i wt hm **5 hei DANSVRAAGSTUK IN NEDERLAND. Zij" Crème A i W Kv - m IWB - - - - J - fiSW «3H I DE QEHEinZinniQE DERDE 14 lii i MAANDAG 16 NOVEMBER 193T BlpR inf' RAPPORT DER REGEERINGS- COMMISSIE. HET GEVAAR DER PUBLIEKE DANCINGS. Ingrijpen der overheid noodzakelijk geacht. BH i- v - «iT gpip - m mm ÜÉfÜ ÉBÉI 'MÊÊÊÊÊÈÊÊÈiÊÈk 99 ONTSLAG VAN EEN AMBTENAAR. AFSCHAFFING VAN BRUGGELD. IN 4 W" De veel gesmade „danscommis- sie" is voor den dag gekomen met een gedegen rapport, belang rijk door eenige algemeene be schouwingen, die inderdaad blijk geven van een diep inzicht in de nooden van onzen tijd', zooals het „Vaderland" schrijft. Hetzelfde blad raadt den jongelui, die fat soenlijk willen dansen, de lezing van het rapport ien zeerste aan behand*,lnS der Rtfksbegrootlng voor 1930 heeft mej. Annie Meijer hij de algemeene beschouwingen het dansvraagstuk besproken en tot de regeering het verbek gericht deze zaak ernstig onder de oogen te zien, zich op de hoogte te stellen van den omvang van het euvel en zich eventueel door een commissie te doen voorlichten. Als gevolg daarvan is toen een commissie in het leven geroepen, welke zich als taak zag opgedragen, de regeering van voorlichting te ïenen over de vraag in hoeverre van over heidswege met betrekking tot het dansen maatregelen dienen te worden getroffen. On der voorzitterschap van den Rotterdamsche.v kinderrechter, mr. de Bie, maakten van die commissie deel uit mr. G. vaa Baren, burge meester van Delft, mej. Annie Meijer, de heer .van teen, adjunct-directeur van bet Nuts- seminarium voor paedagogiek aan de Amster- amsche Universiteit en hoofdcommissaris Versteeg, van de Amsterdamsche politie, ter wijl de huidige burgemeester van Drunen en Oudheusden, mr. R. v. d. Heijden, zich het secretariaat zag opgedragen. Het rapport dezer commissie, hetwelk, ge- lijk gemeld, onlangs gereed kwam. is Vrijdag verschenen. Het zeer lezenswaardige boek. dat ter Landsdrukkerij in Deo Haag werd gedrukt, opent met een hoofdstuk alge meene beschouwingen onder den titel „Signa tuur van dezen tijd". De commissie vangt daarin aan met te constateeren dat die kant van het dansvraagstuk, welke vrij algemeen wordt gezien als een van zedenverwildering deel uitmaakt van een complex van verschijn selen, welke samenhangen met onze heele so- dale gesteldheid, waarin dan moeten worden onderscheiden elementen van voorbijgaanden, en elementen van meer blijvenden aard. fitPirihJ*? e€1'ste &roeP mag men de geestesge- dln cfif rekenen, welke product was van kfut, a p toestand, waarin da bevol en ie¥s¥?VOereDde laaden gedurende U?ter7 a l0S h*eft ™r*eerd en welke uiteraard nog een tijd heeft nagewerkt. „Ver bot 'm ^let' pluk den daS" was tijdelijk V.-tl 1c?" !f levens, waaraan alle bestaans- e 1,was ontzonken, een motief, waarop ei hmSFj Amerikaansche negermuziek een trê£fe%de illustratie gaf. Ook Nederland is aan den algemeenen roes niet ontkomen en het zedenbederf is op aller- ei wijzen uit de in den oorlog betrokken lam oen bij ons binnengedrongen. Werkelijkheids in gebiedt echter te erkennen, dat die gees- esgesteldheid een merkbare verbetering heeft ondergaan. Van een „danspsychose" kan be zwaarlijk meer worden gesproken. De commissie gaat dan na, hoe de huidige m met zijn snel voortschrijdende technische ontwikkeling op de basis van een steeds ver- er gaande differentieering en specialiseering u arbeidsProees zijn stempel drukt op individu en gemeenschap. In dit verband be spreekt zij dan de Amerikaansche methoden voor de opvoeding, waarbij ook Llndsey wordt oetrokken. De commissie meent, dat hier de weg der sociale en geestelijke verwording wordt betreden en zij betreurt het zeer dat en onzent personen met een verantwoorde lijke positie in de volksopvoeding Lindsey als een moedigen en open geest aan de jeugd ten voorbeeld meenen te kunnen stellen. Door de ontwrichting der organische ver banden is ook ons sociaal leven vatbaar voor de besmetting met die Amerikaansche vrij geesterij, een ontwrichting, welke niet alleen de maatschappij, maar ook het gezin en het individu heeft aangetast. Het rapport betoogt dan, dat het herstel hier moet komen van binnen uit en wel van de vrouw. Hoewel zij op mr. van Baren na erkent, dat het dansen gunstige gevolgen kan hebben, toch blijft de publieke dancing in haar oogen, vooral voor minderjarigen, een uiterst gevaar lijke plaats, vooral daar, waar personen el kaar ontmoeten, die elkaar niet kennen en dus zich ook niet voor elkander verantwoordelijk gevoelen. En dat is de normale situatie in onze grootere bevolkings-centra en in vele dorpen is het niet veel anders, nu tengevolge van het betere verkeer ook daar in de dans gelegenheid vreemden elkaar vinden. Zoo weinig als tegen het dansen van goede dansen in een sfeer van vriendschappelijkheid en ver trouwelijkheid onder goede leiding redelijker wijs door de commissie bezwaar kan worden maat. zoozeer moet men ouders en opvoe- ers tegen publieke dancings waarschuwen, ook ai kan de commissie er niet aan denken, een dansverbod voor te stellen. De gevaren van de publieke dancing worden an verder aangegeven en betoogd, dat het on bedorven meisje, daar licht tot slachtoffer w oi dt van het mannelijk temperament. De indruk der commissie is intussohen dat de dansgelegenheid, waar jongelui van gelijken stand elkaar ontmoeten, minder gevaarlijk is dan die, waarin leden van verschillenden stand en dat wil dan in de praktijk zeggen: de beter gesitueerde man en het meiisje van den eenvou- digen huiZ6 elkaar ontmoeten. Dit laatste is in zekeren zan van meet af een exploitatie-ob ject, al toovert haar glans aan werkelijkheids zin haar een romantische toekomst voor oogen. Ateliers- en winkelmeisjes schijnen tegenwoor dig van rijke huwelijken via de dancings te droomen en raken maar al te zeer ontgoocheld Zuiverder is de sfeer in de dancings der volks klasse waar toch altijd nog een ongeschreven wet van solidariteit der standen in sterke mate haar invloed laat gelden. Dansgelegenheden. De publieke dancing een uiterst gevaarlijke plaats. De commissie gaa.t vervolgens over tot een beschouwing over de beteekenis van den dans. In het volgend hoofdstuk wordt een en an der medegedeeld over de resultaten van het onderzoek naar de dansgelegenheden. In de zes grootste steden bleken door den burgemeester meestal uitvoerige regelen en voorwaarden gesteld, waaronder toestemming wordt verleend voor het gelegenheid geven tot dansen, al was van eenige uniformiteit in de getroffen maatregelen en uitgeoefende controle niets te bespeuren. Bij een onderscheiding naar het publiek, dat de inrichtingen bezoekt kan volgens de bevindingen der commissie, over het algemeen worden gezegd, dat de danslnrich- tingen voor beter-gesitueerden het meest gevaar opleveren. Er heerscht in die gelegenheden meestal een weeë, zinnelijke sfeer, die ongetwij feld niet slechts voor den regelmatigen be zoeker groot gevaar opleveren. Dit te meer, om dat die gelegenheden bezocht blijken door per sonen wier zedelijk gedrag verre van ongerept is. De dancings die bezocht worden door den middenstand waaronder hoofdzakelijk kantoor- en winkelpersoneel, bieden een eenigszins beter aspect terwijl tenslotte de volksinrichtingen over het algemeen wel de minst gevaarlijke zijn van de hier genoemde soorten van dancings. Voor de zeemansdanshuizen geldt dit laatste echter niet. Danszucht. Wat de danszucht betreft wordt in het rap port opgemerkt dat men voor de groote steden kan zeggen, dat die de laatste jaren verminderd is. In de kleinere steden en industriecentra is van afname nog geen sprake althans is het dansen daar zeker niet verminderd in de mate, als in de grootte steden des lands. Op het platte-' land zou men moeten spreken van een toename, al Is die nog niet sterk te noemen. Van over heidswege wordt ten plattelande veelal de zucht naar dansen, waar men het noodig acht, zoo veel doenlijk tegen gegaan, maar dit neemt niet weg, dat het dansvraagstuk daar in de toe komst een vraagstuk van beteekenis kan wor den. Conclusies. Eenstemmig is zij van oordeel dat ook voor ons land het dansen in het openbaar een zoo- danigen omvang heeft aangenomen dat de over heid hier een taak beeft, welke iatusschen aller eerst de gemeentelijke overheid betreft. Het is der commissie daarbij wenschelijk voorgekomen, der regeering aan te bevelen, eenige normen vast te stellen, waaraan de voor het dansen In het openbaar te verleenen ver gunningen tenminste zullen moeten voldoen. Ook In 't buitenland is 'n regeling van dit dan sen door de landsregeering geenszins ongewoon. Terwijl zij nu toejuicht, dat de regeering in de thans bij de Eerste Kamer aanhangige Drankwetswijziging in art. 56 ook het dansen heeft genoemd, zou de commissie nog een schrede verder willen gaan en zij beveelt de re geering aan in dit artikel een bepaling op te nemen welke haar de vrijheid geeft in een al gemeenen maatregel van bestuur de normen te stellen, welke als minima in alle gemeenten zouden behooren te worden in acht genomen. De eisehen in dezen algemeenen maatregel van bestuur te stellen vallen in twee rubrieken en iifif f#|ï; mmw <s werkt als een late, warme herstzon met haar gouden kleurenpracht; zy toovert een ongekend fraaie teint op Uw huid. •Reel. 4726 DG VS 6 KONIJNEN- EN PLUIMVEE-SHOW. Een overzicht van de konijnen- en pluimvee-tentoonstelling dl ie „Het Noorden" te Rotterdam hield in 't Algemeen Verkooplokaal wel le de inrichting van het danslokaal en aan- gehoorigheden en 2e de handhaving van orde en goede zeden. Wat de eerste rubriek betreft: Op het voet spoor van het eischenbesluit voor vergunnings- en verlofslokaliteiten (A) dienen hier eisehen gesteld te worden ten aanzien van oppervlakte van den dansvloer, mede in verhouding tot de omliggende ruimte, de plaatsing van bet buf fet, het vermijden van boxen of andere afge sloten ruimten, ten aanzien van verlichting en luchtverversching. Wat aangaat rubriek twee: Verbod voor min derjarigen beneden den leeftijd van 18 jaar. Het dansen moet worden geleid door een daar toe geschikt geacht dansleeraar, die voor den goeden gang van zaken mede verantwoordelijk is. Heffing van een toegangsprijs. Wering van ongewenschte elementen. Het komt der commissie voor, dat met bet intrekken van de toestemming tot het gele genheid geven tot dansen voor korter of lan ger tijd als sanctie op de naleving der te stel len voorwaarden zal kunnen worden volstaan. Met betrekking tenslotte tot de door de bur gemeesters te stellen bepalingen vestigt de commissie de bijzondere aandacht op de wen- schelijkheid van beperking van het aantal te verleenen dansvergunningen. Het is naar haar oordeel absoluut onjuist deze onbeperkt te verleenen, al meent zij der regeering het stel len van een maximum aantal in verhouding b.v. tot' de bevolking niet te moeten aanbe velen. PASSAGIERSBOOT OP EEN STREKDAM GELOOPEN Strijd tegen ondoordringbare duisternis Dw paasogiersboot „Cornells de Wit" van de N.V. Fop Smit had Vrijdagavond bijna de laatste besitemming .Gorinchem. bereikt, toen het vaartuig onder Sleeuwijk, tegenover Gorin chem tengevolge van den dikken mist op oen strekdam liep en vast raakte. Na telefonisch hulpverzoek en door middel van noodseinen met de stoomfluit voeren de „Onrust", kapt. A. de Vries Jr. en de „Addy", kapt. G. Bouw meester, beide van Gorinchem uit en men slaagde er na ongeveer een uur hard werken in. het vastgeloop-en vaartuig weer vlot te krij gen. Na een eind te zijn afgedreven, is de Cor nells de Wit toen blijven liggen. Zaterdag moesten de beide sleepbooten den ge'vaarvollen terugtocht ondernemen; de „Addy" ging eerst over en daar aangekomen werden fuitseinen gegeven, op welke seinen d© „Onrust" eveneens overkwam. De Comelis de Dit heeft bij dit avontuur geen schade opgeloopen, doch de opvarenden en de eenige passagier maakten angstige ogen blikken door. ONTEIGENING VOLGENS VERKORTE PROCEDURE. Primeur in Utrecht. Reeds geruimen tijd is men bezig verbete ring te brengen in de doorgaande verkeerswe gen van Utrecht en na de verbreeding van de Potterstraat is thans de Lange Viestraat aan de beurt om te worden verruimd. Aan éën kant zullen de huizen, na goedkeuring van de Kroon, worden onteigend om vervolgens te worden gesloopt Voor de eerste maal in Nederland zal deze onteigening volgens de z,g. verkorte proce- dure plaats hebben, d.w.z. zonder een voor afgaande wetswaarschuwing. Deze verkorte Procedure is mogelijk gemaakt door een toe voeging in art. 34 van de onlangs gewijzigde woningwet. PRAENATALE KINDERZORG. BELGISCH BROOD TE ARNHEM. Ook te Arnhem wordt thans Belgisch brood aangevoerd. Vrijdag arriveerde de eerste zending van 2000 brooden, die per auto uit Luik werden aangevoerd. Uitbreiding wettelijke bevoegdheden der vroedvrouwen.. Blijkens een nota naar aanleiding van het Verslag der Tweede KameT inzake het wetsont werp tot vervanging van de artikelen 15—17 van de wet van I Juni 1S65 regelende de uit oefening der geneeskunst, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 8 Juli 1924, betoogt de minis ter van Arbeid, Handel en Nijverheid dat een uitbreiding van de wettelijke bevoegdheden van vroedvrouwen noodzakelijk is, zoowel in het belang van de zwangere vrouw als van het kind. Het is een van de belangrijkste onder- deelen der praenatale zorg, dat beginnende afwijkingen of dreigende gevaren tijdiig wor den onderkend. Een dergelijke zorg komt in de meer welgestelde kringen, waar men bij zwangerschap veelal van het toezicht van een dokter gebruik maakt, dikwijls voor. Maar in de minder welgestelde kringen, die dikwijls de hulp van een vroedvrouw inroepen laat zij veel, zoo niet allee, te wenschen over. Het voorgestelde wetsontwerp kan er toe bijdra gen, dat hierin verbetering wordt gebracht. Doen zich omstandigheden voor, die de mede werking van een dokter noodzakelijk maken, dan is de vroedvrouw verplicht zijn hulp in te roepen. Een dergelijke regeling ie ook in het belang van het kind, dat door de nieuwe voorzorgs maatregelen onder geringere kansen van ziek te en abnormale geboorte ter wereld komt. EEN ONVERWACHT'" JUBILE. Van Warmelo 40 jaar acteur. Terwijl het Ned. Tooneel te Groningen ver toefde kwam men daar plotseling tot de ont dekking, dat een der medespelenden bezig was te jubileeren. Als volgt meldt een persbericht aanleiding en verloop der verrassende ontdekking: Het geval wil dat deze petit-maitre van de Nederlandsche tooneelspeelkunst een zéér pre cies en nauwgezet mensch is: hij spoelt nooit tooneel zonder een klein boekje In zijn zak, waarin van iedere rol door den loop der jaren opgeteekend staat welk costuum, welke grime, welke schoenen er aan te pas komen, tot in de meest minutieuss details. Er is beweerd, dat Van Warmelo zelfs niet met andere schoen veters op zal gaan dan volgens zijn boekje bij de rol hooren. Hoe het zij, dat boekje is In de tooneelwereld bekend en beroemd, en het zegt den toeschouwer misschien ook wel iets over Van Warmelo's geheim: de prachtige en keurige doorwerktheid die hij ook aan de kleinste rol geeft. Nu wilde het geval, dat, even voor Donder dag te Groningen het doek opging, Laseur een grapje maakte en zijn collega vroeg of er be gonnen kon worden, of dat hij eerst zijn boekje nog balen moest.... Maar Van Warmelo had het, zei hij en voegde er bij: ,,'t is curieus, maar het is vandaag net veertig jaar geleden dat ik er de eerste letter in schreef.... vandaag voor veertig jaar be gon ik tooneel te spelen...." De gelukwenschen, die natuurlijk volgden, trokken de aandacht van een bestuurslid der Groningsche schouwburgcommissie, den heer D. Smit, en hij voegde niet alleen zijn geluk wenschen bij de anderen, hij deed meer; het werd een geïmproviseerd en spontaan jubileum, waarbij de Groningsche hartelijkheid op slag een lauwerkrans, van de schouwburgcommis sie, een tweede van de studenten-tooneelveree- niging „Neem ons zooals wij zijn", en de noo- dige goudgehalsde flesschen uit den grond too- verde, en waarbij een diep ontroerd jubilaris na eindelooze ovaties van het publiek op zijn charmante en preciese manier dankte voor een huldebetoon, dat, zei hij, „voor u waarschijnlijk zeer opverwaeht kwam, maar voor mij toch veel onverwachter". De gebeurtenissen van dezen Groningschen •avond moesten, meenden wij, Van Warmelo's ontelbare Amsterdamsche en Nederlandsche bewonderaars ten kennis worden gebracht. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland stel len aan Prov. Staten voor, het bruggeld voor het opendraaien van de brug bij Reineveld af te schaffen. Is de uitspraak van een scheids gerecht bindend Voor de Haagsche rechtbank zijn Vrijdag de pleidooien gehouden in een zaak betreffen de heit ontslag van een ambtenaar der ge meente 's-Gravenhage, welke ambtenaar tlhans van die gemeente wegens onrechtmatige daad schade vergoeding vorderde. Voor den ontslagen ambtenaar werd gepleit door mr. Pb. de Vries, die opmerkte, dat deze zaak voor alle ambtenaren der gemeente van groot belang is. Heit betreft hier een controleur, die er van verdacht werd zich een gulden te hebben toegeëigend en eenige weekbriefjes valscheluk te hebben ingevuld. B. en W. hebben hem hiervoor bij schrijven van 25 Juni 1929 ge straft met een niet eervol ontslag, Ingaande 1 Juli d.a.v. De ontslagene ging hiervan in beroep bij het gemeentelijk scheidsgerecht, dat daarna bepaalde dot het gegeven ontsla® niet kon wor den gehandhaafd, doch dat de ontslagene moest worden teruggesteld in een andere functie. Deze uitspraak van het scheidsgerecht was volgens het ambtenarenreglement bindend voor beide partijen. In plaats echter van zich hierbij neer te leggen, hebben B. en W. toen een ander middel verzonnen om den betrokkene toch te ontslaan. ZU schreven een brief, vol gens welken zij de uitspraak van het scheids gerecht slechts als ©en advies beschouwden, waarmede zij zich slechts ten deele mee kon den vereenigen. Daarna hebben B. en W. den ambtenaar wegens ongeschiktheid ontslagen. Het scheidsgerecht was het hiermede even wel niet eens en deed hiervan In een schrijven blijken Hierop hebben B. en W. bij brief van 29 September beide vooraf gaande ontslagen weer ingetrokken, doch aan den ambtenaar opnieuw met ingang van 16 December ontslag "wegens ongeschiktheid gegeven en dit ont slag gemotiveerd met precies dezelfde feiten als welke golden voor het .eerste ontslag. De ambtenaar ging weer in beroep bij het scheidsgerecht, doch hij ontslag wegens onge schiktheid adviseert dit college slechts. Volgens pleiter hadden B en W. niet de be voegdheid om de in hoogste instantie door het scheidsgerecht opgelegde straf (degradatie) niet uit te voeren, want deze uitspraak was bindend. En door te handelen in strijd met deze uitspraak hebben B. en W. een daad verricht, welke niet is te verantwoorden en welke een onrechtmatige daad oplevert, die tot schadevergoeding verplicht. "Wat B. en W. hebben gedaan is volgens pleiter niet anders dan het saboteeren van de bindende uitspraak van het scheidsgerecht, waardoor de rechtspositie der ambtenaren wordt aangetast. Voor de gemeente werd de ingestelde vorde ring bestreden door Jhr. mr. E. N. de Brauw, die opmerkte, dat toen B. en W. de gegeven ontslagen introkken, daarmede ook verviel de uitspraak van het scheidsgerecht. Het daarna gegeven ontslag wegens onges-dhi"k tih-edd staat •volgens pleiter dan ook weer gefheel op zicih. zelf, ook al zijn de voor dit ontslag aange voerde motieven ook dezelfde gebleven. De conclusie van het O M. werd bepaald op 26 November. BRGODOORLOG TE NAALDWIJK. Zaterdag is te Naaldwijk een broodoorlog uitgebroken doordat een bakker den prijs .ge middeld zes cent per 800 gram heeft ver laagd. In een spoedvergadering van de bakkers patroons is besloten, eenzelfde verlaging toe te passen en de prijzen te brengen van 22 op 16 cent voor melkbrood, van 16 op 12 cent voor waterbrood en van 30 op 24 ct. voor tarwebrood. 38). door- WILHELM HOLT (Uit het Duitsch vertaald) Allee zag geen uitweg meer. Ze had graag neen gte-zegd, maar ze kon niet. Ze zocht nog naar 'n uitvlucht, maar de bankier liet er haar geen tijd voor. Op heel anderen aarzelenden toon begon hij; En nu lefs anders; Alioe. U moet nog ê8n wensch van uw overleden vader vervul len, zoo u zulks mogelijk ia 't Gaat om iets beters, iets heiligers .dan de zaak, waarover we zooeven spraken. Alice keek den bankier vragend aan, maar op eens werd haar gezicht doodsbleek en 'n siddering ging door heel haar lichaam. Ik begrijp al, waarover u wilt spreken, mijnheer van Glelen, zeide ze zacht, maar ik bid u, doe t niet. Vader is pas enkele dagen geleden gestorven. Dat is "n uitvlucht antwoordde de ban kier, en aan z'n stem kon je hooren, dat hij ongeduldig werd. Om verschillende redenen is het noodig, dat wij nu de zaak bespreken. Uw vader en ik waren beiden van meening, dat u en mijn zoon 'n prachtig paar zouden zijn. We zouden beiden graag gezien hebben, dat Antoon om uw hand gevraagd bad. Na tuurlijk bedoelden wij niet, u of hem te dwin gen, daarom liet ik de zaak rusten. Want ik was overtuigd, dat Antoon, zonder iets te we ten van den wensch van zijn vader, vroeg 9t laat toch uwe voortreffelijke eigenschappen DE KOSTEN DER INDISCHE POST- VLUCHTEN. Scheepvaartmaatschappijen en het postvervoer. Bij het onderzoek In de afdeelingen 1 der Tweede Kamer van het wetsontwerp tot wij ziging en verhooging van het 9de hoofdstuk der rijksbegrooting voor 1930 hebben, blijkens het voorloopig verslag verscheidene leden ge vraagd om een nadere uitvoerige toelichting aangaande het subsidie aan de K. L. M., zoo wel wat betreft de oorzaak van de geleden groote tekorten als wat aangaat de gemiddel de kosten per vlucht naar Ned.-Indië. Voorts werd gevraagd of het juist is, dat de tekorten per vlucht naar en van Nederlandsch-Indië, dank zij de invoering van den wekelijkschen dienst, voor het toekomende lager kunnen woe den geraamd dan de tekorten bij het onderhou den van een veertiendaagschen dienst hebben bedragen. Ook werd gevraagd, of er eenig gevaar be staat, dat de betrokken stoomvaartmaatschap pijen, waarmede het RUk overeenkomsten no pens het postvervoer loopende heeft, straks bij het Rijk zullen komen aankloppen om ver hooging der uitkeeringen wegens vermindering van de inkomsten uit het postvervoer als ge volg van de diensten der K. L. M. zou opmerken, en dat is ook gebeurd, zooals ik gemerkt heb. Antoon kenti geen meisje, dat hij hooger schat en acht dan u. En hij heeft 't plan u om uw hand te vragen. Waarom? vroeg Alice. Waarom? herhaalde van Gielen. Ik ge loof toch, dat u mijn zoon genoegzaam kent, om te weten, dat hij dien stap niet zal doen, alleen maar omdat zijn vader dit wenseht Dat moest Alice toegeven. De zoon van den man, die daar tegenover haar zat, had zulk 'n zelfstandig karakter, dat zij na deze ver klaring, die eigenlijk 'n leugen was, niet meer durfde twijfelen. Na 'n korte pauze vervolg de de bankier: Ik weet, dat hij om uw hand wil vragen en ik heb u ook daarom verzocht, bij mij te ko men, om deze aangelegenheid met u te bespre ken. U zult zijn aanzoek niet afwijzen, niet waar? Alice richtte zich op. Ik zal zijn aanzoek wel van de hand wij zen, antwoordde ze op energieken toon. Nu, nu, zei de bankier op sussenden toon, waarmee hij haar wilde kalmeeren, dat kunt u toch niet meenen. Waarom zoudt u zijn aanzoek afwijzen? Daarvoor hebt u absoluut geen reden. Als 't. niet juist om mijn zoon ging. dan zou ik u wei mogen zeggen, dait Antoon 'n flinke jonge main is, die carrière zal ma ken, 'n man van onberispelijk gedrag, met wien 'n meisje gerust de toekomst kan Ingaan. Dat weet ik, mijnbeer van Glelen, ik twijfel ook beeiemaal niet aan de goede eigen schappen van uw zoon. Maar daar komt 't niet op aan. Wanneer ik met een man ga trouwen, dan moet ik hem ook bemannen en Ik bemin Antoon van Gielen niet, al acht ik hem hoog en stel Ik zijn vriendschap op hoo- gen prijs. De bankies- legdie Alice met 'n handbewe ging het stilzwijgen op. Bah, dat zijn mooie woorden uit 'n roman, antwoorddo hij geërgerd. In werkelijkheid is 't heel anders. Het werkelijke leven is heel an ders, dan het in de boeken geschreven staat. U acht Antoon hoog ais uw goeden vriend, u gevoelt geen antipathie tegen hem, u kunt hem achten en waardeeren welnu, dat is alles, wat u noodig hebt, om hem uw hand te schenken. Alice schudde het hoofd. Neen, antwoordde ze, dat is lang niet alles. Voor 'n gelukkig huwelijk Je meer noodig. En daarom moet ik, wanneer uw zoon mij werkelijk om mijn hand mocht vragen, hem antwoorden, dat ik zijn aanzoek afwijs Van Gielen was opgestaan en liep 'n paar maal de kamer op en neer. Ik had zoo gehoopt, zelde hij eindelijk, dat u verstandig zoudt zijn. Telt u zoo weinig den wensch van uw overleden vader? U hebt zooeven zelf gezegd, mijnheer van Gielen, dat u ons niet dwingen wilt. En mdjn vader zou dat ook niet gedaan hebben. Neen, hoe eervol een aanzoek vam uw zoon voor mij ook is, ik moet 't afwijzen. Laten we een einde maken aan dit gesprek, 'tie totaal nutteloos Integendeel, juffrouw Evan, sprak de ban kier op scherpen toon, ik ben vast overtuigd met dit gesprek resultaat te zullen hebben. Zet toch uwe bedenkingen op zij. Ze zijn niet zoo gewichtig, als u wei denkt. Ik kan niet, antwoordde zij vastbera den. 't Spijt me, maar ik Wijf bij wat ik ge zegd heb. De bankier moest bij deze woorden wei den indruk gekregen hebben, dot hij met zijn pogingen, om Alice om te praten, geen succes zou hebben. Nu wierp hij 't masker af, ging vóór Alice staan en sprak op ijskouden toon: Maar toch moet 't. En zoo a zich verzet tegen den wensch van uw overleden vader als u uw eigen geluk vernietigen wilt nu dan zal ik u dwingen. Alice keek hem vlak in z'n oogen. Haar lippen beefden van ingehouden verontwaardi ging. Dat zult u niet doen, dat kunt u niet, zeide ze op vastberaden toon. Dat verbiedt u uw eigen eergevoel. En toch doe ik 't, zeide hij, uiterlijk heel kalm. Dan bent u niet de man, voor wien ik u tot nu toe heb aangezien, mijnheer van Gielen. U zult me later eens dankbaar zijn, dart ik mijn wil tegen den uwen in doorgezet heb. Zedfs ai zou ik door dit huwelijk gelukkig worden, dan zou ik u toch nooit dankbaar er voor kunnen zijn, dat u mij er toe gedwon gen hebt. Maar al wilt u 't ook, u kunt 't niet. Want er is iemand, dien ik vertrouw Zoo? Wie is dat? Uw zoon Antoon. Hij zal mij niet ais vrouw willen, wanneer hij hoort, flat u mij dwingt, hem mijn jawoord te geven. Antoon? Ja, die heeft ook zulke boeken- idees over liefde, als u. Maar bij zal 't nooit te weten komen. Hij zal 't wel te weten komen. Wanneer hij mij om mijn bond vraagt, dan zal ik hem vertellen, wat hier vandaag voorgevallen ls. Dat zult u niet doen, siste de bankier. Luister, ik zal open kaart met u spelen. Want u moet goed weten, boe wij in deze aange legenheden tegenover elkander staan. Antoon zal om uw hand vragen en u zult hem "t ja woord niet weigeren. En als u 't. wel doet, of hem vertelt, hoe de zaak in elkaar zit, dan zal niets mij ervan terughouden, uw broeder in t ongeluk te storten. Mijn broeder? Wait gaat hem dit alies aan? Hij staat heelemaal bulten deze kwestie, blijft geheel buiten spel. Neen, ik zal hem niet bulten spel laten. Luister goed, juffrouw Evan, U weet ook wel, wat U en hem in dat geval te wachten staat. Bn wat ik U zeg, is niet 'n loos dreigement. Ik ben niet iemand, die, als 't noodig is, voor zelfs harde maatregelen terugschrikt. U weet, dat uw broeder met zijn vader overhoop lag. U weet, dat uw broeder al in 't land was, toen zijn vader vermoord werd, ofschoon iedereen dacht, dat hij in 't buitenland was. Hij heeft zich schuil gehouden en den schijn willen wekken, dat hij pas na den moord terug gekomen is. Wanneer dit bedrog ontdekt wordt wat denkt U dan, dat men gelooven zal? Niets ander®, dan dat die zoon van prolessor Evan zelf medeplichtig is an den moord van zijn vader". Mijn broeder zal wel redenen hebben, waarom hij zoo vreemd gehandeld heeft. HU zal de verdenking van zich kunnen afschui ven De bankier hoonlaehite. Dat zal hij niet kunnen. Integendeel- Als de politie eenmaal op dat spoor is, dan zal ze nog meer ontdekken, Bn, ziet U, juftrouw Evam zelf medeplichtig is aan den moord van die de politie op dat spoor brengt- Zoo als ik tot nu toe alles gedaan heb, om de overheid omtrent uw broer om den tuin te leiden, zoo zal ik d.au alles doen, om hem te laten ver volgen. Dat kunt U verhinderen, U alleen. En ik weet, diait U, nu ik U voor de keus ge steld heb, zult weten., wat U te doen hebt, en niet halsstarrig zult blijven weigeren. Van Gielen sprak op 'n toon, waarin volle overtuiging lag. Maar als bij dacht, hat spel gewonnen te hebben, dan bedroog hij zich. Want Alice antwoordde: Mijn broeder wil niet, dat ik mij voor hem opoffer. Hij verdraagt nog liever de ver denking, daa. wLCh voor dezen prijs daarvan vrij te maken. Hij is onschuldig en ten nlotitie moet zijn schuld toch nog bewezen worden, "n Ooogenblik scheen van Gielen uit 't veld geslagen. Was hij bang, dat zijn geraffl- neerd plan toch nog in duigen kon vallen? Maar zijn onzekerheid duurde slechts een oogenblik. Zool? riep hij boonend, heeft uw broeder al met U erover gesproken? Dan begrijp ik uw weigering. En hij wil niet, dat U zich voor hem opoffert- Hoe ©delmoedig van hem! Maar er is hier geen sprake van een verden king, zooais U schijnt te gelooven, juffrouw Evan, Uw broeder is de moordenaar en zal als zoodanig aan de rechtbank uitgeleverd worden. U liegt! schreeuwde Alice. Zoo, lieg )k? Bn de bankier haalde 'n brief van zijn schrijftafel en gaf hem aan het jonge meisje daar, lees en zeg dat dan nog 'n keer! Ze las den brief. Toen ze daarmee klaar was, wankelde ze en dreigde in onmacht te vallen. Met bovenmenschelijke inspanning hield ze zich staande. Geef mij dezen brief! riep ze hijgend. Op den dag dat U met mijn zoon trouwt, zal ik hem verbranden. Andeirs stuur ilt hem aan do politie. Alice zonk in een stoel en sloeg d'r handen voor d'r gezicht. Ze scheen totaal gebroken. Goed, fluisterde ze, ik geef mijn toestem ming. Ineens veranderd© de bankier van taktlek. Hij praalde niet met zijn succes, maar zijn toon was hartelijk en er klonk medelijden in, toen hij zeide: 't Spijt me, dait ik dituiterste middel te baat moest nemen, 't spijt me werkelijk Maar van uw besluit hangt te veel af. (Wordt vervolgd^.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 6