DWARS DOOR AMERIKA. MAANDAG 23 NOVEMBER 193T een nieuw avontuur van URBINA. Door de gouvernementstroepen verslagen. UI R. K. KAMERCENTRALE „LEIDEN" HET OPROER TE PARAMARIBO. HET KIESREGLEMENT 1927 IN DE PRAKTIJK. de VOORZITTERSLOGE. WASHINGTON, DE NATIONALE HOOFDSTAD. HOE HET WITTE HUIS Z'N NAAM KREEG. UIT HET RAAM GEVALLEN. TEGEN EEN STAALDRAAD GEREDEN. Jlllllil jé msm DE „BANCKERT" REPATRIEERT. HET INTERN. ONTWAPENINGS CONGRES. EEN BOODSCHAP VAN KARD. i. -- yERDIER. De „Amigoe di Curacaobêvat een bMicht daarin een nieuw avontuur van Urbinawordt "Vermeld. De „bekende generaal Jlitdeeven eens bekende geschiedenis hoe het blad - weer een bravourstukje ui gehaald om wraak te nemen op Gomez, maar thans Wepr evenmin geslaagd als in 1J..9. De ver moedens welke men bad, bij bet eerste hooren van dit nieuwe geval van zeerooveru, zijn niet onwaar gebleken, een officieel telegram van de Venezolaansche regeeiing bevestigde, dat Urbina de aanvoerder was. Begin October was de 1000 ton-groote vracht- boot „Superior" te Vera Cruz In Mexico ge charterd om een aantal werklui over te brengen naar de plantages der Chikle Comp., in Yuca tan waar de grondstellen gekweekt worden voor het bekende kauwgum. Het aantal werk lui dat zich inscheepte, bedroeg 104. Maar toen het schip bij de plaats zijner aanvanke lijke bestemming was, ontpopten zich de ar beiders als Venezolaansche revolutionnalren en dwongen den kapitein koers te zetten naar Capatérida, een klein kustplaatsje aan de golf van Maracaibo, in den staat Falcon. Toen de muiters daar waren aangekomen, hebben zij van het schip alle brandstof en le vensmiddelen meegenomen, de draadlooze en de machines onklaar gemaakt en het schip weer zee Ingestuurd. Toen de kapitein weer zijn radio in orde had, kon deze zijn berichten de wereld inzenden, waarvan tal van telegram men in 't Engelsch en Spaansch zijn opgevan- gn. De „Justina", en der tankbooten van de C. S. M. kreeg het schip in zicht en opende onderhandelingen om het schip naar Aruba op te brengen. Intusschen kwam ook een Vene- zolaansch gouvernementsschip bij de „Supe rior", wier naam veranderd was in „Elvira de Buenos Aires" en nam het schip, waar nog •wapens aan boord gevonden werden, namens het Venezolaansch Gouvernement in beslag. Urbina zelf met zijn mannen is in de huurt Van Coro door Gouvernementstroepen versla gen, maar de leider zelf is gevlucht. Voorloopig zullen we dus wel niets meer van hem hooren, totdat hij weer geld heeft en men- schen voor een nieuw avontuurwant rust kent deze man niet." Uitvoerige mededeelingen In aansluiting aan de reeds per telegraaf gemelde berichten over de relletjes te Parama ribo, bevatten de West-Indische bladen daar over uitvoeriger mededeelingen. Volgens een aanhaling in de „N. Rot. Crt." •uit „De West" meldt dit blad, dat de relletjes zijn begonnen na afloop van een vergadering van den Volksbond, waar heftig werd geprotes teerd tegen den onvoldoenden steun aan de werkloozen. Zelfs boschnegers hebben daar het woord gevoerd. Er werd een stoet geformeerd om een betooging te houden, welke door de politie verboden werd. Op een gegeven oogen- Jdjk ontstond een algemeen verzet tegen de politie, dat zich over heel de stad uitbreidde. De meest ergerlijke baldadigheden en vernie lingen hadden plaats en de beschikbare poli tiemacht was aanvankelijk geheel ontoereikend om het oproer het hoofd te bieden. Verschillende beambten zoo schrijft „De West" „werden het slachtoffer van hun plicht. Een der eersten die zwaar verwond naar het Militair Hospitaal werd gebracht, was de beambte van Ritter. Men had hem van achteren een steek met ponjaard ot' mes toegebracht, die de long had geraakt. Zijn tos stand scheen levensgevaarlijk, maar de latere berichten geven eenige hoop op behoud. De beambte Gaddum Is met een ijzeren stok dooi het oog gestoken. De beambte Ramadin ligt in het hospitaal met gebroken vingers. De be ambte Laret werd in de Ladesmastraat aan gevallen door een menigte en bekwam een hevig bloedende wonde aan het achterhoofd. Men sloot hem op in een buis, waaruit hij later door den inspecteur Mac Donald met eenige manschappen werd gered. De hoofd inspecteur Buillab verkeerde op een gegeven oogenblik in een allerhachelijkste positie. Hij werd geheel alleen, omsingeld door een me nigte "van misschien wel honderd personen en werd op het nippertje ontzet door een af- deeling militairen, die per truck ter plaatse arriveerden en in een geweldige charge met den klewang de menigte deden uiteenspatten. Tal van politie-beambten bekwamen nog kwetsuren van minder belang. De gummistok bleek een onvoldoend wapen bij zoo'n oproer. Des avonds werd de politie voorzien van kara bijnen en sabels die beter voor het doel ge schikt bleken. Hoewel de politie door militairen versterkt was, verliep de dag zonder dat het oproer ge dempt was. Waar de politie verscheen, meest in motorwagens, verspreidden zich de oproer makers, om op andere punten weder op te duiken. Verzet bleef aan de orde van den (lag en uit de poorten werd op verraderlijke wijze met steenen en flesschen water naar de politie geworpen. Zelfs de autoriteiten ontkwamen daaraan niet. Een auto waarin zich bevonden de procureur-generaal, de commissaris van politie en de luitenant-adjudant van den gou verneur, werd met steenen bekogeld. Luitenant Brummer werd daarbij aan het hoofd, bij bet linkeroog getroffen door een projectiel. Toen Donderdag het verzet tegen de ge wapende macht voortduurde, besloot de over heid met meer kracht op te treden. Waar schijnlijk heeft daartoe bijgedragen de over weging, dat het hier blijkbaar niet meer was een toevallige uitbarsting, maar een georgani seerd verzet, waarvan de leiders zich zorg vuldig op den achtergrond hielden, het over latend aan' het grauw om de kastanjes uit het vuur te halen. Den tweeden dag van het oproer is krachtig opgetreden en zijn er leelljke klappen gevallen. Verscheiden raddraaiers moeten verwond zijn, doch meldden zich om begrijpelijke redenen niet aan. Bij verschillende ontmoetingen heeft de politie er met de sabel duchtig 0p los ge ranseld. De ernstigste botsing vond plaats omstreeks drie uur Donderdagmiddag. Er werd assisten tie gevraagd in de Zwartenhovenbrugstraat ter hoogte van de Steenbakkersgracht. De hoofd agent Ragoobar, die met een beambte ter plaatse werd gezonden, trof een volksoploop aan Hij maande de menigte aan om door te loopen Op een gegeven oogenblik naderde de heer Doedel, voorzitter van den Volksbond, die verklaarde een mededeeling te hebben voor het volk. Hij verzocht de politie om dit te mogen voorlezen. Deze weigerde, daar de in structie luidde, dat samenscholingen niet mochten worden toegestaan. Doedel hield aan en terwijl hij sprak met den agent, drong de •aenigte op, zoodat Ragoobar zich op een ge- £Bren oogenblik omsingeld zag en een der Omstanders hem de karabijn trachtte af te De St. Bernardshonden voor 't beroemde klooster in de Zivitsersche Alpen. nemen. Terwijl hij worstelde om zijn karabijn vrij te krijgen, kreeg bij een schop tegen het scheenbeen" e'n begon de menigte hem met steenen te werpen. De beambte, die zijn ohef in dezen toestand zag, loste daarop een schot. Aanvankelijk had dit geen uitwerking op de menigte. Men brulde: Schiet ons maar dood; intusschen ging men voort met steenen wer pen, zoodat Radoobar getroffen werd aan ge- zicht en arrn. De menigte scheen, hoewel bij het eerste schot reeds een gewonde viel, nog steeds in den waan te verkeeren, dat de politie slechts met losse patronen schoot. Ragoobar zag zich nu genoodzaakt ook zijnerzijds eenige schoten te lossen. Plotseling weerklonk de kreet: Ze schieten met scherp! de menigte stoof daarna in alle richtingen uit elkander, Toen het terrein schoon was, bleken drie ge wonden op straat te lig§®n> öie per auto naar het militair hospitaal werden vervoerd. Een hunner, Nijman genaamd, overleed eenige uren later in het militair hospitaal. Een twee de is zeer bedenkelijk". Door dit krachtig optreden was de orde spoe dig hersteld en kon het gewone leven weer zijn gang gaan. In Jotaal werden 30 personen ge arresteerd. De heer Suring spreekt voor de Utrechtsche kiezers. Het verslag der Commissie, belast met de toetsing van het Kiesreglement 1927 en de daarmee in de praktijk opgedane ervaring werd Vrijdagavond op een vergadering van de R. K, Kiesvereèniging te Utrecht door den heer Su- ring, lid der Tweede Kamer besproken. De bedoelde commissie heeft in een uitgebreid verslag de bezwaren uiteengezet tegen het Kiesreglement 1927. En waar de motieven van die bezwaren zijn aangegeven, is veelal ook de weg gewezen voor een mogelijke ver betering. Dit rapport is tihans in de partij in behan deling, waarna een nieuwe oommissie een ge wijzigd Kiesreglement 1927 kan samenstellen. De bezwaren tegen het stelsel bepalen zich hoofdzakelijk tegen het feit, dat het aantal kwaliteitszetels te hoog is, dat het stelsel te doorzichtig is> ea dad het onwaarachtig is. Met het eerste en laatste punt is de Com. missie het eens, terwijl het tweede feit niet als een bezwaar wordt gevoeld. De kwaliteitszetels bedoelen de veelzijdig heid en de deskundigheid van de fractie te waarborgen, maar in het Kiesreglement 1927 te de eisch, dat de veelzijdigheid der fractie ju is ooi de kwaliteitszetele gewaarborgd moet worden niet opgenomen. Uit dit alles concludeert de commissie, dat aan de bezwaren omtrent deze kwestie niet tegemoet behoeft te worden gekomen, temeer niet, waar van stan denvertegenwoordiging geea sprake He[ geheele kiezerscorps kiest imners de afgevaar- digden. - n ere bezwaren gelden meer het Centraal College. Volgens het kiesreglement wordt dit ge vormd door het partijbestuur en de gekwalifi ceerde leden -van het adviseerend gedeelte van den Partijraad. Men acht het nu onjuist, dat beslissingen genomen worden door een advi seerend gedeelte van den Partijraad. De com missie, due dit bezwaar erkent, ziet een oplos sing in een dubbel Partijbestuur, waarbij de bedoelde gekwalificeerde ]0den slecMs ran advies mogen dienen. Ten laatste erkent de -u commissie ook het be zwaar tegen het landelijk verzamelen van stemmen, waardoor dtetnictscandi daten kunnen worden verdrongen. E;en oplossing kan zijn een wijziging der toepassing in dliea dat de. gene die gekozen wil worden, een bepaald aantal stemmen moet halen om officieel can- diidaat te kunnen wondem geste'ld Ongeveer dezelfd© inleiding nield de heer Suring op een -vergadering van een Bond van R. K. kiezers In den Rijkskieskring Utrecht, waar de bezwaren, welke wij ooven noemden, ook naar voren werden gebracht en besproken. De loge van den voorzitter der Tweede Ka mer schijnt zich z-oo nu en dan in de bijzon dere belangstelling van onze liberale parle. mentsredacteuren te mogen verheugen. Bij de stemming over de verdeeling van den radiozendtijd werd pastoor Perquin in deze loge ontdekt ofschoon de voorzitter van den K.R.O. in geen velden of wegen te beken nen was. Vrijdag bad fa *1® Kamer de verkiezing van een nieuwen commissie-griffier plaats en onze liberale collega s vertellen als zekerheid de ongehoorde veronderstelling dat de geko zen candidaat niet alleen de onkiesheid zou hebben gehad in de presidentsloge de verkie zing te volgen maar daar van den uitslag ken nis nam „met zijn familie" en er zich met turven zou hebben onledig gehouden. Wij behoeven niet te' zeggen dat onze libe rale collega's zich vergist hebben, en dat hun vergissing dezen keer van niet zoo geheel on- sohuidigen aard is, zullen zij bij eenig naden, ken zelf wel inzien. De heeren, die meénen dat een nieuwe Paus wordt aangekondigd met de woorden: „Habe- mus Papem", zouden zich in het vervolg mis schien de moeite kunnen geven even te infor- m eer en alvorens fantasterijen te publlceeren welken voor den betrokken persoon hoogst on aangenaam moeten, zijn. De Kamerfractie en de salaris verlaging Men meldt ome uit Gouda: In ,jde Harmonie" hield de R. K. Kamercen trale Leiden Zaterdagmiddag een vergadering, welke zeer druk bezocht was. Des morgens had de hoogeerw. heer deken B. M. J. van Rooy in die parochiekerk van O. L. Vrouw Hemelvaart eene H, Mis opgedragen voor de zielerust van Mgr. Dr, W. H. No-lens. De voorzitter, de heer A. H. Boekraad wijdde na de opening eenige gevoelvolle woorden aan die nagedachtenis van den overleden Katho lieken Staatsman, waarna een Onze Vader voor diens zielerust werd gebeden. De voorzitter ging 'hierop in 't kort na de resulaten van de j.l. gehouden gemeenteraad verkiezingen in den Kring Leiden. Leiden werd aangewezen als plaats waar de volgende vergadering zal worden gehouden Alvorens de verkiezing van een lid en een tweetal plaatsvervangers in den Partijraad aan de orde te stellen, herdacht de voorzitter rlen door een noodlottig ongeval om het leven gekomen afgevaardigde, den heer C. Schipper uit Voorschoten. In de vacature van den heer Schipper werd voorzien door de benoeming van dien he©r L. J. v. d. Bosch te Bleiswijk. Tot plaatsvervangers werden gekozen in de vaca tures de Jong en Veelenturf de heeren J. Ko.rtakaas te Lisse en B. N. Loerakker te Hillegom De agenda voor de a.s. Partijraadsvergadering werd vervolgens aan een bespreking onder, worpen Bij punt 11, behandeling van het rapport der Commissie belast met de toetsing van het Kies reglement 1927 aan de daarmede in de praetijk opgedane ervaringen, werd lang stil gestaan. Het bestuur gaf als zijn meening te kennen, dat het aantal kwaliteitszetels te groot is en moet worden teruggebracht tot lt; ook acht het de samenstelling van hot Centraal kiescollege niet juist. Dit college, waarin ook vertegenwoordigers der sociale organisaties zit ting hebben, behoortt alechlts te advlsieeren aan het Partijbestuur, diat de beslissing neemt over de verdeeling. Echter acht het niet juist, dait het Partijbestuur alléén de beslissing heeft bet wil een z.g. Verkiezingsraad, waaru-, be halve de leden van het Partij bestuur, ook twee afgevaardigden van eiken kring zitting hebben. Ten aanzien van de kwaliteitszetels vond liet standpunt van het bestuur allerwegen In stemming. Aangaande de kiescomité's meende het be stuur, dat het beter zou zijn wanneer deze verdwijnen. Het vreest echter, dat het nimmer zoo ver zal komen. Daarom wenschbe hot ze te doen voortbestaan, doch dan gereglemen teerd. Samengaan met andere kringen kon het be stuur billijken, maar het elscht, dat de kring Leiden zijn eigen candidaten aanwijst. Ook ten aanzien van deze punten kon de vergadering zich met de zienswijze van het bestuur vereenlgen. Aan de.n Partijraad zal worden verzocht als. nog toe te staan, dat de Partijraadsvergade ring door leden van de kiesvereenigingen wordt bijgewoond. In' verband met het vergevorderde uur werd besloten de inleidingen welke de heeren P. Heemskerk en H. L. C. Tobé, onderscheidenlijk over „De taak der overheid ten opzichrg van het gezin" en „Het gezin en het arbeidende meisje" uit te stéllen tot de volgende vergade ring. Bij de rondvraag verzocht de heer Li everts© (Hobgmade) de vergadering een volgende maal zich te willen uitspreken tegen cumulates van ambten. Voorts deed hij het voorstel aan de hand hijde regeering aan te dringen, dat de regeling voor steunverleeuing aan werkloozen over 't geheele land verplichtend wordt ge steld. Op verzoek van den heer Heemskerk werd het bestuur gemachtigd aan het Partijbestuur een motie te zendien, waarin wordt aangedron gen op vermindering van het salaris der Kamerleden, herziening der nonactivltoiits- tractememten, liet tegengaan va.n cumulatie van ambten en bezuiniging ook op de hoogere sala rissen. De heer Raphorst uit Veur bepleitte werk- verruiming op bet platteland. Den afgevaar digden naar den Partijraad werd opgedragen de kwestie van beleid ten aanzien van de ver laging der ambtenarensalarissen van beleid bij de rondvraag der a.s. vergadering ter sprkae te brengen en te verzoeken, dat het Partijbestuur een brochure doet uitgeven waarin het regeer- beleid wordt behandeld. De heer Loerakker heeft daarop het beleid der Kamerfractie verdedigd. De Kamerfractie lieeft tegen een motie gestemd, een motie, waarvan de strekking verder ging dan men oppervlakkig zou vermoeden. De tijden zijn slechter dan men meent. Als de fractie nu iets moest doen, wat zeer onprettig is, dan mag men toch vcg cm derstellen, dlat daartoe een buitengewone aanleiding aanwezig Is geweest Er is gehandeld uit hittere en droeve noodzaak. Spr. luad bewondering voor hen, die den moed hebben bezeten hun plicht hooger te stellen dan hun popuWdteit. Te ruim zes uren werd de vergadering ge sloten. Ernstig gewond opgenomen. Een 17-jarige meubelmaker C. P. te A'dam stond met eenige arbeiders voot een raam in de derde verdieping van een meubel fabriek aan de Recbtboomsloot te kijken naar een passeerenden brandweerauto. Plotseling gleed de jongen uit en viel uit het venster. Zwaar gewond werd hij opgenomen en naar het Binnengasthuis vervoerd. Goed afgeloopen. Men meldit ons uit Den Plaag: Op den Z. W. Buitensingel reed Zaterdag middag de 48-jarig© wielrijdister J. H. B., uit de Tollensstraat met de keel tegen een staaldraad, welke bij werkzaamheden aan een perceel aldaar over den rijweg was gespannen. Zij klaagde eenigszins over pijn aan de keel, doch bekwam overigens geen letsel en ging te voet huiswaarts. De uitvoerder van het werk had een man op den weg geplaatst, om het publiek te waarschuwen, doch de wielrijdster had de waarschuwing te laat gehoord. WIELRIJDSTER ONDER EEN AUTO. Vrijdagavond reed de heer E. P. uit Goirle met zijn auto over den Korvelsche weg te Til burg, toen plotseling een van tegenovergestel de zijde komende wielrijdster kwam te vallen en onder den auto terecht kwam. De wielrijd ster mej. K. uit de Gerard Brandstraat te Til burg bleef bewusteloos liggen en bleek haar rechterpols en linkerknie te hebben gebroken, terwijl ze tevens verschillende vleeschwonden bekwam. Na voorloopig te zijn verhonden door dr. Roozen is zij per G. G. D. naar het Elisa- bethulaksnhuU overgebraeki. (Van onzen H-correspondent.) Het is avond, als Ik in Washington aankom en het regent, zoodat de stationshal zich onge woon druk vult met reizigers, die geduldig op een taxi wachten. Deze hal van het station der Baltimore and Ohio maakt reeds op het eerste gezicht een kloeken indruk. Ze doet bijna monumentaal aan, is werkelijk een nationale hoofdstad in alle opzichten waardig. Men zegt, dat zich in die hal vijftig duizend menschen kuuuen ver zamelen, een waar leger dus. Zulk een getal verzamelt zich echter niet in een spoorwegstation. Zeker niet in Amerika. Wanneer hier de burgers eu masse naar een plaats van bijeenkomst trekken, doen ze dit niet per trein, maar in autobussen, in auto's of te voet. Voetbal- en baseballspelers en hun aanhang verplaatsen zich per autobus, leden van respectabele organisaties reizen in hun eigen auto en protesteerende werkloozen ge-brui ken de overoude pedes apostolorum. Ook naar Washington, zelfs naar Washington, komen de Am anen op deze wij-ze, met dit verschil, dat de organisatie in auto's door een politie macht naar het Witte Huis worden geëscor teerd en de protesteerende werkloozen door die zelfde politie reedis voor de poorten van de stad uiteen worden gedreven. Wat de voetbal- en baseballspelers en bun aanhang betreft, die worden zooveel mogelijk onbewaakt gelaten en ze hebben het onge schreven recht, naar hartelust kabaal te ma ken. Dit is intusschen niet alleen in de na tionale hoofdstad het geval. In elke groote Amerikaans-che stad is een intocht van een beroemd elftal een gebeurtenis, die de halve burgerij te hoop doet loopen en het met zoo veel zorg geregelde verkeer voor onbepaalden tijd stremt. Het station blijft echter buiten der gelijke manifestaties. Voor groote massa's is het station van Was hington dus niet gebouwd, maar het vormt on getwijfeld een onderdeel in het grootsche plan, dat van deze City d© meest grandiooze hoofd stad in de wereld maken moet. Momenteel is Washington nog niet aan dat meest grandiooze toe en nog slechts een ge- meenebest van een half millioen in netjes aaneengeregen provinciestadjes huizende Co- lumbianen. En tusschen di© provinciestadjes in staan keurig in het gelid allerlei imposan te gebouwen, gecommandeerd door het wereld vermaarde Kapitooi, zonder overigens een idee van groiD-tsohheid op te wekken. D© stations hal is evenwel grandioos en met een blik op de toekomst neergezet. Ze is geinsp-ireerd op de fameuze Termen van Diocletianus in Rome en doet daardoor zooals de meeste grootscheep- sche producten der Amerikaansche architec tuur buitengewoon vertrouwd aan. Het er voor liggende stations-plein bezit de Amerikaansche allures van ruiimte, die in den aanvang.weldadig werken, maar op den duur hét gebrek aan sf-eer en intimiteit niet kunnen vergoeden. Er branden nu ondanks den neor- plassenden regen rijen toortsen, wier roodach tig lichten fantastisch op en neer dansen. Ze doen aan een feestelijke illuminatie denken. Het blijkt intusschen gauw, dat Washington ook ten aanzien van opgebroken straten groot- ebeedsqhe neigingen heeft en de taxi's komen met moeite over plankieren naar de wachten den toe, wurmen zich angstvallig langs gaten en putten naar veiliger boulevards en avenues, di© aan weerszijden door statig gelxvmte ge flankeerd, van de stad één grooten tuin maken, althans op het business-district na, dat even onooglijk is als elke andere Amerikaansche provinciestad. "Washington is volgens haar beschrijvers „de stad der splendid© vergezichten" en „de stad der magnifieke afstanden", tevens de vroegere twistappel tusschen d-e afgunstige staten der jonge Amerikaansche republiek. Ze dankt haar geboorte aan een compromis en ligt in een gebied, dat tot geen enkelen staat behoort en direct onder toezicht van het Con gres staat. Het district van Columbia, zooals dit gebied officieel heet, behoorde vroeger lot Maryland, werd door dezen vriendelijken staat terwille van de nationale eenheid en ten behoeve van de stichting eener nationale hoofd stad welwillend aan de federale regeering af gestaan. De burgers van het district hebben geen stemrecht, waarmede ze blijkbaar tevre den zijn, zich vermoedelijk troostend met de gedachte, dat ze bijna allemaal iets in het be stuur van het land te zeggen hebben, omdat ze bijna allemaal ambtenaren zijn. Washington is in overeenstemming met de Amerikaansche rechtlijnige principen gebouwd en naar de plannen van den Fransehen archi tect Pierre l'Enfant, die om den drommel geen baby moet zijn geweest. Hij ontwierp de hoofd stad van de republiek, voor wier tot stand koming hij in het vrijheidisleger dapper had gevochten, met Franschen bravour en Fran- echen zwier, zoodat zelfs een Zonnekoning zich er op z'n gemak zou hebben gevoeld. Het spreekt daartegenover, dat de republikeinsche George Washington, ofschoon aristocraat in bart en nieren, zich er niet erg thuis voelde en er vooral bezwaar tegen had, dat ze naar hem werd genoemd, zulks volgens de ge schiedkundigen uit hoofde van zij® aangebo ren bescheidenheid. Hij sprak van Washington altijd als van de „federale city". De „federale city" had heel wat tijd noodig, voordat ze zich den droom van l'Enfant waar dig maakte, maar ze is nu aardig op weg. Bran den en verovering door den vijand hebben haar niet in haar ontwikkeling kunnen stuiten. De nationale trots zorgt, dat die ontwikkeling ge lijken tred houdt met het land, welks regee ring Washington zoo gracieus herbergt. De nationale trots zorgde ook, dat het vermaarde Witte Huis bleef, wat het was vóórdat het grootendeels in vlammen opging. Dit gebeur de, toen tijden-s den oorlog van 1812 de Engel- schen Washington innamen, de president (niet George Washington) moest vluchten en het Witte Huis en enkele andere gebouwen uit wraak voor door de Amerikanen elders ge wrochte verwoestingen in brand werden ge stoken. Dat is een merkwaardige episode in de Amerikaansche geschiedenis geweest. De gene raal, die bevel had, de nationale hoofdstad te verdedigen, was bij de komst der erfvijanden zoo zeker van zijn zaak, dat hij reeds van te voren zijn soldaten vertelde, hoe ze indien noodig het snelste zouden kunnen vluchten. Het geblakerde Witte Huis werd naderhand weer in oude glorie hersteld en kreeg toen zijn naam. Want om den muren, die overeind waren blijven staan, een beter uiterlijk te geven, wer den ze fel wit geverfd. En nog heden ten dage herbergt het Witte Huis, dat In den loop der tijden wat grauw geworden is, naar iedereen weet den president van de Vereenigd© Staten en zijn familie. Het staat te ver, om het vanavond nog te verkennen. Trouwens, d-e verlichte koepel van het Kap 1 tooi en de heerlijk rustige dreven er rondom oefenen ondanks den regen een on weerstaanbare aantrekkingskracht uit. Met het gegrom van New York nog in mijn ooren, lijkt Washington me landelijk rustig en de re gen blijkt een "in New York tijdens de heete zomermaanden lang ontbeerd genot. Het Kapitooi levert in de omfloerste illumi natie van een regenavond een waarlijk appetij telijk aspect en het wekt in z'n grijzige con touren even een herinnering op aan het paleis aan het Noord-einde en de majesteuze omlijs- ing van groen en bloemen wekken gedachten op aan Münehen en vanzelf aan Europa. Hier is nu een stuk Amerika, dat zichzelf i®, vol harmonie, vol sfeer, zonder wanklanken en afstootende contrasten. Zoo denk ik bij me zelf, terwijl ik met vaderlandsche bekwaam heid de plassen vermijd, waarin de koepel van liet Kapitooi zich spiegelt als een blanke maan. Maar opeens wekt een stem me uit mijn enthousiasten droom en ik weet met een zeker heid, die wat al te plotseling komt, dat ook in Washington Amerika zich doet gelden. De stem heeft de bekende, gehate, erger lijk onverschillige vettigheid van den honderd procent Amerikaan. Het blijkt inmiddels, dat ze door een dame wordt voortgebracht. De da me hangt nonchalant uit een modder bespat ten auto. „Hé mister", vraagt ze op een manier, die overal elders dan in dit land onbeleefd zou zijn, maar hier bon ton is, „hé mister, kun je me ook zeggen waar die H. street is." Ik ben allang vergeten, dat in de Engelsch sprekende wereld buiten de Vereenigde Staten een lid van het sterke geslacht in den regel met sir wordt betiteld en erger me dus niet aan het onverschillige mister. Ze had „buddy" kunnen zeggen of een dier andere Amerikaan sche democratische betitelingen kunnen bezi gen. Maar ik erger me er wel over, dat deze lady me uit mijn droomen haalt en me in de schaduw van het Kapitooi duidelijk maakt, waarvan dit een symbool is. Desondanks deel ik haar vriendelijk mede, haar door onbekend heid met de stad niet van dienst te kunnen zijn. Zonder boe of ba te zeggen zet ze den mo tor aan en laat zich door de duisternis op slokken. Het paleis aan het Noordeinde en Miinchen zijn verdwenen. Ik ben weer in Amerika, in Washington, waar ik spoedig zal ervaren, dat Amerika overal zich zelf blijft, al weet het zich nog zoo te vermommen. Het „hé mister" overheerscht me ook In dit centrum van internationale diplomatie. Dezen avond is het echter voor het laatst geweest, dat ik me over zulke kleinigheden wil ergeren. In het vervolg geldt voor me ,,'s lands wijs, 's lands eer". Met den hoed in den hand komt men door het gansche land, zeggen we ln de Oude Wereld. „Met een harde huid kom je het beste vooruit", dat ie het devies hier en ten slotte. wat beteekenen zulke pietluttigheden als men aan het begin staat van een reis dwars door Amerika, wat beteekenen ze, zelfs als ze schoone droomen verstoren? De hoofdingang van het Kapitooi te Washington, waarin het Congres en dé De actie van den R. K. Vrouwenbond te Utrecht voor de Utrechtsche werkloozen. Mevr. Steur leidt de werkzaamheden van het groente-inmaken. WAAR HAD DE VARUSSLAG PLAATS? DORTMUND, 20 November (H.N.) Onlangs zijn 4.000 graven uit den Romeinschen tijd in het N. Oostelijk gedeelte van het Arnsberger- woud bij Ruethen ontdekt. De onderzoekin gen zijn sedert voortgezet, waarop men ook graven in de aangrenzende wouden heeft ge- vonden en wel in het Kallenhardter woud en in het Brillenerstadsbosch. De ontdekker van het grafveld, conrector Henneboele te Riithen, schat het totale aantal grafheuvels tusschen de 8 en 10 duizend. Reeds vroeger waren mid den In het Arnsbergerwoud aan den Plack- weg ongeveer 15.000 graven bekend, waarover een 20 jaar geleden een vinnige strijd is ont staan, daar een groep van geleerden deze heu. veis als „Lesesteiri'-heuvels beschouwde, ter wijl het volgende de opvatting van anderen grafheuvels waren. De thans ontdekte grafheuvels wijken in zoo verre van de vroegere grafheuvels af, dat men hier met graven te doen heeft, waar slechts een enkel persoon begraven is, terwijl de heu- veis aan den Plackweg alle massagraven wa ren. De lijn van de thans gevonden graven loopt van Riithen met een boog naar het Zuid Westen en sluit zich daar aan op de graven van den Plackweg, zoodat ongetwijfeld daar mede verband moet bes-taan. Hierdoor wordt een theorie bevestigd, die de heer Kohier in 1925 opstelde in zijn werk: „Waar heeft de Varusslag plaatsgehad? Deze wees er op, dat het slagveld nog kenbaar moest zijn aan dui. zenden graven van gevallenen. Deze duizen den zijn thans gevonden en liggen precies op de lijn, welke de heer Köhler In zijn werk aan gegeven heeft als den weg, langs welken Va- rus opgetrokken moet zijn, toen hij zich door Arminlus Het meelokken in de onbegaanbare wouden. De slag moet dan hebben plaatsgehad in het gebied tusschen Warstein en den Plackweg. t Senaat der Vereen. Staten bijeenkomen Hr. Ms. torpedobootjager „Banckert" is 19 de zer van Curasao vertrokken ter aanvaarding va* da reis user Nederland. Reeds 166 vertegenwoordigende delegaties. Onze Parijsche correspondent meldt ons: Tot op het oogenblik zijn reeds 700 gedele geerden ingeschreven om deel te nemen aan de te Parijs op 26 en 27 dezer te houden Inter nationale conferentie vat de ontwapening. Zij vertegenwoordigen 166 vereenigingen, ver deeld over zeventien landen. De lijst der aangekondigde sprekers heeft nog al belangrijke wijzigingen ondergaan. Zoo zal mgr. Kaas, (Duitsehland) niet naar het congres komen en in zijn plaats zal in de publieke zitting, in het Trocadero te houden, het rijksdagslid Joos het woord voeren. Voorts zijn, alle socialistische woordvoerders uitge vallen, uitgenomen Paul Boncour, die au hij het Paleis Bourbon verlaten heeft om In den senaat te gaan zetelen, geweigerd heeft zich bij de socialistische senaatsfractie te laten in schrijven, en zich bij de onafhankelijken heeft Ingedeeld, daar hij van meening is, dat de wijze waarop hij gekozen werd aan zijn man daat 'n republikeinsch karakter heeft gegeven. Jouhaux, Va.n<lerveide, Löbe of Ledebour heb ben er van afgezien het woord te voeren, aan gezien de tweede internationale van haar le den edscht, dat zij over het vraagstuk van ont wapening in oongressem slechte het woord zullen voeren, als die congressen door do par ti) zelf zijn bijeengeroepen. De algemeene vergadering zal geleid wor den door Herriot, terwijl sprekers zijn: Joos (Duitsehland), de Madariaga (Spanje) Hough ton (Amerika) Lord Cecil (Engeland), SciaJoja (Italië), Henri de Jouvenel en Palnlevé (Frankrijk). Tijdens die vergadering zal per radio de stem van senator Borah vernomen worden, die aan het congres een boodschap zal overbrengen van de Amerikaansche vredes- vrienden. In die bijeenkomst zal tevens een boodschap aan het congres worden voorgelezen van den kardinaal-aartsbisschop van Parijs, Z. H. Em. kardinaal Verdier. Dit laatste wordt door het congresbestuur, naar ons op het congresbureau werd medegedeeld, ten zeerste op prijs gesteld, daar het congres eenige aanvallen heeft te donrstaan gehad, die van een ernstig misver stand blijk gaven omtrent het deelnemen van de Katholieken. Dit gaf ons aanleiding de vraag te stellen, hoe de verklaringen van den heer de Jouvenel in een persconferentie afgelegd, moesten wor den opgevat dat sommige politieke partijen niet aan het congres zouden deelnemen. Men antwoordde ons, dat er volstrekt geen politieke partijen zijn uitgenoodigd, maar al leen vereenigingen, die zich met de actie voor ontwapening bezig houden. Als, voor wat Frankrijk betreft, eenige partijvoonnannen als spreker voor de algemeene vergadering ot voor de studievergaderingen zijn uitgenoodigd geworden, dan is dat in de kwaliteit van technici, doch niet als vertegenwoordigers hun ner respectieve partijen. Wel was het aantal deelnemende vereenigingen van de linkerzijde voor wat Frankrijk betreft, belangrijk groo- ter dan het aantal vereenigingen welke men tot rechts kan rekenen, maar de Katholieke vredesbonden nemen alle aan het congres deel, dat trouwens een belangrijke medewer king heeft gevonden hij de Union Catholique des Etudes Internationales, voor welke com mandant Lefèbure-Dibon in het bestuur zit. Ook bij de Ligue Catholique des Frangaises pour la Paix, in het congresbestuur vertegen- wo rdigd door mevrouw Malaterre-Sellier. Ook zijn verschillende wijzigingen gebracht In de orde der studie-vergaderingen, die 26 en 27 November zullen worden gehouden in het Instituut voor Intellectueele samenwerking in het Palais Royal. De eerste studievergadering zal de vraag beantwoorden: Waarom ontwapening? En de aangekondigde sprekers zijn lord Cecil, de Jouvenel, Fern, Merlin (Frankr.), Politis (Griekenland), Rêné Cassin (Frank.), Led- niscky (Polen), terwijl de heer Pézet (Parti Populaire) een verklaring zal afleggen namens zijn geestverwanten. Deze bijeenkomst heeft Donderdag 26 November in den namiddag plaats. De ochtendbijeenkomst van Vrijdag 27 No vember zal gewijd zijn aan de vraag: „Wan neer ontwapenen?" Deze vergadering, die ge leid zal worden door baron von Rhednbabea (Duitsehland) zal als ingeschreven spreker» aanhooren: Pierre Cot (rad-soc. deputé-Frank- rijk), Arlgo Solmi (Italië) en mr. Limburg (Nederland). De middagbijeenkomst, over de vraag: „Hoe ontwapenen?" wordt gepresideerd door Paul Bonoour en telt als inleiders dei} besprekingen: oud minister Titulesco (Roeme* nië) Rolin, (België) en Mayer (Duitsehland). Zooale men weet, ls algemeen congTeavoo^i zitter lord CeoU of Chelwood. .dÉ

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 11