de pachtwetten
DE EERSTE KAMER AANVAARDT
DE DRANKWET.
oeders, geeft Uw kinderen
SS ££r»»"•-
DE QEMEIMZinniQE DERDE
st:s.t;ranosSorrIjsselt alsmede de
philips—telefunken.
Mli
DONDERDAG 26 NOVEMBER 1931
VOLDOENDE GOEDE ELEMENTEN
in de volgende drie weken eiken dag
de kostelijke Quaker spijzen. U zult
zien hoeveel krachtiger en flinker
de kinderen worden. Want het hooge
gehalte aan eiwit en koolhydraten in
Quaker havermout, herstelt zeer
«nel de verbruikte krachten.
Reorganisatie van den
EEN VERMANING VAN EEN
PREDIKANT.
GEBRANDSCHILDERD RAAM VAN
PROF. ROLAND HOLST.
MEMORIE VAN ANTWOORD AAN
DE EERSTE KAMER.
De Commissie van Rapporteurs
vraagt nadere inlichtingen.
DE BOUW VAN DEN DERDEN
KRUISER.
A. T. H. L
De Minister ontnuchterd" over
de critiek
KLACHTEN OVER DE ONLEESBAARHEID
Verwacht kon worden, dat de Eerste Ka
mer den weg naar het Staatsblad niet zou ver
sperren aan de Drankwet-Verschuur. Zelfs
indien de Minister minder lang had gespro
ken, zou hem dit succes na moeilijken arbeid
niet onthouden zijn. Alleen reeds het feit, dat
verwerping der wet onmogelijke verwarring
zou stichten, scheen aanneming ervan bij
voorbaat te verzekeren.
Het ontwerp voldeed de uitersten niet, noch
aan deze noch aan gene zijde van het Binnen
hof. De sociaal-democraten bleven bezwaar
hebben tegen de schrapping van de plaatse
lijke keuze uit het ontwerp. Maar zij zagen er
nog wel zooveel goeds in, dat het ontwerp op
één na al de stemmen der roode fractie kreeg.
Mr. Rink bleef achter de formeele bezwaren
het liberale verzet handhaven terwijl mr. van
Sasse van IJsselt volhardde bij zijn overtui
ging, dat afstemming van de onduidelijke wet
het beste middel was om een meer leesbaren
en dus minder gevaarlijken tekst te krijgen.
Daartegenover betoogde de Leidsche hoog
leeraar mr. Kranenburg, dat de wet voldoende
„goede elementen" bevat om een vóór stem
men te rechtvaardigen. Precies zoo dacht
mevr. Pothuis er ook over, al zou zij, als ijve
rige drankbestrijdster, natuurlijk heel graag
veel verder zijn gegaan.
Minister Verschuur, die heel wat met zijn
wet heeft doorgemaakt, was eenvoudig „ont
nuchterd" over de critiek. Tegenover de on-
leesbaarheid-klachten merkte ZijnExc. op, dat
een geheel nieuwe tekst allesbehalve gemak
kelijk te formuleeren is.
Dat deze bewering niet ver van de waar
heid is, kan een eenvoudige lezing bewijzen.
Zoo luidt b.v. het eerste lid van art. 77:
„Onze besluiten, genomen krachtens een
van de artikelen 1, vierde lid; 4, tweede lid;
6, eerste of vierde lid; 35, eerste lid; 43, twee
de lid 45, derde lid, of 47, eerste lid, van d9
Drankwet (Staatsblad 1904, no. 235), worden
geacht te zijn genomen krachtens onderschei-
delijk een van de artikelen 2; 6, eerste lid;
9, eerste of vierde lid; 43; 54, derde lid; 53,
eerste lid, of 58, eerste lid, van deze wet".
Dit lijkt wel algebra, maar zou een voort
durende herhaling van de artikelen waarnaar
nu gewezen wordt, de zaak duidelijker maken?
De Kinderwetten bewijzen dit niet. De eenige
oplossing ware dan een geheele nieuwe tekst,
maar dit schijnt welhaast een utopie.
De wet-Verschuur wil steun bieden aan
drankbestrijding en zij sneed de verpachting
af in overeenstemming met de Tweede Kamer
Maar de overheidsdwang inzake drankgebruik
in den vorm van plaatselijke keuze, wenscht
de Minister niet. Evenmin trouwens als de
katholieke drankbestrijding. En de Minister
van Justitie had zich - ln tegenstelling mrt
mr. Rink en den Bosschen magistraat - Set
""Rond h fr°rd °Vei' rechts°»zekerheid.
Rond half twee was de wet er door met 23
tegen 15 stemmen. Met de vier Vrijheidsbond
sche leden stemden ook tegen de c,h Wen
van Wassenaar, de Giizeiaar Tor
Janssen^en van\ AmZ' Blon>Jous- de^ongt
vereenlehanr'61" het he^maal niet on-
men li* t Z°n posltle t6Sen te sten>-
bleek aLzf1 noodig voorkomt. En het
Vos van Qieer nï°Aig] diea liet president de
Vos van Steenwljk ook zijn „tegen" hooren.
M
Inhoud van de te
genwoordige groote
pakken 5 ons netto
en bon voor zwaar
verzilverd tafel
gerei. Het echte
Quaker kent U aan
degeel blauw-roode
origineele pakken.
Keel. 582 DG VS 58
DE OPENBARE BEDEDAG.
Aandrang om op 29 November geen
openbare vermakelijkheden te
doen plaats vinden.
Door het Tweede Kamerlid, den heer Duv
maer van Twist zijn aan den Minister van Bin
0ten daartoe geworden om de samenkom
en «Lt dit °P Zondas 29 November,
worden gevoia- Kerken aan dien oproep zal
wuiaen gevolg gegeven
dezen boete*' w' de Minister> in verband met
dat 16IL dedas het niet wenschelijk,
liikhpd n November openbare vermake
lijkheden e. d. niet plaats hebben
Is.de Minister bereid daartoe, voor zoo-
verleenen" V6m°gen is' z,Jn medewerking te
BELASTINGDIENST.
Toestand der belastingkantoren.
Jn zijn Memorie van Antwoord aan de
Tweede Kamer zegt de minister van Financiën
dat hij de beslissing over het plan tot reorga
nisatie van den belastingdienst in verband
met de tijdsomstandigheden voorloopig heeft
opgeschort. Aangezien er ook wanneer deze
reorganisatie geen doorgang vindt, geen be
hoefte bestaat aan ontvangers, voortgekomen
uit hen, die het voorbereidend examen voor
ontvangers hebben afgelegd, ligt het niet in
het voornemen, dit binnenkort weder af te
nemen.
De aandacht van de regeering is nog steeds
op verbetering van de belastingkantoren geves
tigd.
Op 1 November werd in Havelte als nieu
we burgemeester, de heer E. J. Eggink fees
telijk ingehaald en bij deze gelegenheid trad
als feestredenaar op ds. Cohen van Wapser-
veen.
Volgens de „Meppeier Courant" van 3 Nov.
sprak deze predikant de hoop uit, dat, wan
neer bij het eventueel uitbreken van een oor
log, het bevel zou worden gegeven, dat de
Jongemannen zouden moeten optrekken, de
burgemeester, tegen de opdracht van diens
lastgevers in „neen" zou zeggen.
Het is toch wel sterk, dat een predikant
van het Kerkgenootschap welks Algemeen
Regiement verklaart, dat haar ambtsdragers
geroepen zijn tot „de bewaring van orde en
eendracht en de aankweeking van liefde voor
Koning en Vaderland aldus den rechtstreek-
schen vertegenwoordiger der Kroon toespreekt.
Overeenstemming bereikt. Nauwe
samenwerking vooral op technisch
gebied. De hangende rechts
kwesties bijgelegd.
Tusschen de beide grootste Europeesche
Concerns op radiogebied, de N. V. Philips
Gloeilampenfabrieken te Eindhoven en de
Telefunken Gesellschaft für drahtlose Te-
legraphie m.b.H. te Berlijn, zijn overeen
komsten gesloten die een nauwe samen
werking, in het bijzonder wat betreft de
technische ontwikkeling, beoogen.
Te dien einde zijn afspraken gemaakt
omtrent gebruikmaking van de octrooi
rechten van belde firma's. Verder wordt
ln samenwerking de rationalisatie van de
fabricage en van den afzet door beperking
van het aantal types, door uitwisselbaar
heid en dergelijke, ten doel gesteld.
Tengevolge van deze overeenkomsten
zijn de tusschen genoemde firma's han
gende rechtsgeschillen bijgelegd.
Deze afspraken hebben niet alleen be
trekking op het Moederland der resp. fir-
ma'B, maar gelden practisch voor de ge
heele wereld.
Zij hebben In de eerste plaats de be
vordering van den radio-omroep en de
radio-industrie door uitbreiding van de
toepassingen op het oog.
Er zijn maatregelen genomen, welke het
ook aan andere firma's mogelijk maken
zich aan te sluiten bij de overeenkomsten,
om ook harerzijds tot het gestelde doel
bij te dragen.
In het postkantoor te Utrecht.
Maandagmiddag is het gebrandschilderd
raam, dat boven den ingang van liet postkan
toor te Utrecht geplaatst wordt, gereed geko
men. Het raam, dat naar een ontwerp van
Prof. R. H. Roland Holst Is vervaardigd,
vormt een halven cirkel mot een middellijn
van 5% M. Het vertoont de Neder landsche
Maagd in een HoJlandsehen tuin, afgesloten
door de wapens van de elf Provinciën, waar
binnen een vlucht postduiven het werk van
de Posterijen verzinnebeeldt. Buiten de om
sluiting van de wapens vertoont het raam ver
der nog aan de eene zijde een paar postduiven,
die aanvliegen in den nacht en aan den ande
ren kant een groep van deze vogels die uit
vliegen in den aanbreleenden morgen. Het ge
heel Is zevendeeiig.
Oorspronkelijk had men gedacht, dat het
work veel eerder gereed zou zijn gekomen (de
opdracht werd reeds in 1928 gegeven) maar
verschillende omstandigheden zijn oorzaak ge
weest, dat het nu pas geheel voltooid boven
den Ingang van het Postkantoor prijkt.
Ver-sohenen is de Memorie van
op het Voorloopig Verslag der Eerste Kameï
nopens de wetsontwerpen houdende nieuw*
regeling van de pacht en regeling van de pacht
comnids&leis. puent-
De Regeering wijst er op, dat de
dige bijzondere omstandigheden ln f! T'
opzicht een aanleiding vormen 1 T*™™
stellen tijdelijk of definitief te laten ligten°°r~
VERDRAG VAN OSLO.
Blijkens het Voorloopig Verslag der Eerste
Kamer over het wetsontwerp tot goedkeuring
van het verdrag van Oslo, waren verscheidene
leden van meening, dat, ofschoon de beteeke-
nis niet moet worden overschat, uit de hier
aanvaarde samenwerking iets goeds kan
groeien.
Algemeen juichte men het toe, dat ook
België tot de verdragsluitende partijen be
hoort
OPHEFFING VAN HET BANKGEHEIM
Dividend- en tantièmebelasting.
Blijkens de Memorie van Antwoord Inzake
hoofdstuk Financiën kan, naar de minister
meedeelt, ook naar het oordeel van de deskun
digen va.n den Volkenbond tot opheffing van
het bankgeheim ten behoeve van den fiscus
niet worden overgegaan wegens de groote eco
nomische belangen die daarbij op het spel staan
Ter aanvulling van het vroeger reeds opge
merkte over de dividend- en tantièmebelasting
moge, aldus de minister, de vraag worden ge
steld of tegemoetkoming aan den wemsoh der
verbruikscoöperaties principieel wel te recht
vaardigen zou zijn. Reeds bij bet tot stand ko
men van de wet op de dividend- en tantième-
belasting is trouwens opgemerkt, dat het vrij
stellen van verbruikscoöperaties een bevoor
deeling zou zijn tegenover den handeldrljvenden
middenstand.
DE CONTINGENTEERING IN FRANKRIJK
De regeering moet voornemens zijn den in
voer nog meer te contingenteeren, zoowel ter
bescherming van den landbouw als van de
industrie. O.a. zal de invoer van eieren uit
Nederland beperkt worden, evenais de invoer
van eieren en gevogelte uit België en Polen.
Vrijdag zal een ministerraad over de voorge
nomen maatregelen een beslissing nemen.
Het Tweede Kamerlid, de heer Cramer, heeft
aan den Minister van Defensie de volgende
vragen gesteld
Wil de Minister mededeelen of de inschrij
ving voor den bouw van den derden kruiser beeft
plaats gehad
Zoo dit niet het geval is, is de Minister dan
bereid daarmede en in ieder geval met de
gunning te wachten tot na de behandeling
van de defensie-begrooting in de Tweede Ka
mer 7
Verloop der pachtprijzen.
Wat betreft dien loop der pachtnrtt»s„
medegedeeld, dat het meest de aandacht
die aanzienlijke daling der Pachtprözenfn s
veenkoloniale gebieden. Zoowel vo a i
rtfen als voor los land blijken de pachtprijzen
als regel hier minstens 50 pct. X
dan zij gemiddeld onder de afgeloüpen pacht
contracten waren. In tal van gevai1<m is dit
percentage nog hoogeir. Ook echter jn de klei
streken is van een aanmerkelijke daliii"
sprake en wel, naar het zich laat aanzien voor
boerenplaatsen gemiddeld met ten minste 25
pet. In vele gevallen kon slechts 5070
worden bedongen van die prijzen, welke te vo
ren golden. In de zandstreken is da]i
der pachtprijzen over het geheel genomen nie't
in die mate te bespeuren. Zij varieert daar
veelal tusschen 15 en 30 pct. Door de directie
van den Landbouw wordt een meer grondte
onderzoek ingesteld naar het venloop der
pachtprijzen. In verband met den omvang van
dit onderzoek kunnen de uitkomsten daarvan
nog niet worden medegedeeld.
MGR. G. WANTENAAR.
Gisteren is Mgr. G. Wantenaar te Roosendaal
in het. St. Joseph Missiehuis aangekomen, waar
b« tot hedenmiddag zou vertoeven. Vandaar
vertrekt hij naar Soest om eenigen tijd bij zijn
familie door te brengen.
FUSIE.
In een te Amsterdam gehouden gemeen,
schappelijke vergadering van leden van den
Bond van Leeraressen bij het Huisboudonder-
wijs en die van de Vereeniging ter bevorde
ring van het Nijverheidsonderwijs voor meis
jes is besloten, tot fusie van de beide organi
saties.
De nieuwe vereeniging zal den naam dragen
van: Bond van leerkrachten bij het nijver
heidsonderwijs voor meisjes.
Tentoonstelling te Utrecht.
Van 29 April tot en met 8 Mei 1932 zal ér
in de jaarbeursgebouwen te Utrecht een
groote tentoonstelling worden gehouden voor
Handel, Industrie en Huishoudkunde (A.T.H.I.)
georganiseerd door de Leo-Vereeniging (R. K.
Middenstand) te Utrecht bij gelegenheid van
haar 40-jarig bestaan.
Z. H. E. Mgr. J. H. G. Jansen, Aartsbisschop
van Utrecht en dr. H. Th. s'Jacob Commissa-
ris van de Koningin In de provincie Utrecht,
hebben het beschermheerschap aanvaard, ter
wijl dr. J. P. Foekema Andreae, burgemeester
van Utrecht, het eerevoorzitterschap heeft
aangenomen. Het secretariaat is gevestigd:
Hotel de l'Europe, kamer 2. Vredenburg 14,
Utrecht.
KISTEN. BESTEMD VOOR DE JABANSCHE SOLDATEN IN MANDSJOERIJE en afgezon
den door dien Patrlottiflcben Vrouwenbond, worden opgeladen.
Strekking der wet.
De Regeering kan niet inzien, hoe men kan
afleiden, dat de strekking van het ontwerp zou
wezen den eigenaar te dwingen tot het gebruik
van den grond, dat de overheid het beste zou
achten. Een zoodanige regeling zou een ganseh
anderen inhoud hebben.
Het ontwerp heeft een geheel andere strek
king; een veel minder verre; het regelt slechts
de pachtovereenkomst. Het ontwerp krijgt dan
eerst beteekenls als de eigenaar zalf aan den
grond een bepaalde bestemming heeft gegeven,
n.l. dien van pachtgrond, door een pachtover
eenkomst te sluiten. Geen weidsch doel heeft
het ontwerp dus, doch ook op dit beperkte
terrein kon de wetgever nuttig werk doen.
Hü zal bij de te treffen regeling hebben te
letten op de belangen van den verpachter niet
minder dan op die van den pachter. Geen
dezer belangen is voor hem a priori meerwaar
dig. Hij zal daarbij rekening hebben te honden
met de ervaring, opgedaan onder de geldende
regeling, dat de huidige positie van den pach
ter ni-et uitmunt door vastheid, wat als een
groot gevaar is gevoeld. Doch hij zal bij zijn
poging om die positie te versterken, den ver
pachter geen iaat mogen opleggen, welke rede
lijkerwijze van dezen niet is te vergen. En hij
zaïi ook meer algemeen© belangen niet uit het
oog verliezen.
Hoewel dus die inhoud van het wetsontwerp
is regeling van de pacht verhouding en niet-
regeliing van het van den eigendom te maken
gebruik, is niet voor betwisting vatbaar, dat
een overeenkomst, welke in eigendom bezeten
grond 'betreft, ook den eigendom raakt. Dit
beeft de pachtovereenkomst met veie andere
overeen kom s ten gemeen.
De partijen zijn in beginsel vrij de pocht-
voorwaarden ln onderling overleg vast te stel
le. Deze vrijheid wordt alleen eonigszlm aan
banden gelegd, wanneer de vrees voor mis
bruik is gerechtvaardigd. Het pachtrecht blijft
overeenkomsten-recht en het blijft privaat
recht, tliiuis behoorende in hot Burgerlijk wet
boek op gelijke wijze als andere overeenkom
sten.
Wat de te verwachten daling van de grond
prijzen betreft, is de Regeering van meening,
dat de nieuwe regeling ©en blijvende daling
van de prijzen van landerijen welke op normale
wijze worden geëxploiteerd, niet zal te weeg
brengen. De Regeering bestrijdt evenezeer, dat
de pachtboeren niet door het wetsontwerp
zouden worden geholpen. In den landbouw
leeft te zeer het hesef, diat alleen samenwer
king van beide partijen resultaat kan opleve
ren, dan dat voor een algemeen verscherpen
van de verhouding ernstige vrees behoeft te
bestaan. Plaatselijke gewoonten en gemeen
schappelijk inzicht en vooral ook de etechen,
die de cultuur zelf aan de rechtsverhoudingen
ten aanzien van den bodem stelt, zullen die ver
onderstelde gevaren keeren. Dit geldt mede
voor de veronderstelde verbreiding van één-
jaarlijkiscbe verpachtingen. De regeering ziet
ook te de zen aanzien het antwoord dat de prak
tijk zal geven met vertrouwen tegemoet.
Inbreuk op het eigendoms
recht
Weersproken wordt voorts, dat een t© krasse
inbreuk op het eigendomsrecht van den ver
pachter gemaakt zou worden. Het recht van
den pachter, om verbeteringen aan te brengen,
is, direct en indirect, zeer begrensd. En bij
het in het Voorloopig Verslag geuite bezwaar,
dat cle pachter den verpachter op hooge kos
ten kan jagen, wordt niet voldoend© acht
gegeven op de beperkingen, welke de wet aan
legt, en op het risico, dat de pachter loopt, die
toch steeds beginnen moet met de kosten te
maken, met slechts een verwachting, in de toe
komst iets terug te zullen ontvangen.
Het remissie-recht.
Ten opzichte van heit remissierecht neme
men in aanmerking, dat vermindering Van
den pachtprijs niet mogelijk is bij elke mindere
opbrengst, doch slechts wanneer de opbrengst
aanzienlijk minder is geweest. Zij moet dan
nog te wijten zijn aan buitengewone omstandig
heden, terwijl prijsverlaging van de producten
en omstandigheden, aan de schuld van den
pachter te wijten, niet werken als buitenge-
wone omstandigheid. Daarbij moet de verpach
ter slechts „een vermindering" van den pacht-
Pi'ijs gedoogen, wat niet insluit, dat die ver-
mindering gelijk behoeft te zijn aan de ver-
mindering van den opbrengst. Onjuist is daar-
v™ /emissierecht het bedrijfsrisico
tor 701 k fcrootendeels op den verpach
ter zou overbrengen. Er is geen gevaar dat
de pachter zich met het oog op hetTmissll
recht met voldoende moeite zal geven om z«n
oogst zoo goed mogelijk binnen te halen
Werd ook prijsverlaging onder de buitenge-
wone omstandigheden gerekend, op den ver
pachter zou te veel risico zijn gelegd. Moest
hem dan niet ook invloed worden toegekend
op keuze en verkoop van gewassen? Buitenge
wone prijsdaling is een crisisverschijnsel, doch
deze wet is geen crisiswet.
Het continuatie-recht.
Bij de bestrijding van het continuatierecht
is weetr in hoofdzaak gedacht aan een onbe-
perkt recht, maar het voorgestelde heeft een
beperkt karakter. Continuatie vindt nimmer
plaats, wanneer van den verpachter redelijker
wijs niet kan worden gevergd, de pachtover
eenkomst te doen voortduren, en continuatie
kan slechts tweemaal geschieden en ia het ge-
heel nooit langer dan 10 jaren duren. Van
's pachters moeilijkheden hij ziet zich in
zijn bestaan bedreigd maakt men zich bij
ne bestrijding van het voorgestelde wel beel
gemakkelijk af. De wetgever moet de belangen
van den pachter en verpachter afwegen en acht
slaan ook op de algemeene landbouwbelangen,
-en beëindiging van de pachtverhouding,
alleen omdat de tijd waarvoor zij is aangegaan,
verloopen is, i3 Ult algemeen landbouwkundig
oogpunt een nadeel. Door de beperking vau
hot continuatierecht naar den tijd wordt de
zoozeer gevreesde verstarring ten plattelands
voorkomen. Maar een axioma is de vrijheid
Van contractoeïen niet. Prlncipieël neemt het
continuatierecht geen andere plaats in dan
andere vrijheidsbeperkingen.
Hoe is vol te houden, dat het voorgestelde
continuatierecht gedeeltelijke onteigening zou
zijn en nog wei zonder vergoeding? De eigenaar
mist het gebruik, eerst omdat hij de pachtver-
houding in het leven riep en vervolfrencs
het Yfjnerzijdsch-onredelijk ware. ban
houding een eind te maken. En hij krijgt een
pachtprijs.
Eenige leden, die het beginsel van contract
vrijheid niet wilden zien aangetast, achtten
wel verdedigbaar, dat den pachter een actie
tot schadeloosstelling wordt toegekend, maar
de ministers zetten uiteen, dat, wie een schade-
loosstelling rechtvaardig acht, het continuatie
recht niet als onrechtvaardig kan afwijzen.
Eindverslag.
De Commissie van Rapporteurs meent met
de mededeeling van dit antwoord aan de
Kamer haar eindverslag te kunnen sluiten
In tusschen aciht zij nadere inlichtingen gè.
wenscht ten aanzien van eenige punten.
Acht de Regeering het wel wenschelijk, de
behandeling van deze wetsontwerpen in de
Eerste Kamer voortgang te doen hebben
alvorens afdeellng Landbouw haar nieuwe
departementshoofd heeft bekomen.
Ia liet wel wenschelijk, door'de nieuwe
regeling in te grijpen, nu de crisis pachter
en verpachter ernstig treft
Zal eon overgangsbepaling, ais nadere voor-
ning in verband met loopendie contracten
in effectu iets anders kunnen inhouden, dan
dat de tegenwoordige verpachters alsnog ln
gelegenheid zullen worden gesteld hun
reeds bestaande contracten in overeenstem
ming te brengen met wat art. 1630 bepaalt ten
behoeve van den verpachter
Wat zijn de inzichten en bedoelingen der
regeering dienaangaande
De Commissie van Rapporteurs zou het op
prijs stellen, als de Regeering de gevraagde
Inlichtingen alsnog zou willen verstrekken
vóór de mondelinge behandeling van de wets
ontwerpen.
door
WILHELM HOLT
(Uit het Dultsch vertaald)
41).
De daim© in kwestie had zich nrnaip even
in 't licht gewaagd, naar t scheen, want ze
trok zich weer snel in 't halfdonker terug.
Maar de detective wist al genoeg, want nau
welijks wais het derde bedrijf aan den gang,
of hij verliet zijn loge. Hij ging den schouw
burg uit en de sitnaat <yp, liep 'n paar maal
op en neer, als wilde hij 'n luchtje scheppen
Intusechen bekeek hij nauwkeurig de wa.
gens, die in lange rijen vóór 'het theater be
gonnen te parkeeren. Toen 'n blauw gelakt 9
auto voorreed, scheen hij zijn doel bereikl
te hebben, want hij pikte 'n taxi en stapte in
Chauffeur, zeide hij, u moet die blauwe
auto daar in de gaten houden en op den voet
volgen, waarheen die ook rijden mag. U
krijgt 'n flink drinkgeld, als u ze niet uit 't
oog verliest.
Geen zorg mijnheer, 't Zal gebeuren,
zooals u wenscht, antwoordde de man.
Nog geen tien minuten later werd de auto
in kwestie opgeroepen, 'n diame steeg in en
weg reed de wagen.
'n Taxi. die van Bunming, volgde,
XVI.
Twee dagen later werd Frits Werner uit
de gevangenis vrijgelaten. De politie had geen
voldoende bewijzen tegen hem In handen kun-
PM), kxjjgen, om 'n tengere hechtenis te kun
nen verantwoorden.-. Maar al stctod Wemer
weer op vrije voeten, hij wist toch, dat hij
verdacht werd. Het „gebrek aan bewijs"
stelde hem tegenover de openbare meening
stellig niet in 'n goed daglicht. VeTder bleef
het feit bestaan, dat hij den bankier met den
dood bedreigd had en dat de moordaanslag ge
pleegd was met 'n mes, dat hem toebehoorde.
Frits Werner begreep zeer goed, dat de da
der moest gevonden worden, op gevaar af an-
ders zelf voor den moordenaar te worden aan
gezien.
Toen hij weer in zijn kosthuis kwam, deed
het hem werkelijk goed, diat zijn hospita hem
zoo hartelijk begroette. Wat anderen ook van
hem denken mochten, zij was in elk geval van
zijn onschuld overtuigd, haar vreugde over
Zijn vrijlating was zoo ongekunsteld, dat ze
niet gehuicheld kon zijn.
Ik wist al, dat de politie u gauw zou
vrijlaten, zeide ze.
En natuurlijk verteld© ze hem ook van
dien fijngekleeden meheer, die haar bezocht
en direct verzekerd had, dat hij weer gauw
uit de gevangenis zou vrijgelaten worden.
Frits Werner dacht z'n hoofd gek, wie
dat toch kon geweest zijn, en wat voor be
lang die vreemde heer in zijn lot kon stel
len. Hij liet z'n hospita precies vertellen,
hoe hij er uit gezien had, maar kon er niet
achter komen. Terwijl hij nog zat te denken,
kwam Bumnlng zei:, om 't raadsel op te los
sen. Hij stelde zich aan Werner voor en zei
de hem, wat hij was.
Maar mijnheer Bunninig, vroeg Werner,
hoe komt 't, dal u belang stelt in mijn aan
gelegenheden?
Omdat ik opdracht gekregen heb, om u
te helpen. U moogt gerust weten, wie die op
drachtgever ijs.
Daar ben ik werkelijk benieuwd naar,
antwoordde FMta,
Bunndng zeide hem nu, dat de hoofdredac
teur der Neuesten Naohriohteu heim verzocht
had, zich met de zaak te bemoeien, omdat hij
zich in zekeren zin verantwoordelijk voelde
voor het feit, dat zijn vroegere verslaggever In
moeilijkheden gekomen was.
U nuoest me dus uit de gevangen is heli-
pen? zeide Frits. Dat is nu niet meer noodig.
Dat is waar. Maar nu ik eenmaal het
onderzoek dezer zaak in handen heb, ga ik
er mee door en zal niet rusten, voordat al
les opgehelderd is, antwoordde Bumnlng.
Hm, antwoordde Werner, 't is 'n zeer
ingewikkelde geschiedenis, waaruit geen
mensch wijs kan worden. Of gelooft u, dat 't
mogelijk is, deze zaak op te helderen?
Ik geloof zelfs, dat ik al 'n heel eind op
weg ben, om den sluier op te lichten, zeide
de detevctive.
Werkelijk? vroeg Werner verwonderd.
Ik kan 't me bijna niet voorstellen. Denkt u
den moordenaar van den professor te zullen
vinden
Ik zal niet rusten, voordat ik hem ge
vonden heb. Maar dat de zaak zeer ingewik
keld is, geef ik graag toe. Als wij kunnen sa
menwerken, mijnheer Wermer, dan twijfel ik
geen oogenhUk aan 'n goeden uitslag.
Maar Werner had niet veel trek, om met
dien detective samen te werken. Dat vond zijn
oorzaak wel hierin, dat Werner van mee-
ning was, dat t misschien maar beter was,
dat de waarheid niet aan t licht kwam.
Bumnlng scheen zijn besluiteloosheid te
bemerken.
Hoor 'na, mijnheer Werner, zeide hij,
laat me vrijuit en rondweg met u spreken.
U bent niet eTg gesteld op mijn hulp en ik
weet ook waarom.
Zoo? Kunt ti gedachten lezen?
Neen, dat kan ik niet. Maar beken 't nu
maar eerlijk; ja 't niet^ omdat u vreest, dat
Jozef Evan in moeilijkheden zou kunnen ge
raken? Ea wjjt u n&m niet aparen ter wille
van zijn zuster?
Werner zag don detective verbaasd aan.
Wat? vroeg hij angstig. Weet u bezwa
rende dingen tegen Jozef Evan?
Ja, n weet, dat hij hier ln 't land was,
toen zijn vader vermoord werd. Ik weet ook,
diat hij met zijn vader overhoop lag. Ik weet
bovendien, dat u hem ter wille van zijn zus
ter sparen wilt. Maar dat alles, mijnheer
Werner, om licht in de zaak te brengen. Want
dat kan ik u ook wed zeggen, dat ik vast
overtuigd ben, dat Jozef Evan evemin schul-.
diilg is aan den dood zijns vaders als u of
ik-
O, gelooft u diat? riep Werner met blij
de verrassing.
Ja, al is zeer zeker de schijn tegen hem.'
Zijn houding is zeer zeker in vele za
ken onverklaarbaar, moest Werner toegeven.
Ik geloof zelf aan zijn onschuld, maar mijn
vertrouwen in hem werd geschokt, toen.
Plotseling brak hij z'n woorden af.
Spreek maar op sprak Bunninig aanmoe
digend. U kunt mij gerust vertrouwen. Zeg
me maar, wat u voor verzwarende omstandig
heden ontdekt bebt. Ik geef u die verzekering
dat Jozef Evan onschuldig ia, al zijn de om
standiigheden nog zoo bezwarend voor hem.
Nu, luister dan. Ik heb verleden week
met 'n mij onbekenden man gesproken. Deze
vertelde me, dat Josef Evan al veel langer
hier in 't land terug was, dan men algemeen
aannam en hij wilde, dat dit bekend zou wor
den., opdat Jozef Evan er in zou loopeu. Nader
hand heb ik weer naar dien man gezocht, want
ik wilde hem overhalen, over diie aangelegen
heid te zwijgen. Ik liiet 'n oproep in de krant
zetten. Maar hij meldde zich niet. Daags daarop
werd het lijk van een onbekende uit het water
opgehaald. Men constateerde sporen, van ge-
iwiefld aan 't Ujk, zoodajt mem. dat die
man vermoord en daarna in 't water geworpen
was. Waarom weet ik zelf niet, maar Ik wilde
dien man zien en tot mijn groote ontzetting
kwam ik tot d© ontdekking, dat 't d« man
was, naar wien ik zocht. Toen moest Ik, of
ik wilde of niet, wel tot 't besluit komen, dat
Evan zijn hand hier in 't spel had. Want voor
hem was 't van groot belang, dat hij dlien man
tot zwijgen bracht. Door deze verschrikkelijke
ontdekking verloor ik weer het vertrouwen,
•dat Evan persoonlijk mij ingeboezemd had.
Ik hield 't weer met bankier van Glelen, die
beweerde, dat Evan de dader was.
t Aha, zeide Bunning, meent die heer van
Gielen dat? Mijnheer Werner, vertel ine nu
eens allee, wat u weet,heel precies en ver
zwijg me Mets. Waarschijnlijk weet ik al 't
een of ander van wat u mij te vertellen hebt,
inaar ik zou graag die berichten nog eens uit
nw mond hooren. En als u mij alles verteld
hebt, dan zult u van mij ook verschillende
dingen hoören, die u tot nu toe onbekend
zijn, maar die u zeer zeker interesseeren en
licht in de zaak zullen brengen.
Frits Werner bekeek den detective nog eens
goed. De Jonge man mocht nog zoo fatterig
gekleed zijn en meer den Indruk van 'n dandy
maken dan van een ernstig detective, toch
boezemde hij vertrouwen in. En Wemer bad
er werkelijk behoefte aan .zijn gemoed eens t0
luchten en alles te vertellen, wat hij op z'n
hart had. Daarom vertelde hij alles, verzweeg
ook niet zijn ervaringen op den Beukenhof ©n
zijn liefde voor Alice Evan. HU vond in Bun
ning een aandachtig toehoorder, die hem
nooit onderbrak en slechts nu en dan knikte,
als wilde hij zeggen: dat had ik wel gedacht.
Toen Werner alles verteld had, vroeg hij
nog:
En vindt u nu niet, dat de heele zaak op
'n mlet-uit-den-war-te-krijgen kluwen gelijkt?
Ik beken, dat 't voor mij één groot raadsel is. 1
Eigenlijk vertrouw ik noch den bankier, nochl
Jo'zef Evan. Ik begrijp hun gedrag niet, maar
kan me evenmin indenken, wat Alice bezielt
dat ze zich door dien bankier laat ringelooren!
't Is 'n moeilijk© zaak, antwoordde de
detective, maar daarom behoeven \y© ^lgn
moed nog niet te verliezien. Kijk, ik Ueb dia
paar diajgen, sedert ik mij met deze aangelegeu.
hei'd bemoeid heb, niet nutteloos voorbij laten
gaan. En ik heb oen en ander ontdekt dat
van groot belang ds. Ik heb dit kunnendoen.
omdat in do heele geschiedenis een jong© dal
me m rol speelt, die ik nog van vroeger ken.
- "oog Wer^rorw^
derd. De eenige jonge dame die 'hier 'n rol
l'lncf'ni da-t beweer ik lioelemiaal
e 10 J' v'0,or zooiver ik weet, juffrouw
v i nog nooit van mijn lieven gezien. Maar
ct is nog ©en andere jonge dame in X spel
hoe vreemd u dit ook mag voorkomen,
kn wie is dat?
De vrouw van Jozef Evan.
De vrouw van Jozef Evan?" Is die dan
getrouwd?
Ja, en zijn vrouw is de dochter van 'q
man, die u hier bezochtheeft.
U bedoelt Janowski? Nu begrijp Ik er
heeleimaaf niets meer van, staimelde Werner;
©n verborg zijn gezicht in z'n banden.
En toch is 't zoo. En als u luisteren wilt
dian zal ik alles vertellen, 't Is 'n roman
tische geschiedenis, zooals er zooveel zijn.
Maar als u dat allemaal gehoord hebt, da*
zal het gedrag van Jozef Evan u nt©(. meef
zoo gemakkelijk lijken, -
(Wordt vervolgd)