i
wt
hm
**5 hei
DANSVRAAGSTUK IN NEDERLAND.
Zij" Crème
A i
W
Kv -
m IWB
- -
- - J -
fiSW «3H
I
DE QEHEinZinniQE DERDE
14
lii
i
MAANDAG 16 NOVEMBER 193T
BlpR
inf'
RAPPORT DER REGEERINGS-
COMMISSIE.
HET GEVAAR DER PUBLIEKE
DANCINGS.
Ingrijpen der overheid
noodzakelijk geacht.
BH
i-
v -
«iT
gpip - m mm
ÜÉfÜ
ÉBÉI
'MÊÊÊÊÊÈÊÊÈiÊÈk
99
ONTSLAG VAN EEN AMBTENAAR.
AFSCHAFFING VAN BRUGGELD.
IN
4
W"
De veel gesmade „danscommis-
sie" is voor den dag gekomen
met een gedegen rapport, belang
rijk door eenige algemeene be
schouwingen, die inderdaad blijk
geven van een diep inzicht in de
nooden van onzen tijd', zooals het
„Vaderland" schrijft. Hetzelfde
blad raadt den jongelui, die fat
soenlijk willen dansen, de lezing
van het rapport ien zeerste aan
behand*,lnS der Rtfksbegrootlng voor
1930 heeft mej. Annie Meijer hij de algemeene
beschouwingen het dansvraagstuk besproken
en tot de regeering het verbek gericht deze
zaak ernstig onder de oogen te zien, zich op
de hoogte te stellen van den omvang van het
euvel en zich eventueel door een commissie
te doen voorlichten.
Als gevolg daarvan is toen een commissie
in het leven geroepen, welke zich als taak zag
opgedragen, de regeering van voorlichting te
ïenen over de vraag in hoeverre van over
heidswege met betrekking tot het dansen
maatregelen dienen te worden getroffen. On
der voorzitterschap van den Rotterdamsche.v
kinderrechter, mr. de Bie, maakten van die
commissie deel uit mr. G. vaa Baren, burge
meester van Delft, mej. Annie Meijer, de heer
.van teen, adjunct-directeur van bet Nuts-
seminarium voor paedagogiek aan de Amster-
amsche Universiteit en hoofdcommissaris
Versteeg, van de Amsterdamsche politie, ter
wijl de huidige burgemeester van Drunen en
Oudheusden, mr. R. v. d. Heijden, zich het
secretariaat zag opgedragen.
Het rapport dezer commissie, hetwelk, ge-
lijk gemeld, onlangs gereed kwam. is Vrijdag
verschenen. Het zeer lezenswaardige boek.
dat ter Landsdrukkerij in Deo Haag
werd gedrukt, opent met een hoofdstuk alge
meene beschouwingen onder den titel „Signa
tuur van dezen tijd". De commissie vangt
daarin aan met te constateeren dat die kant
van het dansvraagstuk, welke vrij algemeen
wordt gezien als een van zedenverwildering
deel uitmaakt van een complex van verschijn
selen, welke samenhangen met onze heele so-
dale gesteldheid, waarin dan moeten worden
onderscheiden elementen van voorbijgaanden,
en elementen van meer blijvenden aard.
fitPirihJ*? e€1'ste &roeP mag men de geestesge-
dln cfif rekenen, welke product was van
kfut, a p toestand, waarin da bevol
en ie¥s¥?VOereDde laaden gedurende
U?ter7 a l0S h*eft ™r*eerd en welke
uiteraard nog een tijd heeft nagewerkt. „Ver
bot 'm ^let' pluk den daS" was tijdelijk
V.-tl 1c?" !f levens, waaraan alle bestaans-
e 1,was ontzonken, een motief, waarop
ei hmSFj Amerikaansche negermuziek een
trê£fe%de illustratie gaf.
Ook Nederland is aan den algemeenen roes
niet ontkomen en het zedenbederf is op aller-
ei wijzen uit de in den oorlog betrokken lam
oen bij ons binnengedrongen. Werkelijkheids
in gebiedt echter te erkennen, dat die gees-
esgesteldheid een merkbare verbetering heeft
ondergaan. Van een „danspsychose" kan be
zwaarlijk meer worden gesproken.
De commissie gaat dan na, hoe de huidige
m met zijn snel voortschrijdende technische
ontwikkeling op de basis van een steeds ver-
er gaande differentieering en specialiseering
u arbeidsProees zijn stempel drukt op
individu en gemeenschap. In dit verband be
spreekt zij dan de Amerikaansche methoden
voor de opvoeding, waarbij ook Llndsey wordt
oetrokken. De commissie meent, dat hier de
weg der sociale en geestelijke verwording
wordt betreden en zij betreurt het zeer dat
en onzent personen met een verantwoorde
lijke positie in de volksopvoeding Lindsey als
een moedigen en open geest aan de jeugd ten
voorbeeld meenen te kunnen stellen.
Door de ontwrichting der organische ver
banden is ook ons sociaal leven vatbaar voor
de besmetting met die Amerikaansche vrij
geesterij, een ontwrichting, welke niet alleen
de maatschappij, maar ook het gezin en het
individu heeft aangetast.
Het rapport betoogt dan, dat het herstel
hier moet komen van binnen uit en wel van
de vrouw.
Hoewel zij op mr. van Baren na erkent,
dat het dansen gunstige gevolgen kan hebben,
toch blijft de publieke dancing in haar oogen,
vooral voor minderjarigen, een uiterst gevaar
lijke plaats, vooral daar, waar personen el
kaar ontmoeten, die elkaar niet kennen en dus
zich ook niet voor elkander verantwoordelijk
gevoelen. En dat is de normale situatie in
onze grootere bevolkings-centra en in vele
dorpen is het niet veel anders, nu tengevolge
van het betere verkeer ook daar in de dans
gelegenheid vreemden elkaar vinden. Zoo
weinig als tegen het dansen van goede dansen
in een sfeer van vriendschappelijkheid en ver
trouwelijkheid onder goede leiding redelijker
wijs door de commissie bezwaar kan worden
maat. zoozeer moet men ouders en opvoe-
ers tegen publieke dancings waarschuwen,
ook ai kan de commissie er niet aan denken,
een dansverbod voor te stellen.
De gevaren van de publieke dancing worden
an verder aangegeven en betoogd, dat het on
bedorven meisje, daar licht tot slachtoffer
w oi dt van het mannelijk temperament.
De indruk der commissie is intussohen dat
de dansgelegenheid, waar jongelui van gelijken
stand elkaar ontmoeten, minder gevaarlijk is
dan die, waarin leden van verschillenden stand
en dat wil dan in de praktijk zeggen: de beter
gesitueerde man en het meiisje van den eenvou-
digen huiZ6 elkaar ontmoeten. Dit laatste is
in zekeren zan van meet af een exploitatie-ob
ject, al toovert haar glans aan werkelijkheids
zin haar een romantische toekomst voor oogen.
Ateliers- en winkelmeisjes schijnen tegenwoor
dig van rijke huwelijken via de dancings te
droomen en raken maar al te zeer ontgoocheld
Zuiverder is de sfeer in de dancings der volks
klasse waar toch altijd nog een ongeschreven
wet van solidariteit der standen in sterke mate
haar invloed laat gelden.
Dansgelegenheden.
De publieke dancing een
uiterst gevaarlijke plaats.
De commissie gaa.t vervolgens over tot een
beschouwing over de beteekenis van den dans.
In het volgend hoofdstuk wordt een en an
der medegedeeld over de resultaten van het
onderzoek naar de dansgelegenheden.
In de zes grootste steden bleken door den
burgemeester meestal uitvoerige regelen en
voorwaarden gesteld, waaronder toestemming
wordt verleend voor het gelegenheid geven tot
dansen, al was van eenige uniformiteit in de
getroffen maatregelen en uitgeoefende controle
niets te bespeuren. Bij een onderscheiding naar
het publiek, dat de inrichtingen bezoekt kan
volgens de bevindingen der commissie, over het
algemeen worden gezegd, dat de danslnrich-
tingen voor beter-gesitueerden het meest gevaar
opleveren. Er heerscht in die gelegenheden
meestal een weeë, zinnelijke sfeer, die ongetwij
feld niet slechts voor den regelmatigen be
zoeker groot gevaar opleveren. Dit te meer, om
dat die gelegenheden bezocht blijken door per
sonen wier zedelijk gedrag verre van ongerept
is. De dancings die bezocht worden door den
middenstand waaronder hoofdzakelijk kantoor-
en winkelpersoneel, bieden een eenigszins beter
aspect terwijl tenslotte de volksinrichtingen
over het algemeen wel de minst gevaarlijke zijn
van de hier genoemde soorten van dancings.
Voor de zeemansdanshuizen geldt dit laatste
echter niet.
Danszucht.
Wat de danszucht betreft wordt in het rap
port opgemerkt dat men voor de groote steden
kan zeggen, dat die de laatste jaren verminderd
is. In de kleinere steden en industriecentra is
van afname nog geen sprake althans is het
dansen daar zeker niet verminderd in de mate,
als in de grootte steden des lands. Op het platte-'
land zou men moeten spreken van een toename,
al Is die nog niet sterk te noemen. Van over
heidswege wordt ten plattelande veelal de zucht
naar dansen, waar men het noodig acht, zoo
veel doenlijk tegen gegaan, maar dit neemt
niet weg, dat het dansvraagstuk daar in de toe
komst een vraagstuk van beteekenis kan wor
den.
Conclusies.
Eenstemmig is zij van oordeel dat ook voor
ons land het dansen in het openbaar een zoo-
danigen omvang heeft aangenomen dat de over
heid hier een taak beeft, welke iatusschen aller
eerst de gemeentelijke overheid betreft.
Het is der commissie daarbij wenschelijk
voorgekomen, der regeering aan te bevelen,
eenige normen vast te stellen, waaraan de voor
het dansen In het openbaar te verleenen ver
gunningen tenminste zullen moeten voldoen.
Ook In 't buitenland is 'n regeling van dit dan
sen door de landsregeering geenszins ongewoon.
Terwijl zij nu toejuicht, dat de regeering in
de thans bij de Eerste Kamer aanhangige
Drankwetswijziging in art. 56 ook het dansen
heeft genoemd, zou de commissie nog een
schrede verder willen gaan en zij beveelt de re
geering aan in dit artikel een bepaling op te
nemen welke haar de vrijheid geeft in een al
gemeenen maatregel van bestuur de normen te
stellen, welke als minima in alle gemeenten
zouden behooren te worden in acht genomen.
De eisehen in dezen algemeenen maatregel van
bestuur te stellen vallen in twee rubrieken en
iifif
f#|ï;
mmw
<s
werkt als een late, warme herstzon met haar
gouden kleurenpracht; zy toovert een ongekend
fraaie teint op Uw huid.
•Reel. 4726 DG VS 6
KONIJNEN- EN PLUIMVEE-SHOW. Een overzicht van de konijnen- en pluimvee-tentoonstelling dl ie „Het Noorden" te Rotterdam
hield in 't Algemeen Verkooplokaal
wel le de inrichting van het danslokaal en aan-
gehoorigheden en 2e de handhaving van orde
en goede zeden.
Wat de eerste rubriek betreft: Op het voet
spoor van het eischenbesluit voor vergunnings-
en verlofslokaliteiten (A) dienen hier eisehen
gesteld te worden ten aanzien van oppervlakte
van den dansvloer, mede in verhouding tot de
omliggende ruimte, de plaatsing van bet buf
fet, het vermijden van boxen of andere afge
sloten ruimten, ten aanzien van verlichting en
luchtverversching.
Wat aangaat rubriek twee: Verbod voor min
derjarigen beneden den leeftijd van 18 jaar.
Het dansen moet worden geleid door een daar
toe geschikt geacht dansleeraar, die voor den
goeden gang van zaken mede verantwoordelijk
is. Heffing van een toegangsprijs. Wering van
ongewenschte elementen.
Het komt der commissie voor, dat met bet
intrekken van de toestemming tot het gele
genheid geven tot dansen voor korter of lan
ger tijd als sanctie op de naleving der te stel
len voorwaarden zal kunnen worden volstaan.
Met betrekking tenslotte tot de door de bur
gemeesters te stellen bepalingen vestigt de
commissie de bijzondere aandacht op de wen-
schelijkheid van beperking van het aantal te
verleenen dansvergunningen. Het is naar haar
oordeel absoluut onjuist deze onbeperkt te
verleenen, al meent zij der regeering het stel
len van een maximum aantal in verhouding
b.v. tot' de bevolking niet te moeten aanbe
velen.
PASSAGIERSBOOT OP EEN STREKDAM
GELOOPEN
Strijd tegen ondoordringbare duisternis
Dw paasogiersboot „Cornells de Wit" van de
N.V. Fop Smit had Vrijdagavond bijna de
laatste besitemming .Gorinchem. bereikt, toen
het vaartuig onder Sleeuwijk, tegenover Gorin
chem tengevolge van den dikken mist op oen
strekdam liep en vast raakte. Na telefonisch
hulpverzoek en door middel van noodseinen
met de stoomfluit voeren de „Onrust", kapt.
A. de Vries Jr. en de „Addy", kapt. G. Bouw
meester, beide van Gorinchem uit en men
slaagde er na ongeveer een uur hard werken
in. het vastgeloop-en vaartuig weer vlot te krij
gen. Na een eind te zijn afgedreven, is de Cor
nells de Wit toen blijven liggen.
Zaterdag moesten de beide sleepbooten den
ge'vaarvollen terugtocht ondernemen; de
„Addy" ging eerst over en daar aangekomen
werden fuitseinen gegeven, op welke seinen
d© „Onrust" eveneens overkwam.
De Comelis de Dit heeft bij dit avontuur geen
schade opgeloopen, doch de opvarenden en de
eenige passagier maakten angstige ogen
blikken door.
ONTEIGENING VOLGENS VERKORTE
PROCEDURE.
Primeur in Utrecht.
Reeds geruimen tijd is men bezig verbete
ring te brengen in de doorgaande verkeerswe
gen van Utrecht en na de verbreeding van de
Potterstraat is thans de Lange Viestraat aan
de beurt om te worden verruimd. Aan éën
kant zullen de huizen, na goedkeuring van de
Kroon, worden onteigend om vervolgens te
worden gesloopt
Voor de eerste maal in Nederland zal deze
onteigening volgens de z,g. verkorte proce-
dure plaats hebben, d.w.z. zonder een voor
afgaande wetswaarschuwing. Deze verkorte
Procedure is mogelijk gemaakt door een toe
voeging in art. 34 van de onlangs gewijzigde
woningwet.
PRAENATALE KINDERZORG.
BELGISCH BROOD TE ARNHEM.
Ook te Arnhem wordt thans Belgisch brood
aangevoerd. Vrijdag arriveerde de eerste
zending van 2000 brooden, die per auto uit
Luik werden aangevoerd.
Uitbreiding wettelijke bevoegdheden der
vroedvrouwen..
Blijkens een nota naar aanleiding van het
Verslag der Tweede KameT inzake het wetsont
werp tot vervanging van de artikelen 15—17
van de wet van I Juni 1S65 regelende de uit
oefening der geneeskunst, laatstelijk gewijzigd
bij de wet van 8 Juli 1924, betoogt de minis
ter van Arbeid, Handel en Nijverheid dat een
uitbreiding van de wettelijke bevoegdheden
van vroedvrouwen noodzakelijk is, zoowel in
het belang van de zwangere vrouw als van het
kind. Het is een van de belangrijkste onder-
deelen der praenatale zorg, dat beginnende
afwijkingen of dreigende gevaren tijdiig wor
den onderkend. Een dergelijke zorg komt in
de meer welgestelde kringen, waar men bij
zwangerschap veelal van het toezicht van een
dokter gebruik maakt, dikwijls voor. Maar in
de minder welgestelde kringen, die dikwijls
de hulp van een vroedvrouw inroepen laat zij
veel, zoo niet allee, te wenschen over. Het
voorgestelde wetsontwerp kan er toe bijdra
gen, dat hierin verbetering wordt gebracht.
Doen zich omstandigheden voor, die de mede
werking van een dokter noodzakelijk maken,
dan is de vroedvrouw verplicht zijn hulp in
te roepen.
Een dergelijke regeling ie ook in het belang
van het kind, dat door de nieuwe voorzorgs
maatregelen onder geringere kansen van ziek
te en abnormale geboorte ter wereld komt.
EEN ONVERWACHT'" JUBILE.
Van Warmelo 40 jaar acteur.
Terwijl het Ned. Tooneel te Groningen ver
toefde kwam men daar plotseling tot de ont
dekking, dat een der medespelenden bezig was
te jubileeren.
Als volgt meldt een persbericht aanleiding
en verloop der verrassende ontdekking:
Het geval wil dat deze petit-maitre van de
Nederlandsche tooneelspeelkunst een zéér pre
cies en nauwgezet mensch is: hij spoelt nooit
tooneel zonder een klein boekje In zijn zak,
waarin van iedere rol door den loop der jaren
opgeteekend staat welk costuum, welke grime,
welke schoenen er aan te pas komen, tot in
de meest minutieuss details. Er is beweerd, dat
Van Warmelo zelfs niet met andere schoen
veters op zal gaan dan volgens zijn boekje
bij de rol hooren. Hoe het zij, dat boekje is In
de tooneelwereld bekend en beroemd, en het
zegt den toeschouwer misschien ook wel iets
over Van Warmelo's geheim: de prachtige en
keurige doorwerktheid die hij ook aan de
kleinste rol geeft.
Nu wilde het geval, dat, even voor Donder
dag te Groningen het doek opging, Laseur een
grapje maakte en zijn collega vroeg of er be
gonnen kon worden, of dat hij eerst zijn boekje
nog balen moest....
Maar Van Warmelo had het, zei hij en voegde
er bij: ,,'t is curieus, maar het is vandaag net
veertig jaar geleden dat ik er de eerste letter
in schreef.... vandaag voor veertig jaar be
gon ik tooneel te spelen...."
De gelukwenschen, die natuurlijk volgden,
trokken de aandacht van een bestuurslid der
Groningsche schouwburgcommissie, den heer
D. Smit, en hij voegde niet alleen zijn geluk
wenschen bij de anderen, hij deed meer; het
werd een geïmproviseerd en spontaan jubileum,
waarbij de Groningsche hartelijkheid op slag
een lauwerkrans, van de schouwburgcommis
sie, een tweede van de studenten-tooneelveree-
niging „Neem ons zooals wij zijn", en de noo-
dige goudgehalsde flesschen uit den grond too-
verde, en waarbij een diep ontroerd jubilaris
na eindelooze ovaties van het publiek op zijn
charmante en preciese manier dankte voor een
huldebetoon, dat, zei hij, „voor u waarschijnlijk
zeer opverwaeht kwam, maar voor mij toch
veel onverwachter".
De gebeurtenissen van dezen Groningschen
•avond moesten, meenden wij, Van Warmelo's
ontelbare Amsterdamsche en Nederlandsche
bewonderaars ten kennis worden gebracht.
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland stel
len aan Prov. Staten voor, het bruggeld voor
het opendraaien van de brug bij Reineveld
af te schaffen.
Is de uitspraak van een scheids
gerecht bindend
Voor de Haagsche rechtbank zijn Vrijdag
de pleidooien gehouden in een zaak betreffen
de heit ontslag van een ambtenaar der ge
meente 's-Gravenhage, welke ambtenaar tlhans
van die gemeente wegens onrechtmatige daad
schade vergoeding vorderde.
Voor den ontslagen ambtenaar werd gepleit
door mr. Pb. de Vries, die opmerkte, dat deze
zaak voor alle ambtenaren der gemeente van
groot belang is.
Heit betreft hier een controleur, die er van
verdacht werd zich een gulden te hebben
toegeëigend en eenige weekbriefjes valscheluk
te hebben ingevuld. B. en W. hebben hem
hiervoor bij schrijven van 25 Juni 1929 ge
straft met een niet eervol ontslag, Ingaande
1 Juli d.a.v.
De ontslagene ging hiervan in beroep bij
het gemeentelijk scheidsgerecht, dat daarna
bepaalde dot het gegeven ontsla® niet kon wor
den gehandhaafd, doch dat de ontslagene moest
worden teruggesteld in een andere functie.
Deze uitspraak van het scheidsgerecht was
volgens het ambtenarenreglement bindend voor
beide partijen. In plaats echter van zich
hierbij neer te leggen, hebben B. en W. toen
een ander middel verzonnen om den betrokkene
toch te ontslaan. ZU schreven een brief, vol
gens welken zij de uitspraak van het scheids
gerecht slechts als ©en advies beschouwden,
waarmede zij zich slechts ten deele mee kon
den vereenigen. Daarna hebben B. en W. den
ambtenaar wegens ongeschiktheid ontslagen.
Het scheidsgerecht was het hiermede even
wel niet eens en deed hiervan In een schrijven
blijken Hierop hebben B. en W. bij brief van
29 September beide vooraf gaande ontslagen
weer ingetrokken, doch aan den ambtenaar
opnieuw met ingang van 16 December ontslag
"wegens ongeschiktheid gegeven en dit ont
slag gemotiveerd met precies dezelfde feiten
als welke golden voor het .eerste ontslag.
De ambtenaar ging weer in beroep bij het
scheidsgerecht, doch hij ontslag wegens onge
schiktheid adviseert dit college slechts.
Volgens pleiter hadden B en W. niet de be
voegdheid om de in hoogste instantie door het
scheidsgerecht opgelegde straf (degradatie)
niet uit te voeren, want deze uitspraak was
bindend. En door te handelen in strijd met
deze uitspraak hebben B. en W. een daad
verricht, welke niet is te verantwoorden en
welke een onrechtmatige daad oplevert, die
tot schadevergoeding verplicht.
"Wat B. en W. hebben gedaan is volgens
pleiter niet anders dan het saboteeren van de
bindende uitspraak van het scheidsgerecht,
waardoor de rechtspositie der ambtenaren
wordt aangetast.
Voor de gemeente werd de ingestelde vorde
ring bestreden door Jhr. mr. E. N. de Brauw,
die opmerkte, dat toen B. en W. de gegeven
ontslagen introkken, daarmede ook verviel de
uitspraak van het scheidsgerecht. Het daarna
gegeven ontslag wegens onges-dhi"k tih-edd staat
•volgens pleiter dan ook weer gefheel op zicih.
zelf, ook al zijn de voor dit ontslag aange
voerde motieven ook dezelfde gebleven.
De conclusie van het O M. werd bepaald op
26 November.
BRGODOORLOG TE NAALDWIJK.
Zaterdag is te Naaldwijk een broodoorlog
uitgebroken doordat een bakker den prijs .ge
middeld zes cent per 800 gram heeft ver
laagd.
In een spoedvergadering van de bakkers
patroons is besloten, eenzelfde verlaging toe
te passen en de prijzen te brengen van 22 op
16 cent voor melkbrood, van 16 op 12 cent
voor waterbrood en van 30 op 24 ct. voor
tarwebrood.
38).
door-
WILHELM HOLT
(Uit het Duitsch vertaald)
Allee zag geen uitweg meer. Ze had graag
neen gte-zegd, maar ze kon niet. Ze zocht
nog naar 'n uitvlucht, maar de bankier liet er
haar geen tijd voor.
Op heel anderen aarzelenden toon begon hij;
En nu lefs anders; Alioe. U moet nog
ê8n wensch van uw overleden vader vervul
len, zoo u zulks mogelijk ia 't Gaat om iets
beters, iets heiligers .dan de zaak, waarover
we zooeven spraken.
Alice keek den bankier vragend aan, maar
op eens werd haar gezicht doodsbleek en 'n
siddering ging door heel haar lichaam.
Ik begrijp al, waarover u wilt spreken,
mijnheer van Glelen, zeide ze zacht, maar ik
bid u, doe t niet. Vader is pas enkele dagen
geleden gestorven.
Dat is "n uitvlucht antwoordde de ban
kier, en aan z'n stem kon je hooren, dat hij
ongeduldig werd. Om verschillende redenen
is het noodig, dat wij nu de zaak bespreken.
Uw vader en ik waren beiden van meening,
dat u en mijn zoon 'n prachtig paar zouden
zijn. We zouden beiden graag gezien hebben,
dat Antoon om uw hand gevraagd bad. Na
tuurlijk bedoelden wij niet, u of hem te dwin
gen, daarom liet ik de zaak rusten. Want ik
was overtuigd, dat Antoon, zonder iets te we
ten van den wensch van zijn vader, vroeg
9t laat toch uwe voortreffelijke eigenschappen
DE KOSTEN DER INDISCHE POST-
VLUCHTEN.
Scheepvaartmaatschappijen en het
postvervoer.
Bij het onderzoek In de afdeelingen 1 der
Tweede Kamer van het wetsontwerp tot wij
ziging en verhooging van het 9de hoofdstuk
der rijksbegrooting voor 1930 hebben, blijkens
het voorloopig verslag verscheidene leden ge
vraagd om een nadere uitvoerige toelichting
aangaande het subsidie aan de K. L. M., zoo
wel wat betreft de oorzaak van de geleden
groote tekorten als wat aangaat de gemiddel
de kosten per vlucht naar Ned.-Indië. Voorts
werd gevraagd of het juist is, dat de tekorten
per vlucht naar en van Nederlandsch-Indië,
dank zij de invoering van den wekelijkschen
dienst, voor het toekomende lager kunnen woe
den geraamd dan de tekorten bij het onderhou
den van een veertiendaagschen dienst hebben
bedragen.
Ook werd gevraagd, of er eenig gevaar be
staat, dat de betrokken stoomvaartmaatschap
pijen, waarmede het RUk overeenkomsten no
pens het postvervoer loopende heeft, straks bij
het Rijk zullen komen aankloppen om ver
hooging der uitkeeringen wegens vermindering
van de inkomsten uit het postvervoer als ge
volg van de diensten der K. L. M.
zou opmerken, en dat is ook gebeurd, zooals ik
gemerkt heb. Antoon kenti geen meisje, dat
hij hooger schat en acht dan u. En hij heeft
't plan u om uw hand te vragen.
Waarom? vroeg Alice.
Waarom? herhaalde van Gielen. Ik ge
loof toch, dat u mijn zoon genoegzaam kent,
om te weten, dat hij dien stap niet zal doen,
alleen maar omdat zijn vader dit wenseht
Dat moest Alice toegeven. De zoon van den
man, die daar tegenover haar zat, had zulk
'n zelfstandig karakter, dat zij na deze ver
klaring, die eigenlijk 'n leugen was, niet meer
durfde twijfelen. Na 'n korte pauze vervolg
de de bankier:
Ik weet, dat hij om uw hand wil vragen
en ik heb u ook daarom verzocht, bij mij te ko
men, om deze aangelegenheid met u te bespre
ken. U zult zijn aanzoek niet afwijzen, niet
waar?
Alice richtte zich op.
Ik zal zijn aanzoek wel van de hand wij
zen, antwoordde ze op energieken toon.
Nu, nu, zei de bankier op sussenden toon,
waarmee hij haar wilde kalmeeren, dat kunt
u toch niet meenen. Waarom zoudt u zijn
aanzoek afwijzen? Daarvoor hebt u absoluut
geen reden. Als 't. niet juist om mijn zoon ging.
dan zou ik u wei mogen zeggen, dait Antoon
'n flinke jonge main is, die carrière zal ma
ken, 'n man van onberispelijk gedrag, met wien
'n meisje gerust de toekomst kan Ingaan.
Dat weet ik, mijnbeer van Glelen, ik
twijfel ook beeiemaal niet aan de goede eigen
schappen van uw zoon. Maar daar komt 't
niet op aan. Wanneer ik met een man ga
trouwen, dan moet ik hem ook bemannen en
Ik bemin Antoon van Gielen niet, al acht ik
hem hoog en stel Ik zijn vriendschap op hoo-
gen prijs.
De bankies- legdie Alice met 'n handbewe
ging het stilzwijgen op.
Bah, dat zijn mooie woorden uit 'n roman,
antwoorddo hij geërgerd. In werkelijkheid is 't
heel anders. Het werkelijke leven is heel an
ders, dan het in de boeken geschreven staat.
U acht Antoon hoog ais uw goeden vriend, u
gevoelt geen antipathie tegen hem, u kunt
hem achten en waardeeren welnu, dat is
alles, wat u noodig hebt, om hem uw hand
te schenken.
Alice schudde het hoofd.
Neen, antwoordde ze, dat is lang niet
alles. Voor 'n gelukkig huwelijk Je meer noodig.
En daarom moet ik, wanneer uw zoon mij
werkelijk om mijn hand mocht vragen, hem
antwoorden, dat ik zijn aanzoek afwijs
Van Gielen was opgestaan en liep 'n paar
maal de kamer op en neer.
Ik had zoo gehoopt, zelde hij eindelijk,
dat u verstandig zoudt zijn. Telt u zoo weinig
den wensch van uw overleden vader?
U hebt zooeven zelf gezegd, mijnheer
van Gielen, dat u ons niet dwingen wilt. En
mdjn vader zou dat ook niet gedaan hebben.
Neen, hoe eervol een aanzoek vam uw zoon
voor mij ook is, ik moet 't afwijzen. Laten we
een einde maken aan dit gesprek, 'tie totaal
nutteloos
Integendeel, juffrouw Evan, sprak de ban
kier op scherpen toon, ik ben vast overtuigd
met dit gesprek resultaat te zullen hebben.
Zet toch uwe bedenkingen op zij. Ze zijn
niet zoo gewichtig, als u wei denkt.
Ik kan niet, antwoordde zij vastbera
den.
't Spijt me, maar ik Wijf bij wat ik ge
zegd heb.
De bankier moest bij deze woorden wei
den indruk gekregen hebben, dot hij met zijn
pogingen, om Alice om te praten, geen succes
zou hebben. Nu wierp hij 't masker af, ging
vóór Alice staan en sprak op ijskouden toon:
Maar toch moet 't. En zoo a zich verzet
tegen den wensch van uw overleden vader
als u uw eigen geluk vernietigen wilt nu
dan zal ik u dwingen.
Alice keek hem vlak in z'n oogen. Haar
lippen beefden van ingehouden verontwaardi
ging.
Dat zult u niet doen, dat kunt u niet,
zeide ze op vastberaden toon. Dat verbiedt u
uw eigen eergevoel.
En toch doe ik 't, zeide hij, uiterlijk heel
kalm.
Dan bent u niet de man, voor wien ik
u tot nu toe heb aangezien, mijnheer van
Gielen.
U zult me later eens dankbaar zijn, dart
ik mijn wil tegen den uwen in doorgezet
heb.
Zedfs ai zou ik door dit huwelijk gelukkig
worden, dan zou ik u toch nooit dankbaar
er voor kunnen zijn, dat u mij er toe gedwon
gen hebt. Maar al wilt u 't ook, u kunt 't niet.
Want er is iemand, dien ik vertrouw
Zoo? Wie is dat?
Uw zoon Antoon. Hij zal mij niet ais
vrouw willen, wanneer hij hoort, flat u mij
dwingt, hem mijn jawoord te geven.
Antoon? Ja, die heeft ook zulke boeken-
idees over liefde, als u. Maar bij zal 't nooit
te weten komen.
Hij zal 't wel te weten komen. Wanneer
hij mij om mijn bond vraagt, dan zal ik hem
vertellen, wat hier vandaag voorgevallen ls.
Dat zult u niet doen, siste de bankier.
Luister, ik zal open kaart met u spelen. Want
u moet goed weten, boe wij in deze aange
legenheden tegenover elkander staan. Antoon
zal om uw hand vragen en u zult hem "t ja
woord niet weigeren. En als u 't. wel doet,
of hem vertelt, hoe de zaak in elkaar zit, dan
zal niets mij ervan terughouden, uw broeder
in t ongeluk te storten.
Mijn broeder? Wait gaat hem dit alies aan?
Hij staat heelemaal bulten deze kwestie, blijft
geheel buiten spel.
Neen, ik zal hem niet bulten spel laten.
Luister goed, juffrouw Evan, U weet ook wel,
wat U en hem in dat geval te wachten staat.
Bn wat ik U zeg, is niet 'n loos dreigement.
Ik ben niet iemand, die, als 't noodig is,
voor zelfs harde maatregelen terugschrikt. U
weet, dat uw broeder met zijn vader overhoop
lag. U weet, dat uw broeder al in 't land
was, toen zijn vader vermoord werd, ofschoon
iedereen dacht, dat hij in 't buitenland was.
Hij heeft zich schuil gehouden en den schijn
willen wekken, dat hij pas na den moord terug
gekomen is. Wanneer dit bedrog ontdekt wordt
wat denkt U dan, dat men gelooven zal?
Niets ander®, dan dat die zoon van prolessor
Evan zelf medeplichtig is an den moord van
zijn vader".
Mijn broeder zal wel redenen hebben,
waarom hij zoo vreemd gehandeld heeft. HU
zal de verdenking van zich kunnen afschui
ven
De bankier hoonlaehite.
Dat zal hij niet kunnen. Integendeel- Als
de politie eenmaal op dat spoor is, dan zal ze
nog meer ontdekken, Bn, ziet U, juftrouw
Evam zelf medeplichtig is aan den moord van
die de politie op dat spoor brengt- Zoo als ik
tot nu toe alles gedaan heb, om de overheid
omtrent uw broer om den tuin te leiden, zoo
zal ik d.au alles doen, om hem te laten ver
volgen. Dat kunt U verhinderen, U alleen.
En ik weet, diait U, nu ik U voor de keus ge
steld heb, zult weten., wat U te doen hebt, en
niet halsstarrig zult blijven weigeren.
Van Gielen sprak op 'n toon, waarin volle
overtuiging lag. Maar als bij dacht, hat spel
gewonnen te hebben, dan bedroog hij zich.
Want Alice antwoordde:
Mijn broeder wil niet, dat ik mij voor
hem opoffer. Hij verdraagt nog liever de ver
denking, daa. wLCh voor dezen prijs daarvan
vrij te maken. Hij is onschuldig en ten nlotitie
moet zijn schuld toch nog bewezen worden,
"n Ooogenblik scheen van Gielen uit 't
veld geslagen. Was hij bang, dat zijn geraffl-
neerd plan toch nog in duigen kon vallen?
Maar zijn onzekerheid duurde slechts een
oogenblik.
Zool? riep hij boonend, heeft uw broeder
al met U erover gesproken? Dan begrijp
ik uw weigering. En hij wil niet, dat U zich
voor hem opoffert- Hoe ©delmoedig van hem!
Maar er is hier geen sprake van een verden
king, zooais U schijnt te gelooven, juffrouw
Evan, Uw broeder is de moordenaar en zal
als zoodanig aan de rechtbank uitgeleverd
worden.
U liegt! schreeuwde Alice.
Zoo, lieg )k? Bn de bankier haalde
'n brief van zijn schrijftafel en gaf hem aan
het jonge meisje daar, lees en zeg dat dan
nog 'n keer!
Ze las den brief. Toen ze daarmee klaar
was, wankelde ze en dreigde in onmacht te
vallen. Met bovenmenschelijke inspanning hield
ze zich staande.
Geef mij dezen brief! riep ze hijgend.
Op den dag dat U met mijn zoon trouwt,
zal ik hem verbranden. Andeirs stuur ilt hem
aan do politie.
Alice zonk in een stoel en sloeg d'r handen
voor d'r gezicht. Ze scheen totaal gebroken.
Goed, fluisterde ze, ik geef mijn toestem
ming.
Ineens veranderd© de bankier van taktlek.
Hij praalde niet met zijn succes, maar zijn
toon was hartelijk en er klonk medelijden in,
toen hij zeide:
't Spijt me, dait ik dituiterste middel
te baat moest nemen, 't spijt me werkelijk
Maar van uw besluit hangt te veel af.
(Wordt vervolgd^.