LIT BABys DAGBOEK KUflTU MIJ GOK ZEGGEN handwerkrubriek. UIT DEN GOEDEN OUDEN TIJD. ASCH WOENSDAG. y WAT ONS INTERESSERT MODEPRAATJES. ZATERDAG 6 FEBRUARI 1932 4 m. - - ■BES! GEHAAKTE WOLLEN KRAAGJES EN MANCHETTEN. EEN GOEDE GEDACHTE VOOR ELKEN DAG. HET BRIDGEKLEED STOKVISCH VARIATIES. """"Hit/ Aschwoensdag. Met rassche schreden na dert de tijd van boete en gebeden. En binnen enkele dagen gaat iedere goede Katholiek ter kerke om het gewijde kruisje te „halen", te ontvangen in den geest van rouwe. Asch, gewone asch, weliswaar gewijd en ge heiligd, maar toch, het is slechts asch. Op Aschwoensdag treedt de H. Kerk ons als een vermanende Moeder tegemoet. Zij roept ons en zegt: „keer In, mensch; be denk, dat gij stof en asch zijt en tot stof en asch zult wederkeeren". Kan zijons aangrij pender beeld scheppen van onze aardsche nie tigheid? Asch. die men weg werpt, of vertreedt, die verstuift op den adem van den wind! - Asch is altijd het zinnebeeld van den dood, van smart en rouwe geweest. En wilde men boete doen, dan bestrooide men het hoofd, vaak het geheele lichaam, met asch, of ver mengde zijn brood er mede. Is er duidelijker symbool van sterven en vergaan voor ons lichamelijk omhulsel, dat eenmaal slechts stof en asch zal zijn? Wat zal het ons dan baten, of wij eenmaal schoon, bevallig, verleidelijk, geëerd, aanbe den waren; of wij geleerd, geniaal .beroemd ons ten troon verheven zagen? Stof en asch...... En, helaas, voor dat beetje stof en asch, staan geheele volkeren tot de tanden gewa pend, worden illusies en idealen vernield, jon ge bloeiende levens verwoest, ja erger, valt zoo menig waardevolle ziel ten offer. Daarvoor breekt men met deugd en moraal goede oude zeden en gebruiken, daarvoor ver gooit men gezondheid, verstand, huwelijksmo raal, reinheid en deugd. Maar de ware het lige gewijde assche telt men niet. Eh toch deze alleen kan geluk, vrede en zaligheid brengen Wat gansch de in smarten en pijnen verzon ken wereld noodig heeft en wat ons allen red den kan, is slechts een klein beetje assche, door de gewijde handen des priesters op ons zorgelijk gerimpeld voorhoofd geteekend. Asch op ons hoofd, en asch, de asch der boe te en nederigheid in ons harte. Ons harte, dat aan ff!„T vari berouw en onderwerping aan Hem, den grooten Meester, van wien al 't vfarta^n^?ankeiiJk is: geluk, wel vaart en vrede. °P, 0ns h00td- En ln onze >n bet stof fk af hoont f6 b<?de: "°P U' «eer. heb schS worTen." n!et be" i,iet8v^edVg en rouwm°edig hart zult met versmaden, mijn God. eo^i-.rv-1 "jt" m°ss iet in den geest van rouw verwerven.00 n kruisje Toor on3 allen Gij HELLENEN. Op verzoek van mej. J, v. d. B. te R. volgen eronder eenige werkwijzen voor een gehaakt garnituurtje van wol. Deze aardige modelletjes werden overgenomen uit een Duitsch tijd- echriftje, He* eerste stelletje is gemaakt van witte zephyrwol (25 gT.) en enkele draden babywol. De kraag is 8 c.m. breed en langs de hals- openh^ 40 c.M. lang. De manchetten hebben deze.Mo breedte en zijn onderaan 24 c.M. lang. Eerst worden de rondjes gemaakt, d<ie 22 m.M. groot zijn. Voor elk rondje haakt men met aephyrwol een rij losse steken, die men spi raalsgewijs vastnaait, zóó, dat de gladde kant van de losse steken de linkerkant van het wei-i. word,.. Men naait de rondjes met naai- tójde in elkaar, waarbij de steken niet aan de goede zijde zichtbaar mogen zijn. De rondjes worden nu met de linkerkant naar boven aan elkaar en op een stukje katoen of iets derge lijks gehecht. Dit stukje katoen is in den vorm en grootte van kraagje en manchetten ge knipt. Dan haakt men voor de verbindingen losse steken van zephyrwol en hecht die ook op het hulplapje. Onderling worden ze nu ver- bonden door vischgraatsteken van babywol, waarbij men zorg moet dragen niet het lapje •katoen zee vast te steken. Dit wordt ten- «lotte verwijderd. Het volgende garnituurtje wordt gehaakt van angorawol (25 gr.) Het bestaat uit boogje* van losse en vaste steken die in heen- en weergaande toeren ge- haakt worden. Aan elke rij wordt 1 opening toegevoegd doordat men na de laatste opening 3 losse, 1 vaste steek in de 2de volgende losse van de randopening haakt. Op die manier worden 8 .rijen gevormd. De manchet is 7 c.M. breed en aan den onder- kant 21 c.M. Men begint met 52 Josse st en haakt de 1ste rij als bij de kraag. Ook de vol gende 8 toeren worden als bij de kraag ge- haakt. Alleen wordt slechts 2 maal gemeer derd n.1.; aan het eind van de 3de en 4de rij TANTE TOET. Zondag. Ontelbare zegeningen omringen ons, ze groeien in onze nabijheid, zoo talrijk als de bladeren van een woud, als wij slechts willen zien. Maandag. Niets brengt het karakter der menschen zui verder tot uiting dan hun oordeel, wat er al zoo belachelijk Is en wat niet. Dinsdag. Wat gij aan geestelijk goed van uw voor ouders hebt geërfd, verover dat opnieuw om het werkelijk te bezitten. Woensdag. Alleen een eng hart groeit niet, maar een ruim hart wordt grooter, het eerste wordt met de jaren nauwer, het tweede nog ruimer. Donderdag. Het talent is hoovaardig, het genie is dee moedig. Het talent kent zijn eigen waarde, het genie als de liefde zijn eigen waarde niet. Vrijdag. De mensch is noch engel, noch dier en de tragedie wil, dat degene die een engel zijn wil, soms van zichzelf een dier maakt. Zaterdag. Tusschen ons en hemel en hel is slechts het leven en niets s er brozer. Niets is meer waar dan dat niets is verschrikkelijker. 100 60 Gr. (2 flinke sneden) oud brood, zonder kerst d.L. overgebleven saus (ook te vervan gen door 1 d.L. kokend water met 1 Maggi's Bouillonblokje) wat peper, zout, nootmuskaat Gr. (3 afgestreken eetlepels) boter. Hak de ontgrate visch fijn, vermeng *e met het in de saus (of den bouillon) fijngewreven brood, de geklopte eieren, de krulden en de ge smolten boter. Smeer een warmen puddingvorm in met bo ter, bestrooi hem met paneermeel en vul hem met het vischmengsel kook den pudding ge durende lVa uur au bain-Marie (d. w. z. in een pan met kokend water). Presenteer den warmen pudding als vóór- I gerecht en geef er een mosterd-, een kerry- of een botersaus bij. In het „Algemeen Handelsblad" schrijft An- nelen: .Spreek mij niet van den oorlog" was een spreuk die in de jaren tusschen 1914 en 1918 op de muren van vele Nederlandsche kanto ren prijkte. ,Zut, y a pas de crise" hebben eenige Fran- sche modemagazijnen thans op sierlijke zijden lu ftai laten borduren, die zij aan de c lentêle met hoffelijk gebaar ten geschenke geven in de hoop, dat het parool weerklank de honderden en honderden v TiTn' d'e> hetzij noodgedwongen, hetzij uitvaren 1 VOor de aliernoodzakelijkscke uitgaven geld beschikbaar stellen. vi J a Pas de crlse! laise, drukTn vrote".'11 In leder geval, we lachen even, en dat we" onze energie misschien wat op en wij Dragen zonder klagen! "6 tU88chen twee haakjes vooral geen crêpe-satijn mantels of robe's weg; de groote mnif rifn"5 Weder°m crêpe satijn japonnetjes, maar dan aan dp A.fo 'n ietsje glimmend ^arneerd met CRONICA. Het „bridgekleed" is de naam,, die de mode uitgedacht heeft voor een geheel hijzonder type robe, dat reeds een zekere populariteit heeft verkregen. Het is van iets grooter stijl dan het namiddagkleed, doch kén evenwel niet voor een uitgesproken avondtoilet doorgaan. Bij dit genre wordt bijzondere aandacht ge schonken aan het decoratieve element: immers het gaat hier om toiletten voor allerlei for- meele gelegenheden. Als garneering wordt meestal borduurwerk gebezigd, maar ook kant en aan contrasten wordt groote waarde toege kend. Bij het bridge-kleed toch is 't coloriet bijna hoofdzaak. Zij, die voor zwart een zwak hebben, moeten dus zorgen voor sprekende lichteffecten Tele dames echter zijn de langdurende mode van het zwart moe en zij kiezen daarom een van de vele interessante schakeeringen, die worden aangeboden. Voornamelijk gaat het om de talïooze rood-variaties, die liggen tusschen donker-zalm en het warmste wijnrood: daar op volgt het blamo, van het teere af tot aan het fonkelende koningsblauw. Doch ook andere kleuren dringen zich naar voren. De silhouette der bridge-kleeding is bijzon der slank; dat komt doordat de rokpartyen naar onderen zich vcrioijden. Op de teekening ziet men duidelijk, welke een chique en eigenaardig effect de volants maken, alsook hoe door den „stand" der stof, kleurcon trasten met velerlei schakeering ontstaan. De eerste robe is van vaal-groene crêpe marocain samengesteld en met buisvormige mouwaanzet sels en een sjaal van zandkleurige zijde afge werkt. Zeer apart, door zijn mooie materiaal-combi- naties is het tweede ontwerp.'(klaveren)":"eet] zeer fraai kleed van roestkleurige georgette met een zadelpartij van natuurlijke kant. Crea ties als deze zijn zelfs theaterfahig en zullen het bij iedere gelegenheid „doen", zelfs dan wanneer anderen in „grooter" avondtoilet ver schenen zijn. Satijnen bridgekleeding geniet bij velen voor keur, omdat deze stof opfleurt en met de lijn een gesloten geheel uitmaakt. Teneinde de strakheid een weinig te breken, worden op robes, als deze gaarne strikjes aangebracht. Dit is ook geschied bij het model, dat de rui ten-vrouw draagt. Doordat van velerlei soort zijde de draden, waaruit ze is geweven, verschillend liggen, voornamelijk bij satijn en crêpe marocain, ont staan zeer bekoorlijke ornamenteele effecten door diverse stukken over elkander te laten vallen. Onze vierde kaart geeft er een voor beeld van: hier zijn op aen rok in elkander gelegde driehoeken aangebracht. Dit maakt door den voortreffelijken pasvorm, de verschij ning slank en smal. Het tevengedeelte der robe valt op door den in Biedermeyer stijl uitgevoer- den kraag. R. Eenvoudige stokvischkoekjes (j personen). 500 Gr. gekookte stokvisch (zonder graten gewogen) 1 uitje 100 Gr. (2 flinke sneden oud brood, zonder korst, wat peper, zout, nootmuskaat. 2 eieren 2 theelepels Maggi's Aroma tfc 80 Gr. (4 afgestreken eetlepels) boter, eenige lepels paneermeel. Hak de ontgrate visch fijn, vermeng ze met de twee eierdooiers, het in wat melk of water fijngewreven brood, het zout, de kruiden, het in 1 lepel boter gefruite uitje en de Maggi's Aroma- Vorm het mengsel tot gelijke balletjes (niet te klein), druk ze wat plat, doop ze in bet overgehouden eiwit, dat met een lepel water wat uit elkaar is geklopt en wentel 21e daarna door de paneermeel. Bak de koekjes in de koekepan met de heete boter aan beide kanten mooi knappend; presen teer ze als voorgerecht bij het middagmaal of aan de lunch. Stokvisch neemt van oudsher een eereplaats in onder onze nationale wintergerechten, het zij we ze gebruiken in den vorm van het be kende „stokvischmaal", met zijn onderdeelen: stokvisch, rijst, aardappelen, gefruite uien en mosterdsaushetzij we de voorkeur geven aan de „panvisch", die ons kant en klaar alle beetanddeelen dooréén, gemengd op heit bord brengt. De huisvrouw, dj.e haar tijd weet in te dea len, zal het zóó Inrichten, dat deze twee stok- visch-mogelijkheden elkaar opvolgen: heeft ze het daarom den eersten dag wat drukker met het verzorgen van de vijf onderdeelen, den tweeden dag kost de bereiding van den maal tijd haar bijzonder weinig tijd, immers heeft ze niets anders te doen dan het mengsel van alle resten (visch, rijst, aardappelen, uien en saus) op smaak af te maken met wat mosterd en wat peper, terwijl ze het op de juiste mate van samenhahg brengt door wat bouillon (een voudig verkregen door het oplossen van een Maggi's Bouillonblokje ln wat kokend water). In .een vuurvasten schotel in den oven gezet bestrooid met wat paneermeel en bedropen met wat gesmolten boter wordt de panvisch van zelf warm en smakelijk maar ook eenvoudig ln een groote pan op een zacht vuur een tijd lang „gestoofd", zal het gerecht zijn weg naar de diverse magen wel vinden. Wie als variatie op de twee bovengenoemde stokvisch-mogelijkheden eens iets anders wil probeeren, zouden we in goed vertrouwen kun nen aanraden: een „stokvischpudding", of „stokvischkoekjes", Stokvischpudding (j personen). 750 Gr. gekookte stokvisch (zonder graten gewogen) 2 eieren Parijs, 3 Februari 1932. Bij de wisseling van het seizoen is de robe- manteau het meest aangewezen en populaire toilet. Maar ook andere combinaties zijn voor dezen tijd, die nu weer te naderen begint, mo gelijk. Als voorbeeld gaven wij een zeer aan trekkelijk deux-pièces ensemble, dat men, als het weer wat zachter geworden is, zonder meer dragen kan. Het model is uiterst eenvoudig: een rok, die van onderen enkele wei nig omvangrijke godets vormt en 'n jumper met lange mouwen, die tot de heupen loopt. Het ge heel Is uit wol van een iets ruig aspect in duif- grijze tint. Maar ook 'n andere tint kan uitne mend worden gekozen. Het meest karakteris tieke van de creatie ls de mooie bontgarneerlng. die het geheel het voor den tijd van het jaar nog noodige comfortabele ca- •het geeft. Men kan deze ?arneering los laten aan mengen, zoodat men ze ater in den tijd kan la ten vervallen. In ver- jand daarmede geeft men de jumper 'n hals afwerking van laine tri- coté, zoodat deze ook zonder bont kan worden gedragen. De bontgarneerlng zelf is van zwart caracul, een soepel en makkelijk te bewerken bont soort. De kraag ls aan de hals 38 C.M. lang en heeft «en breedte van 7 C.M. Men begint met 91 losse steken op te zetten en haakt als 1ste toer: 1 vaste st. terug op de 7de losse st.; *3 losse st., 1 vaste st. in de 3de, ♦dit laatste steeds herhalen. Volgende toer: 5 losse st-, 1 vaste st. in de middelste van de 3 st. van de vorige toer (dit la om om te draaien), don weer 3 losse st. 1 vaste st in de middelste van do 3 van de vorf®e toer. Dit weer «4eed» herhalen, uik^efn°^f,entie van de stadhouder- Ik Tt ie lyr>~W5 bewerkt door Joh. W. 4. Naber. Wanneer wij een keus moeten doen uit den r«ken schat van gegevens, welke mej. Naber bijeen heeft gebracht staan evea Zullen ^versoWOende brieven vertalen, ja dan neen? Tenslotte zegeviert de waarde van bet origineel*, want bijna altijd gaat er iets van de sfeer verloren bij bet overzetten in 'n andere taai. Juist het eenvoudige, dat deze geschriften van koninklijken hunze kenimea-kt, is zoo tref fend in z'n naïveteit. Op dea 7en Junl 1777 schreef prinses WilheUtnin^ aan hare dochter het jonge prinsesje en troetelkindje* „Totre Souvenir, ma chère Loulou m'a fait beaucoup de plaisir. Tous voulez me prouver par cette lgUrg que vous tenez parole et que vous ne m'oublierez pas. Je suis contente de votre lettre elle est bien pour votre dge! Je vous prie toutes les f0iS< Qug vom m'écriverez que ce sont toujours vos propres idéés et qu'on ne corrige rien que l'ortografe" Prins WüLiean als liefhebbend vader schreef er heel gemoedelijk onder: „Votre souvenir m'a fait grand plaisirtna chère Loulou, je vous embrasse et vous prie d'embrasser vos frères de ma part. Adieu ma fille, croyez moi d jamais votre affectionné Père". G. P. d'Orange. Hoe simpel: een vader tot zijn kind, een vader, die trots rogeerfngszaikeo, zorgen en verdeeldheden des volks in eigen gezin, slecht 1 liefde en vrede kende. Diezelfde hartelijke ver standhouding teekent de brieven van den erf prins, toen Willem V na het ongelukkig begin van den Engelschen oorlog naar Texel vertrok ter inspectie van de vloot. ',Mon trés cher Père, avez vous eu un bon voyage? Cela m'a fait beaucoup de peine de vous voir partir. Vous me disez: „maisalors poul quoi vous mettre 4 lo fenêtret" Je vous 1 épondrai: „pour que je puisse me vaincre et cacher mes larmes." Wat dunkt u lezers van zulk een klein maar dapper hart? en hoeveel te meer teekent het de onderlinge liefde ln dit gezin. De kleine Frederlk schreef hier onder: „Votre Fritz vous aime beaucoup, fespè-re que vous prendres (z) des ennemis en qnantités et des poissons pour la cuisine." Hoe kinderlijk en guitig tevens! Wswmoetr donkere wolken zich samentrekken en de Staten van Holland prins Willem niet lamger het opperbevel over het leger Laten, zond hij zijn gezin naar Friesland. De erfprins bericht aam vader, dat de reis tot aan de Haagsohe Schouw erg treurig was, maar dan zien zij veel wat hen interesseert- Ook de tocht over de Zuiderzee bracht zijn bezwaren. „nous avons été tous malades sur le Zuiderzee" Alles kunnen wij meeleven in deze brieven, het vreezen, hopen, weten, het dragen van vreugde en leed; het dreigen van veldslagen, maar alles en alles gedragen in kalmte en be rusting zonieter toorn of weartsrijfeliingi Zij had den elkander lief, het overige was -bijzaak. Meen mi et dat daarom het land niet alle aandacht vroeg, dat was als bun dierbaar kind, een ziek, lijdend weizen, dat al bun zorg behoef de en zij trots alles niet konden behouden. In een volgende periode 'lezen wij hoe prinses Wilhelmina het Loo bewoonde terdege de zialevormaing harer telgen -behartigt Pninsas Louise schijnt een conflict te heb ben. met hare gouvernante Victoire Holland en biecht dit hare moeder. Wiilhelmine schrijft terug: „Vous me faites Vaveu d'une faute, ma chère enfant, qui vous pesoit et dont vous esperez d'obtenir le pardon en faveur du motif'. In goed Hollamdsch: bet doel heiligt -de mid- dolen-, Maar deze gedachte van het ondeugend prinsesje beviel moeder heeilemaal niet en in een uitgebreid kapittel wordt haar dlt terdege bediudd. Deze reprimande wordt bes! aten met de over tuiging uit tie sprekeh, dat Loulou altijd moge rijn: ,,Bincère et vraie, deux des plus belles vertus". Ook wat regeerimgsizaken 'betreft is prinses Wilbetaiina, de goede genius van haren echt genoot; zij geeft hem raad omtrent verschil lende geruchten, den opmarsch van het lege-r enz. Heel de geschiedenis der republiek, den strijd der patriotten is ln deize regelen te volgen. n Enkel woortl werpt licht en mem voor voelt de gebeurtenissen. Een nöte gaie vormt wel de reis van den erf prins naar Berlijn zijn ouders vonden het beter heen eenigem tijd te verwijderen, daar hij zich te veel een eigen oordeel aanmatigde omtrent den patrotLsieben strijd en de vele jongens ruzietjes tusschen hem en zijn broeder. In 1719 treden wij een nieuwe periode in. Dan komt de verloving ter sprake van prinses Louise mot don Pruistsohem kroonprins en Van dsn erfprins in«t zijne nl-cht Frederiike Louise Wübetaidma van Prulseeu. Zoo duidelijk spreekt dan de bezorgdheid van W-ilhelimina voor 'hare dochter, als deze naar Berlijn gaat. Wij zouden zeggen, voor oma» moderne jeugd, ter kennismaking! Heel serieus wijst de moeder haar kind op 't gewicht deizer reis; „Je considère, ma chère Loulou, cette époque comme décisive pour le jugement que Ie monde partera de votre caractère de vos principes; elle va fixer peut être pour toujours l'opinion du public 4 votre égard, et peut avoir tine influence majeure sur votre bonheur pour le reste de votre vie. Heal hief 'bezorgde moederhart, etort Wdihel- mine uit, zij waarschuwt voor alle struikel blokken, wijst haar op de vele verplichtingen, op de .kritiek, die haar wacht. Wat zult gij daartegenover stellen mijn kind. „Je vais vous le dire mon enfant, une con science pure, l'indulgence et la charité chré- tienne envers tout le mondeun maintien doux et modeste!" Geen aansporing tot coquetterie of geslepen heid, integendeel zij wijst haar op diverse fou ten, eigenzinnigheid, onafhankelijkheidszin, snel en lichtvaardig handelen. Prinses Wilhelmina besluit een ^rle* yen: „je desire pour votre tranqia i c, et votre bonheur que vous soyez gyi tout sou- mise et résignée aux volontê s du cie Quelque soit Veponx qu'il vous destine, votre bonheur dependra principalement de vous même". Zouden alle moeders zoo spreken in onze dagen? Maar nu, geachte lezeressen, slaat uw wim pers niet op, 'zoodat uw echtgenoot niet be- speure, hoezeer gij glundert: Prinses Wilhelmina vervolgt: „Votrè expoux sera un homme; par con sequent un être imparfaittiI (die is raak) susceptible de faiblesses et des defauts (aannemen s.v.p.) La perfection ne se troüve pas chez les humains (helaas.) Sachez sup porter ses défauts; travaillez 4 corriger les vótres (dat viel niet mee) et vous acquérerez des 101 s a son estime, 4 son amitié, 4 son indulgence". Voorwaar een les die oifte moderne jonge gehuwden wel ter harte mogen nemen. Aldus behandelt moeder Wilhelmina geheel het toekomstig huwelijksleven harer dochter, en wanneer de verloving werkelijk een feit is, wordt zij al dringender en wijst hoogst ernstig op alle fouten en tekortkomingen die haar huwelijk zullen schaden. Zij raadt hare dochter afkeerig te zijn van d« vrouwen „qui gouvernent leurs mari's haut 4 la main". Is 't niet geestig gezegd? Overvloeiend van geluk en dankbaarheid is. de brief, waarin de erfprins zijnen docrluch- tigen vader dank weet voor diens toestemm,nf? tot zijn huwelijk met prinses Wilhelmina van Pruissen en zijn zegen vraagt voor hem en S'il m'est permis de la nommer aitïS^' slr future épouse. Wanneer de beslissing omtreot van prinses Louise hangend0 ls, sc njl 'Vi'- lem V: dat zij geheel vrü .^ch nimmer op een eenmaal genomen U1 lia^ eiugko- mén. Karaktervastheid waS ^omzeker ©en yer deugden van 't is jan Oranje. Vroolijk en welgemo d treffen wij eenige pagina's verder de ge e ami lie des morgens om 4 uur op de kade te Schepeling, om uit te waaien van 'n soiree dansante bij den Engel- schen gekant! ,,Fi(7«'e" vous n°s quatres figures revenans dl° n"^„^-leV6UX en désordre (geen pernio- nen e 1 01111 s allans nous promener 4 Sche peling ,™°e e 6cht menschelijk, levensblij en V8Latei*an S"0 pruderle en hautain vertoon, gerpo- °m a'S dj0u^se gehuwd is, stuurt mama y 'hee, chocolade en kaas, in kleine Hoeveelheden, want men moet zuinig zijn; ook met Sint Nicolaas. Het hof te Brunswijk is nog zuiniger: als nen twee brqodjes neemt, wordt zulks geno teerd. Wanneer Mimi, dat is de vrouw van den erf prins haar kleinen Guillot* ter wereld brengt, gedraagt zij zich al buitengewoon moedig. Wilhelmine schrijft: „La bonne nouvelle des couches de Wilhelmine 4 donnè envie a M imi 4 suivre son example Elle nous a donnè ce matin un gros et grand garqon, trés bon par- tant, et elle se porte elle même 4 merveille, graces au Ciel. Rous se saurions assez rendre grdces 4 la Provindence Hier nous avons soupê chez elle. In n'ètait question de rien, et quoiqu'elle souffrit, elle ne se plaignoit pas. A k heures du matin, je fus appellée et 4 8 heures Venfant y étoit. Mimi s'est conduit comme un ange, et quioiqu'elle souffroit beaucoup elle a tenu parole et élle a tdché de chanter tout le temps entre les douleurs. Dieu veuille ma bonne Loulou que vous sui- viez un jour son exemple et comme vous n'avez pas la voix belle, ie vous tient quitte du haut. Guillaume ne se possède pas de joie, il n'a pas quitté un instant sa petite femme". De idylle van het „Oude Hof". Geachte lezeressen, hier laten wij voor heden de pen rusten; het is genoeg: hóogheilig moe derschap, moed, wilskracht atraiend geluk. XIV. Uitgedost in mijn mooiste en warmste bul- 'en over m'n wollen jas en slobbroek nog het rose capeje van tante Miesje, omdat ik wat verkouden was gingen we van de week plots-klaps, in-aller-Herrgotts-frühe, op stap, mams en ik. Ik zonder wagen, zoo maar op den arm. We holden onze straat uit, den hoek om, nog een s iaat door, en stonden toen stil voor 'n groot gebouw met twee torens. 'f1 ,,k.erk! ,Ds deur stond uitnoodigend open. A ij er in! Wat mooi was het daar ai- lemaal van binnen, en groot, en boog. Een heelebori leuke tantes waren er ook, met net zulke kleine kindertjes ais ik, en nóg klein6r. Met een klem jongetje raakte ik slaags, om- dat ik hem een oog wou uitpmken, wat hij niet toeliet. Flauw. Z'n moeder moest er eens om lachen, en toen begon ik ook te schateren en tenslotte zei ik maar dêg-dag, héél hara;; dat klonk zoo gek in die groote, stille kerk. Er stond een enorme rij menschen. Mams sjorde me maar van haar eenen arm op den andere, m'n 17 pond vielen haar zeker niet meeMaar eindelijk waren wij toch aan de beurt. We knielden samen op een bidstoel neer en mam hield my zoo'n beetje in de hoogte. Toen werden twee witte kaarsen voor m'n keel gehouden en hoorde ik zooiets van Sancti Blasii. Ik vond het allemaal prachtig en voelde dat ik vroom keek. Toen mam zelf ook den Blasius-zegen ontvangen had, gingen we heelemaal achter in de kerk even zitten uitblazen. Ik heel eigenwijs in een groote- menschenbank Toen we de kerk uitkwamen, ontdekten we ineens, dat het wel zomer leek, zoo zonnig en warm. Gauw, gauw gingen we daarom naar huis, pap eten, en fijn met den wagen er op uit. Ik had een beetje slaap gekregen en ging erg zoet liggen. Daardoor vergat mamma denk ik om me vast te binden. Alles ging goed, ik deed een lekker tukje en we gingen maar verder steeds verder van huis. Maar toen Toen werd ik wakker En uitgeslapen dat ik wasRuts-ruts-ruts, daar gingen m'n dekens de lucht in. En floep, m'n rose been naar buiten. „Nee Hanneke", zei mam. Toen ging ik staan. „Hanneke", brulde mam. Maar wie let nu op zoo'n waarschuwing, als hij het voor jaar in z'n botten voelt. Ik bleef fijn staan, m'n handjes aan de kap, één been nog steed3 naar buiten. „Hanneke dan toch". Ik werd weer neer gelegd, en stevig toegestopt. Maar met één trap van m'n stevige voetbalbeenen was de heele boel alweer in de hoogte. We maakte» rechtsomkeer, maar waren nog een half uUr van huis Radeloos was mam geloof ik. Ze nam me uit den wagen, op haar arm, en trachtte me zoo te vervoeren. Maar na tien minuten gaf ze het op, in de hoop waarschijnlijk, dat ik nu verstandiger zou zijn en blijven liggen. Maar ik kon het niet. Ik moest en zou staan. Toen organiseerde mam iets wat hielp. Ze maakte de ceintuur van haar japon los en gespte die om mij en de matras dicht. Toen kon ik werkelijk niet veel meer doen. Jammer. stitir pleizieriger nog dan vroeger. Als groote baby*, van negen maanden sta ik nu overdag bij mam binnen, in de box. Tusschen den middag knap ik nog wel een uiltje, maar verder beu ik toch fijn, tot paps en mams gaan eten, iu de hulskamer. Hij ls zoo hoog, m'n box, dat alleen m'n kuif er maar boven uit steekt. Ik zit ook dikwijls lief te speien ft kruip lustig in m'n domein rond. ®u zeker tachtig keer op een middag zeg ik èhg legen mam, en dan lach ik me 'n heel kuiltje in m'n linkerkooa als ze dag terug 't Leven is zelfs op één vierkante meter eigendom Nu 201 'lc n°S even van de inenterij ver» teil'*"' pat is eergisteren gebeurd's Morgens vroeg zei pappie ai: kijk ze nog eens liet lachen, onze schat, ze weet nog niet wat haar boven het hoofd hangt I Mamma deed ook al zoo vreemd. Toen ze me m het bad moest doen, schoot ze heelemaal niet op, ze bleef maar naar me kijken en zoen- ('9 m'n armpjes wel twintig maal. Ineens voelde ik iets warms, iets natshuilde mam En Leentje, „het meisje met de opgewekte Idees" zei: „O, dassoo freezelijk, dat Inenten, 't kind famme sus heef er ook soo bij gegild, 't doe soon pijn, en me andere sus die d'r kind is heelemaal niet ingeënt, want me sus segt klndere worde er tegenswoordig altijd siek fan, ikweenle, soon zoort enzevlitus". Toen kwam de dokter en werd ik me* bloots armpjes op tafel gezet. „Dbg", zei lk maar weer, en mams zei „stil zitten pückje", en hield me vast. Kras deed oom dok. Ik voelde er niets van. Kras deed hij nog eens, en toen nog eens kras Dig, zei ik en ik wou de watten pakken. Maar lk moest stil blijven zitten. Toen ging ik ujt verveling m'n heele abc maar opzeggen, dadadada en nênênênê. 't Beviel me best zoo op de tafel. Mam was z°° bRi dut ik niet brulde, maar ik voelde heusch niets, dus waarom zou lk me dan aanstellen Mam kreeg, toen ze klein was, tien van die krasjes. Ik maar drie. Nu moeten ze opkomen, zeggen ze. Daar kan ik nog wel een dag lastig van zijn, volgende week. pappie zegt, dat het allemaal de schuld ls van Uva en den appel. Uit woede hierover heb lk vandaag m'n appelmoes geweigerd. BABY. Mevr. v. d. E- ie uraagt, hoe een wollen tafelkleed te reinigen. Om vuil geworden wollen tafelkleeden als nieuw to maken, dompelt men ze verscheidene malen ln koud water met azijn en spoelt ze daarna in gewoon schoon water na. De uitwerking is verrassend. Mej. D. te Oldenzaal, vraagt, hoe hardnek kige vlekken uit linoleum of inlaid te maken. Hardnekkige vlekken in doorgedrukt lino leum kan men gerust behandelen met zand of Brusselsch aarde en azijn. Hiervan maakt men een papje en schuurt er de vlekken mee weg en spoelt daarna met schoon water na. Mevrouw B. te Delft; Aan uw verzoek zal a.s. week worden voldaan, maar dan ook uit voerig. HUISMOEDES,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 6