paters van Steyl juist voor het onderzoek van de laatste mogelijkheden al een aparte kracht hebben afgezonderd." Dat is scherp gezien. „Inderdaad, er zijn menschen, goed onder legde en degelijke Katholieke leeken noodig om hier leiding te geven en te helpen. Zij moeten den grooten moreelen steun aan de nieuwe christelijke gebieden geven. Wij had den in Indië een schromelijk tekort aan Ka tholieken. Pas de laaitste vijftien jaar is dit eenigszins verbeterd. De omstandigheden zijn nu sterk veranderd. Het leven is daar gees telijk veel meer safe geworden; wij hebben hier meer academisch gevormden en de oude bezwaren voor Katholieken in Indië bestaan niet meer. De allerlaatste jaren hebben ruim schoots bewezen, dat het Katholiek-zijn geen beletsel meer is om ook de hoogste pasten in de administratie, de economische of we tenschappelijke terreinen van Indië te berei ken." En die professor noemde een reeks welbe kende namen doch herinnerde eraan, dat die hoogs posten gewoonlijk na weinig jaren weer verlaten worden. Daarom moet er ge regeld toevoer zijn. Maar op 't oogenblik? „Ja, deze zaak is vcorloopig uitgeschakeld nu allo uitzendingen zijn stopgezet. Maar we werken niet voor één jaar en kenners van do economische toestanden meenen, dat Indië er eerder bovenop kan zijn dan Nederland." Dus U blijft als van ouds te oonsul- teeren? „Kijk eens hier; er besltaat al lang het Katholiek Indisch Bureau en waar we kunnen werken we vriendschappelijk sa men en helpen elkaar. Br zuilen dingen zijn, welke zij beter weten dan wij en omgekeerd. Ik ben Unie-moderator gebleven en zoo sta ik vanzelf met de katholieke uni cersiteits- en hoogeschoolstud-anten in verbinding. Bo vendien heb ik, door mijn lidmaatschap van de examencommissie voor Indië, contact met de leerkrachten en leerlingen van de Kolo niale school te Deventer, de verschillende Middelbare scholen en bet Koloniaal Insti tuut. De practijk wijst vanzelf uit, welke in lichtingen men bij ons bureau moet halen, welke bij het Kath. Indisch Bureau. En zoo als ik reeds zei, wij werken in volkomen har monie: ons bureau zal b.v. medewerking ver leenen aan de „Wegwijzer" en „Onze Mail", de uitgaven van IC I. B. Trouwens er zijn zooveel andere zaken. Neem het onderwijs: de Indische Missiever eeniging heeft ook enkele candidaten in op leiding voor de hoofdakte. Op dit terrein is natuurlijk meer samenwerking met een des kundige als den beer van Schendel, met de on derwijsaf deel ing van het bureau in Indië en met ons Onderwijsbureau hier." Dat is pas een inrichting, vallen wij enthousiast in. „Ja, dat is reusachtig. Maar zoo grootsch hoeft onze za.alv hier niet te worden. Ik ben ook niet grootscheepsch begonnen, maar pak klein aan en hoop op langzame uitbreiding. zoodot ik om zoo te zeggen al werkend me zelf ook meer inwerk en mijn terrein door en door leer kennen. Sinds 1903 was deze hoogleeraar uit de practijk, maar wij gelooven, dat de „practijk" thans opnieuw begint. Wij gelooven. dat de begaafde en joviale Warmondsche oud-profes sor van het bureau wat zal maken Hij be zocht Palestina en za.l er ook niet tegen opzien zoo noodig zelf de gebieden in Oost en West, waarover zijn belangstelling zich uitstrekt, in oogenschouw te nemen. Intus- schen zullen belangstellenden van overzee, priesters en leeken, die Nederland aandoen of anderen, die over Indië wat weten willen, ziich herinneren, dat in de Haagsche Laan Copes van Cattenburgh 76 het Centraal Ka tholiek Koloniaal Bureau gevestigd is. Zij zullen caar een even hartelijke® als toegewijden gids vinden in den ervaren stu dentenvader, die nog frisch en sterk is. die de hem opgedragen taak met moed en Gods vertrouwen heeft aangevat en ook met de breedheid, welke prof. Groenen altijd heeft ge kenmerkt en de degelijkheid, welke de ken ners van zijn scripturistisch werk steeds heeft getroffen. De missiefilm van de Paters van den H. Geest. We hebben de laatste jaren ettelijke missie films gezien. Zonder aan de verdiensten van die films te kort te doen, meenen wij toch wel te mogen zeggen, dat „Onder den evenaar" als propagandafilm voor de missie de beste is. Andere mogen uitvoeriger op details ingaan of naast het beeld de geluidsweergave tot ondersteuning van den indruk hebben, in het logische van den opbouw, in rijkdom van do cumentatie, in kunstzinnige behandeling staat deze missiefilm ongetwijfeld nummer één. Hier mede willen we niet zeggen, dat deze film volmaakt is, maar er zijn gedeelten in, die het hoogst-denkbare op filmgebied zeer dicht benaderen. In het eerste deel wordt men al terstond ge boeid door verrukkelijke natuur-opnamen, prachtig niet alleen door de ongerepte schoon heid der natuur zelve, al komt die door de enkel zwart-en-wit beelden nog slechts gedeel telijk tot haar recht, maar ook door de keuze, de belichting en de compositie der beelden. Daar zijn schilderijtjes onder, die .een echte kunstenaarsvisie verraden. Rust en beweging wisselen elkaar af. Naast statige palmen en exotische gewassen, die stil in hun weelde staan te pronken, ziet men de snelle motorbooten zilveren voren ploegen in het breede water der rivieren. Maar wij mo gen niet te lang bij het natuurschoon toeven. We moeten ook zien, wat de menschen in deze schoone oerwouden gewrocht hebben en we stuiven in een gemakkelijken auto voort over de mooie breede wegen, die ook in de binnen landen van Afrika, de voornaamste plaatsen reeds onderling verbinden. Met eenige merk waardige typen uit het volk, bijzonder goed opgenomen, sluit deze eerste acte. „Planten en dieren" is de titel van het tweede deel. De rubber-tap, het winnen van cacao, katoen en palmwijn vestigen de aan dacht op eenige producten van dit land. Te genover de overvloedige weldaden van den bo dem staan de gevaren, welke den mensch van de zijde der dieren bedreigen, van de kleine Tsétsé-vlieg af, die een ongeneeslijke slaap ziekte overbrengt en de allesvernielende witte mieren tot den 'gevaarlijken kolos van den olifant en den valschen luipaard. Eenerzijds in' het water der rivieren, anderzijds in het vuur, dat in het droge gras gretig voedsel vindt, heeft de mensch sterke bondgenooten gevonden om het wild in het nauw te drijven en te overmeesteren. Heeft men aldus kennis gemaakt met het land en zijn flora en fauna, dan komen in de derde acte de menschen aan de beurt, de pri mitieve negers met hun heidensche gebruiken, hun ritueeie dansen en hun toovenaars, die eerder den naam van giftmengers dan van geneesheeren verdienen. Voortreffelijk heeft de Fransehe cineast, René Moreau, in dit ge deelte uitgebuit de fantastische belichting van de dansende negers door de nachtelijke vuren. Ondanks, of beter: juist door deze mooie op namen geraakt men geweldig onder den in druk van de diepe ellende, geestelijke en licha melijke, waarin deze menschen door het hei dendom verzonken zijn. Dan komt de bevrijding door het Christen dom. De vierde en vijfde acten zijn daarom geheel aan het missiewerk gewijd. Hoe blij, hoe geestdriftig wordt de missionaris, die de verschrikkingen van het heidendom van hen uitbande en hun de hemelsche genade van het H. Doopsel schonk, door de bekeerde negers bij een bezoek aan hun dorp ingehaald. Doch er zijn nog zoovelen, wien hij het geluk van het ware geloof moet brengen. Geen offer is hem te groot, als het er om gaat een ziel te winnen ot te behouden. Om een christenmeisje, dat aan een heiden als echtgenoote verkocht was, vrij te konpen, offert hij alles, wat hij maar eenigszins kan missen, aan den veel- eischenden vader. Eenmaal vrijgekocht, wordt zij bij de Zusters voorbereid voor een echt- christelijk huwelijk. Katholieke huwelijken geven Katholieke ge zinnen, de basis voor een Katholieke maat schappij. Daarom wordt in de missie aan de voorbereiding van het huwelijk zooveel zorg besteed. Maar er is ook nog een andere wijsheid: Wie het kind heeft, heeft de toekomst. De missionarissen hebben ook dit zeer goed be grepen. De Katholieke opvoeding van het kind, ook van dat van heidensche ouders, die het vaak gemakkelijk aan de missie afstaan, is een der voornaamste zorgen van den missionaris. Niet zonder reden is dan ook de laatste afdee- ling vrijwel geheel aan de opvoeding der jeugd gewijd. Men ziet hier de kinderen leeren en spelen. Spelen vooral. Want in het vroolijke, onschuldige spel uit zich zoo echt hun Katho liek zijn, hun Roomsche blijheid. Zeker, wij worden getroffen door den diepen eerbied waar mede zij bidden onder de H. Mis in het pri mitieve missie-kerkje, maar het best kan men 's menschen overtuiging peilen in zijn gewone doen, dat is bij het kind: in zijn spel. Daar om is het zoo juist gezien, dat blijde spel ook op de film vast te leggen. Wij hebben in het begin den logischen op bouw van deze film geroemd. Na deze beknopte en onvolledige inhoudsopgave zal men reeds moeten toegeven, dat de samenstelling ervan zeer wel overwogen is. Rijk is de film aan documentatie. Men mag deze soms wat beknopt aangeduid vinden, maar vervelend is zij nooit. De beknoptheid was een eisch, welke door de veelheid werd gesteld. Bovendien heeft zij deze verdienste, dat zij prikkelt tot nieuwsgierigheid en tot verlangen om er meer van te weten. Als een film dat be reikt, Is zij zeker als propaganda-film goed. Artistieke waarde is voor een propaganda film geen hoofdzaak, maar dat, zooals wij op merkten, in deze film de artistieke kwaliteiten telkens weer opvallen, ls wel het beste bewijs, dat waar mogelijk ook in dit opzicht steeds naar het hoogste is gestreefd. Pater v. d. Zandt C.S.Sp., gaat thans met deze film op reis door Nederland. Men ga deze film zien, men zal er veel van leeren, maar nog meer van genieten. Moeilijke vooruitgang. De Fransehe Paters Jesuieton hebben te Zi-Ka-wei een jaarverslag over aille missies in China uitgegeven. In „St. Aintoniius", een uitgave der Paters Franciscanen, diie zelf zoo'n groot aantal mis sionarissen naar het Oosten uitzonden, vfeden w© van dót verslag do volgende gegevens: Er zijn nu in Glurnia 2.400.000 katholieken, 50 jaar geleden waren er pl.m. 350.000. Met den Boxeropstand in 1900 waren er pl.m. 700.000. Simdsidiiein nam het aantal christenen jaarlijks met pl.m. <0.000 toe. De laatste jaren is diit sterk verminderd, zoodat tenslotte dit laatste jaar de absolute toenaime slechts 11.174 was, ofschoon er tooh 50.586 volwassen wanen ge doopt. Dat de aanwinst zoo gering is, komt echter door die groote emigratie (uit Macao b.v. vertrokken 6000 katholieke buitenlanders) de groote sterfte door hongersnood, de bandie- tenovervailen en communistisch© woelingen. Het treurige van dien toestand komt nog ster ker uit, ais men berekent, dat één priester slechts 14 zielen zou gered hebben (50.000 vol wassen gedooptem, 3600 priesters), de kleine doopetingen buiten beschouwing gelaten. Zou men dan moeten concludeeren, dat de missio naris alleen in China is gekomen om de H. Mis te lezen voor de menschen, kleine kinderen te d oopen, maar niet om bakeeringen te maken. Is dat zoo? In sommige vicariaten is dat zoo, helaas, vooral in het Zuiden, daar is zelfs tij delijke achteruitgang. Dienen daarvoor 3600 priesters, die geholpen worden door 4000 reli gieuzen en tallooze catechisten? Dat is toch geen verhouding! Er moesten er een heele massa priesters en religieuzen en catechisten bijkomen. r Zonderling, en dot terwijl jaarlijks de in- van 10 cent kost evenveel als 2 pakjes „Lock" met 16 kauwbonbons. Reel. 3398 15 Uit het Engelsch van FERGUS HUME. 24.) Sampson was hoogelijk verbaasd door het onverwachte bezoek en toen Heath het doel van zijn komst meedeelde, deed hij een heelen tijd niets dan in een staat van de grootste op winding zjjn brillegiazen schoonmaken, Het verhaal van het plotseling opgedoken testa ment zou ook een kalmer man dan mr. Samp son van streek hebben gebracht! Zoo iets heb ik van mjjn leven nog niet gehoord, hijgde hij, toen Heath met zijn ver haal klaar was. Hij had 'n poosje zenuwachtig de kamer heen en weer gedribbeld, maar ging nu weer zitten, streek het document, dat zijn ^zoeker hem overhandigde, glad en begon bet met ae grootste aandacht te lezen. '?ennRUvro1,wtUigen?..vroeg hiJ Plotseling. 7p it n mijn srootvader's huis houdster. Ze is dood. Maar de man sir William's hamerdienaar - is naar Australië gegaan. Het «al wel mogelijk zijn om liern te vinden, als dat noodig is. Dat kon inderdaad wel eens noodig blij ken. Lady Berwin zal voor het behoul van haar tienduizend pond vechten. Denkt u dat? Het testament is toch dui del ijk genoeg. O, ja, aan de duidelijkheid mankeert niets. Het geld wordt aan u nagelaten zon der eenig voorbehoud. En aan de echtheid van sir William's handteekening bestaat ook niet de minste twijfel; die heb ik vaak genoeg ge zien. Het bewijs voor de geldigheid van bet testament is niet moeilijk te leveren! Als dat zoo is, begrijp ik niet wat lady Berwin doen kan. Sampson leunde achterover in zijn stoel en sloeg de beenen over elkaar. Lady Berwin zal er op speculeeren dat u niet met het testament op de proppen durft te komen! Heath zette groote oogen op. Hoezoo? vroeg luj sneL landsche clerus zoo toeneemt. Dit jaar werden er toch 100 Chineesehe priesters gewijd. En toch o ironie der statistiek, in 1900 stond men er veel beter voor; toen had één priester te zorgen voor pl.m. 1540 zielen, in 1930 pljm. 1730. De opmerking, dat de Chineesehe pries Lor- stand zich prachtig ontwikkelt, is juist. Hij houdt gelijke nitred met den aanwas der Chinee- sche katholieke bevolking. Maar we moeten eens letten op de buiteniamidsche missionaris- san: 1900—1910 jaarlijks 45; 1910—1920 jaartijru-a 5 (vijf!); 1920—1930 jaarlijks 75 en meer. Tien jaar lang jaarlijks 5 missionarissen. Hoe komt dat? In 1911 werd Ohina een repu bliek. Verwarring in China. In 1914 de groote wereldoorlog. Verwarring in Europa. Wat er toen geleden is! En dat in de jaren dat de Chineesehe katholieke bevolking jaarlijks met pl.m. (0.000 toenam, De missionarissen die er al waren, hadden ai overvloed van werk. Er komen vijf priesters om 70.000 zielen te ver zorgen! Dat er een crisis is geweest in den aanwas van buiteniandische krachten is duide lijk. Die crisis werkte een tiental jaren daarna nog door. Want de echte, oude missionarissen, de veteranen, waren grootendeels gestorven. De jongeren bezaten nog niet ten volle den doorrijpten levenswijzen kijk op die Chineesehe toestanden en deze was juist zoo noodig in de dagen, dat China miet die nieuwe ideeën her- vormd wend. De jongeren waren talrijk in die dogen. De wereldoorlog was afgeloopen, het verkeer werd hersteld. Waren er tot dan toe (1920) 11 orden en congregaties, nu kwamen er vele nieuwe congregaties de gedunde rijen aanvul len, zoodot er nu (1931) 28 orden en congrega ties zijn. Men kan er onmogelijk van verwach ten, dat zij aanstonds op volle kracht werken* de meestem zijn nog iin een proefperiode. Enffim, iaten we tevreden zijn, er zijn een massa{!) vensche krachten aangekomen, de missie bloedt weer. Kijk maar. In 1920 bestonden er 51 mis siegebieden, in 1930 zijn er 100. Dus in dik jaar ran 1920 af tot 1930 toe, 5 nieuwe vicariaten of praefectuiron. Wat een vooruitgang! Vooruitgang? Is het aan tad christenen nu in eens veel grooter? In- diien men eens wist, wat het oprichten van een niieuw vicariaat beteekemt. En eenmaal opge richt, dan ligt in zoo'n vicariaat de eerste ja ren het werk stil, alles moet nog binnenshuis in orde worden gebracht, voor men zich naar buiten kan vertoornen. In dezen geest schreven onianigs enkele Chineesehe bisschoppen: Het vicariaat is pas opgericht (di. 56 jaar terug), moest nog veel leeren, het noodige ontbreekt ons, we komen slechts langzaam vooruit. Of schoon, wat absoluut niet ontkend werd, in de verdere toekomst zal een nieuw vicariaat rijke vruchten afwerpen, in de eerste jaren be teekemt het noodzakelijk een onttrekken van krachten, en wel de beste, aan het directe mi*, aiewerk. Maar het missiepersoneel bestaat niet alleen uit priesters en religieuzen. Daar zijn nog de onmisbare catechisten en onderwijzers. In 1930 waren er ruim 11.000 catechisten en 12.684 onderwijzers en onderwijzeressen. Prachtige ctjfers! Vooral de schooi heeft zich ondanks alle tegenwerking van de regeerimg ruim baan gemaakt. De laatst© twee jaar breidde zich het middelbaar- en gymnasiaal onderwijs uit met 125 scholen. In 1928, 342 scholen, in 1930 waren er 467. Vain de leerlingen waren er 21.715 ka tholiek em 10.791 ndet-katholiek, aldus 1927 1928. In 1929—1930 was het 23.501 katholiek en 18.052 niet-katholdek. Wat er hier een ener gie aan den dag wordt gelegd, is duidelijk. Ook in China bestaat er een schoolstrijd! We wan hopen echter niet. Ons vertrouwen gaat uit naar de oude, degelijke christianitedtem, de centra van het opgewekte godsdienstige leven, om daar het geloofsleven hechter en sterker te maken, zoodat daar de roepingen ontkiemen, vurige catechisten gevonden worden. Of er veel nieuwe bekeerlingen zijn zullen, is niet de voornaamste zorg, maar versteviging, verster king en bevestiging der oude christenen zedf, tegen de gevaren van buiten. EEN GOEDE HOND 8TAA1 VOOR GEEN SLOOT, MAAR EEN KOMT ER OOK WEL OVERHEEW U weet niet wie het u gezonden heeft, nietwaar? klonk Sampson's wedervraag. Neen. De brief is jn jj0nden gestempeld en het adres is meer geteekend dan geschre ven, fooals u ziet Degene, die het mij ge stuurd heeft, wil blijkbaar onbekend blijven. nieT defender zel£ HeathWdte te°TzijïeiveJbS beddfltHU; rleP leefdheid keelemaal ^^ereerdheid de be- Niets anders dan wat lady Berwin zeg- gen zal. Maar waarom zou ze dat zeggen? Waarom zou ik mezelf dat t.estament sturen? Als het in mijn bezit geweest was, zou ik 6r toch aI lang mee voor den dag 2yn gekomen. ik lleb altijd geloofd dat er een testament bestond en ook dat Tyrrel iet achtergehouden heeft, omdat hij een hekel aan mij ka(k Ik jjeb TyT. rel zelfs in zijn gezicht gezegd dat ik hem er van verdacht dat hij het vernietigd of ver donkeremaand heeft, toen ik dat onderhoud met hem had enkele uren voor den moord. Sampson liet een diepen zucht hooren. En ziet u dan niet in, dat uit anes wat u lady Berwin de conclusie zou trekken dat u niet met het testament voor den dag durfde te komen? Neen. Dat zie ik absoluut niet in Wat be doelt u eigenlijk, meneer Sampson? Beantwoord me eerst eens een paar vra gen. U hebt altijd gemeend dat er een testa ment ten uwen gunste moest bestaan? Zeker. En dat Tyrrel in het bezit ervan was? Ale advocaat van mijn grootvader, moest hij de man zijn, die een dergelijk testament verborgen of vernietigd had. Tyrrel is vermoord gevonden in een ka mer vlak onder de uwe. Dat weten we nu langzamerhand wel, ant woordde Heath ongeduldig. Wat heeft dat ermee te maken? U hebt mij verteld dat er bedekte beschul digingen zyn uitgesproken, dat u meer van de 2aak zou afweten dan u erkende. Ja. Drake haat mij en heeft die geruch ten in omloop gebracht om mijn huwelijk Met juffrouw Chetwynd onmogelijk te maken. En Drake is een vriend van lady Berwin? Ja. Maar waarom vraagt u dat allemaal? Begrijpt u nög niet dat, als u met dat testament komt aanzetten, Lady Berwin zeggen kan dat u Tyrrel vermoord hebt om het te be machtigen en het daarna zelf, om geen arg waan te wekken, in Londen gepost hebt? Heath staarde onthutst voor zich uit; hij werd doodsbleek. Ja, gaf hij op ernstigen toon toe, daar hebt u geen ongelijk aan. Integendeel antwoordde Sampson, die zich langzamerhand opwond. Het testament is ongetwijfeld echt en nu 't te voorschijn komt, verliest uw tante tienduizend pond per jaar. Zij is er de vrouw niet naar om daar maar zouder verzet in te berusten en daar ze de echtheid van het stuk niet kan aanvechten, zal ze u op een andere manier te lijf gaan. U bedoelt dat ze me er van zal beschul digen dat ik Tyrrel vermoord heb om het tes tament in handen te krijgen? Juist. Ze is 'n vrouw, die voor niets staat. Kapitein Drake heeft al geprobeerd u in op spraak te brengen en hij is haar vriend. Als u nu met het testament komt, zal dat koren op hun molen zijn en ik moet zeggen dat een dergelijke beschuldiging er oppervlakkig be schouwd vrij aannemelijk uitziet. Heath knikte; hij ademde zwaar. Ik zie het volkomen in, zei hij langzaam en nadenkend. Maar in ieder geval verzoek ik u als mijn raads man te willen optreden en ik laat het docu ment in uw hoede achter. U wilt Lady Berwin er wel van op de hoogte stellen dat ik recht heb op 't vermogen van mijn grootvader, dat haar ten onrechte toegewezen is. Sampson hield zich weer bezig met zijn bril. Ik bewonder uw moed, meneer Heath, maar is het verstandig? Waarom niet? Ik kan het geld gebrui ken en ik zie niet in waarom ik mijn rechten niet kan laten gelden. Bovendien kunnen we toch bewijzen dat „Groene Lampepit" Tyrrel vermoord heeft? Bewijzen is het juiste Woord nog niet, hernam Sampson voorzichtig; en zoolang dat niet het geval is, geloof ik niet dat het ver standig is om Lady Berwin van het bestaan van dit document op de hoogte te brengen, hij wees naar het papier voor hem, want zij zal het als een wapen gebruiken om u veel leed te doen. Dat riskeer iï. Dat getuigt wel van moed, zooals ik al zei, maar niet van kalm overleg, waarschuw de de advocaat ernstig. Wacht een paar weken, een paar maanden, tot Ludlow Snelker gevon den heeft. Als we juridisch vaststaande bewij zen hebben dat hij de moordenaar is, kan Lady Berwin u niets doen. Maar als u nu met het testament komt, zal ze zich niet ontzien u ten gronde te richten als ze kan. Maar ik ben onschuldig. Dat weet ze zelf ook wel, maar daar zal ze zich een bedroefd klein beetje van aan trek ken. Heath staarde de kleine man aart. Ik kan me niet voorstellen dat mijn tante tot zooiets in staat zou zijn, stamelde hij. Sampson sloeg zijn beenen weer over elkaar. De zaken hebben nu een zoodanigen loop ge nomen dat ik open kiaart met u moet spelen. Is 'n u wel eens in de gedachte gekomen, me neer Heath, dat lady Berwin meer van den moord afweet? Laat ik eerlijk zijn, meneer Sampson. Ik heb daar inderdaad wel eens gedacht. Ze is in den nacht dat Tyrrel vermoord is, met Drake in een roeiboot naar Ardleigh geweest. Maar zij heeft van dat uitstapje een verklaring gegeven, die bevestigd is door Drake en Bevin- son. Tusschen haakjes hebt u hem gisteren nog gesproken? Neen. Hij was al weg, toen ik in Ard leigh kwam. Maar we moeten hem zien te vin den, meneer Heath, en hem dwingen om de waarheid te zeggen. Waarover? Over dat bezoek van Lady Berwin aan Ardleigh op den nacht van den moord. Ik be twijfel of de uitlegging van het drietal wel hee- lemaal strookt met de werkelijkheid. Maar, goede hemel, meneer Sampson, u wilt toch niet zeggen dat mijn tante Tyrrel vermoord Sampson viel hem in de rede. U verdedigt uw tante met meer vuur dan zij het u zou doen, merkte hij droogjes op. Ik bedoel niet dat Lady Berwin Tyrrel vermoord heeft, maar ik geloof wèl dat zij weet wie het gedaan heeft. Groene Lampepit immers. Misschien. U zegt dat Bevinson zooiets laat doorschemeren. Maar ik zou wel eens wil len hooren wat Groene Lampepit op zijn beurt te beweren heeft. Maar hij zal mijn tante toch niet be schuldigen? Het motief O, een motief is zeker aanwezig, onder brak Sampson weer. Ik heb de sterke over tuiging dat Lady Berwin wist dat Tyrrel in het bezit was van het testament en dat ze het dolgraag zelf in handen wilde hebben. Hebt u gegronde redenen vooir die mee- ning? Bij ons laatste onderhoud, antwoordde Sampson, heb ik u verteld dat ik meer van Lady BeTwin wist dan zij vermoedde. Ik zal u zeggen wat dat is. Onder Tyrrel's papieren heb ik een briefje van uw tante gevonden, dat mij nogal verdacht voorkomt. Hij had blijk baar geld gevraagd en zij antwoordde dat ze hem niets meer zou betalen en dat hij maar moest doen waar hij plezier in had. Maar dat beteekent toch geen moord. Het beteekent dat Tyrrel Lady Berwin geld afperste. Daar ze overvloed van geld heeft, kan het geen betrekking hebben op geleend geld. Maar als Tyrrel het testament in zijn bezit had, kan hij Lady Berwin gedreigd heb ben met het verlies van het grootste deel van haar inkomen, als ze niet aan zijn eischen vol deed. In het briefje staat ook, dat zij voor niets staat, als hij haar tot het uiterste drijft. O, dat i3 alleen maar een onbekookt drei gement van een opgewonden vrouw. Lady Berwin is geen vrouw, die zich gauw opwindt, antwoordde Sampson droog. In tegendeel, ze is nuchter en beheerscht en heeft het verstand van een koel zakenman. En nu ik weet dat zij er in het geheim met Drake op uit is geweest omstreeks den tijd dat Tyr rel vermoord is, begin ik de zaak in een eenigs zins ander licht te bekijken. Heath dacht even na. En Bevinson? vroeg hij toen. We moeten hem zien te vinden. Hij be schuldigt Groene Lampepit die buiten schot is. Het is best mogelijk dat deze voor zondebok moet dienen en dat Bevinson de schuldige is. Mijn tante zou dan Zich dien nacht overtuigd hebben dat hij het testament stal. Dus met andere woorden, zij zou hem hebben aangezet om Tyrrel te vermoorden. Och dat behoeft nog niet, haastte Samp son zich te zeggen. Lady Berwin heeft Bevin son zoo goed als zeker alleen maar gevraagd om het testament te stelen. Zou hij het dan bij zich gehad hebben? Denkt u maar aan dien geheimen zak! Trouwens, als Tyrrel het niet bij zich had, had Bevinson het ook met de gestolen sleutels uit de brandkast kunnen halen. Dat zijn tenslotte allemaal theorieën. Dat is zoo. Maar in ieder geval, nu ik van dit nachtelijk bezoek weet, beschouw ik de zaak een beetje anders. Als uw tante u ervan beschuldigt dat u Tyrrel vermoord hebt om het testament in handen te krijgen, kunt u haar ervan beschuldigen dat ze Bevinson als werktuig gebruik! heeft. Maar het feit blijft dat Lady Berwin het testament niet in handen kreeg! Ik kan anders moeilijk aannemen dat zij het me gestuurd had! Maar hoe dan ook, de luitenant wachtte even en ging toen voort, met 'n koppige uit drukking op zijn gezicht: Ik eta op mijn recht. Ik ben absoluut onschuldig en niet bang voor een onderzoek. Vroeg of laat moet ik toch met het testament komen en dan kan het beter zoo gauw mogelijk gebeuren. Schrijft u vandaag nog aan Lady Berwin dat het testa ment mij toegezonden is en dat ik mijn rechten opeisch. Neem mijn raad aan en wacht tenminste tot we Bevinson gesproken hebben. Als u het niet wilt doen, meneer Samp son, zal ik tot mijn spijt naar 'n anderen ad vocaat moeten gaan. O, uitstekend. Sampson haalde de schou ders op. Ik heb u in uw eigen bestwil geraden en tegen het belang van onze firma in. Ik zal uw tante schrijven en over 'n paar dagen kunt u groote onaangenaamheden verwachten. (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 7