b I NOODKREET VAN DEN NEDERLANDSCHEN LAND- EN TUINBOUW. BUITENGEWONE ERNST DER TIJDEN. DRINGEND BEROEP OP DE REGEERING. DE STRAF DER ZONDE MAANDAG 14 DECEMBER 19SI Klachten van vrijwel het geheele bedrijfsleven. De metaalindus trie ernstig getroffen. TEXTIELINDUSTRIE SOMBERDER HET CONFLICT IN DE TEXTIEL INDUSTRIE. ALG. NED. BOND VAN HANDELS- EN KANTOORBEDIENDEN. ARBEIDSWET 1919. ONS ECONOMISCH AFWEERGESCHUT TERSTOND IN STELLING. De Oslo-macht. DE INDISCHE POSTVLUCHTEN. BRUTALE ROOF IN EEN POSTKANTOOR. Ambtenaar met een revolverbedreigd. Daders gesnapt bij de verdeeling van den buit. ONVEILIGHEID TEN PLATTELANDE. DE DERDE KRUISER. NATIONAAL CRISIS-COMITE. UITOEFENING VAN DE ARTSENIJ. BEREIDKUNST. D- l; r Blijkens mededeeling van het Centraal Bu reau voor de Statistiek komt in de over het 3de kwartaal omtrent ons bedrijfsleven verza melde gegevens, welke worden gepubliceerd in de ter perse zijnde 11de aflevering van het Maandschrift, wel heel duidelijk de buitenge wone ernst der tijden tot uitdrukking. De werkloosheid stond op een voor den tijd van het jaar ongekend hoog peil. Veel heeft biertoe bijgedragen de wel niet overal evenzeer onbe vredigende, maar toch in doorsnee slechte gang van zaken bij de nijverheid, niet het minst in de bedrijven, welke tot hare grondpeilers zijn te rekenen. Terwijl reeds eerder werkende on gunstige factoren in het algemeen in geenszins verminderde en in vele gevallen zelfs toegeno men mate hun drukkenden invloed bleven uitoefenen, ontstonden voor vele branches nog weer nieuwe moeilijkheden. Bovendien laat de rentabiliteit van vele on dernemingen hoe langer hoe meer te wenschen over wegens de huidige ongunstige prijsver houdingen (menigmaal zelfs verliesgevende orders aangenomen). Met nog meer reden dan in het vorige kwar taal valt de metaalindustrie onder de zwaar ge troffen bedrijfsgroepen te rangschikken. Zelfs op het reeds eerder sterk verlaagde peil kon den vele ondernemers zich niet handhaven. Zoo vertoonde de scheepsbouw een voortgezette en diepe inzinking, waarbij geheele of zoo goed als geheele stopzetting van werven niet is uit gebleven. De personeelsterkte in 9 groote on dernemingen, welke eind September van het vorige jaar 13.600 man bedroeg, is sinds eind Juni 8.875) nog verder teruggeloopen tot 6.725 man, van wie er dan nog velen slechts hij toerbeurten werkten. Bij zoo talrijke en ernstige teekenen van achteruitgang als de machinefabricage, ijzergieterijen en construc tiewerkplaatsen te zien gaven, maken de siechts sporadische gevallen van toeneming van werk al een zeer poover figuur. Het hoogovenbedrijf werkt tengevolge van de depressie op de ruw-ijzermarkt reeds sinds Fe bruari in een langzamer tempo (werkweek in verschillende afdeelingen met eenige uren be perkt). Bij de groote gloeilampen en radio-in dustrie, waar de toestand nog steeds stond in het teeken van slapte in verband met de alge meens conjunctuur en 'invoerbelemmering °in exportgebieden, is de personeelsterkte sedert eind Juni 14.000) verder gedaald tot 11.500 man aan het eind van September d.i. maar weinig meer dan de helft van het aan' tal 2 jaren geleden. aan" Textielindustrie, somberder. let*^e?'dat de textielindustrie in haar geheel bood, is somberder geworden. -gDS, de katoenin<t"-strie de toestand IHV w! sf gemeen V6rder achteruit. Gedeelte- fen g€TOlg Van de voortdurende da- won h- ,7 f prlJZ0n, waardoor het vertrou- J. v6 k00pers verloren ging, terwijl voorts erscherpte crisis zich zoowel op den zoo belangrijken export, welke o.m. toch reeds be- emmerd werd door veel buitenlandsche (o.a. Japansche) concurrentie als op den binnenland- scnen afzet meer en meer deed gevoelen. Intusschen waren er ook wel enkele berich- en van eenige tijdelijke verbetering der werk- ge egenheid v.n.l. in September en althans voor sommige afdeelingen van het bedrijf, hoewel men zooals trouwens ook in andere versla- sen,. Mèef wijzen op onvoldoende en deels verliesgevende prijzen. In de wolindustrie liep de toestand vrij sterk ui een, maar was hij goeddeels ongunstiger dan verleden jaar. Zoo te Tilburg, waar een groot deel der fabrieken met slapte te kampen nati, doch in eenige andere een flinke seizoen- ediijvigheid ontstond. Oorzaak van de groo- tere bedrijvigheid was mede de vrees bij En- gelsche afnemers voor verhooging van invoer rechten, waardoor de loopende orders ten spoe digste moesten worden afgeleverd. Uiteraard bracht de depreciatie van het Engelsehe pond in September voor dezen bedrijfstak, welke voor zijn export voor een belangrijk deel op Enge land is aangewezen, naast directe schade ook een versombering der naaste vooruitzichten. Wat de kunstzijde-industrie betreft zij opge merkt, dat de uitgevoerde hoeveelheid garens (onbewerkt) in Juli en Augustus (vooral eerst genoemde maand) gunstig afstak bij deze maan den van 1930, maar in September was juist het omgekeerde het geval. De groep voedings- en genotmiddelen geeft, al zijn de toestanden wat de werkgelegenheid betreft, nogal geschakeerd, in doorsnee toch eveneens tot weinig opwekkende en gedeelte lijk zelfs min of meer sombere beschouwingen aanleiding. In de jabrieken van zuivel- en melk producten b.v. stapelden zich de moeilijkheden waaronder het exportkwantum van boter plaat sing moest vinden, tot ongekende hoogte op. De export van margarine bleef ruim 11 ach ter bij bet 3de kwartaal van 1930. Zoo zouden wij kunnen doorgaan met o.a. te wijzen op den steeds kritieker geworden toe stand in de groote aardewerkindustrie, den ver van rooskleurigen gang van zaken in de glas industrie, den met slechts betrekkelijk kleine schommelingen buitengewoon slechten toestand in de diamantindustrie en nog zoovele an dere bedrijven meer. De prijzen van een groot deel der akkerbouw producten daalden beneden de helft van de ge middelde prijzen in het tijdvak 1924/'29. Ook de uitkomsten van de veehouderij wer den steeds ongunstiger. De toestand van den tuinbouw was In het 3de kwartaal zeer onbevredigend. Waar in Hengelo gestaakt wordt. Zaterdagavond laat is te Hengelo bericht inge komen van de drie samenwerkende organisatie- besturen dat Maandag niet zal worden begon nen op de Kon. Weefgoederen fabriek, doch wel op de Hengelosche Bontweverij en bij de firma de Jong en van Dam. Timmerlui en metselaars kunnen gewoon doorwerken. Chr. Nat. Vakverbond zal Unitas steunen. Het algemeen bestuur van het Chr. Natio naal Vakverbond kwam Zaterdag in spoedver gadering te Utrecht bijeen ter bespreking van het in de Twentsche textielindustrie bestaande conflict, Gehoord het verslag der besprekingen door de vertegenwoordigers der werkgevers en der arbeiders-vakoentralen gevoerd, kennis ge nomen hebbende van het communiqué in de ochtendbladen van Zaterdag gepubliceerd, be treurt het bestuur het, dat de aankondiging van de tweede loonsverlaging van 5 pet. mede gemotiveerd is als straf voor het optreden in "df c°nflict- Erkend werd, dat het re sultaat der besprekingen te Zwolle een basis kunnen Weden voor een accoord, doch overwegende; dat de daaraan door de werk gevers verbonden voorwaarden niet zelfstandig 001 as bunnen worden vervuld, erkende men, dat op grond daarvan het aan Unitas niet mogelijk Is gemaakt, het advies tot staking op 14 December a.s. terug te nemen. Besloten n erJ daarom Unitas moreel en financieel te steunen. NIEUME REVUE. In heit atelier van het Soala-th eater te 's Hage zijn veertig meisjes bezig, de japonnen voor de nieuwe revue waaraan wijlen Bouwmeester Jr. reeds begonnen was te naaien. Het kantwerk wordit met kralen bezet. MOEILIJKHEDEN IN DE TEXTIEL INDUSTRIE. Arbeidersontslag te Helmond. Door de directie van de N.V. Diddens en van Asten-a Textielfabrieken te Helmond Is Zater dag aan veertig man van 't personeel ontslag aangezegd daar tot inkrimping van het bedrijf wordt overgegaan. De directie deelde mede, dat deze inkrimping uitsluitend het gevolg is van de daling van het pond sterling, waardoor haar concurrentie op de buitenlandsche markt onmogelijk wordt. Salaris-congres te Amsterdam. Zaterdagmiddag organiseerde de Alg. Ned. Bond van handels- en kantoorbedienden een salariscongres in de groote zaal van het Con certgebouw te Amsterdam. Op dit congres hebben de heeren C. W. Jaoobsen en G. J. A. Smit Jr. resp. bondssecretaris en bondsvoor zitter inleidingen gehouden over de invoering van de arbeidswet voor de kantoren en over ,de crisis en de salarissen". Nadat over de beide inleidingen van gedach. ten was gewisseld, werden ten slotte door de vergadering twee moties aangenomen waarin werd aangedrongen op de invoering van het werktijdenbesluit en waarin geprotesteerd werd tegen de ongemotiveerde salarisverlagin gen. Overwerkvergunning in wasscherijen en 8trijkinrichtingen. De minister van Arbeid, Handel en Nijver heid, heeft aan hoofden of bestuurders van wasscherijen en strijkinrichtingen in alle ge meenten des Rijks vergund, dat gedurende het tijdvak van 21 December 1931 tot en met 2 Januari 1932 in hunne onderneming door de aldaar werkzame arbeiders, In afwijking van het bepaalde in de artikelen 23 en 24 der Ar beidswet 1919, onder bepaalde voorwaarden arbeid wordt verricht als volgt: op 21, 22, 23, 24, 28, 29, 30 en 31 December 1931, gedurende ten hoogste 10 uur per dag en op Zaterdag 2 Januari 1932 gedurende ten hoogste 8 uren. Het Comité van Economisch Verweer uit de Land- en Tuinbouworganisaties, waarin zijn vertegenwoordigd de Algemeene Nederland sche Zuivelbond, de Bond van Kaasproducen ten, de Christelijke Boeren- en Tuindersbond, de Katholieke Nederlandsche Boeren- en Tuin dersbond, het Koninklijk Nederlandsch Land- bouw-Comité en de Nederlandsche Tuinbouw- raad, tezamen omvattende alle georganiseerde land- en tuinbouwers in Nederland heeft den volgenden noodkreet gericht tot den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw: „Nadat de betalingsmoeilijkheden in Duitsch- land en het bevVuste streven van dit land, om den invoer van land- en tuinbouwproducten te drukken, de afzetmogelijkheid van onze producten, zoowel wat hoeveelheid als prijs betreft, zeer belangrijk hadden verkleind, heeft Frankrijk een contingenteeringssysteem ingevoerd, dat den uitvoer naar dit land sterk belemmert niet alleen, maar en dit, vooral door de wijze waarop dit systeem wordt toe gepast ook de normale handelsbetrekkin gen, die jaren lang bestaan hebben en met zorg en veel moeite zijn opgebouwd, onmoge lijk maakt. In Oostenrijk heeft men een de- viezenregeling ingevoerd, die het practisch onmogelijk maakt, naar dit land te exportee ren, terwijl door Engeland eiken dag lijsten van invoerrechten worden vastgesteld, die van zoodanige hoogte zijn, dat deze ruïneus op den export naar dit land moeten werken. Wij vragen ons af, wat hiervan het einde zal zijn, doch wij vragen ons tegelijkertijd af of onze regeering daartegen nu inderdaad machteloos staat. Wij weten heel goed, dat ln de buitenland sche maatregelen twee soorten dienen te wor den onderscheiden, t.w.: de verhooging der invoerrechten en het vaststellen van contin genten. En wij weten ook heel goed dat, als Nederland ten aanzien van beide behandeld wordt op een wijze, waarop het recht heeft, uiteindelijk erkend zal moeten worden, dat ieder land voor zich zelf het recht heeft, die maatregelen te nemen, die het in overeen stemming acht met de noodzakelijkheid om de belangen van het land zelf te beschermen. Als wij dit recht ten aanzien van de landen, waarheen onze producten gaan, erkennen, dan eischen wij het ook op voor ons eigen land en dan herhalen wij onze vraag: is de Neder landsche Regeering niet bij machte om in dezen flink van zich af te slaan Wij denken daarbij en wij vroegen het U reeds voor den invoer van wijn od flesschen aan een bijzondere verhooging van ons in voerrecht voor de belangrijkste producten van de landen, die onzen export belagen. Wij voegen hier oogenblikkelijk aan toe, dat deze middelen, naar onze opvatting, onder bepaalde omstandigheden zeker zullen helpen, doch dat zij desniettegenstaande dat tot de kleine middelen gerekend moeten worden. Wanneer wij onze gedachten laten gaan over middelen van grooter kaliber, dan vragen wij ons in de eerste plaats af of het Oslo-pact daarvoor geen gelegenheid biedt. De door Duitschland, Frankrijk en Engeland getroffen maatregelen mogen voor ieder der Oslo-staten niet even funeste gevolgen hebben, het is niet te ontkennen, dat alle er zwaar door getrof fen worden. Wij twijfelen -dan ook niet of ieder dezer Staten zint op pogingen om voor zijn belangen op te komen. Hoeveel krachtiger zou ieder dezer pogingen worden, als niet elk der Staten afzonderlijk, doch allo te zamen gingen handelen. Tellen wij het inwonertal van de vijf z.g. Oslo-staten tezamen, dan zien wij Nederland (8 millioen), België (8 mil- lioen), Denemarken (3.5 millioen), Zweden (6 millioen) en Noorwegen (3 millioen) 28.5 millioen inwoners vertegenwoordigd en dus een inwonertal dat ten aanzien van Frank rijk (41.000.000), Groot-Brittannië (45.000.000) en Duitschland (64.000.000) geen slecht figuur maakt, vooral wanneer wij in aanmerking nemen, dat de Oslo-staten tot nog toe koop krachtige landen zijn. Wij zijn overtuigd, dat als deze macht als één geheel ln de schaal gelegd werd, er ln de drie genoemde landen met andere ooren naar geluisterd zou worden dan nu het geval is. Thans is het een klein kunstje om ieder der Oslo-staten afzonderlijk af te slachten, doch om er vijf onder de knie te krijgen, mits als eenheid vereenigd, zal nog een heele toer zijn. Wij vragen on3 ook af: welke middelen zullen de nieuwe wetten op den invoer (crisis- invoerwet) en de voorgestelde anti-dumpings- wet de Nederlandsche Regeering geven. Maakt zij zich sterk genoeg om deze beide wetten forscli te hanteeren. Wij kunnen ons niet losmaken van de gedachte, dat alles zoo langzaam geschiedt en dat een aan de Neder landsche exporteurs toegebrachte klap in het geheel niet of alleen in de verre verte met een wederklap wordt beantwoord. Wij hebben liét gevoel, dat niet genoeg beseft wordt, dat wij ih een oorlog leven. Natuurlijk niet in dien zin, dat eiken dag lijsten openbaar gemaakt wórden van gesneuvelden en gewonden, maar toch sneuvelen er economisch dagelijks hon derdtallen onzer medeburgers of worden diep gewond onder de ondragelijke lasten. Excellentie, wij kunnen het U niet luide genoeg toeroepen: er is haast, groote haast bij dit werk. Wij konden nog pas weder con- stateeren, dat een duidelijk gemaakte af spraak eenvoudig niet werd nagekomen. Dit kan niet langer door Nederland verdragen worden en sprekende in naam van alle ge organiseerde land- en tuinbouwers vragen wij U: laat de R^geering dit alles onder oogen zien, opdat niet alle bestaansbronnen op land en tuinbouwgebied opdrogen. Excellentie: laat de Regeering krachtig voor ons optreden en laat zij het terstond doen. Er is periculum in mora!" Een afschrift van het adres Is aan alle overige Ministers toegezonden. De Raaf is Zaterdag om 6.43 uiit Calcutta ver trokken en om 16.50 uur in Bangkok aange komen. Bij de K. L. M. is bericht ingekomen, dat de Leeuwerik Vrijdag bij Bari, ten Noorden van Brindisi is geland. Zaterdagmorgen om 6.30 is het toestel van daar vertrokken naar Athene. NEDERLANDSCHE FAILLISSEMENTSSTATISTIEK. In de week van 712 December 1931 zijn in Nederland uitgesproken 93 faillissementen. Zaterdagmiddag heeft 'n brutale roof plaats gehad in het postkantoor te Ginneken. Om streeks vijf uur vervoegden twee jongemannen van goed twintig jaar zich aan het loket met een groot postpakket, dat zij ter verzending aanboden. Wegens den omvang van het pakket zag de ambtenaar zich genoodzaakt het loket op te schuiven om het in ontvangst te kunnen nemen. Terwijl hij zich daarop bezig hield met het wegen van het pak, maakten de aanbieders daarvan zich meester van een geldtrommeltje dat daar stond en een bedrag van 150 gulden inhield. Den ambtenaar met een revolver be dreigend vluchtte het tweetal het kantoor uit en bereikte via het Postlaantje de markt, waar na zij zich in een leegstaande woning in de Brugstraat verscholen en den buit gingen ver- deelen. Ongelukkig echter voor hen was de loodgieter Jacobs met een paar knechts in dit perceel aan het werk. Deze mannen overvielen de twee roovers. Toen bij de worsteling een schot af ging bleek de revolver slechts een alarmpistool te zijn. Een van de twee mannen werd tenslotte aan gehouden, de ander wist te ontvluchten door over de heining te klimmen. De aangehoudene, zekere Chr., is oud-huis- knecht van het hotel Duinenoord, te Ginneken, waar kort geleden is ingebroken. De buit werd op twintig gulden na terug gevonden. In verband met dezen roof brengt men het feit, dat in den vorigen nacht in het post kantoor een ruit was uitgesneden en dat ter plaatse is gevonden een slap dameshoedje, dat vermoedelijk bestemd was om over het gezicht te worden getrokken, want er bevonden zich twee gaten in. Men begrijpt, dat het geval ln het rustige dorp heel wat opschudding heeft teweeg ge bracht. Boer pas op je kippen. In verband met de den laatsten tijd steeds toenemende onveiligheid in de omgeving van Winterswijk had de 61-jarige J. W. S. in Corle zich Zaterdagnacht op ©enigen afstand van zijn woning opgesteld in de nabijheid van zijn kip penhok, gewapend mot een geweer. Omstreeks middernacht hoorde hij bij het hok zacht spre ken. Op zijn vraag, wie daar waren werd in het AChterhoeksch geantwoord, dat hij maar naar huis moest gaan. S. loste toen een söhot in de richting van de onbekenden die op de vlucht sloegen. Zij losten daarbij nog eenige revolversch oten. Twee zakken met kippen bleken zij te heb ben achtergelaten. De politie onderzoekt thans de herkomst dezer dieren. ERNSTIG MOTOR-ONGEVAL TE DE BILT. Een doode, een ernstig gewonde. Op den Utreehtschen weg te de Bilt heeft Zaterdag 'n ernstig motorongeluk plaats gehad De luitenant-vlieger J. Coert uit Utrecht reed als duo-passagier met den luitenant-vlieger Sickema uit Groningen per motor van Utrecht in de richting De Bilt. Ter hoogte van de Kerk- laan wilden zij een met paard bespannen brood wagen passeeren, die wachtte alvorens de Kerk- laan in te rijden. Vermoedelijk heeft de motor rijder niet voldoende uitgeweken. Hij raakte het lemoen van den broodwagen en week toen snel naar links uit, waarbij het motorrijwiel over den kop sloeg. De duorijder werd van het motorrijwiel geslingerd en bleef met ernstige hoofdwonden liggen. De bestuurder sloeg een paar malen over het hoofd en kwam naast het tramhuisje over de heg in den tuin van een woning aan de linkerzijde van den weg terecht. Hij bekwam inwendige kneuzingen doch liep eerst nog naar zijn gewonden vriend, voordat hij in elkaar zakte. De politie, die terstond ter plaatse was, legde bij den heer Sickema het eerste verband, waar na spoedig dr. Mayer verdere hulp verleende. De beide gewonden werden per auto van den Gemeentelijken Geneeskundigen Dienst naar het militaire hospitaal te Utrecht vervoerd. Een nader bericht meldt, dat de 26-jarige motorrijder P. Sickema, die aan zijn verwon dingen overleed, reserve-tweede-luitenant is en leerling-vlieger. Zijn ouders wonen in Har- lingen. De duopassagier J. Coert, die zwaar werd gewond, is 28 jaar oud. Hij werd eerst naar het Militaire Hospitaal vervoerd en later vandaar naar het Diaconessenhuis. Een motie van het college van gedelegeerden. UITSTEL VOOR 1932 NOODZAKELIJK. BATAVIA, 12 December. (ANETA). Hedenmorgen zette het College van Gedele geerden van den Volksraad de bespreking voort van de beperking der subsidies voor particu. lier onderwijs, waarbij de Regeering verschil- lende tegemoetkomingen deed, zoodat een drie tal ingediende amendementen werd ingetrok ken. Tijdens de pauze gaf de voorzitter, de heer Aleyer Ranneft in een besloten bijeenkomst een uiteenzetting over het financieel aspect, dat sedert het laatste exposé van den heer Van den Bussche opnieuw was versomberd. Na de pauze las de secretaris de volgende motie voor: „Da Volksraad, overwegende dat de Lands financien zoowel als de algemeene toe stand sinds de aanneming van de Marine be grooting voor 1932 in buitengewone mate is verslechterd en momenteel geen lichtpunt valt waar te nemen: acht uitstel van den bouw van den derden kruiser althans voor het jaar 1932 nootzakelijk .tenzij deze bouw verder ge heel voor rekening van Nederland plaats heeft; besluit deze meening ter kennis te brengen van de Regeering het Opperbestuur en de Sta- ten-Generaal". Deze motie was onderteekend door zestien leden, n.l. alle aanwezige leden, behalve de voorzitter en de heer Monod de Froideville (I.K.P.) Afwezig waren de heeren Staargaard (E.G.), Van Baaien (Middenstand) en Mr. Fruln (Vad. Cluib). Deze motie zal op 17 December a.s. in behan deling worden genomen. Het College van Gede legeerden nam vervolgens het ontwerp aan tot heffing van een accijns op bier. De verantwoording der gelden. Het Nationaal Crisis-comité deelt ons mede: Naar aanleiding van ons bericht, dat da giften éénmaal per week In de dagbladpers vermeld zouden worden, moeten wij thans tot ons leedwezen mededeelen, dat het voor da dagbladen, ondanks de groote bereidwilligheid, onmogelijk is, gezien de zeer groote lengte van de giftenlijst, dit publiceeren voort te zetten. Giften, overgemaakt per postchéque- en girodienst of door welke bank-instelling ook, zijn uit den aard der zaak voldoende verant woord. Van gelden, ontvangen per postwissel, ln contanten, per chèque of ln bussen zullen nog ontvangstbewijzen verzonden worden. Een adres van landbouworganisaties aan de Tweede Kamer. Do Chr. Boeren- en Tuindersbond in Ne derland, ce Katholieke Nederlandsche Boeren- en Tuindersbond en het Kon. Ned. Landbouw- Comité hebben met betrekking tot het in het zittingsjaar 1930/1931 bij de Tweede Kamer ingediende ontwerp van wet houdende rege len betreffende de uitoefening van de artse- nijbereidkunst 'n adres aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal gezonden, waarin zij als hun meening uiten, dat aan dit wetsontwerp groote nadoelen voor het platteland kleven. Voorts zal Indien dit wetsontwerp tot wet zal worden verheven, de distributie van genees middelen op het platteland, welke thans wat den detailverkoop betreft door de ten platte lands gevestigde drogisten plaats vindt, vrijwel worden stopgezet. Tenslotte wordt In het adres een wijze aan gegeven, waardoor zal kunnen worden bereikt, dat de bestaanszekerheid van den apotheker meer zal worden bevestigd en dat de drogis ten, die voor het platteland onmisbaar zijn, daar kunnen gevestigd blijven. BLOEMEN ALS CADEAU NAAR FRANKRIJK. Naar ons medegedeeld wordt, is bij het be- stuur van de 's-Gravenhaagsche Bloemlsten- patroonsvereeniging bericht uit Parijs Inge- komen, dat het invoerverbod van snijbloemen geen betrekking heeft op zendingen van Ne. derlandscbe bloemen, afgezonden op last van een particulier en geadresseerd aan een par. ticulier in Frankrijk. Bloemen, welke cadeau worden gegeven kan men dus blijven verzen, den. UIT HET HAVENLEVEN (/ra de groote stad Dus, Jongen, luister goed toe Tik-tak, tik-tak, tik-tak, deed de pendule op den schoorsteenmantel. Er was reeds een heel uur verstreken en Van Buuren was nog aan 't woord. En hoe langer hij sprak, des te meer werd het voorhoofd van Hendrik be trokken. Het stond inderdaad slecht met de reederij van Jaooh van Buuren Alles bij elkaar genomenbegon de reeder juist zijn overzicht nog eens saam te vatten, toen er aan de deur geklopt werd. Binnen! Een jonge kantoorbediende meldde: De kapi tein van „Huls Oranje". Een oogenibliikje. De klerk verwijderde zich. Hendrik van der Velde stond op. Wil je niet hier blijven, Hendrik? Verschoon mij, oom; ik zou liever met mijn gedachten alleen willen zijn Ik begrijp je mijn jongen. Nu, tot ziens! Zeg aan kapitein Kruger, dat hij b!j mij komt. Eem handdruk, warmer en langer dan andere en toen ging Hendrik. Onmiddellijk daarop trad de kapitein van „Huis Oranje!' het kan toor binnen. Ik moet mij bij u verontschuldigen, mijn heer van Buuren. De kapitein zat op dezelfde plaats, waar kort te voren Hendrik van der Velde had gezeten, met de armen over elkaar geslagen op de tafel leunend. De reeder keek hem vragend aan. „Ik had voor u een aardige verrassing willen meebren gen, maar in het allerlaatste oogehblik viel het anders uit. Van Buuren glimlachte. Hij kende zijn kapitein. Weer een onbezonnenheid? Zooals men het noemen wil. Ik had u een echte Boudaha uit den Ohineeechen temipel te Oolon toegedacht En? Wel ik heb hem reeds aan booTd. Maar de geschiedenis werd hm onaangenaam. Van Buuren ging eens makkelijk zitten. Tom Kruger had altijd wat te vertellen, als hij van de reis terug kwam. Dikwijls was heit verhaal waar, meer nog gelogen, maar altijd belang wekkend. En van Buuren had dit met alle echte zeelui gemeen, dat hij gaarne een span nend verhaal hoorde. Nu dan, hoe was dat? Wat ik u ga vertellen, mijnheer van Buuren is de zuiveire waarheid, begon de kapitein, een inleiding, welke de reeder, als steeds, ongeloovig aanhoorde. Dus zooala u weet, voeren wij van West- Indlë naar Colon; het Panamakanaal is Immers nog steeds niet klaar, zoodat wij ons met dit einde er van moesten vergenoegen. Nu ls Colon grootendeels Chineeseh en neeft natuur lijk verscheidene Joshulzen (bedelhuizen). Een dezer huizen bezat een prachtig Boudaha- beeld van brons. Het zag er uit, alsof het honderden jaren oud was, en dat wilde ik voor u meebrengen. Een kleine kunstmatige pauze en toen weer: En het gelukte mij, het beeld aan boord van de „Huis Oranje" te krijgen. Gelukte u dat?J Van Buuren dreigde hem glimlachend met den vinger. Gekocht natuurlijk, verzekerde de kapi tein. Een koelie bracht het beeld; Ik betaalde hem goed. Maar luister nu verder. De Boudaha ligt dus op 't dek ln een ebbennouten kist, zooals hij ook in het bedehuis nad gestaan. Ik roep een neger en zeg hem: Jim, neem dat beeld uit de kist, en breng het naar beneden in mijn kajuit. Het beeld was niet licht en Ji;m moest flink aanpakken. Dat ceed hij dan ook. Hij tilt de figuur uit de kist. Plotseling laat hij haar er weer invallen, slaakt een gil en vaüit op den grond. Verschrikt buig ik mij over hem heen. Zijn handen zijn krampachtig gebald, de onderkaak is vast tegen de boven, kaak gekleund. Weder een kunstmatige pauze. Jim was dood! Ho, ho! Zooals ik u zeg, mijnheer. De Jonge, sterke neger was dood als een pier. Ik laat ijlings een dokter halen, en weet u, wat die zei? Welnu? Dat de neger aan den beet van een giftige slang was gestorven. Er moest een vergiftige slang aan boord zijn. En ten beiwijze toont hij mij in de kandipaimen van het lijk een paar kleine, groene puntjes. Dat was de beet. zeide hij. Nu, Ik liet den doktker in de waan: hij schreef 't doodsbewij®, en de neger werd over boord geworpen. Maar ik dankte God, dat ik nu wist, waar ik aan toe was. Hoe makkelijk had mij dat kunnen overkomen. Maar wat dan? U heeft het niet geraden, mijnheer? De kapitein scheen zich trouwens daarover te ver heugen. Ik had een vergif-god, een god van den moord door vergif, gekocht. Het beeld van Boudaha was van onder tot boven bezaaid met kleiine, schier onzichtbare doorns, en als men daarop drukte, staken zij met bun fijne, scherpe punten door de huid, en een sterk- werkend slangenvergif stroomde ln het bloed, wat terstond den dood veroorzaakte. De dokter had volkomen gelijik met zijn slangenbeet, alleen droeg de zaak zich Ietwat andere toe. En stel u nu voor, mijnheer, aldus ein digde de kapitein zijn verhaal, dat Ik u dien Boudaha hadrie gebracht! Dan ls niets toch veel beter, niet waar? Van Buuren bevestigde zulks lachend. Zeker, zeker, veel beter! Overigens dat verhaaltje heb je weer aardig bij elkaar ge flanst. Het is zoo waar als de Rijibel, mijnheer! verzekerde de kapitein, «ogenschijnlijk zeer gekrenkt. Ja, ja, dat weet ik wel, dat weet ik wel! lachte van Buuren. Wat heb je ten slotte met dat beeld gedaan? Ik heb het met tangen laten aanpakken en in zee doen werpen. Welnu, kapitein, dan dank ik u voor het geschenk, dat ge mij niet hebt meege bracht. Ik ben u inderdaad dankbaar, voegde de reeder er d'an ernstiger bij. Gij hebt mij voor een kwartiertje aan het heden ontrukt, mij zelfs een lach afgedwongen. Dat klinkt zoo vol zorg, mijnheer. Ik heb ook zooveel aan mijn "hoofd. Toch niets onaangenaams? Dat wel niet maar doch vertel mij eens, is de lading in goede orde aangekomen? In de beste orde, mijnheer. In een be tere, dan ik mij had durven voorstellen Wij zijn trouwens ook gelukkig geweest. Van Buuren keek verwonderd op. Wij hadden voortdurend heerlijk weer, vulde de kapitein aan. Wilt ge daarmede zeggen, dat gij de ,,Huis Oranje" niet meer als bijzonder zee waardig beschouwt? Kruger leunde achterover in zijn stoel, en lachte hardop: Een goede ui mijnheer. De machines zijn verroest en de schroef versleten. Toen. de jongeheer van der Velde mij mededeelde, dat u mij terstond wenschte te spreken, dacht ik da', u een nieuw schip voor mij had. De reeder zweeg een poos. Dat heib ik ook, zeide hij toetn. Maar ge weet dat ik mijn schepen gaarne zoolang laat varen, ais 't maar kan. Voor afbraak brengen zij niets op. Dat zeker niet! viel Kruger hierop in. Nu ziet ge wel?! En juist nu gaain de zaken goed. Wij hebben een massa vrachten te verlaten. Dan stelt men toch niet gaarne een schip buiten de vaart, zelfs als het een beetje.nu ja een beetje twijfelachtig is. Dit zeggende keek Van Buuren naar den kapitein tegenover hem. Niet waar. 'n half dozijn malen zal het nog wel gaan, hè? De kapitein schudde langzaam ontkennend het hoofd. Nu dan nog twee malen! Kruger gaf geen antwoord. Maar eenmaal dan toch zeker nog! Niet waar, kapitein Kruger, éénmaal gaat het nog?! Zelfs niet éénmaal meer mijnheer. Bij den geiringsten storm zou „Huis Oranje" red deloos verloren zijn". De reeder zat daar 'n poos zonder een en kel woord te zeggen. Toen hij eindelijk sprak, klonk zijn stem ietwat schor; uiterlijk echter scheen hij volkomen kalm te zijn. Dan, kapitein Kruger, zult gij een aD- rteren reeder moeten zoeken, want lk heb op 't oogenblik geen schip voor u. Kruger keek verwonderd op. En de .Nederland" waarvan de kapitein gestorven is? Voor zoover ik weet, is die post nog onbezet. Ik heb de .Nederland'' verkocht. Het mooiste, schoonste schip! riep Kru ger verbaasd. Wie heeft het gekocht,? Dat.dat doet niets ter zake. Maar, was Kruger van gevoelen, u zeide toch zelf, dat eir juist tegenwoordig zooveel te doen was. En de fraaie, groote Neder land'', die zooveel vracht kon bergen. Van Buuren scheen in te zien, dat hij hier noodzakelijk eenige opheldering moest geven. Bovendien was ook hij maar eem mensch en had de menschelijke behoefte, zijn hart eens uit te storten, zijn gefolterd gemoed lucht te geven. Kapitein Kruger, begon hij en bladerde zenuwachtig in de papieren op de tafel, ka pitein Kruger. En meteen keek hij in het gezicht van den ander. Zich schamen?Neen, dat wilde hij niet. Ik had geld noodig. Mijnheer gelieft te schertsen. Zie ik er uit als iemand, die schertst, kapitein? Ik had het geld noodig Van Buuren naaide diep adem. Ik wilde u iets toevertrouwen, kapitein, iets, dat buiten Hendrik en mij, nog niemand weet. De oude reeder stond van zijn schrijftafel op, liep eenige malen in het groote, kale kantoor heen en weer, en bleef toen eensklaps voor den kapitein stilstaan. Kapitein, gij zijt, wat ik bij den echten zeeman altijd zoo graag zie: een goeie kerei in een ruwen bolster. Hoe lauig zijt gij nu bij mij? Vijf jaar. Niet lang; maar lang genoeg, om iemand, te leeren kennen. Nog een pauze en dan: Ge moet de „Huis Oranje" minstens nog éénmaal naar West-Indlë en Panama, brengen kapitein, anders ben tk geruïneerd! (Wordt vervolgd),

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1931 | | pagina 6