HET vergaan van
m
NATIONALISME EN MISSIE OP JAVA.
DE 1907.
9
holland.
MAANDAG 22 FEBRUARI 1932
AAN DEN HOEK VAN
I
ver"611' 'S duideliik- Anderzijds sluit
Hand/,
bet wet? Z1J Prikt de eerbiediging van
vinistische planum b8VOrderins van chau"
STILLE OMGANG.
Z. H. Exc. Mgr. Jansen onder de
deelnemers.
DE LIMMENSCHE STRAFZAAK.
VERHEUGENDE MEDEDEELNG VAN
HET STEUNCOMITÉ PARIJS.
OP DE THEEMS TEGEN DE KADE
GELOOPEN.
DE MOORD OP DEN HEER
ESCHAUZIER.
INTERN. UNIE VAN R. K.
VROUWENBONDEN.
DE NIEUWE STAATSLEENING.
AANVRAGEN OM INVOER
VERGUNNINGEN.
Een herinnering aan de grootste
scheepsramp op onze kust.
Voot vele vrienden der Java-Missie is
het wellicht niet duidelijk hoe de Missie
staat tegenover het Nederlandsch Bestuur
op Java en dé nationale beweging der -ia
vanen in haar verschillende schakeeringen
Het kan daarom nuttig zijn, in enkele hoofd
trekken aan te geven, hoe de houding der
Missie is te midden van deze veelheid van
elkaar vaak tegengestelde richtingen.
Doel der missie en haar hoofd
middel
Bet groote doel dér Missie is de katholi-
seei ing der Javanen. Alk meest direct niiddPi
tot dit doel heeft zij- het onderricht in de
godsdienstleer, en alles wat tot de zielzorg
in engeren zin behoort.
De ervaring van jaren heeft aangetoond,
dat een ander middel van zielzorg-in-rui-
tneren-zin: het onderwijs, zekerder en met
grooter succes tot het doel leidt. Sindsdien
zijn dan ook de verschillende onderwijsin
richtingen der Missie hèt groote middel vuoi
de bekeering van Java geworden.
Door deze keuze nu, die geheel bepaald
tverd door het zielebelang der Javanen,
Werkt de Missie op de krachtdadigste en
meest vruchtbare wijze mede aan de ont
wikkeling der Javaansche maatschappij.
De missie steunt een rechtma
tig nationalisme.
Ook door de nationalisten wordt een groo-
tere mate van ontwikkeling aanvaard en
nagestreefd, en wel als noodzakelijk ver-
eischte, om' te komen tot de zelfstandig leid
van Java.
In haar onderwijs werkt derhalve de Mis
sie feitelijk met de Nationalisten mede in
dezelfde richting.
kruiken de Nationalisten het on rwijs
als middel ter onafhankelijkheid, de Missie
benu* het als weg naar den waren gods
dienst.
v Be>de; Nationalisme en -Missie, komen
hierin overeen- zij beoogen met het onder-
wiis niet de bevordering van Westerschen
invloed.
Katholieke leer sluit een streven, Java
zelfstandigheid te brengen, geenszins
u't; keurt dit, mits het met wettige middelen
geschiedt, goed.
Dit alles toont duidelijk, hoever Missie en
Nationalisme op Java metterdaad parallel
gaan.
Samenwerking tusschen missie
en regeering.
De Missie is niet, en wil niet zijn een
Hollandsche invloedspost die 0rt) die reden
de bescherming geniet van het Gouverne
ment.
I Dg Nederlandscli-Indische Regeering
Missiescholen: omdat zij zichzelf
taak
tot
gere
standj
Stelt, het Javaansche volk tot hoo-
°Btwikkeling te brengen, en tot zelf-
'StieKj voor te bereiden. Zij erkent in
n!t ^scholen een krachtig middel tot
Zeife'6iken van dit doel.
taak 7ftaat z'j echter voor een moeilijke
vanen/D^1 d* hogere beschaving der Ja-
van den islde christelijke beschaving die
goed als iedel^ /erre overtreft, is baar, zoo
meer duidelijk Jectief beoordeelaar, zonder
altijd de praktijk i*' bewijst overigens nog
christelijke beschavinglSCh moest ziï dus de
Zij wil echter op Sort^ v°orkeur geven,
traal blijven, en ""j
hel neutraal on<terw]i, om »tsrt
echter kort aan da„ ™C8 *"1
Javaan, die jn het T WensQb van den
van God en den plicht bestaan
tief wil erkend 7i0„
neutraal onderwijs °P JaVa 'eidt het
-thov»,,. 13 tot agnosticisme en
te dienen, posi-
atheïsme, en
met het natuur™, i in emStig k°nfÜkt
De k th ecilt van den Javaan.
tendom 2? Sf°len dingen het Chris-
de he p: dat zou in stn->d zlJn met
Ktnselen van het Katholicisme. Zij ko-
me" ecIlter geheel en al tegemoet aan den
rec matigen eisch van den Javaan, om God
°°k in het onderwijs te zien erkend. Zij leg.
geB hem objectief d - superioriteit der chris-
telijke beschaving voor, die de Javaan vrij
willig aanvaardt of verwerpt.
De Nederlandsch-Indische Regeering vindt
dus in de Missie-scholen een middel, dat
parallel werkt met haar eigen streven'; dat
echter daar, waar het gouvernement onlo-
gisch maar gedwongen door haar neutra-
liteitswil staan blijft, konsequent verder
gaat
Zoolang nu het Gouvernement zich het
recht toekent, neutrale staatsscholen te on
derhouden, heeft logisch de Missie een hoo-
ge^eaht °P subsidieering der Missiescholen.
KatborederlandSChe Regeerin& vindt in deT1
eerbj°r|!ek' Dol'ander of Javaan, iemand die
voor heeft voor het wettig g0zag- Dat dit
te «u 3ar eennieuwe reden bevat, de missie
fige m°id d<?a ^avaan geenszins uit, met wet
*6 strev^6''30 naar een onafhankelijk Java
i® dan ook ZOOfRs we reeds zeiden. Feitelijk
groote lieffj'Gder katbolieke Javaan met een
nationalism!, !oor eigcn volk en een gezond
ame bezield.
vaansche volk. Maar het stuit bij rle Missie
op een: non possunnis. zoodra het in zijn
drang naar eigen geluk wil grijpen naai
onwettige middelen
Zoo vindt de Missie op Java niet in aller
oogen genade. Fr zijn Hollanders én Indu-
Europeanen die den onverinueiden bescha
vingsarbeid der Missie ondei de Javanen
ongaarne zien; anderen, die zich van hun
superioriteit tegenover den Javaan zoo be
wust zijo. dat naar hun meening geen mis
sionaris op Java zich aan den arbeid onder
de Javanen zou mogen wijden, zoolang de
pastorieën onder de Europeanen nog niet
in vollen omvang van werkkrachten zijn
voorzien
En meer nog onder de Javanen vindt de
Missie tegenstanders. Het aantal Javanen
dat persoonlijk met de Missie in contact
kwam, is nog gering, en de vooroordeelen
tegen de Missie zijn dus nog groot.
Het groote vooroordeel tegen de
missie.
B'JZee: vee/ Javanen wordt Christendom
en e*tei sc i~zijn nog vereenzelvigd. Een
groeiend nationalisme, dat de afkeer tegen
het Westen doet toenemen, vermeerdert
aai mee ook de antipathie tegenover het
- iris en dom. Dit vooroordeel is sterk en
as iö uit te roeien; het bemoeilijkt het eerste
con act. met de Javanen, al bleek het niet
es and tegen den zelfverloochenenden ar-
ei van den katholieken missionaris. Dit
d "t duidelijk uit het groote succes, dat
g Java-missie nog steeds mag boeken. In-
usschen blijft deze valsche opvatting een
astige sta-in-den-weg, die vooral daarom
Biet gemakkelijk weg te ruimen is, omdat
bet katholicisme nu eenmaal nog het sterkst
ln het „Westen" is. Rome ligt nog altijd in
het Westen Het katholicisme is nog altijd
bet sterkst onder de blanken, terwijl het ge
bied der niet-blanken nog Missie-gebied is,
Biet betrekkelijk weinig katholieken, met
Bieer „blanke" dan inheemsche Missiona
rissen.
karah
'"ring van het et een
ter der missie.
De Missie op jav
onafhankelijkheid ahandhaaft haar aiga*
Sche zoowel als „het ,H°lland-
m lavaansche element.
vriend an «'ernent ziet de Missie als
Maar dat bet Nederlandsche is.
waar het om m°!ï. f als vijand' daar
niet leenen i„aa omdat de Missie zich
Het Javaansche eip.,v,„
aan zijn zijde^ overal ,a/
ken aan de bevordering der Ware volksbe-
Aeageo aan bet voile geluk van het Ja-
Zal, met het verdwijnen van 't
Nederlandsch gezag, ook dit
vooroordeel verdwijnen?
Er zijn er, die meenen, dat het verdwijnen
van het Nederlandsch gezag uit Java dit
vooroordeel zou doen wegvallen en de Mis
sie daarmee in een veel gunstiger positie
zou plaatsen. Wij laten hier buiten beschou
wing de mogelijke voor- en nadeelen, die
zulk een verandering voor de missie met
zich zou brengen. Ook onder deze veelzeg
gende restrictie bezien, lijkt deze meening
ons onjuist. Wel zou vermoedelijk het voor
oordeel vervallen, als zouden Missie-belangen
en Nederlandsche belangen op Java zonder
meer samenvallen. Maar blijven zou het
vooroordeel „.Westeraeh", zoolang de tegen
stelling West-Oost de wereld nog in een
elkander-niet-begrijpen gescheiden houdt, en
het Oosten nog voor het grootste deel niet
katholiek is.
Is nu het vooroordeel Hollandsch—zijn, be-
langendrager van de Nederlandsche Regee-
i ing, in de huidige omstandigheden voor de
Missie op Java zoo onoverwinnelijk?
Voor iederen Javaan, die zich de moeite
geeft, wat meer aandacht te schenken aan
de Missie dit zullen, mogen we vertrouwen
er steeds meerdere zijn, in steeds sneller
groeiend aantal is het ook nu duidelijk
dat Missie- en Hollandsche belangen niet
eenvoudig samenvallen Bijna overal, waar
Missiescholen zijn, zijn ook Gouvernements-
0f Mohammedaansche scholen. Dat de sym
pathie der Gouvernementsambtenaren, zoo
wel Europeesche als Javaansche, daar in den
re-el de gouvernement^ of mohammedaan
sche scholen, en veel minder de Missiescho
len geldt, is overal zoo duidelijk, dat dit
alleen reeds de Missie en Gouvernementsbe-
langen niet gemakkelijk doen vereenzelvigen.
Overal, waar de Hollandsche missionaris
maar eenigszins meer bekend is, is het ver
schil met den „Hollander zo°a s e Javaan
dien kent, en onsympathiek vindt, te gP00t
om verwarring mogelijk te ma "en. at de
Hollandsche missionaris in ve er oogen des
ondanks „Westersch" blijft, daaraan zou het
verdwijnen van het Nederlandsch gezag
niet zoo veel veranderen. Het middel is
hier: zoo veei en zoo spoedig moge i.i een
talrijken inheemscben clerus vormen. Dat
hieraan met alle maoht gewerkt wordt,
mag ik als bekend veronderstellen
Tenslotte lijkt mij in dit verband van be
lang het feit, dat in Europa, waar het Katho
licisme een rijk en roemrijk verleden heeft,
en een bloeiend heden, soortgelijke voor
oordeelen desondanks nog voortwoekeren.
Voor velen in Holland is Roomsch nog iden
tiek met onvaderlandsch", „transalpijnsch'k
Voor de mannen van de „Action Francaise"
staan de katholieken evenmin als vol-
Fransch bekend, terwijl het National-Sozia-
lismus in Duitschland de katholieken voor
weinig minder dan landverraders aanziet.
Zoo zal Roomsch-Katholiek voor het Oosten
nog wel lang voor „Westersch" worden uit
gemaakt en verworpen door velen, die in
vooroordeelen gevangen zijn. Maar zoomin
als het voor den objectieven Hollander moei
lijk is, in te zien, dat men als katholiek toch
een goed Vaderlander zijn kan, evenmin is
•t voor den Javaan, die met de Missie meer
dan oppei vlakkig kennis maakt, moeilijk te
begrijpen, dat men katholiek en toch goed
en geheci Javaan kan zijn. Steeds minder
moeilijk wordt dit, naarmate het aantal Ja
vaansche katholieken toeneemt.
Met het juiste inzicht is de bekeering nog
niet gegeven: daartoe zijn dikwijls nog vele
praktische moeilijkheden te overwinnen.
Iedere bekeering is tenslotte iets buiten
gewoons veel meer werk van genade dan
van menschelijk pogen.
H. BASTIAANSE S.J.
Naar het „Centrum" verneemt, staat het
thans vast, dat Z. H. Exc. Mgr. J. H. G. Jansen,
in den nacht van Zaterdag 12 op Zondag 13
Maart a.s. als deelgenoot van het Genootschap
Utrecht e.o. den Stillen Omgang te Amsterdam
zal medemaken.
Dronken lieden liehhen door een
porceleinwinkel gewandeld
De bijdrage voor den wederopbouw
van liet Ned. Paviljoen.
Navolgenswaardig voorbeeld van
II. M. de Koningin.
Het Steuncomité Parijs brengt het volgende
ter kennis van hen d'ie een bijdrage sen on k 'v,j
voor den wederopbouw van het Nederlandsche
pavj -oen op 'ie internationale Koloniale Ten
toonstelling Parijs 1931:
Van het Uitvoerend Comité voor de Neder
landsche deelneming aan deze Tenoonsteliing
is bericht ontvangen dat, tengevolge van de
volledige uitbetaling van de schadevergoeding
door de brandassurantie-maatschappijen, de ge
legenheid ontstaan is tot teruggave van het
bedrag van 53.286,30 dat door ons Steun
comité werd afgedragen als netto opbrengst
van de gehouden inzameling voor den weder
opbouw van het Nederlandsche paviljoen.
Met volle waardeering van de zijde van het
Ten toons teil ings-Comité voor den krachtigen
ruggesteun welke de inzameling aan dit Comité
heeft gegeven bij de uitvoering van zijn plan
nen tot onverwijlden ophouw, is genoemd be
drag thans weder ter beschikking van ons
Comité gesteld en dus feitelijk van alle milde
gevers die destijds deze nationale zaak hebben
willen steunen.
H. M. de Koningin, tot wie wij ons allereerst
wendden, heeft als Haar verlangen te kennen
gegeven dat Hare gift verdeeld zou worden als
vólgt:
een derde voor het Nationaal Crisis Comité;
een dorde voor een dergelijk Comité in In,d;g
een derde ten bate der uitzending herwaarts
van Nederlandsche kinderen in Duitschland.
Van hen, die overeenkomstig het voorbeeld
van ODze Landsvrouwe, met hunne bijdrage ge_
handeld wenschen te zien, verwachten wij geen
antwoord.
Mocht vóór 1 April e.k. bij het Algemeen
Secretariaat der Vereeniging en West",
Korte Voorhout 6, Den Haag, ge®11 verzoek om
teruggave van het bedrag Uwer gift ontva.ngen
zijn, dan nemen wij derhalve aan dat u 6r
mede in-stemt dat ook Uw bijdrage aangewend
wordt gelijk hiervoren is aangegeven.
Als bijdrage in de kosten zal 2.5 pet. inge_
houden worden. Verantwoording zal t- z. t.
wederom afgelegd worden in het Koloniaai
Weekblad, het Orgaan der Vereeniging „Oost
en West".
Namens het Steuncomité Parijg_
R. ZUIJDERHOFF, voorzatter.
A. T. H. WINTER, secretaris.
Tegen den koopman 7 maanden
geëischt.
Voor de 4de Kamer der reohtbank te Am
sterdam stond de Amstardamsche koopman S.
terecht verdacht van verduistering ten na-
deele van een juffrouw te Limanem. De-ze ver
dachte was nauw betrokken bij de behandeling
van de zaak tegen den advocaat S„ die terecht
stond wegens medeplichtigheid en valschheid
in geschrifte, heling en verduistering. Deze
zaak zou heden worden voortgezet.
Na 't uitvoerig getuigenverhoor nam Zaterdag
de Officier van Justitie mr. Roiling requisi
toir in de zaak tegen den koopman S. Na ean
breedvoerige motiveering eischte hij wegens
verduistering en heling een gevangenisstraf
van 7 maanden met aftrek van preventief.
Het woord was daarna aan den toegevoegden
verdediger van den koopman, mr. Schokking.
PI. wilde den advocaat, die in deze zaak zoo'n
groote rol heeft gespeeld, niet noodeloos be
lasten. Gelukkig heeft de officier reeds opge
merkt, dat de advocaat hier de hoofdschul
dige is. Verdachte heeft, en dit dient niet te
worden vergeten, gehandeld naar de aanwij
zingen van dien advocaat. Men krijgt den in
druk, dat een paar dronken lieden door een
porceleinwinkel hebben gewandeld. Die por
celeinwinkel nu was het Wetboek van Straf
recht ener zijn enkele artikelen ge
schonden. De verdediger trok de betrouwbaar-
beid van eenige getuigen in twijfel en ver
zocht verd. geen zwaardere straf op te leggen
dan de Officier heeft gëeischt.
Verdachte verzocht hierop nog eenige mede
deel ingen te mogen doen, wat voor den ver
dediger aanleiding was om de rechtbank in
overweging .te geven de deuren te sluiten.
Na heropening werd de uitspraak bepaald
op 4 Maart a.s.
Ongeval met een Nederlandsch
motorschip.
R- K. MIDDENSTANDSBOND IN HET
BISDOM HAARLEM-
Na de redevoeringen va.n die» heer Jan Mol,
ambtenaar van het Centraal Hanzeburoau te
s Gravenhage, zijn te Hem en Venhuizen en
e mste veen R. K. Middenstaindsvereenigió-
gen opgericht als afdeelingen va.n den R. K.
Middenstandsbond in het Bisdom Haarlem.
Ten aanzien van de overwegingen, die de
Haagsche rechtbank heeft laten gelden met be
trekking tot de veroordeeling van K. en P. ln
de zaak van den moord op den heer Echauzier,
kan worden meegedeeld, dat in het vonnis niet
wettig en overtuigend bewezen geacht wordt,
hetgeen verdachte P. primair is ten laste ge
legd, n.l. moord. Hiervan is uus vrijgespro
ken. Zijn medeplichtigheid aan doodslag wordt
echter bewezen geacht, mede in verband met
het feit, dat hij het touw, dat hei slachtoffer
om den bals gedaan werd, te voren heeft ge
prepareerd. Daarbij moet hij zich bewust zijn
geweest van het resultaat, dat de handelingen
van K. zouden hebben toen P. de handen van
den heer Eschauzier vasthield. Echter heeft de
rechtbank bij het bepalen van de strafmaat
er tevens rekening mede gehouden met de mo
gelijkheid, dat deze verdachte handelde onder
invloed van den hoofdverdachte K.
Ten aanzien van K. is overwogen, dat de
getuigen-deskundigen hebben verklaard, dat de
dood van den heer Eschauzier is ontstaan door
verstikking, terwijl verdachte moet geweten
hebben, dat het met zulk een kracht den strop
om den hals van het slachtoffer doen en het
in den mond duwen van een zoo groote prop
den dood kon veroorzaken. Bovendien neemt
de rechtbank aan: Kalm beraad en rustig over
leg, gezien de wijze, waarop deze misdaad tot
in alle onderdeelen is voorbereid.
Gezien de verklaringen der deskundigen en
de kwestie der enveloppen is valschheid in ge
schrifte bewezen geacht, echter niet de dief
stal en de poging tot oplichting.
Naar mr. Bourliér, verdediger van verdachte
P. ons meedeelde, zijn beide verdachten voor
nemens van dit vonnis in hooger beroep te
gaan.
Klacht tegen den kapitein.
De Raad voor de Sciheeipvaart heeft Vrij
dag een onderzoek ingesteld naar de oorzaak
van het ongeval, op 31 December 1.1. overkomen
aan het motorschip „Neptuuus", welk schip
dien dag op de Theems door verkeerde machi
ne-manoeuvres met het achterschip tegen de
kade geloopen is. Het onderzoek betrof ook
een klacht van den Hoofdinspecteur voor de
Scheepvaart, tegen den gezagvoerder inge
diend, omdat hij na deze en nog een andere aan
varing met zijn schip de reis van de Theems
naar Rotterdam heeft voortgezet, zonder zijn
schip door een expert te hebben laten onderzoe
ken voor het verkrijgen- van een bewijs van
zeewaardigheid.
De kapitein verklaarde dat zijn schip op de
Theems voor anker lag. Toen de rivierloods
aan boord was gekomen, liet get. het anker
ophieuwen en stelde de machinetelegraaf op
„vooruit". De gegeven instructie werd in de
machinekamer niet uitgevoerd; in plaats van
vooruit werd met de machine achteruit ge
werkt. Getuige haalde daarop de telegraaf
eenige malen heen en weer, met het gevolg,
dat het schip nog harder achteruit liep en met
kracht tegen twee ter plaatse liggende lichters
en tegen de kade botste. Het achterschip van
de „Neptunus" werd ingedeukt en ook lichters
en kade liepen schade op.
Wat de klacht betreft, merkte getuige op,
dat hij, na overleg met den stuurman en den
machinist, het niet noodig had geoordeeld
zijn schip voor deze en de later bij een
aanvaring met een sleep opgeloopen schade
aan de voorpiek te laten onderzoeken, aan
gezien alle schade boven de waterlijn aange
richt en niet van ernstigen aard was.
De machinist, een jonge man werd veT-
vervolgens gehoord. Toen hij de telegraaf hoor
de overgaan, is hij dadelijk naar de motor
kamer gegaan. Hij zag toen de telegraaf op
„volle kracht vooruit" staan, waarna hij den
motor op gang bracht. Hierna is nog her
haaldelijk van „stop" op „vol vooruit" gete
legrafeerd; toen het te laat was bemerkte be
trokkene eerst, dat de motor ongeveer 2'/,
minuut achteruit had gedraaid inplaats van
volle kracht vooruit. Betr. meent, dat, als men
hem gewaarschuwd had, dat het schip ver
trekken zou, het ongeval vermeden had kunnen
worden.
De Hoofdinspecteur voor de Scheepvaart,
vi ce-ad mi raai b.d. C. Fock, handhaaft de door
hem tegen den kapitein ingediende klacht ten
volle, omdat de kapitein in strijd met de wet
heeft gehandeld.
Voorts meende spr. dat is komen vast te
staan, dat het ongeval door de schuld van
den machinist is veroorzaakt, deze is veel te
haastig opgetreden. Een klacht heeft spr. tegen
hem niet ingediend omdat de machinist niet
in het bezit is van een diploma. Spr. hoopte
dat een spoedige wetswijziging het bezit van
zulk een diploma verplicht zal stellen.
De Raad zal later uitspraak doen.
Op 20, 21 en 22 Februari komt het bestuur
van de Internationale Unie van R.K. Vrouwen
bonden te Genève bijeen onder voorzitterschap
van mevr. F. SteenbergheEngeringh.
Met de voorzitster, de secretaresse, mejuffr.
Romme en den geestelijk-adviseur, mgr. prof.
dr. J .Hoogveld, zullen nog 13 bestuursleden
uit elf verschillende landen, aanwezig zijn.
Het bestuur der jeugdsectie kwam 18 en 19
Februari hijeen, eveneens te Genève,
In het Westbroekpark te den Haag wor
den de eerste stukken aangebracht voor
den heropbouw van het Nederlandsch
Paviljoen van de Koloniale.
Uitgifte van f 250 millioen 5 pCt.
obligaties a 100 pCt.
Heden fs het prospectus verschenen
der aanstaande 5 %-Staatsleening. De inschrij
ving zal plaats hebben op Woensdag 2 Maart.
In het geheel zal thans uitgegeven worden
een bedrag van 250 millioen, waarvan 150
zal strekken ter converteering van de 6
leening 1922 A en 100 millioen ter oonsolides-
ring van vlottende schuld. Van deze 250 mil
lioen zal een bedrag van 64 millioen inge
volge de Beleggingswet afzonderlijk en tegen
een lagere rente worden geplaatst bij enkele
Rijksfondsen.
De 5 %-leening zal derhalve betreffen een
bedrag van 186 millioen. Definitief geplaatst
is hiervan reeds 34.570.100, zoodat op 2 Maart
de inschrijving voor het publiek zal worden
opengesteld op een som van 151.429.900.
De koers van uitgifte is gesteld op 100
De storting zal moeten plaats hebben op 1
April a.s. De coupons der leening zuilen be
taalbaar zijn op 1 April en 1 October.
Vermelding verdient nog, dat afgezien
van conversieleeningen sinds 1924 door het
Rijk niet meer geleend is.
Nieuwe zaken van toewijzing uitgesloten.
Door bet Tweede Kamerlid den beer S. Voa
Is o.m. aan den Minister van Arbeid, H. en N.
de vraag gesteld of de Minister Ibereid is maat
regelen te treffen, dat de duizenden aanvragen
om een Invoervergunning ibij het crisis-invoer-
bureau vlugger worden afgedaan. Voorts vraagt
ihij of het juist is, dat zakenlieden, die in bet
jaar 1931 een zaak hebben gesticht, uitgesloten
zijn van het verkrijgen van invoervergunningen
en, zoo ja, of de Minister bereid is, daarin
alsnog verandering te brengen en aan de Ka
mer mededeeling te doen van zijn beslissing.
Gisteren, 21 Februari, was het 25
Jaar geleden, dat aan den Hoek
v°n Holland, de „Berlin" ver-
Oing. d6 ramp, waarbij 139 men
leken omkwamen, maakte een ge-
toeldigen indruk en leeft nog in
veler herinnering voort. De her-
denkdag van gisteren was .ons
aanleiding de geschiedenis van
de ramp nog eens op te halen.
Wc Q f
Neder/ derl f,Tnalsten uiltooper van
0p an<k e.nderhalven kilometer de zee in,
va-n den Noosderpier te Hoek van
z©6- ^°or en rechts en links is de wijde
kust aCbter' d® vaag-zichtbare lijm van de
hemefQ da hinkende Waterweg en boven, een
blauw' i/°° klauw, als die in Februari maar
Er k n
ver w/riJSCben hier en daar wat moeuwen,
verder68 Ioept een bootfluit, sonoor en lang,
schep1 /eeft kier niets dan het eeuwige rui-
O'P d en kol- breken van de branding
ryUim©1 Pier *n 6011 traas maar wezenlijk
Mem deZ\plaats ®°uden we vandaag een „In
zoo h]lam" 'willen schrij ven, maar de zee is
zakt aUw' de horizon is zoo wijd en de zon
je m Z°°- feest6i«k rO;0,d naar het Westen. En
om J8 denken dwingen in een hard gareel,
e Bagiek der ramp te benaderen, die
voor vijf-en-twimtig jarem plaats had.
rp 'ijfcu-
ver1" dö ®'ernenten een hechte boot, met niets-
zi ,n.1<>e<'eDd9 mensohen aan boo-rd, in het ge-
er° h der 'laven aa-n gruizels sloegen; toen
iu negen-eu-twintig menschenlevens
e wielen der branding werden vernie-
t» toen er op de kust mannen rondliepen
me moed voot tien, gehard door stormen en
zee on, maar die zich nu op de lippen beten
en schreiden, omdat de fatale plaats, waar zij
zoo gaarne redding hadden gebracht, voor
mensehen,maoht niet te benaderen was.
enigeen zal zich de emotie nog herinne-
ren, toen het bericht van de ramp op dien
morgen de ronde deed. Er was nog geen
radio en de kranten hadden de waarde van
een veelzeggende „headline" nog niet ont
dekt. En juist misschien wijl de berichtge
ving niet zoo snel was en de aandacht langer
werd vastgehouden, was de spanning grooter
en leefde men meer met de slachtoffers en de
redders mee.
Het was een drama in veel bedrijven, dat
zich daar op den Noorderpier aan den Hoek
van Holland afspeelde. De tragische bijzon
derheden ervan zullen wij niet meer voor uw
verbeelding etaleeren; de hier geschreven
herinnering wil niet meer zijn, dan eenige
losse knipsels, als een filmjournaal.
Dien morgen, tijdens een feilen Noordwes
terstorm, die snijdende sneeuwvlaggen uit de
zee het land in joeg, liep de „Berlin" van
de „Great Eastern Railway" op volle kracht
den Waterweg binnen. Op het moment dat de
'boot binnen de pierem zou loopen werd het
achterschip gegrepen door een gevaarlijke
gi'ondzee, waardoor roer en schroeven voor
een moment buiten werking werden gesteld
en het schip dwars voor den Noorderpier
kwam te liggen. Een nieuwe grondzee ver
ijdelde de poging van kapitein Precious, om
zijn schip in de goede richting te brengen,
met als onafwendbaar gevolg, dat de boot
hoog op den Noorderpier werd gesmakt, on
wrikbaar en als een hulpeloos slachtoffer van
de aanrollende zeeën.
Dat was een S.O.S. als er nooit aan onze
kust werd gehoord, te aangrijpender nog, wijl
die woede van den storm iedere reddingspo
ging ontkrachtte. In een snel tempo heeft zich
toen het droefste bedrijf van het treurspel
voltrokken. De stuurhut werd weggeslagen en
de stortzee Dam met de balken en planken de
eerste slachtoffers mee.
Het vallende water deed de rest: het voor
schip, waarop zich de opvarenden in hun angst
ven-drongen, hing vrij over den pier, het
schip brak midden door, ter hoogte van de
machinekamer en verdween in den Waterweg,
binnen den Noorderpier.
Twee dagen en één nacht hebben toen de
mannen van het reddingswerk nog moeten
zwoegen om de overlevenden op het achter
schip te kunnen redden, zes en dertig bange
uren voor twee groepen mensehen, aan deze
en gene zijde van den pier.
De Hoek was in die bange dagen èèn groot
arsenaal van naastenliefde. De bemanning van
de reddingsboot en de bergingsvaartuigen
zwoegden dag en nacht en in alle stilte de
storm was de eenige, die er luidruchtig bij
was, zijn er daden verricht, die den naam
„Helden der Zeetot iets meer dan een frase
hebben gemaakt.
Z. K. H. Prins Hendrik, die onmiddellijk op
de onheilsplaats aanwezig was, gaf een konink
lijk voorbeeld van zelfverloochening en waag
de zich aan boord van de loodsboot tot bij
bet wrak.
Pastoor DaaJman en de kapelaans Wieman
en Huf bléven niet achter bij het nobel red
dingswerk. Ze trokken me© met den loodskot-
Het wrak van de 'Berlin" gebroken ter
hoogte van de machinekamer, achter de
beide schoorsteenen.
ter of het bergingsvaartulg en verleenden hun
priesterlijke hulp op de gevaarlijkste plaatsen.
En op den wal werkten dokters en verpleeg
sters urenlang aan het bijstaan der geredden
en het opbaren der slachtoffers, die tienmaal
talrijker waren dan de geredden.
De namen der moedige redders waren op
aller lippen en in het Engelsen© Parlement
klonk de naam Sperling da-gen lang.
Een onderhoud met een der
redders.
Een zeeman heeft iets van de schelp, die
op het strand gespoeld is. Al staat ze twin
tig jaar op den schoorsteenmantel, i* h"urt
er nog altijd de zee in ruisehen. c- -,ude
machinist Jan van Mastrigt, met wien wij nog
eens over de ramp van de „Berlin" gingen
praten, is nog altijd zeeman, al heeft hij het
water reeds lang vaarwel gezegd. Je hoort
en ziet den zeeman aan hem, bij het eerste
woord en bij den eersten oogopslag.
Jaren was hij machinist op de reddingsboot
en aan boord van de „President van Heel"
maakte hij het drama van de „Berlin" van het
begin tot het einde mee.
Hij is er een van het ras, waarvan van
Duinkerken zegt: „Ik hou van zoo'n kerel
met open gezicht en met eerlijkheid achter
hun oogen." Toen we hem zochten, was hij
op het kerkhof, om een boompje te planten
op het graf van kapitein van der Klooster, die
in Januari 1929 bij de ramp van de „Valka"
het leven verloor. Even. later vonden we hem
aan zijn werk, ln de gemeentegarage, aan den
rand van den Waterweg.
Al heel ras ervaren we, dat de zeeman geen
type Is voor een interview. Hij is een mensch
van weinig woorden en zal angstig naar je
potlood kijken, of bet alweer zoover is, dat
hij wat zal moeten zeggen. Daarom praten
we maar wat, en aan de hand van een paar
oude foto's gaat het heele verhaal weer leven,
„Daar zijn er niet veel meer van over" en
zijn verweerde hand wijst op een foto van de
redders, die op die fatale dagen van Februari
1907 het zeegat nttstoomden naar het wrok
van de „Berlin".
En hij vertelt, hoe ze er voor het eerst op
uittrokken, haast zonder kans op slagen,
want het wrak lag ongenaakbaar buiten den.
pier. Hoe bij de eerste poging de ahkerkabel
ran de reddingboot brak en kapitein Jansen
haastig terug moeet trekken, om een tweede
ramp te voorkomen.
Hoe ze van verre moesten toezien, toen het
voorschip losbrak en in de diepte verdween»
„Het voordek zag zwart van de mensohen en
even later dreef de Waterweg vol drenkelin
gen. Dat was het verechikikelijke, dat we alles
moesten aanzien en niet konden helpen. Als
het mogelijk was geweest, had Jansen het ge
daan, hij wist wat hij wilde, maar ook wat
hij kon. Met hem en later met van der
Klooster ging ik even gerust het gat uit,
als Ik 's avonds in mijn bed stap".
Hij vertelt van Klaas Ree en van de gebroe
ders Sperling. Van de laatste reddingspogin
gen, toen er op het achterschip nog dertien
slachtoffers achterbleven. Klaas Ree bad zich
met zijn jol op den pier laten slaan en bad
een verbinding met het wrak tot stand ge
bracht. Tien hadden er den moed gehad, zich
aan de lijn naar beneden te laten, maar nog
drie vrouwen bleven achter, zich ln doods
angst aan de verschansing vastklemmend. Ze
durfden den sprong niet te wagen en wenk
ten naar de bemanning van de boot, dat zij
maar moesten heengaan. En daar hebben de
stoere mannen ran het reddingswerk om ge
schreid.
Tenslotte trok de zeesleepboot „Wodan" om-
der aanvoering van kapitein van Rees met
den blazer van schipper M. Sperling er op
uit en de Sperlings slaagden er in, de laatste
drie vrouwen te redden, de kroon op het mooie
en toch zoo trieste werk, want honderd-negen
en-twintig hadden er den dood in de golven
gevonden.
Hij vertelt niet, hoe ze bedankt en gehul
digd zijn, die kranige kerels van de redding
boot. Hoe hun namen klonken tot ver over
onze grenzen en het eigen land met hen mee
leefde. Alleen hooren we terloops even de
trouwe kerel is een oogeniblik te openhartig
dat hij ergens dertien medailles heeft han
gen. „Och. wat heb je er aan?"
En toen we weg gingen hadden we iets
meer begrepen van de gestie van dien granie
ten zeeman, die daar bij den Waterweg op
z'n voetstuk staat, met de hand aan den
Zuid-Wester uitziende over den wijden pla*
die soms zoo onschuldig kan lijken.