ÓTUKKEn
Winstgevende exploitatie
DONDERDAG 25 FEBRUARI 1932
NEDERLAND EN DE ONTWAPE
NINGSCONFERENTIE.
De vragen van het Kamerlid
Alharda.
Yan formeel ingediende voorstellen
geen sprake.
UITVOER VAN KIPPEN- EN
EENDENEIEREN.
DE UITVOERING VAN DE TARWE-
WET.
Wijziging van de stempelvoor-
schriften.
GOEDKOOP LEVEN IN MIDDEN-JAVA
Maatregelen tegen ontduiking van
van deuitvoer voorschriften.
UITVOERREGELING VOOR BEPAAL
DE GOEDEREN.
BRANDEN.
Een motie van den Alg. Nederl.
Molenaarsbond.
VERDRAG NOPENS DEN FINAN-
CIEELEN BIJSTAND.
EEN HANDSCHRIFT VAN
„ELCKERLIJC" GEVONDEN,
CONTINGENTEERING VAN
CONFECTIE.
ONS DRINKWATER.
contingenteering Wollen
G. B.
HOUDT DEN GOEDEN KOERS
PLAATST REGELMATIG
UW KABOUTERTJE!
Ónze correspondent te Genève seint ons d.d.
24 dezer:
In verband met de vragen, die het kamerlid
Albarda tot de Nederlandsche regeering gericht
heeft over een z.g. mislukte poging. om te
Genève tot een gemeenschappelijk voorstel
van Nederland, de Scandinavische staten en
Zwitserland op de ontwapeningconferentie te
komen, meen ik goed e doen in herinnering te
breng an, diat ik reeds bericht heb over de
besprekingen, die te Genève tusschen deze
landen gevoerd zijn.
Daarnaast bleek, dat het plan van de Deen
sche regeering uitsluitend een kwestie van pro
cedure betrof, n.l. het formuleeren van een
aantal punten, die in het bijzonder voor bespre
king in de politieke commissie in aanmerking
zouden komen. Het was allerminst de bedoeling
der Deensche regeering, dat daarbij voor of
tegen een of andere oplossing zou worden
partij gekozen. Dit Deensche plan Is toen afge-
«tuit, niet op meeningsverschillen tusschen de
de Nederlandsche delegatie en de andere delega
ties over de kwestie der duikbooten doch uit
sluitend hierom, dat alle ai dere delegaties het
uit overwegingen van tactiek raadzamer acht
ten, dat de kleinere staten op dit oogenblik zich
nog niet te zeer op den voorgrond zouden stel
len, waarvoor bij den tegen woordigen stand van
zaken nog geen aanleiding bestaat.
Wat de z.g. ingediende Nederlandsche' voor
stellen betreft, waaromtrent de heer Albarda
mededeeling aan de kamer verlangt, is de
zaak aldus, dat bet bureau van de ontwape-
nings-con foren tie tot alle delegaties, die aan
de algemeene beschouwingen hebben deelgeno
men, gevraagd heeft, in een nota de voornaam
ste punten uit de rede van den woordvoerder
der delegatie te vermelden, opdat de politieke
commissie een zoo duidelijk mogelijk beeld van
de verschillende uitgesproken wensehen zal
verkrijgen.
Overeenkomstig dit verzoek heeft de Neder
landsche delegatie een zestal door minister
Beelaerts op 15 Februari uitgesproken wensehen
in een nota in herinnering gebracht, zooals de
andere delegaties eveneens gedaan hebben.
Van formeel ingediende voorstellen is hier
dus geen sprake.
Invloed van de autobusdiensten op de
prijsverlaging
De Soekaboemische correspondent van het
„Nieuws v. d.Dag" schrijft:
Wanneer men, na lange jaren In W'est Java
te hebben vertoefd, weer eens Midden Jaya be
zoekt, dan ontkomt men niet aan de conclusie'
„wat leeft men in Midden-Java toch veel goed-
kooper, dan in West-Java". De koelie van West-
Java, die met U 35 per dag met vee: moeite
kan rondkomen, zal zijn collega in Midden-Java
benijden, die een kwartje of meer verdient en
^jVptnede me^r koopen kan dan de persoon in
West-Java. Een doorsnee Inlander, dat is er
dus een die in een toko. een fabriek of op het
land werkt, heeft .n Midden-Java genoeg aan
0-25 per dag. Men krijgt te Djokja b.v. voor
vijf centen rijst en andere .ngrediënten genoeg,
v oor één persoon. De koelies van spoor- en
tramwegen, alsook de werkers op 't land bij de
suikerondernemingen hebben het niet zoo
kwaad, wanneer hun per j 0.25 of meer betaald
wordt.
Hijst kost te Djokja 0.05 per kattie Vleesch
ƒ0.35 per pond en kippen-eieren ƒ0 02% Per
stuk. Ook andere oonsumptiemiddelen voor
eerste levensbehoeften zijn veel goedkooper dan
in West-Java. Is het te verwonderen dat een
Europeeeche ambtenaars-familie u.t Tjimani,
overgeplaatst te Djokja, ons de verzekering
gaf, dat trots de kortingen en intrekkingen van
toelagen, zij in Djokja nog wat kunnen over
houden.
De autobusdiensten an particuliere onder
nemingen hebben er zeer veel toe bijgedragen,
dat de prijzen der levensmiddelen gedaald zijn!
De tanie kan tegenwoordig tegen matigen
prijs van huis naar de groote stad en terug.
Ken kaartje DjokjaMagelarg, b.v kost ƒ0 30
terwijl de N.l. Spoorweg Mij.'haar tarief van
0.55 voor Inlanders en 0,80 voor Europeanen
(derde klasse) blijft handhaven. Wij vernemen
dat do N.I.S. aan Europeanen die dat verzoe
ken, toestaat derde klasse te reizen tegen het
goedkoope tarief van derde klasse Inlanders.
Wel een bewijs, dat zij deze tarievet. moeilijk
kan handhaven. SalatigaSemarang kost per
autobus 0.40 per persoon. Tiet is waarlijk te
geef, zou men zeggen, toch nomen er nog meer
autobusdiensten in Midden-Java. En wanneer
op deze langere trajecten zoo'n geringe prijs
wordt gevraagd, kan het voor de tanie geen be
zwaar zijn, om zijn waren instede van op den
dessa-pasar, naar de groote stad te brengen,
waar hij een beter afzet-gebied heelt en betere
prijzen maken kan.
VERBOND TOT BEHARTIGING VAN DEN
EIERHANDEL
Gisteren is in het Jaarbeursgebouw te
Utrecht een vergadering gehouden van organi
saties en belanghebbenden bij den eierhandel
ten einde tot meer eenheid van alle groepeu
en nuanceeringen in den handel te komen.
Na langdurig debat werd besloten tot op
richting van een „verbond tot behartiging
van den eierhandel".
In het comité van voorbereiding werden
benoemd de heeren J. Westrik, voorzitter, I.
II. M Jansen te Amsterdam, A Reitsima te
Groningen, D van Ree te Amerongen en W
N. Giesen te 'Apeldoorn secretaris.
Bij de Tweed© Kamer is een wetsontwerp in-
gediaad tot wijziging en aanvuHimg van de
wetten betreffende den in- en doorvoer en den
uitvoer van kippen- en eendeneieren.
De ervaring, opgedaan bij de uitvoering van
den bij K. B. van 16 Jund 1930 vastgestelden
algemeenen maatregel van bestuur tot toepas
sing van art. 8 der Land hou wuitvoerwet 1924
met betrekking tot kippen- en eendeneieren
heeft aangetoond, dat het wensoheilijk is, de
uitvoerregeling, neergelegd is de wet van 2J
November 1930, op enkele punten aan te vullen
en te wijzigen, alvorens haar in werking te doen
treden. Vandaar dit wetsontwerp.
Daarbij wordt tevens voorgesteld een wijzi
ging en aanvulling van art. 1 der wet van 31
Mei 1929, herademde bepalingen betreffende den
in- en doorvoer van kippen- en eendeneieren
zooals die wet Is gewijzigd bij de wet van 29
November 1930. Dit houdt verband met de
verwachting, dat binnen afzienbare® tijd een
internationale afspraak zal tot stand komen,
tengevolge waarvan de Verschillende landen
voor den in- en doorvoer van kippen- en een
deneieren niet zullen vorderen, dat deze zijn
gestempeld met den naam van het land van
heikomst, maar slechts, dat het stempel den
naam van het land van herkomst voldoende
aanduidt. Daarom wordt voorgesteld een wij
ziging van de stem peil ngsvoorsch rif te n
Voorts wordt een wijizigiug noodig geacht in
verband met het scheppen van de mogelijkheid
om niet alleen een stempel van herkomst voor
te schrijven, maar ook een stempel ter nadere
aanduiding van de klasse der eieren. Engeland
edsoht bij den invoer van kalkeieren naast het
stempel van herkomst pp elk ei het woord
„preserved". Het Is mogelijk, dat het buiten
land in de toekomst ook tem aanzien van de
stempeling ter aanduiding van de klasse der
eieren de eisehen zal uitbreiden. Ook indien het
land van import deze stempeling niet vordert,
kan het onder bepaalde omstandigheden wen
söhelijk zijn, ze voor te schrijven. Deze voor
schriften zijn er op gericht, eenheid in de wijze
van stempelen te bereiken.
De noodzakelijke controle op de naleving van
de voorschriften van de uitvoerregeling krach
tens den algemeenen bestuursmaatregel van 16
Juni 1930 wordt uitermate bemoeilijkt door het
groote aantal kantoren, waarlangs eieren kun
nen worden uitgevoerd. Beperking daarvan is
noodig. Daarom wordt voorgesteld een bepa
ling krachtens welke het verboden is, kippen
eieren, waarvan de uitvoef is toegestaan, uit
te voeren langs andere dan de door den minis
ter van Binnenlandsche Zaken in overleg met
dien van Financiën aangewezen kantoren.
Voorts wordt voorgesteld een wijziging, welke
het mogelijk zal maken, bepaalde eisehen, be
halve voor de klasse „versche eieren", te stel
len voor anaere klassen van eieren.
Verder kan tl mus niet verhinderd worden,
dat partijen eieren, voorzien van de vastge
stelde merken, in het binnenland warden ver
handeld en na eenige weken alsnog worden uit
gevoerd in de oorspronkelijke ver,pakking. Om
te voorkomen, dat eieren voor uitvoer de grens
passeerqn, die vaak niet meer beantwoorden
aan de eisohen, welke voor -bet verkrijigen van
de merken zijn gesteld, is het noodig te bepa
len, dat de waar bovendien moet zijn vergezeld
van selaidehiljetten. De geldigheid daarvan kan
worden beperkt tot een termijn van een be-
malid aantal dasren, waardoor genoemd be
zwaar is ondervangen.
Mede wordt voorgesteld aamvulling van een
artikel, om ontduiking van de uiitvoervoor-
sohriften tegen te gaan, en wordt een artikel
voorgesteld, dat de mogelijkheid schept om in
den algemeenen maatregel van bestuur voor
schriften op te nemen betreffende de geldigheid
der gelei d«biljetten.
„Wa-.rom heeft u dan de voetrOm ook niet
gebruikt?"
„Ik had op dat oogenblik slapende voeten,
meneer de agent!"
Volgens het verslag der Tweede Kamer over
het wetsontwerp tot wijziging van de wet van
24 December 1931, houdende toekenning van
de bevoegdheid tot het tijdelijk treffen van
maatregelen tot regeling van den uitvoer van
bepaalde goederen, vroegen sommige leden of
de bepaling, dat certificaten van oorsprong
alleen zullen kunnen worden verleend aan hen,
die gedurende een bepaald voorafgaand tijdvak
voor eigen rekening gelijke goederen hebben ge
ëxporteerd, in haar absolute uitsluiting van
alle andere belanghebbenden niet te ver gaat
Eenige leden vestigden er de aandacht op,
dat de prijzen van de zuivelproducten zeer
aan schommelingen onderhevig zijn. Daarom
is het naar hun meening te bezwaarlijk, dat
de te heffen bedragen, welke toch met de prij
zen samenhangen, moeten worden vastgesteld
bij Kon. besluit.
Andere leden zouden zien bij deze ziens
wijze kunnen aansluiten, wanneer onder „be-
diagen bepaalde geldsommen moeten worden
vei staan. Is dat echter niet het geval en Is
ret de bedoeling, dat het te heffen bedrag zal
woi en uitgedrukt in een percentage van de
naar. n zou naar de meening dezer leden
vas ste, .ng bij Kon. besluit niet alleen aanne
melijk zijn doch 00k bo„en dIe bj. miIllste.
riee-le beschikking, de voorkeur verdienen.
one ei „piodueenten van goederen" alleen
moeten worden verstaan producenten van ge-
goederen, als Waarvoor Certificaten wor
den ver,eend. of wel producenten van willekeu
rige goederen, waarvan de i*voer in eenlg land
is gecontmgenteerd, moge als voorbeeld gelden
van de puzzles, waarvoor het bedoelde artikel
ons Stelt. De leden hier aan het woord, zouden
het zeer op prijs stellen indien de Regeering
alsnog met betrekking tot dit punt de noodige
Inlichtingen zal willen verschaffen.
Sommige leden maakten van de gelegenheid
gebruik als hun oordeel te kennen te geven, dat
het gewenscht is. dat de Regeering bij de uit
voering van de wet van 24 December 1931 zoo
voorzichtig en tactvol handelde als mogelijk is.
Dinsdagmiddag bra,k te Leut bij Nijmegen
brand uit in het landbouwhuis van J. aan de
Voss'enpels. De oorzaak van den brand is
onbekend. Het huis brandde grootendêels uit;
slechts een deel van den inboedel kon gered
worden. Verzekering dekt de schade.
Te Mierlo is het leegstaande huls van
den heer D. B. totaal afgebrand. Men ver
moedt, dat de brand ontstaan i3, doordat
zekere H. B., die in het huis heeft geslapen,
een vuurtje- had aangelegd. Verzekering dekt
de schade. j
Zooals wij reeds elders in ons Blad hebben
gemekl, heeft de Alg. Ned. Molenaars-
bond gisteren een vergadering te Rotterdam
gehouden om te protesteeren tegen de uit
voering van de Tarwewet.
Na de inleiding van den secretaris van den
Bond hebben verschillend© sprekers uit de ver
gadering het woord gevoerd, die zich bij de
woorden van den inleider aansloten.
De heer v. d. Reydt. lid van de commissie
tot uitvoering van de Tarwewet, zegde zijn
medewerking toe om te geraken tot een alle
partijen bevredigende uitvoering van de wet.
Vervolgens kreeg de voorzitter van de ..Vi
ta", de heer de Koster, het woord, die zeide,
dat het hem goed deed, geen enkele klacht
over de werkwijze van de „Vita" gehoord te
hebben. Het eenige verwijt dat aan de „Vita"
is gedaan, is dat zij zich ni'et bij dc actie van
de molenaars heeft aangesloten. Spr. heeft
zich echter op het standpunt geplaatst, dat
de „Vita" alle belanghebbenden vertegenwoor
digt en zich dus geen partij moest stellen.
Sprekende, niet als voorzitter van de „Vita"
maar als meelfabrikant, zeide spreker, dat de
geopperde bezwaren hem niet verbazen.
Wat den maaldwang betreft, gelooft spre
ker, dat d/ze in zeker opzicht noodzakelijk is
geworden en dat het in ieder geval vechten
tegen de bierkaai is om dezen maatregel on
gedaan te maken. Er is op deze vergadering
gesproken over knoeierijen. Spr. gelooft niet,
dat zijn collega's het zullen wagen om de
voorschriften te ontduiken, al was het alleen
maar, omdat de contróle te scherp is.
De voornaamste kwestie waar het hier om
gaat, zijn, zoo gaat spreker verder, de resul
taten van het bedrijf en algemeen klagen de
meelfabrikanten dat de zaken bedroevend
slecht gaan. (Interrupties uit de vergadering:
7 pet. dividend, 10 pet. dividend!).
De oorzaak van dezen slechten gang van
zaken ziet spreker in het feit, dat het aanbod
de vraag overtreft.
Er is gezegd, vervolgt spreker, dat de meel
fabrieken de buitenlandsche tarwe goedkooper
kunnen inkoopen. Dat hebben zij echter te
danken aan hun organisatie. Als de molenaars
coöperatief zonden inkoopen, zouden zij het
zelfde resultaat bereiken.
Spreker dringt er ten slotte op aan, om in
een door de afd. Amsterdam ingediende motie
een zinsnede te schrappen, waardoor 'n anta
gonisme geschapen zou worden tusschen fa
brikanten en molenaars.
De voorzitter antwoordt hierop, dat de mo
lenaars de concurrentie tegen de fabrikanten
tot nog toe hebben kunnen volhouden, door
dat zij werkten in het tarwegebied en daar
hun klanten hadden. De invoering van de Tar
wewet heeft concurrentie ten eenen male on
mogelijk gemaakt.
Uit de vergadering wordt een beroep ge
daan op de fabrikanten, om door samenwer
king met de molenaars te zorgen, dat het
Nederlandsche volk krijgt, waar het recht op
heeft: brood, vervaardigd uit Zeeuwsehe
tarwe.
De directeur van de meelfabrieken der Ned.
Bakkerijen, de heer v. d. Kraan, adviseert
dèn molenaars gezamenlijk een fabriek te ha
ren. Hij heeft er wel een beschikbaar.
Dit advies ontlokt uit de vergadering heftige
interruptie.
Mr. van Rij zegt het een mooi gebaar gevon
den te hebben als de fabrikanten zich geschaard
hadden aan de zijde van de Molenaars. Was
dit het geval geweest dan zou de door den heer
de Koster gewraakte zinsnede uit de motie-Am
sterdam hebb kunnen vervallen. In den breede
gaat spr. nog eens de nadeelen na welke voor
de molenaars uit de huidige regeling voort
vloeien. Om deze te ondervangen hebben we
twee adviezen gekregen: koop coöperatief in en
huur een fabriek. Dat zijn echter adviezen
waar de molenaars niets aan hebben omdat ze
voor uitvoering niet vatbaar zijn. Zelfs al zou
den ze dat zijn, dan zou men zich hij uitvoering
op een verkeerde basis stellen omdat men dan
ging voortbouwen op een verkeerd systeem.
Wat er gebeuren moet is het advies van dr.
Colijn opvolgen. De Regeering moet in overleg
treden met alle belanghebbenden. Dat durft zij
volgens spr. niet en hij verwacht dat zij er van
terugschrikt om met cijfers voor do Nederland
sche bevolking te treden.
Wat ons nog overblijft te doen, aldus spr., is
een beroep te doen op H. M. de Koningin. Spr.
hoopt dat de door de afdeeling Amsterdam in
gediende motie met algemeene stemmen zal
worden aangenomen.
Een motie.
Deze motie wordt daarna in stemming ge
bracht en met algemeene stemmen en onder luid
applaus aangenomen.
Zij luidt:
De A. N. M. B. op 24 Februari 1932 te Rot
terdam in pretestvergadering bijeen, gehoord de
besprekingen over de Tarwewet 1931 en derzel-
ver uitvoering:
Overwegende dat de tarwevnrmalende mole
naars vóór de invoering dier wet vrijwel hon
derd procent in Nederland verbouwde tarwe
verwerkten, en zij dus een belangrijk afzetge
bied voor de producten van den Nederlandschen
landbouwer vormden,
dat zij door de huidige praktijk der met de
uitvoering der Tawewet oelast© instanties vol
ledig dreigen te worden geruïneerd, wijl:
le. zij thans gedwongen worden voor 77%
pet. buitenlandsche tarwe te verwerken, die niet
in hun product thuis behoort, die zij duurder
moeten koopen dan de groote maaiindustrie, en
ter verwerking waarvan zij kostbare installa
ties dienen aan te schaffen,
2e. hun product thans dermate in kostprijs
is gestegen, dat zij de concurrentie tegen de
groote maaiindustrie, die steeds bijkans uit
sluitend op verwerking van de buitenlandsche
tarwe was ingericht, niet kunnen volhouden,
dat zij dus gedwongen zijn. om óf hun zaken
volledig te liquideeren, en uaarmede de brood
winning voor zich en hun gezinnen en hun
personeel, prijs te geven, óf niet het volle, door
den Minister bepaalde percentage „vita"-tarwe,
welke tarwe slechts tegen zeer hoogen prijs Is
te verkrijgen, te verwerken, en daardoor dus de
wet overtreden,
dat het bestuur reeds ettelijke pogingen heeft
ondernomen, evenals vele molenaars individueel'
om een juister inzicht bij de Regeering. clan wel
ua Regeeringsvertegenwoordigers, te wekken.
al deze pogingen zijn algestuit op den on-
w der desbetreffende organen en van de groo-
S ,maai'adustrie, welke, niet tevreden met de
leeds talrijke voor haar uit de tarwewet reeds
vooitgevloeide voordeelen, klaarblijkelijk het
trekkeV °°k van de hjolenaars aan zich wil
draagt het Bestuur {vp zich onverwijld te
wenden tot Hare Majesteit de Koningin om
Hare tusschenkomst in dezen nood in te roe
pen.
Besluit door publicatie dezer motie een be
roep te doen op het rechtsgevoel van ons volk
en van onze volksvertegenwoordiging, om den
door de Overheid geregeiden aanslag op hun
bestaan meug ar te weren. j
Voorbehoud der bevoegdheid tot
bekrachtiging.
Verschenen is het wetsontwerp houdende
Voorbehoud der bevoegdheid tot bekrachtiging
van het Verdrag nopens den financieelen bij
stand van 2 October 1930.
In de Memorie van Toelichting merkt de re-
geering o.a. op, dat het Verslag, behalve in
financieelen bijstand aan den aangevallen
Staat, ook in zoodanigen bijstand aan een be
dreigden Staat voorziet. Aldus is het Verdrag
niet alleen een nadere uitwerking van de in
art. 16 van het Volkenbondverdrag neergeleg
de sanctieregeling, maar vormt het tevens een
nieuw element in het samenstel van preven
tieve maatregelen, waartoe de Raad krachtens
art. 11 zal kunnen besluiten in geval van drei
gend oorlogsgevaar. Van Nederlandsche zijde is
steeds bepleit, dat aan het voorkomen van den
oorlog de voorkeur moest worden gegeven bo
ven de repressieve maatregelen, welke door de
voorstanders van een sterk bindend sanctie
systeem werden aanbevolen. Er bestaat derhal
ve aanleiding voor Nederland, medewerking te
verleenen bij het tot standkomen van dezen
nieuwen maatregel van preventieven aard,
waarvan in ieder geval een zekere moreele in
vloed ten goede zal kunnen uitgaan.
Te meer bestaat hiertoe aanleiding, nu de
hier voorgestelde regeling in het belang van
de veiligheid in nauw verband is gebracht met
de arbitrage gedachte. Immers de Staat, waar
aan de financieele bijstand wordt verleend,
neemt in zake arbitrage vergaande verplichtin
gen op zich.
In art. 35 van het Verdrag worden de inwer
kingtreding en de instandhouding van het
Verdrag afhankelijk gesteld van de inwerking
treding en de instandhouding van een verdrag
tot vermindering der bewapeningen, terwijl bo
vendien bepaald wordt, dat alleen die Staten
van den financieelen bijstand zullen mog-en
profiteeren, die de verplichtingen van. het
Ontwapeningsverdrag zullen hebben vervuld.
De Regeering acht deze opvatting aangaan
de het verband tusschen de ontwapening en
den inhoud van het onderhavige Verdrag juist.
De Regeering is zelfs van oordeel, dat, Indien
een Verdrag tot vermindering der bewapenin
gen mocht tot stand komen, dat voor het vraag
stuk der ontwapening als onbeteekenend zon
moeten worden beschouwd, niet tot aanvaar
ding van het onderhavige Verdrag zou moeten
worden overgegaan. In dezen gedachtengang is
aan het wetsontwerp de vorm gegeven van een
ontwerp van wet tot voorbehoud der bevoegd
heid tot bekrachtiging, waardoor de Regeering
in staat zal worden gesteld om in het hierbo
ven aangeduide geval niet tot ratificatie over
te gaan.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie)
Geen afschrift van een der bekende
drukken, maar een onafhankelijk
getuige bij de critische recon
structie van den tekBt.
Prof. Dr. J. W. Muller doet in het „Alg.'
HdW mededeelingen over de ontdek
king van een handschrift van „Elckerlijc", dat
goede diensten zal kunnen bewijzen bij de her
stelling van den oorspronkelijken tekst van dit
Nederlandsche „spel van sinne".
Prof. Muller schrijft o. m.
„Bij een voordracht van mr. Leonard Wil-
lems in do Nederlandsch-philologische wereld
welbekend door zijn veelzijdige kennis, vol
ijverige onderzoekingen en vernuftige gissingen
in de Januarivergadering der Koninklijke
Vlaamsche Academie te Gent, over den, reeds
vroeger door hem besproken, Petrus Dorlandus
(wiens aanspraak op het auteurschap van Elc
kerlijc hij sterk betwijfelde) en over het oude
vraagstuk der prioriteit (van het Nederlandsche'
en Engel sche spel, Red.) bleek de archiva
ris der stad Antwerpen, de heer Floris Prims,
de gelukkige bezitter van eeli handschrift, be
helzende een historische kroniek, benevens
enkele litteraire teksten, o. a. Elckerlijc Bij
een welwillend toegestaan onderzoek bleek aan
mr. Willems, dat het handschrift, gedagteekend
1594, dus wel een eeuw jonger was dan de
oudste druk van het spel (c. 1495), maar niet
geltjk destijds nog wel voorkwam een
(eventueel verbéterd, maar, als zoodanig, toch
nagenoeg waardeloos) afschrift van eender
drie thans bekende oude drukken (allé uit het
einde der 15de of het begin der 16de eeuw)
naast welke het dus, als onafhankelijke getuige,
recht van meespreken heeft. Uit de mij door
mr. Willems gezonden schriftelijke mededee
lingen aangaande hetgeen hij onlangs in de
Februarl-vergadering der Vlaamsche Academie
te berde hedft gebracht, blijkt duidelijk dat dit
handschrift inderdaad van groot belang is voor
de zoozeer gewenschte critische herstelling van
den in de drie oude drukken vaak erbarmelijk
verknoeiden, hopeloos bedorven, soms onver-
staanbaren tekst. In zeer vele gevallen geeft
het niet zelden vroegere gissingen bevesti
gende een nieuwe, klaarblijkelijk betere
echte, oude lezing van niet of nauwelijks ver
klaarbare plaatsen het geeft ons verscheidene,
in alle drukken uitgevallen woorden of heelé
regels terug, mist daarentegen ettelijke, als
zoodanig vernachte, zin-, rijm- of rhythme-
storende invoegsels, verbetert, zuivert elders
rijm of rhythme enz. Daar tegenover staan, als
meestal ln zulke gevallen, ook plaatsen, waar
het geen uitkomst geeft of zelfs kennelijk slech
tere lezingen heeft. Ook is de taal, schoon Bra-
bantsch gebleven, niet zelden, wat de vormen
en de woorden aangaat, ietwat gemoderntseerci
Bijzonderheden zouden hier natuurlijk n113'
plaatst zijn. Doch ik meende, ln belangst®llenrle
afwachting van den volledigen afdruk der bijna
900 verzen, in de Verslagen en Mededeelingen
der Vlaamsche Academie, hier alvast eenige
aandacht te mogen vragen voor deze heug ijKe
vondst".
De Vereëniging van Nederlandsche Confectie-
fabrikanten schrijft ons
Met betrekking tot de uitvoering der Contln-
genteeringetnaatregelen zijn door verschillende
belanghebbenden bezwaren naar voren gebracht,
die eenerzyds niet van grond ontbloot zijn. an
derzijds als byzonder overdreven zyn voorgesteld.
Ook de confectiefabrikanten hier te lande, zul
len door de uitgevaardigde maatregelen ongetwij
feld moeilijkheden ondervinden. Onze bond heeft
zich echter van den aanvang af op het stand
punt gesteld, dat de meest loyale medewerking
moet worden verleend, tén einde niet in gevaar
te brengen het doel, waarvoor deze maatregelen
werden uitgevaardigd (bescherming van de Ne
derlandsche industrie en het in evenwicht hou
den van de handelsbalans).
Nu zullen ongetwijfeld verschillende groepen
in meerdere of mindere mate moeilijkheden on
dervinden, maar om in hun verontwaardiging
zoover te gaan om aantijgingen tegen de fabri
kanten van de damesconfectieindustrie te uiten,
welke van iedefen grond ontbloot zyn, lykt ons
niet vereenigbaar met de goede zeden en zal
allerminst lelden tot de bereiking van het door
hen beoogde doel.
Ten eerste de tendentleuse en hoogst onware
beschuldiging, dat versohillende confectiefabri
kanten nu reeds kennis hadden gegeven van een
prijsstijging, welke in sommige gevallen wel 20
pet. zou beloopen. In algemeenen zin zy hier
opgemerkt, dat ln het laatste jaar de groothan-
delsprijzen van kleeding zoo enorm zyn achteruit-
geloopen, dat er bijna geen sprake meer is van
een eenigszins loonende exploitatie voor de be
oefenaars van dit bedrijf. Maar desniettemin
heeft geen enkele Hollandsche fabrikant 't voor
nemen, om op deze wjjze misbruik te maken van
het nog zeer problematische voordeel, dat de
contingenteering zal brengen en mochten der
gelijke gevallen bekend zyn, dan kan men ervan
overtuigd zyn, dat de bestaande organisaties,
waarin vele fabrikanten vereenigd zyn, aites zul
len doen, om zulk een misbruik tegen te gaan.
Er werd verder gewezen op de omstandigheid,
dat duizenden menschen ten gevolge van de uit
gevaardigde maatregelen werkloos zouden wor
den. Het is ons niet duidelyk, hoe de heeren dit
verklaren kunnen. Mogelyk is het, dat deze werk
lieden zjjn gevestigd in het buitenland en dus
tengevolge van het uitblyven van Nederlandsche
orders geen emplooi zullen kunnen vinden. Maar
de Nederlandsche arbeidersklasse kan, indien de
uitgevaardigde maatregelen tot de gewenschte
resultaten zullen leiden, niet anders dan daarvan
profiteeren. Overigens diene men niet uit het
oog te verliezen, dat de artikelen moeten worden
gekocht door een Nederlandsch publiek dat in
koopkracht zeer achteruit gaat, indien de werk
loosheid toeneemt.
Men heeft verder getracht de reputatie van
de Nederlandsche fabrikanten te bekladden en
het doen voorkomen, dat de noodtoestand waarin
vele fabrikanten op het oogenblik verkeeren
eigenlyk tot grond had, de geringe energie en
capaciteit welke deze tot dusverre hebben ten
toon gespreid. Misschien kunnen deze argumen
ten indruk maken op het groote publiek, dat nu
eenmaal niet beter weet, maar ingewyden ln onze
industrie weten, dat ook deze opmerkingen van
lederen grond ontbloot zjjn. De Nederlandsche
damesconfectie-industrie wist zich in de laatste
Jaren op te werken tot een zeer hoog peil. Zy
heeft, gedwongen door de dumping van de om
haar heen liggende landen, gezocht naar andere
afzetgebieden en die gevonden haast in alle lan
den der wereld. In Engeland, Scandinavië, ja tot
zelfs in Amerika werden hare artikelen verkocht
en vonden zy een dankbaar afzetgebied, en ware
het niet dat. Duitsehland door zyn enorme tol-
barrières lederen import onmogelyk had ge
maakt, dan zouden zy zich zelfs in het hol van
den leeuw hebben gewaagd en ook de concur
rentie aangebonden hebben met de Oostelijke na
buren in hun eigen land.
Wjj kunnen dan ook wel verklaren, dat de Ne
derlandsche fabrikant van dameskleeding niet
tiliiidér deskundig is dan zijn buitënlsndsche con
currenten en de' beschikking heeft over een staf
van deskundige medewerkers en ten koste van
groote financieele offers er in geslaagd ls hun
een dusdanige vaardigheid by te brengen, zoodat
zy in alle opzichtenl de.vergelyking met de bui
tenlandsche arbeiders kunnen doorstaan. Zij
hebben in de meeste gevallen hun goed geoutil
leerde bedryven gevestigd in gebouwen, welke
voldoen aan de hoogste eisohen van veiligheid
en hygiëne en onderworpen aan het voortdurend
toezicht van de arbeidsinspectie. Dat zy tot dus
verre de Nederlandsche markt ten deele slechts
konden voorzien, had in de eerste plaats tot oor
zaak het geraffineerde dumping-systeem, dat' de
om ons héén liggende landen hebben toegepast,
in de tweede plaats onze Nederlandsche eigen
schap, die nu eenmaal de voorkeur geeft aan
alle producten van vreemden bodem boven het
Nederlandsche fabrikaat. Indien wy het oog
richten naar Engeland, waar in dc laatste
maanden maatregelen zyn uitgevaardigd, die in
beteekenis verre overtreffen, dat wat onze re
geering ter bescherming van de Nederlandsche
industrie heeft 'gemeend te moeten doen, dan
zien wy, dat daar reeds geruimen tyd een cam
pagne gevoerd wordt, niet alleen door de fabri
kanten, maar in de voornaamste plaats door de
winkeliers, welke steeds weer propaganda maken
voor het koopen van goederen in Engeland v«C
vaardigd Zoo ver moet het hier ook komen, -e1'1/,"
de door de Regeering uitgevaardigde maatre?"
mwy "wi"-- a_ns-van» succes hebben. „,„r te
beweren,
Geachte Redactie,
In No. 16 van het „Weekblad, gewyd aan d«
belangen van Rotterdam (20 Februari) geeft eea
der medewerkers zyn verwondering te kennen
over het door Dr. Reeser ingenomen standpunt,
die in den gemeenteraad gezegd schynt te heb
ben, dat ons smerig smakend water heel goed
te drinken is, en hij voegt daaraan toe: „Ook al
weer zoo'n omkeering van de bacteriologie, di«
hier van dienaresse tot autoriteit wordt".
Uit hare jaarverslagen blijkt, dat reeds de Ge
zondheidscommissie in de jaren 1900 en 1901 geen
vrede kon hebben met hetgeen op het gebied van
water-onderzoek te dezer stede geschiedde,, en
dat zy haar verantwoordelykheid daardoor niet
gedekt achtte. Sinds, rtiim dertig jaren is natuur-
ljjk, zoowel wat de reiniging als wat het onder
zoek van het water betreft, veel veranderd. De
eerste kan, gegeven de stank en de smaak van
het water, onmogelyk vooruit gegaan zyn. Wat
bet onderzoek aangaat en hier raken we de
verklaring van Dr. Reeser reeds in 1901 vreesde
de toenmalige Gezondheidscommissie voor onze
open haven eene water-infectie, die door het bac
teriologisch onderzoek eerst geconstateerd zou
kunnen worden, wanneer het geïnfecteerde water
reeds door de gansche stad verspreid was en een
advies der commissie aan de bevolking: „kookt
uw drinkwater als mosterd na den maaltyd ko
men zou. Gronden Dr, Reeser en de Gezondheids
commissie hunne meening op de verbeteringen
die in den loop der jaren gebracht werdén in
het bacteriologisch en scheikundig onderzoek van
't Maaswater. Het ware wel gewenscht hier
omtrent geruststellende inlichtingen te verkry-
®6ni' u?r Z^n aWerkelyk veel menschen, die ten
opzichte van de onafgebroken drinkbaarheid van
ons heerlyk water sceptiBch gestemd zyn.
Met beleefden dank voor het opnemen dézer
regelen,
Dr. p VOS
oud-secretaris der Gezondheidscommissie,.
Rotterdam, 22 Februari 1932.
Aan de oevers van de Doode Zee
GEEN BESPIEGELINGEN MEER
Wij moeten er altijd nog aan. vnuucu ust
H. Land in verbinding gebracht te zien "met
de trivialiteiten van het clagel ijk sche leven.
De menschen, welke er wonen komen aan
haaiébaaierige winzucht in niets te kort en
wij leggen ons daarbij neer, zoolang zich die
eigenschap om zoo te zeggen maar poëtisch
uit als b.v. door de koelies, die koffertjes
willen dragen of door al dat ander geboeft,
dat op toeristen aast als een gier op een doo-
den ezel. Maar wanneer de winzucht al te
moderne allures aanneemt, krijgen we bij elk
getuigenis daarvan nog een schokje en voe
len we ons als met ra we hand uit een para
dijs van droomen weggerukt.
Zooals b.v. In Januari j.l. toen we ijskoud
te lezen kregen, dat de „Palestine Potash Co.
Ltd." baar eerste kalifabriek aan de Doode
Zee onder dak gebracht had. Nu zal die Pa
lestine Potash Oo. velen al een doorn in het
oog zijn. Een Palastine Potash Co 1 En dat
ausgerechnet nog wel in Palestina Wat doet
het ding daar en waarom is het niet thuis
gebleven. En dan een fabriek ln het Heilige
Land. En dat nu alweer precies aan de oevers
van de Doode Zee, die er toch uitzagen als
hadden zij (le onaantastbaarheid in eeuwig
durende pacht.
Maar er Is niets aan te doen. "We moeten
ons aan de idee wennen, dat het gewest van
zooveel vrome overwegingen in dé groot-
sdheepsche uitbuiterij betrokken wordt en
dat er precies als overal elders treinen ff111®*
en radio's kermen en auto's razen en fabrl-k-
soboorst eenen rooken. Tot aan de gevlakte
boorden van de Doode Zee toe.
Deze Dood© Zee is onlangs nog ec®
ter sprake geweest toen de mare, ™nde
deed, dat eene Amerikaansche ar/e°logische
expeditie erin geslaagd ™s h^ *>ma ren
bloc uit de baren ervan op te
bericht lijdt waarschijnlijk
overdrijving maar in alle
dat oudheidkundigen h*
vissehe®. Dit
aan een lichte
^aHen staat vast,
°0gen reeds lang
op deze parasiën vallen en dat
zij druk doende züw f g.k dat de gewoonte
dezer heeren isj^ Iykea van Pot*s ea
VaSJrïClw<nt7 "id tot tijd wel eens
uit mr oo J>ien' z°° is ze toch geenszins van
.,,,■1' "verlaten geweest van den dag af,
'ii J'1 zwaT*ii6gen hier van uit den hemel
en> vermoedelijk in gezelschap
vulkanische uitbarstingen, een eenmaal
Ruchtbare etl bloeiende streek in de barst
enk ba re wildernis veranderde. Het tegendeel
is veeleer waar, en de Palastine Potash Co.
Gtd. (Hq wij ajs een exces van moderniteit
aanzien, heeft al vele, vele voorgangsters ge-
bad. De Grieken en de Romeinen noemden
net aetauoedryf ten opzichte van da-rj' reltenioe-
tie kunnen voorzien, .maar als men ten min
mede houdt, dat de groothandelsprü^" het
ste met 25 pet. zyn aohteruitgéj"' malaise m l
bruik misschien tengevolge van ,'0t hieron n
geringer is p-omordnn ri„17 P neer,
neuoen. ,er te iX«u. jje urienw "«vurivu
beweren!' dat %P?nTet%?heelehebeh>/onfPan Dood° Ze® 6e51VOUdig asfalt'zee waat
het detailbedryf'ten opzichte van d»^^kenint I was de waterplas niets anders dan het
centrum van een goed maroheerende in
dustrie, die zout, asfalt en een paar andere
chemische preparaten leverde. Er werd met
veel vlijt aan de productie van deze artike
len gewerkt; er dobberde een vloot op de
zilte baren in het rond en er heerschte hier
alles anders dan louter stilte en poëzie
geringer is geworden, dan koro«,/e tien 4
dat de winkelier in damesconf^n hij in
Pch minder mag importeeren an En ^e Jaren
1928, 1929 en 1930 heeft S^dte uiten en t daar"
voor nu een verdachtmaking in„s cn te trach
ten de goed bedoelde H0g.t inderdo if^elen in
discrediet te brengen, e a<* wel alle
perken te buiten.
„Uw pols is zeer onregelmatig. Gebruikt u
misschien alcohol?"
.-fictu gaarne, tiükir®- heel
Mag ik ee°j^2er'(V'J u'mte om „een impor
teur", we.lke ™en m uw Blad over bo-
venstaand £rbaat b «ft, van antwoord te die
nen? EU pritsdalln n dank'
Door d van b n8 van het product omvat
de waar» i toegestane contingent onge-
?den iruroer n als die van *e'
OTid,d de import» er de iaren 1028~1929 en 30.
AmDorteeren -Ur vrW zou 7'^n dit contingent
te !ïnarde 4 onverschillig welk land, wel-
'"j.S P 8" dan de maatregel voor onze
'"nver da daar Saat het toch om
gende: Phnten 2 en 3 nog gaarne het vol-
Door een meelij met het arme Albion
'n enkelen zwaai werd ongeveer een
/an het Pond weggegoocheldHierdoor
fan Hollandsche zaken zeer ernstig gétrof-
Ten deele zelfs geheel lamgeslagen. Noeini
dat „alles op het spel zetten, zelfs ten koste
ttur. den (jouden standaard"t Over eerlijkheid
'en opzichte van Engeland gesproken: Hoeveel
diiljoentjes verloor de Ned. Bank oók weer door
die transactie?
Nee, maar dan die Engelsche invoerrechten,
waardoor meerdere Holl. bédryven noodiyden
zyn geworden- Hoeveel menschen zouden te
gevolge daarvan op de keien staan? En m"
Holland dat allemaal lydetyk toezien? En Diet,
doen om ten minste iets te redden?
3. Is Tilburg met zyn nouveauté's werk ij
zoo achterlyk, dat een groothandelaar Peï,.fh
hét buitenland moet koopen. En kan T1
heusch niet mee met z'n stoffen? Kom. Kom
Tot slot dit: Uw aanval op Tilburg, datze
nu hun pryzen wel extra zullen g»an °e:rAce"
nen, is een aanval in den rug. Niet fijnuo"
werd in een vergadering door een «Sivoot man
hierover gesproken. Op z'n minst genomen,
voorloopig onverantwoordelijk.
Als er werkelyk een ongemotiveerde prysver-
hooging komt, zal der contingenteering geen
lang leven beschoren zyn. En de Tilburgers zyn
niet gek
ff»
Deze deed haar intree eigenlijk pas met de
Arabieren, voor wie onze Doode Zee, de Bal^r
Lout, de Zee van Lot is. Want ze hebbe" ue
geschiedenis van Loth in de K^aIV
nomen en ze voelden er veel m Vijf
tien eeuwen lang over deze gebeurtenis hun
bespiegelingen te maken dan de armen uit
hun mouwen te steken a8faU te viaschen
reiijk de minder sentimenteel,. Romeinen
daarvan het voorbeeld gegeven hadden. Bij
Khaohm Ousdoum. dat tloo>' sommigen mot
"rimvi in verbinding word gebracht, was
vroeger trouwens een zoutpilaar te zien,
welke Fiavl"9 Jesephus al reeds vermeldde
en in wolke de locale bevolking de vrouw
Loth meende te herkennen. Het ding is
Vaningestort en een ander nog niet gevonden.
11 Maar onder alle bedrijven door werd de
i>oode z"®8 toch altijd een beetje geëxploi
teerd en dat zulks met goed gevolg geschied
de moge wel daaruit blijken, dat de Sultan
(le waterplas op een goeden dag tot zijn privé
schakelde, een handgreep welke zijne Majes
teit wel wijselijk achter wege gelaten zou
hebben, wanneer er niet een slordige duit
aan de affaire te verdienen ware geweest.
Maai- tot een intensieve uitbuiting van de
rijkdommen, welke de natuur hier oplevert,
kon het 0'm toiK>£raflscIle redenen móeilijk
komen. Het terrein is hier n.m.l. kolossaal
lastig en het. vervoer van zont en andere arti
kelen naar havens, die overigens ook al niet
bestonden, verslond zooveel geld, dat aan eon
winstgevende exploitatie op eenigszins groote
schaal niet gedacht kon worden.
De splege! van de Doode Zee Ggt 390 M.
beneden dien van de Middellandsche Zee en
de bodem kier en daar nog zelfs 400 M. lager.
Om over deze wegenlooze barrière karavanen
met zout en asfalt te verplaatsen behoefde
men een massa, geld en dat was nooit aan
wezig-
Maar de Engelsohen hebben van Jerusalem
uit twee tip-top autowegen naar beneden
gebouwd en het is een sensatie op zichzelf,
met een Arablsclien chauffeur langs deze
kronkelende heirbanen omlaag te jakkeren.
Landschappelijk bieden deze wegen ook alles
aan wat maar van een weg verlangd kaa
worden maar voor het houden van bespiege
lingen zijp ze te eenen male ongeschikt.