HET vergaan van m NATIONALISME EN MISSIE OP JAVA. DE 1907. 9 holland. MAANDAG 22 FEBRUARI 1932 AAN DEN HOEK VAN I ver"611' 'S duideliik- Anderzijds sluit Hand/, bet wet? Z1J Prikt de eerbiediging van vinistische planum b8VOrderins van chau" STILLE OMGANG. Z. H. Exc. Mgr. Jansen onder de deelnemers. DE LIMMENSCHE STRAFZAAK. VERHEUGENDE MEDEDEELNG VAN HET STEUNCOMITÉ PARIJS. OP DE THEEMS TEGEN DE KADE GELOOPEN. DE MOORD OP DEN HEER ESCHAUZIER. INTERN. UNIE VAN R. K. VROUWENBONDEN. DE NIEUWE STAATSLEENING. AANVRAGEN OM INVOER VERGUNNINGEN. Een herinnering aan de grootste scheepsramp op onze kust. Voot vele vrienden der Java-Missie is het wellicht niet duidelijk hoe de Missie staat tegenover het Nederlandsch Bestuur op Java en dé nationale beweging der -ia vanen in haar verschillende schakeeringen Het kan daarom nuttig zijn, in enkele hoofd trekken aan te geven, hoe de houding der Missie is te midden van deze veelheid van elkaar vaak tegengestelde richtingen. Doel der missie en haar hoofd middel Bet groote doel dér Missie is de katholi- seei ing der Javanen. Alk meest direct niiddPi tot dit doel heeft zij- het onderricht in de godsdienstleer, en alles wat tot de zielzorg in engeren zin behoort. De ervaring van jaren heeft aangetoond, dat een ander middel van zielzorg-in-rui- tneren-zin: het onderwijs, zekerder en met grooter succes tot het doel leidt. Sindsdien zijn dan ook de verschillende onderwijsin richtingen der Missie hèt groote middel vuoi de bekeering van Java geworden. Door deze keuze nu, die geheel bepaald tverd door het zielebelang der Javanen, Werkt de Missie op de krachtdadigste en meest vruchtbare wijze mede aan de ont wikkeling der Javaansche maatschappij. De missie steunt een rechtma tig nationalisme. Ook door de nationalisten wordt een groo- tere mate van ontwikkeling aanvaard en nagestreefd, en wel als noodzakelijk ver- eischte, om' te komen tot de zelfstandig leid van Java. In haar onderwijs werkt derhalve de Mis sie feitelijk met de Nationalisten mede in dezelfde richting. kruiken de Nationalisten het on rwijs als middel ter onafhankelijkheid, de Missie benu* het als weg naar den waren gods dienst. v Be>de; Nationalisme en -Missie, komen hierin overeen- zij beoogen met het onder- wiis niet de bevordering van Westerschen invloed. Katholieke leer sluit een streven, Java zelfstandigheid te brengen, geenszins u't; keurt dit, mits het met wettige middelen geschiedt, goed. Dit alles toont duidelijk, hoever Missie en Nationalisme op Java metterdaad parallel gaan. Samenwerking tusschen missie en regeering. De Missie is niet, en wil niet zijn een Hollandsche invloedspost die 0rt) die reden de bescherming geniet van het Gouverne ment. I Dg Nederlandscli-Indische Regeering Missiescholen: omdat zij zichzelf taak tot gere standj Stelt, het Javaansche volk tot hoo- °Btwikkeling te brengen, en tot zelf- 'StieKj voor te bereiden. Zij erkent in n!t ^scholen een krachtig middel tot Zeife'6iken van dit doel. taak 7ftaat z'j echter voor een moeilijke vanen/D^1 d* hogere beschaving der Ja- van den islde christelijke beschaving die goed als iedel^ /erre overtreft, is baar, zoo meer duidelijk Jectief beoordeelaar, zonder altijd de praktijk i*' bewijst overigens nog christelijke beschavinglSCh moest ziï dus de Zij wil echter op Sort^ v°orkeur geven, traal blijven, en ""j hel neutraal on<terw]i, om »tsrt echter kort aan da„ ™C8 *"1 Javaan, die jn het T WensQb van den van God en den plicht bestaan tief wil erkend 7i0„ neutraal onderwijs °P JaVa 'eidt het -thov»,,. 13 tot agnosticisme en te dienen, posi- atheïsme, en met het natuur™, i in emStig k°nfÜkt De k th ecilt van den Javaan. tendom 2? Sf°len dingen het Chris- de he p: dat zou in stn->d zlJn met Ktnselen van het Katholicisme. Zij ko- me" ecIlter geheel en al tegemoet aan den rec matigen eisch van den Javaan, om God °°k in het onderwijs te zien erkend. Zij leg. geB hem objectief d - superioriteit der chris- telijke beschaving voor, die de Javaan vrij willig aanvaardt of verwerpt. De Nederlandsch-Indische Regeering vindt dus in de Missie-scholen een middel, dat parallel werkt met haar eigen streven'; dat echter daar, waar het gouvernement onlo- gisch maar gedwongen door haar neutra- liteitswil staan blijft, konsequent verder gaat Zoolang nu het Gouvernement zich het recht toekent, neutrale staatsscholen te on derhouden, heeft logisch de Missie een hoo- ge^eaht °P subsidieering der Missiescholen. KatborederlandSChe Regeerin& vindt in deT1 eerbj°r|!ek' Dol'ander of Javaan, iemand die voor heeft voor het wettig g0zag- Dat dit te «u 3ar eennieuwe reden bevat, de missie fige m°id d<?a ^avaan geenszins uit, met wet *6 strev^6''30 naar een onafhankelijk Java i® dan ook ZOOfRs we reeds zeiden. Feitelijk groote lieffj'Gder katbolieke Javaan met een nationalism!, !oor eigcn volk en een gezond ame bezield. vaansche volk. Maar het stuit bij rle Missie op een: non possunnis. zoodra het in zijn drang naar eigen geluk wil grijpen naai onwettige middelen Zoo vindt de Missie op Java niet in aller oogen genade. Fr zijn Hollanders én Indu- Europeanen die den onverinueiden bescha vingsarbeid der Missie ondei de Javanen ongaarne zien; anderen, die zich van hun superioriteit tegenover den Javaan zoo be wust zijo. dat naar hun meening geen mis sionaris op Java zich aan den arbeid onder de Javanen zou mogen wijden, zoolang de pastorieën onder de Europeanen nog niet in vollen omvang van werkkrachten zijn voorzien En meer nog onder de Javanen vindt de Missie tegenstanders. Het aantal Javanen dat persoonlijk met de Missie in contact kwam, is nog gering, en de vooroordeelen tegen de Missie zijn dus nog groot. Het groote vooroordeel tegen de missie. B'JZee: vee/ Javanen wordt Christendom en e*tei sc i~zijn nog vereenzelvigd. Een groeiend nationalisme, dat de afkeer tegen het Westen doet toenemen, vermeerdert aai mee ook de antipathie tegenover het - iris en dom. Dit vooroordeel is sterk en as iö uit te roeien; het bemoeilijkt het eerste con act. met de Javanen, al bleek het niet es and tegen den zelfverloochenenden ar- ei van den katholieken missionaris. Dit d "t duidelijk uit het groote succes, dat g Java-missie nog steeds mag boeken. In- usschen blijft deze valsche opvatting een astige sta-in-den-weg, die vooral daarom Biet gemakkelijk weg te ruimen is, omdat bet katholicisme nu eenmaal nog het sterkst ln het „Westen" is. Rome ligt nog altijd in het Westen Het katholicisme is nog altijd bet sterkst onder de blanken, terwijl het ge bied der niet-blanken nog Missie-gebied is, Biet betrekkelijk weinig katholieken, met Bieer „blanke" dan inheemsche Missiona rissen. karah '"ring van het et een ter der missie. De Missie op jav onafhankelijkheid ahandhaaft haar aiga* Sche zoowel als „het ,H°lland- m lavaansche element. vriend an «'ernent ziet de Missie als Maar dat bet Nederlandsche is. waar het om m°!ï. f als vijand' daar niet leenen i„aa omdat de Missie zich Het Javaansche eip.,v,„ aan zijn zijde^ overal ,a/ ken aan de bevordering der Ware volksbe- Aeageo aan bet voile geluk van het Ja- Zal, met het verdwijnen van 't Nederlandsch gezag, ook dit vooroordeel verdwijnen? Er zijn er, die meenen, dat het verdwijnen van het Nederlandsch gezag uit Java dit vooroordeel zou doen wegvallen en de Mis sie daarmee in een veel gunstiger positie zou plaatsen. Wij laten hier buiten beschou wing de mogelijke voor- en nadeelen, die zulk een verandering voor de missie met zich zou brengen. Ook onder deze veelzeg gende restrictie bezien, lijkt deze meening ons onjuist. Wel zou vermoedelijk het voor oordeel vervallen, als zouden Missie-belangen en Nederlandsche belangen op Java zonder meer samenvallen. Maar blijven zou het vooroordeel „.Westeraeh", zoolang de tegen stelling West-Oost de wereld nog in een elkander-niet-begrijpen gescheiden houdt, en het Oosten nog voor het grootste deel niet katholiek is. Is nu het vooroordeel Hollandsch—zijn, be- langendrager van de Nederlandsche Regee- i ing, in de huidige omstandigheden voor de Missie op Java zoo onoverwinnelijk? Voor iederen Javaan, die zich de moeite geeft, wat meer aandacht te schenken aan de Missie dit zullen, mogen we vertrouwen er steeds meerdere zijn, in steeds sneller groeiend aantal is het ook nu duidelijk dat Missie- en Hollandsche belangen niet eenvoudig samenvallen Bijna overal, waar Missiescholen zijn, zijn ook Gouvernements- 0f Mohammedaansche scholen. Dat de sym pathie der Gouvernementsambtenaren, zoo wel Europeesche als Javaansche, daar in den re-el de gouvernement^ of mohammedaan sche scholen, en veel minder de Missiescho len geldt, is overal zoo duidelijk, dat dit alleen reeds de Missie en Gouvernementsbe- langen niet gemakkelijk doen vereenzelvigen. Overal, waar de Hollandsche missionaris maar eenigszins meer bekend is, is het ver schil met den „Hollander zo°a s e Javaan dien kent, en onsympathiek vindt, te gP00t om verwarring mogelijk te ma "en. at de Hollandsche missionaris in ve er oogen des ondanks „Westersch" blijft, daaraan zou het verdwijnen van het Nederlandsch gezag niet zoo veel veranderen. Het middel is hier: zoo veei en zoo spoedig moge i.i een talrijken inheemscben clerus vormen. Dat hieraan met alle maoht gewerkt wordt, mag ik als bekend veronderstellen Tenslotte lijkt mij in dit verband van be lang het feit, dat in Europa, waar het Katho licisme een rijk en roemrijk verleden heeft, en een bloeiend heden, soortgelijke voor oordeelen desondanks nog voortwoekeren. Voor velen in Holland is Roomsch nog iden tiek met onvaderlandsch", „transalpijnsch'k Voor de mannen van de „Action Francaise" staan de katholieken evenmin als vol- Fransch bekend, terwijl het National-Sozia- lismus in Duitschland de katholieken voor weinig minder dan landverraders aanziet. Zoo zal Roomsch-Katholiek voor het Oosten nog wel lang voor „Westersch" worden uit gemaakt en verworpen door velen, die in vooroordeelen gevangen zijn. Maar zoomin als het voor den objectieven Hollander moei lijk is, in te zien, dat men als katholiek toch een goed Vaderlander zijn kan, evenmin is •t voor den Javaan, die met de Missie meer dan oppei vlakkig kennis maakt, moeilijk te begrijpen, dat men katholiek en toch goed en geheci Javaan kan zijn. Steeds minder moeilijk wordt dit, naarmate het aantal Ja vaansche katholieken toeneemt. Met het juiste inzicht is de bekeering nog niet gegeven: daartoe zijn dikwijls nog vele praktische moeilijkheden te overwinnen. Iedere bekeering is tenslotte iets buiten gewoons veel meer werk van genade dan van menschelijk pogen. H. BASTIAANSE S.J. Naar het „Centrum" verneemt, staat het thans vast, dat Z. H. Exc. Mgr. J. H. G. Jansen, in den nacht van Zaterdag 12 op Zondag 13 Maart a.s. als deelgenoot van het Genootschap Utrecht e.o. den Stillen Omgang te Amsterdam zal medemaken. Dronken lieden liehhen door een porceleinwinkel gewandeld De bijdrage voor den wederopbouw van liet Ned. Paviljoen. Navolgenswaardig voorbeeld van II. M. de Koningin. Het Steuncomité Parijs brengt het volgende ter kennis van hen d'ie een bijdrage sen on k 'v,j voor den wederopbouw van het Nederlandsche pavj -oen op 'ie internationale Koloniale Ten toonstelling Parijs 1931: Van het Uitvoerend Comité voor de Neder landsche deelneming aan deze Tenoonsteliing is bericht ontvangen dat, tengevolge van de volledige uitbetaling van de schadevergoeding door de brandassurantie-maatschappijen, de ge legenheid ontstaan is tot teruggave van het bedrag van 53.286,30 dat door ons Steun comité werd afgedragen als netto opbrengst van de gehouden inzameling voor den weder opbouw van het Nederlandsche paviljoen. Met volle waardeering van de zijde van het Ten toons teil ings-Comité voor den krachtigen ruggesteun welke de inzameling aan dit Comité heeft gegeven bij de uitvoering van zijn plan nen tot onverwijlden ophouw, is genoemd be drag thans weder ter beschikking van ons Comité gesteld en dus feitelijk van alle milde gevers die destijds deze nationale zaak hebben willen steunen. H. M. de Koningin, tot wie wij ons allereerst wendden, heeft als Haar verlangen te kennen gegeven dat Hare gift verdeeld zou worden als vólgt: een derde voor het Nationaal Crisis Comité; een dorde voor een dergelijk Comité in In,d;g een derde ten bate der uitzending herwaarts van Nederlandsche kinderen in Duitschland. Van hen, die overeenkomstig het voorbeeld van ODze Landsvrouwe, met hunne bijdrage ge_ handeld wenschen te zien, verwachten wij geen antwoord. Mocht vóór 1 April e.k. bij het Algemeen Secretariaat der Vereeniging en West", Korte Voorhout 6, Den Haag, ge®11 verzoek om teruggave van het bedrag Uwer gift ontva.ngen zijn, dan nemen wij derhalve aan dat u 6r mede in-stemt dat ook Uw bijdrage aangewend wordt gelijk hiervoren is aangegeven. Als bijdrage in de kosten zal 2.5 pet. inge_ houden worden. Verantwoording zal t- z. t. wederom afgelegd worden in het Koloniaai Weekblad, het Orgaan der Vereeniging „Oost en West". Namens het Steuncomité Parijg_ R. ZUIJDERHOFF, voorzatter. A. T. H. WINTER, secretaris. Tegen den koopman 7 maanden geëischt. Voor de 4de Kamer der reohtbank te Am sterdam stond de Amstardamsche koopman S. terecht verdacht van verduistering ten na- deele van een juffrouw te Limanem. De-ze ver dachte was nauw betrokken bij de behandeling van de zaak tegen den advocaat S„ die terecht stond wegens medeplichtigheid en valschheid in geschrifte, heling en verduistering. Deze zaak zou heden worden voortgezet. Na 't uitvoerig getuigenverhoor nam Zaterdag de Officier van Justitie mr. Roiling requisi toir in de zaak tegen den koopman S. Na ean breedvoerige motiveering eischte hij wegens verduistering en heling een gevangenisstraf van 7 maanden met aftrek van preventief. Het woord was daarna aan den toegevoegden verdediger van den koopman, mr. Schokking. PI. wilde den advocaat, die in deze zaak zoo'n groote rol heeft gespeeld, niet noodeloos be lasten. Gelukkig heeft de officier reeds opge merkt, dat de advocaat hier de hoofdschul dige is. Verdachte heeft, en dit dient niet te worden vergeten, gehandeld naar de aanwij zingen van dien advocaat. Men krijgt den in druk, dat een paar dronken lieden door een porceleinwinkel hebben gewandeld. Die por celeinwinkel nu was het Wetboek van Straf recht ener zijn enkele artikelen ge schonden. De verdediger trok de betrouwbaar- beid van eenige getuigen in twijfel en ver zocht verd. geen zwaardere straf op te leggen dan de Officier heeft gëeischt. Verdachte verzocht hierop nog eenige mede deel ingen te mogen doen, wat voor den ver dediger aanleiding was om de rechtbank in overweging .te geven de deuren te sluiten. Na heropening werd de uitspraak bepaald op 4 Maart a.s. Ongeval met een Nederlandsch motorschip. R- K. MIDDENSTANDSBOND IN HET BISDOM HAARLEM- Na de redevoeringen va.n die» heer Jan Mol, ambtenaar van het Centraal Hanzeburoau te s Gravenhage, zijn te Hem en Venhuizen en e mste veen R. K. Middenstaindsvereenigió- gen opgericht als afdeelingen va.n den R. K. Middenstandsbond in het Bisdom Haarlem. Ten aanzien van de overwegingen, die de Haagsche rechtbank heeft laten gelden met be trekking tot de veroordeeling van K. en P. ln de zaak van den moord op den heer Echauzier, kan worden meegedeeld, dat in het vonnis niet wettig en overtuigend bewezen geacht wordt, hetgeen verdachte P. primair is ten laste ge legd, n.l. moord. Hiervan is uus vrijgespro ken. Zijn medeplichtigheid aan doodslag wordt echter bewezen geacht, mede in verband met het feit, dat hij het touw, dat hei slachtoffer om den bals gedaan werd, te voren heeft ge prepareerd. Daarbij moet hij zich bewust zijn geweest van het resultaat, dat de handelingen van K. zouden hebben toen P. de handen van den heer Eschauzier vasthield. Echter heeft de rechtbank bij het bepalen van de strafmaat er tevens rekening mede gehouden met de mo gelijkheid, dat deze verdachte handelde onder invloed van den hoofdverdachte K. Ten aanzien van K. is overwogen, dat de getuigen-deskundigen hebben verklaard, dat de dood van den heer Eschauzier is ontstaan door verstikking, terwijl verdachte moet geweten hebben, dat het met zulk een kracht den strop om den hals van het slachtoffer doen en het in den mond duwen van een zoo groote prop den dood kon veroorzaken. Bovendien neemt de rechtbank aan: Kalm beraad en rustig over leg, gezien de wijze, waarop deze misdaad tot in alle onderdeelen is voorbereid. Gezien de verklaringen der deskundigen en de kwestie der enveloppen is valschheid in ge schrifte bewezen geacht, echter niet de dief stal en de poging tot oplichting. Naar mr. Bourliér, verdediger van verdachte P. ons meedeelde, zijn beide verdachten voor nemens van dit vonnis in hooger beroep te gaan. Klacht tegen den kapitein. De Raad voor de Sciheeipvaart heeft Vrij dag een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van het ongeval, op 31 December 1.1. overkomen aan het motorschip „Neptuuus", welk schip dien dag op de Theems door verkeerde machi ne-manoeuvres met het achterschip tegen de kade geloopen is. Het onderzoek betrof ook een klacht van den Hoofdinspecteur voor de Scheepvaart, tegen den gezagvoerder inge diend, omdat hij na deze en nog een andere aan varing met zijn schip de reis van de Theems naar Rotterdam heeft voortgezet, zonder zijn schip door een expert te hebben laten onderzoe ken voor het verkrijgen- van een bewijs van zeewaardigheid. De kapitein verklaarde dat zijn schip op de Theems voor anker lag. Toen de rivierloods aan boord was gekomen, liet get. het anker ophieuwen en stelde de machinetelegraaf op „vooruit". De gegeven instructie werd in de machinekamer niet uitgevoerd; in plaats van vooruit werd met de machine achteruit ge werkt. Getuige haalde daarop de telegraaf eenige malen heen en weer, met het gevolg, dat het schip nog harder achteruit liep en met kracht tegen twee ter plaatse liggende lichters en tegen de kade botste. Het achterschip van de „Neptunus" werd ingedeukt en ook lichters en kade liepen schade op. Wat de klacht betreft, merkte getuige op, dat hij, na overleg met den stuurman en den machinist, het niet noodig had geoordeeld zijn schip voor deze en de later bij een aanvaring met een sleep opgeloopen schade aan de voorpiek te laten onderzoeken, aan gezien alle schade boven de waterlijn aange richt en niet van ernstigen aard was. De machinist, een jonge man werd veT- vervolgens gehoord. Toen hij de telegraaf hoor de overgaan, is hij dadelijk naar de motor kamer gegaan. Hij zag toen de telegraaf op „volle kracht vooruit" staan, waarna hij den motor op gang bracht. Hierna is nog her haaldelijk van „stop" op „vol vooruit" gete legrafeerd; toen het te laat was bemerkte be trokkene eerst, dat de motor ongeveer 2'/, minuut achteruit had gedraaid inplaats van volle kracht vooruit. Betr. meent, dat, als men hem gewaarschuwd had, dat het schip ver trekken zou, het ongeval vermeden had kunnen worden. De Hoofdinspecteur voor de Scheepvaart, vi ce-ad mi raai b.d. C. Fock, handhaaft de door hem tegen den kapitein ingediende klacht ten volle, omdat de kapitein in strijd met de wet heeft gehandeld. Voorts meende spr. dat is komen vast te staan, dat het ongeval door de schuld van den machinist is veroorzaakt, deze is veel te haastig opgetreden. Een klacht heeft spr. tegen hem niet ingediend omdat de machinist niet in het bezit is van een diploma. Spr. hoopte dat een spoedige wetswijziging het bezit van zulk een diploma verplicht zal stellen. De Raad zal later uitspraak doen. Op 20, 21 en 22 Februari komt het bestuur van de Internationale Unie van R.K. Vrouwen bonden te Genève bijeen onder voorzitterschap van mevr. F. SteenbergheEngeringh. Met de voorzitster, de secretaresse, mejuffr. Romme en den geestelijk-adviseur, mgr. prof. dr. J .Hoogveld, zullen nog 13 bestuursleden uit elf verschillende landen, aanwezig zijn. Het bestuur der jeugdsectie kwam 18 en 19 Februari hijeen, eveneens te Genève, In het Westbroekpark te den Haag wor den de eerste stukken aangebracht voor den heropbouw van het Nederlandsch Paviljoen van de Koloniale. Uitgifte van f 250 millioen 5 pCt. obligaties a 100 pCt. Heden fs het prospectus verschenen der aanstaande 5 %-Staatsleening. De inschrij ving zal plaats hebben op Woensdag 2 Maart. In het geheel zal thans uitgegeven worden een bedrag van 250 millioen, waarvan 150 zal strekken ter converteering van de 6 leening 1922 A en 100 millioen ter oonsolides- ring van vlottende schuld. Van deze 250 mil lioen zal een bedrag van 64 millioen inge volge de Beleggingswet afzonderlijk en tegen een lagere rente worden geplaatst bij enkele Rijksfondsen. De 5 %-leening zal derhalve betreffen een bedrag van 186 millioen. Definitief geplaatst is hiervan reeds 34.570.100, zoodat op 2 Maart de inschrijving voor het publiek zal worden opengesteld op een som van 151.429.900. De koers van uitgifte is gesteld op 100 De storting zal moeten plaats hebben op 1 April a.s. De coupons der leening zuilen be taalbaar zijn op 1 April en 1 October. Vermelding verdient nog, dat afgezien van conversieleeningen sinds 1924 door het Rijk niet meer geleend is. Nieuwe zaken van toewijzing uitgesloten. Door bet Tweede Kamerlid den beer S. Voa Is o.m. aan den Minister van Arbeid, H. en N. de vraag gesteld of de Minister Ibereid is maat regelen te treffen, dat de duizenden aanvragen om een Invoervergunning ibij het crisis-invoer- bureau vlugger worden afgedaan. Voorts vraagt ihij of het juist is, dat zakenlieden, die in bet jaar 1931 een zaak hebben gesticht, uitgesloten zijn van het verkrijgen van invoervergunningen en, zoo ja, of de Minister bereid is, daarin alsnog verandering te brengen en aan de Ka mer mededeeling te doen van zijn beslissing. Gisteren, 21 Februari, was het 25 Jaar geleden, dat aan den Hoek v°n Holland, de „Berlin" ver- Oing. d6 ramp, waarbij 139 men leken omkwamen, maakte een ge- toeldigen indruk en leeft nog in veler herinnering voort. De her- denkdag van gisteren was .ons aanleiding de geschiedenis van de ramp nog eens op te halen. Wc Q f Neder/ derl f,Tnalsten uiltooper van 0p an<k e.nderhalven kilometer de zee in, va-n den Noosderpier te Hoek van z©6- ^°or en rechts en links is de wijde kust aCbter' d® vaag-zichtbare lijm van de hemefQ da hinkende Waterweg en boven, een blauw' i/°° klauw, als die in Februari maar Er k n ver w/riJSCben hier en daar wat moeuwen, verder68 Ioept een bootfluit, sonoor en lang, schep1 /eeft kier niets dan het eeuwige rui- O'P d en kol- breken van de branding ryUim©1 Pier *n 6011 traas maar wezenlijk Mem deZ\plaats ®°uden we vandaag een „In zoo h]lam" 'willen schrij ven, maar de zee is zakt aUw' de horizon is zoo wijd en de zon je m Z°°- feest6i«k rO;0,d naar het Westen. En om J8 denken dwingen in een hard gareel, e Bagiek der ramp te benaderen, die voor vijf-en-twimtig jarem plaats had. rp 'ijfcu- ver1" dö ®'ernenten een hechte boot, met niets- zi ,n.1<>e<'eDd9 mensohen aan boo-rd, in het ge- er° h der 'laven aa-n gruizels sloegen; toen iu negen-eu-twintig menschenlevens e wielen der branding werden vernie- t» toen er op de kust mannen rondliepen me moed voot tien, gehard door stormen en zee on, maar die zich nu op de lippen beten en schreiden, omdat de fatale plaats, waar zij zoo gaarne redding hadden gebracht, voor mensehen,maoht niet te benaderen was. enigeen zal zich de emotie nog herinne- ren, toen het bericht van de ramp op dien morgen de ronde deed. Er was nog geen radio en de kranten hadden de waarde van een veelzeggende „headline" nog niet ont dekt. En juist misschien wijl de berichtge ving niet zoo snel was en de aandacht langer werd vastgehouden, was de spanning grooter en leefde men meer met de slachtoffers en de redders mee. Het was een drama in veel bedrijven, dat zich daar op den Noorderpier aan den Hoek van Holland afspeelde. De tragische bijzon derheden ervan zullen wij niet meer voor uw verbeelding etaleeren; de hier geschreven herinnering wil niet meer zijn, dan eenige losse knipsels, als een filmjournaal. Dien morgen, tijdens een feilen Noordwes terstorm, die snijdende sneeuwvlaggen uit de zee het land in joeg, liep de „Berlin" van de „Great Eastern Railway" op volle kracht den Waterweg binnen. Op het moment dat de 'boot binnen de pierem zou loopen werd het achterschip gegrepen door een gevaarlijke gi'ondzee, waardoor roer en schroeven voor een moment buiten werking werden gesteld en het schip dwars voor den Noorderpier kwam te liggen. Een nieuwe grondzee ver ijdelde de poging van kapitein Precious, om zijn schip in de goede richting te brengen, met als onafwendbaar gevolg, dat de boot hoog op den Noorderpier werd gesmakt, on wrikbaar en als een hulpeloos slachtoffer van de aanrollende zeeën. Dat was een S.O.S. als er nooit aan onze kust werd gehoord, te aangrijpender nog, wijl die woede van den storm iedere reddingspo ging ontkrachtte. In een snel tempo heeft zich toen het droefste bedrijf van het treurspel voltrokken. De stuurhut werd weggeslagen en de stortzee Dam met de balken en planken de eerste slachtoffers mee. Het vallende water deed de rest: het voor schip, waarop zich de opvarenden in hun angst ven-drongen, hing vrij over den pier, het schip brak midden door, ter hoogte van de machinekamer en verdween in den Waterweg, binnen den Noorderpier. Twee dagen en één nacht hebben toen de mannen van het reddingswerk nog moeten zwoegen om de overlevenden op het achter schip te kunnen redden, zes en dertig bange uren voor twee groepen mensehen, aan deze en gene zijde van den pier. De Hoek was in die bange dagen èèn groot arsenaal van naastenliefde. De bemanning van de reddingsboot en de bergingsvaartuigen zwoegden dag en nacht en in alle stilte de storm was de eenige, die er luidruchtig bij was, zijn er daden verricht, die den naam „Helden der Zeetot iets meer dan een frase hebben gemaakt. Z. K. H. Prins Hendrik, die onmiddellijk op de onheilsplaats aanwezig was, gaf een konink lijk voorbeeld van zelfverloochening en waag de zich aan boord van de loodsboot tot bij bet wrak. Pastoor DaaJman en de kapelaans Wieman en Huf bléven niet achter bij het nobel red dingswerk. Ze trokken me© met den loodskot- Het wrak van de 'Berlin" gebroken ter hoogte van de machinekamer, achter de beide schoorsteenen. ter of het bergingsvaartulg en verleenden hun priesterlijke hulp op de gevaarlijkste plaatsen. En op den wal werkten dokters en verpleeg sters urenlang aan het bijstaan der geredden en het opbaren der slachtoffers, die tienmaal talrijker waren dan de geredden. De namen der moedige redders waren op aller lippen en in het Engelsen© Parlement klonk de naam Sperling da-gen lang. Een onderhoud met een der redders. Een zeeman heeft iets van de schelp, die op het strand gespoeld is. Al staat ze twin tig jaar op den schoorsteenmantel, i* h"urt er nog altijd de zee in ruisehen. c- -,ude machinist Jan van Mastrigt, met wien wij nog eens over de ramp van de „Berlin" gingen praten, is nog altijd zeeman, al heeft hij het water reeds lang vaarwel gezegd. Je hoort en ziet den zeeman aan hem, bij het eerste woord en bij den eersten oogopslag. Jaren was hij machinist op de reddingsboot en aan boord van de „President van Heel" maakte hij het drama van de „Berlin" van het begin tot het einde mee. Hij is er een van het ras, waarvan van Duinkerken zegt: „Ik hou van zoo'n kerel met open gezicht en met eerlijkheid achter hun oogen." Toen we hem zochten, was hij op het kerkhof, om een boompje te planten op het graf van kapitein van der Klooster, die in Januari 1929 bij de ramp van de „Valka" het leven verloor. Even. later vonden we hem aan zijn werk, ln de gemeentegarage, aan den rand van den Waterweg. Al heel ras ervaren we, dat de zeeman geen type Is voor een interview. Hij is een mensch van weinig woorden en zal angstig naar je potlood kijken, of bet alweer zoover is, dat hij wat zal moeten zeggen. Daarom praten we maar wat, en aan de hand van een paar oude foto's gaat het heele verhaal weer leven, „Daar zijn er niet veel meer van over" en zijn verweerde hand wijst op een foto van de redders, die op die fatale dagen van Februari 1907 het zeegat nttstoomden naar het wrok van de „Berlin". En hij vertelt, hoe ze er voor het eerst op uittrokken, haast zonder kans op slagen, want het wrak lag ongenaakbaar buiten den. pier. Hoe bij de eerste poging de ahkerkabel ran de reddingboot brak en kapitein Jansen haastig terug moeet trekken, om een tweede ramp te voorkomen. Hoe ze van verre moesten toezien, toen het voorschip losbrak en in de diepte verdween» „Het voordek zag zwart van de mensohen en even later dreef de Waterweg vol drenkelin gen. Dat was het verechikikelijke, dat we alles moesten aanzien en niet konden helpen. Als het mogelijk was geweest, had Jansen het ge daan, hij wist wat hij wilde, maar ook wat hij kon. Met hem en later met van der Klooster ging ik even gerust het gat uit, als Ik 's avonds in mijn bed stap". Hij vertelt van Klaas Ree en van de gebroe ders Sperling. Van de laatste reddingspogin gen, toen er op het achterschip nog dertien slachtoffers achterbleven. Klaas Ree bad zich met zijn jol op den pier laten slaan en bad een verbinding met het wrak tot stand ge bracht. Tien hadden er den moed gehad, zich aan de lijn naar beneden te laten, maar nog drie vrouwen bleven achter, zich ln doods angst aan de verschansing vastklemmend. Ze durfden den sprong niet te wagen en wenk ten naar de bemanning van de boot, dat zij maar moesten heengaan. En daar hebben de stoere mannen ran het reddingswerk om ge schreid. Tenslotte trok de zeesleepboot „Wodan" om- der aanvoering van kapitein van Rees met den blazer van schipper M. Sperling er op uit en de Sperlings slaagden er in, de laatste drie vrouwen te redden, de kroon op het mooie en toch zoo trieste werk, want honderd-negen en-twintig hadden er den dood in de golven gevonden. Hij vertelt niet, hoe ze bedankt en gehul digd zijn, die kranige kerels van de redding boot. Hoe hun namen klonken tot ver over onze grenzen en het eigen land met hen mee leefde. Alleen hooren we terloops even de trouwe kerel is een oogeniblik te openhartig dat hij ergens dertien medailles heeft han gen. „Och. wat heb je er aan?" En toen we weg gingen hadden we iets meer begrepen van de gestie van dien granie ten zeeman, die daar bij den Waterweg op z'n voetstuk staat, met de hand aan den Zuid-Wester uitziende over den wijden pla* die soms zoo onschuldig kan lijken.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 5