OoiH YIRACT^ jbïRüM ALS DE SCHOORSTEENEN NIET ROOKEN. ÓTUKKEn SMi'ïrïiSïïïa? su Sr avryi. a "t'ïiïïïT fmi m MAANDAG 8 FEBRUARI 1932 ONZE STEENFABRIEKEN LIGGEN STIL. Een tocht door de Ooy. Werk. BIJ DE R. K. YLAAMSCHE STUDENTEN. Rede van Mgr. Dr. Cruysberglis. DE OORLOG EN DE KATHOLIEKE ZEDELEER. het openingsbod. e Nijmegen, 4 Februari 1932. Zomer. In den zomer, als de verre weien vol staan met gouden boterbloemen, de koppen der oude, bonkige wilgeh grillig bepluimd zijn met plok ken licht groen loof en de toppen der hooge populieren zachtjes wuiven in den wind, to den zomer er is zon over die deinende vlakte van gele bloemen, en zon over de riet gedekte hui zen, de witte kerkjes met hun roode daken; de breede Waal, die zich in bochten naar den horizon slingert, heeft glinsterende plekken, die vonken van zilver en goud, witte wolken zeilen door de blauwe lucht en weerspiegelen in het water der kleiputten tusschen het wiegelende riet is de Ooy-vlakte bij Nijmegen op haar mooist. Op de Waal stoomen veel kleurige schepen de tallooze sehoorsteenen der steenfabrieken langs de rivier stuwen hun rookpluimen de lucht in, menscben zijn bezig klei te baggeren uit den bodem, karren met steenen rijden over de dijkwegen, de voerlieden beenen er met zivaaieude stappen naast en houden met een ruk aan de teugels de zware paarden in het spoor. Winter. 's Winters ligt er iets kils, Iets verlatens over de Ooy, als over iedere vlakte. Geen enkele vlakte tenzij ze besneeuwd is is jn den winter op haar voordeeligst. De volle kleuren van den zomer zijn dan ver bleekt, de boomen zijn zoo naakt onder de grijze lucht, de lijnen van alle dingen zijn zoo scherp en strak, dat er leegheid is voor den blik, die zich aan warme dingen wil vastklam pen. Maar toch, dat gevoel van Waiwnte gaven dan de lage huisjes, waar de rook stilletjes uit opkringelde, de hooge sehoorsteenen der steenovens, die van rookwolken dampten de bedrijvigheid en de drukte der menscben' de arbeid die de verlatenheid overwint. .Ook dat heeft nu opgehouden. Op 1 Februari zijn de Nederlandsehe ringoven-steenfabrieken stilgelegd, omdat men overal met veel te groote voorraden zit, die moeilijk verkocht worden, zoolang de buitenlandsche steenen ongestoord met tientallen millioenen in ons land worden ingevoerd. Verlatenheid Nu is er wel iets heel troosteloos en verlatens 9 gekomen voor wie haar, zooals wij, -n en \an haar houdt als de juichende zomer- zonnevlakte. \v ij maakten dezer dagen per auto een tocht langs de fabrieken aan de Waal, die haar pro ductie hebben moeten stopzetten, en de indruk ken, die men dan opdoet zijn niet zoo heel erg opwekkend. De Ooy is van een vaal, hier en daar ver dord groen, met donkere aarde-plekkcn, de daaftszaepen staan kaal en strengelen hun %f8ft.es takken in een bizar lijnen spel dooreen. ilgen. hebben bruine, knoestige koppen -w lijken heel oud, tot stervenstoe oud. dé populieren zijn zoo arm en mager, dat je 't er koud van krijgt. fis Waal glimt grijsachtig onder de lage lucht, hier en daar op de rivier vaart een lang zaam schip moeizaam naar den dichtbijen einder. Er is stilte over de Ooy, een drukkende, leege stilte. Men heeft twee soorten van stilte: t e c lepe, ie vol is van mooie, verzwegen ge heimen de levende stilte van een zoelen zo mernacht, de droomerige van een paarse hei in den herfst, de stilte van mensehen, die ver zadigd zijn van geluk, en een andere stilte, de troostelooze, zware stilte der verlatenheid, die m huizen hangt, waar een doode is of een groot leed. Iets van die laatste stilte is thans over de Ooy. De kleine huisjes liggen zoo diep in el kaar gedoken en de vele hooge sehoorsteenen der steenovens steken kaal en zonder zin om hoog. Er wordt niet meer gewerkt. at het loof voor de boomen is, dat is de volle rookpluim voor den schoorsteen: leven. Maar de vlakte ligt verstorven en het leven, dat men waarneemt is mat en zonder intensi teit. Wij passeeren een rij arbeidershuisjes: man nen in boezeroen, met kleibemodderde laarzeu leunen in den deurpost, le zeggen niet veel.' slechts nu en dan treuzelt een spaarzaam woord hun uit den mond: wait valt er over armoe veel te praten? De dijkwegen, waar anders zware, Belgische paarden de karren met steenen trekken, liggen leeg voor ons, een brievenbesteller fietst er, een verpleegster, dat is het eenige. We rijden langs de kleiputten, het water is zwart en rimpelig, riet pluimen steken er boven uit en tusschen de rietpluimen zwemmen en duiken vlugge, kleine eendjes: een enkel teeken van dartel heid. Maar op andere dagen won hier ook druk en bedrijvig bagger werk: grondwerkers staken met schoppen de klei af op de groote, ijzeren excavateurs maalden haar uit den bodem en stortten haar in de spoorwagentjes, die ramme lend achter de zwarte, puffende locomotiefjes af en aanreden. hu grazen op de weien tusschen de putten slechts enkele paarden, een mooie schimmel met lange manen, een paar vossen, waarvoor men geen werk heeft. Want er is niets te doen De fabrieken V ij naderen de fabrieken. Opzij gekanteld staan de kleiwagentjes voor het grondsporen in lange rijen naast elkaar opgesteld. In mas sale, aaneengereide, vlerkante blokken liggen de onverkochte steenen rond de fabrieken op gepakt, overal waar maar plaats is, erlangs, ertegen, tot binnen in de gang, die naar den oven leidt. Hier en daar hebben de lange, even rijen zelfs een dubbele hoogte. „Hoeveel staan er hier, denk je?" vragen we onzen leidsman. Hij schat enkele oogenhlikken. ,,'n Zeven acht millioen", gist hij. Bij epn tweede fabriek lig gen er vier millioen, bij een derde en vierde drie en zes millioen. Rond de fabrieken staan de uitgekalkte ar beidershuisjes met de rieten, groon bemoste daken. Ook hier leunen groepjes arbeiders op sommige plaatsen tegen de muren, praten sloom en zonder interesse, of staren voor zich uit over de rivier. Daar tenminste is nog een schoorsteen, die rookt: de pijp van een enkele stoomboot, die ronkend voorbij glijdt. Wij stoppen en gaan een der fabrieken binnen Onder de loodsen der oprij-terreinen staat het vol met opgetaste rijen „rauwe steen", stee nen, die nog ongebakken zijn en niet meer op gereden mogen worden naar de ovens, Hoe lang zuilen die leemkleurige blokken hier nog op het warme vuur van den oven moeten wachten? zal men na drie maanden weer aan het werk kunnen? Het is er alles doodsch en leeg, een neerdruk kende verlatenheid. Als wij de oprijloodsen uit komen, hooren wij het klankschuivelend geluid van steenen, die op elkaar worden gezet: aan den voorkant der fabriek zijn nog eenige sor teerders bezig met het keuren der steenen, maar het zij'1 er al te weinigen. EEN OVERZICHT VAN DE RUÏNE DER KAPITALE BOERDERIJ te Olst, die Donder- raagnacht getoeel is afgebrand en waarbij 24 stuks vee in de vlammen omkwamen. Stervend vuur. De ovens, waar men eenige dagen geleden nog druk bezig was met het in- en uitkruien der steenen, zijn nu aan het uitbranden. Langs een nauwe, steile trap klimmen wij erboven op. We staan verrast. Daarboven, onder hét dak van den grooten zolder, dié hoog boveh ."den vuurhaard ligt, zitten een twaalftal arbeiders, op de grijze, stoffige planken in een kring bij eikaar gehurkt: de oven is nog warm en hij hen thuis wordt waarschijnlijk niet gestookt. De mannen kijken op, als wij boven komen, tik ken aan hun groote, verfomfaaide petten, zwij. gen. Twee zijn er in een boek van den zolder bezig met reparatieweTk. De tallooze stookpotjes liggen dicht: de wei nige kolen, die nog op den zolder zijp opgesla gen, zullen niet meer gebruikt worden. Wij nemen het deksel van een der stook potjes en kijken naar beneden: daar zien wij nog rood vuur in den oven gloeien, warm, rood vuur, dat gedoemd is om uit te doctven. Wij dalen langzaam de houten trap weer af, stapstaP stap wij loopen rond den oven, lichten een mat op, die voor één der toegangen hangt, gaan een der „overkamers" binnen. Het is stikkedonker. Wij doen een paar stap pen vooruit, struikelen plotseling over iets zwaars, wij schrikken, voelen, hoe voor ons iemand onihoogspringt. Van boven, door één der stookpotjes wordt een electrische lamp in yen oven geiaten, wij kunnen zien. Voor ons staat een bonkige arbeider, een beetje onthutst als wij ze]f; 0p grond, op rieten matten, die zij over de klei hebben uit- gespreid, liggen tusschen den opgestapelden steen nog twee anderen te slapen. „De menschen zoeken hun troost maar In den oven", zegt de baas, die met ons is binnen gegaan. Inderdaad, en misschien is het nog het aller beste om te slapen, hier aan het warme hart der fabriek. Maar over tien, twaalf dagen zal het warme hart der fabriek kil geworden zijn, de oven brandt langzaam leeg en dan zal be ook hierbinnen te koud zijn om te slapen en te vergeten. Wij gaan weg, rijden verder. Bij een der fa brieken is men bezig met verschepen Heel wat minder booten dan vroeger, toen de Waal vol was van lange sleepen, leggen nu aan den oever langs de tasvelden der fabrieken aan; het is ook aan de scheepvaart op de rivier duidelijk te merken. Maar toch, er wordt gelukkig nog hier en daar verkocht, en als het schip Jangs den kant ligt, is er weer voor een halven of ee>n heelen dag werk aan den winkel De mannen pakken met geoefende greep de stapeltjes steenen en zetten ze mot een plof op den kruiwagen. Over de smalle ijzeren kruigangen rijden ze de stee- ueu op het schip, hol en knersend klinkt het rollen der raderen over de ijzeren platen. De zware, ruwe koppen der kerels staan onbewo gen en strak, hun breede, verstukte manches terbroeken flabberen moeilijk om hun beenen, als zij roet korte stappen achter den kruiwa gen gaan. Toch ligt er matheid over het geheel, ,,'t Is of den menschen iets scheelt", zegt de baas zachtjes, en hij weet wet wat. De oude, magere schipper zijn broek sluit heel strak om zijn knieën en loopt naar beneden breed uit hangt tegen een paal en rookt een pijp. Denkt hij eraan, of hij nog dikwijls zal mogen terug komen om vrachten in te laden? Bezijden van het schip wieken zilvermeeuwen boven het water, schieten omlaag, omhoog, azend op visch. Dat is mooi, maar niemand heeft er oog voor: het is een slechte tijd voor de schoonheid, als iedereen slechts aan eten en een beetje warmte denken kan. Naar den zomer. Over den stillen dijkweg rijden wij n*ar huis terug:" een paar kippen vliegen voor onzen auto weg. Dat zijn kippen, die bij de arbei dershuisjes thuishooren, en die op de weien en op de kleine lapjes land achter de huisjes wel voedsel vinden. Sommige arbeiders wer ken in de tuintjes: daar telen ze hun aardappe len en wat groenten, en in een lage kooi mes ten de meesten wel een varken. Daarvan en van het brood, dat de balrker hun borgen wil meestal doen de bakkers dat wel, gewend^als zij zijn aan de periodieke werk loosheid der seizoenarbeiders hebben zij dezen winter een schralen kost. Zoo leven zij naar den zomer. Naar den zo mer, als het wuivend riet weer suizelt boven het water, als de wilgen lichtgroene pluimen dragen en de populieren heen en weer deinen in den avondwind, en als wie onzer hoopt en verlangt het niet? de kale sehoorsteenen, die nu steil en mager de lucht in steken, weer warme zware rookpluimen hebben, teekens van teruggekeerd leven. v. D. Juiste definitie. „Vader, wat is eigenlijk toch consequent Consequentjongen, is: „vandaag zóó en morgen zóó, niet vandaag zóó en morgen zóó". „Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Christus". Onze Brusselsehe correspondent meldt ons: Mgr. dr. Cruysberghs, vicerector der Leu- vensche Alma Mater, heeft te Mechelen voor de plaatselijke R. K. Hoogstudentenvereeniging een redevoering uitgesproken, waarin hij o.ra. zeide, dat de Vlaamsche studenten goed heb ben gedaan zich het ideaal „Alles voor Vlaan deren, Vlaanderen voor Christus" voor oogen te stellen. Een volk is waard, wat zijn cultuur waard is, en de cultuur is waard wat zijn godsdienst waard is. Het Vlaamsche volk verwacht van de stu denten, dat zij eens tot de leidende klasse zul len behooren en dat de Vlaamsche cultuur een gezonde zal zijn, gebaseerd op de waarheid en de schoonheid. Echter is het niet voldoende, het overal uit te roepen, dat men een cultuur- taak heeft, men moet deze taak verwezenlij ken en daarom moet de R. K. Vlaamsche stu dent bereid zijn, offers te brengen. Het is een schande, dat thans duizenden hun tijd verliezen met beuzelarijen en nutte- looze discussies, in de plaats van te studeeren en zich met ernstige dingen bezig te houden. De student stelt al vast een groote daad, als hij zijn dagelijksche taak volbrengt en voor alles moet hij katholiek zijn. Hier deed spr. een beroep op zijn toehoorders, om niet toe te- geven aan de manie van het spel, die op groote schaal onder de Leuvensche studenten heerscht. De katholieke studentenjeugd, zoo besloot spr. zijn toespraak, moet den H. Jo hannes Berchmans tot patroon nemen, den nederigen Vlaamschen jongen uit de Leuven sche omgeving, die een groot heilige werd. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie! Het iis waarschijnlijk niet ondienstig over bo vengenoemde kwestie nog het een en ander op te merken. Met veel waardeering voor hetgeen Dr. L. B. daarover op zeer heldere wyze uiteenzette en waarmede h]j een inderdaad veel voorkomend dwaalbegrip voor de zooveelste maal rechtzette, meen ik toch, dat in verband met de (helaas) snel voortgaande oorlogs-techniek de moderne oorlog ook andere vragen opwerpt, die een nauw keurige beschouwing en een nadere bepaling van ons standpunt vragen. Waar Dr. L. B. zich slechts tot taak stelde, de zaak met betrekking tot de „soldaten" to be spreken, noemde hy toch den modernen oorlog in het algemeen ongeoorloofd en terecht. Degenen onder ons, die geregeld de binnen- en buitenlandsche uitingen van militaire en politieke autoriteiten volgen, weten, dat men algemeen aanneemt, dat de „komende" oorlog een in dustrieels, potentieele een volkerenoorlog in de beteekenis van volk tegen volk zal zyn. Veel meer nog dan in '14'18 zal de geheele potentie van het geheele volk op het eene doel gericht zyn het winnen van den oorlog. Om dan ook de kracht van den tegenstander te breken, zal men de industrie-centra, de ver- neers-knooppunten en, voor het moreel, ook bevolkingscentra moeilyk kunnen sparen. Ondanks de verklaringen en overeenkomsten van tientallen regeeringen, houdt men algemeen rekening met het feit, dat de moderne aanvais- methoden ook (misschien wel juisttegen geheele bevolkingen gericht zullen zijn We behoeven in dit verband slechts te wHzen op de luchtmanoeuvres in het afgeloopen jaar boven Noord-Italie, waarby onomstootelyk kwam vast te staan, dat luchtaanvallen op steden niet met positieve middelen zyn af te wenden Wanneer we nu nog even terloops wijzen op de nieuwste vindingen: gasbommen van zeer groote capaciteit, waardoor hft mogelyk is over een groote uitgestrektheid zeei snel een tiental len meters dik gasdek aan te brengen (de nieuwe re gassen tasten de geheele huid aan); thermiet. bommen, die brandhaarden vormen van duizeu. den graden, waardoor blusschen met water is uitgesloten; diep in den grond dringende brisant- projectielen; wanneer we ëaarby in aanmerking nemen da.t een kleine luchtmacht volgens de des kundigen in één „raid" voldoende van genoemd materiaal kau medevoeren om een wereldstad geheel te desorganiseerenwanneer we bovendien bedenken dat een groote mogendheid er een luchtmacht van een paar duizend vliegtuigen op nahoudt, welke in oorlogstyd verveelvoudigd wordt, dan lykt het al zeer onwaarschynlyk, dat er niet een party zal zyn, welke, ter vermyding van een langdurigen positie-oorlog, dit middel zal aangrijpen (met schending van „vodjes papier" desnoods) teneinde een vlugge beslissing te for- ceeren. Waar nu positieve middelen tot afweer ten eenenmale onvoldoende zyn bevonden (men leze de verklaringen van lord Cecil o.a.) en de nega tieve middelen, tot bescherming der burgerbevol king zoo problematisch zyn, dat men in ernst de ontruiming van groote steden overweegt, blyft er voor de aangevallen party slechts over represailles Dat dit de algemeene meening is in de betref- rende kringen blykt alleen al uit de gevoerde be sprekingen in der Volkenbondsraad; verder uit ,.e. Persverslagen van de diverse regeerings- via®en- Nu behoeft men heusch niet de „oor- uS-theologen" er op na te slaan, om te weten lp "urnen, dat dergelyke onmenscheltjke aanval- p steden (ook als represaille) in stryd zyn met de zedeleer! gruwelen66^ Yaarschynlyk zjjn van deze nimr a wettigt dan ook zonder twyfel de meo- ongeoorlonfH0 ,moderne oorlog in het algemeen selachtiiï ^o is. maar is het dan niet een raad- cel Hke L2Va at er gevonden worden, die der- fchouwen I?sc.heltl,theden als noodzakelyk be- onzen sen'ee+° m onze kringen? Zoo meelde in gen zeggen w" T,00raanstaand katholiek te mo- e iuisteren naar de onophou- v-ln m Trdfe vo^r aan den Paus- w «katholieken \lt kathol «Jn w° vrede overtroffen door de e^'ongeoorroo% gebleV6n d0°r delen van groote staten (dus ft fortiori voor ons land) met voldoende kannen zyn en represailles niet moreel geoorloold zyn, zou daarin dan voor ons land geen reden te meer kunnen liggen om niet alleen méér naar 's Pausen smeekbeden te luisteren dan tot dusverre, maar ook Zyn lichtend voorbeeld te volgen en onze internationale positie alleen op recht te gronden? Keker er zyn bezwaren tegen aan te voeren, maar we behoeven toch niet alleen onze roeping te volgen, ingeval die er niet zyn? Eén nochtans wil ik even aanstippen: gevaar voor re volution na ire woelingenHet antwoord hierop moet luideneen goed rijkspolitie-leger, dat steeds ter beschikking is, vormt een betere waarborg tegen aanvallen op het gezag, dan een nog te mobiüseeren leger van dienstplichtigen, waarvan een aannlerkelijk gedeelte juist uit die min of meer revoiutionnaire kringen voortkomt Dit schryven zou te lang worden, wanneer ook de andere gangbare opwerpingen onder de loupe genomen zouden worden. Daarom tenslotte deze wenscli: Mogen de ka tholieken van Nederland hun plicht in dezen be seffen en zonder eenige reserve onze principes bandhaven, ook wanneer door dsn nieuwen stand der techniek een wijziging van de concrete toe passing er van gevorderd wordt „Moge Nederland groot zyr. in de dingen waarin het groot kan zyn" ten binnen korten tiid een schitterend voorbeeld gev-n van ontVape- ning, zoodoende een hoeksteen SAnbrengend voor het gebouw „onderling vertrouwen der volken'' en medewerkend „een blijvend overwicht van het recht te vestigen voor de gemeenschap der volkeren". (Paus Benedictus XV in zjjn vredesboodschap Aug. '17). B. Naschrift. De meening over den modernen oorlog, welke de schryver in bovenstaand artikel voorstaat, is een conclusie, verkregen door toepassing van de door ons aangegeven onveranderlyke beginselen op den oorlog, zooals hy is in onzen tyd. Wij hebben deze conclusie niet ontkendwe hebben haar aangegeven als de meening van wijze en ter zake kundige menschen. Iedereen mag weten, dat oolc wy ze als de ware meening aanzien. We hebben dit niet uitrtrukkelyk gezegd, omdat liet buiten de te behandelen kwestie bleef en omdat we ons op dit speciale punt niet voldoende des kundig achten, om er over te spreken in een artikel, dat dient tot publieke voorlichting. Het zou niet juist zyn (met het oóg op ontvangen brieven, benutten wy dit onderschrift om er op te wyzen) indien men uit ons artikel zou opma ken, dat wy niet heftig tegen den modernen oor log gekant zijn en geen voorstander zouden zij" van de allerkrachtigste vredesactie. Iedere F'J ging, om door juiste voorlichting van het Pu^oo- den afkeer voor den modernen oorlog te Jo0et den ten en yver voor den vrede te wekken, sloten 13. Een bekend dagblad ln Kopenhagen gaf hierover een groot verslag, waarin o.a, net volgende werd medegedeeld. Alle buitenlandsche orkesten Is aangezegd, dat zy vóór of op 1 Febr. a.s. vertrokken moeten zyn. Hieronder zyn or kesten, die reeds 3 jaren daar werkzaam waren. Ook waren er by, die contract hadden tot I Maart en 1 April. Het beroemde Marek Weber orkest o.a. zou 1 Febr. daar beginnen, maar werd ook geweigerd. By het verder doorleven van bovengenoemd verslag, zien wy, dat ln De nemarken op dit gebied dezelfde toestanden heeracben, als in Holland. Een Duitsch orkest van 12 personen verdiende byvoórbeeld 700 Kr. per dog, terwyl een Deenscb orkest, dat 2 per sonen meer teide, en bovendien in alle opzich ten veel en veel beter was dan het Duitsche slechts 350 Kr. per dag ontving. In ons gastvry Holland is het. nog erger. Niet alleen, dat bui- landsche orkesten le. hier werkzaam mogen zyn, 2e. zoo lang kunnen blyven als zy willen, 3e. hoogere gage's hebben, dan Hollandsche. «e. meestal veel minder ln kwaliteit zyn nip?' afepn enkeien cent belasting betalen (ook land z-"ntne' d,e al lan»er dan een jaar in Hol- voorkomeni1?»0»6' Z1C'5, (om ee" relletie te slagwerker tn ?d.vttllen' dat eCn Duitsche kende Hollkndseh.0 well"aam, tegen be- die jullie verdienen 'N00" de BaSe. pen". Wanneer Mn va? J® Cigaretten koo geleden ill Duitschland gazfjf™ derSf'Üks Jaren de toestanden toen zóó mS z°u nebbe». waar in Holland, met dat verschil' H?.nu n°8, fteeda belasting van de gage werd a^ehoudln jnn'hfd hy binnen een minuut naar de diewïc-nÜal Rettungsstelle gebracht moeten worden ^nUh«t verder werken was hem onmogelyk gemaakt Speciaal ons Hollanders, die jarenlang half Europa afgezworven hebben, en thans alle lan den voor ons gesloten vinden, zoodat wy alleen op ons eigen land aangewezen zyn, stuiten der- gelyk toestanden het meest tegen de borst. Wordt het nu eindelyk eens geen tyd, om inplaata van de werkiooze musici naar het Holland uitstekende musici genoeg. Er bestaan verscheidene uitstekende Hollandsche dans" orkesten en by vrykomende werkgelegenheid kunnen er nog meer dan genoeg le klas orkesten gevormd worden. Slechts enkele groote inrich tingen in Holland hebben Hollandsche musici. 1 i ebben echter buitenlanders. Deze laatste komen zonder uitzondering uit landen n^Uii door rw muslcus geweigerd wordt werkgevers °i door '-""Sanisatles van werkfceversofmusici). Een enkelen keer wordt ei^niefmet SS'S. het Holfandsch'e de J?et,reffende autoriteiten en voor de verleende plaatsruimte, dankend Hoogachtend, EEN NOG NIET WRRVTrvroa ZIJND MISICUS. WERKL°OS katholiek sympathiek zyn. pr. D. B. DE BUITENLANDSCHE »IlJfcICT. om op bovenge- Wederom is er ranl"idscbynwerper te noemd vraagstuk een "'"marken dat vanaf 1 richten. Thans ia het n,r.'niandsche musici Febr. 1932 voor alle bu" fce" WERKLOOZEN-HARINGVERKOOPERS? Terecht is er in de kringen der talrijke door geheel Nederland verspreide haringverkoopers verwondering en ontstemming gewekt door een ook in de dagbladen gepubliceerd schryven uit gaande van het hoofdbestuur der Reedersvereeni- gmg en gericht tot alle gemeentebesturen van ons land, met aansporing werkloozen te belasten met den verkoop van haring en voorhoudende. dat bU eenlS serieus werken „gemakkelyk" 25 tot 30 per week zou kunnen worden verdiend. Indien bedoeld hoofdbestuur eerst eenige in lichtingen had ingewonnen by enkele speciaal °P het binnenland werkende haringhandelaren, zou spoedig gebleken zyn, dat de verkoopsmo- geiykheden verre zyn overschat en dat bet niet kan worden voorgesteld alsof het aantal verkoo- pers te gering zou zy^. Eik najaar geeft het verschyns®1 t® zien, dat een groot deel der verkoopers den verkoop sta ken moet, daar het blykt, dat het publiek in den winter niet genoegzaam van haring houdt zoodat een bestaan, ook by sterk gereduceerde pryzen niet meer mogelyk is. Wanneer men nu In het oog houdt, dat momen teel in de beste verkoopsplaatsen van ons land door de geroutineerde verkoopers met hun ken nis, ervaring en vaste klanten en by matigen verkoopsprys nauwelijks een belioorlyk weekgeld kan worden verdiend, behoeft het geen betoog, dat nieuwelingen in dit vak geen bestaan zouden Vinden, laat staan een weekgeld van 25 tot tsedèh«<4aam«Vej0eld hoofdbestuur het door onbe- Kendheid met de ware toestanden tn dit heeft voorgesteld. h^d^yf, Mede door de bestaande werkloosheid is het aantal verkoopers des zomers zeker toereikend en vele wagens, fietsen, bakfietsen en zelfs auto's bezoeken schier elke gemeente van ons land, zoo dat het aantal verkoopers niet kunstmatig door de gemeentebesturen behoeft te worden vergroot. Op deze wyze zou de verkoop worden verdeéld en verplaatst ten koste der hB.i'inSTverkoopers wier vaak sober bestaan zou worden bedreigd en die hierdoor zelf weder tot werkloosheid zouden ko men te vervallen. Een intensieve propaganda tot meerder gebruik van Hollandsche harinS bis een by uitstek ge zond en billyk voedsel, ugaande van de Reeders- vereeniging ™or jepn mo# ,„nd,ache Haringvls- sehery, door midd«met medewerking van de dagbladpers. zbbm- tle |0g°°tere resultaten ge- ven en de toenemen. Er bHoopers!6611 tek°rt aan verko<>- P ut' Mi1"h|®rvfrU?jÉ^Jeur' eaarne dank zeg gend voor vet leende plaatsruimte, verblyf ik, Hoogachtend, W. KWAKKELSTEIN Vlaarchngen. Binnenl. Haringhandel'. De Schotsche barbier. Schotsche barbier, die een nieuwen bediende aanneemt: „Maar zomers betaal ik minder dan In den winter". Bediende: „Maar in den Zomer groeit het haar tóeh net toe vlug als in den winter". Barbier: „Ja, maar dan is 't niet noodig dat je den klanten hun jas helpt ophouden". Het openingsbod van één Sans-atout. Iir ons hoofdstuk betreffende de slagwaar- den, aan de kaarten toe te kennen, hebben wij évenaangestipt, dat men voor het bieden in sans-atout niet zoozeer let op het aantal sla- gén, dat men ln handen heeft, maar, dat men daarvoor een systeem van puntentelling ge bruikt. Velen echter willen van geen puntentel ling hooren, zij bieden op een zeker aantal slagen in de band, evenals bij een kleur-bod. Neemt men echter zulk een bod onder de loupe, dan zal men. het pun ten stelsel op zulk een hand toepassende, al heel spoedig ontwaren, dat m«n er volgeus dat puntensteisel even eens sans-atout op geboden zou hebben en dat er dus feitelijk geen verschil in is. Maar het puntensteisel is veel gemakkelijker toe te passen, vooral voor minder geroutineerde spe lers en daarom n. o. tn. aan te bevolen. Waar goede spelers door hun geoefendheid direct de mogelijkheden in hun spe! kunnen beoordeelen zonder te behoeven te tellen, hoeveel Se, Ts dan wel punten er In zitten, is dit voor de groote meerderheid der spelers vaak een moei lijke taak om hun spel op de juiste waarde te taxeeren en moeten zij nauwkeurig uitre kenen hoeveel T-s, L-s dan wel S-s in hun spel aanwezig zijn en welk bod zij daar op moeten doen. Bij toepassing van bet punten-systeem volgens den Amerikaan Work hebben zij slechts bet aantal punten in bun spel op te tellen om te zien of zij sans-atout kunnen bieden, daar bij echter in acht nemende, dat men onder ze kere voorwaarden nimmer sans-atout mag bisden. \!s 'openingsbod kunnen wij een sans-atout- niet aanbevelen dan onder bepaalde om standigheden en wel, dat het voldoende sterk is om op te openen doch geen kleur bevat, die geboden kan worden wegens gebrek aan lengte. Dit kan met een duidelijk voorbeeld worden toegelicht, al is het dan ook een gezocht voor beeld, hetgeen echter niet ter zake doet, daar het slechts dienen moet om onze bedoeling weer te geven Men heeft in handen: O A A A A A H H H X V V V X X Dit zijn 19 slagen in sans-atout, doch «en biedbare kleur zit er niet in, wajjt rle eenige '•'ier-kaart bevat slechts het Aas. Een kleur- hod is yua uitgesloten doch als sans-atout-bod voldoet het aan alle eiSehen en geeft 't de volle zekerheid op 10 slagen. Natuurlijk zijn de meeste spellen niet zoo eenvoudig to bieden, want het bovenstaande is zonder slagwaarden én zonder eenige pun tentelling door elk beginneling te bieden, maar wij geven het slechts als illustratie van een sterk spel, waarop niet in kleur kan worden geopend. "VVij stellen daarom als eerste eisch voor een sans-atout-opening: De hand bevat geen bied bare kleur, vooral in Bch. of H. Wanneer men in de hand een singleton of een waardeloozen doubieton heeft, dan mag men er geen Sa op bieden, want het gevaar, dat de tegenpartij een reeks slagen in die kleur van singleton of doubieton zal maken, is té groot. Bovendien zal dit nimmer noodig zijn, want buiten de singleton of doubieton* bevat de hand nog 12 dan wel li kaarten en daarin moet dus zeker een vierkaart zitten, waarop men bieden kan. Dit geeft ons den tweeden eisch: Geen sing leton dan wel waardelooze doubieton in het spel. Wordt dus een openlngs-bod in Sa gedaan, dan weet de maat alvast, dat aan bovenstaan de eischen wordt voldaan. Wenscht men geen puntentelling toe te passen, dan zal het openingsbod van één-Sa moeten bevatten: 2% T-s over minstens 3 kleu ren verdeeld en aan T-s L-s minstens 4 S-s. Dus dezelfde kracht als een openingsbod in kleur met dit verschil, dat de T-s verdeeld moeten zijn over minstens drie kleuren en dat geen biedbare kleur aanwezig is terwijl geen singletotn dan wel waardelooze doubieton in het spel zit. Dit is het minimum openings bod van één-Sa,-volgens het slagen-systeem. We laten nu hieronder de puntentelling volgens Work volgen: Aas 4 punten. Heer: 3 punten. Vrouw 2 punten. Boer: 1 punt. Twee tienen: 1 punt. Zoowel voor bieder als voor tnas.t. Bovendien mag men voor den maat nog extra, boven de punten van dit lijstje tellen: Voor een vijfkaart. met 3 tophonneura 3 p. idem 2 Idem 2 p. idem 1 1 P- Teneinde met 1 Sa te kunnen oponen, moet men hebben: Gever 13 p. en 3 gedekte kleuren. 2e hand 12 punten en 3 gedekte kleuren. 1 Sa 3e hand 14 punten an 3 gedekte kleuren. 4e hand 15 punten en 3 gedekte kleuren. 17 p. en 4 gedekte kleuren. 2 Sa Alle handen 19 p. en S gedekte kleuren. 3 Sa. Alle handen: 21 p. en 4 gedekte kleuren. Teneinde het overzicht gemakkelijker te maken geven wij hier de vereiachten voor een 2 Sa en 3 Sa, wij komen daarop echter terug bij de hoofdstukken, welke de twee- en drie- biedingen behandelen. In den aanvang Tan dit hoofdstuk verklaar den wij geen voorstanders te zijn van een openingsbod in Sa en wij deden dit, omdat wij een kleur-spel veel veiliger vinden mits ge baseerd op goede fundamenten, gelijk wij die aangaven in het hoofdstuk over het openen met één in kleur Dit is geen particuliere mee ning van ons zelve, zij wordt gedeeld door alle schrijvers van naam, welk systeem zij ook voorstaan, en de grond er voor is zoo logisch mogelijk. In de meeste spellen toch zit een zwakke plek en deze is middels aftroeven in een kleurspel te omzeilen, doch in Sa steeds een gevaar in. Toch achten wij ee"]e',,r. opening te verkiezen boven een zwakkteis yus opening, vooral in een Tler-kaart. He weer het oude liedje: „Moet"worden, nen in contract-bridge niet bepaalde omstandigheden en b°Maar?aleen Sa-bod moet waarborgen inhou den en die zijn boven omschreven en worden nogmaals herhaald: Een minimum aantal sla- gen of punten (4 S-s. waaronder 2H T-s over minstens 3 kleuren als minimum dan wel 13, 12, 14 of 15 punten al naar gelang van de hand, die het bod uitbrengt), geen biedbare kleur, geen singleton of waardelooze doubieton, minstens drie gedekte kleuren, d.w.z. kleuren' waarin men zoodanige hooge kaart heeft dat men de tegenpartij er zeker één keer mede kan tegenhouden. Enkele voorbeelden van een opening met 1 Sa mogen hier ter verduidelijking worden gegeven: Punten Punten 'union 41 A-V-S 4 f A.v-B 7 4 A-7 4 4 8-6-4 - 9 f 1-8 5.0 3 9 A-5-3 4 0 H-V-5 5 0 8-6-4 0 B-6-3-2 1 V-10-8 2 H-U-ö 4 4W H-9-5 3 Bied 1 >va 13 Bied 1 Sa 14 1 Sa in 2e h 12 4 B-10 9.5 J H-V-B-10 4 H-B-7-4-2 4 f? A-H-7 7 A-V-3 6 V V-10-8 2 0 8 6-2 0 7-5 2 0 A-V 6 A-V B 7 H-8-6 3 4» H-8-7 3 Bied I Sa 15 Bied 1 15' Biod 1 op 5-krt 15 In de gevallen 1 t/m. 3 wordt 1 Sa geboden en wel in: l omdat de hand 13 Sa-punten telt en geen vijfkaart' 0p di' spel kan zoowel in Z ute .1» id0f 2d%h/nvd S* geboden worden. 2 m late. -de en 3de hand kan Sa geboden worden, want e and heeft 14 Sa punten en geen biedbare 5-kaart. 3. slechts in de 2de hand kan 1 Sa geboden worden, want de hand telt juist 12 Sa-punten. 4*.en,DI 11 aile handen kan 1 Sa geboden n 15 ?a Pllnten' 6 hand telt 15 Sa-punten doch bevat een biedbare 5-kaart in Sch, daarom behoort er geen 1 ga> yocjj -j gcll_ 0p gehoon te worden. Nadrukkelijk wordt gewezen op bet feit, dat alle voorbeelden in de hand drie gestopte kleuren hebben. Het antivoord-bod op het één-in-kleur-bod. Indien geopend Is op één in een der Kleu ren, dan weet de maat, dat: in de hand, die opende, zich bevinden minstens 2M topslagen benevens een vijfkaart. in de troefkleur, dan wel minstens 3 T-s benevens een vlei'kaait, waarin lln T-s, wrij hebben zulks in bet hoofd stuk over bet ope.ningsbod vau één-ln-kleür duidelijk uiteengezet. Wat heeft de maat nu te doen a. Hij kan passen. b. Hij kan steunen in de geboden kleur. c. Hij kan het bod overnemen, d.w.z. hij kan in een andere kleur dan wel in Sa bieden. a. Wij hebben reeds verteld, dat bij bet openen op één-in-kleur gerekend wordt op 2 S-s bij den maat en 1 S-s uit de combinatie van de 26 kaarten der beide handen. Heeft nu die maat niet meer dan 2 S-s in handen, dan kan hij niet steunen, doch hij moet passen. Heeft hij wel 2 S-s in handen doch onvoldoen de troefsteun, dan mag hij ook niet verboo- gén doch moet eveneens passen. Troefsteun kunnen wij onderscheiden in: onvoldoende steun, d. i. X of Xx in de geboden kleur, dus één of twee waardelooze troeven, verwachte steun, d. i. AX, hx, vB of XxX, dus een goede twee-kaart dan wel een lage drto- kaart in troef, en aanvullende steun, d.i. A of H of V derde danwel XXXX. Heeft nu de maat onvoldoende troefsteun en is zijn spel niet voldoende sterk om ln een an dere kleur dan wel Sa te bieden, dan wei in dien hij slechts den verwachten troefsteun en niet meer dan 2 S-s heeft, terwijl hij ook geen andere kleur dan wel Sa kan bieden, dan moet hij passen. b. Verhoogen in de Kleur. Heeft de maat den verwachten troefsteun dan wel aanvullends troefsteun en meer dan 2 S-s in handen, dan mag bij bet gedane bod verhoogen en wel met i trek meer voor elke S-s, die hij meer dan twee in banden heeft. Immers de maat verwacht troefsteun, hetzij de verwachte hetzij meer, bovendien rekende bij slechts op 2 S-s en is dus bij troefsteun elke S-s meer dan twee een trek meer dan verwacht werd, waar mede dus verhoogd kan worden. Bij de taxatie van de S-s in eigen band be hoort de maat van bem, die opende, goed re kening te houden met, de volgende feiten: x—x—-x—x danwel B—10—* ia d» ge- boden kleur is ln zijn hand f-a waard; xxx_x--x 1 S'S terwijl hij voor A, H of V in de geboden Kleur )n eigen hand eveneens 1 S-s mag rekenen. Bovendien mag bij. juist omdat bij weet. dat zekere T-s in het openingsbod zitten, zijn eigen T-s iets booger rekenen, omdat zij veel kans hebben gedekt te worden door de T-s in handen van zijn maat en wel: A- H- H- H- _VB inatode van op 3 T-s _yx idem tl 0p 3 T-s _Bio idem -B—x idem 1% o-P 2 T-s 1 op 1% T-s. Ook moet bij goed rekening houden met zijn korte-kleur-slagen, d.w.z. met de slagen, die hij met kleine troefjes kan maken op een chicane, singleton dan wel doubieton. Wij ga ven zulks reeds duidelijk aan by de behande ling der slagwaarden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 6