de pachtwetten DE EERSTE KAMER AANVAARDT DE DRANKWET. oeders, geeft Uw kinderen SS ££r»»"•- DE QEMEIMZinniQE DERDE st:s.t;ranosSorrIjsselt alsmede de philips—telefunken. Mli DONDERDAG 26 NOVEMBER 1931 VOLDOENDE GOEDE ELEMENTEN in de volgende drie weken eiken dag de kostelijke Quaker spijzen. U zult zien hoeveel krachtiger en flinker de kinderen worden. Want het hooge gehalte aan eiwit en koolhydraten in Quaker havermout, herstelt zeer «nel de verbruikte krachten. Reorganisatie van den EEN VERMANING VAN EEN PREDIKANT. GEBRANDSCHILDERD RAAM VAN PROF. ROLAND HOLST. MEMORIE VAN ANTWOORD AAN DE EERSTE KAMER. De Commissie van Rapporteurs vraagt nadere inlichtingen. DE BOUW VAN DEN DERDEN KRUISER. A. T. H. L De Minister ontnuchterd" over de critiek KLACHTEN OVER DE ONLEESBAARHEID Verwacht kon worden, dat de Eerste Ka mer den weg naar het Staatsblad niet zou ver sperren aan de Drankwet-Verschuur. Zelfs indien de Minister minder lang had gespro ken, zou hem dit succes na moeilijken arbeid niet onthouden zijn. Alleen reeds het feit, dat verwerping der wet onmogelijke verwarring zou stichten, scheen aanneming ervan bij voorbaat te verzekeren. Het ontwerp voldeed de uitersten niet, noch aan deze noch aan gene zijde van het Binnen hof. De sociaal-democraten bleven bezwaar hebben tegen de schrapping van de plaatse lijke keuze uit het ontwerp. Maar zij zagen er nog wel zooveel goeds in, dat het ontwerp op één na al de stemmen der roode fractie kreeg. Mr. Rink bleef achter de formeele bezwaren het liberale verzet handhaven terwijl mr. van Sasse van IJsselt volhardde bij zijn overtui ging, dat afstemming van de onduidelijke wet het beste middel was om een meer leesbaren en dus minder gevaarlijken tekst te krijgen. Daartegenover betoogde de Leidsche hoog leeraar mr. Kranenburg, dat de wet voldoende „goede elementen" bevat om een vóór stem men te rechtvaardigen. Precies zoo dacht mevr. Pothuis er ook over, al zou zij, als ijve rige drankbestrijdster, natuurlijk heel graag veel verder zijn gegaan. Minister Verschuur, die heel wat met zijn wet heeft doorgemaakt, was eenvoudig „ont nuchterd" over de critiek. Tegenover de on- leesbaarheid-klachten merkte ZijnExc. op, dat een geheel nieuwe tekst allesbehalve gemak kelijk te formuleeren is. Dat deze bewering niet ver van de waar heid is, kan een eenvoudige lezing bewijzen. Zoo luidt b.v. het eerste lid van art. 77: „Onze besluiten, genomen krachtens een van de artikelen 1, vierde lid; 4, tweede lid; 6, eerste of vierde lid; 35, eerste lid; 43, twee de lid 45, derde lid, of 47, eerste lid, van d9 Drankwet (Staatsblad 1904, no. 235), worden geacht te zijn genomen krachtens onderschei- delijk een van de artikelen 2; 6, eerste lid; 9, eerste of vierde lid; 43; 54, derde lid; 53, eerste lid, of 58, eerste lid, van deze wet". Dit lijkt wel algebra, maar zou een voort durende herhaling van de artikelen waarnaar nu gewezen wordt, de zaak duidelijker maken? De Kinderwetten bewijzen dit niet. De eenige oplossing ware dan een geheele nieuwe tekst, maar dit schijnt welhaast een utopie. De wet-Verschuur wil steun bieden aan drankbestrijding en zij sneed de verpachting af in overeenstemming met de Tweede Kamer Maar de overheidsdwang inzake drankgebruik in den vorm van plaatselijke keuze, wenscht de Minister niet. Evenmin trouwens als de katholieke drankbestrijding. En de Minister van Justitie had zich - ln tegenstelling mrt mr. Rink en den Bosschen magistraat - Set ""Rond h fr°rd °Vei' rechts°»zekerheid. Rond half twee was de wet er door met 23 tegen 15 stemmen. Met de vier Vrijheidsbond sche leden stemden ook tegen de c,h Wen van Wassenaar, de Giizeiaar Tor Janssen^en van\ AmZ' Blon>Jous- de^ongt vereenlehanr'61" het he^maal niet on- men li* t Z°n posltle t6Sen te sten>- bleek aLzf1 noodig voorkomt. En het Vos van Qieer nï°Aig] diea liet president de Vos van Steenwljk ook zijn „tegen" hooren. M Inhoud van de te genwoordige groote pakken 5 ons netto en bon voor zwaar verzilverd tafel gerei. Het echte Quaker kent U aan degeel blauw-roode origineele pakken. Keel. 582 DG VS 58 DE OPENBARE BEDEDAG. Aandrang om op 29 November geen openbare vermakelijkheden te doen plaats vinden. Door het Tweede Kamerlid, den heer Duv maer van Twist zijn aan den Minister van Bin 0ten daartoe geworden om de samenkom en «Lt dit °P Zondas 29 November, worden gevoia- Kerken aan dien oproep zal wuiaen gevolg gegeven dezen boete*' w' de Minister> in verband met dat 16IL dedas het niet wenschelijk, liikhpd n November openbare vermake lijkheden e. d. niet plaats hebben Is.de Minister bereid daartoe, voor zoo- verleenen" V6m°gen is' z,Jn medewerking te BELASTINGDIENST. Toestand der belastingkantoren. Jn zijn Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer zegt de minister van Financiën dat hij de beslissing over het plan tot reorga nisatie van den belastingdienst in verband met de tijdsomstandigheden voorloopig heeft opgeschort. Aangezien er ook wanneer deze reorganisatie geen doorgang vindt, geen be hoefte bestaat aan ontvangers, voortgekomen uit hen, die het voorbereidend examen voor ontvangers hebben afgelegd, ligt het niet in het voornemen, dit binnenkort weder af te nemen. De aandacht van de regeering is nog steeds op verbetering van de belastingkantoren geves tigd. Op 1 November werd in Havelte als nieu we burgemeester, de heer E. J. Eggink fees telijk ingehaald en bij deze gelegenheid trad als feestredenaar op ds. Cohen van Wapser- veen. Volgens de „Meppeier Courant" van 3 Nov. sprak deze predikant de hoop uit, dat, wan neer bij het eventueel uitbreken van een oor log, het bevel zou worden gegeven, dat de Jongemannen zouden moeten optrekken, de burgemeester, tegen de opdracht van diens lastgevers in „neen" zou zeggen. Het is toch wel sterk, dat een predikant van het Kerkgenootschap welks Algemeen Regiement verklaart, dat haar ambtsdragers geroepen zijn tot „de bewaring van orde en eendracht en de aankweeking van liefde voor Koning en Vaderland aldus den rechtstreek- schen vertegenwoordiger der Kroon toespreekt. Overeenstemming bereikt. Nauwe samenwerking vooral op technisch gebied. De hangende rechts kwesties bijgelegd. Tusschen de beide grootste Europeesche Concerns op radiogebied, de N. V. Philips Gloeilampenfabrieken te Eindhoven en de Telefunken Gesellschaft für drahtlose Te- legraphie m.b.H. te Berlijn, zijn overeen komsten gesloten die een nauwe samen werking, in het bijzonder wat betreft de technische ontwikkeling, beoogen. Te dien einde zijn afspraken gemaakt omtrent gebruikmaking van de octrooi rechten van belde firma's. Verder wordt ln samenwerking de rationalisatie van de fabricage en van den afzet door beperking van het aantal types, door uitwisselbaar heid en dergelijke, ten doel gesteld. Tengevolge van deze overeenkomsten zijn de tusschen genoemde firma's han gende rechtsgeschillen bijgelegd. Deze afspraken hebben niet alleen be trekking op het Moederland der resp. fir- ma'B, maar gelden practisch voor de ge heele wereld. Zij hebben In de eerste plaats de be vordering van den radio-omroep en de radio-industrie door uitbreiding van de toepassingen op het oog. Er zijn maatregelen genomen, welke het ook aan andere firma's mogelijk maken zich aan te sluiten bij de overeenkomsten, om ook harerzijds tot het gestelde doel bij te dragen. In het postkantoor te Utrecht. Maandagmiddag is het gebrandschilderd raam, dat boven den ingang van liet postkan toor te Utrecht geplaatst wordt, gereed geko men. Het raam, dat naar een ontwerp van Prof. R. H. Roland Holst Is vervaardigd, vormt een halven cirkel mot een middellijn van 5% M. Het vertoont de Neder landsche Maagd in een HoJlandsehen tuin, afgesloten door de wapens van de elf Provinciën, waar binnen een vlucht postduiven het werk van de Posterijen verzinnebeeldt. Buiten de om sluiting van de wapens vertoont het raam ver der nog aan de eene zijde een paar postduiven, die aanvliegen in den nacht en aan den ande ren kant een groep van deze vogels die uit vliegen in den aanbreleenden morgen. Het ge heel Is zevendeeiig. Oorspronkelijk had men gedacht, dat het work veel eerder gereed zou zijn gekomen (de opdracht werd reeds in 1928 gegeven) maar verschillende omstandigheden zijn oorzaak ge weest, dat het nu pas geheel voltooid boven den Ingang van het Postkantoor prijkt. Ver-sohenen is de Memorie van op het Voorloopig Verslag der Eerste Kameï nopens de wetsontwerpen houdende nieuw* regeling van de pacht en regeling van de pacht comnids&leis. puent- De Regeering wijst er op, dat de dige bijzondere omstandigheden ln f! T' opzicht een aanleiding vormen 1 T*™™ stellen tijdelijk of definitief te laten ligten°°r~ VERDRAG VAN OSLO. Blijkens het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer over het wetsontwerp tot goedkeuring van het verdrag van Oslo, waren verscheidene leden van meening, dat, ofschoon de beteeke- nis niet moet worden overschat, uit de hier aanvaarde samenwerking iets goeds kan groeien. Algemeen juichte men het toe, dat ook België tot de verdragsluitende partijen be hoort OPHEFFING VAN HET BANKGEHEIM Dividend- en tantièmebelasting. Blijkens de Memorie van Antwoord Inzake hoofdstuk Financiën kan, naar de minister meedeelt, ook naar het oordeel van de deskun digen va.n den Volkenbond tot opheffing van het bankgeheim ten behoeve van den fiscus niet worden overgegaan wegens de groote eco nomische belangen die daarbij op het spel staan Ter aanvulling van het vroeger reeds opge merkte over de dividend- en tantièmebelasting moge, aldus de minister, de vraag worden ge steld of tegemoetkoming aan den wemsoh der verbruikscoöperaties principieel wel te recht vaardigen zou zijn. Reeds bij bet tot stand ko men van de wet op de dividend- en tantième- belasting is trouwens opgemerkt, dat het vrij stellen van verbruikscoöperaties een bevoor deeling zou zijn tegenover den handeldrljvenden middenstand. DE CONTINGENTEERING IN FRANKRIJK De regeering moet voornemens zijn den in voer nog meer te contingenteeren, zoowel ter bescherming van den landbouw als van de industrie. O.a. zal de invoer van eieren uit Nederland beperkt worden, evenais de invoer van eieren en gevogelte uit België en Polen. Vrijdag zal een ministerraad over de voorge nomen maatregelen een beslissing nemen. Het Tweede Kamerlid, de heer Cramer, heeft aan den Minister van Defensie de volgende vragen gesteld Wil de Minister mededeelen of de inschrij ving voor den bouw van den derden kruiser beeft plaats gehad Zoo dit niet het geval is, is de Minister dan bereid daarmede en in ieder geval met de gunning te wachten tot na de behandeling van de defensie-begrooting in de Tweede Ka mer 7 Verloop der pachtprijzen. Wat betreft dien loop der pachtnrtt»s„ medegedeeld, dat het meest de aandacht die aanzienlijke daling der Pachtprözenfn s veenkoloniale gebieden. Zoowel vo a i rtfen als voor los land blijken de pachtprijzen als regel hier minstens 50 pct. X dan zij gemiddeld onder de afgeloüpen pacht contracten waren. In tal van gevai1<m is dit percentage nog hoogeir. Ook echter jn de klei streken is van een aanmerkelijke daliii" sprake en wel, naar het zich laat aanzien voor boerenplaatsen gemiddeld met ten minste 25 pet. In vele gevallen kon slechts 5070 worden bedongen van die prijzen, welke te vo ren golden. In de zandstreken is da]i der pachtprijzen over het geheel genomen nie't in die mate te bespeuren. Zij varieert daar veelal tusschen 15 en 30 pct. Door de directie van den Landbouw wordt een meer grondte onderzoek ingesteld naar het venloop der pachtprijzen. In verband met den omvang van dit onderzoek kunnen de uitkomsten daarvan nog niet worden medegedeeld. MGR. G. WANTENAAR. Gisteren is Mgr. G. Wantenaar te Roosendaal in het. St. Joseph Missiehuis aangekomen, waar b« tot hedenmiddag zou vertoeven. Vandaar vertrekt hij naar Soest om eenigen tijd bij zijn familie door te brengen. FUSIE. In een te Amsterdam gehouden gemeen, schappelijke vergadering van leden van den Bond van Leeraressen bij het Huisboudonder- wijs en die van de Vereeniging ter bevorde ring van het Nijverheidsonderwijs voor meis jes is besloten, tot fusie van de beide organi saties. De nieuwe vereeniging zal den naam dragen van: Bond van leerkrachten bij het nijver heidsonderwijs voor meisjes. Tentoonstelling te Utrecht. Van 29 April tot en met 8 Mei 1932 zal ér in de jaarbeursgebouwen te Utrecht een groote tentoonstelling worden gehouden voor Handel, Industrie en Huishoudkunde (A.T.H.I.) georganiseerd door de Leo-Vereeniging (R. K. Middenstand) te Utrecht bij gelegenheid van haar 40-jarig bestaan. Z. H. E. Mgr. J. H. G. Jansen, Aartsbisschop van Utrecht en dr. H. Th. s'Jacob Commissa- ris van de Koningin In de provincie Utrecht, hebben het beschermheerschap aanvaard, ter wijl dr. J. P. Foekema Andreae, burgemeester van Utrecht, het eerevoorzitterschap heeft aangenomen. Het secretariaat is gevestigd: Hotel de l'Europe, kamer 2. Vredenburg 14, Utrecht. KISTEN. BESTEMD VOOR DE JABANSCHE SOLDATEN IN MANDSJOERIJE en afgezon den door dien Patrlottiflcben Vrouwenbond, worden opgeladen. Strekking der wet. De Regeering kan niet inzien, hoe men kan afleiden, dat de strekking van het ontwerp zou wezen den eigenaar te dwingen tot het gebruik van den grond, dat de overheid het beste zou achten. Een zoodanige regeling zou een ganseh anderen inhoud hebben. Het ontwerp heeft een geheel andere strek king; een veel minder verre; het regelt slechts de pachtovereenkomst. Het ontwerp krijgt dan eerst beteekenls als de eigenaar zalf aan den grond een bepaalde bestemming heeft gegeven, n.l. dien van pachtgrond, door een pachtover eenkomst te sluiten. Geen weidsch doel heeft het ontwerp dus, doch ook op dit beperkte terrein kon de wetgever nuttig werk doen. Hü zal bij de te treffen regeling hebben te letten op de belangen van den verpachter niet minder dan op die van den pachter. Geen dezer belangen is voor hem a priori meerwaar dig. Hij zal daarbij rekening hebben te honden met de ervaring, opgedaan onder de geldende regeling, dat de huidige positie van den pach ter ni-et uitmunt door vastheid, wat als een groot gevaar is gevoeld. Doch hij zal bij zijn poging om die positie te versterken, den ver pachter geen iaat mogen opleggen, welke rede lijkerwijze van dezen niet is te vergen. En hij zaïi ook meer algemeen© belangen niet uit het oog verliezen. Hoewel dus die inhoud van het wetsontwerp is regeling van de pacht verhouding en niet- regeliing van het van den eigendom te maken gebruik, is niet voor betwisting vatbaar, dat een overeenkomst, welke in eigendom bezeten grond 'betreft, ook den eigendom raakt. Dit beeft de pachtovereenkomst met veie andere overeen kom s ten gemeen. De partijen zijn in beginsel vrij de pocht- voorwaarden ln onderling overleg vast te stel le. Deze vrijheid wordt alleen eonigszlm aan banden gelegd, wanneer de vrees voor mis bruik is gerechtvaardigd. Het pachtrecht blijft overeenkomsten-recht en het blijft privaat recht, tliiuis behoorende in hot Burgerlijk wet boek op gelijke wijze als andere overeenkom sten. Wat de te verwachten daling van de grond prijzen betreft, is de Regeering van meening, dat de nieuwe regeling ©en blijvende daling van de prijzen van landerijen welke op normale wijze worden geëxploiteerd, niet zal te weeg brengen. De Regeering bestrijdt evenezeer, dat de pachtboeren niet door het wetsontwerp zouden worden geholpen. In den landbouw leeft te zeer het hesef, diat alleen samenwer king van beide partijen resultaat kan opleve ren, dan dat voor een algemeen verscherpen van de verhouding ernstige vrees behoeft te bestaan. Plaatselijke gewoonten en gemeen schappelijk inzicht en vooral ook de etechen, die de cultuur zelf aan de rechtsverhoudingen ten aanzien van den bodem stelt, zullen die ver onderstelde gevaren keeren. Dit geldt mede voor de veronderstelde verbreiding van één- jaarlijkiscbe verpachtingen. De regeering ziet ook te de zen aanzien het antwoord dat de prak tijk zal geven met vertrouwen tegemoet. Inbreuk op het eigendoms recht Weersproken wordt voorts, dat een t© krasse inbreuk op het eigendomsrecht van den ver pachter gemaakt zou worden. Het recht van den pachter, om verbeteringen aan te brengen, is, direct en indirect, zeer begrensd. En bij het in het Voorloopig Verslag geuite bezwaar, dat cle pachter den verpachter op hooge kos ten kan jagen, wordt niet voldoend© acht gegeven op de beperkingen, welke de wet aan legt, en op het risico, dat de pachter loopt, die toch steeds beginnen moet met de kosten te maken, met slechts een verwachting, in de toe komst iets terug te zullen ontvangen. Het remissie-recht. Ten opzichte van heit remissierecht neme men in aanmerking, dat vermindering Van den pachtprijs niet mogelijk is bij elke mindere opbrengst, doch slechts wanneer de opbrengst aanzienlijk minder is geweest. Zij moet dan nog te wijten zijn aan buitengewone omstandig heden, terwijl prijsverlaging van de producten en omstandigheden, aan de schuld van den pachter te wijten, niet werken als buitenge- wone omstandigheid. Daarbij moet de verpach ter slechts „een vermindering" van den pacht- Pi'ijs gedoogen, wat niet insluit, dat die ver- mindering gelijk behoeft te zijn aan de ver- mindering van den opbrengst. Onjuist is daar- v™ /emissierecht het bedrijfsrisico tor 701 k fcrootendeels op den verpach ter zou overbrengen. Er is geen gevaar dat de pachter zich met het oog op hetTmissll recht met voldoende moeite zal geven om z«n oogst zoo goed mogelijk binnen te halen Werd ook prijsverlaging onder de buitenge- wone omstandigheden gerekend, op den ver pachter zou te veel risico zijn gelegd. Moest hem dan niet ook invloed worden toegekend op keuze en verkoop van gewassen? Buitenge wone prijsdaling is een crisisverschijnsel, doch deze wet is geen crisiswet. Het continuatie-recht. Bij de bestrijding van het continuatierecht is weetr in hoofdzaak gedacht aan een onbe- perkt recht, maar het voorgestelde heeft een beperkt karakter. Continuatie vindt nimmer plaats, wanneer van den verpachter redelijker wijs niet kan worden gevergd, de pachtover eenkomst te doen voortduren, en continuatie kan slechts tweemaal geschieden en ia het ge- heel nooit langer dan 10 jaren duren. Van 's pachters moeilijkheden hij ziet zich in zijn bestaan bedreigd maakt men zich bij ne bestrijding van het voorgestelde wel beel gemakkelijk af. De wetgever moet de belangen van den pachter en verpachter afwegen en acht slaan ook op de algemeene landbouwbelangen, -en beëindiging van de pachtverhouding, alleen omdat de tijd waarvoor zij is aangegaan, verloopen is, i3 Ult algemeen landbouwkundig oogpunt een nadeel. Door de beperking vau hot continuatierecht naar den tijd wordt de zoozeer gevreesde verstarring ten plattelands voorkomen. Maar een axioma is de vrijheid Van contractoeïen niet. Prlncipieël neemt het continuatierecht geen andere plaats in dan andere vrijheidsbeperkingen. Hoe is vol te houden, dat het voorgestelde continuatierecht gedeeltelijke onteigening zou zijn en nog wei zonder vergoeding? De eigenaar mist het gebruik, eerst omdat hij de pachtver- houding in het leven riep en vervolfrencs het Yfjnerzijdsch-onredelijk ware. ban houding een eind te maken. En hij krijgt een pachtprijs. Eenige leden, die het beginsel van contract vrijheid niet wilden zien aangetast, achtten wel verdedigbaar, dat den pachter een actie tot schadeloosstelling wordt toegekend, maar de ministers zetten uiteen, dat, wie een schade- loosstelling rechtvaardig acht, het continuatie recht niet als onrechtvaardig kan afwijzen. Eindverslag. De Commissie van Rapporteurs meent met de mededeeling van dit antwoord aan de Kamer haar eindverslag te kunnen sluiten In tusschen aciht zij nadere inlichtingen gè. wenscht ten aanzien van eenige punten. Acht de Regeering het wel wenschelijk, de behandeling van deze wetsontwerpen in de Eerste Kamer voortgang te doen hebben alvorens afdeellng Landbouw haar nieuwe departementshoofd heeft bekomen. Ia liet wel wenschelijk, door'de nieuwe regeling in te grijpen, nu de crisis pachter en verpachter ernstig treft Zal eon overgangsbepaling, ais nadere voor- ning in verband met loopendie contracten in effectu iets anders kunnen inhouden, dan dat de tegenwoordige verpachters alsnog ln gelegenheid zullen worden gesteld hun reeds bestaande contracten in overeenstem ming te brengen met wat art. 1630 bepaalt ten behoeve van den verpachter Wat zijn de inzichten en bedoelingen der regeering dienaangaande De Commissie van Rapporteurs zou het op prijs stellen, als de Regeering de gevraagde Inlichtingen alsnog zou willen verstrekken vóór de mondelinge behandeling van de wets ontwerpen. door WILHELM HOLT (Uit het Dultsch vertaald) 41). De daim© in kwestie had zich nrnaip even in 't licht gewaagd, naar t scheen, want ze trok zich weer snel in 't halfdonker terug. Maar de detective wist al genoeg, want nau welijks wais het derde bedrijf aan den gang, of hij verliet zijn loge. Hij ging den schouw burg uit en de sitnaat <yp, liep 'n paar maal op en neer, als wilde hij 'n luchtje scheppen Intusechen bekeek hij nauwkeurig de wa. gens, die in lange rijen vóór 'het theater be gonnen te parkeeren. Toen 'n blauw gelakt 9 auto voorreed, scheen hij zijn doel bereikl te hebben, want hij pikte 'n taxi en stapte in Chauffeur, zeide hij, u moet die blauwe auto daar in de gaten houden en op den voet volgen, waarheen die ook rijden mag. U krijgt 'n flink drinkgeld, als u ze niet uit 't oog verliest. Geen zorg mijnheer, 't Zal gebeuren, zooals u wenscht, antwoordde de man. Nog geen tien minuten later werd de auto in kwestie opgeroepen, 'n diame steeg in en weg reed de wagen. 'n Taxi. die van Bunming, volgde, XVI. Twee dagen later werd Frits Werner uit de gevangenis vrijgelaten. De politie had geen voldoende bewijzen tegen hem In handen kun- PM), kxjjgen, om 'n tengere hechtenis te kun nen verantwoorden.-. Maar al stctod Wemer weer op vrije voeten, hij wist toch, dat hij verdacht werd. Het „gebrek aan bewijs" stelde hem tegenover de openbare meening stellig niet in 'n goed daglicht. VeTder bleef het feit bestaan, dat hij den bankier met den dood bedreigd had en dat de moordaanslag ge pleegd was met 'n mes, dat hem toebehoorde. Frits Werner begreep zeer goed, dat de da der moest gevonden worden, op gevaar af an- ders zelf voor den moordenaar te worden aan gezien. Toen hij weer in zijn kosthuis kwam, deed het hem werkelijk goed, diat zijn hospita hem zoo hartelijk begroette. Wat anderen ook van hem denken mochten, zij was in elk geval van zijn onschuld overtuigd, haar vreugde over Zijn vrijlating was zoo ongekunsteld, dat ze niet gehuicheld kon zijn. Ik wist al, dat de politie u gauw zou vrijlaten, zeide ze. En natuurlijk verteld© ze hem ook van dien fijngekleeden meheer, die haar bezocht en direct verzekerd had, dat hij weer gauw uit de gevangenis zou vrijgelaten worden. Frits Werner dacht z'n hoofd gek, wie dat toch kon geweest zijn, en wat voor be lang die vreemde heer in zijn lot kon stel len. Hij liet z'n hospita precies vertellen, hoe hij er uit gezien had, maar kon er niet achter komen. Terwijl hij nog zat te denken, kwam Bumnlng zei:, om 't raadsel op te los sen. Hij stelde zich aan Werner voor en zei de hem, wat hij was. Maar mijnheer Bunninig, vroeg Werner, hoe komt 't, dal u belang stelt in mijn aan gelegenheden? Omdat ik opdracht gekregen heb, om u te helpen. U moogt gerust weten, wie die op drachtgever ijs. Daar ben ik werkelijk benieuwd naar, antwoordde FMta, Bunndng zeide hem nu, dat de hoofdredac teur der Neuesten Naohriohteu heim verzocht had, zich met de zaak te bemoeien, omdat hij zich in zekeren zin verantwoordelijk voelde voor het feit, dat zijn vroegere verslaggever In moeilijkheden gekomen was. U nuoest me dus uit de gevangen is heli- pen? zeide Frits. Dat is nu niet meer noodig. Dat is waar. Maar nu ik eenmaal het onderzoek dezer zaak in handen heb, ga ik er mee door en zal niet rusten, voordat al les opgehelderd is, antwoordde Bumnlng. Hm, antwoordde Werner, 't is 'n zeer ingewikkelde geschiedenis, waaruit geen mensch wijs kan worden. Of gelooft u, dat 't mogelijk is, deze zaak op te helderen? Ik geloof zelfs, dat ik al 'n heel eind op weg ben, om den sluier op te lichten, zeide de detevctive. Werkelijk? vroeg Werner verwonderd. Ik kan 't me bijna niet voorstellen. Denkt u den moordenaar van den professor te zullen vinden Ik zal niet rusten, voordat ik hem ge vonden heb. Maar dat de zaak zeer ingewik keld is, geef ik graag toe. Als wij kunnen sa menwerken, mijnheer Wermer, dan twijfel ik geen oogenhUk aan 'n goeden uitslag. Maar Werner had niet veel trek, om met dien detective samen te werken. Dat vond zijn oorzaak wel hierin, dat Werner van mee- ning was, dat t misschien maar beter was, dat de waarheid niet aan t licht kwam. Bumnlng scheen zijn besluiteloosheid te bemerken. Hoor 'na, mijnheer Werner, zeide hij, laat me vrijuit en rondweg met u spreken. U bent niet eTg gesteld op mijn hulp en ik weet ook waarom. Zoo? Kunt ti gedachten lezen? Neen, dat kan ik niet. Maar beken 't nu maar eerlijk; ja 't niet^ omdat u vreest, dat Jozef Evan in moeilijkheden zou kunnen ge raken? Ea wjjt u n&m niet aparen ter wille van zijn zuster? Werner zag don detective verbaasd aan. Wat? vroeg hij angstig. Weet u bezwa rende dingen tegen Jozef Evan? Ja, n weet, dat hij hier ln 't land was, toen zijn vader vermoord werd. Ik weet ook, diat hij met zijn vader overhoop lag. Ik weet bovendien, dat u hem ter wille van zijn zus ter sparen wilt. Maar dat alles, mijnheer Werner, om licht in de zaak te brengen. Want dat kan ik u ook wed zeggen, dat ik vast overtuigd ben, dat Jozef Evan evemin schul-. diilg is aan den dood zijns vaders als u of ik- O, gelooft u diat? riep Werner met blij de verrassing. Ja, al is zeer zeker de schijn tegen hem.' Zijn houding is zeer zeker in vele za ken onverklaarbaar, moest Werner toegeven. Ik geloof zelf aan zijn onschuld, maar mijn vertrouwen in hem werd geschokt, toen. Plotseling brak hij z'n woorden af. Spreek maar op sprak Bunninig aanmoe digend. U kunt mij gerust vertrouwen. Zeg me maar, wat u voor verzwarende omstandig heden ontdekt bebt. Ik geef u die verzekering dat Jozef Evan onschuldig ia, al zijn de om standiigheden nog zoo bezwarend voor hem. Nu, luister dan. Ik heb verleden week met 'n mij onbekenden man gesproken. Deze vertelde me, dat Josef Evan al veel langer hier in 't land terug was, dan men algemeen aannam en hij wilde, dat dit bekend zou wor den., opdat Jozef Evan er in zou loopeu. Nader hand heb ik weer naar dien man gezocht, want ik wilde hem overhalen, over diie aangelegen heid te zwijgen. Ik liiet 'n oproep in de krant zetten. Maar hij meldde zich niet. Daags daarop werd het lijk van een onbekende uit het water opgehaald. Men constateerde sporen, van ge- iwiefld aan 't Ujk, zoodajt mem. dat die man vermoord en daarna in 't water geworpen was. Waarom weet ik zelf niet, maar Ik wilde dien man zien en tot mijn groote ontzetting kwam ik tot d© ontdekking, dat 't d« man was, naar wien ik zocht. Toen moest Ik, of ik wilde of niet, wel tot 't besluit komen, dat Evan zijn hand hier in 't spel had. Want voor hem was 't van groot belang, dat hij dlien man tot zwijgen bracht. Door deze verschrikkelijke ontdekking verloor ik weer het vertrouwen, •dat Evan persoonlijk mij ingeboezemd had. Ik hield 't weer met bankier van Glelen, die beweerde, dat Evan de dader was. t Aha, zeide Bunning, meent die heer van Gielen dat? Mijnheer Werner, vertel ine nu eens allee, wat u weet,heel precies en ver zwijg me Mets. Waarschijnlijk weet ik al 't een of ander van wat u mij te vertellen hebt, inaar ik zou graag die berichten nog eens uit nw mond hooren. En als u mij alles verteld hebt, dan zult u van mij ook verschillende dingen hoören, die u tot nu toe onbekend zijn, maar die u zeer zeker interesseeren en licht in de zaak zullen brengen. Frits Werner bekeek den detective nog eens goed. De Jonge man mocht nog zoo fatterig gekleed zijn en meer den Indruk van 'n dandy maken dan van een ernstig detective, toch boezemde hij vertrouwen in. En Wemer bad er werkelijk behoefte aan .zijn gemoed eens t0 luchten en alles te vertellen, wat hij op z'n hart had. Daarom vertelde hij alles, verzweeg ook niet zijn ervaringen op den Beukenhof ©n zijn liefde voor Alice Evan. HU vond in Bun ning een aandachtig toehoorder, die hem nooit onderbrak en slechts nu en dan knikte, als wilde hij zeggen: dat had ik wel gedacht. Toen Werner alles verteld had, vroeg hij nog: En vindt u nu niet, dat de heele zaak op 'n mlet-uit-den-war-te-krijgen kluwen gelijkt? Ik beken, dat 't voor mij één groot raadsel is. 1 Eigenlijk vertrouw ik noch den bankier, nochl Jo'zef Evan. Ik begrijp hun gedrag niet, maar kan me evenmin indenken, wat Alice bezielt dat ze zich door dien bankier laat ringelooren! 't Is 'n moeilijk© zaak, antwoordde de detective, maar daarom behoeven \y© ^lgn moed nog niet te verliezien. Kijk, ik Ueb dia paar diajgen, sedert ik mij met deze aangelegeu. hei'd bemoeid heb, niet nutteloos voorbij laten gaan. En ik heb oen en ander ontdekt dat van groot belang ds. Ik heb dit kunnendoen. omdat in do heele geschiedenis een jong© dal me m rol speelt, die ik nog van vroeger ken. - "oog Wer^rorw^ derd. De eenige jonge dame die 'hier 'n rol l'lncf'ni da-t beweer ik lioelemiaal e 10 J' v'0,or zooiver ik weet, juffrouw v i nog nooit van mijn lieven gezien. Maar ct is nog ©en andere jonge dame in X spel hoe vreemd u dit ook mag voorkomen, kn wie is dat? De vrouw van Jozef Evan. De vrouw van Jozef Evan?" Is die dan getrouwd? Ja, en zijn vrouw is de dochter van 'q man, die u hier bezochtheeft. U bedoelt Janowski? Nu begrijp Ik er heeleimaaf niets meer van, staimelde Werner; ©n verborg zijn gezicht in z'n banden. En toch is 't zoo. En als u luisteren wilt dian zal ik alles vertellen, 't Is 'n roman tische geschiedenis, zooals er zooveel zijn. Maar als u dat allemaal gehoord hebt, da* zal het gedrag van Jozef Evan u nt©(. meef zoo gemakkelijk lijken, - (Wordt vervolgd)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 6