DE BRITISH INDUSTRIES FAIR. VAN HET INDISCHE LEVEN. I WÊÈÊÊÊ De helpende hand Goud maken en slaan Moderniseeren DE VRIJDAG 12 FEBRUARI 1932 DE GROOTE DAG VOOR ENGE- LAND EN CHAMBERLAIN. DRUK BEZOEK UIT HET BUITEN LAND VERWACHT. GROOTE TEXTIEL-SECTIE. doelmatige advertentiën LEVANTIES VOÖR GROOTSCHE PLANNEN? TECHNIEK. WAT MET HET AFVAL GEBEURT a flfeÉK WEflVarUAAU li\ ULj dfe dg2ê mjtterie grondig befiandéid had onder Het economisch imperialisme. (Van onzen correspondent LONDEN, 5 Februari 1932. Wat dertig Jaren geleden mogelijk en twee jaren geleden onmogelijk scheen, is heden verwezenlijkt. Engeland heeft den rug toegekeerd aan een fiscale politiek die kort geleden nog, na een bestaan van drie kwart eeuw, nog even on aantastbaar scheen te zijn als in de dagen van Gladstone. t De door mr. Neville Chamberlain aan het Lagerhuis voorgelegde plannen zijn gematigd, zonder dat zij hierom minder doeltreffend zijn, en niet op de laatste plaats is hun beteekenis hierin gelegen dat het op alle goederen te heffen tarief van 10 pet. niet van toepassing «al zijn op den invoer uit de dominions en de koloniën. Hierdoor is de grondslag gelegd voor het economisch imperialisme. Waardoor Engeland de voordeden zal trekken van zijn positie als leidend lid van een over alle wereld, deelen verspreid gemeenebest. Van bijna even groot belang is het, dat En geland, tot nu toe weerloos tegenover alle tarief-landen, voortaan over een ontzagwek kend verdedigingswapen zal beschikken in den vorm van een tarief van hoogstens 100 pet. op goederen uit die landen, die fiscale maatregelen tegen Engeland mochten nemen. De noodzakelijkheid van zulk een weermid del was dubbel groot, aangezien in tal van protectionistische landen reeds „represailles" overwogen worden. Het was een historische dag gisteren. Op de eerste plaats voor Engeland, maar bijna I e-'anzeer <vd de eerste plaats voor de familie Chamberlain. Mr. Neville bracht hulde aan zijn vader, Joseph. De kanselier, die zeker niet tot de emotioneel-aangelegde staatslieden behoort, was zichtbaar ontroerd. Hij maakte oogenblikkek door zooals weinigen ze gekend hebben. Wat een Chamibarlain aangevangen had, werd door een Chamberlain voltooid. Ne ville, en zijn oudere broeder, Ausiten, hebben et eed s een groote vereering gehad, voor hun beroemden vader. Zij zijn de discipelen van hun vader. Zeer vaak komt het voor, dat de zoon van een staatsman de beginselen van zijn vader loochent en bestrijdt. Dit is geen misdaad. Het behoeft niets af te doen aan hun kinderlijken eerbied. Maar menigmaal moet de schuld van het „afvallen" van den zoon ge- zocht worden bij den vader, die de innerlijke kracht mist een jongen man, die hem zoo nabij stond, ook geestelijk aan zich te binden. De beide Chamberlain's evenwei zijn als het ware de eerste onderdanen van hun vader geweest, en na diens doqd, zijn opvolgers. Zij droegen een naam, bèfoemd gemaakt door den vader. Met dien naam droegen zij een politieke, een nationale leus. De zegepraal dier leus is de zegepraal geworden van een naam, van een geslacht. Het was een groote, een historische dag gisteren. De eerste minister, die een oogopera tie ondergaat, was niet in het Huis aanwezig. Maar voor de nieuwe fiscale wetgeving draagt hij', als leider van het kabinet, mede de verant woordelijkheid. Hij is een labour-maü, mr Thomas, die zich te Genëve bevindt, is een labourman. Sir John Simoö is een liberaal, mr. Walter Runclman is éen liberaal. 5$ij allen zijn mede-verantwoordelijk. Hét ié niet één partij de partij van mr. Neville Chamber, lain die, dank zij een oogenblikkelijke meerderheid in het parlement, en dank zij het mandaat van een beipaald deel der kiezers, die een program beeft kunnen doorvoeren. Deze tarief-wetgeving staat los van partijbe ginselen. Joseph Chamberlain was radicaal geweest, zóó radicaal dat koningin Victoria om zijn „roodheid" verafschuwde. Hij had zit ting gehad in een liberaal kabinet. Zijn fis cale overtuiging had hem gedreven in dé armen der conservatieven, met wie hij, naar zijn mentaliteit, niets gemeen bad. Hij had samengewerkt met den grooten liberaal Impe rialist, lord Roeebery. Hij had millioenen van het volk achter zich gehad. Maar de grootsche beweging, die hij leidde, en die slechts als nationale beweging zou kunnen slagen, werd weldra geleid over de enge bedding van het conservatieve partijwezen. Thans, dertig jaren later, zegeviert zij, onder leiding van een anderen Chamberlain, mét een socialist aan deze, en een liberaal aan gene zijde. Wij hebben steeds den nadruk er op gelegd, dat de socialisten in Engeland slechts vrijhan- delaars zijn, doordat zij liberaal zijn. Van het oogenblik dat de heeren Mac Donald en Tho mas ophielden liberalen te zijn. konden zij het Cobdenistisch dogma, dat door-en-door ka pitalistisch is, over boord werpen. Wij hebben waarschijnlijk nooit beweerd maar hadden bet tooh kunnen doen dat het liberalisme slechts vrijhandelsgezind is, zoolang het behoefte heeft aan een rechtvaar, diging van zijn bestaan. Liberalen, die meer hechten aan het bestaan van hun land, zijn door het Cobdenisme niet langer gebonden Zulke liberalen zijn sir John Simon en mr. Runciman. Het was een andere liberaal, sir Herbert Samuel, die de regeeringsplannen heftig aan viel en er niets dan kwaad van voorspelde. Zijn kritiek zou, indien zij gekomen was van een lid der oppositie, waardevol geweest zijn, omdat elke ernstige kritiek waarde heeft. Maar sir Herbert Samuel is lid van het kabi net. Ondanks de „agreement to disagree'' had hij gisteren bescheiden kunnen zijn. Hij heeft tegen de regeering gesproken als een fel op positie lid. Hij heeft het vertrouwen in het voornaamste program der regeering pogen te ondermijnen. Cónservatlêven verlangen terecht dat. hij zal aftreden. Niemand kan thans nog beweren dat dóór zulk een aftreden mr. Mac Donald eerste mi nister onmogelijk zal worden. Nu de tariéf- plannen Ingediend zijn, heeft een kabinet Mac Donal d-Baldwin-Si mon kansen, welke het kabinet Mac Donald-Baldwin-Samuel nooit zal krijgen. (Van onzen correspondent). Londen, 9 Februari 1932. De Fairs te Londen en Birmingham nemen met het jaar in omvang én beteekenis toe. Dit maal zullen de stands een gezamenlijken opper vlakte van ongeveer 60.000 vierk. meters be slaan. De testlelsectie welke, evenals het vorige jaar, niet ondergebracht wordt in het algêmeene tentoonstellingsgebouw Olympia, doch een af zonderlijke afdeeling zal vormen in de White City van Stepherd's Bush, zal een grooter stands-oppervlakte inüeinën dan de textiél- sectie op de Leipziger Messe, waar niet minder dan 24 volken exposeeren, terwijl te Londen alleen de Britsche textielnijverheid uitkomt. In 1931 kwamen bezoekers uit 75 landen naar Engeland om de Industries Fair te zien. Ons land was, in verhouding tot zijn grootte, het sterkst vertegenwoordigd. Niet alle bezoe kers uit het buitenland zijn koopers. Velen komen hierheen om zich op de hoogte te stel len, gelijk velen zich met hetzelfde doel naar Leipzig of Lyon begeven. Ofschoon een „fair" uit den aard der zaak ook ten doel heeft onmiddellijke transacties tot stand te brengen, en koopmans-„beurs" te zijn, iB zij toch op de allereerste plaats een propagandistische handelstentoonstelling. Deze tentoonstelling zal dit jaar wellicht nog meer belangstelling trekken dan in voorgaande jaren. De ingrijpende wijziging in den monétai- ren toestand des laud3 moet een grooten in vloed gehad hebben op de prijzen, gemeten in het geld van die landen, die den goudstandaard gehandhaafd hebben: Nederland, België, Frankrijk, Zwitserland, de Vereenigde Staten en in zekeren zin ook Duitscliland. De omwenteling op fiscaal gebied is een andere factor, welke buitenlandschen belang hebbenden zal doen besluiten zich te overtui gen van de industrieele prestaties van Enge land. Men verwacht dus, ondanks (of misschien wel wegens) de „slechte tijden" een zeer druk bezoek. Een der seherpstziende zakenmannen ter wereld deelt blijkbaar deze verwachting. Mr. Henry Ford, die ongetwijfeld weet onder welke omstandigheden verkoop-propaganda de meeste kans op resultaten heeft, zal een spe ciale tentoonstelling van zijn fabrikaten te Londen houden, tegelijkertijd met, doch na tuurlijk geheel onafhankelijk van de British Industries Fair. Deze bevat namelijk geen automobielenafdeeling, aangezien de motor industrie elk jaar haar eigen „shows" op groo te schaal organiseert n.l. de Motort Show, de Commercial Motor Show (voor vrachtwagens, omnibussen, coaches enz.) en de Motor bicycle Show. Wanneer de fabricatie, of de roorraad uwer artikelen,den omzet, den rerkoop over- treSeo, geeft aan een eerie dut euti d« kuu U te helpen, den aftrek uwm producten te rergrooten. Zoo Mr. Ford juist dit tijdstip uitgekozen heeft voor het houden zijner tentoonstelling, dan blijkt hieruit dat hij een druk internatio naal bezoek aan Londen voorziet, en dè „B.I.F." als een „trekpleister" beschouwt. De Britsche regeering heeft maatregelen ge nomen om het bezoek van het buitenland aan te moedigen en tè vergemakkelijken. Zij heeft hierbij alle medewerking ondervonden van de zijde der binnen- en buitenlandsche verkeers- instellingen, die aanzienlijke reducties toestaan op de reiskosten van en naar de Fair. Hierbij komt dat vóór bezoekers uit de goudstandaard- landen het verblijf in Londen en Birmingham aanzienlijk goedkcoper zal zijn dan in voor gaande jaren. Verschillende hotels hebben hun tarieven verlaagd in vérband met het sterk verminderde bezoek teh gevolge van de weréld- depressiê. De kwaliteit van Britsch fabrikaat is nooit in twijfel getrokken bezoekers aan de Fair zullen waarschijnlijk ontdekken dat zij die kwaliteit thans voor een koopje kunnen krijgen- Ditmaal wordt er ook meer dan in voorgaan de jaren gedaan om het den koopers (d. w. z. zij die van een „buyer's pass" voorzien zijn) aangenaam te makén. Verschillende ontvang sten zullen te Londen en Birmingham gehouden worden: een groot aantal clubs zijn bereid het eerelidmaatschap te verieenen aan overzeesche bezoekers, die hierom, door bemiddeling der Fair-autoriteiten, vragen. Door zulk een tijde lijk lidmaatschap geniet men van alle facilitei ten der betreffende club. Vrouwen organisaties zullen het hare doen om over het vermaak zorg te dragen van de ecktgenooten der koopers, die Engeland bezoeken- De gelegenheid, om Britsche fabrikaten te koopen, is sinds een lange reeks van jaren niet zoo gunstig geweest als thans. Zij zullen ge kocht worden, indien de overzeesche koopman er zijn voordeel in ziet. De B. I. F. wil hem biervan overtuigen door middel van twee argu menten kwaliteit en prijs. Maar zijn wij ver van de waarheid wanneer wij beweren dat Engeland eenigszins het recht heeft te verwachten, dat de buitenlandsche koopers bij voorkeur Engelsche fabrikaten, wil len koopen, wanneer kwaliteit en prijs bevredl- deud zijn Zeer voel landen, wier beste afnemer Engeland is, hebben tot nu toe zelf veel meer orders gegund aan andere landén, die veel minder van hen betrekken, dan aan hun besten klant. In 1931 heeft Engeland goederen uit het buitenland gekocht voor een waarde van 614.511.000 het heeft naar het buitenland verkocht voor een waarde van slechts 266.483.000. Dit was, gedeeltelijk althans, onvermijdelijk, zoolang de Engélsche levensstandaard, gemeten in buitenlandsch geld, buitensporig hoog was. Hij is thans even veel lager als de dollar-, gulden- of frankenwaarde van het pond ver minderd is. De lagere prijzen kunnen er toe bijdragen een commercieele wanverhouding uit den weg te ruimen. De beste afnemer heeft, wanneer hij ooncurreeren kan, aanspraak op de meeste orders. WERK, WAARVOOR LANGE OEFENING NOODIG IS Het wemelt in dè havenstad Djedda, het voorportaal van Allah's huis" van consulaire en diplomatieke vertegenwoordigers en «-an dé vertegenwoordigers van diverse handelsmaat schappijen. Ibn Saud wordt eenvoudig bele gerd door de agenten der handelsmaatschap pijen, die hun aandeel leveren in den interna tionalen concurrentiestrijd om wat er nog van de wereldmarkt is overgebleven en om wat nog eenige vooruitzichten aangaande een nieuw afzetgebied bezit. De groote concurrentie is na den wereld oorlog begonnen, toen de Hedsjaz een van Tur kije geheel onafhankelijk land werd. En het waren de automobielen, die in het algemeené aanzicht van den handel een absolute veran dering brachten. De Amerikanen wérden aan vankelijk door de Japanners verdrongen. Ze leverden katoen en ervoeren spoedig, dat hun nieuwe concurrenten dit katoen veel goedkoo- per konden leveren. En ze zagen zich van de markt gezet. Maar door een toevallige omstandigheid kocht in Caïro een Amerikaansch koopman van een paarlhandelaar uit de Hedsjaz eenige paarlen en liet den man toen een autó zien, die zich met gemak een pad door het woestijn zand zou kunnen banen. De man uit de Heds jaz toonde zich geïnteresseerd en bedacht, dat het wellicht mogelijk zou zijn, een autodienst fusschen Djedda en Mekka te organiseëren. Hij kocht eenige auto's van den Amerikaan en de Mekkagange.rs bleken hoogelijk met het nieu we transportmiddel ingenomen. De kameelen hadden althans voor het vervoer van passa giers afgedaan. De eerste auto's kwamen in 1926 naar Mek ka en vier jaar later waren door Europeesche en Amerikaansche handelsreizigers niet min der dan vijftien honderd auto's in de Hedsjaz verkocht. Maar de concurrentie was toen pas begonnen. Elk fabrikaat trachtte ingang te vinden. De Amerikanen wonnen het ten slotte, omdat hun machines beter tegen de moeilijk heden van rotsgebergte en woestijnwegen bleken opgewassen. De Amerikanen, die slechts hier en daar de goede autowegen hebben, waar van ze iedereen vertellen en in de rest vaB hun land op vrijwel ongebaande karresporen moeten rijden, hadden gelegenheid genoeg, er varingen aangaande het uithoudingsvermogen van automobielen op te doen en ze waren in staat, de sterkste wagens te bouwen, zoodat ze een grooten voorsprong op hun Europeesche concurrenten hadden, die nu eenmaal niet over woestijnen en karresporen beschikten althans niet in die mate als de Amerikanen, wier staten als Arizona, Nieuw Mexico, Texas etc. niet zoo heel veel met de Hedsjaz verschil len. wanneer het op bodemgesteldheid aan komt. Thans bevinden zich 1500 Amerikaansche automobielen in de Hedsjaz en zeven honderd er vaü onderhouden den dienst tusschen Djed da en Mekka. Ze zijn intusschen allemaal in handen van Hedsjazische bezitters. Ibn Saud slaat den Amerikanen niet toe, zich in zijn gebied vasten voet te verwerven en het volgens hun bekende methoden aan zich schatplichtig te maken Overigens neemt hij een zelfde standpunt in tegenover Europeesche kapita listen, die hetzelfde zouden willen probeeren. Bovendien wérken de in de Hedsjaz heer- schende toestanden er toe mede, dat vreemde lingen zich er geen vasten voet kunnen ver werven. En merkwaardig genoeg ziet men in Djedda geen Grieken, Armeniërs en Joden, die elders in de Oosterschs havensteden den han del beheerschen. Er leven niet meer dan vijf tig of zestig Europeanen in het rijk van Ibn Saud en sommige dezer Europeanen hebben het raadzaam gevonden, zich in Muzelmannen te veranderen, teheinde hun invloed en hun kans op winst maken niét te verliezen. Om der wille van de smeer, zoo zeggen hun Mo- hammedaansche concurrenten, zijn drie „Chris tenhonden" in Djedda volgelingen van den profeet geworden. Het zijn een Ëngelschman, een Italiaan én eenNederlander. De Efigelschman is de merkwaardigste van het drietal. Hij is een soort Lawrencé, verleende gedurende den wereldoorlog Zijn land uitstekende diensten door dé diverse Arabische potentaten tot bond- genooten def geallieerden te maken. Na zijn overgang tot het Mohammedanisme niet zoo lang géledèü werd hij de vertrouwensman van Ibn Saud, dien hij óp diens inspectiereizen volgt. Hij spfeekt Arabisch als een Arabier, Zit met gekruiste beenen en rookt een nargi- leh, een Turksche pijp. Alleen zijn blauwe oogen verraden hem als een Euro'peaan. In dien ze donker waren, zou hij met zijn Be- douienbaard gerust voor een afstammeling van den profeet kunhen doorgaan. De drie Europeesche Muzelmannen dragen natuurlijk Arabische namen. De Èngélschman en de Italiaan hebben zich allébei Abdóeilali laten noemen. Om hen nu uit èlkaar te hou den, noemen de inwoners vaft Djedda hen res pectievelijk Abdoellah Fofd en Abdöèllhh Fiat (de Italiaan vertegenwoordigt de Fiat-fabrie ken). In Djedda twijfelt men vooral aan den ernst van den Italiaan. En deze, om allen twijfel weg te nemen, zit eiken aVond voor een raam, beschenen door een honderd kaars lamp ijve rig den Koran te lezen De Hollander staat bekend als Hassan el Maadi, of „hij, die het goede pad volgde", het geen zeer zeker een compliment is aangaande zijn goede bedoelingen. Hij woont sinds vele jyen in Djedda en is zooals <Té Ëngelschman heelemaal gearabierl- seerd, vertegenwoordigt o.a. diverse Ameri kaansche automobielfabrikaten en leverde on langs aan Ibn Saud een limousine met een slaapgelegenheid er in. welke limousine extra groot moest zijn, omdat de koning een flinke lengte heeft. Men zegt, dat Hassan de Recht vaardige zich gedurende de twintig jaar, die hij in de Hedsjaz heeft doorgebracht, een for tuin van enkele millioenen bijeengezameld heeft. En aangezien hij bij den koning hoog In de gunst staat, zal het hem ook in de toekomst niet slecht vergaan. Ibn Saud heeft n.l. groot sche plannen. Hij wil al het automobielvervoer in staatshanden brengen en o.a. den spoorweg naar Damascus herbouwen, die tijdens den wereldoorlog werd verwoest. En voor al deze grootsche plannen zijn leveranties van aller lei soort noodig Het nieuwe Waldorf Astoria Hotel te New York, het grootste hotel ter wereld, heeft mu ren Van goud Wel zijn niet alle muren er van goud, zo iets is zelfs in het rijke Amerika niet mogelijk, maar de muren van een deel van het hotel, waar het meeste publiek komt, zijn werkelijk van goud, echt goud Die muren van goud bevinden zich in den daktuin, waar de Nieuw Yorksche Elite verondersteld wordt, geregeld te dineeren. Het goud weerspiegelt de eters en de dansers, het jazz.orkest en de gestaartjaste kellners. Men heeft het achter glas gezet, intusschen niet uit Vrees voor diefstal, maar opdat het beter als spiegel fun- geeren zal. Het goud Van de gouden muren bestaat uit bladgoud, dus uit een oneindig fijn laagje, dat ongeveer tien of twintig gul den per vierkanten meter kost. Als bladgoud is het een hoogst subtiele substantie. Iemand, die een blaadje in de hand houdt, merkt opeens, dat het Verdwenen is en hij gelóóft het nauwelijks, wanneer hem verteld wordt, dat het goud de poriën van zijn vingers is binnengedrongen. Deze subtiele substantie echter houdt het jaren uit, indien het op een muur, op glas nf op metaal wordt gelegd en daardoor kan het Waldorp Astoria Hotel mét gouden muren pronken en pronken de Russische kathedralen en Oostersche palei zen met goüden koepels. Met een ons goud bedekt men een groote oppervlakte, veel is er dus niet voor noodig, maar vooraleer men uit een staaf goua vol doende bladgoud heeft verkregen, ia er heel wat gebeurd. Sinds de tijden van Naboecho- donosor en Salomon wordt het bladgoud niet de hand gemaakt en de bewerking dient zoo nauwkeurig én met zoov-eei bekwaamheid te geschieden, dat men nog geen machine heeft kunnen maken, die de handarbeiders met de zelfde resultaten vervangen kan. Een bladgc-udmaker moet op z'n minst een leertijd van vier jaar doormaken, vooraleer hij den zwaren hamer, waarmede het goud wordt geplet, mét Voldoende zekerheid op succes hanteeren kan. En de bladgoudmakers of goudslagers van den tegeïiwoordigen tijd volgen nog dezelfde methoden als die van eeuwen en eeuwen geleden. Het eenige ver schil is, dat ze moderne kleeren dragen, 's avonds naar de radio luisteren en niet met ketenen aan hun werkbank vastgemaakt staan. Het goud voor de muren van het Waldorf Astoria Hotel werd In New York's East Side, in een paar onaanzienlijke werkplaatsen ge slagen. De goudslagers zijn buitenlanders, meestal Schotten, Engelschen en Duitschers, die het vak van vader op zooit overdragen en een hard bestaan hebben. Ze werken zes da gen in <3e week en negen uren per dag en met hun moeilijke handwerk verdienen ze hoog stens veertig of vijftig dollar In de week. Het meerendeel bruiner bestaat nit Oudere mannen en de rest van het werk wordt door meisjes verricht. Jonge mannen probeeren eerst een gemakkelijker en béter betaald baantje te vinden. En hierdoor dreigt er in Néw York eón tekort aan goudslagers. Het overdragen van vader op zo n gaat In Amerika niet zoo gemakkelijk. De kin-deren hebben er meer on afhankelijkheidszin dan in de Oude Wereld en voelen niets voor tradities. Hét laat hen koud, dat hun vader éh grootvader goudsla gers zijn, Indiéri ze in een ander vak meer kunnén verdienen, of niet zoo aan eén her metisch gesloten werkplaats gebonden Zijn. Het slaan van bladgoud is een weinig dank baar werkje en de goudslager heeft met aller lei omstandigheden rekening te houden. Be halve dat geen tochtje zijn werkplaats mag binnendringen, moet hij haar ook op tempe ratuur houden en ook al voldoet hij aan die eischen, dan is dè temperatuursgesteldheid toch van grooten Invloed op den snellen voortgang van zijn werk. Bij regenweer wordt het bladgoud kleffig, bij al 'te droog weet moeilijk te hanteeren en bij vorst verliest het z'n fut. Voor het snijcfen der geslagen bladen goud kan men geen stalen mes gebruiken. Dit is niet scherp genoeg te slijpen. De goudslagers gebruiken malaccé. dat door de inlanders van Malakka voor hun wapens wotdt gebruikt en ongelooflijk scherp is, scherper dan 'ft scheer mes. Een stalen mes, hoe scherp ook, zon scheu ren en bramen In het bladgoud maken. Vo r het borstelen van het teere materiaal gebrui ken de goudslagers den poot van een Sibe- risehen haas. Geen enkel ander Instrument is mogelijk. De Siberische baas heeft op z(jti pooten het zachtste bont, dat men zich kan indenken. De meisjes, die in de bladgoudwerkplaatsen arbeiden, maken van de véllen boeken, elk vijf en twintig vellen bladgoud bevattend, waartusschen ze roze papier leggen, een werkje om zenuwziek van te worden, aange zien het fijne bladgoud zooals gezegd uiterst lastig te hanteeren valt. Behalve dat met bladgoud de muren van extravagante hotels en de koepels van pa ei zen an kathedralem, alsmede de transen van sommige Amerikaansche wolkenkra -ers „van goud" worden gemaakt, benut men e ooit voor handelsmerken in hoeden en Geding stukken, voor het maken van gouc en letters in boeken en voor het versieren tan leder- 'werk. En het is geen verguldsel, wat men in zijn hoed als initialen krijgt, maar goud, echt goud, al heeft het piactisch dan geen waarde. Het is goud van twee en twintig en een half karaat, dat door vermenging met andere me talen uit 24 karaats goud verkregen wordt. Wil men roodachtig goud hebben, dan voegt men er een percentage koper bij en voor „wit goud is een flinke toevoeging van zilver noodig. Ondanks allé voorz-ófgeh, schijnbaar onnoo- d'g bij zuik een „uitgebuit" materiaal als bladgoud, gaat er toch hog vèel verloren. En in de goudslagerswerkplaats wordt dé vloer eiken avond nauwkeurig afgezocht. De arbei ders borstelen Zich zelf over éen do s hun kleeren. Al bét afval, dat aldus wordt bijeen gegaard, wordt verbrand en in een tot 3000 graden verhit fornuis geplaatst. Na eouigen tijd blijft er na deze behandeling een dun laagje goud over. En altijd gaat er nog goud verloren, dat tusschen reten in den vloer valt of in hoeken verdwijnt. Koft geleden liquideerde te New York één goudslagersfirma en een slooper kocht de werkplaats op. Hij wist iets van het vak af, zocht al hét vuil op en onder den vloer bij elkaaf, liet het verbranden en haal de volgens het zeggen uit de asch voor ze ven dulzeöd dollars aan zuiver goud te voor schijn Bewegelijke betonmuur op een rivierdijk. Een dozer dagen heeft, naar wij vernemen, de beproeving plaats gehad van een circa 16 M. lange betaniwering op een dijik te Sint Aniamds hij Puer® in België volgens het nieuwe systeem van dein tagenieiuir Jhr. ir. M. de Mura.lt te 's Gra rentage. D-e proef word, in opdracht wam diem Belg sohein Minister van Waterstaat, bijgewoond door den inspecteur van dén Waterstaat, de Braban der. Vanwege den Minister van Waterstaat in Nederland, weird de proef bijgewoond door den Hoofdingenieur ir. W. Kamp, letider van 'den bouw van den afsluitdijk van de Zuiderzee. De tag. P. H. V. Bongaerts, Dir. van bet Technisch Bureau voor Waterwerken te den Haag, zoomede Baron P. Gretaidll, Dir. Gen. v. d. Vente de Porphiir de Quenast te Brussel wa len, daartoe ultgenoodigd ook bij de proefne ming aanwezig. Het water wend tot 35 c.M. hoogte tegen de betonconstructie opgezet. Met een zaag word tot 20 a 30 c.M. onder hef watemlveau do kl-oikern die zi-öh in de laoschén tuosohen de soopele betonconstructie beivimidf, doorgejaagd. Het lukte op dieae wijze zelfs niet een tok te verkrijgen, aangezien, dé k-lei den naad onmid dellijk weer sloot. Daarop wend de kiel uit den kernk&lder genotmem. Nadat toen een flinke lek was bevorderd, wkmd de kern weeir gevuld. Met eenig aanstampen sloot het tok zich onmid dellijk. Om nader de lenigheid wan de niéuwe con structie kan te toonen, Wend door éen vijftal mannen met een zwa-ren grenen balk ter lengte van 4 M. metende 12 bij 18 c.M. teflkens van circa 3 M. afstand op een tusscthenlijst ge beukt. Nadat men eten vijftien tal malen ha 1 g era meid, begon de bewegelijke laaah, die overigens zelf onbeschadigd bleef, te tokken. De la®oh bewoog zich van. boven ongeveer 2 c.M. uit haar plaats, terwijl de gehéele muur- constructie met bovendeel van den dijkskruiu aan dé trilling en beweging deelnam. Na en kele minuten sloot de beton constructie zich vanzelf, dus zondar nadere aanstammtaig van de kleikeirn. De heer de MuraJlt, dien wij hieromtrent na den- om taMchitiiugen vroegen, deelde ons mede, dat d-e deugdelijkheid van het systeem hem zeil had, ver-rast. Aam een geheel vanzelf sluiten van een lasch tussohem de muurmooten had hij zelf niet geloofd. Zijn artikel betreffende de be proeving en het stelsel Zelf zal, naar hem wend medegedeeld, de volgende week iin het week blad d» „Ingenieur" verschijnen. Op de rappor- -G.YJWv. f :.t1 -i;. W. Dr. Brüning na het houden van zijn Ontwapeningsrede te Genève. ten van de officieel 'bij de proefneming aanwe zige watarstaa-tsautorite'i'ten kon hij natuurlijk nitot vooruit loopem, hetgeen onwelvoegelijk zou ziin. Wel beeft de 'heer d. M. vastgesteld, «at geen ehlkato vraag tót hem, bij de proefne ming gericht, nfiet bevredigend werd beant woord. Binnenkort zal die -heer de M. te B-ruiwd voor de taigemiefunsiveireBulgtag eem vOOrdrAcht houden. Bij deze voordnaciht zaj «y uitvoerig het succes met befotitrittrem op zeedijken tèr- kragen (volgens zijn 25 jafen geleden ingevoeir'I stelselta versohMlemdie lanidétl IweohrijTóii, waarbij ook de werken in Zeefend uitgevoerd, alpt zulton worden vergeten. (Van onzen K-correspondent.) VOT A ATT TAJ FllR1, I man en bovendien lid van den Onderwijsraad, VERDRUKK TNO aanvoering van den doorkneden Dr. Nieuwen- huis, bracht de regeering in eersten termijn danig in het nauw. Er was geen denken aan, dat de Directeur van O. E. zich van dezen minstens even goed ingewerkten oppónens zou kunnen afmaken met een der gewone trucjes. De goden hadden het echter toen zoo vriendelijk geschikt, dat de heer' Moeiia spoedig met verlof zou gaan, met een studie-opdracht van het Departement van Onderwijs en Eeredienst. Welnu, de geachte Regêéringsgemachtigde voor Onderwijs wachtte met zijn beantwoording van ld en tieör Moei ia, totdat deze veilig "boo-rd Door niemand werd met moer klem de nood zaak betoogd van onverbiddelijk bezuinigen en besnoeien op de uitgaven van het gouver nement van Nederlandsch-lndië, ook op uit gaven voor zaken van het grootste gewicht, dan door den voorzitter van don Volksraad ta zijn,rede bij. dé öpèdiiig vSü dè Biildlge zifting. Het kan, wel niet anders dan dat de heer Meyer Ranneft toen reeds op d-e .hoogte was van de regeeringsplannen ten opzichte van den Volksraad inclusief het Collége van Gedelegeerden, ed het is al even waarschijn- lijk, dat hij voor zich toom reeds had berust in die plannen. Daarmee zou het standpunt van de regeering zeer stevig zijn. Het is immers algemeen bekend, dat de heer Meyer Ranneft met Argus-oogem waakt tegen gering schatting van den Volksraad door wie ook, en dat hij niets nalaat om hot prestige van onze Indische volksvertegenwoordiging te ver- hoogem en haar waarde te doem erkennen. Deze bondgenoot zou dus voor de regeer i-ng in haar streven naar ongenadige aantasting van de positie der Volkaraodsletton, moeilijk te overschatten zijn. En toch kan zelfs d-e berusting van d'en heer Meyer Ranneft ods niet doen berusten in voorgenomen maatregelen tegenover «ertegenwoordlgende colleges. Enkele wingen van de kwestie zulton dit. ik, duidelijk maken, De politieke ontwikkeling >'0 *n, er'ie'er' in haar eerste stadium- 1 seldt nie DE INSIGNES VAN DE ORÜE van de Gul den Spoor, voor welks toekenning Muesoltai giatorgji 4® F»u@ badaakap alleen voor het Inland^6 Chineesje, maar ook voor het E^efohe bevolkings deel. Men stuit telk^ op a« verbluftendste staaltjes van gebrek aan politieke Scholing, Politiek dilettanti»»6 en beunhazerij is een verschijnsel van *lken dae- Dat allemaal ntot alleen te begrijpen, het ligt zelfs voor de hand Maar dut verandert niets aan de feiten. Met dit aan Politiek inzicht, politieke scholing etl kennis giaat natuurlijk gepaard een gebrek aan waardeertng voor poiitieke-n art>eld- De woorden „politiek" en „politicus" bêteekenen in breede lagen van de Indische samenleving, ook vatl (je Europeesch-Indische samenleving, weinig meer dan halve oplich terij on man van kwade praktijken, al is de tijd nu wel voorbij, tat nie;n den Volksraad en zijn leden ta sommige bladen besprak als staatsgevaarlijke instelling en individuen. Het behoeft nu wel ge®n verdere toelichting meer, dat het aantal werkelijk bekwame politici zeer gering '8- het nog noodig mocht wezen, worde hierbij nadrukkelijk vastgesteld, dat deze uitspraak nieimamd onaangenaam be doelt te zijn. Het gebrek aan politieke traditie en politieke leerschool leidt er onvermijdelijk toe, dat het verschot bekwame mannen voor het groote politieke werk te klein is. Bereikt toen ta de meeste Europe-èsahe staten het pafléffiemt in cte meeste gevallen pas aan het eind, als bekroning van een staatkundige loop baan, in Indië begint d-cize Zeer dikwijls met de verkiezing of benoeming tot lid van den Volksraad. Het is duidelijk, dat dit zich wreekt aan de kwaliteit van het Volksraads- werk. Zoo is met name financieele deskundig heid een zeldzaam, een Veel te zeldzaam arti kel in het Hertogspark. Een directeur tan Financiën vindt in de vergadering bijna nooit een waardig portuur. Een president van de Javasche Bank kan in weinig weken natuur lijk geen ondeskundig lid tot volwaardigheid Opleiden, al heeft mr. Trip dikwijls genoeg zjjn best gedaan otn er van te maken Wa.t er van te maken Was! Wat voor 1' inanciën geldt, geldt ook voor ieder ander terrein, zij het voor het eene in meerdere, voor het andere in min dere mate. Wie toevallig in een bepaalde stof goed thuis is, zal bij een Volksraadsbeiiande- ling daarvan bet gemis aan onderlegdheid tel kens constateeren. Aan deze tekortkomingen Zit nog een andere kant, die van.gebrek aan routine en strategie, hetwelk het de regeering wel eens heel gemak kelijk maakt, zich uit een lastige situatie te redden. Ik denk hierbij aan een manoeuvre .van den Directeur van Onderwijs en.Eeredienst, oeniaë jaren geleden. Het Kweeksdhoolplan was i, aaa ae ora% en de heer Moeiia, scherpzinnig was, en de Volksraad had nergens erg in. Uit het voorgaande mag de conclusie getrok ken worden, dat er zooveel mogelijk naar ge streefd moet worden, de innerlijke waarde en kracht van den Volksraad, te verhoogen. waarbij men uit moet gaan van het feit, dat dé Volks raad er nu eenmaal is en in da Indische Staats regeling een belangrijke taak toegewezen heeft gekregen, De voorziening van prima candidaten. hangt natuurlijk zeer nauw samen met de honoreering van de Volksraadspositie en vooral ook met die van bet Gedetegeerdeschap. Die honóreerlng is een moeilijke zaak. Hét tot nu toe geldende maximum van 1500 maande lijkse]! inkomen als Gedelegeerde is voor velen een zeer begeerlijk goed, voor afidéren échter geen voldoende schadeloosstelling voor prijs gegeven salaris en promotie-kansen. Wanneer irien bedenkt, dat meer dan een lnlandsche Gedelegeerde door zijn opneming in het Collega een salarissprong naar boven maakte van 600 en. meer per maand, terwijl daartegenover meni ge leidende figuur uit de handels- en bedrijfs wereld door zijn afdaling in het College van Gedelegeerden een duikeling zou maken althans tot voor korten tijd gemaakt zou heb ben 1 van 600 en meer, Véél meer, dan liéeft men van de situatie al voldoende begrip. Eenerzijds was dus het Gedelegeerden-salaris van ƒ1000—1500 in veler Oog, vooral het oog van het publiek, een schandelijke oVerbetaling, anderzijds was het voor velén een niet té aan vaarden ónderbetaling. Maar zeker is het, dat ondër de laatsten juist zij gevonden werden, die voor de Verheffing vaft hét waardepéil. ta Raad en College noodig waren. Allerlei voorstellen verdringen elkaar, om tot een hetere regeling te komen. De groep die het College van Gedelegeerden afgeschaft wil zien, om tot den zoozeer gewenschten permanen ten Volksraad te komen, vindt haar aanhangers voor het overgroote deel onder de (Indische) linkerzijde, en toevallig zijn zij grootendeeis leden, die, ook al wordt het salaris flink ver laagd! toch nog gaarne hun vertegenwoordigend ambt blijven bekieeden. Maar het behoeft geen nadere toelichting, dat we dan niet komen tot wat juist noodzakelijk is uitbreiding van het aantal werkelijk zeer bekwame mannen. Mtt ls échter ds regeering met een wenk geko men in het Dultsch noemt men zóo'n wenk e;in Wink tuit detri Miinpfdhl l om den Volksraad het besluit te doen némen tot zelf moord. Do regeering wil °P ae uitgaven voor Volksraad en College van Gedelegeerden niet minder dan 1 3 bezuinigen. Dat wil zeggen, dat ■de Voik8''aBas'eaen Pei" vergadering een ver goeding zullen ontvangen van ƒ10—20 en dat het maximum-inkomen van eén Gedelegeerde f J.0OÓ per maand zal zijn- Als deze vóórsté.Uen werkelijkheid Worden, dan is bét Mét ali-éen uitgesloten, dat meer én meer knappe manftgn. zich tot het lidmaatschap van Volksraad en College van Gedelegeerden aangetrokken zullen gevoelen, maar dan zullen ook nog velen van de huidige gegadigden zoo spoedig mogelijk voor dat lidmaatschap bedanken. Dit is een perspectief van zeer somberen aard en maakt den toch bedoelden uitgroei tot politieke zelf standigheid van de Indische samenleving tot een fictie. De aldus bezuinigde 3 ton staan in geen verhouding tót de geweldige schade aan beteekenis en prestige van het Volksraadslid maatschap. Ik denk aan dé bekende ËngölsChe kwalificatie van penny wise pound foólish. De beste oplossing lijkt die welke verdedigd ls doör De Stut» en het Soerabajdseh Handels- blad het College van Gedelegeerden worde opgeheven en de Zittingsduur van den Volks raad verlengd met 1 Va tot 2 maanden. De ge wichtige ordonnanties pleégt de Volksraad zich toch voor te behouden, het heerenleveutje (naar het oordeel der publieke opinie) van de Gedele geerden iï raison van 1500 per maand is nl^ mand langer tot ergernis, er wordt dan tooh bezuinigd en het lidmaatschap van den volks raad blijft gehonoreerd met een vergoeding niet alle aantrekkelijkheid verliest,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 2