jp m WATERSTAAT IN DE TWEEDE KAMER. ÏT» - - W RIJKSBR UGGENBOUW EN WEGENTOEZ1CHT. Uw zesrc&sw©*? DONDERDAG 26 NOVEMBER Ï931 t HARDNEKKIG? R. K. JUVENAAT IN HET BISDOM HAARLEM. „HET MISSIEWERK". PROF. EINSTEIN TE LEIDEN. Mijnhardt's Zenuwtabletten. BRABANTS KLACHT. De kosten tier K. L- M. jïï.„.n ™.,.l w». a. K. r-M,™ DE POLITIEK DER SPOORWEGEN. Hulde aan wijlen Mgr. Nolens. wmmm-M §m ECONOMISCHE VOORLICHTINGS DIENST. DE PRESTATIES VAN HET BRUGGENBUREAU. DE IN UITVOERING ZIJNDE WERKEN. Minutieuze onderzoeken in het wegenbouwlaboratorium. HET VERGAAN VAN DE „OPHELIA". Nadere bijzonderheden over de ramp. VERHAAL VAN EEN OOGGETUIGE. STAATSRAAD CORT VAN DER LINDEN GEHULDIGD. DRAISMvANVALKEriBURQ'S- e A •iLEVERTR; -T LEEUWARDEN Wij hebben, toen mr. Oud, de millioenen nota in „De Vrijz. Dem." besprekende, spe ciaal van de rechterzijde onderwijsbezuini ging verlangde, om feiten en cijfers ge vraagd, welke dit verzoek zouden wettigen Maanden zijn er over ons verzoek heen gegaan, maar de bekwame v. d. afgevaar digde heeft nog geen tijd voor antwoorden gevonden. In 't orgaan van den vrijz. dem. bond treft ons nu echter „een woord van waarschu wing" van een heer, die teekent: W. K. D. Lustig. Dat deze schrijver zich speciaal richt tot voorstanders van het openbaar onder wijs, is zijn zaak. Maar deze heer durft schrijven: We weten, dat onder leuze: Iedere rich ting haar eigen schoolde voorstanders van het sectarisck bijzonder onderwijs alle aan dacht en alle kracht concentreerden op de bevordering van het stichten van eigen scho len en schooltjes. Met het gevolg dat' de ge meentekassen zuchten onder ondraaglijke lasten, dat geloofsverschillen werden toege spitst, welke de verdeeldheid onder de be volking verergerden, en dat de leerlingen aan goed georganiseerde openbare, zoowel als bijzondere scholen werden onttrokken en verspreid over talrijke een- en twee mansschooltjes. Dit is nu toch een weinig bar. De bewe ringen worden nu eenmaal niet meer waar naarmate men ze meer herhaalt. Wij verzochten de „Vrijz. Dem.", met na me zijn redacteur mr. Oud, om feiten en cij fers, niet om praatjes, zooals genoemde heer nu weer lustig debiteert. De verkennersbeweging. De heer Alphons Steger, voorzitter der Ver eeniging „Dei katholieke Verkenners", verzoekt ons opneming van het volgende: Op de jaarvergadering van het R.K. Juve naat in het bisdom Haarlem is, volgens het uitvoerig verslag in deze oouramt van 19 November o.a. ook d© Verkenners-beweging ter sprake gekomen. „Omtrent de Verkenners deelde de voorzit ter (de Z.E. deken Lucassen) mede, dat Z H E Mgr. Aengenent er zijn verwondering over had uitgesproken, dat de R.K. Verkenners niet wa ren ingedeeld bij het patronaat. Mgr. wenschte dat elke R. K. Jongenscluib, die zich vormt,' zich aansluit bij het patronaat, den R K Jeugd bond en het Juvenaat". Deze mededeeling kan ik categorisch tegen spreken. Z. H. E. onze Bisschop heeft, naar Mgr. mij persoonlijk heeft verklaard de be doelde verwondering nooit uitgesproken en wat het feit 'betreft, mij met nadruk bevestigd, dat de verkenners-beweging en de patronaats-bewe- ging in zijn diocees naast en onafhankelijk van elkander staan Een belangrijke aflevering. Er is nog een heel groot aantal ontwikkei- die katholieken, dat omtrent het bestaan en den inhoud van ons nationale tijdschrift voor missiekiennis en missieactie bitter weinig weet. De miasieplicht-idee vindt door dit te kort nog bij velen niet dien sollieden bodem toot noodzakelijke geestdriftige miissie-activi teit, terwijl ongetwijfeld oiok de volle ontplooi ing van genoemd orgaan wordt tegengehouden. Zeer belangrijke afleveringen zijn in de jaar gangen aan te wijzen en als een goed specimen is o.a. het jongste Novembernummer te noe men. De aflevering opent wederom met een por tret en korte biografie van een Nederlandschen „Prins der Kerk". De auteur, de Z. E. Pater van Hoest C.M. weet echter tegelijk tal van intereesajnte bijzonderheden omtrent die Laza ristenmissie in Oost Java in te lasischen. Zeer voortreffelijk® bijzonderheden zet de Z. E. Pater Peters M.C.S. ons voor omtrent kolonisatie en missioneering aan de hand van de Oharta Magna van het eerste concilie van Manila in de 16e eeuw. M'erkwaardig om een punt te noemen is bijv. de opgestelde rechtsgrond van kolonisatie n.l. het recht -ram den Koning der Koningen om hier op aarde Zijn Rijk te stichten door de prediking van het Evangelie. De kolonies zijn voor de Spaansche wetgevers geen landen om leeg te halen, maar behoeftige- arme bevolkingen, waaraan het moederland zich moederlijk weg geeft. Van deze hooge ideale opvatting legt het gebeele complex van voorschriften getui genis af. Voorts bevat de aflevering ook weer een gedocumenteerd artikel van den ijverigen medewerker Pater Paciamu® Teepe, Franeis- caanseh missionaris in China over de Chi- neeeche uitgave der Summa van St. Thomas. Naast een critische bespreking van den her druk van Pater Buglio's vertaling treft men ook frappante bijzonderheden aan over de geestesgesteldheid van de jonge Chineesche umiversitas. Z. H. Exc. Mgr. Leo Kierkels C.P., Apost. Deleg. voor Engelsch-Indië, levert zijn beloofd exposé over de oprichting van deze Pauselijke Delegatie met tegelijkertijd een ka rakteristiek van de ethiek en het nationalisme der desbetreffende bevolking. Hoofdredacteur prof. Alph. Mulders zorgt voor een synthese over Azië iin het algemeen, waarna de artikelenreeks besloten wordt met een oproep van een Ka-i-Kai missionaris. den Z. E. Pater Verhoeven M.S.C. ter zake van het alleszins aandacht verdienende vraagstuk der catechisten, dat de instelling van een soort vierde Pauselijk Missiegenootsohap zou waar dig zijn. Prof. du A. Einstein vertoeft op het oogen- blik te Leiden, waar h.j een reeks celleges zal geven. komen tot rust; slaap, kalmte, zelfbeheersching arbeidslust en levensvreugde keeren weer door het gebruik van Reel. 4775 DGVS 7 WAT AAN HET ONGELOOFLIJKE GRENST Na een nasleepje van W a t e rs t a a t sza k e m ^d den beer Lockefeer gelegenhei beDieüen, Zeeuwsch-Vlaamsche desiderata zijn eenige harde noten gekraakt over ^K. L. M. Dit bedrijf zal «/^^V^inder dan van ruim acht ton hebben. LH aren berekende de Minister maar dit is een schrale troost Ware het niet, dat weende de Minister, maar de vorige jaren, berekenu© dit de luchtverbinding mei ironie buitengewoon rijksbelang be ee met offers waard is, zooals ook „uHtaorUiiflpr. zijn groote.subsidies aan eigen u nemingen bewijst, dan zou meer dan één Kamerlid nog wel over de standig is geweest met ingan„ jip„qt-TOnr- jl. een behoorlijk reglement va V0€ren_ waarden voor haar vliegeniers Dit en het feit, dat Inkrimping derdurehen sten toch geen voordeel zou r g gevraagde subsidie voorloop g "'Sn uit bijna alle fracties behhen over de spoor- en tramwegen het woor B vinnig was de critiek over het lang van het rapport der commissie-de Vries inzake de spoorwegtarieven, mede in ver an me positieve toezegging der Regeen leden jaar werd gedaan. De eenige, dle laat ln den nacht de commissie verdedigde, was mr. Knottenbelt. T „Wij kunnen wel wachten tot een Israeli* tisch Kerstfeest", meende de heer Loerakker en ook de heeren Kampschoer, Bakker, Krijger e.a. hebben aangedrongen op tariefverlaging, vooral In verband met den noodtoestand in land- en tuinbouw. Deze noodtoestand is ur gent- hij wordt niet opgelost met de rijke we tenschap uit een interessant rapport, waar de Regeering maar op blijft wachten. Zij heeft wel reducties bewerkt voor den land- en tuin bouw, maar de heer Loerakker noemde de toe passing dezer reductie „onbeholpen", zij was een douceurtje voor de handelaars, geen hulp voor landbouwers en tuinders. Wij vreezen, dat zoolang de spoorwegen een eigen politiek voe ren en niet ondergeschikt worden gemaakt aan het algemeen economisch leven, zij hun tarie ven niet zullen wijzigen tenzij onder dringende concurrentie. Als de laatste in het spel is, wordt de „Ato" ln staat gesteld beneden kost prijs te werken en particulieren dood te con- curreeren. Dat aan de service der spoorwegen nu niet zoo heel weinig ontbreekt, heeft mr. Teulings aangetoond ten opzichte van Brabant. Wat de Utrechtsche machthebbers nu al jarenlang tegenover dit gewest praesteeren, grenst aan het ongelooflijke. Zij hebben heel Brabant, fei telijk ook het heele Oosten des lands van Bel gië afgesneden. Verkeer met België is natuur lijk vooral voor Brabant een levensbelang. Alle verkeer wordt hier echter geremd; het is een wachten en overstappen, dat er op berekend schijnt geen reizigers te trekken. De eenige goede trein, die van Eindhoven naar Brussel werd ingelegd, kende zoo goed als niemand. De afsluitingsmuur tusschen Brabant en Bel gië is allerdegelijkst: de poorten van Baarle Nassau ten Achel zijn hermetisch gesloten. Ge heel het verkeer wordt via Roosendaal ge perst, vanwaar de reizigers voor Brabant en Oost-Nederland naar hun verbindingen kunnen fluiten. Het zal ons benieuwen of de krach tige aandrang van den Katholieken afgevaar digde den Minister er toe zal brengen de Spoor wegen te bewegen niet langer te pogen de na tuurlijke oriëntatie van Brabant te denatu- reeren. Na mr. Teulings' pleidooi voor het Zuiden J!6 i, i e Cl1' v' d- Bilt over enkele spoor- g - angen voor Noord-Holland gepleit, zoo vooi ce toekomstige aftakking van de spoor- we0vei m ing van den afsluitdijk naar Am- s ei am ij Anna Paulowna naar den Helder ie we za komen) en voor de electrificatie aar em ^maar, die voorloopig wel zal uit blijven. Dat de heer v. d. Bilt evenmin enthou- sias vias over de sporwegtarleven voor de tuinbouwproducten, behoeft eigenlijk geen be toog. Hij wees er op, wat b.v. Italië met haar spoorwegtarieven tot steun van den tuinbouw doet en s e de de positieve vraag, wanneer de tariefsverlaging zou komen Tegen half twee vernamen wij van ir. v. d. Waerden, dat de tarieven, welke de spoorwe gen zelf voor electrischen stroom aan de groote centrales moeten betalen, zeer gering is. Dit was gericht tegen Partijgenoot van Braambeek. Ir. v. d. Waerden zit in de Ieiding van de groote centrale in Noord-Holland en kan het dus weten. Typisch !s ln elk geval> dat de spoorwegen op de gro t centrales de iaasste tarieven hebben bednro- t° laagste j ^Q°ngen. Zij schijnen de be- teekenis daarvan duo j te vatten. S voor elSen bedri3f wel Nademaal de trartiverbinding op Flakkee, die lB°0n Pert ,rUe wil behouden, noch de verdekt opgestelde klokken de Amsterdam. ache perrons, die de heer Floris Vos naar be neden wil halen noch 2elfs de comfortabele i wlnS d0r frd6 k]as wagens, welke ir. v. d. Waerden wil opvoeren, de afgevaardigden tot enthousiasme vermocht te brengen, kregen wij beschrijvingen over de onhoudbare toestan den bij verschil ende overwegen. Maar wie zou hier hopen op spoedigs beterschap Met den heer Duyniaer van Twist heeft de heer Ebels op sympathieke wijze gepleit om de niet rijke provincies Drenthe en Friesland te helpen in 't behouden van tramlijnen. Mr. Knottenbelt begon om klokke half twee Tollens te citeeren. .Nog houdt bet schrikkelijk pleit van dwang ^en vrijheid aan", maar het bleek alras, dat t schrikkelijk pleit" gevoerd werd over de vraag of er 's Zondags minder of meer extra treinen mogen loopen. De Vrij- heidsbondsche afgevaardigde vroeg in tegen stelling met den heer Duyniaer van Twist meer treinen maar de a.-r. generaal was er niet bij. Doch de Staatkundig-Gereformeerde ir. van Dis was nog present. Deze pleitte niet alleen voor een inspectie der onbewaakte overwegen en voor 't behoud van de tram op Flakkee, maar hij kon natuurlijk ook over de heiliging van den Zondag niet zwijgen. In reizen op Zondag ziet de heer v. Dis ontheiliging: Z6ifs ,je strenge opvatting van de anti-revolutionairen acht de Staatkundige volgeling van ds. Ker sten nog „halfslachtig". Hij zou heel het open baar veiVeer willen stopzetten, maar hoe dit practisch verwerkelijkt moet worden, vertelde de Staatk.-Geref. afgevaardigde niet. Het was ook laat. Wij mochten geen groote politieke oplossingen meer verwachten. En wij hebben er ook niet meer gehoord, noch zelfs een nieuw onderwerp hooren of zien aansnijden. Waar mee wjj niet willen zeggen, dat prof. y. d. Bilt ten onrechte de aandacht vestigde op het Haag- sche stationsprobleem. Maar de spoorwegen vinden dien toestand immers ook in orde. Alles is hier in orde. Prof. v. d. Bilt is natuurlijk ook te dom om de spoorwegpolitiek in al haar eenvoud te begrijpen. Maar deze Delftsche hoogleeraar op non-activiteit is niet zoo dom of hij begrijpt wel, dat de vraagstukken nog wel jarenlang zullen hangen. Ondanks den moed der Kamer om over al deze spoorweg- mysteries te vergaderen tot in het holle van den nacht. Om half drie mochten wij naar huis Te half zeven was de lange, lange reis door Waterstaat afgeloopen. Minister Reijmer is er dit jaar vroeg bij geweest. Hij had op December gerekend. En de commissie-de Vries ook. Vandaar dat het lang verwachte rapport over de spoorwegtarieven er nog niet was. Maar het is ter Landsdrukkerij. En zal ver schijnen?.vroeg dr. Lovink. Niet voor 1 Januari, zei de minister, die een afschuw var. positivisme heeft. De klagers over de te hooge vrachttarieven waren heelemaal niet content. Maar wat kon den zij doen, nu de Minister zich, met instem ming der Kamer, aan een commissie-rapport gebonden had? Mr. Duys rook een politiek fortuintje. Hij zou een „daad" stellen en diende een schoone motie in om van de Regeering de bewerking van tarieven-reductie te verkrijgen. „Maar toen u er gisterenavond niet was, hebben we heel wat anders gevraagd", consta teerde de heer v. d. Bilt. Wij willen verlaging, geen reductie. En wij willen die verlaging in 't belang der tuinders en boeren, niet voor de handelaars, riepen anderen. De motie is „nonsensieaal", constateerde mr. Boon. Wes halve ir. v. d. Waerden oprees en duidelijk maakte, dat de bedoeling van den voorsteller, die de discussie heelemaal niet gevolgd had, was, dat de Regeering de reductie zou ver goeden, welke zij van de Spoorwegen moest eischen. „O, nu ik den heer v. d. Waerden heb ge hoord, merk ik, dat de heer Duys zijn eigen motie niet heeft begrepen", merkte mr. Korten- horst ondeugend op en onder groote hilariteit sprak hij zijn vreugde uit over v. d. Waerden's greep naar export-premies. De Katholieke afgevaardigde maakte met den voorzittershamer kennis omdat hij de motie aanduidde als „boerenbedrog". Ongetwij. feld leek zij daarop: de heer Duys, die een der slordigste vergaderingbezoekers is, was er ingeloopen en zijn zeer luidruchtig verweer bewees dit duidelijk. Alleen de weinige aan wezige socialistische leden met een paar een lingen stemden voor de motie, die mede na ministerieel© bestrijding met 16 tegen 45 stem men werd verworpen. Zelfs de heer Albarda had 't terecht niet de moeite waard geacht aan deze vertooning mee te doen. Als de heer Duys toch aan politiek wil blijven doen, moet hij zijn Kamerlidmaatschap een weinig meer serieus waarnemen. Drie opmerkingen dienen echter wel ge maakt bij deze aangelegenheid. Op de eerste plaats dient nu zoo spoedig mogelijk gezorgd, dat de tarievenkwestie geregeld wordt. Het platteland begrijpt niets van een critiek waar op het geen „daden" ziet volgen. Vervolgens moet geen tegenstelling geconstrueerd tusschen producenten en handelaars. Ook de laatsten hebben het zeer moeilijk en vervoer-verlaging dient hen evengoed als tuinders en boeren. Tenslotte leert deze zaak opnieuw, dat het onvoorzichtig is beslissingen afhankelijk te stellen van commissoriale onderzoekingen. Vooral bij een departement als Waterstaat, dat tallooze technische oplossingen te geven heeft, komt men dan langzaam in een warwinkel van commissies terecht en blijven oplossingen uit. Op de zeer gefundeerde klachten van mr. Teulings inzake 't verkeer tusschen Brabant en België is door den Minister geantwoord, dat de zaak aan den spoorwegraad zou worden voorgelegd. Deze raad weet natuurlijk best wat iedere Nederlander in heit Zuiden weet, Het is hier maar niet een zaak van enkele verbindingen tusschen wat steden, maar het gaat om de heele oriëntatie van een groot deel des lands, welke stelselmatig en sedert langen tijd door de Nederlandsche Spoorwe gen wordt gedenatureerd. Als Utrecht zijn politiek nog eenigen tijd voortzet, kan het wel wegblijven met zijn treinen, want dan hebben ondernemende autobushouders de zaak ai lang ter hand genomen. Dat hun concessies geweigerd zouden worden bij den huidigen stand van zaken, is niet te verwachten. Bij de afdeel ing scheepvaart heeft de heer v. d. Bilt aangedrongen op hygiënischer in richting van de logiezen op koopvaardijsche. pen. Een geval van veel verder strekkenden aard bracht mr. Kortenhorst ter sprake in verband met de gunning van het Julianaka- naal. De eerste gedeelten van dit millioenen- werk zijn ondershands gegund aan twee aan nemersfirma's met uitsluiting van alle ande re. Dit is in strijd met de Algemeene Voor schriften, die eischen, dat voor werken boven 2500 een openbare aanbesteding moet ge- sollieden, terwijl voor een onderhandsche spe ciale machtiging van de Kroon noodig is. De twee eerste stukken zijn gegund op grond van een dispenseerend K. B. Het gold hier een „compensatie" aan één firma, waarvan een andere firma inmiddels meer profiteerde. Nu komt het andere deel van het werk aan de beurt ende compensatie wordt geconti nueerd. Dit is het gevolg van een departemen tale vergissing. En deze vergissing heeft het heele Julianakanaal buiten alle vrije concur rentie gesteld. Het is wel sterk. Niemand denkt of denks hier aan corruptie; daarvan is zeker geen sprake. Er is een vergissing in het spel, maar de grootste vergissing beging Minister v. d. Vegte, die afweek van den regel der openbare inschrijving en de volgende vergissing maakte het departement, dat nu ook Minister Reymer aan handen en voeten" gebonden heeft, zoo als deze zelf klaagde. Zijn Exc. prefereert open bare inschrijving (hetgeen trouwens conform het gebiedend voorschrift is) maar de lands advocaat heeft duidelijk gemaakt, dat vroe gere toezeggingen bindend zijn. Kras is we), dat in de Memorie van Antwoord heelemaal niet over de gemaakte fouten wordt gerept en evenmin op de gestelde vragen is geantwoord. Bewonderen kunnen wij zulk een houding niet. Bij de af deeling Mijnwezen heeft de beer Henri Hermans enkele gewichtige arbeiders belangen bepleit en tevens de aandacht ge vestigd op het kolenverbruik van openbare lichamen in Nederland, Onze spoorwegen b.v. VERKENNERS-WINTERWERK. In de verkennersgroepen is men druk bezig met het re- parceren em maken van speelgoed, dat aan arme kinderen wordt uitgereikt. stoken nog altijd 40 pot. buitenlandsche kolen. Zoogenaamd omdat ze goedkooper zijn dan de Limburgsohe. Maar de heer Hermans betwij felt dit. Zooals wij er aan twijfelen of onze mijnen voorloopig nog veel rekenen kunnen op de buitenlandsche klanten, die dr. v. d. Waerden wil vasthouden. Zij kunnen die klan ten niet meer bereiken over de oontingentee- ringsmuren heen. Met Hermans heeft ds Minister nog een woord van warme hulde aan de nagedachte nis van mgr. Nolens, den overleden voorzitter van den Mijnraad, gesproken. Het werd met instemming aangehoord. Mr. Joekes, die voor verhooging van de post spaarbankrente pleitte, stond verbaasd op, toen zulk een verhooging werd afgewezen op grond van het feit, dat de post anders te veel geld zou krijgen. Zij wist nu al geen raad met haar geld. Dat er momenteel veel inge legd wordt, begrijpen wij. Het is een zeer veeg teeken. Maar, dat er geen beleggings- mogelijkheid meer is voor de postspaarbank, dat vonden wij toch wel een zeer merkwaar dige uitspraak. Vermelden wij nog, dat de motie-Boon voor het handhaven van de tram op Flakkee werd ingetrokken, dat de motie-de Visser om het subsidie van ruim acht ton aan de K.L.M. niet te verleenen, werd verworpen met 46 tegen 36 roode stemmen, terwijl een amendement-Knot tenbelt betreffende de subsidies aan de tram wegondernemingen al heel weinig kans schijnt te maken. Bureau voor Handels-inlichtingen. Blijkens het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer over de supplefoire arbeidsbegrooting voor 1931 wenschten veie leden, nu de econo mische omstandigheden zoo moeilijk zijn ge worden, thans geen uiting te geven aan de bezwaren, welke bij hen bestaan tegen de voor gestelde regeling, omdat zij de totstand koming van dezen dienst niet langer wilden vertragen. Gevraagd werd of wei voldoende rekening is gehouden met de plaats, welke de Vereeniging Bureau voor Handels-inlichtingen inneemt. Indien met Rijksmiddelen te 's-Gnavenhage, als onderdeel van den Economisalien Voor lichtingsdienst een afdeeling wordt gesticht met hetzelfde doel als dat van genoemd Bureau, zullen de bestaansvoorwaarden van dit laatste dusdanig verminderen, dat tenslotte het opbouwend werk dezer vereeniging van 28 jaren zal worden vernietigd. Eenige leden zou den willen vernemen, ox het mogelijk is, aan deze instelling in de nieuwe organisatie een goede plaats te geven. Wij waren in de gelegenheid een bezoek te brengen aan het Rijksbmggènibouwbureau en aan het Rijbswegenbouwilialboratoirdium, beilde onderdeeilen van de directie Wegenver.beteTing belioarende onder het Departement van Wa terstaat. In het brnggenbureau, ondergebracht met een anderen tak van Rijksdienst in het voor malige Luthersohe weeshuis aan de Lange Lombardistraat 40 te 's Gravenliage, was het de hoofdingenieur W. J. H. Harmsen, hoofd van het bureau, die de vertegenwoordigers der pers voorlichtte en rondleidde. Het bruiggenlbureau werd 8 Mei 1928 inge steld, toen ingevolge het Rijkswegenplan in ■betrekkelijk korten tijd de bouw van een aan tal groote rivieroverbruggingen zou moeten worden volbracht. Zijn taak omvat naast het ontwerpen en uitvoeren van deze groote over bruggingen het leveren van ontwerpen voor een groot aantal kleinere bruggen en het toe zicht op de uitvoering van ijzerconstructies, die met den waterstaat in ander verband staan, zooals sluisdeuren enz. Beweegbare bruggen worden, op 'n enkele uitzondering na, aille door het Bruggeabureau ontworpen. Het ligt dan ook voor de hand, dat specialiseering ook binnen dit bureau vrij sterk is doorge trokken, teTWijl anderzijds de noodige soepel heid moest blijven beistaan om een goede werk- verdeeMmg mogelijk te maken. De volgende hoofdgroepen werden hier aangetroffen: alge meene leiding; bovenbouw van vaste ijzeren bruggen; bovenbouw van beweegbare ijzeren bruggen; onderbouw van vaste en beweegbare bruggen, grondwerken, wegaanleg enz.; ge wapend beton, toezicht in fabrieken van ijzer constructies en bij de montage daarvan; toe zicht op de bouwplaats; terreiuopneimingen, bestekken en begroetingenadministratie. Thans zijn bij het bruggenbureaoi aanwezig met dem hoofdingenieur 10 ingenieurs, een groot aantal constructeurs en teekenaars, ter wijl nog twee vacatures vam ingenieur moeten worden aangevuld. Een ingenieuT staat den hoofdingenieur bij in de algemeene leiding, 5 zijn er in hoofdzaak met het ontwerpen van de ijzeren em beweegoare bruggem balast, één houdt zioh bezig met het ontwerpen van on derbouw enz., één met het ontwerpen van wer ken in gewapend beton, één met het toezicht op ijzerconstructies, één bij het opmaken van begrootingen en bestekken, terwijl thans twee ingenieurs buiten het bureau bij de in uitvoe ring zijnde werken zijn geplaatsi Dit laatste aantal wisselt uiteraard naar ge lang van het aantal groote bruggen in uit voering. De taak van de biervoor genoemde inge nieurs is niet al tie eng begrensd. Im de eerste plaats is steeds overleg noodig t.usschen de ontwerpers van boven- en onderbouwen, en speciaal bij beweegbare bruggen zal degene, die den bovenbouw ontwerpt zich ook in het ontwerp voor den onderbouw moeten verdie pen. Ook de ingenieur, die speciaal met de wer ken in gewapend beton is belast, za] meerma len behulpzaam zijn bij de ontwerpen van on derbouwen waarbij dit materiaal wordt toege past Tenslotte is een bouwkundig ingenieur te Amsterdam aan het bureau verbonden. De ingenieurs, belast met de leiding van werken op de bouwplaats, hebben voorts hulp van opzichters en wakers, terwijl afzonderlijke opzichters in dienst zijn voor terreinopmetin- gen, grondboringen, het verzamelen van ge gevens enz., die echter in de tijden dat zij niet buiten werken, op het bureau op een der tee- kenkamers werkzaam worden gesteld. Naast het ontwerp- en uiitvoeringswerk is uiteraard nog een belangrijke hoeveelheid administratieve arbeid, zooals het comptabele gedeelte, het uitbrengen van rapporten, het voeren van onderhandelingen, die met de uit voering verhand houden, met besturen van pro vincies, gemeenten en waterschappen, aankoop van gronden en personeeibemoediogen. Verder worden materiaailonderzoekiingen enz. verricht. In het bruggen/bureau worden de ontwerpen tot in details uitgewerkt, zoodat in de meeste gevallen degenen, die de opdracht in uitvoe ring krijgen, weinig of niets aan den ontwerp- anbei'd behoeven te verrichten. Thans zijn in uitvoering de volgende wer ken: le. de 'brug over de Waal te Zalt-Bomimel; 2e. de brug over de Waal te Nijmegen; 3-e. twee electri'sch bewogen ophaalbruggen over zijkanalen vam het Noordzeekanaal; 4e. twee electrisoh bewogen baseulebruggen, waarvan één in Drenthe en éém in Friesland; 5e. vier bruggen in gewapend beton over de Twenthe- kanalén. Gereed zijn: de brug over de Bergsche Maas bij Keizersveer en drie bruggen in gewapend beton over de Twenthe-kanalen. In betrekkelijk vergevorderden staat van voorbereiding verkeert de brug over den Rijn te Arnhem, terwijl voorts in voorbereiding zijn de brug over de Lek te Vianen; een brug over het Merwedekanaal bij Muiden (waarvan dezer dagen de onderbouw wordt aanbesteed en de volgende maand de bovenbouw), een aantal vaste bruggen in Twenthe, diverse beweegbare bruggen en voorts wordt voor verschillende groote rivieroverbruggingen, zooals die over het Hollandsch Diep te Moerdijk voorbereidend werd verricht. De brug bij Nijmegen verkrijgt een boog van 240 meter (een record-afmeting van dezen aard) en twee kleinere, die toch echter resp. nog 95 en 72 meter lang worden; de rijbaan wordt 12 meter breed, met aan weerskanten 2 meter fietspad en 2 meter voetpad. De brug bij Arnhem zal bestaan uit een hoofdspanning van 120 meter, twee deelen van 60 meter en aan den Zuidkant nog zes deelen van 40 meter. Het materiaal voor den bruggenbouw wordt nagenoeg uitsluitend door de Nederlandsche industrie geleverd en op zijn bestemming ge bracht. De centrale uitvoering van den ontwerp- en constructie-arbeid door het brnggenbureau heeft o.m. het belangrijke voordeel, dat veel werk, dat anders in verschilende fabrieken tel kens opnieuw moest worden verricht, wordt bespaard, terwij! anderzijds veel ervaring wordt opgedaan, die aan den bruggenbouw in het al gemeen ten goede komt. Het volgende bezoek gold, gelijk hiervoor reeds werd gemeld, het Rijkswegenbouwlabora- torium aan de Badhuiskade 21 te 's-Graven- hage, waarvan dr. ir. F. J. Neliensteyn de lei ding heeft. Hier werd o.a. aanschouwd, hoe het wegdek materiaal (asfalt, beton, klinkers) minutieus wordt onderzocht op kwaliteit en duurzaam heid, waarbij zelfs ultra-microscopische en zeer vernuftige chemische apparaten worden gebe zigd. Het wegdekmateriaal wordt nl. volgens voorschrift besteld en na levering ter plaatse systematisch gecontroleerd, tot op de fijnste, voor het bloote oog onzichtbare korreltjes toe. Dit minutieuze onderzoek geldt vooral het asfalt, dat aan zeer strenge eischen moet vol doen. DJAMBI, 25 November. (ANETA). Een ooggetuige van de ramp die den hek. wieier „Ophelia" getroffen heeft, verhaalde aan den Aneta-correspondent dat hij zag hoe het schip al manoeuvreeren de dwars werd gedreven tegen een staalkabel, die over de rivier gespannen is. Deze staalkabel zakte in het midden eenigszins door. De locale situatie op de rivier brengt mede, dat de „Ophelia" dicht langs de kust moest houden, teneinde aldus te kunnen doorvaren onder dezen staal, kabel, die bestemd is voor geleide van een auto-pont over de rivier. Gewoonlijk geschied, de dit zoo, dat een matroos, voorzien van een gaffel, zich voor op den hekwieler plaatst en door de gaffel den kabel een eind optilt, zoo- dat het schip passeeren kan. Nu heeft de bandjir de gebeurtenissen op fatale wijze be ïnvloed. Aangezien de „Ophelia" zeer veel afdreef naar het midden van de rivier en de manoeuvre met de gaffel door dit afdrijven mislukte, kon de ramp plaats hebben. Deze geschiedde als volgt: De schoorsteen van de „Ophelia" werd gegrepen door het laag af. hangend deel van den staalkabel. Dit had tot gevolg dat de bovenbouw van het schip om- gebogen werd en dat de hekwieler begon water te maken. Dit Is voor schepen van dit platbodem-type desastreus. De gebeurtenissen, die elkander nu snel opvolgden, werden door den ooggetuige eenigszins verward. In ieder geval staat vast dat kapitein T. P. Fikenscher, die met zijn troep op patrouille ging en die plaats had genomen op het bovendek van de „Ophelia" plotseling bemerkte, dat het schip begon om te vallen. Aanstonds sprong de ka, pitein over boord en trachtte zwemmende den wal te bereiken. Ondanks zijn krachtige po. gingen werd hij evenwel door den sterken stroom afgedreven. Inmiddels was er alarm gemaakt in het kampement, waar in allerijl prauwen werden uitgezonden. Een dezer werd gecommandeerd door den tweeden luit. der inf. O. Kesselring. Het ge- lukte de bemanning van deze prauw den ka pitein, toen hij boven water kwam, vast te grijpen en binnen boord te trekken. Naar wij vernemen, heeft kapitein Fikenschen geen nadeelige gevolgen ondervonden van het on- geval. Hij doet reeds weder normaal dienst. Onderzoek naar de ver misten. Heden heeft zich de gewestelijke oomman. dant van Palembang naar Saroelangoen Djambi hegeven voor het instellen van een onderzoek. Tegenstrijdige berichten. BATAVIA, 25 November. (ANETA.) De hoofdinspecteur van de scheepvaart ont ving nader gunstig bericht, dat alle opvaren- den gered zouden zijn. Bij het Legerbestuur is daarentegen bericht ingekomen dat omge komen zijn de sergeanten Bochem en Slamet, de korporaal Goeniwang en 11 Javaansche fuseliers, terwijl 14 karabijnen verloren zijn gegaan. Tragische bijzonderheid. De passagiers bevonden zich op het oogen- blik van de ramp voor het grootste deel in hun hutten. Bijzonder tragisch is het geval van mevrouw Blok, die moeder is van zes kinderen en wier echtgenoot, die assistent-resident ter beschikking is, juist een maand geleden zijn pensioen had aangevraagd en verkregen. Haar lijk werd eerst na twee uren zoeken gevonden en toen waren alle levenskansen geweken. Tot dusverre zijn geen andere lijken van slacht offers gevonden. Echter heeft men een gedeelte van de lading en de postzakken zes kilometer stroomafwaarts aan den oever gevonden. De havenmeester van Djambi Is met eenige duikers derwaarts vertrokken. Momenteel is de rivier 10 Meter diep, hetgeen de berging van het vaartuig ernstig bemoeilijkt. Saroe langoen is het eindpunt der rivierdiensten en daar is het kampement gelegerd. De verbin ding met Palembang is onmogelijk, daar gedu rende den tijd van bandjirs de wegen over stroomd zijn, terwijl het bereiken van die plaats vanuit Djambi binnen een etmaal uit gesloten Is. Bovendien blijkt de telefoonverbin ding zeer slecht te zijn. In de vergadering van den Raad van State heeft de vice-president het feit herdacht, dat 50 jaren geleden de minister van Staat, Staats raad Cort van der Linden aan de Rijksuniver siteit te Groningen het hoogleeraarsambt heeft aanvaard. De vice-president wenschte daarbij den heer Cort van der Linden geluk, niet alleen met het feit dat hij vijftig jaren na 't aanvaarden van zijn hoorleeraarschap nog aan de werkzaam heden van den Raad van State met zijn groote gaven van geest en verstand ten volle kan deelnemen, doch ook met de omstandigheid, dat hij nog heeft mogen beleven dat de vrij heid van onderwijs thans in onze wetgeving volledig is erkend. INT. ONTWAPENINGSCONGRES. Op het Internationaal Ontwapeningscongres, dat op 26 en 27 November, onder leiding van Lord Robert Cecil te- Parijs plaats heeft, zal de Nederlandsche vereeniging voor Volken bond en Vrede vertegenwoordigd woi'den door een delegatie, bestaande uit: mr. J. Limburg, mevrouw mr. C. Bakkervan Bosse, J. J. de Roode, mr. C. P. van Wijngaarden en mr. A. A. Reepmaker, die tevens als secretaris op treedt. De Nederlandsche spreker op dat congres zal mr. J. Limburg zijn. Reel. 578 DGVS C

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 5