DWARS DOOR AMERIKA.
MAANDAG 23 NOVEMBER 193T
een nieuw avontuur van
URBINA.
Door de gouvernementstroepen
verslagen.
UI
R. K. KAMERCENTRALE „LEIDEN"
HET OPROER TE PARAMARIBO.
HET KIESREGLEMENT 1927 IN DE
PRAKTIJK.
de VOORZITTERSLOGE.
WASHINGTON, DE NATIONALE
HOOFDSTAD.
HOE HET WITTE HUIS Z'N
NAAM KREEG.
UIT HET RAAM GEVALLEN.
TEGEN EEN STAALDRAAD GEREDEN.
Jlllllil
jé
msm
DE „BANCKERT" REPATRIEERT.
HET INTERN. ONTWAPENINGS
CONGRES.
EEN BOODSCHAP VAN KARD.
i. -- yERDIER.
De „Amigoe di Curacaobêvat een bMicht
daarin een nieuw avontuur van Urbinawordt
"Vermeld. De „bekende generaal Jlitdeeven
eens bekende geschiedenis hoe
het blad - weer een bravourstukje ui gehaald
om wraak te nemen op Gomez, maar thans
Wepr evenmin geslaagd als in 1J..9. De ver
moedens welke men bad, bij bet eerste hooren
van dit nieuwe geval van zeerooveru, zijn niet
onwaar gebleken, een officieel telegram van
de Venezolaansche regeeiing bevestigde, dat
Urbina de aanvoerder was.
Begin October was de 1000 ton-groote vracht-
boot „Superior" te Vera Cruz In Mexico ge
charterd om een aantal werklui over te brengen
naar de plantages der Chikle Comp., in Yuca
tan waar de grondstellen gekweekt worden
voor het bekende kauwgum. Het aantal werk
lui dat zich inscheepte, bedroeg 104. Maar
toen het schip bij de plaats zijner aanvanke
lijke bestemming was, ontpopten zich de ar
beiders als Venezolaansche revolutionnalren
en dwongen den kapitein koers te zetten naar
Capatérida, een klein kustplaatsje aan de golf
van Maracaibo, in den staat Falcon.
Toen de muiters daar waren aangekomen,
hebben zij van het schip alle brandstof en le
vensmiddelen meegenomen, de draadlooze en
de machines onklaar gemaakt en het schip
weer zee Ingestuurd. Toen de kapitein weer zijn
radio in orde had, kon deze zijn berichten de
wereld inzenden, waarvan tal van telegram
men in 't Engelsch en Spaansch zijn opgevan-
gn.
De „Justina", en der tankbooten van de
C. S. M. kreeg het schip in zicht en opende
onderhandelingen om het schip naar Aruba
op te brengen. Intusschen kwam ook een Vene-
zolaansch gouvernementsschip bij de „Supe
rior", wier naam veranderd was in „Elvira de
Buenos Aires" en nam het schip, waar nog
•wapens aan boord gevonden werden, namens
het Venezolaansch Gouvernement in beslag.
Urbina zelf met zijn mannen is in de huurt
Van Coro door Gouvernementstroepen versla
gen, maar de leider zelf is gevlucht.
Voorloopig zullen we dus wel niets meer van
hem hooren, totdat hij weer geld heeft en men-
schen voor een nieuw avontuurwant rust
kent deze man niet."
Uitvoerige mededeelingen
In aansluiting aan de reeds per telegraaf
gemelde berichten over de relletjes te Parama
ribo, bevatten de West-Indische bladen daar
over uitvoeriger mededeelingen.
Volgens een aanhaling in de „N. Rot. Crt."
•uit „De West" meldt dit blad, dat de relletjes
zijn begonnen na afloop van een vergadering
van den Volksbond, waar heftig werd geprotes
teerd tegen den onvoldoenden steun aan de
werkloozen. Zelfs boschnegers hebben daar het
woord gevoerd. Er werd een stoet geformeerd
om een betooging te houden, welke door de
politie verboden werd. Op een gegeven oogen-
Jdjk ontstond een algemeen verzet tegen de
politie, dat zich over heel de stad uitbreidde.
De meest ergerlijke baldadigheden en vernie
lingen hadden plaats en de beschikbare poli
tiemacht was aanvankelijk geheel ontoereikend
om het oproer het hoofd te bieden.
Verschillende beambten zoo schrijft „De
West" „werden het slachtoffer van hun
plicht. Een der eersten die zwaar verwond
naar het Militair Hospitaal werd gebracht,
was de beambte van Ritter. Men had hem
van achteren een steek met ponjaard ot' mes
toegebracht, die de long had geraakt. Zijn tos
stand scheen levensgevaarlijk, maar de latere
berichten geven eenige hoop op behoud. De
beambte Gaddum Is met een ijzeren stok dooi
het oog gestoken. De beambte Ramadin ligt
in het hospitaal met gebroken vingers. De be
ambte Laret werd in de Ladesmastraat aan
gevallen door een menigte en bekwam een
hevig bloedende wonde aan het achterhoofd.
Men sloot hem op in een buis, waaruit hij
later door den inspecteur Mac Donald met
eenige manschappen werd gered. De hoofd
inspecteur Buillab verkeerde op een gegeven
oogenblik in een allerhachelijkste positie. Hij
werd geheel alleen, omsingeld door een me
nigte "van misschien wel honderd personen
en werd op het nippertje ontzet door een af-
deeling militairen, die per truck ter plaatse
arriveerden en in een geweldige charge met
den klewang de menigte deden uiteenspatten.
Tal van politie-beambten bekwamen nog
kwetsuren van minder belang. De gummistok
bleek een onvoldoend wapen bij zoo'n oproer.
Des avonds werd de politie voorzien van kara
bijnen en sabels die beter voor het doel ge
schikt bleken.
Hoewel de politie door militairen versterkt
was, verliep de dag zonder dat het oproer ge
dempt was. Waar de politie verscheen, meest
in motorwagens, verspreidden zich de oproer
makers, om op andere punten weder op te
duiken. Verzet bleef aan de orde van den (lag
en uit de poorten werd op verraderlijke wijze
met steenen en flesschen water naar de politie
geworpen. Zelfs de autoriteiten ontkwamen
daaraan niet. Een auto waarin zich bevonden
de procureur-generaal, de commissaris van
politie en de luitenant-adjudant van den gou
verneur, werd met steenen bekogeld. Luitenant
Brummer werd daarbij aan het hoofd, bij bet
linkeroog getroffen door een projectiel.
Toen Donderdag het verzet tegen de ge
wapende macht voortduurde, besloot de over
heid met meer kracht op te treden. Waar
schijnlijk heeft daartoe bijgedragen de over
weging, dat het hier blijkbaar niet meer was
een toevallige uitbarsting, maar een georgani
seerd verzet, waarvan de leiders zich zorg
vuldig op den achtergrond hielden, het over
latend aan' het grauw om de kastanjes uit het
vuur te halen.
Den tweeden dag van het oproer is krachtig
opgetreden en zijn er leelljke klappen gevallen.
Verscheiden raddraaiers moeten verwond zijn,
doch meldden zich om begrijpelijke redenen
niet aan. Bij verschillende ontmoetingen heeft
de politie er met de sabel duchtig 0p los ge
ranseld.
De ernstigste botsing vond plaats omstreeks
drie uur Donderdagmiddag. Er werd assisten
tie gevraagd in de Zwartenhovenbrugstraat ter
hoogte van de Steenbakkersgracht. De hoofd
agent Ragoobar, die met een beambte ter
plaatse werd gezonden, trof een volksoploop
aan Hij maande de menigte aan om door te
loopen Op een gegeven oogenblik naderde de
heer Doedel, voorzitter van den Volksbond, die
verklaarde een mededeeling te hebben voor
het volk. Hij verzocht de politie om dit te
mogen voorlezen. Deze weigerde, daar de in
structie luidde, dat samenscholingen niet
mochten worden toegestaan. Doedel hield aan
en terwijl hij sprak met den agent, drong de
•aenigte op, zoodat Ragoobar zich op een ge-
£Bren oogenblik omsingeld zag en een der
Omstanders hem de karabijn trachtte af te
De St. Bernardshonden voor 't beroemde
klooster in de Zivitsersche Alpen.
nemen. Terwijl hij worstelde om zijn karabijn
vrij te krijgen, kreeg bij een schop tegen het
scheenbeen" e'n begon de menigte hem met
steenen te werpen. De beambte, die zijn ohef
in dezen toestand zag, loste daarop een schot.
Aanvankelijk had dit geen uitwerking op de
menigte. Men brulde: Schiet ons maar dood;
intusschen ging men voort met steenen wer
pen, zoodat Radoobar getroffen werd aan ge-
zicht en arrn. De menigte scheen, hoewel bij
het eerste schot reeds een gewonde viel, nog
steeds in den waan te verkeeren, dat de politie
slechts met losse patronen schoot. Ragoobar
zag zich nu genoodzaakt ook zijnerzijds eenige
schoten te lossen. Plotseling weerklonk de
kreet: Ze schieten met scherp! de menigte
stoof daarna in alle richtingen uit elkander,
Toen het terrein schoon was, bleken drie ge
wonden op straat te lig§®n> öie per auto naar
het militair hospitaal werden vervoerd. Een
hunner, Nijman genaamd, overleed eenige
uren later in het militair hospitaal. Een twee
de is zeer bedenkelijk".
Door dit krachtig optreden was de orde spoe
dig hersteld en kon het gewone leven weer zijn
gang gaan. In Jotaal werden 30 personen ge
arresteerd.
De heer Suring spreekt voor de
Utrechtsche kiezers.
Het verslag der Commissie, belast met de
toetsing van het Kiesreglement 1927 en de
daarmee in de praktijk opgedane ervaring werd
Vrijdagavond op een vergadering van de R. K,
Kiesvereèniging te Utrecht door den heer Su-
ring, lid der Tweede Kamer besproken. De
bedoelde commissie heeft in een uitgebreid
verslag de bezwaren uiteengezet tegen het
Kiesreglement 1927. En waar de motieven
van die bezwaren zijn aangegeven, is veelal
ook de weg gewezen voor een mogelijke ver
betering.
Dit rapport is tihans in de partij in behan
deling, waarna een nieuwe oommissie een ge
wijzigd Kiesreglement 1927 kan samenstellen.
De bezwaren tegen het stelsel bepalen zich
hoofdzakelijk tegen het feit, dat het aantal
kwaliteitszetels te hoog is, dat het stelsel te
doorzichtig is> ea dad het onwaarachtig is.
Met het eerste en laatste punt is de Com.
missie het eens, terwijl het tweede feit niet
als een bezwaar wordt gevoeld.
De kwaliteitszetels bedoelen de veelzijdig
heid en de deskundigheid van de fractie te
waarborgen, maar in het Kiesreglement 1927
te de eisch, dat de veelzijdigheid der fractie
ju is ooi de kwaliteitszetele gewaarborgd
moet worden niet opgenomen. Uit dit alles
concludeert de commissie, dat aan de bezwaren
omtrent deze kwestie niet tegemoet behoeft te
worden gekomen, temeer niet, waar van stan
denvertegenwoordiging geea sprake He[
geheele kiezerscorps kiest imners de afgevaar-
digden. - n ere bezwaren gelden meer het
Centraal College.
Volgens het kiesreglement wordt dit ge
vormd door het partijbestuur en de gekwalifi
ceerde leden -van het adviseerend gedeelte van
den Partijraad. Men acht het nu onjuist, dat
beslissingen genomen worden door een advi
seerend gedeelte van den Partijraad. De com
missie, due dit bezwaar erkent, ziet een oplos
sing in een dubbel Partijbestuur, waarbij de
bedoelde gekwalificeerde ]0den slecMs ran
advies mogen dienen.
Ten laatste erkent de
-u commissie ook het be
zwaar tegen het landelijk verzamelen van
stemmen, waardoor dtetnictscandi daten kunnen
worden verdrongen. E;en oplossing kan zijn een
wijziging der toepassing in dliea dat de.
gene die gekozen wil worden, een bepaald
aantal stemmen moet halen om officieel can-
diidaat te kunnen wondem geste'ld
Ongeveer dezelfd© inleiding nield de heer
Suring op een -vergadering van een Bond van
R. K. kiezers In den Rijkskieskring Utrecht,
waar de bezwaren, welke wij ooven noemden,
ook naar voren werden gebracht en besproken.
De loge van den voorzitter der Tweede Ka
mer schijnt zich z-oo nu en dan in de bijzon
dere belangstelling van onze liberale parle.
mentsredacteuren te mogen verheugen.
Bij de stemming over de verdeeling van
den radiozendtijd werd pastoor Perquin in
deze loge ontdekt ofschoon de voorzitter van
den K.R.O. in geen velden of wegen te beken
nen was.
Vrijdag bad fa *1® Kamer de verkiezing
van een nieuwen commissie-griffier plaats en
onze liberale collega s vertellen als zekerheid
de ongehoorde veronderstelling dat de geko
zen candidaat niet alleen de onkiesheid zou
hebben gehad in de presidentsloge de verkie
zing te volgen maar daar van den uitslag ken
nis nam „met zijn familie" en er zich met
turven zou hebben onledig gehouden.
Wij behoeven niet te' zeggen dat onze libe
rale collega's zich vergist hebben, en dat hun
vergissing dezen keer van niet zoo geheel on-
sohuidigen aard is, zullen zij bij eenig naden,
ken zelf wel inzien.
De heeren, die meénen dat een nieuwe Paus
wordt aangekondigd met de woorden: „Habe-
mus Papem", zouden zich in het vervolg mis
schien de moeite kunnen geven even te infor-
m eer en alvorens fantasterijen te publlceeren
welken voor den betrokken persoon hoogst on
aangenaam moeten, zijn.
De Kamerfractie en de salaris
verlaging
Men meldt ome uit Gouda:
In ,jde Harmonie" hield de R. K. Kamercen
trale Leiden Zaterdagmiddag een vergadering,
welke zeer druk bezocht was.
Des morgens had de hoogeerw. heer deken
B. M. J. van Rooy in die parochiekerk van O. L.
Vrouw Hemelvaart eene H, Mis opgedragen
voor de zielerust van Mgr. Dr, W. H. No-lens.
De voorzitter, de heer A. H. Boekraad wijdde
na de opening eenige gevoelvolle woorden aan
die nagedachtenis van den overleden Katho
lieken Staatsman, waarna een Onze Vader voor
diens zielerust werd gebeden.
De voorzitter ging 'hierop in 't kort na de
resulaten van de j.l. gehouden gemeenteraad
verkiezingen in den Kring Leiden.
Leiden werd aangewezen als plaats waar de
volgende vergadering zal worden gehouden
Alvorens de verkiezing van een lid en een
tweetal plaatsvervangers in den Partijraad
aan de orde te stellen, herdacht de voorzitter
rlen door een noodlottig ongeval om het leven
gekomen afgevaardigde, den heer C. Schipper
uit Voorschoten. In de vacature van den heer
Schipper werd voorzien door de benoeming van
dien he©r L. J. v. d. Bosch te Bleiswijk. Tot
plaatsvervangers werden gekozen in de vaca
tures de Jong en Veelenturf de heeren J.
Ko.rtakaas te Lisse en B. N. Loerakker te
Hillegom
De agenda voor de a.s. Partijraadsvergadering
werd vervolgens aan een bespreking onder,
worpen
Bij punt 11, behandeling van het rapport der
Commissie belast met de toetsing van het Kies
reglement 1927 aan de daarmede in de praetijk
opgedane ervaringen, werd lang stil gestaan.
Het bestuur gaf als zijn meening te kennen,
dat het aantal kwaliteitszetels te groot is
en moet worden teruggebracht tot lt; ook
acht het de samenstelling van hot Centraal
kiescollege niet juist. Dit college, waarin ook
vertegenwoordigers der sociale organisaties zit
ting hebben, behoortt alechlts te advlsieeren
aan het Partijbestuur, diat de beslissing neemt
over de verdeeling. Echter acht het niet juist,
dait het Partijbestuur alléén de beslissing heeft
bet wil een z.g. Verkiezingsraad, waaru-, be
halve de leden van het Partij bestuur, ook
twee afgevaardigden van eiken kring zitting
hebben.
Ten aanzien van de kwaliteitszetels vond
liet standpunt van het bestuur allerwegen In
stemming.
Aangaande de kiescomité's meende het be
stuur, dat het beter zou zijn wanneer deze
verdwijnen. Het vreest echter, dat het nimmer
zoo ver zal komen. Daarom wenschbe hot ze
te doen voortbestaan, doch dan gereglemen
teerd.
Samengaan met andere kringen kon het be
stuur billijken, maar het elscht, dat de kring
Leiden zijn eigen candidaten aanwijst.
Ook ten aanzien van deze punten kon de
vergadering zich met de zienswijze van het
bestuur vereenlgen.
Aan de.n Partijraad zal worden verzocht als.
nog toe te staan, dat de Partijraadsvergade
ring door leden van de kiesvereenigingen wordt
bijgewoond.
In' verband met het vergevorderde uur werd
besloten de inleidingen welke de heeren P.
Heemskerk en H. L. C. Tobé, onderscheidenlijk
over „De taak der overheid ten opzichrg van
het gezin" en „Het gezin en het arbeidende
meisje" uit te stéllen tot de volgende vergade
ring.
Bij de rondvraag verzocht de heer Li everts©
(Hobgmade) de vergadering een volgende maal
zich te willen uitspreken tegen cumulates van
ambten. Voorts deed hij het voorstel aan de
hand hijde regeering aan te dringen, dat de
regeling voor steunverleeuing aan werkloozen
over 't geheele land verplichtend wordt ge
steld.
Op verzoek van den heer Heemskerk werd
het bestuur gemachtigd aan het Partijbestuur
een motie te zendien, waarin wordt aangedron
gen op vermindering van het salaris der
Kamerleden, herziening der nonactivltoiits-
tractememten, liet tegengaan va.n cumulatie van
ambten en bezuiniging ook op de hoogere sala
rissen.
De heer Raphorst uit Veur bepleitte werk-
verruiming op bet platteland. Den afgevaar
digden naar den Partijraad werd opgedragen
de kwestie van beleid ten aanzien van de ver
laging der ambtenarensalarissen van beleid bij
de rondvraag der a.s. vergadering ter sprkae te
brengen en te verzoeken, dat het Partijbestuur
een brochure doet uitgeven waarin het regeer-
beleid wordt behandeld.
De heer Loerakker heeft daarop het beleid
der Kamerfractie verdedigd. De Kamerfractie
lieeft tegen een motie gestemd, een motie,
waarvan de strekking verder ging dan men
oppervlakkig zou vermoeden. De tijden zijn
slechter dan men meent. Als de fractie nu
iets moest doen, wat zeer onprettig is, dan mag
men toch vcg cm derstellen, dlat daartoe een
buitengewone aanleiding aanwezig Is geweest
Er is gehandeld uit hittere en droeve noodzaak.
Spr. luad bewondering voor hen, die den
moed hebben bezeten hun plicht hooger te
stellen dan hun popuWdteit.
Te ruim zes uren werd de vergadering ge
sloten.
Ernstig gewond opgenomen.
Een 17-jarige meubelmaker C. P. te A'dam
stond met eenige arbeiders voot een
raam in de derde verdieping van een meubel
fabriek aan de Recbtboomsloot te kijken naar
een passeerenden brandweerauto. Plotseling
gleed de jongen uit en viel uit het venster.
Zwaar gewond werd hij opgenomen en naar het
Binnengasthuis vervoerd.
Goed afgeloopen.
Men meldit ons uit Den Plaag:
Op den Z. W. Buitensingel reed Zaterdag
middag de 48-jarig© wielrijdister J. H.
B., uit de Tollensstraat met de keel tegen een
staaldraad, welke bij werkzaamheden aan een
perceel aldaar over den rijweg was gespannen.
Zij klaagde eenigszins over pijn aan de keel,
doch bekwam overigens geen letsel en ging te
voet huiswaarts. De uitvoerder van het werk
had een man op den weg geplaatst, om het
publiek te waarschuwen, doch de wielrijdster
had de waarschuwing te laat gehoord.
WIELRIJDSTER ONDER EEN AUTO.
Vrijdagavond reed de heer E. P. uit Goirle
met zijn auto over den Korvelsche weg te Til
burg, toen plotseling een van tegenovergestel
de zijde komende wielrijdster kwam te vallen
en onder den auto terecht kwam. De wielrijd
ster mej. K. uit de Gerard Brandstraat te Til
burg bleef bewusteloos liggen en bleek haar
rechterpols en linkerknie te hebben gebroken,
terwijl ze tevens verschillende vleeschwonden
bekwam. Na voorloopig te zijn verhonden door
dr. Roozen is zij per G. G. D. naar het Elisa-
bethulaksnhuU overgebraeki.
(Van onzen H-correspondent.)
Het is avond, als Ik in Washington aankom
en het regent, zoodat de stationshal zich onge
woon druk vult met reizigers, die geduldig op
een taxi wachten.
Deze hal van het station der Baltimore and
Ohio maakt reeds op het eerste gezicht een
kloeken indruk. Ze doet bijna monumentaal
aan, is werkelijk een nationale hoofdstad in
alle opzichten waardig. Men zegt, dat zich in
die hal vijftig duizend menschen kuuuen ver
zamelen, een waar leger dus.
Zulk een getal verzamelt zich echter niet
in een spoorwegstation. Zeker niet in Amerika.
Wanneer hier de burgers eu masse naar een
plaats van bijeenkomst trekken, doen ze dit
niet per trein, maar in autobussen, in auto's
of te voet. Voetbal- en baseballspelers en hun
aanhang verplaatsen zich per autobus, leden
van respectabele organisaties reizen in hun
eigen auto en protesteerende werkloozen ge-brui
ken de overoude pedes apostolorum. Ook naar
Washington, zelfs naar Washington, komen de
Am anen op deze wij-ze, met dit verschil,
dat de organisatie in auto's door een politie
macht naar het Witte Huis worden geëscor
teerd en de protesteerende werkloozen door die
zelfde politie reedis voor de poorten van de
stad uiteen worden gedreven.
Wat de voetbal- en baseballspelers en bun
aanhang betreft, die worden zooveel mogelijk
onbewaakt gelaten en ze hebben het onge
schreven recht, naar hartelust kabaal te ma
ken. Dit is intusschen niet alleen in de na
tionale hoofdstad het geval. In elke groote
Amerikaans-che stad is een intocht van een
beroemd elftal een gebeurtenis, die de halve
burgerij te hoop doet loopen en het met zoo
veel zorg geregelde verkeer voor onbepaalden
tijd stremt. Het station blijft echter buiten der
gelijke manifestaties.
Voor groote massa's is het station van Was
hington dus niet gebouwd, maar het vormt on
getwijfeld een onderdeel in het grootsche plan,
dat van deze City d© meest grandiooze hoofd
stad in de wereld maken moet.
Momenteel is Washington nog niet aan dat
meest grandiooze toe en nog slechts een ge-
meenebest van een half millioen in netjes
aaneengeregen provinciestadjes huizende Co-
lumbianen. En tusschen di© provinciestadjes
in staan keurig in het gelid allerlei imposan
te gebouwen, gecommandeerd door het wereld
vermaarde Kapitooi, zonder overigens een idee
van groiD-tsohheid op te wekken. D© stations
hal is evenwel grandioos en met een blik op
de toekomst neergezet. Ze is geinsp-ireerd op
de fameuze Termen van Diocletianus in Rome
en doet daardoor zooals de meeste grootscheep-
sche producten der Amerikaansche architec
tuur buitengewoon vertrouwd aan.
Het er voor liggende stations-plein bezit de
Amerikaansche allures van ruiimte, die in den
aanvang.weldadig werken, maar op den duur
hét gebrek aan sf-eer en intimiteit niet kunnen
vergoeden. Er branden nu ondanks den neor-
plassenden regen rijen toortsen, wier roodach
tig lichten fantastisch op en neer dansen. Ze
doen aan een feestelijke illuminatie denken.
Het blijkt intusschen gauw, dat Washington
ook ten aanzien van opgebroken straten groot-
ebeedsqhe neigingen heeft en de taxi's komen
met moeite over plankieren naar de wachten
den toe, wurmen zich angstvallig langs gaten
en putten naar veiliger boulevards en avenues,
di© aan weerszijden door statig gelxvmte ge
flankeerd, van de stad één grooten tuin maken,
althans op het business-district na, dat even
onooglijk is als elke andere Amerikaansche
provinciestad.
"Washington is volgens haar beschrijvers
„de stad der splendid© vergezichten" en „de
stad der magnifieke afstanden", tevens de
vroegere twistappel tusschen d-e afgunstige
staten der jonge Amerikaansche republiek. Ze
dankt haar geboorte aan een compromis en
ligt in een gebied, dat tot geen enkelen staat
behoort en direct onder toezicht van het Con
gres staat. Het district van Columbia, zooals
dit gebied officieel heet, behoorde vroeger
lot Maryland, werd door dezen vriendelijken
staat terwille van de nationale eenheid en ten
behoeve van de stichting eener nationale hoofd
stad welwillend aan de federale regeering af
gestaan. De burgers van het district hebben
geen stemrecht, waarmede ze blijkbaar tevre
den zijn, zich vermoedelijk troostend met de
gedachte, dat ze bijna allemaal iets in het be
stuur van het land te zeggen hebben, omdat
ze bijna allemaal ambtenaren zijn.
Washington is in overeenstemming met de
Amerikaansche rechtlijnige principen gebouwd
en naar de plannen van den Fransehen archi
tect Pierre l'Enfant, die om den drommel geen
baby moet zijn geweest. Hij ontwierp de hoofd
stad van de republiek, voor wier tot stand
koming hij in het vrijheidisleger dapper had
gevochten, met Franschen bravour en Fran-
echen zwier, zoodat zelfs een Zonnekoning
zich er op z'n gemak zou hebben gevoeld. Het
spreekt daartegenover, dat de republikeinsche
George Washington, ofschoon aristocraat in
bart en nieren, zich er niet erg thuis voelde
en er vooral bezwaar tegen had, dat ze naar
hem werd genoemd, zulks volgens de ge
schiedkundigen uit hoofde van zij® aangebo
ren bescheidenheid. Hij sprak van Washington
altijd als van de „federale city".
De „federale city" had heel wat tijd noodig,
voordat ze zich den droom van l'Enfant waar
dig maakte, maar ze is nu aardig op weg. Bran
den en verovering door den vijand hebben haar
niet in haar ontwikkeling kunnen stuiten. De
nationale trots zorgt, dat die ontwikkeling ge
lijken tred houdt met het land, welks regee
ring Washington zoo gracieus herbergt. De
nationale trots zorgde ook, dat het vermaarde
Witte Huis bleef, wat het was vóórdat het
grootendeels in vlammen opging. Dit gebeur
de, toen tijden-s den oorlog van 1812 de Engel-
schen Washington innamen, de president (niet
George Washington) moest vluchten en het
Witte Huis en enkele andere gebouwen uit
wraak voor door de Amerikanen elders ge
wrochte verwoestingen in brand werden ge
stoken. Dat is een merkwaardige episode in de
Amerikaansche geschiedenis geweest. De gene
raal, die bevel had, de nationale hoofdstad te
verdedigen, was bij de komst der erfvijanden
zoo zeker van zijn zaak, dat hij reeds van te
voren zijn soldaten vertelde, hoe ze indien
noodig het snelste zouden kunnen vluchten.
Het geblakerde Witte Huis werd naderhand
weer in oude glorie hersteld en kreeg toen zijn
naam. Want om den muren, die overeind waren
blijven staan, een beter uiterlijk te geven, wer
den ze fel wit geverfd. En nog heden ten dage
herbergt het Witte Huis, dat In den loop der
tijden wat grauw geworden is, naar iedereen
weet den president van de Vereenigd© Staten
en zijn familie.
Het staat te ver, om het vanavond nog te
verkennen. Trouwens, d-e verlichte koepel van
het Kap 1 tooi en de heerlijk rustige dreven er
rondom oefenen ondanks den regen een on
weerstaanbare aantrekkingskracht uit. Met het
gegrom van New York nog in mijn ooren,
lijkt Washington me landelijk rustig en de re
gen blijkt een "in New York tijdens de heete
zomermaanden lang ontbeerd genot.
Het Kapitooi levert in de omfloerste illumi
natie van een regenavond een waarlijk appetij
telijk aspect en het wekt in z'n grijzige con
touren even een herinnering op aan het paleis
aan het Noord-einde en de majesteuze omlijs-
ing van groen en bloemen wekken gedachten
op aan Münehen en vanzelf aan Europa. Hier
is nu een stuk Amerika, dat zichzelf i®, vol
harmonie, vol sfeer, zonder wanklanken en
afstootende contrasten. Zoo denk ik bij me
zelf, terwijl ik met vaderlandsche bekwaam
heid de plassen vermijd, waarin de koepel van
liet Kapitooi zich spiegelt als een blanke maan.
Maar opeens wekt een stem me uit mijn
enthousiasten droom en ik weet met een zeker
heid, die wat al te plotseling komt, dat ook in
Washington Amerika zich doet gelden.
De stem heeft de bekende, gehate, erger
lijk onverschillige vettigheid van den honderd
procent Amerikaan. Het blijkt inmiddels, dat
ze door een dame wordt voortgebracht. De da
me hangt nonchalant uit een modder bespat
ten auto. „Hé mister", vraagt ze op een manier,
die overal elders dan in dit land onbeleefd zou
zijn, maar hier bon ton is, „hé mister, kun je
me ook zeggen waar die H. street is."
Ik ben allang vergeten, dat in de Engelsch
sprekende wereld buiten de Vereenigde Staten
een lid van het sterke geslacht in den regel
met sir wordt betiteld en erger me dus niet
aan het onverschillige mister. Ze had „buddy"
kunnen zeggen of een dier andere Amerikaan
sche democratische betitelingen kunnen bezi
gen. Maar ik erger me er wel over, dat deze
lady me uit mijn droomen haalt en me in de
schaduw van het Kapitooi duidelijk maakt,
waarvan dit een symbool is. Desondanks deel
ik haar vriendelijk mede, haar door onbekend
heid met de stad niet van dienst te kunnen
zijn. Zonder boe of ba te zeggen zet ze den mo
tor aan en laat zich door de duisternis op
slokken. Het paleis aan het Noordeinde en
Miinchen zijn verdwenen. Ik ben weer in
Amerika, in Washington, waar ik spoedig zal
ervaren, dat Amerika overal zich zelf blijft, al
weet het zich nog zoo te vermommen. Het „hé
mister" overheerscht me ook In dit centrum
van internationale diplomatie. Dezen avond
is het echter voor het laatst geweest, dat ik
me over zulke kleinigheden wil ergeren. In
het vervolg geldt voor me ,,'s lands wijs,
's lands eer". Met den hoed in den hand komt
men door het gansche land, zeggen we ln de
Oude Wereld. „Met een harde huid kom je het
beste vooruit", dat ie het devies hier en ten
slotte. wat beteekenen zulke pietluttigheden
als men aan het begin staat van een reis
dwars door Amerika, wat beteekenen ze, zelfs
als ze schoone droomen verstoren?
De hoofdingang van het Kapitooi te
Washington, waarin het Congres en dé
De actie van den R. K. Vrouwenbond te
Utrecht voor de Utrechtsche werkloozen.
Mevr. Steur leidt de werkzaamheden van
het groente-inmaken.
WAAR HAD DE VARUSSLAG PLAATS?
DORTMUND, 20 November (H.N.) Onlangs
zijn 4.000 graven uit den Romeinschen tijd in
het N. Oostelijk gedeelte van het Arnsberger-
woud bij Ruethen ontdekt. De onderzoekin
gen zijn sedert voortgezet, waarop men ook
graven in de aangrenzende wouden heeft ge-
vonden en wel in het Kallenhardter woud en
in het Brillenerstadsbosch. De ontdekker van
het grafveld, conrector Henneboele te Riithen,
schat het totale aantal grafheuvels tusschen
de 8 en 10 duizend. Reeds vroeger waren mid
den In het Arnsbergerwoud aan den Plack-
weg ongeveer 15.000 graven bekend, waarover
een 20 jaar geleden een vinnige strijd is ont
staan, daar een groep van geleerden deze heu.
veis als „Lesesteiri'-heuvels beschouwde, ter
wijl het volgende de opvatting van anderen
grafheuvels waren.
De thans ontdekte grafheuvels wijken in zoo
verre van de vroegere grafheuvels af, dat men
hier met graven te doen heeft, waar slechts
een enkel persoon begraven is, terwijl de heu-
veis aan den Plackweg alle massagraven wa
ren. De lijn van de thans gevonden graven
loopt van Riithen met een boog naar het Zuid
Westen en sluit zich daar aan op de graven
van den Plackweg, zoodat ongetwijfeld daar
mede verband moet bes-taan. Hierdoor wordt
een theorie bevestigd, die de heer Kohier in
1925 opstelde in zijn werk: „Waar heeft de
Varusslag plaatsgehad? Deze wees er op, dat
het slagveld nog kenbaar moest zijn aan dui.
zenden graven van gevallenen. Deze duizen
den zijn thans gevonden en liggen precies op
de lijn, welke de heer Köhler In zijn werk aan
gegeven heeft als den weg, langs welken Va-
rus opgetrokken moet zijn, toen hij zich door
Arminlus Het meelokken in de onbegaanbare
wouden.
De slag moet dan hebben plaatsgehad in het
gebied tusschen Warstein en den Plackweg.
t Senaat der Vereen. Staten bijeenkomen
Hr. Ms. torpedobootjager „Banckert" is 19 de
zer van Curasao vertrokken ter aanvaarding
va* da reis user Nederland.
Reeds 166 vertegenwoordigende
delegaties.
Onze Parijsche correspondent meldt ons:
Tot op het oogenblik zijn reeds 700 gedele
geerden ingeschreven om deel te nemen aan
de te Parijs op 26 en 27 dezer te houden Inter
nationale conferentie vat de ontwapening.
Zij vertegenwoordigen 166 vereenigingen, ver
deeld over zeventien landen.
De lijst der aangekondigde sprekers heeft
nog al belangrijke wijzigingen ondergaan.
Zoo zal mgr. Kaas, (Duitsehland) niet naar
het congres komen en in zijn plaats zal in de
publieke zitting, in het Trocadero te houden,
het rijksdagslid Joos het woord voeren. Voorts
zijn, alle socialistische woordvoerders uitge
vallen, uitgenomen Paul Boncour, die au hij
het Paleis Bourbon verlaten heeft om In den
senaat te gaan zetelen, geweigerd heeft zich
bij de socialistische senaatsfractie te laten in
schrijven, en zich bij de onafhankelijken heeft
Ingedeeld, daar hij van meening is, dat de
wijze waarop hij gekozen werd aan zijn man
daat 'n republikeinsch karakter heeft gegeven.
Jouhaux, Va.n<lerveide, Löbe of Ledebour heb
ben er van afgezien het woord te voeren, aan
gezien de tweede internationale van haar le
den edscht, dat zij over het vraagstuk van ont
wapening in oongressem slechte het woord
zullen voeren, als die congressen door do par
ti) zelf zijn bijeengeroepen.
De algemeene vergadering zal geleid wor
den door Herriot, terwijl sprekers zijn: Joos
(Duitsehland), de Madariaga (Spanje) Hough
ton (Amerika) Lord Cecil (Engeland), SciaJoja
(Italië), Henri de Jouvenel en Palnlevé
(Frankrijk). Tijdens die vergadering zal per
radio de stem van senator Borah vernomen
worden, die aan het congres een boodschap
zal overbrengen van de Amerikaansche vredes-
vrienden.
In die bijeenkomst zal tevens een boodschap
aan het congres worden voorgelezen van den
kardinaal-aartsbisschop van Parijs, Z. H. Em.
kardinaal Verdier. Dit laatste wordt door het
congresbestuur, naar ons op het congresbureau
werd medegedeeld, ten zeerste op prijs gesteld,
daar het congres eenige aanvallen heeft te
donrstaan gehad, die van een ernstig misver
stand blijk gaven omtrent het deelnemen van
de Katholieken.
Dit gaf ons aanleiding de vraag te stellen,
hoe de verklaringen van den heer de Jouvenel
in een persconferentie afgelegd, moesten wor
den opgevat dat sommige politieke partijen
niet aan het congres zouden deelnemen.
Men antwoordde ons, dat er volstrekt geen
politieke partijen zijn uitgenoodigd, maar al
leen vereenigingen, die zich met de actie voor
ontwapening bezig houden. Als, voor wat
Frankrijk betreft, eenige partijvoonnannen als
spreker voor de algemeene vergadering ot
voor de studievergaderingen zijn uitgenoodigd
geworden, dan is dat in de kwaliteit van
technici, doch niet als vertegenwoordigers hun
ner respectieve partijen. Wel was het aantal
deelnemende vereenigingen van de linkerzijde
voor wat Frankrijk betreft, belangrijk groo-
ter dan het aantal vereenigingen welke men
tot rechts kan rekenen, maar de Katholieke
vredesbonden nemen alle aan het congres
deel, dat trouwens een belangrijke medewer
king heeft gevonden hij de Union Catholique
des Etudes Internationales, voor welke com
mandant Lefèbure-Dibon in het bestuur zit.
Ook bij de Ligue Catholique des Frangaises
pour la Paix, in het congresbestuur vertegen-
wo rdigd door mevrouw Malaterre-Sellier.
Ook zijn verschillende wijzigingen gebracht
In de orde der studie-vergaderingen, die 26 en
27 November zullen worden gehouden in het
Instituut voor Intellectueele samenwerking in
het Palais Royal.
De eerste studievergadering zal de vraag
beantwoorden: Waarom ontwapening? En de
aangekondigde sprekers zijn lord Cecil, de
Jouvenel, Fern, Merlin (Frankr.), Politis
(Griekenland), Rêné Cassin (Frank.), Led-
niscky (Polen), terwijl de heer Pézet (Parti
Populaire) een verklaring zal afleggen namens
zijn geestverwanten. Deze bijeenkomst heeft
Donderdag 26 November in den namiddag
plaats.
De ochtendbijeenkomst van Vrijdag 27 No
vember zal gewijd zijn aan de vraag: „Wan
neer ontwapenen?" Deze vergadering, die ge
leid zal worden door baron von Rhednbabea
(Duitsehland) zal als ingeschreven spreker»
aanhooren: Pierre Cot (rad-soc. deputé-Frank-
rijk), Arlgo Solmi (Italië) en mr. Limburg
(Nederland). De middagbijeenkomst, over de
vraag: „Hoe ontwapenen?" wordt gepresideerd
door Paul Bonoour en telt als inleiders dei}
besprekingen: oud minister Titulesco (Roeme*
nië) Rolin, (België) en Mayer (Duitsehland).
Zooale men weet, ls algemeen congTeavoo^i
zitter lord CeoU of Chelwood.
.dÉ