ÓTUKKEn Winstgevende exploitatie DONDERDAG 25 FEBRUARI 1932 NEDERLAND EN DE ONTWAPE NINGSCONFERENTIE. De vragen van het Kamerlid Alharda. Yan formeel ingediende voorstellen geen sprake. UITVOER VAN KIPPEN- EN EENDENEIEREN. DE UITVOERING VAN DE TARWE- WET. Wijziging van de stempelvoor- schriften. GOEDKOOP LEVEN IN MIDDEN-JAVA Maatregelen tegen ontduiking van van deuitvoer voorschriften. UITVOERREGELING VOOR BEPAAL DE GOEDEREN. BRANDEN. Een motie van den Alg. Nederl. Molenaarsbond. VERDRAG NOPENS DEN FINAN- CIEELEN BIJSTAND. EEN HANDSCHRIFT VAN „ELCKERLIJC" GEVONDEN, CONTINGENTEERING VAN CONFECTIE. ONS DRINKWATER. contingenteering Wollen G. B. HOUDT DEN GOEDEN KOERS PLAATST REGELMATIG UW KABOUTERTJE! Ónze correspondent te Genève seint ons d.d. 24 dezer: In verband met de vragen, die het kamerlid Albarda tot de Nederlandsche regeering gericht heeft over een z.g. mislukte poging. om te Genève tot een gemeenschappelijk voorstel van Nederland, de Scandinavische staten en Zwitserland op de ontwapeningconferentie te komen, meen ik goed e doen in herinnering te breng an, diat ik reeds bericht heb over de besprekingen, die te Genève tusschen deze landen gevoerd zijn. Daarnaast bleek, dat het plan van de Deen sche regeering uitsluitend een kwestie van pro cedure betrof, n.l. het formuleeren van een aantal punten, die in het bijzonder voor bespre king in de politieke commissie in aanmerking zouden komen. Het was allerminst de bedoeling der Deensche regeering, dat daarbij voor of tegen een of andere oplossing zou worden partij gekozen. Dit Deensche plan Is toen afge- «tuit, niet op meeningsverschillen tusschen de de Nederlandsche delegatie en de andere delega ties over de kwestie der duikbooten doch uit sluitend hierom, dat alle ai dere delegaties het uit overwegingen van tactiek raadzamer acht ten, dat de kleinere staten op dit oogenblik zich nog niet te zeer op den voorgrond zouden stel len, waarvoor bij den tegen woordigen stand van zaken nog geen aanleiding bestaat. Wat de z.g. ingediende Nederlandsche' voor stellen betreft, waaromtrent de heer Albarda mededeeling aan de kamer verlangt, is de zaak aldus, dat bet bureau van de ontwape- nings-con foren tie tot alle delegaties, die aan de algemeene beschouwingen hebben deelgeno men, gevraagd heeft, in een nota de voornaam ste punten uit de rede van den woordvoerder der delegatie te vermelden, opdat de politieke commissie een zoo duidelijk mogelijk beeld van de verschillende uitgesproken wensehen zal verkrijgen. Overeenkomstig dit verzoek heeft de Neder landsche delegatie een zestal door minister Beelaerts op 15 Februari uitgesproken wensehen in een nota in herinnering gebracht, zooals de andere delegaties eveneens gedaan hebben. Van formeel ingediende voorstellen is hier dus geen sprake. Invloed van de autobusdiensten op de prijsverlaging De Soekaboemische correspondent van het „Nieuws v. d.Dag" schrijft: Wanneer men, na lange jaren In W'est Java te hebben vertoefd, weer eens Midden Jaya be zoekt, dan ontkomt men niet aan de conclusie' „wat leeft men in Midden-Java toch veel goed- kooper, dan in West-Java". De koelie van West- Java, die met U 35 per dag met vee: moeite kan rondkomen, zal zijn collega in Midden-Java benijden, die een kwartje of meer verdient en ^jVptnede me^r koopen kan dan de persoon in West-Java. Een doorsnee Inlander, dat is er dus een die in een toko. een fabriek of op het land werkt, heeft .n Midden-Java genoeg aan 0-25 per dag. Men krijgt te Djokja b.v. voor vijf centen rijst en andere .ngrediënten genoeg, v oor één persoon. De koelies van spoor- en tramwegen, alsook de werkers op 't land bij de suikerondernemingen hebben het niet zoo kwaad, wanneer hun per j 0.25 of meer betaald wordt. Hijst kost te Djokja 0.05 per kattie Vleesch ƒ0.35 per pond en kippen-eieren ƒ0 02% Per stuk. Ook andere oonsumptiemiddelen voor eerste levensbehoeften zijn veel goedkooper dan in West-Java. Is het te verwonderen dat een Europeeeche ambtenaars-familie u.t Tjimani, overgeplaatst te Djokja, ons de verzekering gaf, dat trots de kortingen en intrekkingen van toelagen, zij in Djokja nog wat kunnen over houden. De autobusdiensten an particuliere onder nemingen hebben er zeer veel toe bijgedragen, dat de prijzen der levensmiddelen gedaald zijn! De tanie kan tegenwoordig tegen matigen prijs van huis naar de groote stad en terug. Ken kaartje DjokjaMagelarg, b.v kost ƒ0 30 terwijl de N.l. Spoorweg Mij.'haar tarief van 0.55 voor Inlanders en 0,80 voor Europeanen (derde klasse) blijft handhaven. Wij vernemen dat do N.I.S. aan Europeanen die dat verzoe ken, toestaat derde klasse te reizen tegen het goedkoope tarief van derde klasse Inlanders. Wel een bewijs, dat zij deze tarievet. moeilijk kan handhaven. SalatigaSemarang kost per autobus 0.40 per persoon. Tiet is waarlijk te geef, zou men zeggen, toch nomen er nog meer autobusdiensten in Midden-Java. En wanneer op deze langere trajecten zoo'n geringe prijs wordt gevraagd, kan het voor de tanie geen be zwaar zijn, om zijn waren instede van op den dessa-pasar, naar de groote stad te brengen, waar hij een beter afzet-gebied heelt en betere prijzen maken kan. VERBOND TOT BEHARTIGING VAN DEN EIERHANDEL Gisteren is in het Jaarbeursgebouw te Utrecht een vergadering gehouden van organi saties en belanghebbenden bij den eierhandel ten einde tot meer eenheid van alle groepeu en nuanceeringen in den handel te komen. Na langdurig debat werd besloten tot op richting van een „verbond tot behartiging van den eierhandel". In het comité van voorbereiding werden benoemd de heeren J. Westrik, voorzitter, I. II. M Jansen te Amsterdam, A Reitsima te Groningen, D van Ree te Amerongen en W N. Giesen te 'Apeldoorn secretaris. Bij de Tweed© Kamer is een wetsontwerp in- gediaad tot wijziging en aanvuHimg van de wetten betreffende den in- en doorvoer en den uitvoer van kippen- en eendeneieren. De ervaring, opgedaan bij de uitvoering van den bij K. B. van 16 Jund 1930 vastgestelden algemeenen maatregel van bestuur tot toepas sing van art. 8 der Land hou wuitvoerwet 1924 met betrekking tot kippen- en eendeneieren heeft aangetoond, dat het wensoheilijk is, de uitvoerregeling, neergelegd is de wet van 2J November 1930, op enkele punten aan te vullen en te wijzigen, alvorens haar in werking te doen treden. Vandaar dit wetsontwerp. Daarbij wordt tevens voorgesteld een wijzi ging en aanvulling van art. 1 der wet van 31 Mei 1929, herademde bepalingen betreffende den in- en doorvoer van kippen- en eendeneieren zooals die wet Is gewijzigd bij de wet van 29 November 1930. Dit houdt verband met de verwachting, dat binnen afzienbare® tijd een internationale afspraak zal tot stand komen, tengevolge waarvan de Verschillende landen voor den in- en doorvoer van kippen- en een deneieren niet zullen vorderen, dat deze zijn gestempeld met den naam van het land van heikomst, maar slechts, dat het stempel den naam van het land van herkomst voldoende aanduidt. Daarom wordt voorgesteld een wij ziging van de stem peil ngsvoorsch rif te n Voorts wordt een wijizigiug noodig geacht in verband met het scheppen van de mogelijkheid om niet alleen een stempel van herkomst voor te schrijven, maar ook een stempel ter nadere aanduiding van de klasse der eieren. Engeland edsoht bij den invoer van kalkeieren naast het stempel van herkomst pp elk ei het woord „preserved". Het Is mogelijk, dat het buiten land in de toekomst ook tem aanzien van de stempeling ter aanduiding van de klasse der eieren de eisehen zal uitbreiden. Ook indien het land van import deze stempeling niet vordert, kan het onder bepaalde omstandigheden wen söhelijk zijn, ze voor te schrijven. Deze voor schriften zijn er op gericht, eenheid in de wijze van stempelen te bereiken. De noodzakelijke controle op de naleving van de voorschriften van de uitvoerregeling krach tens den algemeenen bestuursmaatregel van 16 Juni 1930 wordt uitermate bemoeilijkt door het groote aantal kantoren, waarlangs eieren kun nen worden uitgevoerd. Beperking daarvan is noodig. Daarom wordt voorgesteld een bepa ling krachtens welke het verboden is, kippen eieren, waarvan de uitvoef is toegestaan, uit te voeren langs andere dan de door den minis ter van Binnenlandsche Zaken in overleg met dien van Financiën aangewezen kantoren. Voorts wordt voorgesteld een wijziging, welke het mogelijk zal maken, bepaalde eisehen, be halve voor de klasse „versche eieren", te stel len voor anaere klassen van eieren. Verder kan tl mus niet verhinderd worden, dat partijen eieren, voorzien van de vastge stelde merken, in het binnenland warden ver handeld en na eenige weken alsnog worden uit gevoerd in de oorspronkelijke ver,pakking. Om te voorkomen, dat eieren voor uitvoer de grens passeerqn, die vaak niet meer beantwoorden aan de eisohen, welke voor -bet verkrijigen van de merken zijn gesteld, is het noodig te bepa len, dat de waar bovendien moet zijn vergezeld van selaidehiljetten. De geldigheid daarvan kan worden beperkt tot een termijn van een be- malid aantal dasren, waardoor genoemd be zwaar is ondervangen. Mede wordt voorgesteld aamvulling van een artikel, om ontduiking van de uiitvoervoor- sohriften tegen te gaan, en wordt een artikel voorgesteld, dat de mogelijkheid schept om in den algemeenen maatregel van bestuur voor schriften op te nemen betreffende de geldigheid der gelei d«biljetten. „Wa-.rom heeft u dan de voetrOm ook niet gebruikt?" „Ik had op dat oogenblik slapende voeten, meneer de agent!" Volgens het verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 24 December 1931, houdende toekenning van de bevoegdheid tot het tijdelijk treffen van maatregelen tot regeling van den uitvoer van bepaalde goederen, vroegen sommige leden of de bepaling, dat certificaten van oorsprong alleen zullen kunnen worden verleend aan hen, die gedurende een bepaald voorafgaand tijdvak voor eigen rekening gelijke goederen hebben ge ëxporteerd, in haar absolute uitsluiting van alle andere belanghebbenden niet te ver gaat Eenige leden vestigden er de aandacht op, dat de prijzen van de zuivelproducten zeer aan schommelingen onderhevig zijn. Daarom is het naar hun meening te bezwaarlijk, dat de te heffen bedragen, welke toch met de prij zen samenhangen, moeten worden vastgesteld bij Kon. besluit. Andere leden zouden zien bij deze ziens wijze kunnen aansluiten, wanneer onder „be- diagen bepaalde geldsommen moeten worden vei staan. Is dat echter niet het geval en Is ret de bedoeling, dat het te heffen bedrag zal woi en uitgedrukt in een percentage van de naar. n zou naar de meening dezer leden vas ste, .ng bij Kon. besluit niet alleen aanne melijk zijn doch 00k bo„en dIe bj. miIllste. riee-le beschikking, de voorkeur verdienen. one ei „piodueenten van goederen" alleen moeten worden verstaan producenten van ge- goederen, als Waarvoor Certificaten wor den ver,eend. of wel producenten van willekeu rige goederen, waarvan de i*voer in eenlg land is gecontmgenteerd, moge als voorbeeld gelden van de puzzles, waarvoor het bedoelde artikel ons Stelt. De leden hier aan het woord, zouden het zeer op prijs stellen indien de Regeering alsnog met betrekking tot dit punt de noodige Inlichtingen zal willen verschaffen. Sommige leden maakten van de gelegenheid gebruik als hun oordeel te kennen te geven, dat het gewenscht is. dat de Regeering bij de uit voering van de wet van 24 December 1931 zoo voorzichtig en tactvol handelde als mogelijk is. Dinsdagmiddag bra,k te Leut bij Nijmegen brand uit in het landbouwhuis van J. aan de Voss'enpels. De oorzaak van den brand is onbekend. Het huis brandde grootendêels uit; slechts een deel van den inboedel kon gered worden. Verzekering dekt de schade. Te Mierlo is het leegstaande huls van den heer D. B. totaal afgebrand. Men ver moedt, dat de brand ontstaan i3, doordat zekere H. B., die in het huis heeft geslapen, een vuurtje- had aangelegd. Verzekering dekt de schade. j Zooals wij reeds elders in ons Blad hebben gemekl, heeft de Alg. Ned. Molenaars- bond gisteren een vergadering te Rotterdam gehouden om te protesteeren tegen de uit voering van de Tarwewet. Na de inleiding van den secretaris van den Bond hebben verschillend© sprekers uit de ver gadering het woord gevoerd, die zich bij de woorden van den inleider aansloten. De heer v. d. Reydt. lid van de commissie tot uitvoering van de Tarwewet, zegde zijn medewerking toe om te geraken tot een alle partijen bevredigende uitvoering van de wet. Vervolgens kreeg de voorzitter van de ..Vi ta", de heer de Koster, het woord, die zeide, dat het hem goed deed, geen enkele klacht over de werkwijze van de „Vita" gehoord te hebben. Het eenige verwijt dat aan de „Vita" is gedaan, is dat zij zich ni'et bij dc actie van de molenaars heeft aangesloten. Spr. heeft zich echter op het standpunt geplaatst, dat de „Vita" alle belanghebbenden vertegenwoor digt en zich dus geen partij moest stellen. Sprekende, niet als voorzitter van de „Vita" maar als meelfabrikant, zeide spreker, dat de geopperde bezwaren hem niet verbazen. Wat den maaldwang betreft, gelooft spre ker, dat d/ze in zeker opzicht noodzakelijk is geworden en dat het in ieder geval vechten tegen de bierkaai is om dezen maatregel on gedaan te maken. Er is op deze vergadering gesproken over knoeierijen. Spr. gelooft niet, dat zijn collega's het zullen wagen om de voorschriften te ontduiken, al was het alleen maar, omdat de contróle te scherp is. De voornaamste kwestie waar het hier om gaat, zijn, zoo gaat spreker verder, de resul taten van het bedrijf en algemeen klagen de meelfabrikanten dat de zaken bedroevend slecht gaan. (Interrupties uit de vergadering: 7 pet. dividend, 10 pet. dividend!). De oorzaak van dezen slechten gang van zaken ziet spreker in het feit, dat het aanbod de vraag overtreft. Er is gezegd, vervolgt spreker, dat de meel fabrieken de buitenlandsche tarwe goedkooper kunnen inkoopen. Dat hebben zij echter te danken aan hun organisatie. Als de molenaars coöperatief zonden inkoopen, zouden zij het zelfde resultaat bereiken. Spreker dringt er ten slotte op aan, om in een door de afd. Amsterdam ingediende motie een zinsnede te schrappen, waardoor 'n anta gonisme geschapen zou worden tusschen fa brikanten en molenaars. De voorzitter antwoordt hierop, dat de mo lenaars de concurrentie tegen de fabrikanten tot nog toe hebben kunnen volhouden, door dat zij werkten in het tarwegebied en daar hun klanten hadden. De invoering van de Tar wewet heeft concurrentie ten eenen male on mogelijk gemaakt. Uit de vergadering wordt een beroep ge daan op de fabrikanten, om door samenwer king met de molenaars te zorgen, dat het Nederlandsche volk krijgt, waar het recht op heeft: brood, vervaardigd uit Zeeuwsehe tarwe. De directeur van de meelfabrieken der Ned. Bakkerijen, de heer v. d. Kraan, adviseert dèn molenaars gezamenlijk een fabriek te ha ren. Hij heeft er wel een beschikbaar. Dit advies ontlokt uit de vergadering heftige interruptie. Mr. van Rij zegt het een mooi gebaar gevon den te hebben als de fabrikanten zich geschaard hadden aan de zijde van de Molenaars. Was dit het geval geweest dan zou de door den heer de Koster gewraakte zinsnede uit de motie-Am sterdam hebb kunnen vervallen. In den breede gaat spr. nog eens de nadeelen na welke voor de molenaars uit de huidige regeling voort vloeien. Om deze te ondervangen hebben we twee adviezen gekregen: koop coöperatief in en huur een fabriek. Dat zijn echter adviezen waar de molenaars niets aan hebben omdat ze voor uitvoering niet vatbaar zijn. Zelfs al zou den ze dat zijn, dan zou men zich hij uitvoering op een verkeerde basis stellen omdat men dan ging voortbouwen op een verkeerd systeem. Wat er gebeuren moet is het advies van dr. Colijn opvolgen. De Regeering moet in overleg treden met alle belanghebbenden. Dat durft zij volgens spr. niet en hij verwacht dat zij er van terugschrikt om met cijfers voor do Nederland sche bevolking te treden. Wat ons nog overblijft te doen, aldus spr., is een beroep te doen op H. M. de Koningin. Spr. hoopt dat de door de afdeeling Amsterdam in gediende motie met algemeene stemmen zal worden aangenomen. Een motie. Deze motie wordt daarna in stemming ge bracht en met algemeene stemmen en onder luid applaus aangenomen. Zij luidt: De A. N. M. B. op 24 Februari 1932 te Rot terdam in pretestvergadering bijeen, gehoord de besprekingen over de Tarwewet 1931 en derzel- ver uitvoering: Overwegende dat de tarwevnrmalende mole naars vóór de invoering dier wet vrijwel hon derd procent in Nederland verbouwde tarwe verwerkten, en zij dus een belangrijk afzetge bied voor de producten van den Nederlandschen landbouwer vormden, dat zij door de huidige praktijk der met de uitvoering der Tawewet oelast© instanties vol ledig dreigen te worden geruïneerd, wijl: le. zij thans gedwongen worden voor 77% pet. buitenlandsche tarwe te verwerken, die niet in hun product thuis behoort, die zij duurder moeten koopen dan de groote maaiindustrie, en ter verwerking waarvan zij kostbare installa ties dienen aan te schaffen, 2e. hun product thans dermate in kostprijs is gestegen, dat zij de concurrentie tegen de groote maaiindustrie, die steeds bijkans uit sluitend op verwerking van de buitenlandsche tarwe was ingericht, niet kunnen volhouden, dat zij dus gedwongen zijn. om óf hun zaken volledig te liquideeren, en uaarmede de brood winning voor zich en hun gezinnen en hun personeel, prijs te geven, óf niet het volle, door den Minister bepaalde percentage „vita"-tarwe, welke tarwe slechts tegen zeer hoogen prijs Is te verkrijgen, te verwerken, en daardoor dus de wet overtreden, dat het bestuur reeds ettelijke pogingen heeft ondernomen, evenals vele molenaars individueel' om een juister inzicht bij de Regeering. clan wel ua Regeeringsvertegenwoordigers, te wekken. al deze pogingen zijn algestuit op den on- w der desbetreffende organen en van de groo- S ,maai'adustrie, welke, niet tevreden met de leeds talrijke voor haar uit de tarwewet reeds vooitgevloeide voordeelen, klaarblijkelijk het trekkeV °°k van de hjolenaars aan zich wil draagt het Bestuur {vp zich onverwijld te wenden tot Hare Majesteit de Koningin om Hare tusschenkomst in dezen nood in te roe pen. Besluit door publicatie dezer motie een be roep te doen op het rechtsgevoel van ons volk en van onze volksvertegenwoordiging, om den door de Overheid geregeiden aanslag op hun bestaan meug ar te weren. j Voorbehoud der bevoegdheid tot bekrachtiging. Verschenen is het wetsontwerp houdende Voorbehoud der bevoegdheid tot bekrachtiging van het Verdrag nopens den financieelen bij stand van 2 October 1930. In de Memorie van Toelichting merkt de re- geering o.a. op, dat het Verslag, behalve in financieelen bijstand aan den aangevallen Staat, ook in zoodanigen bijstand aan een be dreigden Staat voorziet. Aldus is het Verdrag niet alleen een nadere uitwerking van de in art. 16 van het Volkenbondverdrag neergeleg de sanctieregeling, maar vormt het tevens een nieuw element in het samenstel van preven tieve maatregelen, waartoe de Raad krachtens art. 11 zal kunnen besluiten in geval van drei gend oorlogsgevaar. Van Nederlandsche zijde is steeds bepleit, dat aan het voorkomen van den oorlog de voorkeur moest worden gegeven bo ven de repressieve maatregelen, welke door de voorstanders van een sterk bindend sanctie systeem werden aanbevolen. Er bestaat derhal ve aanleiding voor Nederland, medewerking te verleenen bij het tot standkomen van dezen nieuwen maatregel van preventieven aard, waarvan in ieder geval een zekere moreele in vloed ten goede zal kunnen uitgaan. Te meer bestaat hiertoe aanleiding, nu de hier voorgestelde regeling in het belang van de veiligheid in nauw verband is gebracht met de arbitrage gedachte. Immers de Staat, waar aan de financieele bijstand wordt verleend, neemt in zake arbitrage vergaande verplichtin gen op zich. In art. 35 van het Verdrag worden de inwer kingtreding en de instandhouding van het Verdrag afhankelijk gesteld van de inwerking treding en de instandhouding van een verdrag tot vermindering der bewapeningen, terwijl bo vendien bepaald wordt, dat alleen die Staten van den financieelen bijstand zullen mog-en profiteeren, die de verplichtingen van. het Ontwapeningsverdrag zullen hebben vervuld. De Regeering acht deze opvatting aangaan de het verband tusschen de ontwapening en den inhoud van het onderhavige Verdrag juist. De Regeering is zelfs van oordeel, dat, Indien een Verdrag tot vermindering der bewapenin gen mocht tot stand komen, dat voor het vraag stuk der ontwapening als onbeteekenend zon moeten worden beschouwd, niet tot aanvaar ding van het onderhavige Verdrag zou moeten worden overgegaan. In dezen gedachtengang is aan het wetsontwerp de vorm gegeven van een ontwerp van wet tot voorbehoud der bevoegd heid tot bekrachtiging, waardoor de Regeering in staat zal worden gesteld om in het hierbo ven aangeduide geval niet tot ratificatie over te gaan. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie) Geen afschrift van een der bekende drukken, maar een onafhankelijk getuige bij de critische recon structie van den tekBt. Prof. Dr. J. W. Muller doet in het „Alg.' HdW mededeelingen over de ontdek king van een handschrift van „Elckerlijc", dat goede diensten zal kunnen bewijzen bij de her stelling van den oorspronkelijken tekst van dit Nederlandsche „spel van sinne". Prof. Muller schrijft o. m. „Bij een voordracht van mr. Leonard Wil- lems in do Nederlandsch-philologische wereld welbekend door zijn veelzijdige kennis, vol ijverige onderzoekingen en vernuftige gissingen in de Januarivergadering der Koninklijke Vlaamsche Academie te Gent, over den, reeds vroeger door hem besproken, Petrus Dorlandus (wiens aanspraak op het auteurschap van Elc kerlijc hij sterk betwijfelde) en over het oude vraagstuk der prioriteit (van het Nederlandsche' en Engel sche spel, Red.) bleek de archiva ris der stad Antwerpen, de heer Floris Prims, de gelukkige bezitter van eeli handschrift, be helzende een historische kroniek, benevens enkele litteraire teksten, o. a. Elckerlijc Bij een welwillend toegestaan onderzoek bleek aan mr. Willems, dat het handschrift, gedagteekend 1594, dus wel een eeuw jonger was dan de oudste druk van het spel (c. 1495), maar niet geltjk destijds nog wel voorkwam een (eventueel verbéterd, maar, als zoodanig, toch nagenoeg waardeloos) afschrift van eender drie thans bekende oude drukken (allé uit het einde der 15de of het begin der 16de eeuw) naast welke het dus, als onafhankelijke getuige, recht van meespreken heeft. Uit de mij door mr. Willems gezonden schriftelijke mededee lingen aangaande hetgeen hij onlangs in de Februarl-vergadering der Vlaamsche Academie te berde hedft gebracht, blijkt duidelijk dat dit handschrift inderdaad van groot belang is voor de zoozeer gewenschte critische herstelling van den in de drie oude drukken vaak erbarmelijk verknoeiden, hopeloos bedorven, soms onver- staanbaren tekst. In zeer vele gevallen geeft het niet zelden vroegere gissingen bevesti gende een nieuwe, klaarblijkelijk betere echte, oude lezing van niet of nauwelijks ver klaarbare plaatsen het geeft ons verscheidene, in alle drukken uitgevallen woorden of heelé regels terug, mist daarentegen ettelijke, als zoodanig vernachte, zin-, rijm- of rhythme- storende invoegsels, verbetert, zuivert elders rijm of rhythme enz. Daar tegenover staan, als meestal ln zulke gevallen, ook plaatsen, waar het geen uitkomst geeft of zelfs kennelijk slech tere lezingen heeft. Ook is de taal, schoon Bra- bantsch gebleven, niet zelden, wat de vormen en de woorden aangaat, ietwat gemoderntseerci Bijzonderheden zouden hier natuurlijk n113' plaatst zijn. Doch ik meende, ln belangst®llenrle afwachting van den volledigen afdruk der bijna 900 verzen, in de Verslagen en Mededeelingen der Vlaamsche Academie, hier alvast eenige aandacht te mogen vragen voor deze heug ijKe vondst". De Vereëniging van Nederlandsche Confectie- fabrikanten schrijft ons Met betrekking tot de uitvoering der Contln- genteeringetnaatregelen zijn door verschillende belanghebbenden bezwaren naar voren gebracht, die eenerzyds niet van grond ontbloot zijn. an derzijds als byzonder overdreven zyn voorgesteld. Ook de confectiefabrikanten hier te lande, zul len door de uitgevaardigde maatregelen ongetwij feld moeilijkheden ondervinden. Onze bond heeft zich echter van den aanvang af op het stand punt gesteld, dat de meest loyale medewerking moet worden verleend, tén einde niet in gevaar te brengen het doel, waarvoor deze maatregelen werden uitgevaardigd (bescherming van de Ne derlandsche industrie en het in evenwicht hou den van de handelsbalans). Nu zullen ongetwijfeld verschillende groepen in meerdere of mindere mate moeilijkheden on dervinden, maar om in hun verontwaardiging zoover te gaan om aantijgingen tegen de fabri kanten van de damesconfectieindustrie te uiten, welke van iedefen grond ontbloot zyn, lykt ons niet vereenigbaar met de goede zeden en zal allerminst lelden tot de bereiking van het door hen beoogde doel. Ten eerste de tendentleuse en hoogst onware beschuldiging, dat versohillende confectiefabri kanten nu reeds kennis hadden gegeven van een prijsstijging, welke in sommige gevallen wel 20 pet. zou beloopen. In algemeenen zin zy hier opgemerkt, dat ln het laatste jaar de groothan- delsprijzen van kleeding zoo enorm zyn achteruit- geloopen, dat er bijna geen sprake meer is van een eenigszins loonende exploitatie voor de be oefenaars van dit bedrijf. Maar desniettemin heeft geen enkele Hollandsche fabrikant 't voor nemen, om op deze wjjze misbruik te maken van het nog zeer problematische voordeel, dat de contingenteering zal brengen en mochten der gelijke gevallen bekend zyn, dan kan men ervan overtuigd zyn, dat de bestaande organisaties, waarin vele fabrikanten vereenigd zyn, aites zul len doen, om zulk een misbruik tegen te gaan. Er werd verder gewezen op de omstandigheid, dat duizenden menschen ten gevolge van de uit gevaardigde maatregelen werkloos zouden wor den. Het is ons niet duidelyk, hoe de heeren dit verklaren kunnen. Mogelyk is het, dat deze werk lieden zjjn gevestigd in het buitenland en dus tengevolge van het uitblyven van Nederlandsche orders geen emplooi zullen kunnen vinden. Maar de Nederlandsche arbeidersklasse kan, indien de uitgevaardigde maatregelen tot de gewenschte resultaten zullen leiden, niet anders dan daarvan profiteeren. Overigens diene men niet uit het oog te verliezen, dat de artikelen moeten worden gekocht door een Nederlandsch publiek dat in koopkracht zeer achteruit gaat, indien de werk loosheid toeneemt. Men heeft verder getracht de reputatie van de Nederlandsche fabrikanten te bekladden en het doen voorkomen, dat de noodtoestand waarin vele fabrikanten op het oogenblik verkeeren eigenlyk tot grond had, de geringe energie en capaciteit welke deze tot dusverre hebben ten toon gespreid. Misschien kunnen deze argumen ten indruk maken op het groote publiek, dat nu eenmaal niet beter weet, maar ingewyden ln onze industrie weten, dat ook deze opmerkingen van lederen grond ontbloot zjjn. De Nederlandsche damesconfectie-industrie wist zich in de laatste Jaren op te werken tot een zeer hoog peil. Zy heeft, gedwongen door de dumping van de om haar heen liggende landen, gezocht naar andere afzetgebieden en die gevonden haast in alle lan den der wereld. In Engeland, Scandinavië, ja tot zelfs in Amerika werden hare artikelen verkocht en vonden zy een dankbaar afzetgebied, en ware het niet dat. Duitsehland door zyn enorme tol- barrières lederen import onmogelyk had ge maakt, dan zouden zy zich zelfs in het hol van den leeuw hebben gewaagd en ook de concur rentie aangebonden hebben met de Oostelijke na buren in hun eigen land. Wjj kunnen dan ook wel verklaren, dat de Ne derlandsche fabrikant van dameskleeding niet tiliiidér deskundig is dan zijn buitënlsndsche con currenten en de' beschikking heeft over een staf van deskundige medewerkers en ten koste van groote financieele offers er in geslaagd ls hun een dusdanige vaardigheid by te brengen, zoodat zy in alle opzichtenl de.vergelyking met de bui tenlandsche arbeiders kunnen doorstaan. Zij hebben in de meeste gevallen hun goed geoutil leerde bedryven gevestigd in gebouwen, welke voldoen aan de hoogste eisohen van veiligheid en hygiëne en onderworpen aan het voortdurend toezicht van de arbeidsinspectie. Dat zy tot dus verre de Nederlandsche markt ten deele slechts konden voorzien, had in de eerste plaats tot oor zaak het geraffineerde dumping-systeem, dat' de om ons héén liggende landen hebben toegepast, in de tweede plaats onze Nederlandsche eigen schap, die nu eenmaal de voorkeur geeft aan alle producten van vreemden bodem boven het Nederlandsche fabrikaat. Indien wy het oog richten naar Engeland, waar in dc laatste maanden maatregelen zyn uitgevaardigd, die in beteekenis verre overtreffen, dat wat onze re geering ter bescherming van de Nederlandsche industrie heeft 'gemeend te moeten doen, dan zien wy, dat daar reeds geruimen tyd een cam pagne gevoerd wordt, niet alleen door de fabri kanten, maar in de voornaamste plaats door de winkeliers, welke steeds weer propaganda maken voor het koopen van goederen in Engeland v«C vaardigd Zoo ver moet het hier ook komen, -e1'1/," de door de Regeering uitgevaardigde maatre?" mwy "wi"-- a_ns-van» succes hebben. „,„r te beweren, Geachte Redactie, In No. 16 van het „Weekblad, gewyd aan d« belangen van Rotterdam (20 Februari) geeft eea der medewerkers zyn verwondering te kennen over het door Dr. Reeser ingenomen standpunt, die in den gemeenteraad gezegd schynt te heb ben, dat ons smerig smakend water heel goed te drinken is, en hij voegt daaraan toe: „Ook al weer zoo'n omkeering van de bacteriologie, di« hier van dienaresse tot autoriteit wordt". Uit hare jaarverslagen blijkt, dat reeds de Ge zondheidscommissie in de jaren 1900 en 1901 geen vrede kon hebben met hetgeen op het gebied van water-onderzoek te dezer stede geschiedde,, en dat zy haar verantwoordelykheid daardoor niet gedekt achtte. Sinds, rtiim dertig jaren is natuur- ljjk, zoowel wat de reiniging als wat het onder zoek van het water betreft, veel veranderd. De eerste kan, gegeven de stank en de smaak van het water, onmogelyk vooruit gegaan zyn. Wat bet onderzoek aangaat en hier raken we de verklaring van Dr. Reeser reeds in 1901 vreesde de toenmalige Gezondheidscommissie voor onze open haven eene water-infectie, die door het bac teriologisch onderzoek eerst geconstateerd zou kunnen worden, wanneer het geïnfecteerde water reeds door de gansche stad verspreid was en een advies der commissie aan de bevolking: „kookt uw drinkwater als mosterd na den maaltyd ko men zou. Gronden Dr, Reeser en de Gezondheids commissie hunne meening op de verbeteringen die in den loop der jaren gebracht werdén in het bacteriologisch en scheikundig onderzoek van 't Maaswater. Het ware wel gewenscht hier omtrent geruststellende inlichtingen te verkry- ®6ni' u?r Z^n aWerkelyk veel menschen, die ten opzichte van de onafgebroken drinkbaarheid van ons heerlyk water sceptiBch gestemd zyn. Met beleefden dank voor het opnemen dézer regelen, Dr. p VOS oud-secretaris der Gezondheidscommissie,. Rotterdam, 22 Februari 1932. Aan de oevers van de Doode Zee GEEN BESPIEGELINGEN MEER Wij moeten er altijd nog aan. vnuucu ust H. Land in verbinding gebracht te zien "met de trivialiteiten van het clagel ijk sche leven. De menschen, welke er wonen komen aan haaiébaaierige winzucht in niets te kort en wij leggen ons daarbij neer, zoolang zich die eigenschap om zoo te zeggen maar poëtisch uit als b.v. door de koelies, die koffertjes willen dragen of door al dat ander geboeft, dat op toeristen aast als een gier op een doo- den ezel. Maar wanneer de winzucht al te moderne allures aanneemt, krijgen we bij elk getuigenis daarvan nog een schokje en voe len we ons als met ra we hand uit een para dijs van droomen weggerukt. Zooals b.v. In Januari j.l. toen we ijskoud te lezen kregen, dat de „Palestine Potash Co. Ltd." baar eerste kalifabriek aan de Doode Zee onder dak gebracht had. Nu zal die Pa lestine Potash Oo. velen al een doorn in het oog zijn. Een Palastine Potash Co 1 En dat ausgerechnet nog wel in Palestina Wat doet het ding daar en waarom is het niet thuis gebleven. En dan een fabriek ln het Heilige Land. En dat nu alweer precies aan de oevers van de Doode Zee, die er toch uitzagen als hadden zij (le onaantastbaarheid in eeuwig durende pacht. Maar er Is niets aan te doen. "We moeten ons aan de idee wennen, dat het gewest van zooveel vrome overwegingen in dé groot- sdheepsche uitbuiterij betrokken wordt en dat er precies als overal elders treinen ff111®* en radio's kermen en auto's razen en fabrl-k- soboorst eenen rooken. Tot aan de gevlakte boorden van de Doode Zee toe. Deze Dood© Zee is onlangs nog ec® ter sprake geweest toen de mare, ™nde deed, dat eene Amerikaansche ar/e°logische expeditie erin geslaagd ™s h^ *>ma ren bloc uit de baren ervan op te bericht lijdt waarschijnlijk overdrijving maar in alle dat oudheidkundigen h* vissehe®. Dit aan een lichte ^aHen staat vast, °0gen reeds lang op deze parasiën vallen en dat zij druk doende züw f g.k dat de gewoonte dezer heeren isj^ Iykea van Pot*s ea VaSJrïClw<nt7 "id tot tijd wel eens uit mr oo J>ien' z°° is ze toch geenszins van .,,,■1' "verlaten geweest van den dag af, 'ii J'1 zwaT*ii6gen hier van uit den hemel en> vermoedelijk in gezelschap vulkanische uitbarstingen, een eenmaal Ruchtbare etl bloeiende streek in de barst enk ba re wildernis veranderde. Het tegendeel is veeleer waar, en de Palastine Potash Co. Gtd. (Hq wij ajs een exces van moderniteit aanzien, heeft al vele, vele voorgangsters ge- bad. De Grieken en de Romeinen noemden net aetauoedryf ten opzichte van da-rj' reltenioe- tie kunnen voorzien, .maar als men ten min mede houdt, dat de groothandelsprü^" het ste met 25 pet. zyn aohteruitgéj"' malaise m l bruik misschien tengevolge van ,'0t hieron n geringer is p-omordnn ri„17 P neer, neuoen. ,er te iX«u. jje urienw "«vurivu beweren!' dat %P?nTet%?heelehebeh>/onfPan Dood° Ze® 6e51VOUdig asfalt'zee waat het detailbedryf'ten opzichte van d»^^kenint I was de waterplas niets anders dan het centrum van een goed maroheerende in dustrie, die zout, asfalt en een paar andere chemische preparaten leverde. Er werd met veel vlijt aan de productie van deze artike len gewerkt; er dobberde een vloot op de zilte baren in het rond en er heerschte hier alles anders dan louter stilte en poëzie geringer is geworden, dan koro«,/e tien 4 dat de winkelier in damesconf^n hij in Pch minder mag importeeren an En ^e Jaren 1928, 1929 en 1930 heeft S^dte uiten en t daar" voor nu een verdachtmaking in„s cn te trach ten de goed bedoelde H0g.t inderdo if^elen in discrediet te brengen, e a<* wel alle perken te buiten. „Uw pols is zeer onregelmatig. Gebruikt u misschien alcohol?" .-fictu gaarne, tiükir®- heel Mag ik ee°j^2er'(V'J u'mte om „een impor teur", we.lke ™en m uw Blad over bo- venstaand £rbaat b «ft, van antwoord te die nen? EU pritsdalln n dank' Door d van b n8 van het product omvat de waar» i toegestane contingent onge- ?den iruroer n als die van *e' OTid,d de import» er de iaren 1028~1929 en 30. AmDorteeren -Ur vrW zou 7'^n dit contingent te !ïnarde 4 onverschillig welk land, wel- '"j.S P 8" dan de maatregel voor onze '"nver da daar Saat het toch om gende: Phnten 2 en 3 nog gaarne het vol- Door een meelij met het arme Albion 'n enkelen zwaai werd ongeveer een /an het Pond weggegoocheldHierdoor fan Hollandsche zaken zeer ernstig gétrof- Ten deele zelfs geheel lamgeslagen. Noeini dat „alles op het spel zetten, zelfs ten koste ttur. den (jouden standaard"t Over eerlijkheid 'en opzichte van Engeland gesproken: Hoeveel diiljoentjes verloor de Ned. Bank oók weer door die transactie? Nee, maar dan die Engelsche invoerrechten, waardoor meerdere Holl. bédryven noodiyden zyn geworden- Hoeveel menschen zouden te gevolge daarvan op de keien staan? En m" Holland dat allemaal lydetyk toezien? En Diet, doen om ten minste iets te redden? 3. Is Tilburg met zyn nouveauté's werk ij zoo achterlyk, dat een groothandelaar Peï,.fh hét buitenland moet koopen. En kan T1 heusch niet mee met z'n stoffen? Kom. Kom Tot slot dit: Uw aanval op Tilburg, datze nu hun pryzen wel extra zullen g»an °e:rAce" nen, is een aanval in den rug. Niet fijnuo" werd in een vergadering door een «Sivoot man hierover gesproken. Op z'n minst genomen, voorloopig onverantwoordelijk. Als er werkelyk een ongemotiveerde prysver- hooging komt, zal der contingenteering geen lang leven beschoren zyn. En de Tilburgers zyn niet gek ff» Deze deed haar intree eigenlijk pas met de Arabieren, voor wie onze Doode Zee, de Bal^r Lout, de Zee van Lot is. Want ze hebbe" ue geschiedenis van Loth in de K^aIV nomen en ze voelden er veel m Vijf tien eeuwen lang over deze gebeurtenis hun bespiegelingen te maken dan de armen uit hun mouwen te steken a8faU te viaschen reiijk de minder sentimenteel,. Romeinen daarvan het voorbeeld gegeven hadden. Bij Khaohm Ousdoum. dat tloo>' sommigen mot "rimvi in verbinding word gebracht, was vroeger trouwens een zoutpilaar te zien, welke Fiavl"9 Jesephus al reeds vermeldde en in wolke de locale bevolking de vrouw Loth meende te herkennen. Het ding is Vaningestort en een ander nog niet gevonden. 11 Maar onder alle bedrijven door werd de i>oode z"®8 toch altijd een beetje geëxploi teerd en dat zulks met goed gevolg geschied de moge wel daaruit blijken, dat de Sultan (le waterplas op een goeden dag tot zijn privé schakelde, een handgreep welke zijne Majes teit wel wijselijk achter wege gelaten zou hebben, wanneer er niet een slordige duit aan de affaire te verdienen ware geweest. Maai- tot een intensieve uitbuiting van de rijkdommen, welke de natuur hier oplevert, kon het 0'm toiK>£raflscIle redenen móeilijk komen. Het terrein is hier n.m.l. kolossaal lastig en het. vervoer van zont en andere arti kelen naar havens, die overigens ook al niet bestonden, verslond zooveel geld, dat aan eon winstgevende exploitatie op eenigszins groote schaal niet gedacht kon worden. De splege! van de Doode Zee Ggt 390 M. beneden dien van de Middellandsche Zee en de bodem kier en daar nog zelfs 400 M. lager. Om over deze wegenlooze barrière karavanen met zout en asfalt te verplaatsen behoefde men een massa, geld en dat was nooit aan wezig- Maar de Engelsohen hebben van Jerusalem uit twee tip-top autowegen naar beneden gebouwd en het is een sensatie op zichzelf, met een Arablsclien chauffeur langs deze kronkelende heirbanen omlaag te jakkeren. Landschappelijk bieden deze wegen ook alles aan wat maar van een weg verlangd kaa worden maar voor het houden van bespiege lingen zijp ze te eenen male ongeschikt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 2