DE BRITISH INDUSTRIES FAIR.
VAN HET INDISCHE LEVEN.
I WÊÈÊÊÊ
De helpende hand
Goud maken en slaan
Moderniseeren
DE
VRIJDAG 12 FEBRUARI 1932
DE GROOTE DAG VOOR ENGE-
LAND EN CHAMBERLAIN.
DRUK BEZOEK UIT HET BUITEN
LAND VERWACHT.
GROOTE TEXTIEL-SECTIE.
doelmatige
advertentiën
LEVANTIES VOÖR GROOTSCHE
PLANNEN?
TECHNIEK.
WAT MET HET AFVAL GEBEURT
a flfeÉK
WEflVarUAAU li\ ULj dfe dg2ê mjtterie grondig befiandéid had onder
Het economisch imperialisme.
(Van onzen correspondent
LONDEN, 5 Februari 1932.
Wat dertig Jaren geleden mogelijk en twee
jaren geleden onmogelijk scheen, is heden
verwezenlijkt.
Engeland heeft den rug toegekeerd aan een
fiscale politiek die kort geleden nog, na een
bestaan van drie kwart eeuw, nog even on
aantastbaar scheen te zijn als in de dagen van
Gladstone. t
De door mr. Neville Chamberlain aan het
Lagerhuis voorgelegde plannen zijn gematigd,
zonder dat zij hierom minder doeltreffend zijn,
en niet op de laatste plaats is hun beteekenis
hierin gelegen dat het op alle goederen te
heffen tarief van 10 pet. niet van toepassing
«al zijn op den invoer uit de dominions en
de koloniën. Hierdoor is de grondslag gelegd
voor het economisch imperialisme. Waardoor
Engeland de voordeden zal trekken van zijn
positie als leidend lid van een over alle wereld,
deelen verspreid gemeenebest.
Van bijna even groot belang is het, dat En
geland, tot nu toe weerloos tegenover alle
tarief-landen, voortaan over een ontzagwek
kend verdedigingswapen zal beschikken in
den vorm van een tarief van hoogstens 100
pet. op goederen uit die landen, die fiscale
maatregelen tegen Engeland mochten nemen.
De noodzakelijkheid van zulk een weermid
del was dubbel groot, aangezien in tal van
protectionistische landen reeds „represailles"
overwogen worden.
Het was een historische dag gisteren. Op
de eerste plaats voor Engeland, maar bijna I
e-'anzeer <vd de eerste plaats voor de familie
Chamberlain. Mr. Neville bracht hulde aan
zijn vader, Joseph. De kanselier, die zeker
niet tot de emotioneel-aangelegde staatslieden
behoort, was zichtbaar ontroerd. Hij maakte
oogenblikkek door zooals weinigen ze gekend
hebben. Wat een Chamibarlain aangevangen
had, werd door een Chamberlain voltooid. Ne
ville, en zijn oudere broeder, Ausiten, hebben
et eed s een groote vereering gehad, voor hun
beroemden vader. Zij zijn de discipelen van
hun vader. Zeer vaak komt het voor, dat de
zoon van een staatsman de beginselen van
zijn vader loochent en bestrijdt. Dit is geen
misdaad. Het behoeft niets af te doen aan hun
kinderlijken eerbied. Maar menigmaal moet de
schuld van het „afvallen" van den zoon ge-
zocht worden bij den vader, die de innerlijke
kracht mist een jongen man, die hem zoo
nabij stond, ook geestelijk aan zich te binden.
De beide Chamberlain's evenwei zijn als het
ware de eerste onderdanen van hun vader
geweest, en na diens doqd, zijn opvolgers. Zij
droegen een naam, bèfoemd gemaakt door
den vader. Met dien naam droegen zij een
politieke, een nationale leus. De zegepraal
dier leus is de zegepraal geworden van een
naam, van een geslacht.
Het was een groote, een historische dag
gisteren. De eerste minister, die een oogopera
tie ondergaat, was niet in het Huis aanwezig.
Maar voor de nieuwe fiscale wetgeving draagt
hij', als leider van het kabinet, mede de verant
woordelijkheid. Hij is een labour-maü, mr
Thomas, die zich te Genëve bevindt, is een
labourman. Sir John Simoö is een liberaal,
mr. Walter Runclman is éen liberaal. 5$ij allen
zijn mede-verantwoordelijk. Hét ié niet één
partij de partij van mr. Neville Chamber,
lain die, dank zij een oogenblikkelijke
meerderheid in het parlement, en dank zij
het mandaat van een beipaald deel der kiezers,
die een program beeft kunnen doorvoeren.
Deze tarief-wetgeving staat los van partijbe
ginselen. Joseph Chamberlain was radicaal
geweest, zóó radicaal dat koningin Victoria
om zijn „roodheid" verafschuwde. Hij had zit
ting gehad in een liberaal kabinet. Zijn fis
cale overtuiging had hem gedreven in dé
armen der conservatieven, met wie hij, naar
zijn mentaliteit, niets gemeen bad. Hij had
samengewerkt met den grooten liberaal Impe
rialist, lord Roeebery. Hij had millioenen van
het volk achter zich gehad. Maar de grootsche
beweging, die hij leidde, en die slechts als
nationale beweging zou kunnen slagen, werd
weldra geleid over de enge bedding van het
conservatieve partijwezen.
Thans, dertig jaren later, zegeviert zij, onder
leiding van een anderen Chamberlain, mét een
socialist aan deze, en een liberaal aan gene
zijde.
Wij hebben steeds den nadruk er op gelegd,
dat de socialisten in Engeland slechts vrijhan-
delaars zijn, doordat zij liberaal zijn. Van het
oogenblik dat de heeren Mac Donald en Tho
mas ophielden liberalen te zijn. konden zij
het Cobdenistisch dogma, dat door-en-door ka
pitalistisch is, over boord werpen.
Wij hebben waarschijnlijk nooit beweerd
maar hadden bet tooh kunnen doen dat
het liberalisme slechts vrijhandelsgezind is,
zoolang het behoefte heeft aan een rechtvaar,
diging van zijn bestaan. Liberalen, die meer
hechten aan het bestaan van hun land, zijn
door het Cobdenisme niet langer gebonden
Zulke liberalen zijn sir John Simon en mr.
Runciman.
Het was een andere liberaal, sir Herbert
Samuel, die de regeeringsplannen heftig aan
viel en er niets dan kwaad van voorspelde.
Zijn kritiek zou, indien zij gekomen was van
een lid der oppositie, waardevol geweest zijn,
omdat elke ernstige kritiek waarde heeft.
Maar sir Herbert Samuel is lid van het kabi
net. Ondanks de „agreement to disagree'' had
hij gisteren bescheiden kunnen zijn. Hij heeft
tegen de regeering gesproken als een fel op
positie lid. Hij heeft het vertrouwen in het
voornaamste program der regeering pogen te
ondermijnen.
Cónservatlêven verlangen terecht dat. hij
zal aftreden.
Niemand kan thans nog beweren dat dóór
zulk een aftreden mr. Mac Donald eerste mi
nister onmogelijk zal worden. Nu de tariéf-
plannen Ingediend zijn, heeft een kabinet
Mac Donal d-Baldwin-Si mon kansen, welke het
kabinet Mac Donald-Baldwin-Samuel nooit zal
krijgen.
(Van onzen correspondent).
Londen, 9 Februari
1932.
De Fairs te Londen en Birmingham nemen
met het jaar in omvang én beteekenis toe. Dit
maal zullen de stands een gezamenlijken opper
vlakte van ongeveer 60.000 vierk. meters be
slaan. De testlelsectie welke, evenals het vorige
jaar, niet ondergebracht wordt in het algêmeene
tentoonstellingsgebouw Olympia, doch een af
zonderlijke afdeeling zal vormen in de White
City van Stepherd's Bush, zal een grooter
stands-oppervlakte inüeinën dan de textiél-
sectie op de Leipziger Messe, waar niet minder
dan 24 volken exposeeren, terwijl te Londen
alleen de Britsche textielnijverheid uitkomt.
In 1931 kwamen bezoekers uit 75 landen
naar Engeland om de Industries Fair te zien.
Ons land was, in verhouding tot zijn grootte,
het sterkst vertegenwoordigd. Niet alle bezoe
kers uit het buitenland zijn koopers. Velen
komen hierheen om zich op de hoogte te stel
len, gelijk velen zich met hetzelfde doel naar
Leipzig of Lyon begeven.
Ofschoon een „fair" uit den aard der zaak
ook ten doel heeft onmiddellijke transacties
tot stand te brengen, en koopmans-„beurs" te
zijn, iB zij toch op de allereerste plaats een
propagandistische handelstentoonstelling.
Deze tentoonstelling zal dit jaar wellicht nog
meer belangstelling trekken dan in voorgaande
jaren. De ingrijpende wijziging in den monétai-
ren toestand des laud3 moet een grooten in
vloed gehad hebben op de prijzen, gemeten in
het geld van die landen, die den goudstandaard
gehandhaafd hebben: Nederland, België,
Frankrijk, Zwitserland, de Vereenigde Staten
en in zekeren zin ook Duitscliland.
De omwenteling op fiscaal gebied is een
andere factor, welke buitenlandschen belang
hebbenden zal doen besluiten zich te overtui
gen van de industrieele prestaties van Enge
land. Men verwacht dus, ondanks (of misschien
wel wegens) de „slechte tijden" een zeer druk
bezoek. Een der seherpstziende zakenmannen
ter wereld deelt blijkbaar deze verwachting.
Mr. Henry Ford, die ongetwijfeld weet onder
welke omstandigheden verkoop-propaganda de
meeste kans op resultaten heeft, zal een spe
ciale tentoonstelling van zijn fabrikaten te
Londen houden, tegelijkertijd met, doch na
tuurlijk geheel onafhankelijk van de British
Industries Fair. Deze bevat namelijk geen
automobielenafdeeling, aangezien de motor
industrie elk jaar haar eigen „shows" op groo
te schaal organiseert n.l. de Motort Show, de
Commercial Motor Show (voor vrachtwagens,
omnibussen, coaches enz.) en de Motor bicycle
Show.
Wanneer de fabricatie, of de
roorraad uwer artikelen,den
omzet, den rerkoop over-
treSeo, geeft aan een eerie
dut euti d« kuu U te
helpen, den aftrek uwm
producten te rergrooten.
Zoo Mr. Ford juist dit tijdstip uitgekozen
heeft voor het houden zijner tentoonstelling,
dan blijkt hieruit dat hij een druk internatio
naal bezoek aan Londen voorziet, en dè „B.I.F."
als een „trekpleister" beschouwt.
De Britsche regeering heeft maatregelen ge
nomen om het bezoek van het buitenland aan
te moedigen en tè vergemakkelijken. Zij heeft
hierbij alle medewerking ondervonden van de
zijde der binnen- en buitenlandsche verkeers-
instellingen, die aanzienlijke reducties toestaan
op de reiskosten van en naar de Fair. Hierbij
komt dat vóór bezoekers uit de goudstandaard-
landen het verblijf in Londen en Birmingham
aanzienlijk goedkcoper zal zijn dan in voor
gaande jaren. Verschillende hotels hebben
hun tarieven verlaagd in vérband met het sterk
verminderde bezoek teh gevolge van de weréld-
depressiê.
De kwaliteit van Britsch fabrikaat is nooit
in twijfel getrokken bezoekers aan de Fair
zullen waarschijnlijk ontdekken dat zij die
kwaliteit thans voor een koopje kunnen krijgen-
Ditmaal wordt er ook meer dan in voorgaan
de jaren gedaan om het den koopers (d. w. z.
zij die van een „buyer's pass" voorzien zijn)
aangenaam te makén. Verschillende ontvang
sten zullen te Londen en Birmingham gehouden
worden: een groot aantal clubs zijn bereid het
eerelidmaatschap te verieenen aan overzeesche
bezoekers, die hierom, door bemiddeling der
Fair-autoriteiten, vragen. Door zulk een tijde
lijk lidmaatschap geniet men van alle facilitei
ten der betreffende club. Vrouwen organisaties
zullen het hare doen om over het vermaak
zorg te dragen van de ecktgenooten der koopers,
die Engeland bezoeken-
De gelegenheid, om Britsche fabrikaten te
koopen, is sinds een lange reeks van jaren niet
zoo gunstig geweest als thans. Zij zullen ge
kocht worden, indien de overzeesche koopman
er zijn voordeel in ziet. De B. I. F. wil hem
biervan overtuigen door middel van twee argu
menten kwaliteit en prijs.
Maar zijn wij ver van de waarheid wanneer
wij beweren dat Engeland eenigszins het recht
heeft te verwachten, dat de buitenlandsche
koopers bij voorkeur Engelsche fabrikaten, wil
len koopen, wanneer kwaliteit en prijs bevredl-
deud zijn Zeer voel landen, wier beste afnemer
Engeland is, hebben tot nu toe zelf veel meer
orders gegund aan andere landén, die veel
minder van hen betrekken, dan aan hun besten
klant. In 1931 heeft Engeland goederen uit het
buitenland gekocht voor een waarde van
614.511.000 het heeft naar het buitenland
verkocht voor een waarde van slechts
266.483.000.
Dit was, gedeeltelijk althans, onvermijdelijk,
zoolang de Engélsche levensstandaard, gemeten
in buitenlandsch geld, buitensporig hoog was.
Hij is thans even veel lager als de dollar-,
gulden- of frankenwaarde van het pond ver
minderd is. De lagere prijzen kunnen er toe
bijdragen een commercieele wanverhouding uit
den weg te ruimen. De beste afnemer heeft,
wanneer hij ooncurreeren kan, aanspraak op
de meeste orders.
WERK, WAARVOOR LANGE OEFENING
NOODIG IS
Het wemelt in dè havenstad Djedda, het
voorportaal van Allah's huis" van consulaire
en diplomatieke vertegenwoordigers en «-an dé
vertegenwoordigers van diverse handelsmaat
schappijen. Ibn Saud wordt eenvoudig bele
gerd door de agenten der handelsmaatschap
pijen, die hun aandeel leveren in den interna
tionalen concurrentiestrijd om wat er nog van
de wereldmarkt is overgebleven en om wat
nog eenige vooruitzichten aangaande een
nieuw afzetgebied bezit.
De groote concurrentie is na den wereld
oorlog begonnen, toen de Hedsjaz een van Tur
kije geheel onafhankelijk land werd. En het
waren de automobielen, die in het algemeené
aanzicht van den handel een absolute veran
dering brachten. De Amerikanen wérden aan
vankelijk door de Japanners verdrongen. Ze
leverden katoen en ervoeren spoedig, dat hun
nieuwe concurrenten dit katoen veel goedkoo-
per konden leveren. En ze zagen zich van de
markt gezet.
Maar door een toevallige omstandigheid
kocht in Caïro een Amerikaansch koopman
van een paarlhandelaar uit de Hedsjaz eenige
paarlen en liet den man toen een autó zien,
die zich met gemak een pad door het woestijn
zand zou kunnen banen. De man uit de Heds
jaz toonde zich geïnteresseerd en bedacht, dat
het wellicht mogelijk zou zijn, een autodienst
fusschen Djedda en Mekka te organiseëren. Hij
kocht eenige auto's van den Amerikaan en de
Mekkagange.rs bleken hoogelijk met het nieu
we transportmiddel ingenomen. De kameelen
hadden althans voor het vervoer van passa
giers afgedaan.
De eerste auto's kwamen in 1926 naar Mek
ka en vier jaar later waren door Europeesche
en Amerikaansche handelsreizigers niet min
der dan vijftien honderd auto's in de Hedsjaz
verkocht. Maar de concurrentie was toen pas
begonnen. Elk fabrikaat trachtte ingang te
vinden. De Amerikanen wonnen het ten slotte,
omdat hun machines beter tegen de moeilijk
heden van rotsgebergte en woestijnwegen
bleken opgewassen. De Amerikanen, die slechts
hier en daar de goede autowegen hebben, waar
van ze iedereen vertellen en in de rest vaB
hun land op vrijwel ongebaande karresporen
moeten rijden, hadden gelegenheid genoeg, er
varingen aangaande het uithoudingsvermogen
van automobielen op te doen en ze waren in
staat, de sterkste wagens te bouwen, zoodat ze
een grooten voorsprong op hun Europeesche
concurrenten hadden, die nu eenmaal niet
over woestijnen en karresporen beschikten
althans niet in die mate als de Amerikanen,
wier staten als Arizona, Nieuw Mexico, Texas
etc. niet zoo heel veel met de Hedsjaz verschil
len. wanneer het op bodemgesteldheid aan
komt.
Thans bevinden zich 1500 Amerikaansche
automobielen in de Hedsjaz en zeven honderd
er vaü onderhouden den dienst tusschen Djed
da en Mekka. Ze zijn intusschen allemaal in
handen van Hedsjazische bezitters. Ibn Saud
slaat den Amerikanen niet toe, zich in zijn
gebied vasten voet te verwerven en het volgens
hun bekende methoden aan zich schatplichtig
te maken Overigens neemt hij een zelfde
standpunt in tegenover Europeesche kapita
listen, die hetzelfde zouden willen probeeren.
Bovendien wérken de in de Hedsjaz heer-
schende toestanden er toe mede, dat vreemde
lingen zich er geen vasten voet kunnen ver
werven. En merkwaardig genoeg ziet men in
Djedda geen Grieken, Armeniërs en Joden, die
elders in de Oosterschs havensteden den han
del beheerschen. Er leven niet meer dan vijf
tig of zestig Europeanen in het rijk van Ibn
Saud en sommige dezer Europeanen hebben
het raadzaam gevonden, zich in Muzelmannen
te veranderen, teheinde hun invloed en hun
kans op winst maken niét te verliezen. Om
der wille van de smeer, zoo zeggen hun Mo-
hammedaansche concurrenten, zijn drie „Chris
tenhonden" in Djedda volgelingen van den
profeet geworden.
Het zijn een Ëngelschman, een Italiaan én
eenNederlander. De Efigelschman is de
merkwaardigste van het drietal. Hij is een
soort Lawrencé, verleende gedurende den
wereldoorlog Zijn land uitstekende diensten
door dé diverse Arabische potentaten tot bond-
genooten def geallieerden te maken. Na zijn
overgang tot het Mohammedanisme niet zoo
lang géledèü werd hij de vertrouwensman van
Ibn Saud, dien hij óp diens inspectiereizen
volgt. Hij spfeekt Arabisch als een Arabier,
Zit met gekruiste beenen en rookt een nargi-
leh, een Turksche pijp. Alleen zijn blauwe
oogen verraden hem als een Euro'peaan. In
dien ze donker waren, zou hij met zijn Be-
douienbaard gerust voor een afstammeling van
den profeet kunhen doorgaan.
De drie Europeesche Muzelmannen dragen
natuurlijk Arabische namen. De Èngélschman
en de Italiaan hebben zich allébei Abdóeilali
laten noemen. Om hen nu uit èlkaar te hou
den, noemen de inwoners vaft Djedda hen res
pectievelijk Abdoellah Fofd en Abdöèllhh Fiat
(de Italiaan vertegenwoordigt de Fiat-fabrie
ken).
In Djedda twijfelt men vooral aan den ernst
van den Italiaan. En deze, om allen twijfel
weg te nemen, zit eiken aVond voor een raam,
beschenen door een honderd kaars lamp ijve
rig den Koran te lezen
De Hollander staat bekend als Hassan el
Maadi, of „hij, die het goede pad volgde", het
geen zeer zeker een compliment is aangaande
zijn goede bedoelingen.
Hij woont sinds vele jyen in Djedda en is
zooals <Té Ëngelschman heelemaal gearabierl-
seerd, vertegenwoordigt o.a. diverse Ameri
kaansche automobielfabrikaten en leverde on
langs aan Ibn Saud een limousine met een
slaapgelegenheid er in. welke limousine extra
groot moest zijn, omdat de koning een flinke
lengte heeft. Men zegt, dat Hassan de Recht
vaardige zich gedurende de twintig jaar, die
hij in de Hedsjaz heeft doorgebracht, een for
tuin van enkele millioenen bijeengezameld
heeft.
En aangezien hij bij den koning hoog In de
gunst staat, zal het hem ook in de toekomst
niet slecht vergaan. Ibn Saud heeft n.l. groot
sche plannen. Hij wil al het automobielvervoer
in staatshanden brengen en o.a. den spoorweg
naar Damascus herbouwen, die tijdens den
wereldoorlog werd verwoest. En voor al deze
grootsche plannen zijn leveranties van aller
lei soort noodig
Het nieuwe Waldorf Astoria Hotel te New
York, het grootste hotel ter wereld, heeft mu
ren Van goud Wel zijn niet alle muren er van
goud, zo iets is zelfs in het rijke Amerika
niet mogelijk, maar de muren van een deel
van het hotel, waar het meeste publiek komt,
zijn werkelijk van goud, echt goud Die muren
van goud bevinden zich in den daktuin, waar
de Nieuw Yorksche Elite verondersteld wordt,
geregeld te dineeren. Het goud weerspiegelt
de eters en de dansers, het jazz.orkest en
de gestaartjaste kellners. Men heeft het achter
glas gezet, intusschen niet uit Vrees voor
diefstal, maar opdat het beter als spiegel fun-
geeren zal. Het goud Van de gouden muren
bestaat uit bladgoud, dus uit een oneindig
fijn laagje, dat ongeveer tien of twintig gul
den per vierkanten meter kost.
Als bladgoud is het een hoogst subtiele
substantie. Iemand, die een blaadje in de
hand houdt, merkt opeens, dat het Verdwenen
is en hij gelóóft het nauwelijks, wanneer hem
verteld wordt, dat het goud de poriën van zijn
vingers is binnengedrongen. Deze subtiele
substantie echter houdt het jaren uit, indien
het op een muur, op glas nf op metaal wordt
gelegd en daardoor kan het Waldorp Astoria
Hotel mét gouden muren pronken en pronken
de Russische kathedralen en Oostersche palei
zen met goüden koepels.
Met een ons goud bedekt men een groote
oppervlakte, veel is er dus niet voor noodig,
maar vooraleer men uit een staaf goua vol
doende bladgoud heeft verkregen, ia er heel
wat gebeurd. Sinds de tijden van Naboecho-
donosor en Salomon wordt het bladgoud niet
de hand gemaakt en de bewerking dient zoo
nauwkeurig én met zoov-eei bekwaamheid te
geschieden, dat men nog geen machine heeft
kunnen maken, die de handarbeiders met de
zelfde resultaten vervangen kan.
Een bladgc-udmaker moet op z'n minst een
leertijd van vier jaar doormaken, vooraleer
hij den zwaren hamer, waarmede het goud
wordt geplet, mét Voldoende zekerheid op
succes hanteeren kan. En de bladgoudmakers
of goudslagers van den tegeïiwoordigen tijd
volgen nog dezelfde methoden als die van
eeuwen en eeuwen geleden. Het eenige ver
schil is, dat ze moderne kleeren dragen,
's avonds naar de radio luisteren en niet met
ketenen aan hun werkbank vastgemaakt
staan.
Het goud voor de muren van het Waldorf
Astoria Hotel werd In New York's East Side,
in een paar onaanzienlijke werkplaatsen ge
slagen. De goudslagers zijn buitenlanders,
meestal Schotten, Engelschen en Duitschers,
die het vak van vader op zooit overdragen en
een hard bestaan hebben. Ze werken zes da
gen in <3e week en negen uren per dag en met
hun moeilijke handwerk verdienen ze hoog
stens veertig of vijftig dollar In de week. Het
meerendeel bruiner bestaat nit Oudere mannen
en de rest van het werk wordt door meisjes
verricht. Jonge mannen probeeren eerst een
gemakkelijker en béter betaald baantje te
vinden. En hierdoor dreigt er in Néw York
eón tekort aan goudslagers. Het overdragen
van vader op zo n gaat In Amerika niet zoo
gemakkelijk. De kin-deren hebben er meer on
afhankelijkheidszin dan in de Oude Wereld
en voelen niets voor tradities. Hét laat hen
koud, dat hun vader éh grootvader goudsla
gers zijn, Indiéri ze in een ander vak meer
kunnén verdienen, of niet zoo aan eén her
metisch gesloten werkplaats gebonden Zijn.
Het slaan van bladgoud is een weinig dank
baar werkje en de goudslager heeft met aller
lei omstandigheden rekening te houden. Be
halve dat geen tochtje zijn werkplaats mag
binnendringen, moet hij haar ook op tempe
ratuur houden en ook al voldoet hij aan die
eischen, dan is dè temperatuursgesteldheid
toch van grooten Invloed op den snellen
voortgang van zijn werk. Bij regenweer wordt
het bladgoud kleffig, bij al 'te droog weet
moeilijk te hanteeren en bij vorst verliest het
z'n fut.
Voor het snijcfen der geslagen bladen goud
kan men geen stalen mes gebruiken. Dit is
niet scherp genoeg te slijpen. De goudslagers
gebruiken malaccé. dat door de inlanders van
Malakka voor hun wapens wotdt gebruikt en
ongelooflijk scherp is, scherper dan 'ft scheer
mes. Een stalen mes, hoe scherp ook, zon scheu
ren en bramen In het bladgoud maken. Vo r
het borstelen van het teere materiaal gebrui
ken de goudslagers den poot van een Sibe-
risehen haas. Geen enkel ander Instrument
is mogelijk. De Siberische baas heeft op z(jti
pooten het zachtste bont, dat men zich kan
indenken.
De meisjes, die in de bladgoudwerkplaatsen
arbeiden, maken van de véllen boeken, elk
vijf en twintig vellen bladgoud bevattend,
waartusschen ze roze papier leggen, een
werkje om zenuwziek van te worden, aange
zien het fijne bladgoud zooals gezegd uiterst
lastig te hanteeren valt.
Behalve dat met bladgoud de muren van
extravagante hotels en de koepels van pa ei
zen an kathedralem, alsmede de transen van
sommige Amerikaansche wolkenkra -ers „van
goud" worden gemaakt, benut men e ooit
voor handelsmerken in hoeden en Geding
stukken, voor het maken van gouc en letters
in boeken en voor het versieren tan leder-
'werk. En het is geen verguldsel, wat men in
zijn hoed als initialen krijgt, maar goud, echt
goud, al heeft het piactisch dan geen waarde.
Het is goud van twee en twintig en een half
karaat, dat door vermenging met andere me
talen uit 24 karaats goud verkregen wordt.
Wil men roodachtig goud hebben, dan voegt
men er een percentage koper bij en voor „wit
goud is een flinke toevoeging van zilver
noodig.
Ondanks allé voorz-ófgeh, schijnbaar onnoo-
d'g bij zuik een „uitgebuit" materiaal als
bladgoud, gaat er toch hog vèel verloren. En
in de goudslagerswerkplaats wordt dé vloer
eiken avond nauwkeurig afgezocht. De arbei
ders borstelen Zich zelf over éen do s hun
kleeren. Al bét afval, dat aldus wordt bijeen
gegaard, wordt verbrand en in een tot 3000
graden verhit fornuis geplaatst. Na eouigen
tijd blijft er na deze behandeling een dun
laagje goud over.
En altijd gaat er nog goud verloren, dat
tusschen reten in den vloer valt of in hoeken
verdwijnt. Koft geleden liquideerde te New
York één goudslagersfirma en een slooper
kocht de werkplaats op. Hij wist iets van het
vak af, zocht al hét vuil op en onder den
vloer bij elkaaf, liet het verbranden en haal
de volgens het zeggen uit de asch voor ze
ven dulzeöd dollars aan zuiver goud te voor
schijn
Bewegelijke betonmuur op een rivierdijk.
Een dozer dagen heeft, naar wij vernemen,
de beproeving plaats gehad van een circa 16
M. lange betaniwering op een dijik te Sint
Aniamds hij Puer® in België volgens het nieuwe
systeem van dein tagenieiuir Jhr. ir. M. de Mura.lt
te 's Gra rentage.
D-e proef word, in opdracht wam diem Belg
sohein Minister van Waterstaat, bijgewoond door
den inspecteur van dén Waterstaat, de Braban
der. Vanwege den Minister van Waterstaat in
Nederland, weird de proef bijgewoond door den
Hoofdingenieur ir. W. Kamp, letider van 'den
bouw van den afsluitdijk van de Zuiderzee.
De tag. P. H. V. Bongaerts, Dir. van bet
Technisch Bureau voor Waterwerken te den
Haag, zoomede Baron P. Gretaidll, Dir. Gen. v.
d. Vente de Porphiir de Quenast te Brussel wa
len, daartoe ultgenoodigd ook bij de proefne
ming aanwezig.
Het water wend tot 35 c.M. hoogte tegen de
betonconstructie opgezet. Met een zaag word
tot 20 a 30 c.M. onder hef watemlveau do
kl-oikern die zi-öh in de laoschén tuosohen de
soopele betonconstructie beivimidf, doorgejaagd.
Het lukte op dieae wijze zelfs niet een tok te
verkrijgen, aangezien, dé k-lei den naad onmid
dellijk weer sloot. Daarop wend de kiel uit den
kernk&lder genotmem. Nadat toen een flinke lek
was bevorderd, wkmd de kern weeir gevuld. Met
eenig aanstampen sloot het tok zich onmid
dellijk.
Om nader de lenigheid wan de niéuwe con
structie kan te toonen, Wend door éen vijftal
mannen met een zwa-ren grenen balk ter lengte
van 4 M. metende 12 bij 18 c.M. teflkens van
circa 3 M. afstand op een tusscthenlijst ge
beukt. Nadat men eten vijftien tal malen ha 1
g era meid, begon de bewegelijke laaah, die
overigens zelf onbeschadigd bleef, te tokken.
De la®oh bewoog zich van. boven ongeveer 2
c.M. uit haar plaats, terwijl de gehéele muur-
constructie met bovendeel van den dijkskruiu
aan dé trilling en beweging deelnam. Na en
kele minuten sloot de beton constructie zich
vanzelf, dus zondar nadere aanstammtaig van
de kleikeirn.
De heer de MuraJlt, dien wij hieromtrent na
den- om taMchitiiugen vroegen, deelde ons mede,
dat d-e deugdelijkheid van het systeem hem zeil
had, ver-rast. Aam een geheel vanzelf sluiten van
een lasch tussohem de muurmooten had hij zelf
niet geloofd. Zijn artikel betreffende de be
proeving en het stelsel Zelf zal, naar hem wend
medegedeeld, de volgende week iin het week
blad d» „Ingenieur" verschijnen. Op de rappor-
-G.YJWv. f
:.t1 -i;.
W.
Dr. Brüning na het houden van zijn
Ontwapeningsrede te Genève.
ten van de officieel 'bij de proefneming aanwe
zige watarstaa-tsautorite'i'ten kon hij natuurlijk
nitot vooruit loopem, hetgeen onwelvoegelijk
zou ziin. Wel beeft de 'heer d. M. vastgesteld,
«at geen ehlkato vraag tót hem, bij de proefne
ming gericht, nfiet bevredigend werd beant
woord. Binnenkort zal die -heer de M. te B-ruiwd
voor de taigemiefunsiveireBulgtag eem vOOrdrAcht
houden. Bij deze voordnaciht zaj «y uitvoerig
het succes met befotitrittrem op zeedijken tèr-
kragen (volgens zijn 25 jafen geleden ingevoeir'I
stelselta versohMlemdie lanidétl IweohrijTóii,
waarbij ook de werken in Zeefend uitgevoerd,
alpt zulton worden vergeten.
(Van onzen K-correspondent.)
VOT A ATT TAJ FllR1, I man en bovendien lid van den Onderwijsraad,
VERDRUKK TNO aanvoering van den doorkneden Dr. Nieuwen-
huis, bracht de regeering in eersten termijn
danig in het nauw. Er was geen denken aan,
dat de Directeur van O. E. zich van dezen
minstens even goed ingewerkten oppónens zou
kunnen afmaken met een der gewone trucjes.
De goden hadden het echter toen zoo vriendelijk
geschikt, dat de heer' Moeiia spoedig met verlof
zou gaan, met een studie-opdracht van het
Departement van Onderwijs en Eeredienst.
Welnu, de geachte Regêéringsgemachtigde voor
Onderwijs wachtte met zijn beantwoording van
ld en tieör Moei ia, totdat deze veilig "boo-rd
Door niemand werd met moer klem de nood
zaak betoogd van onverbiddelijk bezuinigen
en besnoeien op de uitgaven van het gouver
nement van Nederlandsch-lndië, ook op uit
gaven voor zaken van het grootste gewicht,
dan door den voorzitter van don Volksraad
ta zijn,rede bij. dé öpèdiiig vSü dè Biildlge
zifting. Het kan, wel niet anders dan dat de
heer Meyer Ranneft toen reeds op d-e .hoogte
was van de regeeringsplannen ten opzichte
van den Volksraad inclusief het Collége van
Gedelegeerden, ed het is al even waarschijn-
lijk, dat hij voor zich toom reeds had berust
in die plannen. Daarmee zou het standpunt
van de regeering zeer stevig zijn. Het is
immers algemeen bekend, dat de heer Meyer
Ranneft met Argus-oogem waakt tegen gering
schatting van den Volksraad door wie ook,
en dat hij niets nalaat om hot prestige van
onze Indische volksvertegenwoordiging te ver-
hoogem en haar waarde te doem erkennen.
Deze bondgenoot zou dus voor de regeer i-ng in
haar streven naar ongenadige aantasting van
de positie der Volkaraodsletton, moeilijk te
overschatten zijn.
En toch kan zelfs d-e berusting van d'en heer
Meyer Ranneft ods niet doen berusten in
voorgenomen maatregelen tegenover
«ertegenwoordlgende colleges. Enkele
wingen van de kwestie zulton dit.
ik, duidelijk maken,
De politieke ontwikkeling >'0 *n, er'ie'er'
in haar eerste stadium- 1 seldt nie
DE INSIGNES VAN DE ORÜE van de Gul
den Spoor, voor welks toekenning Muesoltai
giatorgji 4® F»u@ badaakap
alleen voor het Inland^6 Chineesje,
maar ook voor het E^efohe bevolkings
deel. Men stuit telk^ op a« verbluftendste
staaltjes van gebrek aan politieke Scholing,
Politiek dilettanti»»6 en beunhazerij is een
verschijnsel van *lken dae- Dat allemaal
ntot alleen te begrijpen, het ligt zelfs voor de
hand Maar dut verandert niets aan de feiten.
Met dit aan Politiek inzicht, politieke
scholing etl kennis giaat natuurlijk gepaard
een gebrek aan waardeertng voor poiitieke-n
art>eld- De woorden „politiek" en „politicus"
bêteekenen in breede lagen van de Indische
samenleving, ook vatl (je Europeesch-Indische
samenleving, weinig meer dan halve oplich
terij on man van kwade praktijken, al is de
tijd nu wel voorbij, tat nie;n den Volksraad
en zijn leden ta sommige bladen besprak als
staatsgevaarlijke instelling en individuen. Het
behoeft nu wel ge®n verdere toelichting meer,
dat het aantal werkelijk bekwame politici
zeer gering '8- het nog noodig mocht
wezen, worde hierbij nadrukkelijk vastgesteld,
dat deze uitspraak nieimamd onaangenaam be
doelt te zijn. Het gebrek aan politieke traditie
en politieke leerschool leidt er onvermijdelijk
toe, dat het verschot bekwame mannen voor
het groote politieke werk te klein is. Bereikt
toen ta de meeste Europe-èsahe staten het
pafléffiemt in cte meeste gevallen pas aan het
eind, als bekroning van een staatkundige loop
baan, in Indië begint d-cize Zeer dikwijls met
de verkiezing of benoeming tot lid van den
Volksraad. Het is duidelijk, dat dit zich
wreekt aan de kwaliteit van het Volksraads-
werk. Zoo is met name financieele deskundig
heid een zeldzaam, een Veel te zeldzaam arti
kel in het Hertogspark. Een directeur tan
Financiën vindt in de vergadering bijna nooit
een waardig portuur. Een president van de
Javasche Bank kan in weinig weken natuur
lijk geen ondeskundig lid tot volwaardigheid
Opleiden, al heeft mr. Trip dikwijls genoeg zjjn
best gedaan otn er van te maken Wa.t er van
te maken Was! Wat voor 1' inanciën geldt,
geldt ook voor ieder ander terrein, zij het voor
het eene in meerdere, voor het andere in min
dere mate. Wie toevallig in een bepaalde stof
goed thuis is, zal bij een Volksraadsbeiiande-
ling daarvan bet gemis aan onderlegdheid tel
kens constateeren.
Aan deze tekortkomingen Zit nog een andere
kant, die van.gebrek aan routine en strategie,
hetwelk het de regeering wel eens heel gemak
kelijk maakt, zich uit een lastige situatie te
redden. Ik denk hierbij aan een manoeuvre
.van den Directeur van Onderwijs en.Eeredienst,
oeniaë jaren geleden. Het Kweeksdhoolplan was
i, aaa ae ora% en de heer Moeiia, scherpzinnig
was, en de Volksraad had nergens erg in.
Uit het voorgaande mag de conclusie getrok
ken worden, dat er zooveel mogelijk naar ge
streefd moet worden, de innerlijke waarde en
kracht van den Volksraad, te verhoogen. waarbij
men uit moet gaan van het feit, dat dé Volks
raad er nu eenmaal is en in da Indische Staats
regeling een belangrijke taak toegewezen heeft
gekregen, De voorziening van prima candidaten.
hangt natuurlijk zeer nauw samen met de
honoreering van de Volksraadspositie en vooral
ook met die van bet Gedetegeerdeschap. Die
honóreerlng is een moeilijke zaak. Hét tot nu
toe geldende maximum van 1500 maande
lijkse]! inkomen als Gedelegeerde is voor velen
een zeer begeerlijk goed, voor afidéren échter
geen voldoende schadeloosstelling voor prijs
gegeven salaris en promotie-kansen. Wanneer
irien bedenkt, dat meer dan een lnlandsche
Gedelegeerde door zijn opneming in het Collega
een salarissprong naar boven maakte van 600
en. meer per maand, terwijl daartegenover meni
ge leidende figuur uit de handels- en bedrijfs
wereld door zijn afdaling in het College van
Gedelegeerden een duikeling zou maken
althans tot voor korten tijd gemaakt zou heb
ben 1 van 600 en meer, Véél meer, dan
liéeft men van de situatie al voldoende begrip.
Eenerzijds was dus het Gedelegeerden-salaris
van ƒ1000—1500 in veler Oog, vooral het oog
van het publiek, een schandelijke oVerbetaling,
anderzijds was het voor velén een niet té aan
vaarden ónderbetaling. Maar zeker is het, dat
ondër de laatsten juist zij gevonden werden,
die voor de Verheffing vaft hét waardepéil. ta
Raad en College noodig waren.
Allerlei voorstellen verdringen elkaar, om
tot een hetere regeling te komen. De groep die
het College van Gedelegeerden afgeschaft wil
zien, om tot den zoozeer gewenschten permanen
ten Volksraad te komen, vindt haar aanhangers
voor het overgroote deel onder de (Indische)
linkerzijde, en toevallig zijn zij grootendeeis
leden, die, ook al wordt het salaris flink ver
laagd! toch nog gaarne hun vertegenwoordigend
ambt blijven bekieeden. Maar het behoeft geen
nadere toelichting, dat we dan niet komen tot
wat juist noodzakelijk is uitbreiding van het
aantal werkelijk zeer bekwame mannen.
Mtt ls échter ds regeering met een wenk geko
men in het Dultsch noemt men zóo'n wenk
e;in Wink tuit detri Miinpfdhl l om den
Volksraad het besluit te doen némen tot zelf
moord. Do regeering wil °P ae uitgaven voor
Volksraad en College van Gedelegeerden niet
minder dan 1 3 bezuinigen. Dat wil zeggen, dat
■de Voik8''aBas'eaen Pei" vergadering een ver
goeding zullen ontvangen van ƒ10—20 en dat
het maximum-inkomen van eén Gedelegeerde
f J.0OÓ per maand zal zijn- Als deze vóórsté.Uen
werkelijkheid Worden, dan is bét Mét ali-éen
uitgesloten, dat meer én meer knappe manftgn.
zich tot het lidmaatschap van Volksraad en
College van Gedelegeerden aangetrokken zullen
gevoelen, maar dan zullen ook nog velen van
de huidige gegadigden zoo spoedig mogelijk
voor dat lidmaatschap bedanken. Dit is een
perspectief van zeer somberen aard en maakt
den toch bedoelden uitgroei tot politieke zelf
standigheid van de Indische samenleving tot
een fictie. De aldus bezuinigde 3 ton staan in
geen verhouding tót de geweldige schade aan
beteekenis en prestige van het Volksraadslid
maatschap. Ik denk aan dé bekende ËngölsChe
kwalificatie van penny wise pound foólish.
De beste oplossing lijkt die welke verdedigd
ls doör De Stut» en het Soerabajdseh Handels-
blad het College van Gedelegeerden worde
opgeheven en de Zittingsduur van den Volks
raad verlengd met 1 Va tot 2 maanden. De ge
wichtige ordonnanties pleégt de Volksraad zich
toch voor te behouden, het heerenleveutje (naar
het oordeel der publieke opinie) van de Gedele
geerden iï raison van 1500 per maand is nl^
mand langer tot ergernis, er wordt dan tooh
bezuinigd en het lidmaatschap van den volks
raad blijft gehonoreerd met een vergoeding
niet alle aantrekkelijkheid verliest,