\l/inierhanden ET -HUISVAM DEM ANGST POST, TREINEN EN POSTTREINEN. I» f ZATERDAG 2 JANUARI 1932 .lilSffiSaiii: f PUROL HET WERK DER POSTMANNEN OP DEN NACHTTREIN. Steeds vlugger ivippen de brieven in de zakken DE STAGE WERKERS IN DEN DONKE- REN NACHT. *.-• - f pfê 1 - *4 I i -.A i-'jUig: U'S vv>;> II m LOODSGELDEN EN GEMEENTELIJKE HAVENT ARIEYEN. HAAR MAN MET KOKEND WATER OVERGOTEN. VERDWIJNENDE TOLLEN. ff WINTERVOETEN NIEUWE EERSTE NEDERLANDSCHE CONTRA DE SPOORWEGEN: ONTSLAG GEHUWDE AMBTENARES. NED. HANDELS- EN LANDBOUWBANK POLA NEGRI Onze Utrechtsere redacteur schrijft: Onder het lamplicht schrijft een meisje een lange brief en als ze de enveloppe dichtplakt, glimlacht ze. Den volgenden morgen zit er er gens een eenzaam man aan zijn ontbijt en kijkt zijn post door. Hij leest den brief van het meisje en ziet den glans van het lamplicht op haar haren, hij voelt de veilige warmte van de huiskamer. Hij glimlacht ook en is geen een zaam man meer. Maar pas op. dit is natuur lijk slechts literatuur. Daar zijn immers veel belangrijker brieven en poststukken op de we reld, dan die van een verliefd meisje. Daar zijn de zakenbrieven met orders en klachten, overeenkomsten en aanmaningen, daar zijn brieven om geld en brieven om raad, brieven met vreugde en brieven met leed, brieven met troost, brieven, waarin al de roerselen van het arme menschenhart zijn neergeschreven. Maar daar is nog zooveel meer. Prijscouranten van boeken en van wijnen, die namen dragen als oude Fransche Markiezen, prospecti van kost scholen en van een zoo juist ontdekten nieuwen godsdienst, jaarverslagen van revolutionnaire vereenigingen en tractaatjes over drankbestrij ding en dit alles, alles wat de menschen in den kouden mond van de brievenbus stoppen, gaat door de onverschillige handen van ontelbare menschen, in zakken en in bundels, met trei nen door hert geheele land en tot ver in het buitenland, per schip naar tropische werelden, waar palmboomen of breede waringins groeien. Dag en nacht vervoeren de treinen de post van het eene gedeelte van het land naar het andere en dag en nacht zijn tallooze menschen ia touw om orde te brengen in den chaos van atukken, die een heel volk minuut na minuut en dag aan dag aan de post toevertrouwt Het is ongetwijfeld een heel moeilijke taak om iets te vertellen van het ongelooflijk uit gebreide werk, dat de posterijen doen, zonder aan den eenen kant onvolledig te blijven en aan de andere zijde niet afgrijselijk vervelend te worden bij het memoreeren van alles, wat er op het gebied van postverzending te vertellen valt. „Het gaat toch wel gauw". Het is intusschen wel zeker, dat de doorsnee mensch, als hij 's avonds een brief op de bus heeft gedaan, weinig bekommernis meer heeft over de lotgevallen van zijn epistel en alleen wanneer hij hoort, dat de brief den volgenden morgen in alle vroegte reeds in een of anderen uithoek werd bezorgd, zegt hij in het gunstig ste geval: „Het gaat toch wel gauw, hè!" Dat het inderdaad gauw gaat, vindt zijn oor- '5kka!k in een even eenvoudigen als belangrijken maatregel, dien de Posterijen in samenwerking 'diet de Spoorwegen heeft getroffen. Immers, et is tijd noodig om de post uit te zoeken en om haar te verzenden en het geheele geheim schuilt slechts in het feit, dat de tijd voor het verzenden ook juist de tijd voor het sorteeren is, tenminste voorzoover de bestelling er inder daad door wordt vervroegd Practlsch komt de zaak dus hier op neer, dat er in de daarvoor bestemde treinen een rijdend postkantoor wordt ingeschakeld, waarin de post, reeds op weg naar de plaats van bestem ming, wordt gesorteerd. Als voorbeeld: al de post, die uit Amsterdam over Utrecht naar haar bestemming moet, komt bij elkaar en wordt onderweg verdeeld in datgene, wat voor Utrecht zelf bestemd is en wat naar verschil lende zijden moet worden doorgezonden. Alles wat dan verder bijv. naar het Noorden moet, wordt in Utrecht vereenigd met de post uit andere plaatsen, eveneens voor het Noorden bestemd, en in den trein naar Zwolle weer ge sorteerd voor deze plaats zelf en voor de plaat sen, die van daaruit bereikt worden. Verzendingemet de nachttrei nen buitengewoon toegenomen. En wanneer men nu weet, dat de verzending met de nachttreinen, sinds de invoering daar van buitengewoon is toegenomen, dan behoeft het geen betoog, dat in de nachtposttreinen, wanneer alle brievenschrijvers reeds aan geen brieven meer denken, een organisatie aan het werk is, die alle belangstelling verdient. En wanneer men dan daarbij nog bedenkt, dat gedurende de laatste dagen van het jaar iedere Nederlander aan lederen anderen Ne derlander een brief, of minstens een kaartje stuurt, dat bij den aanvang van het nieuwe jaar de helft der Nederlanders aan de andere helft kalenders en ander reclame-materiaal zendt, dan Is het verklaard, waarom op een der laat ste avonden van December een verkleumd journalist met sneeuw op zijn jas en zijn hoed om kwart over twaalf aan het Centraal Sta tion te Amsterdam in een postrijtuig klom om 1 met eigen oogen den reuzen arbeid te aan schouwen, die daar tusschen Amsterdam eD Zwolle gedaan wordt. En toen hij 's morgens om half vijf (de treinen hadden door de sneeuw j nog al eenige vertraging) in Zwolle als een klein ineengedoken mannetje een nachtportier naar buiten belde om nog een paar uur te kun nen slapen, wist hij zich weer de ervaring rijker, dat er vele dingen zijn, waarvan meu wel een vaag besef heeft, maar waarvan men den omvang slechts bij toeval ontdekt "fJ f SJJS t l :f t -.v.' If i "'iV Ktt! 1 -1 - - Het werk van het rijdende personeel. Al het weirk dat op de rijdende postkantoren wordt verrioht valt onder een drietal Spoorweg postkantoren, waarvan de directies gevestigd zijn te Amsterdam Rotterdam en Zwolle. Boven dit alles etaat een te Utrecht gevestigde in spectie. Maar hoe- zal ik den omvang van het werk van dezen dienst beschrijven. Denk aan alle treinen, die dagelijks rijden met een postrijtuig, denk aan de fiine ver takkingen, waarin deze dienst uitloopt, denk aan de duizenden brieven en andere poststukken die dagelijks verzonden worden en aan de ad ministratie, die noodig 'is voor de vei'ige be handeling van dit alles, denk tenslotte aan de snelheid, waarmee alles op de plaats van bestemming komt en ge hebt een heel vaag beeld van de uitgebreidheid van dit werk, dat in de nachttreinen wel zijn hoogtepunt schijnt te vinden. In Utrecht komen de verschillende nacht treinen een oogenblik te zamen en in den grootsten spoed worden de postzakken uitge wisseld. Van het postkantoor zelf komt niet minder dan een heele verhuiswagen vol die snel in verschillends karretjes wordt o verge laden. Een, twee, drie, vier, vijf, zes man wer ken haastig om de post op tijd klaar te heb ben staan op de plaats, waar straks de poet- rijtuigen voor rijden. Zes man hebben in hun ratelende wagentjes de avondpost, het dagboek van een groote stad, het intieme journaal van enkele avonduren. Er is de brief bij van den groot en blonden jongen uit het ziekenhuis, die naar huls schrijft, dat hij goed vooruit gaat Maar in de gang van het ziekenhuis hebben twee dokters even gefluisterd: „Twee maan- den nog leeft hij. Misschien, misschien drie In een hobbelend karretje wordt zijn illusie naar den trein gereden. Er zijn kranten hij, groote pakken ochtendbladen met den jongsten overval. Zes mannen trekken de misdaad van een wanhopige naar de publicatie. Zes man vervoeren vlug de intieme gedachten van vele briefschrijvers en bij het wachten op de nacht treinen heeft de sneeuw er een wït kleed over gelegd. Dan tomen de treinen binnen. Er wordt met zakken gegooid, ingeladen, uitgeladen, post- zakken van den eenen wagen in den anderen. De zware locomotieven slaken diepe zuchten, wagons worden gerangeerd, reeds gaat de eer ste trein weer vertrekken. Tusschen Utrecht en Zwolle is de drukte het grootst. Tusschen Utrecht en Zwolle Is de drukte in den postwagen het grootst. Meer dan tien man is bezig met het sorteeren. Zij nemen steeds een handvol brieven en steeds vlugger wippen de couverts in de breed uitgehangen zakken en in de kleine vierkante vakjes De trein jaagt door de gTöote witte sneeuwvlokken. Op de kleine raampjes vormt zioh een randje wit. Soms is er buiten even een scheut licht van een klein stationnetje en dan weten de mannen hoe ver ze zijn. Het gaat steeds vlugger, het sorteeren; groote zakken worden leeggeschud, zenuwachtiger wippen de brieven naar hun vakken. De lampen verlichten de lange tafels niet ongezellig en er brandt zoowaar een kacheltje Ais de trein een bocht maakt doet iedereen een paar stappen om het evenwicht te bewaren. Weer een scheutje licht buiten. „We zijn Nunspeet door", zegt iemand en de De watertoren van de drinkwaterleiding der Elf Gemeenten, die gisteren officieel geopend werd. zakken voor Leeuwarden worden vast bij de deur gezet. De wagen zelf gaat door naar Gro ningen. Da laatste paar minuten is er geen werk meer. De zenuwachtige handen steken kalm een pijp aan. De machines worden menschen met jassen en hoeden. In Zwolle' weer karren, weer in en nit laden ander personeel. Dan het laatste: een wit pleintje, een sla perige nachtportier, een warme hotelkamer. Den volgenden morgen vraagt een vriende lijke kellner, waar de reis nu naar toe gaat. „Terug naar Utrecht." Hij sluipt weg en is pijnlijk verbaasd. Waarom komt iemand bij nhoht en ontbijt van Utrecht naar Zwolle, als hij er alleen maar even komt slapen om dan weer terug naar Utrecht te gaan? Een commissie van onderzoek. In haar memorie van antwoord aan de Eer ste Kamer over het wetsontwerp, houdende aanwijzing der middelen voor het dienstjaar J932 deelt de regeering mede, dat zij voorna mens is, een kleine commissie in te stellen, bestaande uit vertegenwoordigers van de drie betrokken departementen, die van Arbeid, Handel en Nijverheid, van Defensie en van Financiën, de tweè meest belanghebbende groote gemeenten en de reederijen, met de op dracht op korten termijn een onderzoek in te stellen naar de kwesties der loodsgelden en der gemeentelijke haventarieven. DE NOOD IN DE SCHOENINDUSTRIE. De Nederlandsche Vereeniging van verte genwoordigers in de schoenindustrie, heeft in een Donderdag te Amsterdam gehouden ver gadering besloten tot het zenden van een tela gram aan den Minister van Handel, Landbouw en Nijverheid, waarin o.m. gewezen wordt op de groote moeilijkheden w-aarin de schoen-in dustrie zich bevindt, mede door den geweldi gen steeds toenemenden invoer van buiten- landsch schoenwerk, waardoor ook het bestaan van eenige honderden vertegenwoordigers, in deze branche werkzaam, ernstig in gevaar wordt gebracht. Den minister wordt verzocht, zoo spoedig mogelijk maatregelen te nemen ter bescher ming van een industrie, "welke in staat is de Nederlandsche bevolking concurreerend van goed schoeisel te voorzien. DE SUMATRA BLIJFT IN INDIë- Naar wy vernemen heeft de Regeering beslist, dat de Sumatra in Indië za: blyven en de noodige reparaties aan het marine-etablissement te Soe- rabaja zullen worden verricht DRINKWATERLEIDING „DE ELF GEMEENTEN". Van gemeentelijke pomp tot 9treek- waterleiding. Voor de gemeenten rondom Woerden was het Woensdag een blijde dag. De drinkwaterleiding „De Elf Gemeenten" werd in het bijzijn van een groot aantal genoodigden officieel geopend, wat beteekent, dat Nieuwveen, Ter Aar, Zeven hoven, Nieuwkoop, Zegveld, Kamerlk, Rietveld, Barwoutswaarder, Langeruigeweide, Waarder en Papekop van nu af bij een waterleiding bedrijf zijn aangesloten. Behalve de besturen van de betrokken ge meenten waren aanwezig jhr. nr. van Karne. beek. Commissaris der Koningin in Zuid- Holland, de heer van Spanje, lid van Gedepu teerde Staten van Utrecht, Ir. Krul, directeur van het Rijksbureau voor Drinkwatervoorzie ning en vele anderen. Het gezelschap wa3 in Hótel „Conoordia" bijeen gekomen. De heer H. van Boeyen voorzitter van de stichting, memoreerde, dat zich reeds in 1874 een commissie vormde tot stichting van een gemeentelijke pomp te Nieuwveen. Het water was echter slecht. In 1900 wendde de Veohtoomraissle pogingen aan tot watervoor ziening van deze streek, het hydrologisch on derzoek leverde echter ongunstige resultaten op, zoodat ook dit project mislukte evenals plannen der provinciale besturen van Zuid- Holland en Utrecht. In 1926 drong toen Nieuw koop, in verband met lyphusgevallen, aan op een waterleiding ook Rietveld, wenschte een betere watervoorziening. Het rapport, ven prof. Visscher leidde in 1928 tot öen tien gemeen tenplan, dat later werd uitgebreid tot den ge- heelen Noord-Oosthoek van Zuid-Holland. Drie gemeenten scheidden zioh later weer af, maar door de overige elf gemeenten werd krachtig aan het plan voortgewerkt. Op 7 November 1930 kwam de stichting tot stand en thans reeds is de dag van de opening daar. Van water wordt men voorzien door het Bodegraafsche water- distributiebedrijf. Het hoofdfouizenstelsel is 125 K. M. lang en 15.000 inwoners, d.l. 90 pet. van alle streekbewoners kunnen worden aange sloten. In 't pompstation, waarheen men zich daarop begaf, heeft Jhr. van Kamebeek na een rede de waterleiding officieel in gebruik gesteld. Na den terugkeer in Concordia hebben nog verschillende van de aanwezige autoriteiten, o.a. de heer van Spanje namens den Commis saris der Koningin in Utrecht, het woord ge voerd. AmsterdamWoerden vrij. Bij het gemeentebeetuur van Wilnis Is de mededeeling ontvangen, dat de voorwaarden waarop tot opheffing van den tol óp de Wil Pisser Zuwe en de twee tollen op den Kame- riksehen Zandweg welke deel uitmaken van den verkeersweg WoerdenAmsterdam, zijn aanvaard. Met ingang van gister en zijn deze drie tollen dus definitief op geheven en is de weg AmsterdamWoerden tolvrij. Opheffing tol bij Hazerswoude. Da Raad der gemeente Hazerswoude heeft besloten tot opheffing van den tol aan den Gemeeneweg en wel met ingang van 1 Mei 1932. Van dien datum af zal de Gemeeneweg met bijbehoorende gronden in eigendom over gaan aan de provincie. OPHEFFING VAN TOLLEN- Donderdagmiddag te ongeveer half vier had ten aanschouw© van zeer velen de opheffing plaats van de rtol tusschen Katwijk aan Zee en Katwijk aan den Rijn. In de directiekeet van het in aanbouw zijnde Raadhuis werden de toespraken gehouden. De burgemeester en wethouders, zoomede eenige raadsleden, wa ren aanwezig. CHAUFFEURS VEROORDEELD. De Haagsohe rechtbank veroordeelde Donderdag den 23-jarigen chauffeur J. V., uit Monster, die aldaar als autobestuurder een motorrijder heeft aangereden, waardoor deze gewond wérd, tot 1 maand hechtenis. De chauffeur J. v. d. S., die te Delft hij de Jaffabrug een motorrijder aanreed tot ƒ100 boete sub. 50 d. hechtenis. Vrees of wraak In de verdachtenbank stond Donderdag voor de Haagscbe rechtbank de 41-jarige juffrouw M. de J., huisvrouw van J. C. D. B., te Stomp- wijk. Haar was ten laste gelegde dat zij op 23 Oc tober j.l. te Stompwijk haar echtgenoot van het leven heeft willen berooven door over hem een groote hoeveelheid zeer warm water uit ta storten. B. bekwam daardoor ernstige ver wondingen, waarvan hij evenwel genezen is. Volgens de verklaring van den geneesheer heeft B. niet in levensgevaar verkeerd. Dr. Gerretsen heeft een uitvoerig rapport over verdachte uitgebracht, waarin wérd ge concludeerd tot verminderde toerekeningsvat baarheid van verdachte. De echtgenoot v-erklaarde in den bedoelden morgen plotseling in bed water gevoeld te hebben. Aanvankelijk dacht hij aan een grap, doch hij bemerkte spoedig dat het kokend wa ter was. Hij zag niemand in de kamer en snelde naar de buren om.hulp. Na aanvanke lijk verbonden te zijn, is hij in Antonius-hove te Voorburg verpleegd. Get. zegt niet te kunnen gissen, welke re den de vrouw kan gehad hebben. Zelf heeft hij de toedracht der zaak in de courant gele zen. De vrouw zegt, dat zij door haar man be- leedigd en mishandeld werd. De president wees den getuige op onjuist heid in zijn verklaringen met betrekking tot de verhouding tot zijn Vrouw. Een buurmeisje verklaarde, dat B. op den bewusten ochtend bij haar is gekomen, uit roepende: „Ze verbranden me". Get. heeft hem toen met lijnolie ingesmeerd en heeft daarna den dokter gehaald. De vrouw deed 'n lang en droevig verhaal over den angst ,dien ondervonden heeft over dingen, die zij zich te verwijten had. Zy wist geen raad als haar man er achter zóu komen, want zij was bang voor hem. Zij zeide evenwel, dat haar man niet slecht voor haar was, maar zijn driftig karakter kennende, vreesde zij het ergste. In haar overspannen toestand heeft zij het water over den man heengegooid, zonder daarbij eenige bedoeling te hebben. Uit vroegere verklaringen bleek evenwel, dat zij zich op haar man heeft willen wreken. De president herinnerde verdachte er aan, dat zij vroeger een schoonzoon met peper heeft gegooid. Het O. M., waargenomen door mr. N. S. Hoekstra., achtte, mede door de uitlatingen der vrouw, Het primair ten laste gelegde, n.l. poging tot doodslag, bewezen. Spr. noemde 't een zeer wreedaardige wijze van handelen. Hij wil evenwel rekening houden met alle om standigheden en zijn eisch beperken tot zes maanden gevangenisstraf met aftrek van de preventieve hechtenis. Mej. mr. Plantenga als raadsvrouw voor verdachte pleitend, wees op de geneeskundige verklaring omtrent den bijzonderen toestand waarin verdachte verkeerde en verzocht de ter beschikking aan de Regeering van ver dachte. Snikkend verliet de Vrouw de rechtszaal. De rechtbank zal 14 Januari a.s. uitspraak doen. Doos 30 - 60,Tube 80ci Bij Apoth.en Drogisten ELKE PLEK fr. Na het spoorwegongeluk bij de Vink. Mevr. LoboBraakensiék had bij de „Nieuwe Eerste Nederlandsche'" te 's Gravenliage een verzekering gesloten van 5000 gulden nit te betalen wanneeir haar een ongeluk zou overko men, aan haar erfgenamen. Mevrouw Lobo is destijds bij het spoorwegongeluk bij „De Vink" om het leven gekomen. Hierna heeft de ver zekeringmaatschappij het bedrag van 5000 gul den uitbetaald aan mevr. Lobo's minderjarige zoontje R. Dit bedrag heeft de verzekering- maatsohappij teruggevorderd van de Ned. Spoor wegen omdat zij zioh geeubrogeerd achtte in de rechten van den minderjarigen R. die krachtens artikel 1407 B.W. een'vordering tegen de Ned. Spoorwegen had Ingesteld. De rechtbank te Utrecht wees de vordering af, evenzo o het gé- rechtshof te Amsterdam. Het cassatieberoep der verzekeringruaatschap- pij, ingesteld tegen 's Hofs arrest, heeft, de Hoo'ge Raad gieteren verworpen. Dé gemeenteraad van Heerd'e besloot', ook met de stemmen van de S.D-A P voor, dé gehuwde ambtenares uit gemeentedienst te ontslaan. Vernietiging der surséance is nu nog niet in het belang van crediteuren. Voor het Gerechtshof te Amsterdam werd Woensdag behandeld bet hooger beroep door eenige crediteuren der Nederlandsche Handels- en Landbouwbank te Haarlem, tegen het von nis der Haarlemsche Rechtbank, waarbij aan gemelde N.V. surséance van betaling werd ver leend, ingesteld. Reeds onmiddellijk na den aanvang werd een van de crediteuren op formeele gronden door het Hof niet ontvankelijk verklaard in zijn in gesteld appel- Ten aanzien van de overige 2 appellanten, werd het geding verder voortgezet, waarbij allereerst aan de orde kwamen, de bezwaren door appellanten ingebracht ten aanzien van de for meele wijze van behandeling van het door de Bank gedaan verzoek tot surséance van beta ling voor de Haarlemsche Rechtbank. Het Hof achtte deze grieven van de appellanten echter niet gegrond, waarna allereerst gelegenheid werd gegeven aan den bewindvoerder, mr. A. Bruch te Haarlem, om nader verslag van zijn gesties en die der Bank uit te brengen. Na allereerst zijn mededeelingen uit het eerste rapport in herinnering te hebben ge bracht, ging de bewindvoerder nog eens uit voerig na, in hoeverre er na het uitbrengen van zijn eerste rapport wijzigingen In den toe stand der Bank waren gekomen. Onderhandelingen tot over name der activa vrijwel afgesprongen. De bewindvoerder deed dan ook mededeellin- gen omtrent onderhandelingen die gaande zijn geweest met een financieel krachtig concern tot overname der activa der Bank, welke on derhandelingen, hoewel reeds een ver stadium, bereikt was, vrijwel zijn afgesprongen. De kan sen dat thans nog op een voor crediteuren be vredigende wijze, overname der activa zou ge schieden, achtte de bewindvoerder zeer gering, doch hij liet uitvoerig en gemotiveerd uitko men, dat het aanvaarden van dien kans in geen enkel opzicht de belangen van crediteuren zou benadeelen. In verband daarmede was hij van oordeel dat vernietiging der surséance met als gevolg taillissement nu nog niet in het belang van de crediteuren geacht kon worden. Wel zou z.i. da surséance, in verband o.a. met den na de beslissing der Rechtbank aangekondigde e*c" cutorialen' verkoop van het Hoofdgebouw, van korten aard moeten zijn. Hij zou in eJk geval na overgang van het Hoofdgebouw aan niet tot overname bereid zijnde derden bij de Recht bank vernietiging der surséance bevorderen, althans zulks doen bij zijn eerste drlemaande- Ujksch rapport, hetwelk 24 Februari 1932 moet worden uitgebracht. Nadat namens een der crediteuren gevraagd was, of de beslissing niet kon uitgesteld .wor den na 14 Januari 1932 (datum van executo- rialen verkoop) besliste bet Hóf, dat de, behan deling der zaak verder zou worden voortgezet op 26 Januari 1932. De surséance blijft, dus nog in elk geval tot. zoolang van kracht en dan kan beslist of de kans tot overname door derden werkelijkheid geworden is. Is dit niet het geval dan zal het Hof conform het oordeel van den bewindvoer der verder rekken der surséance wel nutteloos achten. BESMETTELIJKE ZIEKTEN. In de week van 2026 December zijn ter kennis gebracht 168 gevallen van roodvonk, waarvan o.m. 9 te Groningen, 49 te Amster dam, 8 te Haarlem, 15 te Rotterdam en 10 te Maastricht. Verder werden aangegeven 86 gevallen van diphtherie, waarvan o.m. 6 te Amsterdam, 6 te Bunschoten, 14 te Rot terdam en 6 te Veldhoven. Entstof werd geleverd voor 468 personen door de entstof-inrichtingen te' Amsterdam, Rotterdam en Groningen. De bekende filmster Pola Negri, die kort geleden .een operatie heeft moeten ondergaan, is in zooverre hersteld, dat zij.het ziekenhuis .heeft kunnen verlaten. XJit tiet Engelscti van SIDNEY WARWICK 13.)' Ja, maar Garth heeft hen heet gehad, niet mij- Hij wilde ze op'n dwaalspoor brengen. Het is mij aliemaal zoo helder als glas. Ik was Garth's lokvogel. Garth begreep dat die men schen mij zouden i ad uwen: ze zijn mls- schien op een of andere wijze erachter geko men dat Garth wist waar die diamant verbor gen wae. En ze wilden zich daar liever zelf meester van maken. Die brief w>as zooals ik zeg een middel om hen om den tuin te leiden! Toen hij -mij dien brief gaf en mij waarschuw de, moet nij geweten hebben dat ons gesprek afgeluisterd werd door een spion van die bende! Ik ben er! riep Armstrong. Zij moesten hun aandacht op jou concentreeren, zoodat hy zelf vrij was om zyn slag te slaan. Volken juist, stemde Dick toe. En nu ge loof ik ook dat Garth heel spoedig zijn bedrei ging zal uitvoeren om het huis in Greenwich met een bezoek te vereeren. Misschien is hij op het oogenblik al wel in Engeland. Ik ga vandaag nog naar mijn toekomstige residen tie. Ik wil er zijn als Garth opduikt. Is er een huisbewaarder? informeerde de dokter. Ja: de vroegere bediende van mijn oom is er nog altijd. Hij is een vertrouwd man hij was het die Garth tegen gehouden heeft toen hij met zijn buit wilde ontsnappen. Hy heet Roberts en woont er met een nicht van hem. Als ik er geweest ben kom ik jullie wel opzoeken. Maar eerst wil ik mij overtuigen, da.t die gepantserde deur nog dicht is Ik - heb het heilige vuur in me, George, voegde hy er met een lachje aan toe. Er staat een half millioen op het spel en de man die mij dat afhandig wil maken is sluw, gewetenloos en sterk! HOOFDSTUK XVII. Het huis van den angst. Dick Wynter kwam de stoep af van het advocatenkantoor. Nadat hij afscheid genomen had van Geor- g« Armstrong, was hij naar de advocaten van zijn oom gegaan om de sleutele te halen van de twee sloten der stalen deur, die Daniël Wynter kort voor zijn dood voor de „Eiken Zaal" had laten aanbrengen, Roberts verwacht u, zei meneer Wharton toen hij zijn cliënt de sleutels overhandigde. We hebben hem al een boodschap gestuurd. Gaat u het huis dadelijk bewonen? Ja vanavond. Dick vond het oude huis in Greenwich in de vier jaren van zyn afwezigheid niet veel veranderd hoogstens nog wat somberder ge worden, het hekwerk wat roestiger een groot, eenigszins vervallen huis uit vroeger eeuwen, dat eens in een mooi park gelegen had aan den oever van de rivier, maar nu ingedrukt stond tusschen pakhuizen in een nauwe straat. Dus hier moet ik een jaar wonen, zei Dick Wynter in zichzelf. En ik ben hier maar een paar meter af van de plek waar de groote diamant ligt. Ik ben benieuwd wat er onder dat dak gebeuren zal vóór de steen gevonden is. En wie zal de eerste zijn Garth of ik? De bel galmde bol door het grocte huis. Even later werd de zware, met ijzer beslagen deur voorzichtig geopend en een mannenge- zicht keek behoedzaam om het hoekje. Meneer Dick! Je moest zeker eerst eens kijken of het goed volk was, Robert», riep Dick lachend, terwyi hij de groote hall inliep, vanwaar uit een massieve eiken trap, met een donkere lam- brizeering als leuning naar boven voerde. De rijke, roode kleur van den traplooper en bet matglanzende hout van de lambrizeering ga ven aan het interieur iets voornaams. Ik ben erg blij n te zien meneer erg blij, dat u hier komt wonen, zooals ik ge hoord heb, zei Roberts op de zenuwachtige manier die Dick zich nog van vroeger her innerde. Ja maar ik kom nu alleen maar even vluchtig kijken. Vanavond kom ik voor goed, antwoordde Dick, die zich afvroeg waarom de man er zoo verschrikt uitzag. Je zult het hier wel stil en eenzaam hebben gehad na den dood van mijn oom. Zeker geen bezoekers gehad? voegde hij er haastig aan toe, terwijl by aan Garth dacht. Neen meneer. Dick liep de breede trap op en gaf zijn oogen goed den kost. Hoewel het huis somber was en de ligging niet ideaal, was het er toch niet zoo slecht om te wonen. Het was heel solide gebouwd: de kamers waren ruim, en hoewel er lange gangen waren, met onver wachte hoeken en het er kil en vochtig was en er de sombere, duffe atmosfeer hing die on- bewoonden huizen nu eenmaal eigen is, dacht Dick, dat sis hij er zich eenmaal geïnstalleerd had en er overal lichten zijn en bloemen zou den staan en de haarden gezellig zouden bran den, om de kilheid te verjagen, het „ratten- kasrteel" nog wel een behaaglijke residentie zou zyn; er zou een onmiskenbare suggestie van statigheid van dit antiek, milieu uitgaan. Hij liep de kamer binnen, waar Daniël Wyn ter altijd gehuisd had. Het zag er haast nog. net zoo uit als voor vier jaar, toen hij den laatsten, hevigen twist met zijn oom had ge had, de kamer, waar Garth, in zijn wilde be geerte om den diamant te bezitten den ouden man byna vermoord had. Dick ging de deur door, waar Garth uitge rend was met zijn buit, liep naar de trap, waar Roberts met een moed, dien men in zoo'n timide mannetje niet verondersteld zou heb ben, met den roover had geworsteld en liep de gang door naar de „Eiken Zaal" die Garth was binnengevlucht, waar hij was gearresteerd en waar hij het kostbare kleinood verborgen moest hebben. Voor hij de deur opende bekeek Dick de stalen deur, die voor de zaal aangebracht was een poosje en juist toen hij de sleutels in de yale sloten wilde steken, zag hij Roberts de trap afkomen. Wel Roberts? zei hy, nog voor de bedien de hem gezien Ea4- Dick zag dat Roberts heftig schrok bij het geluid van zijn stem. Wat was er in vredes naam met den man? Straks deed hij ook al zoo angstig! Ik ik wildé u vragen meneer, of ik misschien ook iets voor doen kan, nu u zoo onverwachts gekomen bent? antwoordde Ro berts op zijn zenuwachtige manier. Ik dacht, ais ik het eerlijk zeggen mag, meneer, dat het beter was, dat Ik nu uit ga als er soms voor een en ander gezorgd moet wordén, nu u in huis bent, dan Dan wat? vroeg Dick toen de stamelende man plotseling ophield. Robert schraapte zyn keel. Ik wilde zeggen meneer, dan bij donker uit huis te gaan, terwijl u weg bent. Je bent toch zeker niet bang om in 't donker uit te gaan, Roberts, vroeg Dick schertsend. Ik ik ga niet graag 's avonds weg, als mijn nicht alleen in huis is meneer, zei Roberts aarzelend, omdat om dezelfde reden als waarom de stalen deur hier voor de kamer gemaakt is, meneer. En wat is die reden? Verklaar je nader, man, drong Dick aan. Waarom doe je zoo verschrikt waarvoor ben je bang? Deze rechtstreeksche vraag bracht Roberts geheel van zijn stuk.' Ik och, als je zoo lang alleen in zoo'n groot, eenzaam huis woont, wordt je vanzelf wel een beetje zenuwachtig, meneer, excuseerde hij zich aarzelend. Eu ik heb de laatste jaren nooit iemand anders gezien dan mijn overleden meester, die als een kluizenaar leefde. Het spyt mij meneer, als ik Roberts zweeg even; toen barste hij .opeens uit: Ja meneer, ik zal het u maar eerlijk be kennen ik ben bang. U zult me wel uit lachen, maar ik kan de gedachte niet van me afzetten dat er gevaar dreigt Het is niet zoo zeer voor mezelf dat ik bang ben, hoewel ik, om u de waarheid te zeggen van nature geen held ben; maar het is dat ik de verantwoor delijkheid niet aan kan die op mij is gelegd, sedert meneer Wynter gestorven is de ver antwoordelijkheid om op dit huis te passen. Is dat dan zoo'n zware verantwoorde lijkheid? vroeg Dick op een toon alsof hij van den prins geen kwaad wist, Hij zag dat Roberts telkens over zijn schou der achterom keek een gewoonte, die de man blijkbaar onbewust aangenomen had ge durende de maanden dat hij als huisbewaarder in het groote huis alleen was geweest, met geen ander gezelschap dan zijn oude nicht. Uw overleden oom had een vijand iemand waarvoor hy doodsbang was en die hier zal komen, ook nu nog, al ligt meneer Wynter in zijn graf. Je bedoelt Garth? Ja meneer. Ik weet niet wat u allemaal weet ©f niet weet, maar O, ik weet van dien aanval op mijn oom en ook hoe Garth ontsnapt is. Maar waarom zou de man terug komen? Hij keek den bediende onderzoekend aan. Roberts wist toch zeker niets van den dia mant af? Nu het ijs gebroken was, stortte de bedien de zyn hart uit bij .zijn nieuwen meester. r~' Kort voor, hy stierf kreeg meneer een brief van dien .vént, waarin hij .hem waar schuwde dat hij terugkwam. Waarom wéét ik- niet, maar het heeft iets 'te maken .met deze stajen deur zooveel weet ik wel ervan. Om hem nit deze kamer te. houden heeft meneeT deze deur laten maken.. Ik weet dat UWoom bang was doodsbang, van het oogenblik af dat hij dien brief gekregen heeft. Meneer ver beeldde zich dikwijls dat hy voetstappen hoorde en dacht dan dat- zijn vijand zich ergens in huis verborgen had. Ik moest hem dikwijls voor het raam rijden en dan praatte hij zioh in dat hij in een hoek of in een portaal Garth zag staan. Vroeg of laat zal hij komen, zei meneer altijd, vroeg of laat, zoo zeker als wat. En zyn laatste woorden waren nog: Als Garth komt, houdt hem er bulten. En die angst van meneer heeft mij ook aan gestoken. Maar j« hebt Garth toch zeker niet gezien? Hij is er nog niet geweest. Maar sinds meneer dood is, weet ik me geen raad van ze nuwachtigheid. Hij komt zeker als u dat ge- meene, wraakzuchtige gezicht gezien had zoo- als ik het dién avond gezien héb, zoudt u óók zeggen dat de angst van uw oom niet on gemotiveerd wa#. te ^ebta Ug ik dikwijls wakker om te luisteren. En als het water van de rivier hóóg staat en het zoo naargeestig om de palen van den steiger klotst, klinken de stemmen en de geluidén van de rivier zoo duidelijk, alsof ze In huis zijn. Dikwijls schrik ik '8 nachts wakker en krijg ik er hartklop pingen van en dan zit ik overeind in mijn bed en hoor die stem die Ik op dien vreeseiynen avond gehoord heb en vraag mij met angst en beven af w^t er gebeuren zal als htf komt nog niet zoo zeer voor mijzelf, maar om dat- gene wat Garth hier komt zoeken.' -— Ik begryp het Roberts, zei Dick rustig- En ik ben blij dat mijn oom in jou een «er- trouwde heeft gehad, die nog na zyn dood zijn belangen zoo consciëntieus behartigt a jij floet. Ik kom hier nu wonen en zal de ver antwoordelijkheid van je schouders nemen. Ik geloof ook dat G»rth vroeger ot later komen zal - waarschijnlijk al heel gauw - om iets te balen wat zich in de Eiken Zaal achter deze deur bevindt, maar Ik er voor zorgen dat hij het- niet krijgt, alleen Hij zweeg plotseling, het geluid van de zwa re bel galmde tot boven door. Roberts ging open doen. Dick Wynter stond bij de stalen deur te luisteren, terwyi de bediende met iemand aan de deur sprak. Toen deed de klank van een bekende stem hem haastig naar beneden gaan. Neen maar, Hetty, riep hd terwijl hu de vreugde van haar te zien alle angst en zorg vergat, wie had gedacht dat jij hier mljn eerste gast zou zijn! Wat lief van je!' Beneden in de hall, met haar broer achter haar, stond het jonge meisje en bet scheen of door haar verschijning plotaelihS een a mosfeer van zonneschijn en blijd^haP in 10 kille en sombere oude huis getooverd was. HOOFDSTUK XVlU- Nicuws voor Dick. Wat een grappig oud huis, Dick, *iep Hetty opgewekt terwijl Dick haar kleine ge- handschoende hand in de zijne nam. George heeft me gebracht, wéét je. Hij kwa® middag thuis en vertelde me van dé hij wilds je spreken «n i* begrijpt dat ia ging van nieuwsgierigheid.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 10