PROCES DAT LANGER DAN EEN MAAND
KAN DUREN
m
DE GEMEIHZinrilQE DERDE
KONINKLIJKE
PETROLEUM.
WOENSDAG 4 NOVEMBER 1931
I
I
I
ZAKEN VAN EEN INGEWIKKELDE STRUCTUUR
HOLLANDSCH CREDIET
SYNDICAAT.
Twee promotors verdacht van
oplichting en verduistering.
Strafproces voor de Amsterdamsche
Rechtbank.
Geen interim-dividend. Winstcapaci
teit even groot geacht als
voorheen.
INGRIJPENDE BEZUINIGING.
HET RIJK ALS KASSIER.
DE BENZINE BELASTING.
MOORD OP EEN CHINEES.
DE VRIJSTELLINGEN.
De dader ontkomen.
AUTO TUSSCHEN TWEE TRAMS.
Als een notedop gekraakt.
Wonder boven wonder geen persoon
lijke ongelukken-
I
1
I
0e débacle van het „Hollandsch C red iet
Syndicaat", gevestigd in een kantoor op een
der Amsterdamsche grachten, deed in October
van het vorige jaar in financieele kringen heel
wat stof opjagen. De twee firmanten, een 31-
jarig Amsterdamseh koopman en een 46-jarige
koopman te Aerdenhout, werden gearresteerd
op vermoeden van oplichting en verduistering.
De zaken, door dit tweetal gedreven, waren
van een dusdanige ingewikkelde structuur, dat
de instructie ongeveer één jaar duurde. Thans
heeft de hoofdstedelijke rechtbank te oordee-,
len over de machinaties van de beide kooplie
den, die terecht staan wegens een viertal op
lichtingen en eenige verduisteringen.
De Officier van Justitie in deze zaak mr.
vam Dullemen heeft slechts enkele feiten uit
het materiaal, dat hem ten dienste staat, ten
laste gelegd.
De eerste oplichting zou gepleegd zijn ten
nadeele van den Franschman Ami Rey tot
een bedrag van 5000.
De verdachten wierpen zich op als promotor
en de heer Rey had kapitaal noodig voor het
financieren en uitbreiden van zijn fabriek. Zij
spiegelden den heer Rey listiglijk en be-
driegelijk, aldus de dagvaarding voor dat
het Hollandsche Crediet Syndicaat hem' het
benoodigde geld kon verschaffen.
In Augustus 1927 was R. bewogen 5000
al3 voorschot af te geven aan de beide ver
dachten, terwijl deze niet voornemens waren
hun verplichtingen na te komen.
Subsidiair is de verduistering van de 5000
ten laste gelegd.
In het tijdvak Juli 1927 t/m Januari bewo.
gen ze Jules Houez, fabrikant te Sol re ie-
Chateau, tot afgifte van 3000 voor een emis
sie voor de uitbreiding van zijn fabriek van
350.000. Subsidiair is verduistering van tn
dit geval 4500, ten laste gelegd, daar H. nog
later 1500 stuurde, die dus niet onder de
oplichting valt. Ook van deze emissie kwam
schappij. Onnoodig te zeggen, dat ook van deze
emissie niets kwam.
Dit wat den korten inhoud van de dagvaar
ding betreft.
Men verwacht, dat dlit proces langer dan een
maand zal diuiren. De verdachten worden ver
dedigd door Mr. Th. Muller Massis te Amster
dam.
Op de tafel waren de 190 dossiers gedepo
neerd, dlie voor deze rechtzaak noodig waren.
De Officier van Justitie las de geheeile dag
vaarding voor, wat drie kwartder in beslag
nam. De jongste verdachte zeide zich miet be
wust te zijn zich aan eenig strafbaar feit te
hebben schuldig gemaakt, terwijil de andere
getuige zeidie niet schuldig te zijn aan het ten
laste gelegde.
Als eerste getuige werd inspecteur van politie
Posthuma gehoond. Deze had ztioh belast met
het algemeen® poldtioneeile onderzoek. Sedert
1926, zoo verklaarde getuige, waren de beide
promotors bezdg naamlooze
vennootschappen
niets.
o De derde oplichting zou gepleegd zijn ten
nadeele van den heer H. F. Amman, beheerend
ven noot van de fa. J. j. Rehbach te Regens
burg. A. werd bewogen tot afgifte van 6000
voor een emissie van 500.000.
S&vaJ komt echter een nieuwe noot
geding: zij bewogen den heer Ammon
ovendien aan Roger Cavignet, gedelegeerd
commissaris der te Brussel gevestigde N.V.
de „Société Financière Beige'', uit te betalen
de som van 12.000. Zij hadden n.l. den heer
A. Aangeraden de emissie te verzekeren bij
'bovengenoemde Belgische N.V. voor een pre
mie van 27.000; de 6000 zijn hiervan de
eerste storting. Deze société verbond zich hier.
voor binnen 30 dagen na de sluiting der emis
sie door het Holl. .Crediet Syndicaat, mits min
stens 10 pCt. door die emissie was geplaatst,
en uiterlijk tot 1 Augustus 1930 de door het
publiek niet genomen obligaties tot een maxi
mum van 90 pCt. op te nemen voor eigen re
kening. De verdachten alweer, zouden gewe
ten hebben, dat van een emissie niets kwam,
de verplichting tot overname zou dus ook
nooit ontstaan. Overeen was gekomen, dat de
verd. van de totale premie ad. 27500 15.500
gouden betalen. Een der verdachten overhan
digde aan Cavignet een postcheque voor dat
bedrag; zijn tegoed op zijn postchequereke
ning was echter lang niet zoo groot. Deze
handeling was dus een scbijmbetaling. Hier-
door o.a. werd A. bewogen 12.000 af te ge-
ven. Subsidiair is verduistering van 6000
ten laste ge'
Tenslotte is nen ten laste gelegd oplichting
van dr. H. Prager en A. L. Hoepfner, gemach
tigden der N.V. „Nordun Vertriebsgesellschaft
für technische Artikel A. G." te Berlijn, tot
het doen aangaan van een overeenkomst tot
oprichting van een Hollandsche N.V. heit
oude liedje: een emiseie ten bedrage van
400.000 werd voorgespiegeld.
Zij zouden wederom geweten hebben, dat te-
gen verschillende bepalingen in de statuten
de justitie in Nederland bezwaar zou maken,
zoodat Koninklijke goedkeuring uitgesloten
was. Ook dit contract kwam tot stand na al
lerlei fraaie voorspiegelingen. Bij de „Société
Financière Beige" werd weer een garantiecon
tract gesloten.
Dr. Pragar en Hoepfner werden bewogen
10.000 te storten bij de Brusselscbe Maat-
te imteireesearen voor een nieuwe kapdtaals-
uditigifte. De bepalingen, die zij maakten zijn
anders dan gebruikelijk is bij de naamlooze
vennootschappen en in strijd met de wet. De
verdachten schoven steeds hun „goede relaties-
speciaal wat „underwriters" betreft in Enge-
ami oip en voorgron/d. De Belgische relaties
kwamen pas later naar voren. In de correspon
dentie was een groot aantal brieven aan Bn-
se ie firma's gevonden, voor het overgroote
.ae voorzien van de aanteekemiing „geen ant
woord en „afgewezen".
Deze correspondentie met Engeland diende
„garantievedragen" voor de emissies tot
stand te brengen.
Met de London Financial Service waren
langdurige onderhandelingen gevoeTd, tenslotte
waren, aldus een der verdachten, de informa
ties niet zoo gunstig, zoodat de connecties
werden verbroken.
Verd. v. d. S., de oudste verdachte, zeide,
dat het gebruik is, dat de Koninklijke goed.
keuring gemeenlijk na een kleine wijziging
wordt verkregen. Maar wij werden steeds door
de ambtenaren gesaboteerd!
President: „Dacht u 14 dagen na de inwil
liging de emissie voor elkaar te hebben?'
Verd.: „Slechts in twee zaken wordt over
veertien dagen gesproken"
Inspecteur Posthuma verklaarde, dat geble
ken is hoe het Holl. Crediet Syndicaat gedu
rende 5 jaar ongeveer 190 zaken heeft geënta.
meerd, waarvan er 21 194.000 hebben opge
bracht.
De andere verdachte hing eveneens een som
ber beeld op over de ministerie ambtenaren
Geen enkele emissie was gelukt, hetzij door
dat de bewilliging zoo lang uitbleef, hetzij dat
de klanten niet konden betalen, soms ook was
de conjunctuur tegen! De Amsterdamsche
Bank beval ons soms aan en Hamburger en Co.
schreef ons eens op een voorstel, dat zij daar-
voor geen interesse hadden, doch, zoo was er
bijgevoegd: „in de toekomst misschien wel
Toen de boekhouding van het tweetal ter
sprake kwam, werd door hen toegegeven dat
zij er geen eigenlijke koopmansboekhouding
op na hielden. Er was wel een boek van in-
kosten en uitgaven.
Het bleek dat zij oorspronkelijk beheerders
van de „Spaarkas voor Stad en Land" waren;
door voorbereiding van emissies van het Syn
dicaat was veel geld hiervan verdwenen, zoo.
dat zij besloten voortaan geen emissies meer
te doen zonder voorschotten.
Omstandig ging de rechtbank hierop in op
het tot stand komen van het Holl. Crediet
Syndicaat, waarbij de zeer uitvoerige briefwis
seling -ter sprake kwam.
De jongste verdachte bekende, dat het met
alle te behandelen zaken op niets was uitge-
loopen en dat de ontvangen gelden voor te
maken onkosten nooit waren teruggegeven,
daarom wilde men de zaak juist beëindigen.
De tweede verdachte sloot zich hierbij in
hoofdtrekken aan.
Na de pauze wend de heer C. W. Visser hoofd
commies van het Departement van Justitie ge
hoord, die op het ministerie de verschillende
aanvragen tot goedkeuring der Statuten van
Naamlooze Vennootschappen, behandelt.
Getuige had de verdachten er o.m. opgewe-
zien, dat de aanvrage tot Koninklijke bewilli
ging van de statuten van een N.V. niet in orde
was, er diende een ontwerp Acte van oprich
ting te worden bijgevoegd; ook had get. hen
erop gewezen, dat een N.V. niet kan worden
opgericht door één persoon. De verdachten
zeiden echter, dat zij proforma deel zouden
hebben willen nemen in het kapitaal van de
N.V.'s waarvoor zij als promotor optraden; in
dien het ministerie dit wenschte, zouden er
twee oprichters zijn geweest en was aan de
wet voldaan. Bij de latere aanvragen hadden
verdachten dan ook proforma één aandeel ge
nomen. Uitvoerig werden de verschillende fou-
ten in de aanvragen onder de loupe genomen.
Ondanks de waarschuwingen henhaalden de
Directie en Commissarissen der „Koninklij
ke deelen mede, dat tengevolge van de toe
standen, die op het oogenblilc niet slechts in
de petroleumindustrie maar ook overal elders
m ae wereld beerschen, het onmogelijk is, nu
reeds de resultaten van het loopende jaar naar
juistheid te schatten en dat derhalve de uit-
keering van een interim-dividend over 1931
niet gerechtvaardigd zou zijn.
Vandaar dat zij van oordeel zijn, dat een
beslissing omtrent het dividend over dit jaar
eerst genomen mag worden, nadat van de ver
schillende maatschappijen, waarbij de vennoot
schap is geïnteresseerd, de definitieve resulta
ten over het geheele jaar zullen zijn binnen ge
komen.
De gestadige toeneming van het wereldver
bruik van petroleum is teruggeloopen, doch in
dit opzicht is petroleum er beter aan toe, dan
de meeste andere handelsartikelen. Bovendien
worden petroleumproducten met steeds meer
variaties toegepast, een verschijnsel, dat zelfs
bij de tegenwoordige stagnatie in den handel
nog voortdurend toeneemt,
De prijzen zijn laag geweest, maar de ingrij
pende bezuinigingen, die zijn ingevoerd, vor
men een belangrijke compensatie.
Een groot deel van de productie der groep is
op het oogenblik ingesloten doch kan op kor
ten termijn worden ontsloten, teneinde zonder
extra uitgaven aan de eischen van een nieuwe
situatie te voldoen.
De politiek der groep om haar bezittingen
en hulpmiddelen volledig up to date te hou
den en alles af te schrijven wat aan dezen
eisch niet voldoet, wordt gehandhaafd.
De groep en de onder-maatschappijen in
welke zij deelneemt beschikken op dit oogen
blik behalve over haar wereldvoorraden, die
geheel uit eigen middelen worden gefinancierd
over de volgende liquide middelen: 20 millioen
pond sterling en 50 millioen Amerikaansche
dollars.
De directie acht de winstcapaciteit der ven
nootschap even groot als voorheen en be
schouwt den huldigen stand van zaken als van
tijdelijken aard.
De Shell Transport volgt de
Koninklijke.
LONDEN, 3 November 1931. enigen Tel.) De
Shell Transport and Trading Cy. maakt be
kend, dat zij over het loopende jaar geen inte
rim-dividend zal ultkeeren. De motiveering
van dit besluit is uiteraard dezelfde als de bo
venstaande motiveering der Koninklijke Pe
troleum. Het vorige jaar keerden beide maat
schappijen een interim-dividend uit van 10 pet
en een slot-dividend van 7% pet.
DE VLOTTENDE SCHULD.
Wat uit 's Rijks kas in 1932 moet
worden voorgeschoten.
In haar Verslag over hoofdstuk I der Rijks-
begrooting voor 1932 zegt de Commissie van
Rapporteurs, dat in het Voorloopig Verslag der
Tweede Kamer is gewezen op het bedrag aan
overschotten op den gewonen dienst over de
jaren 1911 tot en met 1928, welke overschot
ten gebezigd zijn tot schulddelging of voor
financiering van werken, waarvoor geleend
had kunnen worden. In verband daarmede was
aan de vegeering om nauwkeurige Inlichtingen
verzocht over de wijze, waarop die overschot
ten zijn gebruikt. De Commissie is van oor
deel, dat op die vraag in de Memorie van Ant
woord niet op bevredigende wijze is geant
woord.
Nu de regeering blijkens haar antwoord op 'n
desbetreffende opmerking in een ander gedeelte
van het Voorloopig Verslag niet in staat is de
vraag naar het vermoedelijk bedrag aan lee
ningen voor Nederland en Indië tezamen reeds
te beantwoorden, komt het der Commissie ge-
wenscht voor, dat gegevens verstrekt worden
nopens het vermoedelijk beloop der vlottende
schuld tot aan het einde van 1932 zoowel voor
Indië als voor Nederland.
Antwoord van den minister op de
opmerkingen der Tweede
Kamer.
CANDIDATEN CONSULAIRE DIENST.
De commissie tot voorbereiding van de aan
wijzing van candidaten voor den con®ulairen
dienst brengt ter kennis van belanghebbenden,
dat twee jongelieden kunnen worden aangewezen
als candidaat vor den consulairen dienst volgens
de bepalingen van het consulair reglement.
Het examen hiervoor zal worden afgenomen
op 15 December en volgende dagen en gehouden
worden in een der lokaliteiten van het Depar
tement van Buitenlandsche Zaken.
Sollicitanten, die voor het examen den leeftijd
van 21 jaar moeten hebben bereikt, moeten zich
voor 1 December a.s. schriftelijk aanmelden by
den secretaris der commissie, mr. dr. P. C. Witte
Plein 23, 's-Gravenl^pge.
EXAMEN STAATHUISHOUDKUNDE ENZ.
De Minister van Onderwy's, Kunsten en Weten
schappen brengt ter algemeene kennis, dat, be
houdens onvoorziene omstandigheden, het monde
ling gedeelte van de examens tot het verkrijgen
van eene akte van bekwaamheid tot het geven
van middelbaar onderwys, onderscheidenlijk in
de Saatshousdoudkunde en statistiek (akte Kx)
cn de Staatsinriching (akte Kxi) voor zoover die
in het openbaar zullen worden gehouden, dit jaar
zal worden afgenomen te 's-Gravenhage, in de
bovenlokalen van het gebouw „Ddligentia", Lange
Voorhout no 5, op de navolgende dagen en uren:
Staathuishoudkunde en statistiek (Akte Kx)
11, 18, 20 November, 4, 18 December, telkens
van 1430 uur tot 16,30 uur; 7, 14, 21, 25, 28 No
vember, 2, 9, 12, 15, 16, 17, 19, 21, 22 December,
telkens van 13.30 uur tot 16.30 uur.
Staatsinrichting (Akte Kxi.): 6, 13, 20 Novem
ber, telkens va nlO uur tot 12 uur en van 13.30 uur
tot 15.30 uur; 24, 25, 26 27 November, 14, 15
16, 17 December, telkens van 10 uur tot 12 'uur
en van 14 uur tot 16 uur; 23 November van 14
uur tot 16 uur; 28 November van 10 uur tot
12 uur; 3 December van 13.30 uur tot 17.30 uur;
10 December van 9,30 uur tot 13.30 uur.
In een nota naar aanleiding van bovenstaand
verslag zegt de regeering, dat het niet doenlijk
is de wijze, waarop de overschotten gebruikt
zijn, méér nauwkeurig aan te geven dan in de
geciteerde woorden van het- Voorloopig Verslag
reeds geschiedt.
De oorzaak hiervan ligt In het volgende. De
leeningen van het Rijk worden niet gesloten
tot dekking van bepaalde uitgaven, maar er
wordt tot bet sluiten van een leening overge
gaan indien de stand der vlottende schuld dit
noodig maakt. Overschotten op den gewonen
dienst houden de vlottende schuld automatisch
lager dan zij, in verhand met de gedane buiten
gewone uitgaven had moeten zijn. Die over
schotten vertragen derhalve het moment, waar
op tot het aangaan van een leening wordt be
sloten. Uit een en ander volgit, dat, wanneer
over een tijdperk van 17 jaren er zoowel over
schotten als leeningen zijn geweest, niet valt
aan te wijzen, welke uitgaven juist gefinancierd
zijn door overschotten en welke door leeningen.
In antwoord op de tweede vraag wordt het
volgende opgemerkt:
In het wekelijksch overzicht van den stand
van 's Rijks kas komen zoowel de loopende
vorderingen als de loopende verplichtingen
voor.
Onder „vlottende schuld" kan men nu ver
staan het bedrag, waarmee de verplichtingen
Ae vorderingen te boven gaan, öf men kan er
onder verstaan het geheel der verplichtingen,
zonder de vorderingen in mindering te brengen.
Indien bij de beantwoording van de eerste
vraag gezegd is, dat tot oonsolideeren pleegt
te worden overgegaan, „indien de stand der
vlottende schuld dit noodig maakt", dan is
daarbij gedacht aan de vlottende schuld In den
eersfbedoelden zin, dus de netto vlottende
schuld.
Hieruit volgt, dat, alvorens de tweede vraag
van het "Vbisiag kan worden beantwoord, uit
gemaakt moet worden, in welken zin de vlot
tende schuld hier bedoeld is.
fouten in de aanvragen zich steeds. De ver
dachten waren het niet eens met de interpre
taties van de desbetreffende wetsartikelen door
de departementale ambtenaren. Na nauwkeu
rige besprekingen van de verschillende aan
vragen werd de zitting geschorst tot Woensdag
s.
BEZUINIGING IN DE TABAK.
Bij de Deli en Deli Batavia Mij.
MEDAN, 3 November 1931. (ANETA).
De Deli Maatschappij sloot de rubberonder
nemingen Mondjong Slamat en Soengei Litoer,
die beiden gevoegd worden bij de onderneming
Batang Serangan.
De tabaksondernemingen Arnhemia en Soe-
karanda worden eveneens gesloten.
De Deli Batavia Maatschappij sloot per 1
November de ondernemingen Paja Djamboe en
Doerian Moela-u, waarvan gedeelten gevoegd
Worden bij/ de onderneming Padjfng Brahrang
en de onderneming Padang Tjermin.
In den loop van het volgend jaar wordt de
functie van inspecteur opgeheven.
De bezuiniging impliceert niet het ontslag
van assistenten.
Ontleend is aan het verslag dat de vaste
commissie uit de Tweede Kamer voor de be
lastingen heeft toegezonden aan de redering
nopens het ontwerp tot tijdelijke heffing van
een bijzonder invoerrecht op benzine -
Zonder de bezwaren te onderschatten welke
in het algemeen aan heffingen van dezen aard
kleven was men vrij algemeen van oordeel,
dat in de bestaande omstandigheden de belas
ting, welke hier wordt voorgesteld dient'te
worden aanvaard. Intusschen achtten verschei
dene leden het door de regeering gebezigd
argument, dat de voorgenomen hefl'in»- no"
slechts een klein gedeelte van hetgeen den
consument ten gevolge de prijsdaling in den
schoot is geworpen, aan den fiscus ten goede
zal komen, niet gelukkig. De regeering mag
niet tot systeem gaan maken dergelijke voor
deeltjes aan te grijpen als grond voor nieuwe
heffingen. Het meerendeal der hier aan 't
woord zijnde leden verklaarden hun stem aan
het ontwerp afhankelijk te moeten maken van
de toezegging, dat deze heffing niet nog zal
worden verhoogd. De houders van bedrijfsauto's
maken een moeilijken tijd door. De nieuwe last
zal wellicht reeds thans een aantal van hen
noodzaken, een deel van hun automateriaal
buiten dienst te stellen. Gewezen werd ook op
de bezwaren, die de heffing met zich brengt
voor bepaalde categorieën, b.v. transportonder
nemers en gebruikers van benzinemotoren in
de landbouwbedrijven.
Eén der leden achtte de bezwaren voor hou
ders van bedrijfsauto's, landbouwers en indus-
trieelen zóó groot, dat hij zijn stem aan het
wetsontwerp zou moeten onthouden.
Andere leden drongen aan op een verhooging
dezer belasting.
Intusschen gaven verscheidene leden als
hun meening te kennen, dat het gewenscht is,
dat de belasting aanstonds wordt opgeheven
of verminderd, indien de benzineprijs mocht
gaan stijgen. Zij dachten aan een grens van
10 cent per liter inclusief belasting.
Eenige leden achtten het wensohelijk, dat ook
voor de luchtvaart vrijstelling wordt verleend.
In zijn antwoord op deze en andere opmer
kingen erkent de minister, dat zijn- eerstbe
doeld argument tot bedenkelijke consequenties
zou kunnen leiden, dat iedere prijsdaling van
hulpmiddelen voor ondernemingen een dank
baar object voor belastingheffing zou kunnen
vormen. Hij hoopt zich tegen zulke consequen
ties te hoeden en wijst erop, dat het hier een
zeer bijzonder geval betreft. De benzineprijs
bevindt zich op een zoodanig laag niveau, dat
ook de groote meerderheid der bedrijfsauto-
houders bij de vaststelling van hun tarieven
daarmee nauwelijks rekening durven houden.
Zooals de minister reeds mededeelde, is hij
gekomen tot een verhooging tot 4% cent per
liter. Hij wijst erop, dat sedert de indiening,
de prijs der benzine weder is gedaald van 8 op
6 cent. De minister betwijfelt dan ook in
hooge mate, dat de thans voorgestelde heffing
aan overigens levensvatbare bedrijven, het be
staan onmogelijk zou maken. Vrijstelling van
het bijzonder invoerrecht kan verleend worden
ten behoeve van industrieën, waarin benzine
als hulpmiddel van het bedrijf gebezigd wordt.
Va# een glijdende schaal heeft de .minister
moeten afzien uit hoofde van het zeer reëele
gevaar van prijsafspraken.
Benzine, welke voor het internationaal ver
keer in vliegtuigen wordt ingenomen zal, daar
zij nog met benzol vermengd wordt, vrijgesteld
kunnen worden.
Gisterenavond is te Amsterdam aaa
den Binnenkant ter hoogte van het Scheep
vaarthuis een onbekende Chinees door revol
verschoten vermoord. De politie tast omtrent
dit geheimzinnige voorval nog geheel in het
duister. Een paar kinderen, die zich in de
buurt bevonden, hoerden omstreeks half tien
drie revolverschoten onmiddellijk na elkaar
knallen. Ze liepen haiastiig in de richting van
waar het geluid kwam en zagen een man weg
rennen. Wegens de duisternis konden zij niet
zien, wat voor een man het was en de politie
bezit derhalve geen enkele min of meer con
crete aanduiding van den moordenaar. Even
verder vonden zij het lichaam van een Chinees,
badende in zijn bloed. Enkele omwonenden,
die eveneens door de revolverschoten waren
opgeschrikt, konden 6lechts den dood consta-
teeren. Onmiddellijk werden de politie en de
geneeskundige dienst gewaarschuwd en het
voorloopige onderzoek wees uit, dat de man
getroffen was, door drie revolverschoten en
dat de kogels de keel, de slagaderen en de
halswervels hadden' geraakt. De dood moet
oïmiddellijk zijn ingetreden. Het lijk van den
Chinees is door den Geneeskundigen Dienst
naar het Binnengasthuis vervoerd.
Toert de kleeren van den vermoorde werden
doorzocht vond men een foto, waarop het
slachtoffer stond afgebeeld in gezelschap van
een blanke vrouw in bruidscostuum. Men leidt
daaruit af, dat de man gehuwd is mat een
waarschijnlijk Hollandsche vrouw.
Wie de vermoorde is, is echter niet komen
vast te staan en ook weet men nog in het
geheel niet, wie en wat de vrouw is waarmee
hij op het portret staat.
Van den dader heeft men geen spoor kun
nen vinden en ook omtrent de motieven van
den moord tast de politie nog In het duister.
De commissaris van bureau Warmoesstraat
de heer L. Hoogenboom heeft de kinderen, die
het lijk het eerst ontdekten gisterenavond
laat noè gehoord. Dit onderzoek heeft echter
nog weinig licht in de zaak gebracht. De Cen
trale recherche heeft onmiddellijk een uitge
breid onderzoek ingesteld in de Chineezen-
logementen die zich in het havenkwartier be
vinden. Het resultaat moet nog worden af
gewacht.
LIJM- EN GELATINEFABRIEK DELFT-
KON. NED. HOOGOVENS.
Verschepingen naar Engeland.
In den laatsten tijd wordt veel piekijzer
vanuit de zeehaven van het hoogovenbedrijf te
Ijmuiden verscheept. Opmerkelijk is het, dat
daarvan eene overgroote hoeveelheid is be
stemd voor Groot-Brittannië.
De stoomschepen Monkstone (Eng.) en Zee
land (Nederl.) zyn met aan de terreinen van de
hoogovens te ÏJmuiden ingenomen ladingen
piek(jzer resp, naar Llanelly en Grangemouth
vertrokken.
Verlaging van loonen en salarissen met 10 pet..
De directie van de Lym- en Gelatinefabriek
te Delft heeft by de vertegenwoordigers van het
personeel aanhangig gemaakt een loons- en sala
risverlaging van 10 pot. voor het geheele perso
neel, terwyl de mogelykheid tot stopzetting van
een gedeelte van het bedryf is aangekondigd.
PENSIOENBOND INDISCHE
AMBTENAREN.
Maandagmiddag vergadierd'e in do Oranje-
Societeit te 's-Gravenhage de Pensloenbond van
Indische Ambtenaren, onder voorzitterschap
van den heer A. G. H. v. Stuis. Heit jaar- en
financieel verslag werden goedgekeurd.
Omtrent een eventueele pensioenkorting zei-
de de voorzitter, dat hij nog niets met zeker
heid kon meedeelen. Het bestuur heeft aan
dem gouverneur-generaal medegedeeld, dat de
bond geen noodzaak tot pensioenkorting aan-
wezig acht.
Naar aanleiding van deze kwestie had een
uitvoerige gedachtenwisseling plaats.
Het bestuur werd en bloc herkozen op den
heer v. Bommel na, die zich niet meer beschik
baar stelde. Ig, zjjn plaats werd gekozen ir.
W. de Graaff.
Op de Groote Markt, bij den hoek Luther-
schie Burgwal te 's Hage, reed gisteravond,
een vrachtauto (Ford) van den grossier in
eieren en zuivelwaren N., komende van den
Burgwal vlak voor een motorwagen van lijn 6,
gaande naar de Groote Marktstraat, langs, ter
wijl op hetzelfde moment een motorwagen van
die lijn in tegengestelde richting nadepde.
Te laat bemerkten de resp. bestuurders, dat
'n botsing nïiet meer to vermijden viel. De auto
werd tusscben de beide trams in gekneld, zoo-
dat de curosserie als een notedop werd ge
kraakt. Van de tramrljtuigen werden de voor-
balcons grootendeels ingedrukt, terwijl ver
scheidene glasruiten en eenige balcondeureh
braken. Een passagier bekwam daarbij eenige
niet ernstige snij wonden aan den arm.
Persoonlijke ongel ukken zijn overigens, won
der boven wonder, niet voorgevallen
De brandweer verleende onmiddelij'k met den
kraanwagen assistentie, met bet resultaat dat
na ongeveer een kwartier het auto-tramcomplex
dat al dien tijd muurvast aaneen had ge
zeten weer was gescheiden, onder hoera-ge-
roep van vele omstanders.
De Ford, waarvan de lichten brandende wa
ren gebleven, terwijl het chassis geen schade
van beteekenis scheen te hebben opgeloopen,
werd daarop naar een rustig plaatsje aan den
kant geduwd, waar de politie van een en ander
proces-verbaal kon opmaken. De beschadigde
tramwagens reden op eigen kracht naar de
remise.
BRANDSTICHTING EN DIEFSTAL.
Voor de rechtbank te Winschoten stond te
recht T. Pr., 26 jaar, meubelmaker te Hooge-
zand, wegens brandstichting.
De eisch was 2'A jaar gevangenisstraf en
(bij vonnis) directe gevangenneming.
Heden stond terecht terzake diefstal In een
café te Winschoten de gedetineerde J. ten C„
37 jaar. arbeider te Borger. Eisch IA jaar ge-
vangenisstraf.
WEER EEN NEUTRALE SOCIALISTISCHE
SCHOOL?
In Geleen worden pogingen aangewend voor
het stichten van een z.g. neutrale (socialisti
sche) school, a la Heerlen.
22).
door
WILHELM HOLT
(Uit hét Duitsch vertaald)
Maar, zeide hij na eenige oogenblikken
van pijnlijk stilzwijgen, ik zie de motieven van
uw verzoek niet in. U hebt er toch zelf be
lang br. dat de moordenaar van uw vader ge
vonden wordt. Waarom wilt u mij nu juist
uitschakelen bij het opsporen van den moor
denaar? De knapste detectieven zijn aan 't
werk en hun activiteit kunt n niet verhinde
ren.
Alice zuchtte diep, alsof ze dit betreurde.
Dat is waar, zeide ze, maar u bewijst mij
geen dienst met uw pogingen, oim het raadsel
op te lossen. Ik ben bang voor de oplcsslng.
Meer kan ik u onmogelijk zeggen.
U bent bang voor de oplossing?
Ja, ik ben overtuigd, dat het voor allen
beter is, dat de dader niet gevonden wordt.
De knaging van zijn geweten is al straf genoeg
voor hem.
Frits Werner dacht na. Wat vermoedde
(Alice?
Welke vreeselijke gedachte deed haar zóó
spreken? Op eens dacht hij weer aan de merk
waardige rol, die de bankier in de zaak speel
de. Zou Alice hem ook verdenken? Wist ze
misschien zeker, dat hij schuldig was en wilde
ze hem sparen? Maar waarom? Ze kon toch
onmogelijk faenadien, dat de moordenaar baars
vaders ongestraft bleef, zonder meer? Als ze
®aa Gieten schuldig achtte, dan was het niet
J om h e m, dat zij d'it merkwaardig verzoek
deed. Dan kon dat slechts ter wille van An.
toon zijn. Ja, dat was de oplossing van het
i raadsel. Alice Evan en Antoon van Gielen he
minden elkaar en Alice wilde ter wille van
den zoon niet, dat zijn vader voor de heele
wereld als moordenaar te kijk stond en be
straft werd.
Werner was vast overtuigd, dat dit de reden
was. 'n Heimelijke woede steeg in hem op
tegen van Gielen. Want dan was hij do oor-
zaak vain den vreeselijkein jammer, waarin
Alice Evan gedompeld was. De droefheid over
dem dood haars vaders moest dus nog over
troffen worden door den ontzettenden strijd,
die in haar binnenste woedde. Zij beminde
Antoon van Gielen en moest tevens 'n zekeren
afschuw voor hem hebben, o-mdat hij de zoon
was van den moordenaar haars vader. Met
innig medelijden beschouwde hij de jonge da
me, die daar vóór hem zat en beider blikken
ontmoetten elkaar. *n Oogenblik slechts zagen
ze elkaar in de oogen. Of zij in de zijnen las,
wat voor gedachten door zijn hoofd gingen?
Met 'n afwerend gebaar strekte zij hare han
den uit.
Neen, neen, zeide ze, denk maar geen
onmogelijke complicaties uit! Tracht niet, de
beweegredenen van mijn verzoek te achter
halen. U raadt ze toch niet. Kunt u aan mijn
verzoek niet voldoen, dan blijven we toch
goede vrienden, hoop ik. Maar geloof toch niet,
dat u weet, waarom ik u dit verzoek gedaan
heb.
Deze, met gejaagdheid uitgestoten woorden
versterkten Antoon in de overtuiging, dat zijn
veronderstelling de eenig juiste was, dat zij
den vader wilde sparen ter wille van zijn
zoon, diien ze beminde.
Werner vroeg zichzelf af, wat hij doen moest.
Haar verzoek afslaan? Neen, dat kon hij niet.
Maar inwilligen was hem evenmin mogelijk.
Nog den vorigen avond had hij zijn chef be
loofd, alles te doen, om de waarheid te ach
terhalen en uit deze affaire voor zijn krant
alles te halen, wait maar mogelijk was. Be
loofde hij Alice Evan nu, zijn onderzoekingen
te staken, dan moest hij als eerlijk man naar
zijn chef gaan en zeggen: Ik kan mijn belofte
niet houden, ik wil met deze zaak niets
meer te doen hebben. En aangezien hij geen
aannemelijke redenen kon aangeven, bleef er
niets anders voor beim over, dan zijn betrek
kling oip te zeggen.
Kon, mocht hij dat doen? Ter wille van een
moordenaar? Alleen maar om het meisje,
dat hij ook beminde, met den zoon des moor
denaars verbonden te doen zijn? Want nu
wist Werner 't zeker, ook hij zelf beminde
Allee Ev-an.
Ik zie heel goed in, mijnheer Werner,
zeide zij, nadat er eenige oogenblikken pijn
lijke stilte tusscjien hen geheerscht had, dat
ik dat niet van u had mogen verlangen. U
hebt alles er op gezet, om den dader te ach
terhalen, en er is u te veel aan gelegen.
Neen! riep Wenner op eens vastbesloten,
u hebt niet te veel van me verlangd. Ik zou
geen oogenblik aarzelen, aan uw verzoek te
voldoen, als ik de overtuiging slechts had,
dat uwe belangen daarmee gediend zijn. Maar
deze overtuiging beb ik niet.
A'lice keek hem vragend aan.
Verdenkt u iemand?
Wenner overviel dte plotselinge vraag,
maar kalm antwoordde hij:
Ja.
En denkt u, dat anderen denzelfden ver
denken?
Wie bedoelt u met anderen?
De politie bijvoorbeeld.
-. Neen, de politie niet. Maar Ik vermoed,
dat u den betreffende ook verdenkt.
Ach, zuchtte Alice, en tech. kunt u niet
begrijpen, diait ik wi-l, dat de wereld er nooit
iets van t'e weten komit? O mijnheer Werner,
wanneer u niet spreekt, die den dader op
•t spocnr zijt, dan. zal de waarheid nooit aan
't licht komen.
U verlangt dus, dat ik zal zwijgen en
geen moeite meer doen zal, om bewijzen te
vinden?
Ik heb niets te verlangen. Maar als u
vraagt, of dit mijn hartewenech is, dan kan
ik slechts antwoorden: Jia.
Goed, daime, dan zal ik zwijgen en mijn
vermoedens tegenover niemand uilten.
O, riep ze uit hoe moet ik u daarvoor
danken? U ben 'n ware vriend, ik blijf u
I eeuwig dankbaar.
Alice scheen van 'n drukkenden last be
vrijd te zijn.
De politie, ziet u, is op een verkeerd
spoor en zal niets ontdekken, zeide ze. Nu
ben ik veel geruster.
Werner 6tond op. Zij reikte hem de hand,
die hij warm drukte.
Ik zal mijn woord natuurlijk houden.
Maar voordat ik mij uit de zaak terugtrek,
moet ik van Gielen nog mededeelen, dat de
kist van uw vader verdwenen is.
Die kist met de papieren en instrumenten
van mijn vader?
Ja, ze is plotseling spoorloos verdwenen.
Goed, zeg hem dat. De dieven zullen er
niet veel voordeel van hebben, hoop ik. Was
met die kist die heele ongelukkige uitvinding
van mijn armen vader maar uit de wereld
weg! Ik geloof, dat 't 'n zegen voor allen zou
zijn.
Nog eens gaf ze Werner de hand, en hij
nam haastig afscheid.
Op straat gekomen, wandelde hij 'n eind
verder, zonder be weten waarheen. Hij was
in gedachten bezig met alles, wat hij zooeven
gehoord had. Hij twijfelde geen oogenblik
meor aan de schuld van den bankier. Want
ook de dochter van den professor was van
dezelfde gevoelens, dat hiad hij duidelijk ge
merkt, dat wist hij absoluut zeker. Anders
was haar gedrag onverklaarbaar. Ze moest
toch wel eii-g <jp Antoon van Gielen verliefd
zijn, dat ze alles wilde doen om diens vader
te sparen.
Onwillekeurig balde hij z'n vuisten. Wat
een ellendige wereld toch! Bn weer ver
zonk hij in z'n droomieirijen. De bankier
wenschte, dat zijn zoon met Alice Evan zou
trouwen. Waarom? Meende hij op deze wijze
zijn geweten te kunnen sussen, doordat hij
zorgde voor de toekomst van de dochter van
zijn slachtoffer?
Ten laatste kwam er weer twijfel in hem
op. Was de bankier werkelijk schuldig? Zijn
gedrag was vreemd, en dat lapje stof, dat
men in de struiken op den Beukenhof gevon
den had^ getuigde zwaar tegen hem. Maar
bewijzen waren dat nog niet.
Ook Alice Evan geloofde, dat hij schuldig
was. anders had ze zich niet op die manier
geuit. Had zij misschien betere bewijzen, of
koesterde ze slechts argwaan en wilde ze
daarom voorkomen, dat er meer aan 't dag
licht kwam? Als ze zeker wist, dat de bankier
schuldig was aan den dood haars vaders,
dan kon ze Antoon, den zoon van den moorde
naar, toch niet trouwen. Maar bestonden er
geen klaarblijkelijke bewijzen egen hem, dan
kon hij ook onschuldig zijn.
De overpeinzingen van Werner werden op
hardhandige wij'ze gestoord, doordat plotse
ling iemand tegen hem opliep. Het was zijn
schuld niet, want de andere had ook niet
uitgekeken, maar wandelende de krant loo-
pen lezien.
PaTdon, zei de andere beleefd, ik had
u niiet gezien. Ik las juist in 't morgenblad
iets over de E van-g eachted ais.
In eens was Werker geheel en a' °^r- Hij
keek wat de andere voor 'n blad In z n han
den had: 'twas niet de „Neuesten Nachrieh-
ten."
nieuws' vroeg hij, aets bijzonders?
Ja, zooals men 't nemen wil. Er wordt
bericht, dat de zoon van den vermoorde
naair Europa teruggekeerd is. En aan dit
feit worden allerhande mogelijkheden vast
geknoopt.
De zoon van den professor terug? Alice's
broer? Als dat nu in de krant stond, dan
moest zij t -toch ook weten. Vreemd, dat ze
hem geen woord' ervan gezegd had. Vreemd
ook, dat ze juisit nu, nu haar broer terug
was, vreesde, de waarheid omtrent den ver-
moedelijken dader bekend te laten worden.
Zou ze misschien bang zijn voor de wraak
zucht van haar broer, als die er achter kwam?
Wat denkt u van dit bericht? vroeg do
vreemdeling, dlie gezien had, hoe verbaasd
Werner opkeek.
Frits had den man al heelemaa! vergeten.
Hij trok z'n schouders op en antwoordde:
Dat kon men tooh wel verwachten, dat
"ie jon ge E van vroeg of laat op 't tooneel
verschijnen zou. Diat is niets bijzonders.
Neen, maar hij komt toch 'n beetje vlug
en onverwacht.
Hoe zoo? vroeg Frits kort aangebonden,
want hij had weinig zin, om met 'n vreem-
deling over deze dingen te praten. Maar deze
scheen dat juist wel te willen.
Kom, zeide hij, als ik mag, ga ik 'n
eindje met u mee. Ik zou graag met u over
deze zaak willen spreken.
Dat was Werner toch 'n beetje al te grof.
Maar ik heelemaa! niet. Ik beb ook geen
tijd. Bonjour!
Hij wilde vlug verder loopen, maar de an
dere hield voet bij stuk en ging mee.
(Wordt vervolgd).