jp
m
WATERSTAAT IN DE
TWEEDE KAMER.
ÏT» - -
W
RIJKSBR UGGENBOUW
EN WEGENTOEZ1CHT.
Uw zesrc&sw©*?
DONDERDAG 26 NOVEMBER Ï931
t HARDNEKKIG?
R. K. JUVENAAT IN HET BISDOM
HAARLEM.
„HET MISSIEWERK".
PROF. EINSTEIN TE LEIDEN.
Mijnhardt's Zenuwtabletten.
BRABANTS KLACHT.
De kosten tier K. L- M.
jïï.„.n ™.,.l w». a. K. r-M,™
DE POLITIEK DER
SPOORWEGEN.
Hulde aan wijlen Mgr. Nolens.
wmmm-M
§m
ECONOMISCHE VOORLICHTINGS
DIENST.
DE PRESTATIES VAN HET
BRUGGENBUREAU.
DE IN UITVOERING ZIJNDE
WERKEN.
Minutieuze onderzoeken in het
wegenbouwlaboratorium.
HET VERGAAN VAN DE
„OPHELIA".
Nadere bijzonderheden over
de ramp.
VERHAAL VAN EEN OOGGETUIGE.
STAATSRAAD CORT VAN DER
LINDEN GEHULDIGD.
DRAISMvANVALKEriBURQ'S-
e A •iLEVERTR;
-T LEEUWARDEN
Wij hebben, toen mr. Oud, de millioenen
nota in „De Vrijz. Dem." besprekende, spe
ciaal van de rechterzijde onderwijsbezuini
ging verlangde, om feiten en cijfers ge
vraagd, welke dit verzoek zouden wettigen
Maanden zijn er over ons verzoek heen
gegaan, maar de bekwame v. d. afgevaar
digde heeft nog geen tijd voor antwoorden
gevonden.
In 't orgaan van den vrijz. dem. bond treft
ons nu echter „een woord van waarschu
wing" van een heer, die teekent: W. K. D.
Lustig. Dat deze schrijver zich speciaal richt
tot voorstanders van het openbaar onder
wijs, is zijn zaak. Maar deze heer durft
schrijven:
We weten, dat onder leuze: Iedere rich
ting haar eigen schoolde voorstanders van
het sectarisck bijzonder onderwijs alle aan
dacht en alle kracht concentreerden op de
bevordering van het stichten van eigen scho
len en schooltjes. Met het gevolg dat' de ge
meentekassen zuchten onder ondraaglijke
lasten, dat geloofsverschillen werden toege
spitst, welke de verdeeldheid onder de be
volking verergerden, en dat de leerlingen
aan goed georganiseerde openbare, zoowel
als bijzondere scholen werden onttrokken
en verspreid over talrijke een- en twee
mansschooltjes.
Dit is nu toch een weinig bar. De bewe
ringen worden nu eenmaal niet meer waar
naarmate men ze meer herhaalt.
Wij verzochten de „Vrijz. Dem.", met na
me zijn redacteur mr. Oud, om feiten en cij
fers, niet om praatjes, zooals genoemde heer
nu weer lustig debiteert.
De verkennersbeweging.
De heer Alphons Steger, voorzitter der Ver
eeniging „Dei katholieke Verkenners", verzoekt
ons opneming van het volgende:
Op de jaarvergadering van het R.K. Juve
naat in het bisdom Haarlem is, volgens het
uitvoerig verslag in deze oouramt van 19
November o.a. ook d© Verkenners-beweging ter
sprake gekomen.
„Omtrent de Verkenners deelde de voorzit
ter (de Z.E. deken Lucassen) mede, dat Z H E
Mgr. Aengenent er zijn verwondering over had
uitgesproken, dat de R.K. Verkenners niet wa
ren ingedeeld bij het patronaat. Mgr. wenschte
dat elke R. K. Jongenscluib, die zich vormt,'
zich aansluit bij het patronaat, den R K Jeugd
bond en het Juvenaat".
Deze mededeeling kan ik categorisch tegen
spreken. Z. H. E. onze Bisschop heeft, naar Mgr.
mij persoonlijk heeft verklaard de be
doelde verwondering nooit uitgesproken en wat
het feit 'betreft, mij met nadruk bevestigd, dat
de verkenners-beweging en de patronaats-bewe-
ging in zijn diocees naast en onafhankelijk van
elkander staan
Een belangrijke aflevering.
Er is nog een heel groot aantal ontwikkei-
die katholieken, dat omtrent het bestaan en
den inhoud van ons nationale tijdschrift voor
missiekiennis en missieactie bitter weinig
weet. De miasieplicht-idee vindt door dit te
kort nog bij velen niet dien sollieden bodem
toot noodzakelijke geestdriftige miissie-activi
teit, terwijl ongetwijfeld oiok de volle ontplooi
ing van genoemd orgaan wordt tegengehouden.
Zeer belangrijke afleveringen zijn in de jaar
gangen aan te wijzen en als een goed specimen
is o.a. het jongste Novembernummer te noe
men.
De aflevering opent wederom met een por
tret en korte biografie van een Nederlandschen
„Prins der Kerk". De auteur, de Z. E. Pater
van Hoest C.M. weet echter tegelijk tal van
intereesajnte bijzonderheden omtrent die Laza
ristenmissie in Oost Java in te lasischen.
Zeer voortreffelijk® bijzonderheden zet de
Z. E. Pater Peters M.C.S. ons voor omtrent
kolonisatie en missioneering aan de hand
van de Oharta Magna van het eerste concilie
van Manila in de 16e eeuw. M'erkwaardig om
een punt te noemen is bijv. de opgestelde
rechtsgrond van kolonisatie n.l. het recht
-ram den Koning der Koningen om hier op
aarde Zijn Rijk te stichten door de prediking
van het Evangelie. De kolonies zijn voor de
Spaansche wetgevers geen landen om leeg te
halen, maar behoeftige- arme bevolkingen,
waaraan het moederland zich moederlijk weg
geeft. Van deze hooge ideale opvatting legt
het gebeele complex van voorschriften getui
genis af.
Voorts bevat de aflevering ook weer een
gedocumenteerd artikel van den ijverigen
medewerker Pater Paciamu® Teepe, Franeis-
caanseh missionaris in China over de Chi-
neeeche uitgave der Summa van St. Thomas.
Naast een critische bespreking van den her
druk van Pater Buglio's vertaling treft men
ook frappante bijzonderheden aan over de
geestesgesteldheid van de jonge Chineesche
umiversitas. Z. H. Exc. Mgr. Leo Kierkels C.P.,
Apost. Deleg. voor Engelsch-Indië, levert zijn
beloofd exposé over de oprichting van deze
Pauselijke Delegatie met tegelijkertijd een ka
rakteristiek van de ethiek en het nationalisme
der desbetreffende bevolking.
Hoofdredacteur prof. Alph. Mulders zorgt
voor een synthese over Azië iin het algemeen,
waarna de artikelenreeks besloten wordt met
een oproep van een Ka-i-Kai missionaris. den
Z. E. Pater Verhoeven M.S.C. ter zake van het
alleszins aandacht verdienende vraagstuk der
catechisten, dat de instelling van een soort
vierde Pauselijk Missiegenootsohap zou waar
dig zijn.
Prof. du A. Einstein vertoeft op het oogen-
blik te Leiden, waar h.j een reeks celleges zal
geven.
komen tot rust; slaap, kalmte, zelfbeheersching
arbeidslust en levensvreugde keeren weer door
het gebruik van
Reel. 4775 DGVS 7
WAT AAN HET ONGELOOFLIJKE GRENST
Na een nasleepje van W a t e rs t a a t sza k e m ^d
den beer Lockefeer gelegenhei beDieüen,
Zeeuwsch-Vlaamsche desiderata
zijn eenige harde noten gekraakt over ^K.
L. M. Dit bedrijf zal «/^^V^inder dan
van ruim acht ton hebben. LH
aren berekende de Minister maar
dit is een schrale troost Ware het niet, dat
weende de Minister, maar
de vorige jaren, berekenu©
dit
de luchtverbinding mei ironie
buitengewoon rijksbelang be ee met
offers waard is, zooals ook „uHtaorUiiflpr.
zijn groote.subsidies aan eigen u
nemingen bewijst, dan zou meer dan één
Kamerlid nog wel over de
standig is geweest met ingan„ jip„qt-TOnr-
jl. een behoorlijk reglement va V0€ren_
waarden voor haar vliegeniers
Dit en het feit, dat Inkrimping derdurehen
sten toch geen voordeel zou r g
gevraagde subsidie voorloop g
"'Sn uit bijna alle fracties behhen over de
spoor- en tramwegen het woor B
vinnig was de critiek over het lang
van het rapport der commissie-de Vries inzake
de spoorwegtarieven, mede in ver an me
positieve toezegging der Regeen
leden jaar werd gedaan. De eenige, dle laat ln
den nacht de commissie verdedigde, was mr.
Knottenbelt. T
„Wij kunnen wel wachten tot een Israeli*
tisch Kerstfeest", meende de heer Loerakker
en ook de heeren Kampschoer, Bakker, Krijger
e.a. hebben aangedrongen op tariefverlaging,
vooral In verband met den noodtoestand in
land- en tuinbouw. Deze noodtoestand is ur
gent- hij wordt niet opgelost met de rijke we
tenschap uit een interessant rapport, waar de
Regeering maar op blijft wachten. Zij heeft
wel reducties bewerkt voor den land- en tuin
bouw, maar de heer Loerakker noemde de toe
passing dezer reductie „onbeholpen", zij was
een douceurtje voor de handelaars, geen hulp
voor landbouwers en tuinders. Wij vreezen, dat
zoolang de spoorwegen een eigen politiek voe
ren en niet ondergeschikt worden gemaakt aan
het algemeen economisch leven, zij hun tarie
ven niet zullen wijzigen tenzij onder dringende
concurrentie. Als de laatste in het spel is,
wordt de „Ato" ln staat gesteld beneden kost
prijs te werken en particulieren dood te con-
curreeren.
Dat aan de service der spoorwegen nu niet
zoo heel weinig ontbreekt, heeft mr. Teulings
aangetoond ten opzichte van Brabant. Wat de
Utrechtsche machthebbers nu al jarenlang
tegenover dit gewest praesteeren, grenst aan
het ongelooflijke. Zij hebben heel Brabant, fei
telijk ook het heele Oosten des lands van Bel
gië afgesneden. Verkeer met België is natuur
lijk vooral voor Brabant een levensbelang. Alle
verkeer wordt hier echter geremd; het is een
wachten en overstappen, dat er op berekend
schijnt geen reizigers te trekken. De eenige
goede trein, die van Eindhoven naar Brussel
werd ingelegd, kende zoo goed als niemand.
De afsluitingsmuur tusschen Brabant en Bel
gië is allerdegelijkst: de poorten van Baarle
Nassau ten Achel zijn hermetisch gesloten. Ge
heel het verkeer wordt via Roosendaal ge
perst, vanwaar de reizigers voor Brabant en
Oost-Nederland naar hun verbindingen kunnen
fluiten. Het zal ons benieuwen of de krach
tige aandrang van den Katholieken afgevaar
digde den Minister er toe zal brengen de Spoor
wegen te bewegen niet langer te pogen de na
tuurlijke oriëntatie van Brabant te denatu-
reeren.
Na mr. Teulings' pleidooi voor het Zuiden
J!6 i, i e Cl1' v' d- Bilt over enkele spoor-
g - angen voor Noord-Holland gepleit, zoo
vooi ce toekomstige aftakking van de spoor-
we0vei m ing van den afsluitdijk naar Am-
s ei am ij Anna Paulowna naar den Helder
ie we za komen) en voor de electrificatie
aar em ^maar, die voorloopig wel zal uit
blijven. Dat de heer v. d. Bilt evenmin enthou-
sias vias over de sporwegtarleven voor de
tuinbouwproducten, behoeft eigenlijk geen be
toog. Hij wees er op, wat b.v. Italië met haar
spoorwegtarieven tot steun van den tuinbouw
doet en s e de de positieve vraag, wanneer de
tariefsverlaging zou komen
Tegen half twee vernamen wij van ir. v. d.
Waerden, dat de tarieven, welke de spoorwe
gen zelf voor electrischen stroom aan de groote
centrales moeten betalen, zeer gering is. Dit
was gericht tegen Partijgenoot van Braambeek.
Ir. v. d. Waerden zit in de Ieiding van de
groote centrale in Noord-Holland en kan het
dus weten. Typisch !s ln elk geval> dat de
spoorwegen op de gro t centrales de iaasste
tarieven hebben bednro- t° laagste
j ^Q°ngen. Zij schijnen de be-
teekenis daarvan duo j
te vatten. S voor elSen bedri3f wel
Nademaal de trartiverbinding op Flakkee, die
lB°0n Pert ,rUe wil behouden, noch de
verdekt opgestelde klokken de Amsterdam.
ache perrons, die de heer Floris Vos naar be
neden wil halen noch 2elfs de comfortabele
i wlnS d0r frd6 k]as wagens, welke ir.
v. d. Waerden wil opvoeren, de afgevaardigden
tot enthousiasme vermocht te brengen, kregen
wij beschrijvingen over de onhoudbare toestan
den bij verschil ende overwegen. Maar wie zou
hier hopen op spoedigs beterschap
Met den heer Duyniaer van Twist heeft de
heer Ebels op sympathieke wijze gepleit om de
niet rijke provincies Drenthe en Friesland te
helpen in 't behouden van tramlijnen.
Mr. Knottenbelt begon om klokke half twee
Tollens te citeeren. .Nog houdt bet schrikkelijk
pleit van dwang ^en vrijheid aan", maar het
bleek alras, dat t schrikkelijk pleit" gevoerd
werd over de vraag of er 's Zondags minder
of meer extra treinen mogen loopen. De Vrij-
heidsbondsche afgevaardigde vroeg in tegen
stelling met den heer Duyniaer van Twist meer
treinen maar de a.-r. generaal was er niet bij.
Doch de Staatkundig-Gereformeerde ir. van Dis
was nog present. Deze pleitte niet alleen voor
een inspectie der onbewaakte overwegen en
voor 't behoud van de tram op Flakkee, maar
hij kon natuurlijk ook over de heiliging van
den Zondag niet zwijgen. In reizen op Zondag
ziet de heer v. Dis ontheiliging: Z6ifs ,je
strenge opvatting van de anti-revolutionairen
acht de Staatkundige volgeling van ds. Ker
sten nog „halfslachtig". Hij zou heel het open
baar veiVeer willen stopzetten, maar hoe dit
practisch verwerkelijkt moet worden, vertelde
de Staatk.-Geref. afgevaardigde niet. Het was
ook laat. Wij mochten geen groote politieke
oplossingen meer verwachten. En wij hebben
er ook niet meer gehoord, noch zelfs een nieuw
onderwerp hooren of zien aansnijden. Waar
mee wjj niet willen zeggen, dat prof. y. d. Bilt
ten onrechte de aandacht vestigde op het Haag-
sche stationsprobleem. Maar de spoorwegen
vinden dien toestand immers ook in orde. Alles
is hier in orde. Prof. v. d. Bilt is natuurlijk
ook te dom om de spoorwegpolitiek in al haar
eenvoud te begrijpen. Maar deze Delftsche
hoogleeraar op non-activiteit is niet zoo dom
of hij begrijpt wel, dat de vraagstukken nog
wel jarenlang zullen hangen. Ondanks den
moed der Kamer om over al deze spoorweg-
mysteries te vergaderen tot in het holle van
den nacht. Om half drie mochten wij naar
huis
Te half zeven was de lange, lange reis door
Waterstaat afgeloopen. Minister Reijmer is
er dit jaar vroeg bij geweest. Hij had op
December gerekend. En de commissie-de Vries
ook. Vandaar dat het lang verwachte rapport
over de spoorwegtarieven er nog niet was.
Maar het is ter Landsdrukkerij. En zal ver
schijnen?.vroeg dr. Lovink. Niet voor 1
Januari, zei de minister, die een afschuw var.
positivisme heeft.
De klagers over de te hooge vrachttarieven
waren heelemaal niet content. Maar wat kon
den zij doen, nu de Minister zich, met instem
ming der Kamer, aan een commissie-rapport
gebonden had?
Mr. Duys rook een politiek fortuintje. Hij
zou een „daad" stellen en diende een schoone
motie in om van de Regeering de bewerking
van tarieven-reductie te verkrijgen.
„Maar toen u er gisterenavond niet was,
hebben we heel wat anders gevraagd", consta
teerde de heer v. d. Bilt. Wij willen verlaging,
geen reductie. En wij willen die verlaging
in 't belang der tuinders en boeren, niet voor
de handelaars, riepen anderen. De motie is
„nonsensieaal", constateerde mr. Boon. Wes
halve ir. v. d. Waerden oprees en duidelijk
maakte, dat de bedoeling van den voorsteller,
die de discussie heelemaal niet gevolgd had,
was, dat de Regeering de reductie zou ver
goeden, welke zij van de Spoorwegen moest
eischen.
„O, nu ik den heer v. d. Waerden heb ge
hoord, merk ik, dat de heer Duys zijn eigen
motie niet heeft begrepen", merkte mr. Korten-
horst ondeugend op en onder groote hilariteit
sprak hij zijn vreugde uit over v. d. Waerden's
greep naar export-premies.
De Katholieke afgevaardigde maakte met
den voorzittershamer kennis omdat hij de
motie aanduidde als „boerenbedrog". Ongetwij.
feld leek zij daarop: de heer Duys, die een
der slordigste vergaderingbezoekers is, was er
ingeloopen en zijn zeer luidruchtig verweer
bewees dit duidelijk. Alleen de weinige aan
wezige socialistische leden met een paar een
lingen stemden voor de motie, die mede na
ministerieel© bestrijding met 16 tegen 45 stem
men werd verworpen. Zelfs de heer Albarda
had 't terecht niet de moeite waard geacht
aan deze vertooning mee te doen. Als de heer
Duys toch aan politiek wil blijven doen, moet hij
zijn Kamerlidmaatschap een weinig meer
serieus waarnemen.
Drie opmerkingen dienen echter wel ge
maakt bij deze aangelegenheid. Op de eerste
plaats dient nu zoo spoedig mogelijk gezorgd,
dat de tarievenkwestie geregeld wordt. Het
platteland begrijpt niets van een critiek waar
op het geen „daden" ziet volgen. Vervolgens
moet geen tegenstelling geconstrueerd tusschen
producenten en handelaars. Ook de laatsten
hebben het zeer moeilijk en vervoer-verlaging
dient hen evengoed als tuinders en boeren.
Tenslotte leert deze zaak opnieuw, dat het
onvoorzichtig is beslissingen afhankelijk te
stellen van commissoriale onderzoekingen.
Vooral bij een departement als Waterstaat, dat
tallooze technische oplossingen te geven heeft,
komt men dan langzaam in een warwinkel
van commissies terecht en blijven oplossingen
uit.
Op de zeer gefundeerde klachten van mr.
Teulings inzake 't verkeer tusschen Brabant en
België is door den Minister geantwoord, dat
de zaak aan den spoorwegraad zou worden
voorgelegd. Deze raad weet natuurlijk best
wat iedere Nederlander in heit Zuiden weet,
Het is hier maar niet een zaak van enkele
verbindingen tusschen wat steden, maar het
gaat om de heele oriëntatie van een groot
deel des lands, welke stelselmatig en sedert
langen tijd door de Nederlandsche Spoorwe
gen wordt gedenatureerd. Als Utrecht zijn
politiek nog eenigen tijd voortzet, kan het
wel wegblijven met zijn treinen, want dan
hebben ondernemende autobushouders de zaak
ai lang ter hand genomen. Dat hun concessies
geweigerd zouden worden bij den huidigen
stand van zaken, is niet te verwachten.
Bij de afdeel ing scheepvaart heeft de heer
v. d. Bilt aangedrongen op hygiënischer in
richting van de logiezen op koopvaardijsche.
pen.
Een geval van veel verder strekkenden
aard bracht mr. Kortenhorst ter sprake in
verband met de gunning van het Julianaka-
naal. De eerste gedeelten van dit millioenen-
werk zijn ondershands gegund aan twee aan
nemersfirma's met uitsluiting van alle ande
re. Dit is in strijd met de Algemeene Voor
schriften, die eischen, dat voor werken boven
2500 een openbare aanbesteding moet ge-
sollieden, terwijl voor een onderhandsche spe
ciale machtiging van de Kroon noodig is. De
twee eerste stukken zijn gegund op grond van
een dispenseerend K. B. Het gold hier een
„compensatie" aan één firma, waarvan een
andere firma inmiddels meer profiteerde. Nu
komt het andere deel van het werk aan de
beurt ende compensatie wordt geconti
nueerd. Dit is het gevolg van een departemen
tale vergissing. En deze vergissing heeft het
heele Julianakanaal buiten alle vrije concur
rentie gesteld.
Het is wel sterk. Niemand denkt of denks
hier aan corruptie; daarvan is zeker geen
sprake. Er is een vergissing in het spel, maar
de grootste vergissing beging Minister v. d.
Vegte, die afweek van den regel der openbare
inschrijving en de volgende vergissing maakte
het departement, dat nu ook Minister Reymer
aan handen en voeten" gebonden heeft, zoo
als deze zelf klaagde. Zijn Exc. prefereert open
bare inschrijving (hetgeen trouwens conform
het gebiedend voorschrift is) maar de lands
advocaat heeft duidelijk gemaakt, dat vroe
gere toezeggingen bindend zijn. Kras is we),
dat in de Memorie van Antwoord heelemaal
niet over de gemaakte fouten wordt gerept en
evenmin op de gestelde vragen is geantwoord.
Bewonderen kunnen wij zulk een houding niet.
Bij de af deeling Mijnwezen heeft de beer
Henri Hermans enkele gewichtige arbeiders
belangen bepleit en tevens de aandacht ge
vestigd op het kolenverbruik van openbare
lichamen in Nederland, Onze spoorwegen b.v.
VERKENNERS-WINTERWERK. In de verkennersgroepen is men druk bezig met het re-
parceren em maken van speelgoed, dat aan arme kinderen wordt uitgereikt.
stoken nog altijd 40 pot. buitenlandsche kolen.
Zoogenaamd omdat ze goedkooper zijn dan de
Limburgsohe. Maar de heer Hermans betwij
felt dit. Zooals wij er aan twijfelen of onze
mijnen voorloopig nog veel rekenen kunnen
op de buitenlandsche klanten, die dr. v. d.
Waerden wil vasthouden. Zij kunnen die klan
ten niet meer bereiken over de oontingentee-
ringsmuren heen.
Met Hermans heeft ds Minister nog een
woord van warme hulde aan de nagedachte
nis van mgr. Nolens, den overleden voorzitter
van den Mijnraad, gesproken. Het werd met
instemming aangehoord.
Mr. Joekes, die voor verhooging van de post
spaarbankrente pleitte, stond verbaasd op,
toen zulk een verhooging werd afgewezen op
grond van het feit, dat de post anders te
veel geld zou krijgen. Zij wist nu al geen raad
met haar geld. Dat er momenteel veel inge
legd wordt, begrijpen wij. Het is een zeer
veeg teeken. Maar, dat er geen beleggings-
mogelijkheid meer is voor de postspaarbank,
dat vonden wij toch wel een zeer merkwaar
dige uitspraak.
Vermelden wij nog, dat de motie-Boon voor
het handhaven van de tram op Flakkee werd
ingetrokken, dat de motie-de Visser om het
subsidie van ruim acht ton aan de K.L.M. niet
te verleenen, werd verworpen met 46 tegen 36
roode stemmen, terwijl een amendement-Knot
tenbelt betreffende de subsidies aan de tram
wegondernemingen al heel weinig kans schijnt
te maken.
Bureau voor Handels-inlichtingen.
Blijkens het Voorloopig Verslag der Eerste
Kamer over de supplefoire arbeidsbegrooting
voor 1931 wenschten veie leden, nu de econo
mische omstandigheden zoo moeilijk zijn ge
worden, thans geen uiting te geven aan de
bezwaren, welke bij hen bestaan tegen de voor
gestelde regeling, omdat zij de totstand
koming van dezen dienst niet langer wilden
vertragen.
Gevraagd werd of wei voldoende rekening is
gehouden met de plaats, welke de Vereeniging
Bureau voor Handels-inlichtingen inneemt.
Indien met Rijksmiddelen te 's-Gnavenhage,
als onderdeel van den Economisalien Voor
lichtingsdienst een afdeeling wordt gesticht
met hetzelfde doel als dat van genoemd
Bureau, zullen de bestaansvoorwaarden van
dit laatste dusdanig verminderen, dat tenslotte
het opbouwend werk dezer vereeniging van 28
jaren zal worden vernietigd. Eenige leden zou
den willen vernemen, ox het mogelijk is, aan
deze instelling in de nieuwe organisatie een
goede plaats te geven.
Wij waren in de gelegenheid een bezoek te
brengen aan het Rijksbmggènibouwbureau en
aan het Rijbswegenbouwilialboratoirdium, beilde
onderdeeilen van de directie Wegenver.beteTing
belioarende onder het Departement van Wa
terstaat.
In het brnggenbureau, ondergebracht met
een anderen tak van Rijksdienst in het voor
malige Luthersohe weeshuis aan de Lange
Lombardistraat 40 te 's Gravenliage, was het
de hoofdingenieur W. J. H. Harmsen, hoofd
van het bureau, die de vertegenwoordigers der
pers voorlichtte en rondleidde.
Het bruiggenlbureau werd 8 Mei 1928 inge
steld, toen ingevolge het Rijkswegenplan in
■betrekkelijk korten tijd de bouw van een aan
tal groote rivieroverbruggingen zou moeten
worden volbracht. Zijn taak omvat naast het
ontwerpen en uitvoeren van deze groote over
bruggingen het leveren van ontwerpen voor
een groot aantal kleinere bruggen en het toe
zicht op de uitvoering van ijzerconstructies,
die met den waterstaat in ander verband
staan, zooals sluisdeuren enz. Beweegbare
bruggen worden, op 'n enkele uitzondering na,
aille door het Bruggeabureau ontworpen. Het
ligt dan ook voor de hand, dat specialiseering
ook binnen dit bureau vrij sterk is doorge
trokken, teTWijl anderzijds de noodige soepel
heid moest blijven beistaan om een goede werk-
verdeeMmg mogelijk te maken. De volgende
hoofdgroepen werden hier aangetroffen: alge
meene leiding; bovenbouw van vaste ijzeren
bruggen; bovenbouw van beweegbare ijzeren
bruggen; onderbouw van vaste en beweegbare
bruggen, grondwerken, wegaanleg enz.; ge
wapend beton, toezicht in fabrieken van ijzer
constructies en bij de montage daarvan; toe
zicht op de bouwplaats; terreiuopneimingen,
bestekken en begroetingenadministratie.
Thans zijn bij het bruggenbureaoi aanwezig
met dem hoofdingenieur 10 ingenieurs, een
groot aantal constructeurs en teekenaars, ter
wijl nog twee vacatures vam ingenieur moeten
worden aangevuld. Een ingenieuT staat den
hoofdingenieur bij in de algemeene leiding, 5
zijn er in hoofdzaak met het ontwerpen van
de ijzeren em beweegoare bruggem balast, één
houdt zioh bezig met het ontwerpen van on
derbouw enz., één met het ontwerpen van wer
ken in gewapend beton, één met het toezicht
op ijzerconstructies, één bij het opmaken van
begrootingen en bestekken, terwijl thans twee
ingenieurs buiten het bureau bij de in uitvoe
ring zijnde werken zijn geplaatsi
Dit laatste aantal wisselt uiteraard naar ge
lang van het aantal groote bruggen in uit
voering.
De taak van de biervoor genoemde inge
nieurs is niet al tie eng begrensd. Im de eerste
plaats is steeds overleg noodig t.usschen de
ontwerpers van boven- en onderbouwen, en
speciaal bij beweegbare bruggen zal degene,
die den bovenbouw ontwerpt zich ook in het
ontwerp voor den onderbouw moeten verdie
pen. Ook de ingenieur, die speciaal met de wer
ken in gewapend beton is belast, za] meerma
len behulpzaam zijn bij de ontwerpen van on
derbouwen waarbij dit materiaal wordt toege
past
Tenslotte is een bouwkundig ingenieur te
Amsterdam aan het bureau verbonden.
De ingenieurs, belast met de leiding van
werken op de bouwplaats, hebben voorts hulp
van opzichters en wakers, terwijl afzonderlijke
opzichters in dienst zijn voor terreinopmetin-
gen, grondboringen, het verzamelen van ge
gevens enz., die echter in de tijden dat zij niet
buiten werken, op het bureau op een der tee-
kenkamers werkzaam worden gesteld.
Naast het ontwerp- en uiitvoeringswerk is
uiteraard nog een belangrijke hoeveelheid
administratieve arbeid, zooals het comptabele
gedeelte, het uitbrengen van rapporten, het
voeren van onderhandelingen, die met de uit
voering verhand houden, met besturen van pro
vincies, gemeenten en waterschappen, aankoop
van gronden en personeeibemoediogen.
Verder worden materiaailonderzoekiingen enz.
verricht.
In het bruggen/bureau worden de ontwerpen
tot in details uitgewerkt, zoodat in de meeste
gevallen degenen, die de opdracht in uitvoe
ring krijgen, weinig of niets aan den ontwerp-
anbei'd behoeven te verrichten.
Thans zijn in uitvoering de volgende wer
ken: le. de 'brug over de Waal te Zalt-Bomimel;
2e. de brug over de Waal te Nijmegen; 3-e.
twee electri'sch bewogen ophaalbruggen over
zijkanalen vam het Noordzeekanaal; 4e. twee
electrisoh bewogen baseulebruggen, waarvan
één in Drenthe en éém in Friesland; 5e. vier
bruggen in gewapend beton over de Twenthe-
kanalén.
Gereed zijn: de brug over de Bergsche Maas
bij Keizersveer en drie bruggen in gewapend
beton over de Twenthe-kanalen.
In betrekkelijk vergevorderden staat van
voorbereiding verkeert de brug over den Rijn
te Arnhem, terwijl voorts in voorbereiding zijn
de brug over de Lek te Vianen; een brug over
het Merwedekanaal bij Muiden (waarvan dezer
dagen de onderbouw wordt aanbesteed en de
volgende maand de bovenbouw), een aantal
vaste bruggen in Twenthe, diverse beweegbare
bruggen en voorts wordt voor verschillende
groote rivieroverbruggingen, zooals die over
het Hollandsch Diep te Moerdijk voorbereidend
werd verricht.
De brug bij Nijmegen verkrijgt een boog van
240 meter (een record-afmeting van dezen aard)
en twee kleinere, die toch echter resp. nog 95
en 72 meter lang worden; de rijbaan wordt
12 meter breed, met aan weerskanten 2 meter
fietspad en 2 meter voetpad.
De brug bij Arnhem zal bestaan uit een
hoofdspanning van 120 meter, twee deelen van
60 meter en aan den Zuidkant nog zes deelen
van 40 meter.
Het materiaal voor den bruggenbouw wordt
nagenoeg uitsluitend door de Nederlandsche
industrie geleverd en op zijn bestemming ge
bracht.
De centrale uitvoering van den ontwerp- en
constructie-arbeid door het brnggenbureau
heeft o.m. het belangrijke voordeel, dat veel
werk, dat anders in verschilende fabrieken tel
kens opnieuw moest worden verricht, wordt
bespaard, terwij! anderzijds veel ervaring wordt
opgedaan, die aan den bruggenbouw in het al
gemeen ten goede komt.
Het volgende bezoek gold, gelijk hiervoor
reeds werd gemeld, het Rijkswegenbouwlabora-
torium aan de Badhuiskade 21 te 's-Graven-
hage, waarvan dr. ir. F. J. Neliensteyn de lei
ding heeft.
Hier werd o.a. aanschouwd, hoe het wegdek
materiaal (asfalt, beton, klinkers) minutieus
wordt onderzocht op kwaliteit en duurzaam
heid, waarbij zelfs ultra-microscopische en zeer
vernuftige chemische apparaten worden gebe
zigd. Het wegdekmateriaal wordt nl. volgens
voorschrift besteld en na levering ter plaatse
systematisch gecontroleerd, tot op de fijnste,
voor het bloote oog onzichtbare korreltjes toe.
Dit minutieuze onderzoek geldt vooral het
asfalt, dat aan zeer strenge eischen moet vol
doen.
DJAMBI, 25 November. (ANETA).
Een ooggetuige van de ramp die den hek.
wieier „Ophelia" getroffen heeft, verhaalde
aan den Aneta-correspondent dat hij zag hoe
het schip al manoeuvreeren de dwars werd
gedreven tegen een staalkabel, die over de
rivier gespannen is. Deze staalkabel zakte in
het midden eenigszins door. De locale situatie
op de rivier brengt mede, dat de „Ophelia"
dicht langs de kust moest houden, teneinde
aldus te kunnen doorvaren onder dezen staal,
kabel, die bestemd is voor geleide van een
auto-pont over de rivier. Gewoonlijk geschied,
de dit zoo, dat een matroos, voorzien van een
gaffel, zich voor op den hekwieler plaatst en
door de gaffel den kabel een eind optilt, zoo-
dat het schip passeeren kan. Nu heeft de
bandjir de gebeurtenissen op fatale wijze be
ïnvloed. Aangezien de „Ophelia" zeer veel
afdreef naar het midden van de rivier en de
manoeuvre met de gaffel door dit afdrijven
mislukte, kon de ramp plaats hebben. Deze
geschiedde als volgt: De schoorsteen van de
„Ophelia" werd gegrepen door het laag af.
hangend deel van den staalkabel. Dit had tot
gevolg dat de bovenbouw van het schip om-
gebogen werd en dat de hekwieler begon
water te maken. Dit Is voor schepen van dit
platbodem-type desastreus. De gebeurtenissen,
die elkander nu snel opvolgden, werden door
den ooggetuige eenigszins verward. In ieder
geval staat vast dat kapitein T. P. Fikenscher,
die met zijn troep op patrouille ging en die
plaats had genomen op het bovendek van de
„Ophelia" plotseling bemerkte, dat het schip
begon om te vallen. Aanstonds sprong de ka,
pitein over boord en trachtte zwemmende den
wal te bereiken. Ondanks zijn krachtige po.
gingen werd hij evenwel door den sterken
stroom afgedreven. Inmiddels was er alarm
gemaakt in het kampement, waar in allerijl
prauwen werden uitgezonden.
Een dezer werd gecommandeerd door den
tweeden luit. der inf. O. Kesselring. Het ge-
lukte de bemanning van deze prauw den ka
pitein, toen hij boven water kwam, vast te
grijpen en binnen boord te trekken. Naar wij
vernemen, heeft kapitein Fikenschen geen
nadeelige gevolgen ondervonden van het on-
geval. Hij doet reeds weder normaal dienst.
Onderzoek naar de ver
misten.
Heden heeft zich de gewestelijke oomman.
dant van Palembang naar Saroelangoen Djambi
hegeven voor het instellen van een onderzoek.
Tegenstrijdige berichten.
BATAVIA, 25 November. (ANETA.)
De hoofdinspecteur van de scheepvaart ont
ving nader gunstig bericht, dat alle opvaren-
den gered zouden zijn. Bij het Legerbestuur
is daarentegen bericht ingekomen dat omge
komen zijn de sergeanten Bochem en Slamet,
de korporaal Goeniwang en 11 Javaansche
fuseliers, terwijl 14 karabijnen verloren zijn
gegaan.
Tragische bijzonderheid.
De passagiers bevonden zich op het oogen-
blik van de ramp voor het grootste deel in hun
hutten. Bijzonder tragisch is het geval van
mevrouw Blok, die moeder is van zes kinderen
en wier echtgenoot, die assistent-resident ter
beschikking is, juist een maand geleden zijn
pensioen had aangevraagd en verkregen. Haar
lijk werd eerst na twee uren zoeken gevonden
en toen waren alle levenskansen geweken. Tot
dusverre zijn geen andere lijken van slacht
offers gevonden. Echter heeft men een gedeelte
van de lading en de postzakken zes kilometer
stroomafwaarts aan den oever gevonden.
De havenmeester van Djambi Is met eenige
duikers derwaarts vertrokken. Momenteel is
de rivier 10 Meter diep, hetgeen de berging
van het vaartuig ernstig bemoeilijkt. Saroe
langoen is het eindpunt der rivierdiensten en
daar is het kampement gelegerd. De verbin
ding met Palembang is onmogelijk, daar gedu
rende den tijd van bandjirs de wegen over
stroomd zijn, terwijl het bereiken van die
plaats vanuit Djambi binnen een etmaal uit
gesloten Is. Bovendien blijkt de telefoonverbin
ding zeer slecht te zijn.
In de vergadering van den Raad van State
heeft de vice-president het feit herdacht, dat
50 jaren geleden de minister van Staat, Staats
raad Cort van der Linden aan de Rijksuniver
siteit te Groningen het hoogleeraarsambt heeft
aanvaard.
De vice-president wenschte daarbij den heer
Cort van der Linden geluk, niet alleen met het
feit dat hij vijftig jaren na 't aanvaarden van
zijn hoorleeraarschap nog aan de werkzaam
heden van den Raad van State met zijn groote
gaven van geest en verstand ten volle kan
deelnemen, doch ook met de omstandigheid,
dat hij nog heeft mogen beleven dat de vrij
heid van onderwijs thans in onze wetgeving
volledig is erkend.
INT. ONTWAPENINGSCONGRES.
Op het Internationaal Ontwapeningscongres,
dat op 26 en 27 November, onder leiding van
Lord Robert Cecil te- Parijs plaats heeft,
zal de Nederlandsche vereeniging voor Volken
bond en Vrede vertegenwoordigd woi'den door
een delegatie, bestaande uit: mr. J. Limburg,
mevrouw mr. C. Bakkervan Bosse, J. J. de
Roode, mr. C. P. van Wijngaarden en mr. A.
A. Reepmaker, die tevens als secretaris op
treedt.
De Nederlandsche spreker op dat congres
zal mr. J. Limburg zijn.
Reel. 578 DGVS C