ij-*****
TL ZST.*iï!J,T,m"
MENSCHtN EN MEENINGEN
MAANDXG 5 FEBRUARI
DE SPAANSCIiE
JESUIETEN.
PASTOOR graaf bediend.
J »- elenbaas. t
DE MOORD OP DEN HEER
ESCHAUZIER.
Requisitoir en pleidooi.
koohte kb?1 '"f Werd ln een tevoren ge"
pakhi gedaan en per auto naar het
mv •UIS ln ('e Westerbaanstraat gebracht. Het
sp*Lm te vrasen-
DE LOTERIJ VOOR HET NATIONAAL
CRISIS-COMITE.
AAN DE GEVOLGEN OVERLEDEN.
CONTACT TUSSCHEN DE OSLO-
STATEN.
Besprekingen te Genève.
AANWIJZING VAN VASTE
VERTEGENWOORDIGERS.
UIT DE S. D. A. P.
DE BIECHT i
DE ZUIDERZEEWERKEN.
Voortzetting van de inpoldering
verzocht.
Adres van de Zuiderzeevereeniging
aan de Tweede Kamer.
waar de vele duizenden naar toe m<Mï.
StUU J AffAPnomdn
ibor;
waaronder het Qf wie het werk
Barcelona, cac.
ten, midden in een et overnemen;
ten. wie de la1?°1.a'^'f chemische Instituut
t>eK6' - c win hpt wprb
wachten van
G. Nijpels, de ver van clericale correspon
dent van het liberale „Alg. Handelsblad" be
spreekt de verbanning der Jesuïeten uil
Spanje en schrijft:
Vanwege de calle, de straat, de bij alle
Tevoluties zoo gevreesde minderheiu der ru
moerigste revolutionnairen, en in ouderlin
gen wedijver in antielericalisme, kwam echter
ook artikel 26 in de grondwet; en die onge
lukkige omschrijving van de jezuïeten als de
orde, die een speciale gelofte van trouw aan
een vreemde mogendheid aflegt, was nog
liefst een vondst van den tegenwoordigen
premier. (De socialist Azana, Red.)
De schrijver citeert de gelofte en vervolgt;
Men zal moeten toegeven, dat hieruit
slecht te lezen is wat in artikel 26 van de
Spaansche grondwet genoemd werd „een an
dere, speciale gelofte van gehoorzaamheid
aan een ander gezag dan het wettige van den
Staat."
Maar Barbertje moest hangen; men had
den revolutionnairen, anticlericalen massa's
in de dagen van de oppositie onder de mo
narchie zóó dikwijls beloofd, dat alle kloos
ters en kloosterbezittingen geconfiskeerd, en
alle kloosterlingen, de jezuïeten vooraan,
het land uitgejaagd zouden worden, dat men
•thans, nu de ontgoochelden het hoofd op
ken, druk bommen maakten en zich va^
macht meester wilden maken, tenm n
meest gehate dezer orden als Pr0
uitleveren. „verhaast, dit
Zoo kwam, blijkbaar zeer nog
decreet tot stand; overhaast, al
niet eens uitgemaakt blijkt entingen van
vele door jezuïeten gedreven i gebeuren,
onderwijs en kostschol,eo"rnncen en studen-
waar de vele d,"'*"r"1en 1
ten, midden in
ten, wie de U
waaronder het
van Sarria bij1»-twee groote sterren-
sóanje die van Granada en die
laatste in de wetenschappe-
van ^e^. de laa observatorio
lijke wereld meer De**""
del Ebro, dat geleid wordt door den beken
den jezuïetenpater en astronoom Ho dós
De schrijver heeft het vervolgens over een,
volgens hem, politieken flater van pater
Torres.
Als 't waar is, wat de heer Nijpels schrijft
dan nog stellen wij de vraag: le. met welk
recht moeten duizenden menschen boeten
voor de fouten van één man; 2e. als de Orde
schuldig te boek staat aan de fouten van één
of enkelingen, waarom heeft men dan de
uitdaging der Spaansche Provinciaals niet
aanvaard en de Compagnie of haar schul
dige leden voor de rechtbank gedaagd?
De schrijver vervolgt:
De jezuïeten waren, terecht of ten onrech-
te, in. Spanje steeds bij zeer velen gehaat.
Carlos III liet ze in 1767 reeds uit het land
zetten en dat op heel wat hardvochtiger wijze
dan thans. Ze werden een kwaden nacht op
staanden voet uit hun kloosters verdreven
en, te voet en in den winter, naar enkele
kustplaatsen geleid vanwaar ze naar Corsica
werden overgebracht.
Inderdaad, Karei III vaardigde de prag
matieke sanctie uit, maar (net als Azana
c.s.) hield hij de motieven voor zijn daad be
sloten in „Zijn koninklijk hart". Toen dertig
jaar later de in beslag genomen archieven
der Sociëteit gerechtelijk werden onderzocht
vond men niet één bewijs van schuld aan
wandaden, waarvan de Sociëteit was beticht.
De schrijVer besluit:
daf ^e^TeeM ®r' ter«ht, met dat Spanje,
scholen heeft ^nfT^ <inderwijzerS en gedn
strijden, in het m ,anaIr>hat>efl3lne b
de rest van Spanje zo° ve,r b°V6n
kunnen heden nog eif i,8*ekende Barcelona
onderwijs krijgen, omdat d kinderem ge€n
ze zijn maar dat toch d S®en 8choIeM voor
zooveel duizenden kinderen aderwU'zers van
schooljaar verjaagt naar ïu',wmidden in
landen ais België, Nederland J?nbeschaafde
Vereenigde Staten, Duitsehlai a^nkrijk, de
enz., om zich met één slag l Engeland
te stellen als zulke hoogst oft zel£de pe''
ties als Rusland en Mexico, W 'kkelde na-
Men spot met een regeer!ng, di
den jezuïeten zoo staatsgevaarlijk duiz®n-
za er onmiddellijk uitmoeten, ,..aokl dat
honderdduizenden der anarchistic v.' Van de
dicalistische en communistische j syn"
naJes wier speciale geloften van !"ternatio-
buitenlandsche opperhoofden men r°Uw aan
kent, maar wat goed verondersteUe^'?1 niet
slechts een vierhonderdtal gedeporteerd
en de overigen rustig in Spanje mogen '<bp-t
ven bommen maken en kranten volstoppfa
met volksvergif
Dit is het eenig spoor van hetgeen op Pro
test lijkt tegen de met alle wetten stiijdende
onrecht, dat een groote groep burgers wercl
aangedaan. Iïet is niet veel, maar toch iets.
Onze eenige troost is, dat veel Nederlandsche
liberalen in hun hart de Spaansche schande
even meedoogenloos veroordeelen als wij.
Het spijt ons alleen, dat de liberale pers,
op een enkele uitzondering na, het onrecht
zoo goed als zonder protest Iaat passeei en
Zou dat nu ook geschieden als duizenden
Joden zonder opgaaf van redenen werden
beroofd, verjaagd en verbannen uit een Ka
tholiek land in 1932?
De
de parochie^' **eer J- F. Graaf, oud-pastoor van
dam, sinds j incentius a Paulo, te Amster-
rust", te Overf' 1931 rustend in Huize „Duin-
voorziea van de6!!.' Is Vrijdag uit voorzorg
aatste H.H. Sacramenten.
L'dWig DASIO. f
Teng«wlg6 ^an
„hen op 65-jarigoj beroerte is
plastiek UH1 overleden
te Mun-
nuitSche Plastiek zoT'"™ overleden de in de
rof I>udwi£ Hasio heiende beeldhouwer
prof.
lCrUimngen is Zate^ T
t v Dleh'baaS' burgetneT .°verleden de heer
aeeeter
en secretaris
DR. N. FRANK
Zató^agnlMtla?, is Mar,
ouderdom va. jaar overleden*, ln d<m
J™dr- N. H.
Zaterdag is de behandeling van de strafzaak
tegen J. A. J. H. K. en J. O. W. P.. verdacht
van moord op den heer W. G. J. sc auziei,
voor de Haagsohe rechtbank voor «eze
Het woord was thans aan den Officier van
Justitie, jhr. mr. dr. L. H. v. van sci
van Wijck, tot het nemen van zijn requisitoir.
Spr. komt eerst tot de valschheid in
schrifte op 15 April, omdat deze aan den
moord is voorafgegaan. Verdachte K. is gedag-
vaard wegens het te s Gravenliage, althans
in Nederland opzettelijk valschelijk opmaken
van een schriftelijke kwitantie met een op de
rugzijde daarvan gestelde schriftelijke betaal,
hall-stelling op naam van den heer Esohau-
zier tot een bedrag van 5z25 en met een
val soli e onderteeken'ing op voor. en achter,
zijde. Verdachte heeft dit op allerlei manieren
trachten te ontkennen, maar daartegenover
staan vele aanwijzingen
Vaststaat dat de kwitantie was vervalsoht,
zoowel op de voor- als op de achterzijde. Ook
is aangetoond dat enveloppen en schrijfpapier
pij een en ander gebruikt, door K. waren ge
kocht in een bepaalden winkel, waarvan de
juffrouw hem heeft herkend. Tenslotte de
briefwisseling met den heer Weimbach wiens
handteekemng luj op deze wijze wist te heko
mfn'hbeidniT,en lnder be,wÜst voldoende de
valsohheid in geschrifte
gJthasnprk?mnd9 'V0 6i»e moordzaak
naar het nern' de beer Eschauzier
^elokt. De h» "n (ie Pr- Hendrikstraat is
en K 'en P f l' llam pIaats la een fauteuil
Pen fL mSden Voor de vest.
den mondP fet aeitber 'werd den heer E. in
ken sein UhW<)' Dadat P' op het af&espro-
werd f binnengekomen en de lieer E.
eewnrfd^TA 811 6n met een touw om den hals
"raLoiiAkumuaai gouracui. nei
'n de kist wordt in het pakhuis neergezet
11 3e'de verdachten gaan heen.
Spr. wees er verder op, dat K. bij zijn ver
loor ontkende de bedoeling te heibben gehad,
den heer E. te dooden.
Het in de kist stoppen van den heer E. en
zich verder niets meer van hem aantrekken
wijst er echter op, dat die bedoeling wèl heeft
voorgezeten, doch meer nog wordt dit aan
nemelijk gemaakt door de wijze waarop ver
dachte het geprepareerde touw er voor ln orde
had gemaakt, evenals de aetherprop, het koo-
pen van een kist, het huren van een pakhuis
enz. de deskundige dr. Rochat heeft voorts
verklaard, dat wurging de doodsoorzaak moet
zijn geweest.
Verdachte K. heeft getracht, dit anders voor
te stellen, n.l. door te zeggen dat hij geld
moest hebben van het slachtoffer, dat echter
dit geld niet geven wilde en daarom moest
worden gedwongen tot het teekenen van accep
ten, hetgeen dan in bot pakhuis zou zijn ge
schied, waarheen K. den heer E. in bewuste-
loozen of verdoofden toestand zou hebben ver
roerd, om hem vervolgens bij te brengen en
ot teekening te dwingen. Spr. betwist de logica
ran deze gedachte. Spr. wijst er op, dat K.
ang tevoren den opzet heeft gehad den heer
E. uit den weg te ruimen.
Aan den anderen kant zijn er omstandig
heden, zooals het loslaten van den deksel van
de kist en de wijze van binden, die er op zou
den wijzen, dat IC. niet den opzet tot dooden
heeft gehad en dat aan het verhaal van K.,
hoe onwaarschijnlijk overigens, toch wel eenige
waarde mag worden gehecht. Daarom is sub
sidiair vrijheidsberooving, den dood tengevolge
hebbende ten laste gelegd.
Spreker ziet op grond van laatst bedoelde
mogelijkheid af van den primair ten laste
gelegden doodslag.
Wat evenwel overblijft is nog ernstig ge
noeg: de vrijheidsberooving den dood tenge
volge hebbende, en de valschheid in geschrifte.
Spr. acht den diefstal van bankbiljetten tot
een bedrag van 100 bewezen.
Hier is een misdrijf gepleegd onder de meest
bezwarende omstandigheden waarvoor mén
den verdachte het volle pond moet geven. En
dat volle pond is in casu 12 jaren gevangenis
straf.
Bovendien heeft verdachte K. valschheid in
geschrifte gepleegd, zooals in den aanvang
is aangetoond.
Deze verdachte is een gevaarlijk mensch
voor de maatschappij; hij moet daaruit voor
den meest ruimen tijd worden verwijderd. De
wet laat toe, in dit geval de strafmaat met
1/3 te verhoogen.
Spreker reguireert tegen K. terzake vrijheids
berooving, diefstal en valschheid in geschrifte
zestien jaren gevangenisstraf.
(Verdachte hoort dezen eisch met ingehou
den zelfbeheersching oogenschijnlijk kalm aan.)
Thans de tenlastelegging tegen verdachte P.,
die K. bij de wederrechtelijke vrijheidsberoo
ving behulpzaam is geweest en die heeft deel
genomen aan een complex van handelingen,
daarmee samenhangende. Spr- beschouwt P.
als mededader, daar deze rechtstreeks aan de
misdaad heeft medegewerkt. Verder is P. ten
laste gelegd poging tot afpersing. In elk ge-
VaI is de hem ten laste gelegde heling be-
^czen, want P. was in de zaak betrokken en
b^m v-as een haantje bij de N. V. beloofd
de)ej|eer h'"® volsens afspraak met K. zou han-
Tooreker vindt intusschen aanleiding om
mavi Y€rdachte P. een straf vèr onder het
heidsbc reQuireert tegen P. wegens vnj-
v-oor dei^0^-'11" en een gevangenisstraf
(Ook tijd Van vier iaren-
kalm.) Verdachte P. blijft oogenschijnlijk
Pleidooi van mr. Neder-
Mr. F, j .T Vee'1-
stateert, dat Nederveen uit Roermond con-
als advocaat -J in zUn jaren lange loopbaan
zelden zulk PPri a' is hlj nog niet oud nog
n verwarring van verklaringen
ft bijgewoond. Hij gaai-
op de kwitantie^"*""''ngen inzake het sclirift
der deskundigen t w?rrlng
uitvoerig hun verkt?? bSjgewoond- Hb ,ga.^
op de kwitantie Tfringen iazake het scl,ritt
constateert, dat 'te„Ti' t!n achterz«de' na en
van de handteekenin, ten .aanzie,J
menige zekerheid is op de voorzijde met
chreven zon r, erk'aard, dat zij door li-
geschreven zou moeten ziin
Aanvankelijk heeft m V'a u j
fieier zelf wel veel gedacbt zou de
Sc ten laste aarde hebben gehecht
aa°, >"5 van valschheid in
geschil aard€ van enkele getuigen
verklaringen irtwijfel te hebben getrokken,
meent P- oor een veroortjee]in van
IC. ter zake valschheid in geschrifte niets over
blijft.
Pleiter komt dan tot den tragischen afloop,
dien de zaak op 9 Mei heeft gehad
Hef requisitoir van den officier draagt ten
opzichte van het primair tenlaste gelegde
een ridderlijk karakter.
Pleiter weigert, alsnog te gelooven, aooals
iiij van liot begin, af hoeft ge daan, dat de®e
In 25 loterijtjes gesplitst.
Naar aanleiding van verschillende berichten
1 in de dagbladen, betreffende de loterijen ten
bate van het Nationaal Crisis-Comité, deelt het
voorloopig secretariaat, Amsteldijk 801 te
Amsterdam mede
De berichten in dezen vorm waren niet vol
komen juist, daar inderdaad met de wet geen
250.000 loten mogen worden uitgegeven, ge
zien het feit, dat iedere loterij, strekkende tot
een goed doel, het bedrag van 60.000 niet mag
overschrijden en zullen derhalve 25 loterijen
worden georganiseerd, elk groot 10.000 loten.
Gift van H. M. de Koningin.
Ter nadere preciseering van het gisteren ge
publiceerde bericht wordt gemeld, dat H. M.
de Koningin een bedrag heeft beschikbaar ge
steld voor het Nationaal Crisis-Comité, spe
ciaal ten behoeve van de noodlijdende toon
kunstenaars.
In een der hallen van de groote sinaasappelenveiling, die voor export naar Duit
land te Venlo is ingericht.
verdachten den opzet hebben gehad een dra.
ma te begaan, zooals is geschied, en dat in
een stad als dein Haag dadelijk aan het licht
zou komen. Verdachten hadden niets aan den
dooden heer E, wèl aan diens medewerking.
Indien zij den opzet hadden gehad om den
heer E. te dooden, dan hadden zij wel een.
voudiiger middelen kunnen toepassen. Zij heb
ben tevoren kisten gezien die zij hebben af
gekeurd omdat die te klein waren, niet om
'n lijk, doch om 'n levende erin te verberg©m
Gezocht is naar een flinke an zindelijke pak
huisruimte, met licht en lucht. Plan om
iemand te dooden, hebben verdachten niet
gehad.
Als nien nauwkeurig elke letter uit het
dossier volgt met 1/10 van de menschenkea.
nis van de rechtbank, dan zal men erkennen
dat beide verdachten elkaar hebben trachten
wijs te maken dat de heer E. nog leefde. Het
verwonderde hun, dat de heer E. zich plotse-
ling niet meer verweerde, terwijl toch de heer
E. iemand was van sterk postuur, die zicD
gemakkelijk zou hebben kunnen verweren, a]
heeft pi. den lieer E. nimmer gekend. Dit
niet verweren is raadselachtig. De heer E. js
zonder eenig toeken van verwonding, verzet,
loos geworden.
Beide verdachten hebben in de psychose
verkeerd, dat de heer E. eenvoudig buiten be
wustzijn was geraakt; in die psychose hebben
zij verder gehandeld met het transport naar
het pakhuis, tot zij geen raad meer wisten.
Tot een andere conclusie kan pleiter nje^
komen.
Wat de doodsoorzaak van den heer E. aan.
gaat, het zwaartepunt ligt in de medische ver.
klaring, volgens welke het zeer wel mogelijk
is, dat het touw los om den hals is gelegd. De
onhandigheid van de verdachten om een p,rop
in den mond van don heer E. te'duwen, die te
groot zou zijn geweest, is ook uit dat rappo,rt
te distilleeren. Indien de heer B. zou zijn g®.
stikt door het touw, dan zouden er andeïV
sporen moeten zijn gevonden. D© prop zou
met aether zijn gedrenkt, maar er zijn geen
sporen van aether gevonden. Vermoedelijk
hebben zij aether ia w verdunde oplossing
PlXSr f h6t Seen &1>0'ren acb'tea-Uet.
teSf er?rt Zich ten aaaz^n van den
vi n /I ff® egden doodslag aan het oordeel
n o icier, dat die doodslag niet is aan,
getoond, omdat de opzet heeft ontbroken.
tomende tot de subsidiaire vrijheidsberoo-
ving, wijst pleiter er op, dat het zeer wel mo-
geluk is dat de prop in den mond eerst later
is aangebracht, toen de lieer E. reeds huiten
er\\ eer was geraakt, doch vóór de binding-
Indien deze binding is geschied toen de heer
a- dood was, dan vervalt eveneens het
element der vrijheidsfoerooving.
He,, aangrijpen door de verdachten van den
heer E. kan hoogstens als poging tot vrfiheids-
rooving wor<len aangemerkt. De kwestie
van den prop in den mond is geen onderdeel
van de vrijheidsberooving, want met een prop
in den mond kan men zich nog wel verweren.
Ten aanzien van de poging tot afdreiging
'n,.vereenigin= is de dagvaarding zeer ondui
delijk.
Pleiter eindigt met de hoop uit te spreken,
dat d0 spreuk van de Utrechtsche universi
teit ook hier moge gelden „Sol justitise, »-
ons nos"Zon der gerechtigheid, beschijn
De president vraagt den verdachte K. nog
gehuurd derdaad aUt° °P eig6n naam bee"
Verdachte antwoordt bevestigend
vlZ' ^e'k adres hebt u opgegeven?
ik noe- f Van Galenstraat, want daar had
1Jt nog n sleutel van.
diSraauTW°°nae aI In 06 PrinS Hen"
daclite Dat is mij zoo niet ingevallen.
Pleidooi van mr. Bourlier.
lierYo'tVet h®1 ,woord aan mr- E. J. S. Bour-
dachte p °U Gn Van zijü Pleidooi voor ver-
en goed vnnrm t zuiver, evenwichtig
heel onbevangen. Justitie niet ge-
Det plan, dat d6 bcidp inno-r» t
be« g,„U
geen spr. met enkele woorden no a l
De heer Eschauzier stond hev ®a aantoon
brave man, bereid om te hein alS
Verdachte K. heeft P sSf" Waar hij k°n:
heeft Bezeert- „u in 7\ vrUgelaten. Hl]
heett gezegd, als ju niet mee wil doen rten be
hoef je niet. Maar de jongen had hef helooïd,
en voor iemand tot 20 jaar is de belofte noB
heilig (gelach). Juist de mededeeling- je be-
hoett niet mee te doen, prikkelde P nog meer
om wel mee te doen, omdat hij eenmaa be-
ioofd had mee te zullen doen. AanvankeS Z
P. er slechts bij zitten om niets te doen. Hij
zou alleen maar wachten of het slaapmiddel
zijn werking zou hebben. Pleiter is overtuigd,
dat P. niet geweten heeft wat er eigenliik --e-
beuren ging. Wel wist hij, dat hij alleen "de
handen en beenen van het slachtoffer zou moe
ten vast houden als een doek om den mond
van den heer E. zou worden gedaan
Toen het er op aankwam moest K. doortasten,
alleen reeds uit prestige over p. Beiden wil
den den heer E. geen kwaad doen, doch zij
wilden hem een doek om den mond binden en
diens handen vastleggen. P. heeft volgens K.
z'n hand gelegd op den mond van den heer E.
om den prop er verder in te duwen, doch dit
is zeer onwaarschijnlijk, want P. had zijn han
den noodig om den heer E. te binden. Trou
wens P. zelf heeft verklaard, z'n hand niet aan
den prop gehad te hebben en aan die verkla
ring dient de rechtbank zich te houden. P.
heeft ook gevraagd aan IC Hij is toch niet
dood? waarop IC antwoordde: Ben jo gek, ke
rel, je zult 'ns kijken, straks in het pakhuis,
hoe hij leeft. Ook toen P. vroeg: moet hij niet
los gemaakt worden, antwoordde K.: neen,
eerst naar het pakhuis.
Eenmaal in het drama betrokken is P. niet
meer dan 'n acteur geweest.
De theorie van den prop in den mond is
misschien medisch, die van den strop om den
hals is wellicht juridisch de meest juiste. Een
ding staat vast, n.l. dat het touw om den hals
is geslagen toen de heer E. nog leefde. Dit staat
ten opzichte van den prop heelemaal niet vast;
die prop kan later zijn ingebracht.
De heer E. is door angst bewusteloos gewor
den en in dien toestand is hij gestorven.
Niet alleen moord en doodslag, doch ook de
vrijheidsberooving is uitgesloten, want toen de
heer E. werd aangevat was hij onmiddellijk
weerloos. Vrijheidsberooving is het ontnemen
van de vrijheid aan iemand, die deze vrijheid
heeft, doch de heer E. was zijn vrijheid reeds
kwijt door den toestand van bewusteloosheid.
De tenlaste gelegde vrijheidsberooving moet
derhalve worden losgelaten. Ook van bedreiging
is geen sprake meer op het moment dat weer
loosheid is ingetreden.
Pleiter's cliënt kan evenmin worden beschul
digd van heling, want hij had eenvoudig de
portemonnaie even in bewaring gekregen van K.
Pleiter betwist niet, dat zijn cliënt schuld
heeft aan den dood van den heer E-, die het
slachtoffer van K. is geworden evenzeer als
P. het slachtoffer van IC is. De heer E. is
dood, P. niet. IC heeft twee slachtoffers ge
maakt, al heeft hij dat niet bedoeld.
Wat hier ten laste had kunnen zijn gelegd,
dat is dood door schuld, maar pleiter kan het
niet helpen, dat de officier dit niet heeft ten
laste gelegd.
Intusschen, wat kan mij de kwalificatie sche
ien, eindigt pleiter, die erkent dat P. schuld
heeft, doch die vertrouwt dat de rechtbank geen
veroordeeling tot vier jaren gevangenis zal uit
spreken, maar een straf in overeenstemming
met omstandigheden en jeugd van pleiter's
cliënt.
De rechtbank zal Zaterdag 20 Februari te
10 uur v.m. uitspraak doen.
Te 5.40 wordt de zitting gesloten.
1
HIJ KON ALLES GEBRUIKEN.
Voor de Bredasche rechtbank had zich te
verantwoorden W. van K. te Tilburg, beschul
digd van diefstal van sigaren, chocolade en
sterken drank uit de herberg van A. C. B. te
Kaatsheuvel; van diefstal van vleeschwaren en
Koter, toebehoorende aan E. van E. te Loon op
Zand en van margarine, tabak, sigaren, boter
en koffie, plus een bedrag van 25.ten na-
deele van A. van W. te Berkel-Enschot.
Tegen verdachte, een broeder van den on
langs veroordeelden Tilburgschen Inbreker,
■werd een gevangenisstraf van twee jaar gere-
quireerd.
Door verdachte werd al het hem ten laste
gelegde volledig bekend.
ONBETROUWBAAR BEDIENDE.
Voor de rechtbank te Breda stond terecht P.
M. H. te Steenbergen, 1n dienstbetrekking bij
C. A. aldaar, beschuldigd van diefstal van bank
biljetten en zilvergeld ten laste van zijn pa
troon. Tegen H., die een bekentenis aflegde,
werd een gevangenisstraf van 1 jaar en zes
maanden geëischt.
NOODLOTTIGE VAL.
Te Haarlem wilde een 47-jarige bewoonster
van een woonwagen, staande in het woon
wagenkamp aan den Ouden Weg, het trapje
afgaan van haar wagen. Dit gleed uit en de
vrouw kwam met het hoofd op den betonnen
vloer terecht. Zij is aan de gevolgen van den
val in het ziekenhuis overleden.
LIJK OPGEHAALD.
Uit het N. H. Kanaal te Alkmaar is op
gehaald het lijkje van de 3-jarige A. P. M.,
dochtertje van den heer M. aldaar, dat sinds
12 November werd vermist.
MET DE KAS VERDWENEN-
De uitvoerder K., die belast was met toezicht
op een bouwwerk te Nijmegen is spoorloos ver
dwenen en met hem de kas van den bouw. Er
wordt minstens 900 vermist. Men heeft geen
spoor van den verdwenen opzichter.
Ilel vijfjarig jongetje, dat Vrijdagmiddag
even ten Noorden van het station Meppel uit
den sneltrein was gevallen, en naar het Sophia-
ziekenhuis te Zwolle was overgebracht, is Vrij
dagmiddag aldaar aan de gevolgen van de
bekomen verwondingen overleden.
DE OVERVAL TE VELDHOVEN
De landbouwer M. uit Veldhoven die Donder
dag door twee onverlaten werd overvallen en
van 200 beroofd, zal een oo,g moeten missen.
Het oog is uit de holte genomen.
Twee personen uit Zeelst, die gearresteerd
waren, zijn weer losgelaten.
E T. Katwijk aan Zee
R. K. Schoolvereeniging A'dam
R. IC Vakschool voor meisjes A dam
J. W., Rotterdam
I. C. M.,Rotterdam
100,—
5,95
la,75
1
5,—
I
Uit Genève wordt gemeld
De ministers van Buitenlandsche Zaken van
de landen, die het verdrag van Oslo ondertee-
kend hebben, welk verdrag heden in werking
treedt, zijn bijeengekomen, om den toestand on
der de oogen te zien, welke is geschapen door
de wereldcrisis.
Teneinde het in het verdrag van Oslo be
doelde contact te handhaven, zijn de ministers
overeengekomen vertegenwoordigers aan te
wijzen, die overleg met elkander zullen plegen
in alle gevallen, waarin dit nuttig is.
Het spook der scheuring.
In het jongste nummer van „De Sociaaldemo
craat", het „discussie" weekblad der roode
partij, zien we wederom de onrust groeien over
hetgeen de S. D. A. P. tegen het aanstaande
Paasch-congres boven het hoofd hangt.
Wij signaleeren o.a. een poging van Daan van
der Zee, om door de benoeminig eener bemid
delingscommissie te trachten partijbestuur en
„Fakkel"-groep tot elkaar te brengen op nieuw
te formuleeren resolutie, welke dan in plaats
van de thans voorgestelde door het partijbe
stuur zou moeten worden ingediend.
Ook de heer G. J. Zwertbroek, de secretaris
der Vara, mengt zich in het debat met een
voor dezen ideaiistischen theoreticus typeereu-
de philippica tegen de partijleiding, welke hij
niets minder verwijt dan „niets geleerd" te
hebben en op een scheuring aan te sturen.
Hoofdredacteur E. Boekman kaatst hem ge
lijk den bal terug met te betoogen, dat de heer
Zwertbroek „niets begrepen" heeft van de re
solutie, waarmee liet partijbestuur het aller
minst op de eenheid der partij gemunt heeft.
„Het Partijbestuur wil integendeel een scheu
ring van de Partij voorkomen. Het constateert
in de voorgestelde resolutie echter, dat zich
thans bezig is een scheuring te voltrekken,
door de vorming en instandhouding van bij
zondere groepeeringen, evenals door de op
richting van bladen buiten de controle der
Partij. Het is de taak der leiding deze scheu
ring onzer partij-organisatie tegen te gaan. In
dien in de V. A. R. A. zich soortgelijke ver
schijnselen zouden voordoen als thans in de
S. D. A. P. te constateeren vallen, zou een V. A.
R. A.-leiding niet anders kunnen optreden dan
thans geschiedt door het Partijbestuur.
„In één opzicht heeft Zwertbroek het gelijk
aan zijn zijde, namelijk wanneer hij verklaart,
dat het drijven naar scheuring een misdaad
is, begaan aan de sociaaldemocratie. Dit woord
dient goed te worden verstaan door allen, die
thans reeds bezig zijn de partij te destrueeren
en blijkens hun uitlatingen in „De Fakkel"
daarmede wenschen voort te gaan."
SALARISVERLAGING INDISCHE
AMBTENAREN.
Naar Aneta-Holland verneemt werd de ge
delegeerde van een 50-tal Indische ambte-
nareni-organisaties, de heer J. P. J. W. Kus-
ters, ln gezelschap van het lid van het hier
te lande gevormde Comité tegen de salarisver
laging der Indische ambtenaren, den heer De
Korte, door Z. E. den Minister van Koloniën
in audiëntie ontvangen.
De héér Kusters overhandigde Z. E. een
verzoekschrift, geteekend door circa 23.000
Indisohe ambtenaren. Bovendien kreeg hij in
een onderhoud met den Minister, dat ruim
een uur duurde, de gelegenheid om de positie
der Indische ambtenaren in verband met de
bezuiniging met den Minister te bespreken.
COLLECTANTEN DOOR COMMUNISTEN.
LASTIG GEVALLEN.
Men meldt ons uit Amsterdam:
Werklooze elementen, die van iedere gelegen
heid trachten gebruik te maken om onrust en
opstootjes te verwekken, hebben zich Zaterdag
bij de algemeene straatcoliecte niet onbetuigd
gelaten. Den geheelen dag trokken groepjes
werkloozen en communisten schreeuwend door
de straten en trachtten de collectanten bij hun
werkzaamheden te hinderen. Tal van collec
tanten werden door deze onruststokers lastig
gevallen zonder dat dit evenwel tot ernstige
feiten aanleiding gaf. Niettemin moest de po
litie enkele malen handelend optreden, waarbij
de groepen uiteen werden gedreven.
De meeste aantrekkingskracht vormde voor
hen weer de omgeving Dam, Spui en Kalver-
straat.
Op den Dam werden drie jongelui door de
politie gearresteerd en opgebracht naar het
bureau Singel wegens het aanplakken van bil
jetten met bespottende opschriften voor ons
Koninklijk Huis. Om dezelfde reden zijn in de
Staalstraat twee personen gearresteerd.
De bekende vrijzinnige predikant en mede
werker van liet „Vaderland", J. J. M.(eyer)
schreef dezer dagen in het Haagsche blad
overBiecht. Ook deze schrijver ia van
oordeel, dat de belijdenis van schuld en het
opluchting gevende uitspreken van moeilijk
heden niet openlijk dient te geschieden, maar
verborgen, onder vier oogen.
„De Roomsche Kerk heeft daartoe de oor
biecht, een liarer zeven sacramenten.
„De biechtvader gaat hier te rade met d»
intentie, de gezindheid van den biechteling,
welke insluit: berouw, den ernstigen wil om
goed te maken wat misdreven werd, en d*
hoop door het openbaren van eigen schulA
vergeving te kunnen ontvangen.
„Het voornaamste moment in de biecht»
waardoor zij sacramenteel wordt, is de toeken»
ning aan den priester van de macht tot schuld
vergeving, het „absolvo te", de „absolutie".
Over de bezwaren van deze verplichte biecht
spreken wij thans niet. „Ongetwijfeld bestaan
ze", meent Ds. J. J. M., „maar wij mogen
niet uit het oog verliezen, dat paedagogisch
gesproken en met het oog op de genezing der
ziel de biecht aanzienlijke voordeelen biedt".
„Het Protestantisme kent wel het elkander
zijn zonden belijden", zegt Ds. J. J. M., „maar
niet met kerkelijke superioriteit van den een
boven den ander.
„Maar bedenkelijk is het niettemin dat d#
belijdenis der zonden in de laatste tien jare®
een geheel eenzijdige richting ingeslagen heeft
en zich verwijderd heeft van haar oorspronke
lijk karakter.
„Sinds het baanbreken van de theorie van
Freud is het openbaren van wat er in den
mensch omgaat, het binnenste buiten keeren
van zich zelf, en daarmee ook het uitspreken
van zonde en schuld, overgegaan naar het ter
rein der psycho-analyse. Medici hebben de taak
der zielzorgers overgenomen.
„De gezondheidsleer van het lichaam en de
bijbehoorende psychische therapie moet de ge
nezing brengen, ook daar waar de ziel stamelt:;
„Vader, ik heb gezondigd tegen den hemel ea
voor U.
„Gegeven de hoogst-eenzijdige wijze waarop
soms de analyse van de ziel volgens de
methode van Freud is toegepast, blijft er een
besef van onbevredigd zijn achter. De ziel komt
niet tot haar recht, en het heilzaam schuld
gevoel wordt opgelost, en materialistisch ver
klaard uit grootendeels sexueele, dus natuur
lijke en onweerstaanbare oorzaken".
Ds. M. constateert dan dat de behoefte om
zich uit te spreken bestaat. „Het is beter",
zegt hij, „dat een mensch zich uitspreekt dan
dat hij zelf met innerlijke moeiten en zonden
voortholt. Wie zal echter biecht hooren? De
predikant De practijk is dat men in stad ea
dorp meestal tot den predikant komt voor z'n
malerieele, en niet wegens geestelijke noodèn".
„Toch zou het goed zijn als men weer
den weg naar den predikant zou weten te
vinden". Het godsdienstig leven zou er door
kunnen groeien in diepte bij al degenen, die
in hun ziele-worstelingen doeltreffende hulp
erlangen".
En dan concludeert ook deze schrijver
predikant:
„Bij het verder doordringen van het streven
naar liturgie, ook bij de Vrijzinnigen, zal er
ongetwijfeld ook aan de belijdenis der zon
den een plaats moeten worden ingeruimd.
Echter is de gemeenschappelijke schuld
belijdenis, met antwoord van de gemeente wel
indrukwekkend, maar de kans bestaat dat ge
woonte schade toebrengt aan het lhnerlijk.
Als herinnering en heenwijzing naar de nood
zakelijkheid van persoonlijke belijdenis door
samenbespreking met den vertrouwde der ge
meente (aan geheimhouding gebonden) zou zij
haar plaats in den eeredienst kunnen recht
vaardigen".
Om meer liturgie en ook om de zoolang van
Protestantsche zijde gesmade oorbiecht vraagt
deze vrijzinnige predikant en voorganger.
Het dagelijksch bestuur van de Zuiderzee
vereeniging, bestaande uit de heea-en mr. G.
Vissering, mr. H. Smeenge, mr. C. J. Pekel
haring, mr. C. W. Ritter en dr. H. N. ter
Veen, hebben zich met een adres gewend tot
de Tweede Kamer der Staten Generaal, waar.
in wordt verzocht te willen bevorderen, dat
het werk der inpoldering van de Zuiderzee
met onverminderde kracht wordt voortgezet.
De adressanten zijn van meening dat de
gronden, waarop de conclusies berusten, welke
de regeering ertoe gebracht hebben tot op.
schorting der werkzaamheden over te gaan,
voor ernstige bestrijding vatbaar zijn.
Adressanten komen tot de conclusie, dat het
offer, dat gebracht wordt niet opweegt tegen
het belang onzer boerenbevolking en van ons
zelfstandig volksbestaan, dat de voortzetting
dier inpoldering juist dringend gewenscht
doet zijn.
Ontwerp voor de nieuwe R. K. Kerk
Ileerenvccn (architect van Beert)*