HET VREDESWERK VAN LEO XIII, PIUS X
EN BENEDÏCTUS XV.
WSÊÊÊT
,ö»ÉS
DONDERDAG 5 NOVEMBER 1931
bezuiniging op de
BENEDÏCTUS XV VREDESBEVORDE-
R4AR ALS HERDER, SOUVEREIN
EN diplomaat.
DE KATHOLIEKE ENCYCLOPAEDIE.
RIJKSUITGAVEN.
INSTALLATIE DER COMMISSIE-
WELTER.
COMMISSION PERMANENTE DES
EDITEURS CATHOLIQUES.
ORGANISATIE VAN EEN REGEE-
RINGSPERSDIENST.
OOSTENRIJKSCH GEZANTSCHAP IN
DEN HAAG.
INVOER VAN 3ELGISCH BROOD.
mM
DRAlSItlAvAN-mLKEMBURG'S
LEEUWARDEN
DE RIJN-SCHELDE-
VERBINDING.
EEN ADRES VAN DE ROTTER
DAMSCHE KAMER VAN
KOOPHANDEL.
IV (slot).
Geen Paus is meer lm de gelegenheid ge
veest, zijn ijveren voor den vrede te toornen,
als Benedictus XV. Bij zijn troonsbestijging
was juist de groote oorlog uitgebroken en hij
bezette den Pauselijken stoel nog de eerste
jaren na den oorlog, zoodat hem ruimschoots
gelegenheid is gegeven, zijn liefde voor den
vrede voor geheel de wereld te doem schitte-
Moeilijk was de rol, die hij te vervullen had,
want bij beide partijen stonden zijn zonen, de
katholieken, tegenover elkander en de stap
pen die hij deed, waren steeds blootgesteld
aan' verkeerd begrijpen of uitgelegd te worden
gis Twartii kii©Z6H*
Reeds in zijn eerste encycliek, waarin bij
alle algemeene vraagstukken, die de nooden
der christenheid raken, behandelt, is het
grootste gedeelte gewijd aan den oorlog. Hij
beschouwt dezen uit zedelijk oogpunt en wijst
de omstandigheden en de oorzaken in de gees
telijke orde aan, die zulk een vreeselijk gebeu
ren mogelijk maken. De Paus onderscheidt
vier blijvende oorzaken: het vergeten der lief
de, de minachting van het gezag, de klassen
strijd en de genotzucht. De toon des Pausen
is smartelijk, men voelt, dat een vaderhart
pijnlijk getroffen is door de afgrijselijkheden,
waarvan het getuige moet zijn. Krachtig ver-
heft de Paus zich een weinig later tegen de
onrechtvaardige schennis der Belgische neu
traliteit en tegen de ongerechtigheden door de
oorlogvoerenden bedreven In een schrijven,
gericht tot kardinaal Meroier, den voorvech
ter der Belgische neutraliteit, terwijl hij in
het Consistorie van 22 Januari 1915 nog eens
krachtig zijn stem verheft tegen alle ongerech
tigheden in den oorlog bedreven. Een duide
lijke toespeling maakt Benedictus op de woor
den van den rijkskanselier von Bethman Hol-
weg, die de schennis van België erkend had,
als een onrechtvaardigheid tegen het volken,
recht en de trouw der verdragen, maar die
deze verdedigd had, door te zeggen: dat de
aard van het gevaar, dat Duitschland te be
zweren had, een tijdelijke onrechtvaardigheid,
welke later hersteld zou worden, verontschul
digde, de Belgisch© neutraliteit is door ons
met voorbedachten rade geschonden, om een
grooter gewaar te bezweren. De Paus ant
woordt daarop, door te zeggen: de rechtvaar
digheid en het recht schenden is onder geen
voorwendsel veroorloofd.
Dat de Paus met deze woorden Duitschland
bedoeld had, wordt door dezen nog eens be
vestigd in den brief vain 6 Juli, geschreven
door den kardinaal staatssecretaris en gericht
tot den Belgischen minister Jules van den
Heuvel. De Paus trachtte tevens door verschil
lende verklaringen en bemoeiingen de gevol
gen van den rampzaligen oorlog te verzachten.
Reeds in de maand November richt hij tot alle
oorlogvoerenden het verzoek, den dag van
Kerstmis tot een dag van vrede te maken en
op dit groote feest alle vijandelijkheden te
staken. Zijn pogen had echter geen succes.
Men verschool zich achter het verschil in ka
lender voor het westfront en het oostfront,
maar vooral waren de oorlogvoerenden be
vreesd, dat de tegenpartij verraad zou plegen
door munitie te vervoeren en toebereidselen
te maken voor een aanval.
Beleefd en eerbiedig werd het verzoek van
de hand gewezen. Meer succes beleefde Bene
dictus van andere pogingen. Den 19den De
cember 1914 tracht hij van alle oorlogvoeren
den de uitwisseling te verkrijgen van alle ge
wonden, die voor het verder verloop van den
oorlog niet meer in staat waren, de wapenen
te dragen. De strijdende partijen zanden allen
een toestemmend antwoord.
Hetzij door persoonlijke tusschenkomst, het-
ZH te zamen met andere neutrale mogendheden
strekte de Paus zijn liefdadig werk nog verder
Den llen Januari 1915 bepleit hij het in
vrijheid stellen van burgerlijke gedetineerden,
vrouwen en kinderen, en mannen, die te jong
of te oud waren of om andere redenen vrijge
laten konden worden. Daardoor werden een
aanzienlijk aantal onschuldigen of personen,
die aan den krijgsdienst vreemd waren, los
gelaten.
Den 23en Augustus neemt hij het initiatief
om zieke gevangenen onder te brengen op
neutraal gebied. Hij werd hierbij krachtig ge-
gteund door de Zwitsersche regeering en door
andere neutrale mogendheden. Een weldaad,
die velen is ten goede gekomen: in een be
vriend land verzorgd worden in plaats van bij
den vijand en vooral bezoek te mogen ont
vangen van hun familieleden was voor de
arme zieken een ontzaglijke verlichting In
hun lijden. Eind Augustus verkrijgt de Paus
de Zondagsrust in de gevangenkampen. Aan
gemoedigd door dit welslagen gaat Benedictus,
18 Juli 1916, een stap verder, vraagt en ver
krijgt de overbrenging naar neutraal gebied
van huisvaders, die gevangen genomen zijn:
n.l. alle gevangenen die gehuwd waren en een
huisgezin hadden, die reeds een zekeren leef
tijd bereikt hadden, die kinderen bezaten en
die reeds een tijdlang in gevangenschap ver-
keerden, zouden bevrijd worden en onderge
bracht op neutraal gebied, waar zij beter be
handeld zouden worden en waar zij vooral
hun vrouw en kinderen konden weerzien.
De Paus tracht met alle middelen, de ram
pen van den oorlog te lenigen. Het zedelijk,
godsdienstig en geestelijk overwicht, dat het
Pausdom kenmerkt, wordt in vereeniging met
het Roode Kruis, aangewend, om het lijden te
verzachten. „Inter arma caritas", het devies
van het Roode Kruis, kan met nog meer recht
dat van den H. Stoel genoemd worden, liefde
en nog 6ens iiefde te midden van het geweld
der wapenen.
Den 28en Juli 1915 doet de Paus weer een
eioep op de oorlogvoerenden, om tot vrede
e omen. Dit beroep is de voorlooper van de
belangrijke vredesboodschap van 1917.
ij gee t daarin de lijnen aan, volgens welke
e \iete zou kunnen gesloten worden en als
eenmaa ce vrede gesloten is, de inrichting der
Jvel"e c ®,n er hand genomen worden. Vooral
egt ij en nadruk op het rechtvaardig be
grip der nationaüteitsidee, hij verklaart, dat
er iets waais en rechtvaardigs ligt in de ver
langens der volkeren.
In vroegere vredesverdragen heeft men het
ongeluk gehad, geen rekening te houden met
die verlangens en alles te regelen volgens het
politiek evenwicht. Zoo ontstonden valsche
toestanden, waardoor de onderdrukte volkeren
steeds het verlangen bleven behouden, zich te
bevrijden door het geweld der wapenen.
In het consistorie van 4 December 1916 ver
heft de Paus zijn stem tegen de schandelijke
deportaties van de civiele bevolking van het
bezet gebied. Zeker de Paus spreekt in alge
meene termen, maar voor een ieder was het
iuidelijk, dat de Duitsche deportaties er giede
bedoeld werden. De algemeene verwildering
toont zich duidelijk, zoo spreekt de H. Vader,
door de onwaardige behandeling heiligen zaken
en den bedienaren van den godsdienst aan
gedaan, door het verwijderen van hnn haard
steden van talrijke vreedzame burgers, zelfs op
jeugdigen leeftijd, onder het geween van hun
moeders, echtgenooten en kindeTen, door het
bloot staan van open steden en een weerlooze
bevolking aan aanvallen uit de lucht. Wij
spreken opnieuw onzen afkeer uit van alle on
rechtvaardigheden, in dezen oorlog bedreven,
overal waar deze geschieden en wie er dan
ook de bewerkers van zijn.
Vooral bij de entente vond deze boodschap
weinig weerklank, daar de groote pers de
woorden en de pogingen van den H. Vader
voorstelde alsof hij Duitschland voortrok.
Het voornaamste document echteT, dat van
den H. Stoel is uitgegaan, is de vredesbood
schap van 1 Augustus 1917. De H. Vader biedt
daarin aan alle oorlogvoerenden zijn goede
diensten aan of zijn bemiddeling tot het ver
krijgen van een rechtvaardigen vrede. Het
doel van dien vrede zal tweeledig moeten zijn:
van den eenen kant duurzame Instellingen om
'a de toekomst een blijvend overwicht van
het recht te vestigen voor de gemeenschap der
volkeren, van den anderen kant, beginselen,
om te komen tot een onmiddellijke oplossing
van de meest verbitterde strijdvragen, waar
door de groote oorlog ontstaan is.
Het volkenrecht elscht drie noodzakelijke
hervormingen: lo. algemeene en evenredige
vermindering der bewapeningen; 2o. verplichte
arbitrage en juridische verplichting om, in
geval van een conflict, gebruik te maken van
een dier procedures tot vreedzame oplossing,
3o. instelling van internationale sancties van
liet volkenrecht tegen die mogendheden, die
zouden geweigerd hebben haar oev u
nemen tot een vreedzame oplossing, of die
zouden opkomen tegen de arbitrale oplossing.
Het zijn precies de drie beginselen waarop
de volkenhond steunt en met deze heel het
juridisch en vreedzame bestel van den tegen-
woordigen tijd. Wat de vredesvoorwaarden be
treft, deze verschillen slechts zeer weinig van
de eischen, die de geallieerden zelf gesteld had
den Geeft de Paus nu op alle punten gelijk
aan de geleerden 7 Dit zeker niet. Als men
zich aanbiedt als arbiter of bemiddelaar zou
het dwaasheid zijn aan een der betrokken
partijen te voren gelijk te geven Dit blijkt
trouwens overduidelijk uit de ontvangst, die
de Pauselijke vredesboodschap ten deel viel
in de landen der Entente, waar men luide
verkondigde, dat zij ten voordeele der Centrale
Mogendheden was opgesteld. Dit geschiedde
vooral, omdat de Pauselijke boodschap samen
viel met het ineenstorten van het Oostelijk
front, waardoor de geallieerden in een minder
gunstige positie geraakten. Wel had Amerika
toen ook den oorlog verklaard, maar men zag
daarin vooral een financieel voordeel. Niemand
vermoedde de ontzaglijke militaire hulp, die
er het gevolg van is geweest.
Het resultaat der pauselijke tusschenkomst
was dan ook een volledig mislukken van zijn
pogingen. De Centrale Mogendheden antwoord
den beleefd, maar haar antwoord bevatte geen
basis voor verdere onderhandelingen. De Mo
gendheden der Entente onderhielden zelfs de
beleefdheid niet, behalve België en Brazilië.
Men zond door den Engelschen ambassadeur
te Rome een bericht van ontvangst, maar
richtte geen antwoord tot den Paus zeiven.
Welke is de oorzaak dezer houding Toen
Italië deel ging nemen aan den oorlog was
er in het Tractaat van Londen, 26 Maart 1915,
een artikel ingelascht, waarhij Frankrijk, En
geland en Rusland zich verbonden Italië te
steunen, als het zich verzette tegen het deel
nemen van den Paus aan de vredesonderhan
delingen.
Het was voor Benedictus XV, die met de
beste bedoelingen zijn vredesboodschap in de
wereld gezonden had, een harde slag. Toch
heeft zijn boodschap haar uitwerking niet ge
heel gemist, want de beginselen, die hij er
in verkondigde, zijn bijna alle later toegepast.
Na den oorlog heeft de Paus nog eenlge
diplomatieke stappen moeten ondernemen. In
1919 belastte hij Mgr. Cerretti met een zen
ding bij de mogendheden, die deelnamen aan
de vredesconferentie. De Paus had vernomen,
dat aan Duitschland, zijn koloniën zouden
ontnomen worden en dat de D' Hsche mis
sionarissen, die daar werkten, het land moes
ten verlaten. In het oorspronkelijk artikel van
het verdrag van Versailles, was niet duidelijk
aangegeven, dat de bezittingen der katholieke
missionarissen aan de katholieken zouden
blijven. Er was gevaar dat zij aan Protestan
ten zouden worden toegewezen. Mgr. Cerretti
verkreeg, dat men ln het artikel de woorden
invoegde „aan missionarissen van denzelfden
godsdienst".
In de maand September 1921 deed de Paus
een beroep bij den Volkenbond ten vooTdeele
der bevolking van Rusland, <jie ln nood ver
keerde. Het Westen kon en moest helpen. Be
nedictus stelde zich aan het hoofd dier kruis
tocht der liefde en hij verzocht den Volken
bond deze pogingen te steunen.
Reeds had de Paus, 23 Mei 1920, zijn En
cycliek: „Pacem, Dei minug puicherrimum"
uitgevaardigd. In deze encycliek bespreekt de
Paus de pas in het leven geroepen internatio
nale organisatie. Ofschoon het Pausdom niet
had mogen medewerken tot het tot stand ko
men dier organisatie spreekt het zich toch
uit ten gunste van dit pogen. De grootste be
zorgdheid van Benedictus is> dat men handele
volgens den Christelijken ge€St en de katho
lieke traditie. „De Kerk zal aan 'n bond, steu
nend op de christelijke wet, haar werkdadige
hulp gaarne verleenen hij ane ondernemingen,
die ingegeven worden door de rechtvaardigheid
en de liefde. De Kerk toch heeft een wonder
baren invloed om de men-schen tot elkaar te
brengen, niet alleen voor hun eeuwig heil,
maar zelfs voor hun materieelen voorspoed,
want zij leert hun gebruik te maken van de
geestelijke goederen en toch de eeuwige niet
te verliezen."
Uit het voorgaande blijkt overduidelijk, dat
Benedictus XV en als herder en als souverein
en als diplomaat den vrede heeft bevorderd
en den geest der christelijke eendracht heeft
verspreid.
EEN VAN DE KATHOLIEKE VOORMANNEN DER OUDE GARDE IN DE HOOFDSTAD
J W. Simlt, vierde zijn 80sten verjaardag, waarWj de R. K. Volksbond hem huildigde met
een serenade; de muziek veer Ihiet htuls van den jubilaris.
Ontvangst op de Maasbode.
Snijden en snoeien met overleg en beraad.
In een der lokalen van het Depart, van Fi.
nancien heeft gisterenmiddag namens den Mi
nister van Staat, Minister van Binnenlandsche
Zaken en Landbouw, de oud-vice president
van den Raad van Indie de heer Ch. J. I. M
Welter, lid en voorzitter van de hij K. B. van
26 October j.l. in gestelde Staatscommissie ad
hoe, aan welke wordt opgedragen binnen zoo
kont mogelijken termijn zoodanige voorstellen
te doen als in verband met de noodzakelijk
heid van een blijvende en aanzienlijke veria
ging van het peil
der Rijks uitga
ven dienstig zul
len zijn te ach
ten, deze oommis
sie geïnstalleerd
met een rede,
waarin hij er op
wees, dat de taak
der oommissie 't
gansche veld der
werkzaamheid
van de Overheid
en tevens alle be
langen van ons
volk, geen ook
/~>i tv/ i de hoogste niet
Weiter. uitgezonderd raakt
De in budgetaire cijfers uitgedrukte feiten
tonnen aan, aldus spreker, dat de verhouding
tussohem uitgaven en inkomsten des lands is
verstoord en indien niet alle voorteekenen be
driegen zal die verhouding in een overzien
bare toekomst verstoord blijven zelfs in meer
dere mate dan thans het geval is.
Een budget als dat van den Staaf der Ne
derlanden, dat in den loop van lange jaren is
gegroeid uit het gemeenschappelijk overleg
tusschen Regeering en Volksvertegenwoordi
ging, is als een levend organisme en het
snijden en snoeien daarin eischt overleg en
beraad, opdat de in het budget begrepen be
langen van ons volk niet of althans ln de ge
ringst mogelijke mate worden getroffen en
alle niet door de omstandigheden dringend ge
boden schade worde vermeden.
Is dus aan den eenen kant bezonnenheid en
rustig overleg bij de volvoering van onze taak
noodlg, aan den anderen kant noopt de steeds
ongunstiger wordende verhouding tusschen in
komsten en uitgaven tot een snelle doortastende
wijze van werken, in overeenstemming met de
ons verleende opdracht welke gewaagt va"
binnen zoo kortst mogelijken termijn aan de
Regeering in te dienen voorstellen.
Wij zullen ons van die opdracht kwijten in
het bewustzijn dat, gegeven onzen volksaard, de
onderkenning van het gevaar dat onze natio
nale huiehouding bedreigt, in zich bevat den
waarborg, dat het zal wordeu bezworen.
Uiteraard zijn wij ons beiwust van de ver
antwoordelijkheid die op ons rust voor de voor
stellen, die wij zullen doen, maar het Is even
zeer vanaelfsphekend dat wij er ons reken
schap van geven, dat alleen de Regeering ver
antwoordelijk is voor de al of niet uitvoering
daarvan.
Ik houd er mij van overtuigd, dat dit inzicht
zal leiden tot een werkwijze onzer Commissie,
welke aan de doeltreffendheid van haar arbeid
ten goede zal komen.
In het vertrouwen, dat zij door dien arbeid
het algemeene, nationale belang naar de mate
harer krachten zal kunnen dienen verklaar
de spreker tenslotte namens de Regeering de
oommissie voor geinstalleeird.
De uitvoering.
Terwijl onlangs een en ander gepubliceerd
is over de samenstelling en de verdeeling der
rubrieken en den staf van medewerkers, die den
omvangrijken arbeid der redacteuren zullen
steunen en verlichten, kunnen wij thans me-
dedeelen, dat de uitvoering nu vast staat.
Het werk zal verschijnen in 24 deelen, elk
van ongeveer 25 vel, hetgeen beteekent, dat
ieder deel ongeveer 800 kolommen zal beslaan.
Talrijke illustraties en vele aardrijkskundige
kaarten zullen het werkverluebten, zóó, dat
ook technisch gesproken deze uitgave zich door
een bijzonder cachet zal onderscheiden.
De prijs per deel, bij inteekening in linnen
gebonden, bedraagt 9.50 in half leder 10.50.
u-istermiididog hebben de deelnemers aan de
2-jaariijksehe bijeenkomst van de Commission
permanente des êdiiteurs Cathoüques een be
zoek gebracht aan de Maashoue. Nadat zij
allereerst op de directiekamer door hun mede
lid, dien heer H. Kuijpers, waren ontvangen,
werden de gasten irn een der voor deze gele
genheid feestelijk versierde redactiiezalen offi
cieel namens de redactie verwelkomd door den
hoofdredacteur van De Maasbode, dr. J. Wit-
lox, die er ln zijn toespraak op wees, dat het
hier wel betrof een „Commission d'éddteurs",
maar toch op de allereerste plaats een „Com
mission d'êditeurs Catholiques", die vooral hun
aandacht scheuken aan de journalistieke zijde
van het uitgeverswezen. Vandaar dat de katho
lieke journalisten zich toch wel erg initiem
met hen vereend,gd gevoelen. En vandaar, dat
hun bezoek, vooral als bewijs van belangstel
ling voor D© Maasbode, ons zoo welkom is.
't Kan overigens met anders dan heilzaam
werken, wanneer allen, die met de katholieke
journalistiek ook maar eendgermate in betrek
king staan, zoo nauw mogelijk met elkaar
voeling houden. Dat geeft meer inzicht en
meer kracht. En dat is vooral noodlig in onzen
tijd, waarin allerlei kwesties om oplossing
vragen en dan een oplossing in katholieken
zin, waarin de dirang tot toenadering onder de
volkeren Goddank steeds grooter wordt,
waarbij wij, katholieke publicisten, de verhe
ven vredesinzichten en vredesbeacefldugen van
de H. Kerk en haar zichtbaar opperhoofd met
vereende krachten tot gelding moeten brengen.
Daartoe kan onderlinge kennismaking zeer
zeker het hare bijdragen. Een speciaal woord
van welkom richtte dr. Witdox tenslotte tot
de Spaansche leden, die onder zoo zware om
standigheden den goeden strijd moeten strij-
den. Van onze hartelijke belangstelling, ons
innig medeleven, onze beste wenschen en ons
innig gebed kunnen zij verzekerd zijn!
Namens de gasten heeft hun voorzitter, dr.
J. Stocky uit Keulen, voor deze vriendelijke
en hartelijke welkomstwoorden dank gezegd.
Hij wees daarbij op den hoogen bloea van de
Nedenlamdsohe Katholieke pers, te danken aan
de onverzwakte Hollandsche energie, welke de
vereeniging ook bij zijn secretaris, dr. Hoeben,
mocht ondervinden, en besloot met een heü-
wensch op den verderen bloed van De Maas
bode.
Terwijl de wijn werd geschonken, had hier
op een nadere kennismaking plaats met de
redactie van onze wuramt.
De Commissie van advies geïnstalleerd.
Gister heeft de minister van Budtenlamdsche
Zakien jhr. mir. F. Beelaerts van Blokland, in
het gebouw van zijn departement de oommis
sie van advies voor de organisatie van een re-
geeringspersdienst geïnstalleerd met het uit
spreken van een rede;
De voorzitter van de oommissie, prof. mr,
dr. J. P. A. Framgois, administrateur, chef van
van de afdeeling Volkenbondszaken aan het
departement van Buitemlandsohe Zaken, heeft
deze rede beantwoord.
In herinnering zij gebracht, dat de commis
sie als volgt is samengesteld: prof. mr. dr. J.
P. A. Fran gods, voorzitter, D. J. van Balluseok,
dr. M. van Blankenstein, mr. J. J. van Bol
huis, T. Knossen, H. Kuijpers, A. J. Lievegoed,
mr. L. J. Plemp van Duiveland, J. J. de
Roode, Th. F. M. Schaepman en P. Visser,
allen leden en J. C. Pater, lid tevens secretaris.
ONTSLAG GEHUWDE AMBTENARESSEN
BATAVIA, 4 November (ANETA)
Naar aanleiding van de berichten over af
vloeiing van gepensioneerden en gehuwde
ambtenaressen, niet kostwinsters, kan worden
opgemerkt, dat het geenszins de bedoeling der
regeering is alle gehuwde ambtenaressen, niet
kostwinsters, per 31 December 1931 's lands
dienst te doen verlaten. Waar afvloeiing noodig
is zullen deze ambtenaressen in de eerste plaats
voor ontslag in aanmerking komen waarbij
evenwel geval voor geval op zichzelf moet wor
den beoordeeld.
Onder het contingenteeringswetje.
LAGERE PRIJS VOOR INLANDSCH
BROOD.
Dinsdag hebben de organisaties van Rotter-
damsche hakkers een bespreking gehad met
minister Verschuur in verband met den invoer
van Belgisch brood in ons land.
Omtrent deze bespreking vernamen wij, dat
de minister zou hebben toegezegd, dien invoer
onder het dezer dagen ingediend contingentee
ringswetje te doen vallen. Echter had hij als
voorwaarde gesteld, dat de Rotterdamsche bak
kers dan brood tegen goedkoopen prijs zouden
beschikbaar stellen.
In aansluiting hierop vernemen wij nog, dat
het inderdaad juist is, dat de regeering, zoo
zij spoedig de bevoegdheid krijgt, welke zij in
het daartoe strekkend wetsvoorstel vraagt, ook
zal overwegen deze te gebruiken ten aanzien
van den broodinvoer
Daarnaast heeft echter de minister van Ar
beid er in bovenbedoeld onderhoud op gewezen,
dat de regeering van de bakkersorganisaties
ook verwacht, dat deze zullen helpen den
broodprijs zoo spoedig mogelijk op een lager
peil te brengen.
Mgr. Dr. A. C. M. SCHAEPMAN.
De oud-president van Rijsenburg, Mgr. dr
A. C. M. Schaepman heeft Dinsdag, volkomen
hersteld, het St. Antonius-Ziekenhuis te Utrecht
verlaten en keerde terug naar zijn kamers in
bet St. Jozefahuia, te Driebergen—Rjjaenbiirg,
Geen opheffing.
Naar aanleiding van berichten over ophef
fing van het Oostenrijksche gezantschap te Den
Haag en dat te Brussel heeft de Oostenrijksche
gezant inlichtingen aan zijn Regeering ver
zocht. Zooals men weet, zou de inkrimping van
de buitenlandsche diplomatieke vertegenwoor
diging uit bezuinigingsoverwegingen geschie
den en zou de legaitie te Parijs zich belasten
met de waarneming der zaken te Brussel en
te Den Haag.
De ge-zant deelde nu gisteren mede, dat dit
gerucht volkomen uit de lucht gegrepen is. De
Oostenrijksche Regeering koestert in deze rich
ting in geen enkel opzicht eenig voornemen.
NEDERLANDSCHE BLOEMBOLLEN NAAR
BELGIë.
Onze Antwerpsche correspondent schrijft:
Evenals vorig jaar verschijnen thans in tal
van Belgische bladen advertenties, waarin Ne
derlandsche firma's bloembollen te koop aan
bieden. Vorig jaar zijn er bier op die wijze
naast goede beel wat minderwaardige produc
ten verkocht tot nadeel van de koopers en tot
groote schade aan den goeden naam van den
Nederlands ohen bloembollen-handel.
Om een herhaling van deze feiten te voorko
men, heeft de consul-generaal der Nederlan
den te Antwerpen het volgende schrijven aan
de bladen doen toekomen.
Teneinde aan de abonné's van uw blad te
leurstellingen te besparen verzoek ik u be
leefd het volgende te willen opnemen:
In verband met de veelvuldige advertenties
in de dagbladen, waarbij bloembollen worden
te koop aangeboden, wordt een leder in zijn
eigen belang aangeraden het consulaat-gene
raal der Nederiandeu te Antwerpen te raad
plegen alvorens tot bestelling over te gaan".
3»
--v:
Reel. 578 DGVS 10
Naar aanleiding van de jongste verklaring
van den Minister van Buiten
landsche Zaken.
De Rotterdamsche Kamer van Koophandel
en Fabrieken beeft zich met een adres gericht
tot den Minister van Buitenlandsche Zaken
in verband met diens mededeelingen, op 14
October j.l. in de Eerste Kamer gedaan naar
aanleiding van do interpellatie van Jhr. mr.
B. C. de Savornin Lobman, omtrent den stand
der Nederlandsch-Belgische onderhandelingen.
De Kamer stelt op den voorgrond, dat zij
steeds de opvatting beeft gehuldigd, dat aan
gerechtvaardigde Belgische verlangens tege
moet behoort te worden gekomen. In dien ge.
dachtengang heeft zij onder meer aangedron
gen op doeltreffende verbetering van den be.
staanden vaarweg tusschen Antwerpen en den
Rijn. Overeenkomstig bet Inzicht, dat is ver.
dedigd in het Nederlandsche memorandum aan
België van 7 Mei 1929, is zij van oordeel, dat
de Belgische zeehavens daardoor een volko.
men voldoende verbinding met den Rijn zul
len verkrijgen.
Hiervan uitgaande zou het maken van een
tweede verbinding naast de bestaande, zooala
in de laatste jaren van meer dan één zijde ter
verdere tegemoetkoming aan de Belgische
wenschen is bepleit, zeker niet rationeel zijn.
Tegenover het kanaal tusschen Hansweert en
Wemeldinge zou een zoodanige ooncessde voor
Antwerpen een vooruitgang en voor de Neder-
landsche havens een achteruitgang moeten be.
teekenen. Naar het gevoelen van de Kamer
van Koophandel zou zij uitgaan boven hetgeen
loyale uitvoering der scheidingsregeling van
1839 van Nederland edscht.
Dit oordeel geldt uit den aard der zaak ook
voor een „tusscheuwaterkanaal", waarover de
Minister in de Eerste Kamer heeft gesproken
en met een aanhaling uit het genoemde memo-
randum nader heeft aangeduid als een water,
weg, waardoor de kortste verbinding langs da
tusschenwateren tusschen de Schelde en den
Rijn (niet slechts langs thans nog bestaande
wateren, maar zelfs langs die, welke ten tijde
van de scheiding hebben bestaan) voor de mo-
deme scheepvaart toegankelijk zou worden ge
maakt. Practisch gesproken zou een dergelijke
waterweg kunnen worden aangelegd tusschen
de volgende punten„eenerzijds de Wester,
schelde in de omgeving van Bath, op enkele
kilometers van de grens; aan de Noordzijde,
Dintelsas".
Hoewel de Kamer blijkens het bovenstaande
tegen een zoodanig plan vele bedenkingen
heeft, zou de uitvoering daarvan, indien het
inderdaad uitsluitend heropening van oude
Zeeuwsche vaarwaters zou beteekenen, dezer
zijds waarschijnlijk toch niet op onoverkome
lijke bezwaren stuiten, wanneer het toestaan
daarvan aan België als onderdeel eener nieuwe
regeling, in het licht van de geheele verhou.
ding tot dat land onvermijdelijk zou blijken.
Do vergaande toezegging in het memoran
dum was echter beperkt binnen het kader der
historische soheidingswateren.
Met des te meer teleurstelling heeft de Ka
mer echter thans den indruk gekregen, dat
de Minister niet geheel afwijzend staat tegen,
over het denkbeeld, om goed te keuren, dat
de eventueel opnieuw te openen vaarweg tos.
schen Dintelsas en Bath achter een gesloten
/tam door de slikken van Hinkelenoord tot aan
de Belgische grens zal worden verlengd. Het
kader der waterwegen, die thans bestaan of
ten tijde der scheiding hebben bestaan, zou
daarmede worden verlaten. Bovendien staat
het buiten twijfel dat België het op die wijze
verkregen vaarwater door eigen gebied zal ver.
lengen tot de Antwerpsche dokken. Antwerpen
zal zoodoende buiten de open Schelde om een
blnnenwaterweg verkrijgen naar den Rijn, die,
om weder eenige woorden te gebruiken uit
het meervermelde Nederlandsche memoran
dum, de beteekenis zal hebben van „een kunst,
matigen Rijnmond te Antwerpen", de „Terlen.
ging op Nederlandsch gebied" zou „vormen
van de dokken van de groote Belgische haven
stad".
Kortom, deze vaarweg zon juist die kenmer.
kende eigenschappen vertoornen van een Moer-
dljkkanaal, als bedoeld in het verdrag van 3
April 1925.
Naar zij heeft uiteengezet, acht de Kamer
den aanleg van een „tusschenwaterkanaai'',
dat uitsluitend heropening van de oude
Zeeuwsche vaarwaters zou beteekenen, de
uiterste ooncessde, waartoe Nederland kan
gaan. Is die uiterste concessie onvoldoende en
zou het „tusschenwaterkanaai^, om een bruik.
baren vaarweg te vormen, moeten worden ver.
lengd op een wijze, dat het practisch gespro.
ken identiek zou doen zijn met het Moerdijk,
kanaal uit het verdrag van 1925, dan vloeit
daaruit als noodwendige oonsequentie voort,
dat het „tusschdnwaterkanaal" daarom niet
voor verwezenlijking in aanmerking kan ko
men. Bij aanvaarding van deze o.i. onafwijs.
bare oonsequentie blijft ter tegemoetkoming
aan de behoeften van de Antwerpsche Rijn-
vaart slechts over het uitvoeren van de noodige
werken, om den bestaanden vaarweg over Ne-
derlandsch gebied tusschen de Belgische ha
vensteden en den Rijn zoodanig te verbeteren,
dat hij aan de hoogste eischen zal beantwoor
den.
De Kamer vertrouwt dat de Minister de met
het algemeen Nederlandsch belang onvereenig-
baar aangegeven verder gaande concessies aan
België zal weigeren.
DE 80-JARIGE J. W. SMIT te Amsterdam neemt op het baloon van z'n huls
do hulde van, d§ R. K. Volksbond-muzikanten in ontvangst.
PATER DAM ASUS SLOOTS.
Tengevolge van een plotselinge ernstige on-
gesteldheid is de Zeererw. Pater Damsua
Sloots O. F. M. te Weert eenige dagen geleden
van de laatste H.H. Sacramenten voorzien.
DIAMANTEN KLOOSTERFEEST.
13 Nov. viert de eerw. frater M. Honorius
in het St. Henricus blinden-instituut te Gra
ve zijn diamanten professiefeest.
R. W- CANNE t
Dinsdlag is, naar het Hdbl. meldt, te Amster
dam, 60 jaar oud, overleden de heer R. W. Can-
ne, hoofd van de openbare lagere school Eerst^
Breeuwereatraat 13,