VORST™
^YLVAMlA
Maken I OS
a
'.I
Stillen de hoest
MAANDAG TT JANTTAOT T5S2
INVOERBEPERKINGEN IN POLEN
WIJZIGING VAN INVOERRECHT
VOOR VERSCHILLENDE
ARTIKELEN.
VERVROEGING VAN VERVOER EN
VERKOOP VAN BROOD
VERSCHE BROODJES AAN HET
ONTBIJT.
Onderzoek van den Hoogen Raad
van Arbeid.
nï
HET RAAM VAN GEORG RUETER.
OYER INFLATIE.
DE MISLUKTE AANSLAG OP DEN
KEIZER VAN JAPAN.
ONZE NATIONAAL SOCIALISTEN.
POLITIONEEL OPTREDEN IN
KERSTNACHT.
ernstige brand aan de
keizersgracht.
onregelmatigheden te
DEURNE?
Op de kas beslag gelegd.
In een wassen-beelden magazijn.
HET BLUSSCHINGSWERK DUURT
UREN.
Contingenteering voor invoer uit Neder
land in de maanden Januari
en Februari.
De afdeeling Handel en Nijverheid van het
Departement van Arbeid, Handel en Nijver
heid maakt bekend, dat vanaf 1 Januari j.l. in
Polen een aantal Invoerverboden van kracht
zijn geworden.
Ten aanzien van den invoer uit Nederland
zijn, naar H. Ma. gezant te Warschau bericht,
voor de maanden Januari en Februari 1932
door de Poolsche Regeering onderstaande con
tingenten vastgesteld:
groenten tariefp<
appels
cacao en hopjes
plantenolie
electrische lampen
radio-apparaten
weefsels van jute, vlas
hennep, enz.
1 quintal 100 K.G.
Met ingang van 14 Januari a.s. zijn verder
de invoerrechten in Polen gewijzigd voor: di
verse vruchten; koffie en koffie-extract; cacao-
boonen en -schillen; thee, ruwe, gemalen been
deren; Thomasslakken; caoutchouc; afval van
gevulcaniseerde gummi en plantenvezelstoffen.
Nadere inlichtingen daaromtrent zijn hij de
afdeeling Handel en Nijverheid verkrijgbaar.
5
279 quintal
6
572
24
245
11
117/7
265
1»
169/20
69
>1
169/29
99
w
192/93
65
1'
De voorzitter van den Hoogen Raad van
Arbeid heeft omtrent onderstaande vragen
van den Minister van Arbeid, Handel en Nij
verheid praeadvies gevraagd aan de commis
sie, die het voorontwerp van wet betreffende
het aanvangsuur voor broodbakkerijen be
handelt, welke commissie onlangs met eenige
leden uit het banketbakkersbedrijf werd aan
gevuld.
1. Is het gewen8oht, de regeling van art.
35, zesde lid der Arbeidswet 1919 in dien zin
te wijzigen, dat het tijdsverloop tusschen het
tijdstip', waarop met het vervoer en dat, waar
op met den verkoop van versch brood begon
nen mag worden, komt te vervallen of wordt
ingekrompen
2. is het gewenscht een afzonderlijke voor
ziening te treffen ten einde mogelijk te ma
ken, dat versch klein brood zoo tijdig verkrijg
baar wordt gesteld, dat het nog voor het ont
bijt kan dienen
3. Indien vraag 2 bevestigend beantwoord
wordt, is het dan gewenscht die verkrijgbaar
stelling te beperken tot toonbankverkoop of
moet ook bezorging worden toegelaten
4. Hoe laat moet, bij bevestiging van
vraag 2, de verkoop en het vervoer toege
staan worden
ARBITRAGE-CLAUSULE EN BESTEK
KEN VAN REKENPLICHTIGE
BESTUREN.
Nadere verklaring art. 2, 3, 7 en 9
Diocesane bouwbepalingen vaD
van 4 November 1930.
In „St. Janski." maakt Z. H. Exc. Mgr. A.
F. Diepen, Bisschop van 's Hertogenbosch het
volgende bekend:
1. In de bestekken van de bouwwerken der
Ons rekenpliohtige Besturen moet na 1 Febr.
1932 de hier volgende bemiddellngs- en arbi
trage-clausule worden opgenomen: „in ge
schillen moet steeds eerst het verkrijgen .van
overeenstemming door onderling gemoedelijk
overleg of bemiddeling beiproefd worden. Ge
lukt dit niet dan zullen deze worden beslecht
door arbiters aan te wijzen door de partijen
op de wijze der z.g. vrije arbitrage".
Architecten die de A.A.V. in hun bestekken
voorschrijven moeten dus nadrukkelijk de ar
bitragebepaling dier A.A.V. uitsluiten en haar
vervangen door vrije regeling.
De voorzitter van Onzen Diocesanen Bouw-
raad is desgewenscht bereid zijn hulp te ver-
Ueenen tot het vinden van bemiddelaars of
arbiters.
2. Behalve filiaalhouders (zie St. Janski.
3 Oct. 1931 n. 457) moeten dus onder de woor
den „katholiek georganiseerde patroons, fabri
kanten of handelaren" van Art. 2 en 3 onzer
Bouwbepalingen ook verstaan worden de be
hoorlijk naar stand en vak katholiek georga
niseerde reizigers, die vertegenwoordigers zijn
van welke Nederlandsche onderneming ook.
3. Van art. 3 der Bouwbepalingen wordt door
sommige handelaren misbruik gemaakt door
wat door Ons „dringend verzocht" wordt voor
te stellen als een streng gebod, welks over
treding door den Bouwraad bereoht en gestraft
wordt.
Die voorstelling is onwaar; Wij bepalen Ons
tot een „dringend verzoek".
4. Bij Sohoolbouw moet, als het Schoolbe
stuur dat aanbesteedt tevens kerkbestuur is,
In de bestekken alleen gesproken worden van
Schoolbestuur en wordt dit, terwllle van de
eamenwerklng met het Gemeentebestuur, vrij
gesteld van de verplichte nakoming onzer
Bouwbepalingen.
5. Ter behoorlijke uitvoering van art. 7 zijn
de architecten verplicht aan de inschrijvers
die voor vergoeding in aanmerking komen,
hun begroeting en de gevorderde verklaring
te vragen.
6. Wij verzoeken den Besturen bijzonder te
letten op de naleving van Art. 9, gericht tegen
(het handstop-systeem .dat, hoe onrechtvaardig
ook èn bij architecten èn bij aannemers èn bij
opzichters ên hij leveranciers nog lang niet
heeft uitgediend en dat, naast en met het
„opzet-systeem" mede schuldig staat voor de
nog steeds yeel te hooge bouwkosten. De bestu
ren hebben recht te weten, of en welke pro
visie procenten enz. worden toegekend of ge
noten. Persoonlijke misbruiken dienen streng
geweerd en door den Bouwraad gestraft te
worden. Het is de plicht der Katholieke Orga
nisatie ook de z.g. „algemeen geldende" mis
bruiken tegen te gaan en uit te roeien.
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREEN
KOMSTEN IN 1931.
Teruggang tengevolge van de crisis.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft
weder het jaarlijksch overzicht van den stand
der collectieve arbeidsovereenkomsten op den
lsten Juni van het afgeloopen jaar gepubli
ceerd. Hieraan ontleenen wij de volgende
cijfers aangaande de aantallen, bestaande over
eenkomsten, alsmede de aantallen van de
daarbij betrekken ondernemingen en arbeiders
in 1931 en vroegere Jaren.
s
mm
BIJ HET WRAK VAN DE „STANFRIES IV'. De Rijksbetonningü dienst plaatst een boei bij den nog zichtbaren laadmast van de
„Stanfries IV", die recht voor Hindteloopen op het Breezand ia vergaan
Datum
Januari 1920
Januari 1922
Juni 1924
Juni 1926
Juni 1927
Juni 1928
Juni 1929
Juni 1930
Juni 1931
Overeen
Onder
Werk
komsten
nemingen
nemers
924
22541
273598
728
20919
257592
830
16578
285607
810
16555
264695
893
16975
267726
1015
17203
279530
1250
18542
291608
1538
23524
385564
1478
23341
358354
Na een periode van teruggang na 1920 heeft
men in het tijdvak 1926-1930 een gestadige uit
breiding kunnen waarnemen van de aantallen,
overeenkomsten en daarbij betrokken onderne
mingen en werknemers. Deze groei is in 1931
tot stilstand gekomen ten gevolge van de eco
nomische crisis. Het aantal onder collectieve
contracten werkende arbeiders nam in het
afgeloopen jaar vergeleken met 1930 af
met ruim 27000, terwijl daarentegen het aan
tal ondernemingen vrijwel gelijk bleef, een ver
schijnsel, dat duidt op inkrimping van per
soneel.
Na 1 Juni 1931 (den datum, waarop de sta
tistiek gebaseerd is) is deze teruggang nog
sterker geworden, o.m. doordat eenigé belang
rijke overeenkomsten beëindigd en tot dusver
niet weer vernieuwd zijn, zóoals de overeen
komsten in de metaalindustrie, de havenbedrij
ven in Amsterdam en Rotterdam, zoomede voor
de schepelingen ter koopvaardij.
Voor hen, die zich op het gebied van de in
ons land hij collectief contract geregelde ar
beidsvoorwaarden wenschen te oriënteeren,
vormt deze statistiek een rijke bron van gege
vens.
Vergeleken met 1930 hadden een hooger con
tractloon o. a. typografie-arbeiders en boekbin
ders, monteurs in de verwarmingsindustrie,
enkele groepen arbeiders In de Waalsteenindus-
trie. Een lager loon hadden o. a. landarbeiders
in verschillende plaatsen, arbeiders in export
slachterijen te Oss, in beetwortelsuikerfabrie
ken te Groningen en Hoogkerk, alsmede een
aantal categorieën van arbeiders in de sigaren-
industrie en scheepspersoneel ter koopvaardij.
De statistiek is verkrijgbaar gesteld hij de
Algemeens Landsdrukkerij.
In de Nieuwe Kerk te Delft.
Vrijdagmiddag heeft jhr. mr. dr. E. A. van
Bereeteyn voorzitter der Glasramen-commissie
voor de Nieuwe Kerk te Delft, namens deze
commissie het glasraam, geschonken door het
Zee uw sell Huldeblijk-Comité 1923, ontwoTpen
door den heer Georg Rueter, overgedragen aan
kerkvoogden der Ned. Herv. Gemeente.
De heer J. C. van Woerden dankte namens
kerkvoogden.
Op Maandag 11, 18 en 25 Januari a.s. worden
ie Schagen een drietal cursus-vergaderingen
gehouden,, georganiseerd dooi- de Ver-
eeniglng van oud-leerlingen der Rijkslandbouw-
winterschool, aldaar. Op de eerste vergadering
zal besproken worden het onderwerp: „Is het
bij het nemen van crisismaatregelen wensche-
iijk daarbij tevens op geldverruiming aan te
sturen?"
Over deze vraag zijn praeadWezen verschenen
van ir. C Nobel te Haarlem (pro) en mr. F. A-
Josephus Jitta, directeur van het Noord-Hol-
landsch Landbouwcrediet'te Alkmaar (contra).
In zijn praeadvies betoogt mr. Josephus Jitta:
Ik voor mij meen, dat wij met alle macht
moeten trachten den gulden op peil te hou
den, gelijk trouwens ook de Nederlandsche
regeering en de Nederlandsche Bank dit wil
len. Ik schaar mij bij diegenen, die van oor
deel zijn dat waardevermindering van den
gulden per saldo véél grooter nadeel voor
onze volkshuishouding zal opleveren dan
voordeel.
De heer Jitta wijst op de moeilijkheden,
welke zoowel uit- als invoer bij inflatie onder
vinden en zegt dan:
Het is wel opmerkelijk, dat juist die lan
den, die daarvan het ergst hebben geleden,
Duitschland en Oostenrijk, het meest hun
best doen hun valuta op peil te houden, hoe
veel moeite hun dat ook kost. Toen vijf maan
den geleden de Duitsche banken zich genood
zaakt zagen met haar buitenlandsche credi
teuren een regeling te treffen, waarbij afge
sproken werd dat die buitenlandsche credi
teuren voorloopig hun saldi niet zouden op-
eisc'hen, had Duitschland aan de moeilijk
heden het hoofd kunnen bieden, door te
verklaren dat het niet langer vasthield aan
den gouden standaard, maar juist Duitsch
land, dat In oorlogs- en na-oorlogsjaren de
gevolgen van een steeds dalende valuta aan
den lijve zoo sterk heeft ondervonden, heeft
zich bijna boven-menschelijke, inspanningen
getroost (en tot nu toe met succes), om de
nieuwe valuta op het goud-peil te houden.
Van een eenvoud, welke verbluffend is, geeft
het advies bliik van ir. Nobel. Deze betoogt:
Er dient in de allereerste plaats een dam
te worden opgeworpen tegen de prijsdaling,
die een-gevolg is van het hamsteren van
bankbiljetten en in de tweede plaats zal men
diegenen, die het gevoeligst onder den crisis
toestand lijden, zoo flink met geld moeten
steunen, dat inderdaad van steun kan worden
gesproken.
Een doelmatig middel hiertoe schijnt mij
het van Rijkswege in omloop brengen van
muntbiljetten in zoodanige hoeveelheid, dat
zij de gehamsterde bankbiljetten kunnen ver
vangen en bovendien nog kunnen bijdragen
tot een geleidelijke verhooging der prijzen.
De regeering kan zich door middel van een
wet doen machtigen, gedurende den loop van
een jaar voor een bedrag van 500 millioen
gulden aan muntbiljetten uit te geven en dit
geld te gebruiken om geldelijken steun te
verleenen aan de landbouwende bevolking,
om alle werklooze arbeiders weer tegen een
behoorlijk loon aan passend werk te helpen
en om de ondernemers in staat te stellen het
benoodigde kapitaal daarvoor te stichten. Bo
vendien kunnen de gemeenten daarmede aan
het noodige kasgeld worden geholpen en kan
de uitvoering van openbare werken zooveel
worden bespoedigd als mogelijk zal blijken,
zonder een al te groote vraag naar sommige
grondstoffen te doen ontstaan.
Deze economische slmplicissimus, die munt
biljetten blijkbaar voor goederen aanziet, maakt
het een beetje te bar. Ook wie in 'deflatie niet
alle heil ziet, kan alleen maar huilen over
de lichtvaardigheid waarmee hier hèt middel
tot inflatie wordt aangeprezen. Geen wonder,
dat „Het Volk", van deze adviezen melding
makende, zuchtend schrijft;
Inderdaad, het lijkt heel mooi, maar als
dat* bankpapier dan eens niet waard blijkt
te zijn? Wat doen we dan, mijnheer Nobel,
zegt u het eens! Zullen we dan niet met
waardeloos papieren geld er nog naarder aan
toe zijn dan nu met goedkoops producten?
Neen, men houde het geld gezond.
Althans, geen ongezond-makerij op de boven-
aangegeven min nobele manier.
Gclukwenschen van onze regeering.
H.Ms. Gezant te Tokio heeft langs telegra-
fischen weg opdracht ontvangen om aan de
Japansclie Regeering de sympathie der Ne
derlandsche Regeering to betuigen, naar aan
leiding van de op den Keizer van Japan ge-
pleegden aanslag.
Bovendien heeft de ohef van het kabinet
van den Minister van Buitenlandsche Zaken
een bezoek gebracht aan den Japanschen
Gezant om hem, in verband met de misluk
king van dien aanslag, de gelukwenschen van
genoemden Minister over te brengen.
Zooals wij reeds meldden, is opgericht de
Nationaal Soc. Nederl. Arbeiderspartij, zetel
„De Binckhorst", Den Haag, voorzitter Adal
bert Smit.
Het „Volksblad" publiceert den volgenden
oproep van den heer Smit j
Kasteel „De Binckhorst".
Den Haag, 2 Jan. 1932.
Partij- en Volksgenooten. Heil
Het thans voorbije crisis-jaar, de bittere
bijnaam, die 1931 lang behouden zal in de
weemoedige herinnering van millioenen,
heeft toch één lichtpunt zien gloren in het
eind van zijn dagen de nationaal-socialis-
tische gedachte immers is óók vaardig ge
worden over het vrijheidlievend volk der
Bataven en Kaninefaten.
In de balkenzolder-overwelfde ridderzaal
van het onde kasteel „De Binckhorst" von
den de eerste ridders van den nieuwen tijd
zich te zamen om den kruistocht te heramen,
die weldra qen.béir van vastberaden strij
ders naar voren zou roepan om, bezield door
wil tot verovering op. te trekken, door de lage
dunden bij de Noordzee tegen den de stof aan-
biddeuden geest van onze dagen,
Ben kruistocht zeker achter kruis-
gesierde vanen het kruisteeken van de
levenbrengende zon het eeuwig wentelend
rad het heil-belovende Hakenkruis.
Het voetvolk in de steden en de vlekken
wacht met ongeduld op de komst van hun
leiders een maliënkolder van bewègelijk-
beid sluit om moedig-voorwaarts-trekkende
lijven.
Een nieuwe geest, die de heldengedachte
herroept in de hoofden van duizenden, voert
de loten van germaanschen stam diep ln den
schoot der wachtende aarde en opnieuw stijgt
er levenskracht in het verdorde hout, dat de
kroon der germaanscho beschaving dreigde
te verliezen.
Een nieuw en onbeschreven jaar wacht op
de vervulling van een geheel nieuwen tijd
de tot werkelijke hoogten voerende gedachte
der Nationaal Socialistische beweging houdt
de belofte in van hetgeen onze tijd behoeft.
De Nationaal Socialistische Nederl. Arbei
ders-Partij neemt voor Nederland de taak op
zich, die de N. S. D. A. P. in Duitschland
de N. S. D. A. P. in Zweden e.n hét Nat. Soil
daristisch Verbond in Vlaanderen zich ge
steld heeft d.i. den strijd voor vrijwording
van vreemden Invloed herstel, van eigen
cultuurvernietiging van de ons opgedron
gen lévenshouding Winst als doel en ver
vanging van dit begrip door Algemeen be
lang voor eigen belang.
ADALBERT SMIT.
De Nederlandsche Hitier heeft den waren
toon niet beet. Te veel „Germanismen"
maar daar is hij uiteraard niet vies van en
te langdradig. Maar alle begin is moeilijk.
In „Ons Noorden (6 Jan.) schrijft de heer
Hoeke WIerema uit Bolsward over 'n politioneel
optreden in. den Kerstnacht tegen Katholieke
kerkgangers, o.a.:
„Toen de parochianen van Roodhuis, die
hoofdzakelijk de landelijke bevolking van deze
kleine plattelands-parochie uitmaken, zich vóór
de nachtmis naar de kerk spoedden per fiets,
per auto of wagen, werden zij opgehouden door
de controle. Daar op den weg loerden met
argusoogen de marechaussee's, om na te gaan
of ieder fietser wel een fietsplaatje had. En
vóór de Hoogmis verscheen ook nog een com
mies en politie op 't tooneel.
Schrille tegenstelling.
Prikkelend optreden.
Hier mag wel eens de vraag worden gesteld:
wie is de acteur van dit bedrijf. Wie heeft deze
miiKkiesche actie in scène gezet? Eischte het
algemeen belang en de algemeene veiligheid
op dien dag, op die uren een leiding van het
publieke verkeer? Geen sterveling die zulks
zal durven heweren. Werd het niet geëischt,
was het niet noodig, dan is het tactloos optre
den onder protest veroordeeld."
MIJN HARDT'S
SA LM IA K-TA B LETTEN
Doozen 20 en 30 ct. Bij Apoth. en Drogisten
Reel. 5117 DG VB 9!
De secretaris van den Boerenbond
voortvluchtig.
Men schrijft ons uit Deurne:
Dinsdag j.l. verliet de landbouwer G. P. te
Vlierden zijn gezin met "de mededeeling dat hij
zich naar Veghel begaf in zijn kwaliteit van
secretaris van den Boerenbond om zaken te
bespreken met de C.H.V. te Veghel.
Tot groote verwondering keerde P. van zijn
fietstocht niet terug en op Driekoningen werd
vanwege de familie navraag gedaan of P. te
Veghel was geweest. Dit werd ontkennend be
antwoord. Intusschen werd van de verdwijning
aangifte gedaan bij de politie. De burgemees
ter van Deurne liet beslag leggen op do kas
der plaatselijke afdeeling van tien. Boerenbond.
Daarbij ls gebleken dat" een groot- gedeelte kas
geld is verdwenen.
Omtrent de verblijfplaats van P. wist men
ons mee te doelen dat de voortvluchtige telegra
fisch bericht zond dat hij verblijf hield in Kort-
rijk, waaruit hij nader zou schrijven.
BELEEDIGING OP EEN BRIEFOMSLAG.
Voor de rechtbank te Assen stond terecht
KI. B., lid van Gedeputeerde Staten te Assen,
wien wordt ten laste gelegd dat hij in de
maand December 1930 te Assen opzettelijk
mr. N. S. Kalma, advocaat te Assen door een
toegezonden geschrift heeft beleedigd door
deze per post toe te zenden een briefomslag
waarop bij wijze van adresseering was ge
schreven: „Advocaat Kalma, advocaat in vuile
zaken, Assen", welke woorden voor mr. Kalma
beleedigend waren.
Verd. ontkende den briefomslag te hebben
geschreven.
De deskundige dr. W. S. Hesselink zegt in
de conclusie van het rapport, dat het eckfift
van den heer B. is, terwijl de deskundige va"
den heer B. dr. J. Schrijver te Amsterdam 0
de conclusie komt dat het schrift niet van
ze afkomstig te.
Het O. M. gaat met het rapport van -
selink mede en eischte 25 boete o
hechtenis.
De verdediger van verd. mr,
sterdam acht den Officier nie
daar deze de dagvaarding r 9, R e"
kend voor de instructie was ««loten Boven,
dien acht pl. dat niet is aangetoond, dat verd.
de enveloppe heeft verz°ndel1'
Pleiter iet brieven °ver i er. chiUeil(|e
„..^oiien, die verdachte tot
vooraanstaande pei»°nc [ot
zoo iets niet in staat ac
Men meldt ons uit Amsterdam:
Zaterdagmiddag omstreeks twee uur werd
de brandweer gealarmeerd voor een middel-
brand aan de Keizersgracht no. 89. In den aan
vang liet het brandje zich niet zoo ernstig
aanzien, maar al heel spoedig bleek, dat het
"voor de brandweer uiterst lastig was den
vuurhaard te bereiken. Eerst na twee uur lang
met vier stralen water te hebben gegeven,
was alle gevaar voor uitbreiding geweken en
kon de brandweer er langzamerhand aan den-
ken in te rukken.
De brand is ontstaan in het onderstuk van
perceel no. 89, waarin gevestigd is een maga-
zijn van wassen étalage-poppen en vitrine-
werk, toebehoorend aan de firma S. Muys Jr.
Boven deze ruimte bevinden zich het kantoor
lokaal en een showroom van deze l'Irma.
Toen de brand uitbrak bevond de heer Muya
zich nog op zijn kantoor. Even te voren was
hij nog in het magazijn geweest en waar
schijnlijk is een vonk van zijn sigaret in de
in bet magazijn liggende houtwol terecht
gekomen, met bet gevolg, dat deze aan bet
smeulen ging- De brand ontwikkelde huiten-
gewoon veel geeibï uineu rook, die door de
deur van het onderstuk naar huiten drong
en ook een uitweg zocht door de naden in
den vloer van het kantoor.
De brandweer arriveerde reeds na enkele
minuten met veel materiaal
De brandwachts, die onder leiding stonden,
van hoofd brandmeester Brunet de Rochebruno,
tastten het vuur krachtig aan, maar aanvanke
lijk met weinig resultaat.
Door den dikken rook, die door de deur
naar buiten drong en in een vervaarlijke
kolom opsteeg langs den gevel van het ge
bouw, was het vooreerst niet mogelijk den kel
der binnen te dringen. Zelfs de brandwachts,
die voorzien waren van gasmaskers, moesten
al heel spoedig hun pogingen opgeven.
Er zat niets anders op, dan het vuur te
verdrinken en het bluschwater werd dan ook
met groote hoeveelheden tegelijk in het maga-
-zijn geworpen. De witte stoom van het ver
dampende water vermengde zich nu met de
gele rookmassa's en het duurde niet lang of
de geheel® gracht was gehuld in een mist
van rook.
Het gevaar van uitbreiding was nu spoedig
geweken, want de hoofdbrandmeester gaf be
vel een gat in den vloer te hakken en daar
door werd eveneens water geworpen in den
vuurhaard, die zich loodrecht daarónder
bevond.
Ook aan de achterzijde van het huis werd
hét vuur aangetast, zoodat de b-rarul nu gfetóëél
geïsoleerd' was;
Panopticum op straat.
In verband met een toch altijd nog mogelijke
uitbreiding van den brand werd bevel gegeven
de étalage-poppen, die zich nog m de show
room bevonden, naar buiten te diagen. En
spoedig zag men de spuitgasten leder met een
pop in de armen van de s oep a dalen. Het
verschijnen van al deze onverstoorbaar glim
lachende gedaanten d e metlzaam bij elkaar
geplaatst werden aan den weikant, veroor
zaakte een algemeene hilariteit.
De talrijk® toeschouwers, die aan den over
kant on dekschuiten een plaats hadden ge
zocht, i>egroet;ten iedere nieuwe pop met een
hoera'tje- Al heel spoedig was op deze wijze
een heel panopticum ontstaan aan den water-
leant. waar de brandwachts blijkbaar groot
vermaalt in schepten en dat de lachspieren
van alle omstanders danig in beweging bracht.
Het blusschingswerk vorderde intusschen
slechts langzaam. De ramen werden door de
brandwachts ingeslagen, teneinde het leggen
der spuiten te vergemakkelijken. Voorzien van
gasmaskers slaagden de brandweerlieden er
»u ook in verder door te dringen in den kel-
der. vuur was er bijkans niet te tién. De
eenige vlammen, die in den rook een rossig
scliijnsel verspreidden, waren die van de fak-
Reis, die de manschappen met zich mee
droegen.
Na twee uur was de brandweer het vuur ge
heel meester en konden enkele wagens weer
inrukken. Het nablusschingswerk nam echter
nog gerulmen tyd in beslag. Het gehece on er-
stuk van het huis is uitgebrand Overigens
is de schade, door vuur en water teweeg ge.
bracht, echter gering. De heer Muys was ver
zekerd voor tienduizend gulden.
Vrij naar het Engelsch
van
FERGUS HUME
2).
Als zij glimlachten beteekende dat een
zeldzaam en kostbaar blijk van gunst. Een
onverstoorbare kalmte in al haar gedragingen
was een nagenoeg onafscheidelijk deel van
haar opvoeding. Doch hier was een vrouw uit
de Nieuwe Wereld, die daar was hij zeker
vaD niet minder eerbied verdiende dan haar
zusters in Sylvamië. Oostenrijk en Rusland,
maar niettemin het leven van een heel verschil
lend standpunt beschouwde. Allereerst was er
voor Stirua iets merkwaardig boeiends in de
volmaakte natuurlijkheid en het zelfvertrou
wen van dit meisje, dat op dat oogenbllk met
ai haar gedachten en energie bezig scheen
met dat spel. Haar lippen waren een weinig
vaneen, haar oogen schitterden, haar gelaat
was een en al kleur en leven. Zij sprong
achteruit en vooruit en danste en bukte met de
verrukkelijke vrijheid van volmaakte gezond
heid en kracht. En tegelijk nam zij deel aan de
scherts, die over en weer over het net ge
wisseld werd. altijd goed gehumeurd, altijd
vroolijk. maar ook altijd persoonlijk, wat
wees op een meer dan gewone vertrouwelijk
heid tusschen de spelers van dit kleine groepje,
Stirna zou heel tevreden zijn geweest, als bij
daar had kunnen zitten kijken, tot het spel
uit was. Maar opeens deed zich iets voor.
wat hem ten uiterste verbaasd®. Op een kritiek
oogwbUk mist® Eriito een moeilijken slag,
eq, de jpngste en slankste van zijn beide
tegenstanders wierp zijn racket in de lucht
met een eigenaardigen uitroep van triomf.
Ho-e-la! Ho-e-la!
Stirna was bijna opgesprongen. Zijn bloed
begon wild door zijn aderen te stroomen. Waar
had hij dien uitroep vroeger gehoord? Hij
nam den man op met een snellen en onder
zoekenden blik. Met zijn olijfkleurige wangen,
zijn zwarte oogen en donkeren knevel, zijn
lichtgebogen neus. en zijn gemakkelijke en
bevallige houding kon hij tot elk Zuidelijk
ras behoord hebben. In ieder geval was hij geen
Engelschman.
Ho-e-la! Ho-e-la!
Het vuur van den haat begon in Stirna's hart
op te vlammen, toen die uitroep door het
vertrek galmde. Zijn geheugen was snel en
levendig. Hij zat nu niet meer op die kale
zolderkamer naar die heen en weer snellende
spelers te kijken, of naar hun vroolijk gesnap
te luisteren. Hij zag nu geen muren meer om
zich heen. Hij keek uit over zee en land, en
zag dingen, waarvan de herinnering zijn polsen
nog deed kloppen, en zijn hart deed trillen. Hij
reed over de met sneeuw bedekte henvete. Hij
was gehuld in militaire bontjas. Zijn sabel
rinkelde aan zijn zijde. En een storm van
sneeuw en hagel woei en stak hom in het
gelaat. Beneden hem flikkerden lichten in een
witte wildernis. Tusschen de heuvels vlamde
de roode gloed der kanonnen. Het gedreun en
gebulder van hot geschut weerklonk ln zijn
coren. Langs den stellen pas reed hij omlaag,
aan het hoofd van zijn troep, en het geluid
van hun nadering werd gedempt door de diepe
laag sneeuw. Dan het geraas van het samen
treffen, da ademlooze opwinding van het ge
vecht, en die luide strijdkreet van de mannen
van Albanië en van die anderen ah, daar
had hij het!
Ilo-e-ia! Ho-e-la! Allah! Allah!
Een zegekreet. Het spel was uit. Sara Roger
wierp zich ia een stoel tuaachen haar vader
en den hertog van Stirna, en Woei zich koelte
toe met haar zakdoek. De anderen lachten en
praatten met elkander. Eriito kwam terstond
naar haar toe.
Miss Roger, zei hij vroolijk, we zijn
onoverwinnelijk. U hebt prachtig gespeeld,
btirna, we krijgen nu dadelijk thee, en dan
ben ik tot je beschikking. Hé, onze worsteling
schijnt je geïnteresseerd te heDben.
Stirna wendde wrevelig zijn oogen van Has
san af. Hij glimlachte flauwtjes.
Ja, zeide hij, nieuwe dingen zijn altijd
Interessant. Nieuwe dingen en oude vrienden.
II
De thee werd gebracht door een bejaarden
knecht in eenvoudig livrei. Het was misschien
de meest inconventioneele thee-visite, die Stir
na ooit had meegemaakt. Zij zaten door eikaar
op stoelen en omgekeerde kisten, en voerden
een tamelijk levendig gesprek. Brand wu* een
journalist, die als oorlogscorrespondent met
Eriito den veldtocht in Egypte had meege
maakt. Mr. Roger was een rijke Amerikaan,
die met zijn, dochter door Europa rondslen
terde. Hassan bleef zwijgen, en Stirna kwam
niets meer van hem te weten. Maar het wei
nige, dut hij van hem wist, was voldoende.
Brand kwam naast Stirna zitten. Hij was
groot en knap, met scherpe oogen, en veT-
weerde huid. Hij verschilde niet zooveel van
Eriito, behalve dat zijn schouders niet zoo
breed waren en hij had ook geen militaire
houding.
Ik stel belang in uw land, hertog, zeide
hij. U maakt daar geschiedenis. Het komt me
voor, dat het nog Europeesche geschiedenis
wordt.
Het zijn slechte tijden voor Sylvanië, ant
woordde Stirna. Alles, wat we van Europa vra
gen, is, dat men ons met rust laat. Als meu ons
dat toestaat, zullen we ons zelf wel redden.
Sara zag hom aan met onverholen belang
stelling.
Komt u van Sylvanië, hertog? vroeg zij.
Stirna hoog.
11c heb daar mijn heele leven gewoond,
zeide hij, en ik ken het beter dan welke
plaats ook. Het is een zeer mooi land (ging
hij voort) en het volk is er aan verknocht.
Maar ik moet bekennen, dat vreemdelingen,
en vooral u, die In Amerika bent opgevoed,
heel waarschijnlijk van ons zult denken, dat
wij buiten de 'beschaafde wereld staan.
O, waarom? vroeg Waar bent u
dan zoo achterlijk in?
In alle gemakken, antwoordde hij. We
hébben geen electrisch licht.
Maar dat vind ik juist afschuwelijk, riep
ze uit
En geen trams.
Die zijn vreeselijk!
Stirna glimlachte kalmpjes
We hebben nauwebjka een paar spoor
lijnen, ging hij voort, -■ en de telefoon ia er
zeldzaam genoeg, om een curiositeit te zijn.
Zij lachte en gaf haar joege kopj« aan Brand.
Prtmitlefheid is juist het verrukkelijkste
wat er bestaat, zei ze En dan moot uw
politiek ook buitengewoon interessant zijn.
hebt revoluties, en zoo, !s 't niet?
Ik 'begrijp u niet, Miss Roger, zei de
hertog kalm. Wilt a mij misschien zeggen,
wat u bedoelt?
De couranten zijn allemaal zoo vaag, ant
woordde zij. Maai men begrijpt er dan uit,
dat Sylvanië in een otaat van polltieate onrust
verkeert. Ik geloof, tót ze dat in Zuld-Amerika
een revolutie zondes, noemen.
De oogeu van Stirna schoten vuur. Een
flaiuwe glimlach spoc-lde om Hassan's lippen.
Er is geen er.kel punt van vergelijking,
zei do hertog, ietwat uit de hoogte. Er is
ook geen vergelijking mogelijk tusschen den
stand van zaken ln een van de oudste en
meeat historische landen van Europa, en dien
in de paddenstort-staten van Zuid-Amerika.
Het is waar - «"en ,hectt L<!U'ten Smaakt in
Sylvanië en mm^ltóar onder moeten lijden.
bijvoorbeeld, merkte Hassan
kalm op-
Sylvanië ls een land, waar net republl-
keinsch Instinct tot dusver nog niet ontwik
keld antwoordde Stirna. De mannen zijn
er huiselijk er. brave landbouwers ot soldaten,
-^fjj hebben maar weinig steden, <tte bedorven
kunnen worden, en bij ons woroen er maar
heel welig pogingen gedaan in de rtcntJng van
een opvoeding, die van eerlijke menscnen be
driegers en anarchisten maken. Misschien is
dat de reden, waarom we onafhankelijk zijn
'gebleven, 'hoewel we rondom worden ingeslo
ten door V8teche vrienden en openlijk®
vijanden
Stirna sprak met geestdrift, téfwJJi zijn don
kere oogen r-oeiden, en zijn stom vop harts
tocht trilde. Vooral het meisje sloeg iiem f®'
levendige belangstelling gade. Voor naar was
dit alles nieuw en ongelooflijk. Zij was gewoon
aan mannen, die zelfbehecrsching ais bun
voornaamste deugd beschouwde o, aan
patriottisme van fakkeloptochten en voetzoe
kers. Dit alles was zoo geheel anders. Het
was, alsof iemand voor haar de bladzijden der
geechiedenlv had teruggeslagenStirna
behoorde stellig niet tot dit geslaiöbt.
Eriito had zijn gelaat afgewend. Hassan
was bezig een cigaret op te steken. Mr. Roger
was even v-cribaasd ala zijn dochter. Toch had
den de woorden van Stirna in zeseren zin op
allen indruk gemaakt. Het. was Hassan, die het
eerst antwoordde.
Als het republikeinsche instinct tot dus
ver nog niet ontwikkeld is in Sylvanië, merkte
hij kalm op, hoe komt het dan, dat de familie
Melo.no verbannen is, en er een republlkeinsch®
regcoring gevestigd i»T
Stirna zag hem vlak in het gelaat, en zijn
oogen waren als die van een woeoenoen leeuw.
johan van Melano was een ontaarde telg
van een edel ras, zeide hij. Meer wilik niet
zeggen van iemand, dien ik nog altijd als
mijn koning 20,1 erkennen, als hU nog leefde.
Hasean haalde zijn schouders op.
U bent hier ver van Sylvanië, hertog,
merkte hij scherp op_ u hebt toen zeker den
eed van trouw afgelegd aan de republiek, des
tijds, veronderstel ik?
Neen! verklaarde Stirna op verachtelij-
ken toon. Ik heb nooit dien eed afgelegd, en
ook do tegenwoordige regeering niet erkend.
Ep toch vonden zij goed, dat u in de
hoofdstad bleef? vroeg Hassan.
Er was niemand, die het zou gewaagd
hebben, mij te vragen, om heen te gaan, ant
woordde Stirna Wij %ll®en van den ouden adel
van Sylvanië zijn in het land blijven wonen,
zij het dan ook helaas in afzondering.
En luistert u eens, mijnheer, ging hij voort,
terwijl hij zich meer rechtstreeks tot Hassan
wendde. U moest toch weten, waar dat slechte
zaad van de republiek vandaan Kwam. Ik zal
het u dan nog e0ns zeggen. Het was allemaal
het werk van buitenlandse,ha spionnen, die
met buitenlandse tl geld onder het uitvaagsel
van Sylvaalö werkten. Het was niet oe keuze
van het volk. Het was oproer listige omkoo.
pertj vuile onderhandische pogingen vaa
buitenlandsche staatslieden, die ooor verraad
een land trachtten te verzwakken, dat zij niet
openlijk tot den strijd durfden uitdagen, hoe
klein het ook is.
Br volgde een vreemde, gespannen stiBo
Niemand dacht er aan, die te onderbreken. ZIJ
hielden hun adem In, en wachtten. Het gei
sprek, dat onschuldig genoeg ->egonnen w^
was nu een duel geworden.
(Wordt vorvo