DE EERSTE KAMER VERWERPT
DE PACHTWET.
riB]HEEREN-BAA[
ZATERDAG 6 FEBRUARI 1932
MUZIEK A UTEURSWET
IN BEHANDELING.
DE MOORD OP DEN HEER
ESCHAUZIER.
ECONOMISCHE RAAD
De verdachten voor de Haagsche
rechtbank.
Mede ten lastegelegde valschheid
in geschriften
HET GETUIGENVERHOOR
BEËINDIGD.
begroqtingsdebatten IN
DEN INDISCHEN VOLKSRAAD
Onderwijspolitieh der regeering.
•Jrc 'ft
ECHTE FR'ESCHE N i
>w 20-50ct.perons^ _y j
c/Ket punten aa. voor Jriesch Aardewerk en Koperwerk.
Reel. 6U4 DüVS 10
Minister Verschuur stelt de
instelling voor.
NCR'
8.30
ï'rot.
Sytvi
2.io
..Bel
plate
gey»l
zang
..Hei
spor
ritse
voor
deel
v. c
Wat te betreuren valt
TWEE KLAPPEN ACHTER ELKAAR
VOOR DE REGEERING
Wie in de meening leefden, dat de Eerste
Kamer, zij het met zeer kleine meerderheid,
de pachtwet zou goedkeuren, hebben zich ver
gist. Zeer beslist en in beslissend aantal hebben
de tegenstanders het votum van de Tweede Ka
mer gecasseerd. Wij betreuren dit om twee re
denen. Vooreerst voor de rust ten plattelande,
waar groote groepen eenlge verbetering zagen
in de wetswijzigingen zooals Minister Kan, die
eenige dagen voor zijn aftreden Indiende en
zooals Minister Ruys die in de Eerste Kamer
bracht. Het pachtvraagstuk in zijn slechte on
eindigheid zal weer langen tijd de gemoederen
bezig houden, nu het werk van bijkans een
halve eeuw, wederom kan worden herbegonnen.
Wij herhalen, dat de wet op zichzelf wer
kelijk niet zooveel beteekenis had en dat Mi
nister Donner terecht zei, dat men de moeilijk
heden creëerde door de bepalingen te abstra-
beeren en te isoleeren van de werkelijkheid,
maar de herziening had ongetwijfeld psycholo
gische beteekenis en de verwerping heeft die
eveneens.
Te betreuren is deze verwerping ook voor de
Katholieke Partij. Wij denken er niet aan de
regeling van het pachtcontract, zooals die nu
werd voorgesteld, tot een Katholiek beginsel
te verheffen of den banvloek uit te spreken
over tegenstemmers, maar of het bij sommi
gen onder hen niet aan politiek besef geman
geld beeft, wagen wij toch te betwijfelen. Zij
hebben zich zelf in een zeer moeilijke positie
geplaatst, door te stemmen tegen een wet,
hoofdzakelijk vanwege een amendement, dat
daar werd ingebracht door de Katholieke frac
tie der Tweede Kamer, die in haar geheel, on
der leiding van wijlen Mgr. Nolens, vóór de
wet stemde. De andere bezwaren toch waren
niet van dien aard, dat tegenstemmen gerecht
vaardigd kon wezen. Tenzij voor den heer
Biomjous, maar diens juridische moeilijkhe
den werden even elegant als strak weggeveegd
door den scberpzinnigen Minister van Justitie.
Deze A.-R. bewindsman heeft de wet verde
digd op een wijze, waarvoor de Katholieken
hem dankbaar zuilen zijn. Het heeft niet aan
mr. Donner gelegen, dat hij geen bekeeringen
heeft gemaakt.
Natuurlijk zullen er eenige harde noten ge
kraakt worden over het conservatisme van de
Katholieke tegenstemmers. Wij kunnen de te
leurstelling in sommige kringen begrijpen,
maar wij zouden ook willen herinneren aan de
beteekenis van het conservatisme ln de prac-
tische politiek. „Als men vecht voor het tot
stand komen eener hervorming'', aldus niemand
minder dan wijlen Troelstra, in het vierde
deel zijner „Gedenkschriften", „is men ge
neigd in hen, die zich daartegen uit conserva
tisme verzetten, slechts vijanden en dwarsdrij
vers te zien. Zoo eenvoudig echter is de zaak
niet. De vooruitstrevende en de behoudende
elementen staan zeker in bedoeling tegenover
elkaar maar zij voorzien toch een ge
heel van krachten voor de maatschappelijke
ontwikkeling, waarbij de eene kracht even
noodzakelijk is als de andere." Dit wijze woord
van zoo onverdachte zijde ls ook in deze kwes
tie van toepassing. Het zou ons niet verwon
deren, dat een nieuwe herziening van de pacht
wet spoediger en ingrijpender komt dan menig
een verwacht. Dat er in de Eerste Kamer dan
weer geen meerderheid zou wezen, valt te be
twijfelen. Het heeft ons we) verbaasd, dat zij
haar veto uitsprak over een wet, welke niet
alleen in zich vrij onbelangrijk was, maar die
met zulk «en groote meerderheid, gevormd door
ails groote partijen, werd aangenomen ln de
Tweede Kamer.
Vóór stemden de Katholieke Kamerleden
Steger, Nivard, de Bruijn, Heerkens Thijssen,
verd-er de sociaal-democraten en de vrijzinnig-
democraten.
Tegen stemden de Christ.-Historlschen, de
Vrijheidsbonders, de Anti-Revolutionairen en
de Katholieke Kamerleden Arntz, Dobbelmann,
Janssen, Michiels van Kessenich en van Sasse
van Ysselt.
Afwezig waren de Katholieke Kamerleden de
Jong, van der Lande en Haffmans, die ernstig
ongesteld is en de heer Slingenberg (V.-D.).
Prof. Kranenburg, die ook ongesteld ls ge
weest. was ter vergadering aanwezig.
De Senaat schijnt zulke krachtproeven niet
te dikwijls te moeten herhalen, wil men
„paardenmiddelen" om zijn verzet te breken,
voorkomen. Wij denken aan de komende be- i
handeling van de Bedrijfsradenwet en van het
Gisterochtend heeft de Haagsche rechtbank
de behandeling van de strafzaak tegen J. A. J.
H. K. en J. G. W. P., verdacht van moord op
den beer W. G. J. Eschauzier, op 9 Mei 1931,
K. bovendien van valschheid in geschrifte enz.,
voortgezet.
Te half elf wordt de zitting geopend. De
heer Kühn is afwezig; zijn rechtersplaats
wordt ingenomen door mr. De Vries, die gis
teren als bijzittend rechter de zitting reeds
had bijgewoond.
Thans wordt de valschheid in geschrifte te
gen K. behandeld.
Eerste getuige is de 30-jarige Th, J, Heus-
den, employé bij de Bank van Heldring Pier-
son. Deze verklaart dat op 15 April 1931, des
middags drie uur, een' jongeman zich aan het
loket van de Bank vervoegde met een enve-
BATAVIA, 5 Februari. (MntetA
De Volksraad zette heden de debatten ovev
de begrootimgsafdeeiingen voort.
Achtereenvolgens worden behandeld de ba-
^rootingen van Burgerlijke Openibare Werken,
Marine en Onderwijs en Eeredienst.
De heer De Breoi (I.S.D.P.) bepleit nogmaals
dat Nederland sterk in de vlootkosten zal bij
dragen. Hij acht thans den tijd te ernstig voor
een reis als thans door den Minister van De
fensie wordt gemaakt, tenzij het doel van dia
reis niet zoo siimpei is als wordt voorgesteld.
De heer Feniileteau de Bruyn (Vad. Club)
juicht de reds van den heer Deckers toe. Spre
ker betreurt de verwerping van den derden
kruiser door bet College van Gedelegeerden,
zooals deze is neergelegd in de door dit College
aangenomen motie.
Da heer Soeroso (Nationalist) bepleit uitstel
van den bouw van den derden kruiser.
De heer Monod de Froideville (I.K.P.) kan
slechts glimlachen over het zoo simpel voor
gestelde doel van de reis van den heer Dec
kers, alhoewel hij diiens -bezoek toejuicht.
Kastmo (I.K.P.) e.a. oefenen critieik op da
bezuinigingen bij het onderwijs, waarbij zij er
op wijzen dat -het Gouvernement aan de be-
staande onderwijsbehoefte geenezins voldoet,
terwijl Ned.-Indië reeds ac-bterlijk is op het
gebied van onderwijs, zoodat „wilde scholen",
sterk in aantal toenemen.
Dr. Wolff (Vad. Club) vraagt toezicht op
de „wilde scholen", waarvan er thans reeds
200 te Batavia en Bandoeng zijn verrezen.
De heer Feutlleteau de Br-uyn laakt de hoo-
■ger onderwijspolitiek van de Regeering, welke
door In-landis-ohe leden wordt toegejuicht.
Geruimen tijd wordt vervolgens besteed aan
de contróle van diverse letters in de handtee
kening op de kwitanties.
Pres. Hebt u ook het schrift van de betaal
baarstelling op de achterzijde van de kwitantie
onderzocht
Getuige Ja. Ook hier zijn vele punten van
overeenkomst met het handschrift van ver
dachte K. aangetroffen.
Pres. Er zijn toch bij aandachtige beschou
wing een aantal verschilpunten, ik ben dan
ook nog niet overtuigd van de gelijkvormig
heid.
De heer A. F. v. Beurden, schriftkundige, vol
hardt bij zijn opvatting.
Mr. Nederveen Is de overeenstemming in
de betaalbaarstelling niet héél zwak Naar
spr.'s meening is slechts voor 'n paar letters
eenige gelijkenis aangetoond. Evenmin is het
bewijs aanwezig, dat het schrift van de hand-
teekening op de voorzijde hetzelfde is ais dat
van de betaalbaarstelling op den achterkant.
Get. Van Beurden Een en ander is gecon
stateerd, na veelvuldige vergrooting van het
handschrift.
Hierna werd gepauzeerd tot kwart voor drie.
Na heropening van de zitting wordt de
heer W. J. Pabst, kassier van de Ned.-Indische
Suikerunie nogmaals gehoord. Hij verklaart
den indruk te hebben, dat het schrift van de
betaalbaarstelling op de achterzijde van de kwi
tantie niet van wijlen zijn directeur, den heer
Eschauzier, afkomstig was. Het kwam zelden
of nooit voor, dat de heer E. grootere betalin
gen op andere wijze deed dan per giro of chè-
que.
Dr. W. F. Hesselink, tilt Arnhem, directeur
van den Keuringsdienst aldaar, heeft de kwi
tantie en verschillende vergelijkingsstukken
onderzocht. Zijn conclusie, neergelegd in een
rapport is geweest, dat het geschrevene op de
kwitantie, zoowel op den voor- als den achter
kant van de hand van verdachte K. is. Wel
zijn de schrifturen van verschillenden aard.
Dat op de achterzijde wekt den indruk van na
bootsing van eens anders handschrift, terwijl
de handteekening op de voorzijde „aua einera
Gusz" is geplaatst. Het schrift van de hand
teekening op de voorzijde is dan ook meer ka
rakteristiek. Doch zoowel het eene als bet an
dere moet door verdachte K. zijn geschreven.
Degene, die de handteekening plaatste was ge
wend een horizontale handteekening te zetten.
Bij beide handteebeningen is de schrijver te
hoog begonnen. De schrijfbeweging en de over
gangen naar andere letters op het schrift van
de kwitantie vindt men precies zoo terug op
bet handschrift van vprdaehte. Het geheele
eomplex van verschijnselen levert volkomen
hetzelfde handschrift ais dat van K.
Verdachte K. wordt dan nader verhoord. Hij
ontkent de valschhëid in geschrifte. Dat het
jongetje Visser verdachte herkent, moet een
vergissing ziju. Hij is ook niet in het café ge
weest; verd. was thuis. Dat is bij het vooron
derzoek gebleken.
De terechtzitting wordt hierop geschorst tot
Zaterdagochtend 10 uur. Dan zal de officier
van justitie requisitoir houden.
Be officier van justStie heeft tegen den
eersten verdachte K., een gevangenisstraf
Tan 16 jaren geëischt
Har
wtfc
and-
cert
4.30
7.20
kooj
tot
plat
Boei
orke
na.v;
conc
eert
Wag
hij ging verplichtingen aan, welke hij niet al
tijd trachtte te vervullen. Hij was er om be
rucht niemand verwachtte anders van hem.
Maar vo r zoover ik weet kwamen ze daar
allen over heen.
Als het komt tot een koelbloedigen
moord, is teleurstelling niet voldoende. Dan
is er stoutmoedigheid noodig, roekeloosheid
gepaard aan voorzichtigheid en wanhoop. Voor
zoover u weet heeft zich geen geheim drama
in het leven van uw broer afgespeeld?
Ik weet niets bizonders, zei miss Hau-
kinson droog.' Z'u politieke vijanden kletsten
heel wat weg, maar als er iemand onder was
die hem had willen vermoorden, waarom de
den ze het dan niet, terwijl hij aan de regee-
ring was, een machtsfunctie bekleedde, in-
plaats van be wachten tot hij niets meer in de
regeering te zeggen had en dus betrekkelijk
gevaarloos was?
Precies, zei Daniel Adolphus.
Terwijl we samen wegwandelden merkte
hij op:
De eenige aannemelijke reden voor den
moord tot dusver lijkt de ruzie op het dagblad
bureau en die reden gaat niet op, daar Bar-
nett op het oogenblik van den moord op z'n
bureau was. ik moet mijnheer Saville zien. De
politie zal stellig een onderzoek instellen op
z'n kamers. Ze zullen de revolver willen heb
ben om te zien of de kogel past.
Het verhaal van Giles, zo- als Daniel Adol
phue het er bu hem uittrok, was eenvoudig.
Ik wist dat er herrie was op het bureau.
De hoofdredacteur deed beroerd zenuwachtig
Hij was erg goed voor me geweest en z'n vrouw
was ook bizonder aardig voor me; ze noo-digde
me uit op tennispartijtjeg, diners enzoovoorts.
Zoo liet hij tegenover mij vaak meei los, dan
hij aan een vreemde zou toevertrouwen, a)
hoor ik dan ook tot de jongere leden van de
redactie. Ik kon bemerken dat de cUuatie
slecht werkte op z'n zenuwgestel. Op 9 Novem
ber, drie dagen vóór den moord, belde me
vrouw Barnett het kantoor op en vroeg naar
haar man; ei was een jonge neef van buiten
gekomen, die den optocht van den Lord Mayor
wilde zien. Die optocht komt natuurlijk niet
OLGA HARTLEY.
Toen ik op het punt stond de woning te ver
laten, kwam mlse Fildes uit de bibliotheek
en riep me terug.
Miss Haukinson zou u willen spreken,
zei ze.
Ze liet me naast zich op de sofa plaats
nemen.
Ga hier zitten en vertel me eens, is het
hij al die anderen in den bol geslagen?
Wie bedoelt u? vroeg ik.
De heele kraam de politie, dien aan-
getrouwden neef, dien kolonel Dunne. Ik weet
niet wat het krankzinnigst Ia, te denken dat
dat boosaardige oude wijf in Chelsea de kunst
van waarzeggen verstaat, of dat die goede
jongen een moordenaar ls.
Giles heeft het nooit gedaan. Ik wil daar
voor borg spreken met alles wat ik bezit of
verhoop, zei ik.
En waarzegsters zijn er niet, merkte miss
Haukinson op. Zoo zijn ze dus allemaal gek
geworden en intussehen wordt er niets tast
baars gedaan.
Er waren tranen in haar oogen, tranen van
hulpeloosheid, boosheid en spijt. Ik had diep
medelijden met haar.
Ik wilde haar zo> graag opbeuren voor zoo.
ver dat in mijn macht stond, dat ik 'n oogen
blik de geheimhouding, welke mij was opge
legd vergat en haar zeide: Als vrienden van
Gili» handelen Griselde en ik buiten de poli
tie om.
Het dost ipe buitengewoon veel genoegen,
dat te booren, zeide ze.
Mag ik een vriend van mij hlerbrengen,
om eens met u te praten?
Het schoot mij te binnen, dat, waar miss