b
I
NOODKREET VAN DEN NEDERLANDSCHEN
LAND- EN TUINBOUW.
BUITENGEWONE ERNST
DER TIJDEN.
DRINGEND BEROEP OP
DE REGEERING.
DE STRAF DER ZONDE
MAANDAG 14 DECEMBER 19SI
Klachten van vrijwel het geheele
bedrijfsleven. De metaalindus
trie ernstig getroffen.
TEXTIELINDUSTRIE SOMBERDER
HET CONFLICT IN DE TEXTIEL
INDUSTRIE.
ALG. NED. BOND VAN HANDELS- EN
KANTOORBEDIENDEN.
ARBEIDSWET 1919.
ONS ECONOMISCH AFWEERGESCHUT
TERSTOND IN STELLING.
De Oslo-macht.
DE INDISCHE POSTVLUCHTEN.
BRUTALE ROOF IN EEN
POSTKANTOOR.
Ambtenaar met een revolverbedreigd.
Daders gesnapt bij de verdeeling
van den buit.
ONVEILIGHEID TEN PLATTELANDE.
DE DERDE KRUISER.
NATIONAAL CRISIS-COMITE.
UITOEFENING VAN DE ARTSENIJ.
BEREIDKUNST.
D-
l; r
Blijkens mededeeling van het Centraal Bu
reau voor de Statistiek komt in de over het
3de kwartaal omtrent ons bedrijfsleven verza
melde gegevens, welke worden gepubliceerd
in de ter perse zijnde 11de aflevering van het
Maandschrift, wel heel duidelijk de buitenge
wone ernst der tijden tot uitdrukking. De
werkloosheid stond op een voor den tijd van
het jaar ongekend hoog peil. Veel heeft biertoe
bijgedragen de wel niet overal evenzeer onbe
vredigende, maar toch in doorsnee slechte gang
van zaken bij de nijverheid, niet het minst in
de bedrijven, welke tot hare grondpeilers zijn
te rekenen. Terwijl reeds eerder werkende on
gunstige factoren in het algemeen in geenszins
verminderde en in vele gevallen zelfs toegeno
men mate hun drukkenden invloed bleven
uitoefenen, ontstonden voor vele branches nog
weer nieuwe moeilijkheden.
Bovendien laat de rentabiliteit van vele on
dernemingen hoe langer hoe meer te wenschen
over wegens de huidige ongunstige prijsver
houdingen (menigmaal zelfs verliesgevende
orders aangenomen).
Met nog meer reden dan in het vorige kwar
taal valt de metaalindustrie onder de zwaar ge
troffen bedrijfsgroepen te rangschikken. Zelfs
op het reeds eerder sterk verlaagde peil kon
den vele ondernemers zich niet handhaven.
Zoo vertoonde de scheepsbouw een voortgezette
en diepe inzinking, waarbij geheele of zoo goed
als geheele stopzetting van werven niet is uit
gebleven. De personeelsterkte in 9 groote on
dernemingen, welke eind September van het
vorige jaar 13.600 man bedroeg, is sinds eind
Juni 8.875) nog verder teruggeloopen tot
6.725 man, van wie er dan nog velen slechts
hij toerbeurten werkten. Bij zoo talrijke en
ernstige teekenen van achteruitgang als de
machinefabricage, ijzergieterijen en construc
tiewerkplaatsen te zien gaven, maken de
siechts sporadische gevallen van toeneming
van werk al een zeer poover figuur.
Het hoogovenbedrijf werkt tengevolge van de
depressie op de ruw-ijzermarkt reeds sinds Fe
bruari in een langzamer tempo (werkweek in
verschillende afdeelingen met eenige uren be
perkt). Bij de groote gloeilampen en radio-in
dustrie, waar de toestand nog steeds stond in
het teeken van slapte in verband met de alge
meens conjunctuur en 'invoerbelemmering °in
exportgebieden, is de personeelsterkte sedert
eind Juni 14.000) verder gedaald tot
11.500 man aan het eind van September
d.i. maar weinig meer dan de helft van het aan'
tal 2 jaren geleden. aan"
Textielindustrie, somberder.
let*^e?'dat de textielindustrie in
haar geheel bood, is somberder geworden.
-gDS, de katoenin<t"-strie de toestand
IHV w! sf gemeen V6rder achteruit. Gedeelte-
fen g€TOlg Van de voortdurende da-
won h- ,7 f prlJZ0n, waardoor het vertrou-
J. v6 k00pers verloren ging, terwijl voorts
erscherpte crisis zich zoowel op den zoo
belangrijken export, welke o.m. toch reeds be-
emmerd werd door veel buitenlandsche (o.a.
Japansche) concurrentie als op den binnenland-
scnen afzet meer en meer deed gevoelen.
Intusschen waren er ook wel enkele berich-
en van eenige tijdelijke verbetering der werk-
ge egenheid v.n.l. in September en althans voor
sommige afdeelingen van het bedrijf, hoewel
men zooals trouwens ook in andere versla-
sen,. Mèef wijzen op onvoldoende en deels
verliesgevende prijzen.
In de wolindustrie liep de toestand vrij sterk
ui een, maar was hij goeddeels ongunstiger
dan verleden jaar. Zoo te Tilburg, waar een
groot deel der fabrieken met slapte te kampen
nati, doch in eenige andere een flinke seizoen-
ediijvigheid ontstond. Oorzaak van de groo-
tere bedrijvigheid was mede de vrees bij En-
gelsche afnemers voor verhooging van invoer
rechten, waardoor de loopende orders ten spoe
digste moesten worden afgeleverd. Uiteraard
bracht de depreciatie van het Engelsehe pond
in September voor dezen bedrijfstak, welke voor
zijn export voor een belangrijk deel op Enge
land is aangewezen, naast directe schade ook
een versombering der naaste vooruitzichten.
Wat de kunstzijde-industrie betreft zij opge
merkt, dat de uitgevoerde hoeveelheid garens
(onbewerkt) in Juli en Augustus (vooral eerst
genoemde maand) gunstig afstak bij deze maan
den van 1930, maar in September was juist het
omgekeerde het geval.
De groep voedings- en genotmiddelen geeft,
al zijn de toestanden wat de werkgelegenheid
betreft, nogal geschakeerd, in doorsnee toch
eveneens tot weinig opwekkende en gedeelte
lijk zelfs min of meer sombere beschouwingen
aanleiding. In de jabrieken van zuivel- en melk
producten b.v. stapelden zich de moeilijkheden
waaronder het exportkwantum van boter plaat
sing moest vinden, tot ongekende hoogte op.
De export van margarine bleef ruim 11 ach
ter bij bet 3de kwartaal van 1930.
Zoo zouden wij kunnen doorgaan met o.a. te
wijzen op den steeds kritieker geworden toe
stand in de groote aardewerkindustrie, den ver
van rooskleurigen gang van zaken in de glas
industrie, den met slechts betrekkelijk kleine
schommelingen buitengewoon slechten toestand
in de diamantindustrie en nog zoovele an
dere bedrijven meer.
De prijzen van een groot deel der akkerbouw
producten daalden beneden de helft van de ge
middelde prijzen in het tijdvak 1924/'29.
Ook de uitkomsten van de veehouderij wer
den steeds ongunstiger.
De toestand van den tuinbouw was In het
3de kwartaal zeer onbevredigend.
Waar in Hengelo gestaakt wordt.
Zaterdagavond laat is te Hengelo bericht inge
komen van de drie samenwerkende organisatie-
besturen dat Maandag niet zal worden begon
nen op de Kon. Weefgoederen fabriek, doch wel
op de Hengelosche Bontweverij en bij de firma
de Jong en van Dam.
Timmerlui en metselaars kunnen gewoon
doorwerken.
Chr. Nat. Vakverbond zal
Unitas steunen.
Het algemeen bestuur van het Chr. Natio
naal Vakverbond kwam Zaterdag in spoedver
gadering te Utrecht bijeen ter bespreking van
het in de Twentsche textielindustrie bestaande
conflict, Gehoord het verslag der besprekingen
door de vertegenwoordigers der werkgevers en
der arbeiders-vakoentralen gevoerd, kennis ge
nomen hebbende van het communiqué in de
ochtendbladen van Zaterdag gepubliceerd, be
treurt het bestuur het, dat de aankondiging
van de tweede loonsverlaging van 5 pet. mede
gemotiveerd is als straf voor het optreden in
"df c°nflict- Erkend werd, dat het re
sultaat der besprekingen te Zwolle een basis
kunnen Weden voor een accoord, doch
overwegende; dat de daaraan door de werk
gevers verbonden voorwaarden niet zelfstandig
001 as bunnen worden vervuld, erkende
men, dat op grond daarvan het aan Unitas niet
mogelijk Is gemaakt, het advies tot staking
op 14 December a.s. terug te nemen. Besloten
n erJ daarom Unitas moreel en financieel te
steunen.
NIEUME REVUE. In heit atelier van het Soala-th eater te 's Hage
zijn veertig meisjes bezig, de japonnen voor de nieuwe revue waaraan wijlen
Bouwmeester Jr. reeds begonnen was te naaien. Het kantwerk wordit met
kralen bezet.
MOEILIJKHEDEN IN DE TEXTIEL
INDUSTRIE.
Arbeidersontslag te Helmond.
Door de directie van de N.V. Diddens en van
Asten-a Textielfabrieken te Helmond Is Zater
dag aan veertig man van 't personeel ontslag
aangezegd daar tot inkrimping van het bedrijf
wordt overgegaan. De directie deelde mede,
dat deze inkrimping uitsluitend het gevolg is
van de daling van het pond sterling, waardoor
haar concurrentie op de buitenlandsche markt
onmogelijk wordt.
Salaris-congres te Amsterdam.
Zaterdagmiddag organiseerde de Alg. Ned.
Bond van handels- en kantoorbedienden een
salariscongres in de groote zaal van het Con
certgebouw te Amsterdam. Op dit congres
hebben de heeren C. W. Jaoobsen en G. J. A.
Smit Jr. resp. bondssecretaris en bondsvoor
zitter inleidingen gehouden over de invoering
van de arbeidswet voor de kantoren en over
,de crisis en de salarissen".
Nadat over de beide inleidingen van gedach.
ten was gewisseld, werden ten slotte door de
vergadering twee moties aangenomen waarin
werd aangedrongen op de invoering van het
werktijdenbesluit en waarin geprotesteerd
werd tegen de ongemotiveerde salarisverlagin
gen.
Overwerkvergunning in wasscherijen
en 8trijkinrichtingen.
De minister van Arbeid, Handel en Nijver
heid, heeft aan hoofden of bestuurders van
wasscherijen en strijkinrichtingen in alle ge
meenten des Rijks vergund, dat gedurende het
tijdvak van 21 December 1931 tot en met 2
Januari 1932 in hunne onderneming door de
aldaar werkzame arbeiders, In afwijking van
het bepaalde in de artikelen 23 en 24 der Ar
beidswet 1919, onder bepaalde voorwaarden
arbeid wordt verricht als volgt: op 21, 22, 23,
24, 28, 29, 30 en 31 December 1931, gedurende
ten hoogste 10 uur per dag en op Zaterdag 2
Januari 1932 gedurende ten hoogste 8 uren.
Het Comité van Economisch Verweer uit
de Land- en Tuinbouworganisaties, waarin zijn
vertegenwoordigd de Algemeene Nederland
sche Zuivelbond, de Bond van Kaasproducen
ten, de Christelijke Boeren- en Tuindersbond,
de Katholieke Nederlandsche Boeren- en Tuin
dersbond, het Koninklijk Nederlandsch Land-
bouw-Comité en de Nederlandsche Tuinbouw-
raad, tezamen omvattende alle georganiseerde
land- en tuinbouwers in Nederland heeft den
volgenden noodkreet gericht tot den Minister
van Binnenlandsche Zaken en Landbouw:
„Nadat de betalingsmoeilijkheden in Duitsch-
land en het bevVuste streven van dit land, om
den invoer van land- en tuinbouwproducten
te drukken, de afzetmogelijkheid van onze
producten, zoowel wat hoeveelheid als prijs
betreft, zeer belangrijk hadden verkleind,
heeft Frankrijk een contingenteeringssysteem
ingevoerd, dat den uitvoer naar dit land sterk
belemmert niet alleen, maar en dit, vooral
door de wijze waarop dit systeem wordt toe
gepast ook de normale handelsbetrekkin
gen, die jaren lang bestaan hebben en met
zorg en veel moeite zijn opgebouwd, onmoge
lijk maakt. In Oostenrijk heeft men een de-
viezenregeling ingevoerd, die het practisch
onmogelijk maakt, naar dit land te exportee
ren, terwijl door Engeland eiken dag lijsten
van invoerrechten worden vastgesteld, die van
zoodanige hoogte zijn, dat deze ruïneus op den
export naar dit land moeten werken. Wij
vragen ons af, wat hiervan het einde zal zijn,
doch wij vragen ons tegelijkertijd af of onze
regeering daartegen nu inderdaad machteloos
staat.
Wij weten heel goed, dat ln de buitenland
sche maatregelen twee soorten dienen te wor
den onderscheiden, t.w.: de verhooging der
invoerrechten en het vaststellen van contin
genten. En wij weten ook heel goed dat, als
Nederland ten aanzien van beide behandeld
wordt op een wijze, waarop het recht heeft,
uiteindelijk erkend zal moeten worden, dat
ieder land voor zich zelf het recht heeft, die
maatregelen te nemen, die het in overeen
stemming acht met de noodzakelijkheid om
de belangen van het land zelf te beschermen.
Als wij dit recht ten aanzien van de landen,
waarheen onze producten gaan, erkennen, dan
eischen wij het ook op voor ons eigen land en
dan herhalen wij onze vraag: is de Neder
landsche Regeering niet bij machte om in
dezen flink van zich af te slaan
Wij denken daarbij en wij vroegen het U
reeds voor den invoer van wijn od flesschen
aan een bijzondere verhooging van ons in
voerrecht voor de belangrijkste producten
van de landen, die onzen export belagen. Wij
voegen hier oogenblikkelijk aan toe, dat deze
middelen, naar onze opvatting, onder bepaalde
omstandigheden zeker zullen helpen, doch dat
zij desniettegenstaande dat tot de kleine
middelen gerekend moeten worden.
Wanneer wij onze gedachten laten gaan
over middelen van grooter kaliber, dan vragen
wij ons in de eerste plaats af of het Oslo-pact
daarvoor geen gelegenheid biedt. De door
Duitschland, Frankrijk en Engeland getroffen
maatregelen mogen voor ieder der Oslo-staten
niet even funeste gevolgen hebben, het is niet
te ontkennen, dat alle er zwaar door getrof
fen worden. Wij twijfelen -dan ook niet of
ieder dezer Staten zint op pogingen om voor
zijn belangen op te komen. Hoeveel krachtiger
zou ieder dezer pogingen worden, als niet elk
der Staten afzonderlijk, doch allo te zamen
gingen handelen. Tellen wij het inwonertal
van de vijf z.g. Oslo-staten tezamen, dan zien
wij Nederland (8 millioen), België (8 mil-
lioen), Denemarken (3.5 millioen), Zweden
(6 millioen) en Noorwegen (3 millioen)
28.5 millioen inwoners vertegenwoordigd en
dus een inwonertal dat ten aanzien van Frank
rijk (41.000.000), Groot-Brittannië (45.000.000)
en Duitschland (64.000.000) geen slecht figuur
maakt, vooral wanneer wij in aanmerking
nemen, dat de Oslo-staten tot nog toe koop
krachtige landen zijn. Wij zijn overtuigd, dat
als deze macht als één geheel ln de schaal
gelegd werd, er ln de drie genoemde landen
met andere ooren naar geluisterd zou worden
dan nu het geval is. Thans is het een klein
kunstje om ieder der Oslo-staten afzonderlijk
af te slachten, doch om er vijf onder de knie
te krijgen, mits als eenheid vereenigd, zal nog
een heele toer zijn.
Wij vragen on3 ook af: welke middelen
zullen de nieuwe wetten op den invoer (crisis-
invoerwet) en de voorgestelde anti-dumpings-
wet de Nederlandsche Regeering geven.
Maakt zij zich sterk genoeg om deze beide
wetten forscli te hanteeren. Wij kunnen ons
niet losmaken van de gedachte, dat alles zoo
langzaam geschiedt en dat een aan de Neder
landsche exporteurs toegebrachte klap in het
geheel niet of alleen in de verre verte met
een wederklap wordt beantwoord. Wij hebben
liét gevoel, dat niet genoeg beseft wordt, dat
wij ih een oorlog leven. Natuurlijk niet in dien
zin, dat eiken dag lijsten openbaar gemaakt
wórden van gesneuvelden en gewonden, maar
toch sneuvelen er economisch dagelijks hon
derdtallen onzer medeburgers of worden diep
gewond onder de ondragelijke lasten.
Excellentie, wij kunnen het U niet luide
genoeg toeroepen: er is haast, groote haast
bij dit werk. Wij konden nog pas weder con-
stateeren, dat een duidelijk gemaakte af
spraak eenvoudig niet werd nagekomen. Dit
kan niet langer door Nederland verdragen
worden en sprekende in naam van alle ge
organiseerde land- en tuinbouwers vragen wij
U: laat de R^geering dit alles onder oogen
zien, opdat niet alle bestaansbronnen op land
en tuinbouwgebied opdrogen.
Excellentie: laat de Regeering krachtig
voor ons optreden en laat zij het terstond
doen. Er is periculum in mora!"
Een afschrift van het adres Is aan alle
overige Ministers toegezonden.
De Raaf is Zaterdag om 6.43 uiit Calcutta ver
trokken en om 16.50 uur in Bangkok aange
komen.
Bij de K. L. M. is bericht ingekomen, dat
de Leeuwerik Vrijdag bij Bari, ten Noorden
van Brindisi is geland.
Zaterdagmorgen om 6.30 is het toestel van
daar vertrokken naar Athene.
NEDERLANDSCHE
FAILLISSEMENTSSTATISTIEK.
In de week van 712 December 1931 zijn
in Nederland uitgesproken 93 faillissementen.
Zaterdagmiddag heeft 'n brutale roof plaats
gehad in het postkantoor te Ginneken. Om
streeks vijf uur vervoegden twee jongemannen
van goed twintig jaar zich aan het loket met
een groot postpakket, dat zij ter verzending
aanboden. Wegens den omvang van het pakket
zag de ambtenaar zich genoodzaakt het loket
op te schuiven om het in ontvangst te kunnen
nemen. Terwijl hij zich daarop bezig hield met
het wegen van het pak, maakten de aanbieders
daarvan zich meester van een geldtrommeltje
dat daar stond en een bedrag van 150 gulden
inhield. Den ambtenaar met een revolver be
dreigend vluchtte het tweetal het kantoor uit
en bereikte via het Postlaantje de markt, waar
na zij zich in een leegstaande woning in de
Brugstraat verscholen en den buit gingen ver-
deelen.
Ongelukkig echter voor hen was de loodgieter
Jacobs met een paar knechts in dit perceel
aan het werk. Deze mannen overvielen de twee
roovers. Toen bij de worsteling een schot af
ging bleek de revolver slechts een alarmpistool
te zijn.
Een van de twee mannen werd tenslotte aan
gehouden, de ander wist te ontvluchten door
over de heining te klimmen.
De aangehoudene, zekere Chr., is oud-huis-
knecht van het hotel Duinenoord, te Ginneken,
waar kort geleden is ingebroken.
De buit werd op twintig gulden na terug
gevonden.
In verband met dezen roof brengt men het
feit, dat in den vorigen nacht in het post
kantoor een ruit was uitgesneden en dat ter
plaatse is gevonden een slap dameshoedje, dat
vermoedelijk bestemd was om over het gezicht
te worden getrokken, want er bevonden zich
twee gaten in.
Men begrijpt, dat het geval ln het rustige
dorp heel wat opschudding heeft teweeg ge
bracht.
Boer pas op je kippen.
In verband met de den laatsten tijd steeds
toenemende onveiligheid in de omgeving van
Winterswijk had de 61-jarige J. W. S. in Corle
zich Zaterdagnacht op ©enigen afstand van zijn
woning opgesteld in de nabijheid van zijn kip
penhok, gewapend mot een geweer. Omstreeks
middernacht hoorde hij bij het hok zacht spre
ken.
Op zijn vraag, wie daar waren werd in het
AChterhoeksch geantwoord, dat hij maar naar
huis moest gaan. S. loste toen een söhot in
de richting van de onbekenden die op de
vlucht sloegen. Zij losten daarbij nog eenige
revolversch oten.
Twee zakken met kippen bleken zij te heb
ben achtergelaten. De politie onderzoekt thans
de herkomst dezer dieren.
ERNSTIG MOTOR-ONGEVAL TE
DE BILT.
Een doode, een ernstig gewonde.
Op den Utreehtschen weg te de Bilt heeft
Zaterdag 'n ernstig motorongeluk plaats gehad
De luitenant-vlieger J. Coert uit Utrecht reed
als duo-passagier met den luitenant-vlieger
Sickema uit Groningen per motor van Utrecht
in de richting De Bilt. Ter hoogte van de Kerk-
laan wilden zij een met paard bespannen brood
wagen passeeren, die wachtte alvorens de Kerk-
laan in te rijden. Vermoedelijk heeft de motor
rijder niet voldoende uitgeweken. Hij raakte
het lemoen van den broodwagen en week toen
snel naar links uit, waarbij het motorrijwiel
over den kop sloeg. De duorijder werd van het
motorrijwiel geslingerd en bleef met ernstige
hoofdwonden liggen. De bestuurder sloeg een
paar malen over het hoofd en kwam naast
het tramhuisje over de heg in den tuin van
een woning aan de linkerzijde van den weg
terecht. Hij bekwam inwendige kneuzingen
doch liep eerst nog naar zijn gewonden vriend,
voordat hij in elkaar zakte.
De politie, die terstond ter plaatse was, legde
bij den heer Sickema het eerste verband, waar
na spoedig dr. Mayer verdere hulp verleende.
De beide gewonden werden per auto van den
Gemeentelijken Geneeskundigen Dienst naar
het militaire hospitaal te Utrecht vervoerd.
Een nader bericht meldt, dat de 26-jarige
motorrijder P. Sickema, die aan zijn verwon
dingen overleed, reserve-tweede-luitenant is en
leerling-vlieger. Zijn ouders wonen in Har-
lingen. De duopassagier J. Coert, die zwaar
werd gewond, is 28 jaar oud. Hij werd eerst
naar het Militaire Hospitaal vervoerd en later
vandaar naar het Diaconessenhuis.
Een motie van het college van
gedelegeerden.
UITSTEL VOOR 1932 NOODZAKELIJK.
BATAVIA, 12 December. (ANETA).
Hedenmorgen zette het College van Gedele
geerden van den Volksraad de bespreking voort
van de beperking der subsidies voor particu.
lier onderwijs, waarbij de Regeering verschil-
lende tegemoetkomingen deed, zoodat een drie
tal ingediende amendementen werd ingetrok
ken. Tijdens de pauze gaf de voorzitter, de heer
Aleyer Ranneft in een besloten bijeenkomst een
uiteenzetting over het financieel aspect, dat
sedert het laatste exposé van den heer Van
den Bussche opnieuw was versomberd. Na de
pauze las de secretaris de volgende motie
voor: „Da Volksraad, overwegende dat de
Lands financien zoowel als de algemeene toe
stand sinds de aanneming van de Marine be
grooting voor 1932 in buitengewone mate is
verslechterd en momenteel geen lichtpunt valt
waar te nemen: acht uitstel van den bouw
van den derden kruiser althans voor het jaar
1932 nootzakelijk .tenzij deze bouw verder ge
heel voor rekening van Nederland plaats heeft;
besluit deze meening ter kennis te brengen
van de Regeering het Opperbestuur en de Sta-
ten-Generaal".
Deze motie was onderteekend door zestien
leden, n.l. alle aanwezige leden, behalve de
voorzitter en de heer Monod de Froideville
(I.K.P.) Afwezig waren de heeren Staargaard
(E.G.), Van Baaien (Middenstand) en Mr. Fruln
(Vad. Cluib).
Deze motie zal op 17 December a.s. in behan
deling worden genomen. Het College van Gede
legeerden nam vervolgens het ontwerp aan tot
heffing van een accijns op bier.
De verantwoording der gelden.
Het Nationaal Crisis-comité deelt ons
mede:
Naar aanleiding van ons bericht, dat da
giften éénmaal per week In de dagbladpers
vermeld zouden worden, moeten wij thans tot
ons leedwezen mededeelen, dat het voor da
dagbladen, ondanks de groote bereidwilligheid,
onmogelijk is, gezien de zeer groote lengte van
de giftenlijst, dit publiceeren voort te zetten.
Giften, overgemaakt per postchéque- en
girodienst of door welke bank-instelling ook,
zijn uit den aard der zaak voldoende verant
woord.
Van gelden, ontvangen per postwissel, ln
contanten, per chèque of ln bussen zullen nog
ontvangstbewijzen verzonden worden.
Een adres van landbouworganisaties
aan de Tweede Kamer.
Do Chr. Boeren- en Tuindersbond in Ne
derland, ce Katholieke Nederlandsche Boeren-
en Tuindersbond en het Kon. Ned. Landbouw-
Comité hebben met betrekking tot het in het
zittingsjaar 1930/1931 bij de Tweede Kamer
ingediende ontwerp van wet houdende rege
len betreffende de uitoefening van de artse-
nijbereidkunst 'n adres aan de Tweede Kamer
der Staten-Generaal gezonden, waarin zij als hun
meening uiten, dat aan dit wetsontwerp groote
nadoelen voor het platteland kleven.
Voorts zal Indien dit wetsontwerp tot wet
zal worden verheven, de distributie van genees
middelen op het platteland, welke thans wat
den detailverkoop betreft door de ten platte
lands gevestigde drogisten plaats vindt, vrijwel
worden stopgezet.
Tenslotte wordt In het adres een wijze aan
gegeven, waardoor zal kunnen worden bereikt,
dat de bestaanszekerheid van den apotheker
meer zal worden bevestigd en dat de drogis
ten, die voor het platteland onmisbaar zijn, daar
kunnen gevestigd blijven.
BLOEMEN ALS CADEAU NAAR
FRANKRIJK.
Naar ons medegedeeld wordt, is bij het be-
stuur van de 's-Gravenhaagsche Bloemlsten-
patroonsvereeniging bericht uit Parijs Inge-
komen, dat het invoerverbod van snijbloemen
geen betrekking heeft op zendingen van Ne.
derlandscbe bloemen, afgezonden op last van
een particulier en geadresseerd aan een par.
ticulier in Frankrijk. Bloemen, welke cadeau
worden gegeven kan men dus blijven verzen,
den.
UIT HET HAVENLEVEN
(/ra de groote stad
Dus, Jongen, luister goed toe
Tik-tak, tik-tak, tik-tak, deed de pendule
op den schoorsteenmantel. Er was reeds een
heel uur verstreken en Van Buuren was nog
aan 't woord. En hoe langer hij sprak, des te
meer werd het voorhoofd van Hendrik be
trokken.
Het stond inderdaad slecht met de reederij
van Jaooh van Buuren
Alles bij elkaar genomenbegon de
reeder juist zijn overzicht nog eens saam te
vatten, toen er aan de deur geklopt werd.
Binnen!
Een jonge kantoorbediende meldde: De kapi
tein van „Huls Oranje".
Een oogenibliikje.
De klerk verwijderde zich. Hendrik van der
Velde stond op.
Wil je niet hier blijven, Hendrik?
Verschoon mij, oom; ik zou liever met
mijn gedachten alleen willen zijn
Ik begrijp je mijn jongen. Nu, tot ziens!
Zeg aan kapitein Kruger, dat hij b!j mij komt.
Eem handdruk, warmer en langer dan andere
en toen ging Hendrik. Onmiddellijk daarop
trad de kapitein van „Huis Oranje!' het kan
toor binnen.
Ik moet mij bij u verontschuldigen, mijn
heer van Buuren.
De kapitein zat op dezelfde plaats, waar kort
te voren Hendrik van der Velde had gezeten,
met de armen over elkaar geslagen op de tafel
leunend.
De reeder keek hem vragend aan. „Ik had
voor u een aardige verrassing willen meebren
gen, maar in het allerlaatste oogehblik viel
het anders uit.
Van Buuren glimlachte. Hij kende zijn
kapitein.
Weer een onbezonnenheid?
Zooals men het noemen wil. Ik had u een
echte Boudaha uit den Ohineeechen temipel te
Oolon toegedacht
En?
Wel ik heb hem reeds aan booTd. Maar de
geschiedenis werd hm onaangenaam.
Van Buuren ging eens makkelijk zitten. Tom
Kruger had altijd wat te vertellen, als hij van
de reis terug kwam. Dikwijls was heit verhaal
waar, meer nog gelogen, maar altijd belang
wekkend. En van Buuren had dit met alle
echte zeelui gemeen, dat hij gaarne een span
nend verhaal hoorde.
Nu dan, hoe was dat?
Wat ik u ga vertellen, mijnheer van
Buuren is de zuiveire waarheid, begon de
kapitein, een inleiding, welke de reeder, als
steeds, ongeloovig aanhoorde.
Dus zooala u weet, voeren wij van West-
Indlë naar Colon; het Panamakanaal is Immers
nog steeds niet klaar, zoodat wij ons met dit
einde er van moesten vergenoegen. Nu ls
Colon grootendeels Chineeseh en neeft natuur
lijk verscheidene Joshulzen (bedelhuizen).
Een dezer huizen bezat een prachtig Boudaha-
beeld van brons. Het zag er uit, alsof het
honderden jaren oud was, en dat wilde ik voor
u meebrengen.
Een kleine kunstmatige pauze en toen weer:
En het gelukte mij, het beeld aan boord
van de „Huis Oranje" te krijgen.
Gelukte u dat?J
Van Buuren dreigde hem glimlachend met
den vinger.
Gekocht natuurlijk, verzekerde de kapi
tein. Een koelie bracht het beeld; Ik betaalde
hem goed. Maar luister nu verder. De Boudaha
ligt dus op 't dek ln een ebbennouten kist,
zooals hij ook in het bedehuis nad gestaan.
Ik roep een neger en zeg hem: Jim, neem dat
beeld uit de kist, en breng het naar beneden
in mijn kajuit. Het beeld was niet licht en
Ji;m moest flink aanpakken. Dat ceed hij dan
ook. Hij tilt de figuur uit de kist. Plotseling
laat hij haar er weer invallen, slaakt een gil
en vaüit op den grond. Verschrikt buig ik mij
over hem heen. Zijn handen zijn krampachtig
gebald, de onderkaak is vast tegen de boven,
kaak gekleund.
Weder een kunstmatige pauze.
Jim was dood!
Ho, ho!
Zooals ik u zeg, mijnheer. De Jonge, sterke
neger was dood als een pier. Ik laat ijlings
een dokter halen, en weet u, wat die zei?
Welnu?
Dat de neger aan den beet van een giftige
slang was gestorven. Er moest een vergiftige
slang aan boord zijn. En ten beiwijze toont hij
mij in de kandipaimen van het lijk een paar
kleine, groene puntjes. Dat was de beet. zeide
hij. Nu, Ik liet den doktker in de waan: hij
schreef 't doodsbewij®, en de neger werd over
boord geworpen. Maar ik dankte God, dat ik
nu wist, waar ik aan toe was. Hoe makkelijk
had mij dat kunnen overkomen.
Maar wat dan?
U heeft het niet geraden, mijnheer? De
kapitein scheen zich trouwens daarover te ver
heugen. Ik had een vergif-god, een god van
den moord door vergif, gekocht. Het beeld van
Boudaha was van onder tot boven bezaaid
met kleiine, schier onzichtbare doorns, en als
men daarop drukte, staken zij met bun fijne,
scherpe punten door de huid, en een sterk-
werkend slangenvergif stroomde ln het bloed,
wat terstond den dood veroorzaakte. De dokter
had volkomen gelijik met zijn slangenbeet,
alleen droeg de zaak zich Ietwat andere toe.
En stel u nu voor, mijnheer, aldus ein
digde de kapitein zijn verhaal, dat Ik u dien
Boudaha hadrie gebracht! Dan ls niets toch
veel beter, niet waar?
Van Buuren bevestigde zulks lachend.
Zeker, zeker, veel beter! Overigens dat
verhaaltje heb je weer aardig bij elkaar ge
flanst.
Het is zoo waar als de Rijibel, mijnheer!
verzekerde de kapitein, «ogenschijnlijk zeer
gekrenkt.
Ja, ja, dat weet ik wel, dat weet ik wel!
lachte van Buuren. Wat heb je ten slotte met
dat beeld gedaan?
Ik heb het met tangen laten aanpakken
en in zee doen werpen.
Welnu, kapitein, dan dank ik u voor
het geschenk, dat ge mij niet hebt meege
bracht. Ik ben u inderdaad dankbaar, voegde
de reeder er d'an ernstiger bij. Gij hebt mij
voor een kwartiertje aan het heden ontrukt,
mij zelfs een lach afgedwongen.
Dat klinkt zoo vol zorg, mijnheer.
Ik heb ook zooveel aan mijn "hoofd.
Toch niets onaangenaams?
Dat wel niet maar doch vertel mij
eens, is de lading in goede orde aangekomen?
In de beste orde, mijnheer. In een be
tere, dan ik mij had durven voorstellen Wij
zijn trouwens ook gelukkig geweest.
Van Buuren keek verwonderd op.
Wij hadden voortdurend heerlijk weer,
vulde de kapitein aan.
Wilt ge daarmede zeggen, dat gij de
,,Huis Oranje" niet meer als bijzonder zee
waardig beschouwt?
Kruger leunde achterover in zijn stoel, en
lachte hardop:
Een goede ui mijnheer. De machines
zijn verroest en de schroef versleten. Toen. de
jongeheer van der Velde mij mededeelde, dat
u mij terstond wenschte te spreken, dacht ik
da', u een nieuw schip voor mij had.
De reeder zweeg een poos.
Dat heib ik ook, zeide hij toetn. Maar ge
weet dat ik mijn schepen gaarne zoolang
laat varen, ais 't maar kan. Voor afbraak
brengen zij niets op.
Dat zeker niet! viel Kruger hierop in.
Nu ziet ge wel?! En juist nu gaain de
zaken goed. Wij hebben een massa vrachten
te verlaten. Dan stelt men toch niet gaarne
een schip buiten de vaart, zelfs als het een
beetje.nu ja een beetje twijfelachtig is.
Dit zeggende keek Van Buuren naar den
kapitein tegenover hem.
Niet waar. 'n half dozijn malen zal het
nog wel gaan, hè?
De kapitein schudde langzaam ontkennend
het hoofd.
Nu dan nog twee malen!
Kruger gaf geen antwoord.
Maar eenmaal dan toch zeker nog! Niet
waar, kapitein Kruger, éénmaal gaat het nog?!
Zelfs niet éénmaal meer mijnheer. Bij
den geiringsten storm zou „Huis Oranje" red
deloos verloren zijn".
De reeder zat daar 'n poos zonder een en
kel woord te zeggen. Toen hij eindelijk sprak,
klonk zijn stem ietwat schor; uiterlijk echter
scheen hij volkomen kalm te zijn.
Dan, kapitein Kruger, zult gij een aD-
rteren reeder moeten zoeken, want lk heb op 't
oogenblik geen schip voor u.
Kruger keek verwonderd op.
En de .Nederland" waarvan de kapitein
gestorven is? Voor zoover ik weet, is die post
nog onbezet.
Ik heb de .Nederland'' verkocht.
Het mooiste, schoonste schip! riep Kru
ger verbaasd. Wie heeft het gekocht,?
Dat.dat doet niets ter zake.
Maar, was Kruger van gevoelen, u zeide
toch zelf, dat eir juist tegenwoordig zooveel
te doen was. En de fraaie, groote Neder
land'', die zooveel vracht kon bergen.
Van Buuren scheen in te zien, dat hij hier
noodzakelijk eenige opheldering moest geven.
Bovendien was ook hij maar eem mensch en
had de menschelijke behoefte, zijn hart eens
uit te storten, zijn gefolterd gemoed lucht te
geven.
Kapitein Kruger, begon hij en bladerde
zenuwachtig in de papieren op de tafel, ka
pitein Kruger.
En meteen keek hij in het gezicht van den
ander.
Zich schamen?Neen, dat wilde hij niet.
Ik had geld noodig.
Mijnheer gelieft te schertsen.
Zie ik er uit als iemand, die schertst,
kapitein? Ik had het geld noodig
Van Buuren naaide diep adem.
Ik wilde u iets toevertrouwen, kapitein,
iets, dat buiten Hendrik en mij, nog niemand
weet.
De oude reeder stond van zijn schrijftafel op,
liep eenige malen in het groote, kale kantoor
heen en weer, en bleef toen eensklaps voor den
kapitein stilstaan.
Kapitein, gij zijt, wat ik bij den echten
zeeman altijd zoo graag zie: een goeie kerei
in een ruwen bolster. Hoe lauig zijt gij nu
bij mij?
Vijf jaar.
Niet lang; maar lang genoeg, om iemand,
te leeren kennen.
Nog een pauze en dan:
Ge moet de „Huis Oranje" minstens nog
éénmaal naar West-Indlë en Panama, brengen
kapitein, anders ben tk geruïneerd!
(Wordt vervolgd),