OoiH YIRACT^ jbïRüM
ALS DE SCHOORSTEENEN NIET
ROOKEN.
ÓTUKKEn
SMi'ïrïiSïïïa?
su Sr avryi. a
"t'ïiïïïT
fmi m
MAANDAG 8 FEBRUARI 1932
ONZE STEENFABRIEKEN LIGGEN
STIL.
Een tocht door de Ooy.
Werk.
BIJ DE R. K. YLAAMSCHE
STUDENTEN.
Rede van Mgr. Dr. Cruysberglis.
DE OORLOG EN DE KATHOLIEKE
ZEDELEER.
het openingsbod.
e
Nijmegen, 4 Februari 1932.
Zomer.
In den zomer, als de verre weien vol staan
met gouden boterbloemen, de koppen der oude,
bonkige wilgeh grillig bepluimd zijn met plok
ken licht groen loof en de toppen der hooge
populieren zachtjes wuiven in den wind, to den
zomer er is zon over die deinende vlakte van
gele bloemen, en zon over de riet gedekte hui
zen, de witte kerkjes met hun roode daken;
de breede Waal, die zich in bochten naar den
horizon slingert, heeft glinsterende plekken, die
vonken van zilver en goud, witte wolken zeilen
door de blauwe lucht en weerspiegelen in het
water der kleiputten tusschen het wiegelende
riet is de Ooy-vlakte bij Nijmegen op haar
mooist.
Op de Waal stoomen veel kleurige schepen
de tallooze sehoorsteenen der steenfabrieken
langs de rivier stuwen hun rookpluimen de
lucht in, menscben zijn bezig klei te baggeren
uit den bodem, karren met steenen rijden over
de dijkwegen, de voerlieden beenen er met
zivaaieude stappen naast en houden met een
ruk aan de teugels de zware paarden in het
spoor.
Winter.
's Winters ligt er iets kils, Iets verlatens over
de Ooy, als over iedere vlakte. Geen enkele
vlakte tenzij ze besneeuwd is is jn den
winter op haar voordeeligst.
De volle kleuren van den zomer zijn dan ver
bleekt, de boomen zijn zoo naakt onder de
grijze lucht, de lijnen van alle dingen zijn zoo
scherp en strak, dat er leegheid is voor den
blik, die zich aan warme dingen wil vastklam
pen. Maar toch, dat gevoel van Waiwnte gaven
dan de lage huisjes, waar de rook stilletjes
uit opkringelde, de hooge sehoorsteenen der
steenovens, die van rookwolken dampten de
bedrijvigheid en de drukte der menscben' de
arbeid die de verlatenheid overwint.
.Ook dat heeft nu opgehouden. Op 1 Februari
zijn de Nederlandsehe ringoven-steenfabrieken
stilgelegd, omdat men overal met veel te groote
voorraden zit, die moeilijk verkocht worden,
zoolang de buitenlandsche steenen ongestoord
met tientallen millioenen in ons land worden
ingevoerd.
Verlatenheid
Nu is er wel iets heel troosteloos en verlatens
9 gekomen voor wie haar, zooals wij,
-n en \an haar houdt als de juichende zomer-
zonnevlakte.
\v ij maakten dezer dagen per auto een tocht
langs de fabrieken aan de Waal, die haar pro
ductie hebben moeten stopzetten, en de indruk
ken, die men dan opdoet zijn niet zoo heel erg
opwekkend.
De Ooy is van een vaal, hier en daar ver
dord groen, met donkere aarde-plekkcn, de
daaftszaepen staan kaal en strengelen hun
%f8ft.es takken in een bizar lijnen spel dooreen.
ilgen. hebben bruine, knoestige koppen
-w lijken heel oud, tot stervenstoe oud. dé
populieren zijn zoo arm en mager, dat je 't er
koud van krijgt.
fis Waal glimt grijsachtig onder de lage
lucht, hier en daar op de rivier vaart een lang
zaam schip moeizaam naar den dichtbijen
einder.
Er is stilte over de Ooy, een drukkende,
leege stilte. Men heeft twee soorten van stilte:
t e c lepe, ie vol is van mooie, verzwegen ge
heimen de levende stilte van een zoelen zo
mernacht, de droomerige van een paarse hei
in den herfst, de stilte van mensehen, die ver
zadigd zijn van geluk, en een andere stilte, de
troostelooze, zware stilte der verlatenheid, die
m huizen hangt, waar een doode is of een
groot leed.
Iets van die laatste stilte is thans over de
Ooy. De kleine huisjes liggen zoo diep in el
kaar gedoken en de vele hooge sehoorsteenen
der steenovens steken kaal en zonder zin om
hoog. Er wordt niet meer gewerkt.
at het loof voor de boomen is, dat is de
volle rookpluim voor den schoorsteen: leven.
Maar de vlakte ligt verstorven en het leven,
dat men waarneemt is mat en zonder intensi
teit.
Wij passeeren een rij arbeidershuisjes: man
nen in boezeroen, met kleibemodderde laarzeu
leunen in den deurpost, le zeggen niet veel.'
slechts nu en dan treuzelt een spaarzaam woord
hun uit den mond: wait valt er over armoe
veel te praten?
De dijkwegen, waar anders zware, Belgische
paarden de karren met steenen trekken, liggen
leeg voor ons, een brievenbesteller fietst er, een
verpleegster, dat is het eenige. We rijden langs
de kleiputten, het water is zwart en rimpelig,
riet pluimen steken er boven uit en tusschen
de rietpluimen zwemmen en duiken vlugge,
kleine eendjes: een enkel teeken van dartel
heid.
Maar op andere dagen won hier ook druk en
bedrijvig bagger werk: grondwerkers staken
met schoppen de klei af op de groote, ijzeren
excavateurs maalden haar uit den bodem en
stortten haar in de spoorwagentjes, die ramme
lend achter de zwarte, puffende locomotiefjes
af en aanreden.
hu grazen op de weien tusschen de putten
slechts enkele paarden, een mooie schimmel
met lange manen, een paar vossen, waarvoor
men geen werk heeft. Want er is niets te doen
De fabrieken
V ij naderen de fabrieken. Opzij gekanteld
staan de kleiwagentjes voor het grondsporen
in lange rijen naast elkaar opgesteld. In mas
sale, aaneengereide, vlerkante blokken liggen
de onverkochte steenen rond de fabrieken op
gepakt, overal waar maar plaats is, erlangs,
ertegen, tot binnen in de gang, die naar den
oven leidt.
Hier en daar hebben de lange, even rijen
zelfs een dubbele hoogte. „Hoeveel staan er
hier, denk je?" vragen we onzen leidsman. Hij
schat enkele oogenhlikken. ,,'n Zeven acht
millioen", gist hij. Bij epn tweede fabriek lig
gen er vier millioen, bij een derde en vierde
drie en zes millioen.
Rond de fabrieken staan de uitgekalkte ar
beidershuisjes met de rieten, groon bemoste
daken. Ook hier leunen groepjes arbeiders op
sommige plaatsen tegen de muren, praten sloom
en zonder interesse, of staren voor zich uit
over de rivier. Daar tenminste is nog een
schoorsteen, die rookt: de pijp van een enkele
stoomboot, die ronkend voorbij glijdt.
Wij stoppen en gaan een der fabrieken binnen
Onder de loodsen der oprij-terreinen staat
het vol met opgetaste rijen „rauwe steen", stee
nen, die nog ongebakken zijn en niet meer op
gereden mogen worden naar de ovens, Hoe lang
zuilen die leemkleurige blokken hier nog op
het warme vuur van den oven moeten wachten?
zal men na drie maanden weer aan het werk
kunnen?
Het is er alles doodsch en leeg, een neerdruk
kende verlatenheid. Als wij de oprijloodsen uit
komen, hooren wij het klankschuivelend geluid
van steenen, die op elkaar worden gezet: aan
den voorkant der fabriek zijn nog eenige sor
teerders bezig met het keuren der steenen,
maar het zij'1 er al te weinigen.
EEN OVERZICHT VAN DE RUÏNE DER KAPITALE BOERDERIJ te Olst, die Donder-
raagnacht getoeel is afgebrand en waarbij 24 stuks vee in de vlammen omkwamen.
Stervend vuur.
De ovens, waar men eenige dagen geleden
nog druk bezig was met het in- en uitkruien
der steenen, zijn nu aan het uitbranden. Langs
een nauwe, steile trap klimmen wij erboven op.
We staan verrast. Daarboven, onder hét dak
van den grooten zolder, dié hoog boveh ."den
vuurhaard ligt, zitten een twaalftal arbeiders,
op de grijze, stoffige planken in een kring bij
eikaar gehurkt: de oven is nog warm en hij
hen thuis wordt waarschijnlijk niet gestookt.
De mannen kijken op, als wij boven komen, tik
ken aan hun groote, verfomfaaide petten, zwij.
gen. Twee zijn er in een boek van den zolder
bezig met reparatieweTk.
De tallooze stookpotjes liggen dicht: de wei
nige kolen, die nog op den zolder zijp opgesla
gen, zullen niet meer gebruikt worden.
Wij nemen het deksel van een der stook
potjes en kijken naar beneden: daar zien wij
nog rood vuur in den oven gloeien, warm, rood
vuur, dat gedoemd is om uit te doctven.
Wij dalen langzaam de houten trap weer af,
stapstaP stap wij loopen rond
den oven, lichten een mat op, die voor één der
toegangen hangt, gaan een der „overkamers"
binnen.
Het is stikkedonker. Wij doen een paar stap
pen vooruit, struikelen plotseling over iets
zwaars, wij schrikken, voelen, hoe voor ons
iemand onihoogspringt.
Van boven, door één der stookpotjes wordt
een electrische lamp in yen oven geiaten, wij
kunnen zien.
Voor ons staat een bonkige arbeider, een
beetje onthutst als wij ze]f; 0p grond, op
rieten matten, die zij over de klei hebben uit-
gespreid, liggen tusschen den opgestapelden
steen nog twee anderen te slapen.
„De menschen zoeken hun troost maar In
den oven", zegt de baas, die met ons is binnen
gegaan.
Inderdaad, en misschien is het nog het aller
beste om te slapen, hier aan het warme hart
der fabriek. Maar over tien, twaalf dagen zal
het warme hart der fabriek kil geworden zijn,
de oven brandt langzaam leeg en dan zal be
ook hierbinnen te koud zijn om te slapen en
te vergeten.
Wij gaan weg, rijden verder. Bij een der fa
brieken is men bezig met verschepen Heel wat
minder booten dan vroeger, toen de Waal vol
was van lange sleepen, leggen nu aan den
oever langs de tasvelden der fabrieken aan;
het is ook aan de scheepvaart op de rivier
duidelijk te merken.
Maar toch, er wordt gelukkig nog hier en
daar verkocht, en als het schip Jangs den kant
ligt, is er weer voor een halven of ee>n heelen
dag werk aan den winkel De mannen pakken
met geoefende greep de stapeltjes steenen en
zetten ze mot een plof op den kruiwagen. Over
de smalle ijzeren kruigangen rijden ze de stee-
ueu op het schip, hol en knersend klinkt het
rollen der raderen over de ijzeren platen. De
zware, ruwe koppen der kerels staan onbewo
gen en strak, hun breede, verstukte manches
terbroeken flabberen moeilijk om hun beenen,
als zij roet korte stappen achter den kruiwa
gen gaan.
Toch ligt er matheid over het geheel, ,,'t Is
of den menschen iets scheelt", zegt de baas
zachtjes, en hij weet wet wat. De oude, magere
schipper zijn broek sluit heel strak om zijn
knieën en loopt naar beneden breed uit
hangt tegen een paal en rookt een pijp. Denkt
hij eraan, of hij nog dikwijls zal mogen terug
komen om vrachten in te laden?
Bezijden van het schip wieken zilvermeeuwen
boven het water, schieten omlaag, omhoog,
azend op visch.
Dat is mooi, maar niemand heeft er oog
voor: het is een slechte tijd voor de schoonheid,
als iedereen slechts aan eten en een beetje
warmte denken kan.
Naar den zomer.
Over den stillen dijkweg rijden wij n*ar
huis terug:" een paar kippen vliegen voor onzen
auto weg. Dat zijn kippen, die bij de arbei
dershuisjes thuishooren, en die op de weien
en op de kleine lapjes land achter de huisjes
wel voedsel vinden. Sommige arbeiders wer
ken in de tuintjes: daar telen ze hun aardappe
len en wat groenten, en in een lage kooi mes
ten de meesten wel een varken.
Daarvan en van het brood, dat de balrker hun
borgen wil meestal doen de bakkers dat
wel, gewend^als zij zijn aan de periodieke werk
loosheid der seizoenarbeiders hebben zij
dezen winter een schralen kost.
Zoo leven zij naar den zomer. Naar den zo
mer, als het wuivend riet weer suizelt boven
het water, als de wilgen lichtgroene pluimen
dragen en de populieren heen en weer deinen
in den avondwind, en als wie onzer hoopt
en verlangt het niet? de kale sehoorsteenen,
die nu steil en mager de lucht in steken, weer
warme zware rookpluimen hebben, teekens van
teruggekeerd leven. v. D.
Juiste definitie.
„Vader, wat is eigenlijk toch consequent
Consequentjongen, is: „vandaag zóó en
morgen zóó, niet vandaag zóó en morgen zóó".
„Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen
voor Christus".
Onze Brusselsehe correspondent meldt ons:
Mgr. dr. Cruysberghs, vicerector der Leu-
vensche Alma Mater, heeft te Mechelen voor
de plaatselijke R. K. Hoogstudentenvereeniging
een redevoering uitgesproken, waarin hij o.ra.
zeide, dat de Vlaamsche studenten goed heb
ben gedaan zich het ideaal „Alles voor Vlaan
deren, Vlaanderen voor Christus" voor oogen
te stellen.
Een volk is waard, wat zijn cultuur waard
is, en de cultuur is waard wat zijn godsdienst
waard is.
Het Vlaamsche volk verwacht van de stu
denten, dat zij eens tot de leidende klasse zul
len behooren en dat de Vlaamsche cultuur een
gezonde zal zijn, gebaseerd op de waarheid en
de schoonheid. Echter is het niet voldoende,
het overal uit te roepen, dat men een cultuur-
taak heeft, men moet deze taak verwezenlij
ken en daarom moet de R. K. Vlaamsche stu
dent bereid zijn, offers te brengen.
Het is een schande, dat thans duizenden
hun tijd verliezen met beuzelarijen en nutte-
looze discussies, in de plaats van te studeeren
en zich met ernstige dingen bezig te houden.
De student stelt al vast een groote daad, als
hij zijn dagelijksche taak volbrengt en voor
alles moet hij katholiek zijn. Hier deed spr.
een beroep op zijn toehoorders, om niet toe te-
geven aan de manie van het spel, die op groote
schaal onder de Leuvensche studenten
heerscht. De katholieke studentenjeugd, zoo
besloot spr. zijn toespraak, moet den H. Jo
hannes Berchmans tot patroon nemen, den
nederigen Vlaamschen jongen uit de Leuven
sche omgeving, die een groot heilige werd.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie!
Het iis waarschijnlijk niet ondienstig over bo
vengenoemde kwestie nog het een en ander op
te merken.
Met veel waardeering voor hetgeen Dr. L. B.
daarover op zeer heldere wyze uiteenzette en
waarmede h]j een inderdaad veel voorkomend
dwaalbegrip voor de zooveelste maal rechtzette,
meen ik toch, dat in verband met de (helaas)
snel voortgaande oorlogs-techniek de moderne
oorlog ook andere vragen opwerpt, die een nauw
keurige beschouwing en een nadere bepaling van
ons standpunt vragen.
Waar Dr. L. B. zich slechts tot taak stelde, de
zaak met betrekking tot de „soldaten" to be
spreken, noemde hy toch den modernen oorlog in
het algemeen ongeoorloofd en terecht.
Degenen onder ons, die geregeld de binnen- en
buitenlandsche uitingen van militaire en politieke
autoriteiten volgen, weten, dat men algemeen
aanneemt, dat de „komende" oorlog een in
dustrieels, potentieele een volkerenoorlog in de
beteekenis van volk tegen volk zal zyn. Veel
meer nog dan in '14'18 zal de geheele potentie
van het geheele volk op het eene doel gericht zyn
het winnen van den oorlog.
Om dan ook de kracht van den tegenstander
te breken, zal men de industrie-centra, de ver-
neers-knooppunten en, voor het moreel, ook
bevolkingscentra moeilyk kunnen sparen.
Ondanks de verklaringen en overeenkomsten
van tientallen regeeringen, houdt men algemeen
rekening met het feit, dat de moderne aanvais-
methoden ook (misschien wel juisttegen geheele
bevolkingen gericht zullen zijn
We behoeven in dit verband slechts te wHzen
op de luchtmanoeuvres in het afgeloopen jaar
boven Noord-Italie, waarby onomstootelyk kwam
vast te staan, dat luchtaanvallen op steden niet
met positieve middelen zyn af te wenden
Wanneer we nu nog even terloops wijzen op
de nieuwste vindingen: gasbommen van zeer
groote capaciteit, waardoor hft mogelyk is over
een groote uitgestrektheid zeei snel een tiental
len meters dik gasdek aan te brengen (de nieuwe
re gassen tasten de geheele huid aan); thermiet.
bommen, die brandhaarden vormen van duizeu.
den graden, waardoor blusschen met water is
uitgesloten; diep in den grond dringende brisant-
projectielen; wanneer we ëaarby in aanmerking
nemen da.t een kleine luchtmacht volgens de des
kundigen in één „raid" voldoende van genoemd
materiaal kau medevoeren om een wereldstad
geheel te desorganiseerenwanneer we bovendien
bedenken dat een groote mogendheid er een
luchtmacht van een paar duizend vliegtuigen
op nahoudt, welke in oorlogstyd verveelvoudigd
wordt, dan lykt het al zeer onwaarschynlyk, dat
er niet een party zal zyn, welke, ter vermyding
van een langdurigen positie-oorlog, dit middel zal
aangrijpen (met schending van „vodjes papier"
desnoods) teneinde een vlugge beslissing te for-
ceeren.
Waar nu positieve middelen tot afweer ten
eenenmale onvoldoende zyn bevonden (men leze
de verklaringen van lord Cecil o.a.) en de nega
tieve middelen, tot bescherming der burgerbevol
king zoo problematisch zyn, dat men in ernst de
ontruiming van groote steden overweegt, blyft er
voor de aangevallen party slechts over
represailles
Dat dit de algemeene meening is in de betref-
rende kringen blykt alleen al uit de gevoerde be
sprekingen in der Volkenbondsraad; verder uit
,.e. Persverslagen van de diverse regeerings-
via®en- Nu behoeft men heusch niet de „oor-
uS-theologen" er op na te slaan, om te weten
lp "urnen, dat dergelyke onmenscheltjke aanval-
p steden (ook als represaille) in stryd zyn
met de zedeleer!
gruwelen66^ Yaarschynlyk zjjn van deze
nimr a wettigt dan ook zonder twyfel de meo-
ongeoorlonfH0 ,moderne oorlog in het algemeen
selachtiiï ^o is. maar is het dan niet een raad-
cel Hke L2Va at er gevonden worden, die der-
fchouwen I?sc.heltl,theden als noodzakelyk be-
onzen sen'ee+° m onze kringen? Zoo meelde in
gen zeggen w" T,00raanstaand katholiek te mo-
e iuisteren naar de onophou-
v-ln m Trdfe vo^r aan den Paus- w «katholieken
\lt kathol «Jn w° vrede overtroffen door de
e^'ongeoorroo% gebleV6n d0°r
delen van groote staten (dus ft fortiori voor ons
land) met voldoende kannen zyn en represailles
niet moreel geoorloold zyn, zou daarin dan voor
ons land geen reden te meer kunnen liggen om
niet alleen méér naar 's Pausen smeekbeden te
luisteren dan tot dusverre, maar ook Zyn lichtend
voorbeeld te volgen en onze internationale positie
alleen op recht te gronden?
Keker er zyn bezwaren tegen aan te voeren,
maar we behoeven toch niet alleen onze roeping
te volgen, ingeval die er niet zyn?
Eén nochtans wil ik even aanstippen: gevaar
voor re volution na ire woelingenHet antwoord
hierop moet luideneen goed rijkspolitie-leger,
dat steeds ter beschikking is, vormt een betere
waarborg tegen aanvallen op het gezag, dan een
nog te mobiüseeren leger van dienstplichtigen,
waarvan een aannlerkelijk gedeelte juist uit die
min of meer revoiutionnaire kringen voortkomt
Dit schryven zou te lang worden, wanneer ook
de andere gangbare opwerpingen onder de loupe
genomen zouden worden.
Daarom tenslotte deze wenscli: Mogen de ka
tholieken van Nederland hun plicht in dezen be
seffen en zonder eenige reserve onze principes
bandhaven, ook wanneer door dsn nieuwen stand
der techniek een wijziging van de concrete toe
passing er van gevorderd wordt
„Moge Nederland groot zyr. in de dingen
waarin het groot kan zyn" ten binnen korten tiid
een schitterend voorbeeld gev-n van ontVape-
ning, zoodoende een hoeksteen SAnbrengend voor
het gebouw „onderling vertrouwen der volken''
en medewerkend „een blijvend overwicht van het
recht te vestigen voor de gemeenschap der
volkeren".
(Paus Benedictus XV in zjjn vredesboodschap
Aug. '17). B.
Naschrift.
De meening over den modernen oorlog, welke
de schryver in bovenstaand artikel voorstaat, is
een conclusie, verkregen door toepassing van de
door ons aangegeven onveranderlyke beginselen
op den oorlog, zooals hy is in onzen tyd. Wij
hebben deze conclusie niet ontkendwe hebben
haar aangegeven als de meening van wijze en
ter zake kundige menschen. Iedereen mag weten,
dat oolc wy ze als de ware meening aanzien. We
hebben dit niet uitrtrukkelyk gezegd, omdat liet
buiten de te behandelen kwestie bleef en omdat
we ons op dit speciale punt niet voldoende des
kundig achten, om er over te spreken in een
artikel, dat dient tot publieke voorlichting. Het
zou niet juist zyn (met het oóg op ontvangen
brieven, benutten wy dit onderschrift om er op
te wyzen) indien men uit ons artikel zou opma
ken, dat wy niet heftig tegen den modernen oor
log gekant zijn en geen voorstander zouden zij"
van de allerkrachtigste vredesactie. Iedere F'J
ging, om door juiste voorlichting van het Pu^oo-
den afkeer voor den modernen oorlog te Jo0et den
ten en yver voor den vrede te wekken,
sloten 13. Een bekend dagblad ln Kopenhagen
gaf hierover een groot verslag, waarin o.a, net
volgende werd medegedeeld. Alle buitenlandsche
orkesten Is aangezegd, dat zy vóór of op 1 Febr.
a.s. vertrokken moeten zyn. Hieronder zyn or
kesten, die reeds 3 jaren daar werkzaam waren.
Ook waren er by, die contract hadden tot I
Maart en 1 April. Het beroemde Marek Weber
orkest o.a. zou 1 Febr. daar beginnen, maar
werd ook geweigerd. By het verder doorleven
van bovengenoemd verslag, zien wy, dat ln De
nemarken op dit gebied dezelfde toestanden
heeracben, als in Holland. Een Duitsch orkest
van 12 personen verdiende byvoórbeeld 700 Kr.
per dog, terwyl een Deenscb orkest, dat 2 per
sonen meer teide, en bovendien in alle opzich
ten veel en veel beter was dan het Duitsche
slechts 350 Kr. per dag ontving. In ons gastvry
Holland is het. nog erger. Niet alleen, dat bui-
landsche orkesten
le. hier werkzaam mogen zyn,
2e. zoo lang kunnen blyven als zy willen,
3e. hoogere gage's hebben, dan Hollandsche.
«e. meestal veel minder ln kwaliteit zyn
nip?' afepn enkeien cent belasting betalen (ook
land z-"ntne' d,e al lan»er dan een jaar in Hol-
voorkomeni1?»0»6' Z1C'5, (om ee" relletie te
slagwerker tn ?d.vttllen' dat eCn Duitsche
kende Hollkndseh.0 well"aam, tegen be-
die jullie verdienen 'N00" de BaSe.
pen". Wanneer Mn va? J® Cigaretten koo
geleden ill Duitschland gazfjf™ derSf'Üks Jaren
de toestanden toen zóó mS z°u nebbe». waar
in Holland, met dat verschil' H?.nu n°8, fteeda
belasting van de gage werd a^ehoudln jnn'hfd
hy binnen een minuut naar de diewïc-nÜal
Rettungsstelle gebracht moeten worden ^nUh«t
verder werken was hem onmogelyk gemaakt
Speciaal ons Hollanders, die jarenlang half
Europa afgezworven hebben, en thans alle lan
den voor ons gesloten vinden, zoodat wy alleen
op ons eigen land aangewezen zyn, stuiten der-
gelyk toestanden het meest tegen de borst.
Wordt het nu eindelyk eens geen tyd, om
inplaata van de werkiooze musici naar het
Holland uitstekende musici genoeg. Er bestaan
verscheidene uitstekende Hollandsche dans"
orkesten en by vrykomende werkgelegenheid
kunnen er nog meer dan genoeg le klas orkesten
gevormd worden. Slechts enkele groote inrich
tingen in Holland hebben Hollandsche musici.
1 i ebben echter buitenlanders. Deze
laatste komen zonder uitzondering uit landen
n^Uii door rw muslcus geweigerd wordt
werkgevers °i door '-""Sanisatles van
werkfceversofmusici). Een enkelen keer wordt
ei^niefmet SS'S.
het Holfandsch'e de J?et,reffende autoriteiten en
voor de verleende plaatsruimte, dankend
Hoogachtend,
EEN NOG NIET WRRVTrvroa
ZIJND MISICUS. WERKL°OS
katholiek sympathiek zyn.
pr.
D. B.
DE BUITENLANDSCHE »IlJfcICT.
om op bovenge-
Wederom is er ranl"idscbynwerper te
noemd vraagstuk een "'"marken dat vanaf 1
richten. Thans ia het n,r.'niandsche musici
Febr. 1932 voor alle bu" fce"
WERKLOOZEN-HARINGVERKOOPERS?
Terecht is er in de kringen der talrijke door
geheel Nederland verspreide haringverkoopers
verwondering en ontstemming gewekt door een
ook in de dagbladen gepubliceerd schryven uit
gaande van het hoofdbestuur der Reedersvereeni-
gmg en gericht tot alle gemeentebesturen van
ons land, met aansporing werkloozen te belasten
met den verkoop van haring en voorhoudende.
dat bU eenlS serieus werken „gemakkelyk" 25
tot 30 per week zou kunnen worden verdiend.
Indien bedoeld hoofdbestuur eerst eenige in
lichtingen had ingewonnen by enkele speciaal
°P het binnenland werkende haringhandelaren,
zou spoedig gebleken zyn, dat de verkoopsmo-
geiykheden verre zyn overschat en dat bet niet
kan worden voorgesteld alsof het aantal verkoo-
pers te gering zou zy^.
Eik najaar geeft het verschyns®1 t® zien, dat
een groot deel der verkoopers den verkoop sta
ken moet, daar het blykt, dat het publiek in
den winter niet genoegzaam van haring houdt
zoodat een bestaan, ook by sterk gereduceerde
pryzen niet meer mogelyk is.
Wanneer men nu In het oog houdt, dat momen
teel in de beste verkoopsplaatsen van ons land
door de geroutineerde verkoopers met hun ken
nis, ervaring en vaste klanten en by matigen
verkoopsprys nauwelijks een belioorlyk weekgeld
kan worden verdiend, behoeft het geen betoog,
dat nieuwelingen in dit vak geen bestaan zouden
Vinden, laat staan een weekgeld van 25 tot
tsedèh«<4aam«Vej0eld hoofdbestuur het door onbe-
Kendheid met de ware toestanden tn dit
heeft voorgesteld. h^d^yf,
Mede door de bestaande werkloosheid is het
aantal verkoopers des zomers zeker toereikend en
vele wagens, fietsen, bakfietsen en zelfs auto's
bezoeken schier elke gemeente van ons land, zoo
dat het aantal verkoopers niet kunstmatig door
de gemeentebesturen behoeft te worden vergroot.
Op deze wyze zou de verkoop worden verdeéld
en verplaatst ten koste der hB.i'inSTverkoopers wier
vaak sober bestaan zou worden bedreigd en die
hierdoor zelf weder tot werkloosheid zouden ko
men te vervallen.
Een intensieve propaganda tot meerder gebruik
van Hollandsche harinS bis een by uitstek ge
zond en billyk voedsel, ugaande van de Reeders-
vereeniging ™or jepn mo# ,„nd,ache Haringvls-
sehery, door midd«met medewerking van de
dagbladpers. zbbm- tle |0g°°tere resultaten ge-
ven en de toenemen.
Er bHoopers!6611 tek°rt aan verko<>-
P ut' Mi1"h|®rvfrU?jÉ^Jeur' eaarne dank zeg
gend voor vet leende plaatsruimte, verblyf ik,
Hoogachtend,
W. KWAKKELSTEIN
Vlaarchngen. Binnenl. Haringhandel'.
De Schotsche barbier.
Schotsche barbier, die een nieuwen bediende
aanneemt: „Maar zomers betaal ik minder dan
In den winter".
Bediende: „Maar in den Zomer groeit het
haar tóeh net toe vlug als in den winter".
Barbier: „Ja, maar dan is 't niet noodig dat
je den klanten hun jas helpt ophouden".
Het openingsbod van één
Sans-atout.
Iir ons hoofdstuk betreffende de slagwaar-
den, aan de kaarten toe te kennen, hebben wij
évenaangestipt, dat men voor het bieden in
sans-atout niet zoozeer let op het aantal sla-
gén, dat men ln handen heeft, maar, dat men
daarvoor een systeem van puntentelling ge
bruikt. Velen echter willen van geen puntentel
ling hooren, zij bieden op een zeker aantal
slagen in de band, evenals bij een kleur-bod.
Neemt men echter zulk een bod onder de loupe,
dan zal men. het pun ten stelsel op zulk een
hand toepassende, al heel spoedig ontwaren,
dat m«n er volgeus dat puntensteisel even
eens sans-atout op geboden zou hebben en dat
er dus feitelijk geen verschil in is. Maar
het puntensteisel is veel gemakkelijker toe te
passen, vooral voor minder geroutineerde spe
lers en daarom n. o. tn. aan te bevolen. Waar
goede spelers door hun geoefendheid direct de
mogelijkheden in hun spe! kunnen beoordeelen
zonder te behoeven te tellen, hoeveel Se, Ts
dan wel punten er In zitten, is dit voor de
groote meerderheid der spelers vaak een moei
lijke taak om hun spel op de juiste waarde
te taxeeren en moeten zij nauwkeurig uitre
kenen hoeveel T-s, L-s dan wel S-s in hun spel
aanwezig zijn en welk bod zij daar op moeten
doen. Bij toepassing van bet punten-systeem
volgens den Amerikaan Work hebben zij slechts
bet aantal punten in bun spel op te tellen om
te zien of zij sans-atout kunnen bieden, daar
bij echter in acht nemende, dat men onder ze
kere voorwaarden nimmer sans-atout mag
bisden.
\!s 'openingsbod kunnen wij een sans-atout-
niet aanbevelen dan onder bepaalde om
standigheden en wel, dat het voldoende sterk
is om op te openen doch geen kleur bevat, die
geboden kan worden wegens gebrek aan lengte.
Dit kan met een duidelijk voorbeeld worden
toegelicht, al is het dan ook een gezocht voor
beeld, hetgeen echter niet ter zake doet, daar
het slechts dienen moet om onze bedoeling
weer te geven
Men heeft in handen:
O
A
A
A
A
A
H
H
H
X
V
V
V
X
X
Dit zijn 19 slagen in sans-atout, doch «en
biedbare kleur zit er niet in, wajjt rle eenige
'•'ier-kaart bevat slechts het Aas. Een kleur-
hod is yua uitgesloten doch als sans-atout-bod
voldoet het aan alle eiSehen en geeft 't de
volle zekerheid op 10 slagen.
Natuurlijk zijn de meeste spellen niet zoo
eenvoudig to bieden, want het bovenstaande
is zonder slagwaarden én zonder eenige pun
tentelling door elk beginneling te bieden, maar
wij geven het slechts als illustratie van een
sterk spel, waarop niet in kleur kan worden
geopend.
"VVij stellen daarom als eerste eisch voor een
sans-atout-opening: De hand bevat geen bied
bare kleur, vooral in Bch. of H.
Wanneer men in de hand een singleton of
een waardeloozen doubieton heeft, dan mag
men er geen Sa op bieden, want het gevaar,
dat de tegenpartij een reeks slagen in die
kleur van singleton of doubieton zal maken,
is té groot. Bovendien zal dit nimmer noodig
zijn, want buiten de singleton of doubieton*
bevat de hand nog 12 dan wel li kaarten en
daarin moet dus zeker een vierkaart zitten,
waarop men bieden kan.
Dit geeft ons den tweeden eisch: Geen sing
leton dan wel waardelooze doubieton in het
spel.
Wordt dus een openlngs-bod in Sa gedaan,
dan weet de maat alvast, dat aan bovenstaan
de eischen wordt voldaan.
Wenscht men geen puntentelling toe te
passen, dan zal het openingsbod van één-Sa
moeten bevatten: 2% T-s over minstens 3 kleu
ren verdeeld en aan T-s L-s minstens 4 S-s.
Dus dezelfde kracht als een openingsbod in
kleur met dit verschil, dat de T-s verdeeld
moeten zijn over minstens drie kleuren en dat
geen biedbare kleur aanwezig is terwijl geen
singletotn dan wel waardelooze doubieton
in het spel zit. Dit is het minimum openings
bod van één-Sa,-volgens het slagen-systeem.
We laten nu hieronder de puntentelling
volgens Work volgen:
Aas 4 punten.
Heer: 3 punten.
Vrouw 2 punten.
Boer: 1 punt.
Twee tienen: 1 punt.
Zoowel voor bieder als voor tnas.t.
Bovendien mag men voor den maat nog
extra, boven de punten van dit lijstje tellen:
Voor een vijfkaart. met 3 tophonneura 3 p.
idem 2 Idem 2 p.
idem 1 1 P-
Teneinde met 1 Sa te kunnen oponen, moet
men hebben:
Gever 13 p. en 3 gedekte kleuren.
2e hand 12 punten en 3 gedekte kleuren.
1 Sa
3e hand 14 punten an 3 gedekte kleuren.
4e hand 15 punten en 3 gedekte kleuren.
17 p. en 4 gedekte kleuren.
2 Sa Alle handen
19 p. en S gedekte kleuren.
3 Sa. Alle handen: 21 p. en 4 gedekte kleuren.
Teneinde het overzicht gemakkelijker te
maken geven wij hier de vereiachten voor een
2 Sa en 3 Sa, wij komen daarop echter terug
bij de hoofdstukken, welke de twee- en drie-
biedingen behandelen.
In den aanvang Tan dit hoofdstuk verklaar
den wij geen voorstanders te zijn van een
openingsbod in Sa en wij deden dit, omdat wij
een kleur-spel veel veiliger vinden mits ge
baseerd op goede fundamenten, gelijk wij die
aangaven in het hoofdstuk over het openen
met één in kleur Dit is geen particuliere mee
ning van ons zelve, zij wordt gedeeld door
alle schrijvers van naam, welk systeem zij ook
voorstaan, en de grond er voor is zoo logisch
mogelijk. In de meeste spellen toch zit een
zwakke plek en deze is middels aftroeven in
een kleurspel te omzeilen, doch in Sa
steeds een gevaar in. Toch achten wij ee"]e',,r.
opening te verkiezen boven een zwakkteis yus
opening, vooral in een Tler-kaart. He
weer het oude liedje: „Moet"worden,
nen in contract-bridge niet
bepaalde omstandigheden en
b°Maar?aleen Sa-bod moet waarborgen inhou
den en die zijn boven omschreven en worden
nogmaals herhaald: Een minimum aantal sla-
gen of punten (4 S-s. waaronder 2H T-s over
minstens 3 kleuren als minimum dan wel 13,
12, 14 of 15 punten al naar gelang van de
hand, die het bod uitbrengt), geen biedbare
kleur, geen singleton of waardelooze doubieton,
minstens drie gedekte kleuren, d.w.z. kleuren'
waarin men zoodanige hooge kaart heeft dat
men de tegenpartij er zeker één keer mede
kan tegenhouden.
Enkele voorbeelden van een opening met
1 Sa mogen hier ter verduidelijking worden
gegeven:
Punten
Punten
'union
41 A-V-S 4
f
A.v-B
7
4 A-7 4
4
8-6-4
-
9 f 1-8 5.0
3
9 A-5-3
4
0 H-V-5
5
0 8-6-4
0 B-6-3-2
1
V-10-8
2
H-U-ö
4
4W H-9-5
3
Bied 1 >va
13
Bied 1 Sa
14
1 Sa in 2e h
12
4 B-10 9.5
J
H-V-B-10
4 H-B-7-4-2
4
f? A-H-7
7
A-V-3
6
V V-10-8
2
0 8 6-2
0 7-5 2
0 A-V
6
A-V B
7
H-8-6
3
4» H-8-7
3
Bied I Sa
15
Bied 1
15' Biod 1 op 5-krt
15
In de gevallen 1 t/m. 3 wordt 1 Sa geboden
en wel in: l omdat de hand 13 Sa-punten telt
en geen vijfkaart' 0p di' spel kan zoowel in
Z ute .1» id0f 2d%h/nvd S* geboden worden.
2 m late. -de en 3de hand kan Sa geboden
worden, want e and heeft 14 Sa punten en
geen biedbare 5-kaart.
3. slechts in de 2de hand kan 1 Sa geboden
worden, want de hand telt juist 12 Sa-punten.
4*.en,DI 11 aile handen kan 1 Sa geboden
n 15 ?a Pllnten'
6 hand telt 15 Sa-punten doch bevat
een biedbare 5-kaart in Sch, daarom behoort
er geen 1 ga> yocjj -j gcll_ 0p gehoon te
worden.
Nadrukkelijk wordt gewezen op bet feit,
dat alle voorbeelden in de hand drie gestopte
kleuren hebben.
Het antivoord-bod op het
één-in-kleur-bod.
Indien geopend Is op één in een der Kleu
ren, dan weet de maat, dat: in de hand, die
opende, zich bevinden minstens 2M topslagen
benevens een vijfkaart. in de troefkleur, dan
wel minstens 3 T-s benevens een vlei'kaait,
waarin lln T-s, wrij hebben zulks in bet hoofd
stuk over bet ope.ningsbod vau één-ln-kleür
duidelijk uiteengezet.
Wat heeft de maat nu te doen
a. Hij kan passen.
b. Hij kan steunen in de geboden kleur.
c. Hij kan het bod overnemen, d.w.z. hij
kan in een andere kleur dan wel in Sa bieden.
a. Wij hebben reeds verteld, dat bij bet
openen op één-in-kleur gerekend wordt op 2
S-s bij den maat en 1 S-s uit de combinatie
van de 26 kaarten der beide handen. Heeft nu
die maat niet meer dan 2 S-s in handen, dan
kan hij niet steunen, doch hij moet passen.
Heeft hij wel 2 S-s in handen doch onvoldoen
de troefsteun, dan mag hij ook niet verboo-
gén doch moet eveneens passen. Troefsteun
kunnen wij onderscheiden in: onvoldoende
steun, d. i. X of Xx in de geboden kleur,
dus één of twee waardelooze troeven, verwachte
steun, d. i. AX, hx, vB of XxX,
dus een goede twee-kaart dan wel een lage drto-
kaart in troef, en aanvullende steun, d.i. A of
H of V derde danwel XXXX.
Heeft nu de maat onvoldoende troefsteun en
is zijn spel niet voldoende sterk om ln een an
dere kleur dan wel Sa te bieden, dan wei in
dien hij slechts den verwachten troefsteun en
niet meer dan 2 S-s heeft, terwijl hij ook geen
andere kleur dan wel Sa kan bieden, dan moet
hij passen.
b. Verhoogen in de Kleur. Heeft de maat
den verwachten troefsteun dan wel aanvullends
troefsteun en meer dan 2 S-s in handen, dan
mag bij bet gedane bod verhoogen en wel
met i trek meer voor elke S-s, die hij meer
dan twee in banden heeft. Immers de maat
verwacht troefsteun, hetzij de verwachte hetzij
meer, bovendien rekende bij slechts op 2 S-s
en is dus bij troefsteun elke S-s meer dan
twee een trek meer dan verwacht werd, waar
mede dus verhoogd kan worden.
Bij de taxatie van de S-s in eigen band be
hoort de maat van bem, die opende, goed re
kening te houden met, de volgende feiten:
x—x—-x—x danwel B—10—* ia d» ge-
boden kleur is ln zijn hand f-a waard;
xxx_x--x 1 S'S terwijl hij voor
A, H of V in de geboden Kleur )n eigen hand
eveneens 1 S-s mag rekenen. Bovendien mag
bij. juist omdat bij weet. dat zekere T-s in het
openingsbod zitten, zijn eigen T-s iets booger
rekenen, omdat zij veel kans hebben gedekt
te worden door de T-s in handen van zijn maat
en wel:
A-
H-
H-
H-
_VB inatode van op 3 T-s
_yx idem tl 0p 3 T-s
_Bio idem
-B—x idem
1% o-P 2 T-s
1 op 1% T-s.
Ook moet bij goed rekening houden met zijn
korte-kleur-slagen, d.w.z. met de slagen, die
hij met kleine troefjes kan maken op een
chicane, singleton dan wel doubieton. Wij ga
ven zulks reeds duidelijk aan by de behande
ling der slagwaarden.