1
UIT liAB/ï
DAGBOEK
MEDEZEGGENSCHAP DER VROUW
HET BRANDENDE
WAAGSTUK
MODEPRAATJES.
BIJ HET KATHOLIEK VORMEND
ONDERWIJS.
ZATERDAG 27 FEBRUARI 1932
P
BLOUSES.
KUNT U MIJ OOK ZEGGEN.
SCHOOLBESTUREN, OUDER.
COMMISSIES.
II (Slot).
Waar wij er langzamerhand meer van over
tuigd zijn, dat onze jeugd iets tiieer verlangt
dan enkel huishoudelijk werk, is het onze taak
haar te helpen datgene te vinden, wat het
meest aan haar ambitie en neiging beantwoor
den zal.
Maar zij mogen en moeten niet ledig blijven,
en wij mogen ze zeker niet het eene onbenul
lige weTk na het andere doen aanpakken Wij
moeten den gulden middenweg bewandelen en
haar naast haar cursussen niet overladen mot
huiselijk werk.
Mögen wij U nog eens 'n idylle schilderen
van 'n góede dertig jaar geleden in zoo'n dege
lijk en deftig patricisch huis, op een van onze
mooie Amsterdamsche grachten
's Morgens óm 8 uur is de huisvrouw al
lichtelijk nerveus Gestommel op den zolder
doet zich hooren. Daar is 't tweede meisje reeds
bezig de groote blauwe waschkisten uit te ha
len. Het is de dag der driemaandelijksche
groote wasch
Dat duurt 'n geheelen morgen. Als 10 jarige
sprlng-in-'t veld vondt je 't zalig, als je van
school kwam over de diverse bergen te sprin
gen, wat je 'n heusche vermaning en niet
„comme II faüt" bezorgde. Dan 's middags kwa
men de kruiers, om in te pakken (de oude
Buyen z. 1., van den Singel). God hebbe z'n
ziel, want 't was een braaf man. die jonge da
mes van partijen haalde en in tijd van nood
kindertjes naar school bracht. Dan werd het
groote hijschbiok in werking gesteld; wij
noemden het altijd de „guillotine" en dé koBt-
bare lading in n waschmand, waarin met plei-
zter vier kinderen van 3 ft 5 jaar konden staan,
afgelaten.
Dkn op straat, op den wagen en weg naar
de boot naar Gouda.
„Gelukkig, dat is goed afgeloopen 1" zuchtte
de huisvrouw. „Ik zal blij zijn als 't weer in de
kasten isNu, dat dachten de aanvallige
groote dochteren ook; en ze zagen de visioe
nen van de 36 stijve nachtjaponnen, de 8 els-
wijde rokken, die gestreken moesten, om niet
te 3pTeken van de dienstboden-katoentjes, die
volgens mama „ook even mee gedaan moesten"!
Bet en Ka hadden ze zoo noodig.
Dan twee drie dagen de mangelwasch,
rekken een week vouwen en persen, brrrrrr.
Wat een groot stuk en hoeveel dagen van je
fcdlge leven werden er door bedorven. Nergens
•mocht je heen, éérst de wasch I En, weet U,
w«*t stuk was, ging terzijde, was het heel erg,
•voor dé vèrstelster. Kunt U zich indenken, dat
menig gaatje, een gat, dat een gleê een scheur
werd. want dan mocht je 't aan Trui geven,
anders moest men 't Zelf doen
Dan kwam het tulle dichten van de gordij
nen o gruwelook der dochteren arbeid
en verdriet I
Ten slotte werd de pers geleegd en de witte
vteteld opgeborgen.
Ook dit. bezorgde je nog kippenvel. Als de
stapels blank gereld lagen, kwam de huisvrouw
met een speciaal bewaarden stopnaald. Deze
ging verticaal langs de stapels. Van alles één
draad opnemen, dan lag het pas Zuiver ln lijn
Het slotbedrijf nadert
Op een morgen stak Bèt den bewusten bol
om de kamerdeur „Mevrouw en ze fluis
terde het met ontzag, „dair is de bleeker 1"
En die man zat in 't spreekkamertje, fijn op
z'n Zondags, in glimmend lakensch pak. deed
tïeéselijk gewichtig, en gaf de gruwelijkste
verhalen over weggeloopen waschmeis.les en
dergelijke, om het wegraken van 'n kinderpon
netje of anderszins goed te praten
Na eenlge koppen koffie en ettelijke sigaren,
streek hij z h duiten op, tikte bij de straatdeur
Bet op den schouder„Dag, vrijsterHier,
voor jou!" en 'n blinkende gulden deed Bet
later verkondigen, dat er geen beter, geen
eerlijker bleeker in de wereld te vinden was
Het melodrama Was uit.
Hoe is,'t geachte lezeressen Velen onder
U, zullen het zich uit de kinderjaren herinne
ren. En de jonge meisjes van nu
Ze brullen er om
„Geef mij maar 'n miss Blanche.'" „Pardon
schrijfmachine! Ik blijf liever gezond!" lacht
er een*
Voorloopig, ja, maar, als de rechte Jozef
komt. dati gaat de schrijfmachine foetsi, en
worden de hekjes verhangen.
En dat juist is zoo verblijdend en bemoedi
gend in onze jeugd: met al haar moderne
strevingen en onafhankelijkheidszin, kunnet
ze toch zoo echt vrouwelijk blijven. Zij béwa-
i en haar huishoudelijke deugden als een schat
tot de prins het tooverslót verbreekt en zij
zullen even goed huismoedertjes blijken te zijn
als hare moeders, groot-, over- en betovergroot
moeders.
Zij het dan op een andere wijze, eene, die
niet al haar denken absorbeert in ééne rich
ting, die tijdroovend, energie doodend en ln
onze dagen onpractiseh zou zijn. Zij zullen
eveneens als vroeger, de steun, de hulpe, de
gezellin zijn van haar echtgenoot, maar ln
anderen vorm dan in vorige generaties.
Het brandende vraagstuk zullen zij weten
op te lossen in een zekerheid van liefde en
geluk en de deugden van 'n modern vrouwtje,
HELLENEN.
PARIJS, 23 Februari 1932.
De lente-mode brengt petits-tailieurs, die
met het traditioneels costuum heel weinig
overeenstemming vertoonen. Men heeft de
oude lijnen van het klassieke genre ln ver
schillend opzicht verlaten, waardoor men meer
vrijheid kreeg voor aantrekkelijke fantasieën.
Intusschen blijft het aspect van de nieuwe
composities heel sober. De rokken worden op
het oogenblik niet lan
ger gedragen; een of
twee plooien geven ze
de noodige ruimte.
Wat de jaquettes be
treft, zij zijn over het
algemeen heel kort, met
sen kort, even wijder
Uitloopend schootje, dat
ook wel recht op den
rok wordt geappliqueerd.
De taille wordt op de
normale plaats aange
geven en bij de fantasie
eostuums, waarvan hier
sprake is, wordt graag
een ceintuur van leer of
stof gedragen.
Talrijke eenvoudige
robes gelijken verrassend
op deze petits-tailleurs,
want ook deze worden
heel vaak gegarneerd
met een schootjes-affect,
revers en dubbele moa-
weü, zoodat de twee
soorten modellen heel
veel van elkaar weg
hebben.
Hiernaast geven wij m
typisch voorbeeld van
zulk eéfl creatie. De robe
lijkt sprekend op een tailleur. Ze is dan Ook
heel practlsch, want men kan haar zonder
mantel dragen. De eenvoudige rok kati los
blijven, of onder het schootje aan het corsage
worden gehecht. En men kan dan ook in dat
geval aan een los jaquette het mode! van hét
corsage geven. De rok wordt dan afgewerkt
met een eenvoudig bovenstuk met lange
mouwen, terwijl het jaquette alleen dè epau
letten heeft, die het teekenihgëtje vertoont.
Het geheel wordt gecompleteerd met een
cravate van plat bont, wol of zijde in een
levendige tint, contrasteerend met die van het
costuum.
Het terrein der blouse is bijna onbeperkt:
zij toch leent zich voor nagenoeg alle doelein
den én laat haast eindelooze variaties toe.
Daar zijn bijvoorbeeld de sportmodellen: ge
combineerd met een eenvoudigen rok vormen
zij het beste antwoord op de vraag, hoe een
sjieke trotteurkleeding dient te worden samen
gesteld; 'n namiddagblouse bij een donkeren
rok verzekert iets aparts.
Omdat de blouse-móde zoo veelzijdig is, komt
alle materiaal er voor in aanmerking: van de
gewoonste flanel en allerlei modestoffen tot de
fijnste zijde en het kleurrijkste brokaat voor
de avondblouses.
De moderne blouses vertoonen het modeka
rakter van den tijd; ze vallen op door ongewo
ne mouwvormen, door pand-werkingen, spre
kende ceintuurs, fraaie gespen etc.
Niet zelden ook wordt haar effect verhoogd
door de toepassing van kant of borduurwerk
en door de keuze van de kleuren, vooral con-
trasteerende tinten.
Naast zwart en wit treft men ook groen en
beige aan; naast zicart en groen gobelinblauw
met zwart; naast bruin en beige, geel en wit,
of komen blauw met zicart.
Onze plaat geeft eenige aardige voorbeelden.
Allereerst de trottenrblouse, bij uitstek ge
schikt voor weekends en wandelingen.
Dit genre verlangt origiwele kleur- en ma-
teriaaleombinaties. Wij wijzen op het tweede
model der linkerbladzijde, dat gemaakt is uit
gestreepte stof, geel, blauw, zicart of groen,
grijs, icit met kleine vleugeltjes, een capri-
cieuse afsluiting van een bobbedkraagje en een
borststuk. Dit laatste is op het lijfje slechts
vastgeknoopt en kan dus weggenomen worden.
Dat 'n blouse van de simpelste flanel niet ba
naal behoeft te zijn, bewijst het Se model der
eerste „afdeeling". Dit model is vierhoekig
uitgesneden, wordt in 't midden geknoopt en
heeft 'n aangeduiden koetsierskraag, die zeer
vlot kleedt.
Wordt zulk een blouse voor sportieve doel
einden gebruikt, dan kan men ze ter afwisse
ling met lederen knoopen garneeren. De kleu
ren van blouses van dit soort zijn zeer frisch:
botergeel, vuurrood, korenblauto en mosgroen.
Het eerste ontwerp, eveneens voor 'n jong
meisje is van het gestyleerde genre, 'n zwart
wit Combinatie met buismouwen, rolkraag en
kleine pandjes.
In tegenstelling met die voor de „jonkheid"
zijn de blouses voor oudere dames natuurlijk
rustig in kleur en uitvoering, 't Kazak-type is
hier niet zeldzaam en breede revers gaan door
voor zeer elegant. Min of meer „buizende",
rond den pols nauw sluitende mouwen geven
dezen modellen een voornaam, modem cachet,
(lste fig. blz. 2).
Avondblouses worden half-lang gesneden en
meestal uit satijn, lichte marocain of brokaat
gemaakt. De bovenste silhouette is er een met
korte mouwen en- breeden bandgordel, in de
kleur van den zijden rok, die er bij gedragen
wordt.
Dikwijls worden kazaks bestikt, niet zelden
met madeira-technlek bewerkt. Dit is bij onze
laatste afbeelding. Lange witte mouwen vervol
maken het geheel, dat als 'n Ideale middagklee-
ding mag worden aangemerkt.
R.
Ben joftg Onervaren huisvrouwtje vraagt
ons, hoé Zij dé vergulde meubeltjes van haar
Louis XV Salon het beste schoon zal houden.
Als dit nog ttifeuw goud ls, Zal het voldoende
zijn de meubels geregeld met eeh zacht wollen
doekje af te stoffen.
Zijn er spatjes of vliegen plek jee op, dan kan
men het hout met éen zachten spons afnemen,
met een zeem afdrogen en met een flanellen
doek opwrijven.
Een weinig witte was, doet de glans ver
diepen en brengt ten slotte een beschermend
vliesje aan.
Mevrouw D. te Ootmarsnm vraagt of wij
geen middel weten, haar mooie Ooetersohe
koperwerk op te knappen.
róm'-wêrpen van Oóstêrsch koper maakt fnefl
schoon met apiritus. Men doet de spiritus op
een lap. wrijft het schoon te maken voorwerp
hiermee stevig ln en droogt het goed af.
Als het goed droog is, k&n men het Wat op
poetsen met fijn krijt en goed uitborstelen.
Een goed middel ls ook, enkel maar uitwrij
ven met benzine, doch dan moet men nooit
iets andean gebruiken en de voorwerpen eerst
goed met zeepsop uitborstelen.
Mevrouw S. te S. Tot ons genoegen werden
ons drie adressen toegezonden waar men de
door u bedoelde pannen of ijzers kan verkrij
gen n.l.:
Firma F. y. Wijk, Vlamingstraat 's Graven-
hage; Firma v. Hofwegen, Lamgegraoht 40,
Amersfoort; Firma N.V. H. Konings, Markt
3941. Roosendaal (N.B.).
HUISMOEDER.
XVII.
,,'t Kind famme schoonsus begon Leentje
van de week, het blijkbaar noodig vindend
Mams nog eens voor 't laatst van haar familie
aangelegenheden op de hoogte te stellen. „Het
kind famme schoonsus fait alsmaar af Het
weegt nu nog maar ses pond
Ik spitste m'n ooren copie voor m'n dag
boek „Jaging Leentje door ,,'t Krijgt seker
niet genoeg Moe sei direct „Dat kind moet
meer hebben me schoonsus kan het seker
niét heelemaal self helpen, se moet er pap
bijgefen
„Heeft ze het eens mét een dokter bespro
ken vroeg Mam.
„Ja, ikweenie,"zei Leentje, „se wil ermee
naar de suigelingensorg gaan, zoo'n zoort con-
zultasieburo, en daar is moe soo freezeiijk
kwaad ofer. Moe segt: ,,'t Is net of Moe het
niet weeten Moe is toch al Opoe, Moe weet
het best. Moe heb met ons ook nooit naar
dokters gesjouwd, Moe segt„Als je self niet
genoeg hebt voor je kind, moet je 't pap gefèn,
en als se niet tegen soete melk kennen, moet
je't met karnemelk prObeeren"
„Maar Leentje," zei Mam, „een kindje is
toch geen proefkonijn
„Nee, ikweenie zei Leentje maar weer,
„maar Moe is toch reusse kwaad op me schoon
sus. Moe segtSe kan opfliegen met d'r suige-
Iingenzorg!" Moe wil d'r heelemaal niet meer
slen. Moe segt„As se 't kind niet gauw méér
geeft, doet ze eersdaags d'r doodslaap"
„D'rwat?" vroeg Mam.
„Weet U dat niet T" zei Leentje, trotsch op
haar meerdere kennis in deze, „As kinderen
soo weinig eten en haast niet huilen, dan sla
pen se sich dood
Mam zuéhtte eens. „Leentje zei ze toen,
„Neem nu, voor dat je weggaat eens een goe
den raad van me aan. Je hebt toch wel ge
merkt, als we hier efens even ongeruBt waren
over Hanneke, riepen we direct den dokter.
Met kleine kindertjes moet je zoo oppassen
Laat je schoonzus toch naar de Zuigelingen
zorg gaan 't Is toch véél verstandiger Als
jullie zéTf eens iets hebben, ga Je toch ook naar
een dokter
„Moe niet zei Leentje. „Moe segt „Wat
weten dokters nou Moe heeft een magne
tiseur."
Toen zuchtte Mam lang en diep„Ga
de luiers maar strijken." zei ze.
M'n tanden doen een beetje mal. Die vierde,
die op springen stond, is er nog steeds niet
heelemaal door. En no. 5, de derde snijtand van
boven, is ai heelemaal in 't zicht. Eigenaardig.
Want gewoonlijk komen de tanden aldus door
'de a Sste maand twee onderste middelste
snijtanden
9de of 10de maand bovenste vier snijtan
den eerst de middelste, dan de buitenste
12de en 13de maand buitenste snijtanden
van dé onderkaak en .bovenste en onderste
voorste kiezen
Tusschen de 18de en de 20ste maandde
oogtanden.
Eerste helft van het derde levensjaar de
achterste kiezen.
In het geheel dus 20 kauwwerktuigen. Als
je nu je blijvende gebit krijgt, zegt Pappie,
komen er nog twaalf kiezen bij, waarvan 4 ver
standskiezen. Maar het is wel mogelijk, dat
je die vier laatsten niet krijgt, en toch èrg
verstandig bent. (Pappie heeft ze zelf ook
niet.)
Leentje zei laatst, dat „m'n tandje nog
vastsat op m'n borstje maar Mam zegt
„Dat is bakerpraat„Alle kwalen en tempe-
ratuursverhoogingen op rekening van „de
tandjes" te schuiven, is dom zegt Mam.
Ik word nu al vrij aardig zindelijk, maar
Mams vind fne toch achterlijk op dit gebied,
sinds ze gelezen heeft, dat een kind van 10
maanden al heelemaal luierloos moet zijn. Want
zie je totalement uit de lurett ben lk nog
allesbehalveVolgens dat boek moeten de
eerste zindelijkheidspogingen al na J:,~ maan-
den worden aangewend. Dan krijg zooiets
als Oma d'r baker, die alle kinderen op „zeep
bakkies" zette Datzelfde boek geeft ook een
overzicht van de vorderingen, die een baby
in z'n eerste levensjaar maakt. Dat is wal leuk,
mede-babies, om eens met jullie zelf te ver
gelijken
De lste maand behoor je 20 van de 24 uur
te slapen. (Bijna alle groote menschen zijn
liier jaloersch op. Ze hebben dien tijd toch ook
gehad
Bij zacht weer mag je lederen dag uit.
De 2de maand slaap je overdag wat minder,
maar toch nog vrij veel. (Er zijn groote men
schen Nee! Paps zegt, ik mag niet ha
telijk worden.) Je begint eenigszins te glim
lachen, te kraaien en te keuvelen.
De 3de maand ben je veel minder slaperig,
je neemt meer notitie van wat er rondom Je
gebeurt, je krijgt meer macht ln je armen en
beenen, gaat schoppen en slaan. Je brengt
alles naar je mond. (Doe ik nu nog Je wordt
al een beetje zindelijk gemaakt
De 4de maand ga je wat meer drinken (een
soort kv ai taaidrinkers lijken we wel!) zoo-
war 150 gt.'ni pei maaitijd. Met een steuntje
ln je rug kan je alleen zitten. Je vindt hét
fijn, om alles op den grond te gooien.
De 5de en 6de maand behoor je den heelen
nacht door te slapen. Overdag ben je veel wak
ker, maar doe je toch nog eeh fijne morgen
en middagdut. Je mag een paar uur daags haar
buiten. Je begrijpt (zegt het boek) dat „poesie**
de kat beteekent. Aangezien wij geen kat heb
ben, weet ik heelemaal niet, wat poesie ls. Ook
„tik-tak" voor klok versta ik nog niet. Je
maakt nog maar zelden vuile luiers. (Boeken
taal!) Kwijlen doe Je veel! (Vies.)
De 6de tot de 9de maand den heelen nacht
doorslapen en overdag minstens twee maal een
siësta houden. (Mooi woord.) Je mag met 8 of
9 maanden in de box en af en toe eens in den
stoel. Niet te lang, want onze baby-ruggen zijn
nog een beetje aan den slappen kant. Je gaat
bij voorkeur je rechterhand gebruiken. Ook
moet je de namen van personen en voorwerpen
uit je omgeving kennen en Mtajyijzen, als
men er naar vraagt. (Ken jij het? Ik niet!).
De 10de tot de 12de maand moet je goed
kunnen zitten en kruipen, recht op bij een
stoel staan, maar je hoeft nog niet te kunnen
loopen. „Handjeplak" en „Orentje, torentje
bussenkruld moet je mee kunnen doen. Dat
kan ik eerlijk gezegd nog niet, maar ik maak
wel prachtige kniebuigingen, als ze tegen me
zeggen „dansen".
En nu moet ik nog gauw een paar brieven
beantwoorden, die ik deze week kreeg. Mijn
vriend, Geertje, van 7 maanden, zou ik willen
antwoorden, dat hij nu nog niet aan een kin
derstoel mag denken. Pas als hü heel goed
rechtop kan zitten, dus meestal pas met 9 oï
10 maanden, mag hij zoo af en toe eens in den
stoel. „Z'n Moedertje" schrijft hij, „vindt zoon
stoel zoo'n leelijk meubelTja. dat ls wel
zoo. Misschien wil Vader er wel een voor je
laten maken, precies passend bij 'tameuble
ment. Maar anders, als wij er ln zitten, denk
je ook niet Geertje wie kijkt dan nog naar
den stoel? Heelemaal zonder zal je 't toch moei
lijk kunnen stellen. Dan ga je allicht staan, en
dan worden je beenen krom
Je ongelijke haardos mag je moeder best een
beetje knippen hoor 1 Mams punt mijn pruik
ook wel eens. Bn San mam goea borstelen 11
(Niet, net als ik, je borste 1 h ïïïTopctCTi!)
Verder kreeg ik nog een prachtbrief van een
heelen vreemden Oom, zich noemende Oom
Nelis. Die Oom z'n hart, schrijft hij, ls door
Amor's pijl getroffen. Dat is nu niets bijzon
ders. Maar dat hij zijn vrouw mijn dagboek ten
geschenke wil geven, en dan liefst in boek
vorm, dat is wel zeer prij8en8*Bfcïdig, Ale alle
door Amor's pijl getroff®" Ooms dat illustre
voorbeeld gaan wls?en (la" krijgen we een
oplaag van minste»® honderdduizend
Ziezoo, Oom No"® Den je er genadig afge
komen' bij mij» beantwoording Ja, want dat
vroeg die °orn speciaaI Wat zijn mannen toch
ij del. Ho0 meer 11c het bekijk, m'n Moeder had,
gelijk BABY.
I
Wanneer we de aandacht willen veetigen op
het verlangen der katholieke vrouwen naar
medezeggenschap op elk gebied waar het nuttig
en mogelijk kan zijn, dat bij bestuur of arbeid
de vrouwelijke eigenschappen de mannelijke
aanvullen, behoêvea we niet meer als Inleiding
een pleidooi voor de emancipatie en medezeg
genschap der Vrouw in het algemeen.
Het principe ls door de massa aanvaard.'Men
Is in onzen tqd van algeheele volksemancipatie
en drang naar medezeggenschap op verschillend
terrein beter gaan begrijpen dan een jaar of
twintig geleden, hoe de vrouw als deel van het
meer en meer tot zelfstandigheid uitgroeiende
volk, bij die ontvoogding over de heele linie
niet kan, niet mag en niet wil achterblijven.
Zij zou anders te kort schieten in haar gewich
tige taak een bekwame en bruikbare hulp te
zijn van den geëmancipeerden man uit de
moderne samenleving.
Het zal, dunkt me, niemand bevreemden, dat
de vrouw door de volksopinie aangewezen
als de eerste verzorgster en opvoedster van
het JOnge kind hij haar enfftnclpatle-proces
ook een verzoek stelt en desnoods een pleidooi
Voert voor medezeggenschap inzake het school
wezen, d. w. z. de lagere en zoo mogelijk ook
de middelbare school.
Voor de school, welke zoo'n groot deel van
de ouderlijke taak, vooral van die der eerste
opvoedstersde moeders, de vrouwen, over
neemt, willen ook de vrouwen haar invloed en
haar hulp ten dienste stellen, niet meer enkel
ais onderwijzeres, doch ook als aanvullende,
doch gelijkberechtigde kracht in de bestuurs
colleges.
Hoe vaak zijn de katholieke ouders de
moeders vooral niet gewezen op het belang
Van oontact met de school, medewerking met
de leerkrachten, grooter belangstelling met al
Wat het katholieke onderwijs betreft.
En daarnaast vangen we telkens opnieuw de
•wenschen en de klachten óp, zoowel van gehuw
de als ongehuwde vrouwen, die zoo graag door
Invloed op den gang van zaken bij het katho
lieke lagere en zelfs het middelbare onder
wijs in z'n geheel, of op bepaalde scholen in
het bijzonder, in het algemeen belang, of dat
van spéciale kindergroepen zouden willen mede-
Werken in de besturen.
Voor de openbare lagere scholen, gesticht en
bestuurd door de Overheid, kent de wet reeds
langer dan 10 jaren oudercommissies, waarin
vrouwen vertegenwoordigd zijn. De wettelijke
voorschriften voor deze commissies zijn neer
gelegd in het artikel 20 L. O. W. en la het
B" Tan 31 December 1920 Staatsblad 951.
Ze dienen om de belangstelling cler ouders
e tre,„en voor al wat dat onderwijs raakt en
om uin contact met bepaalde scholen mogelijk
te maken. Door die commissies kunnen zij ook
bun wenschen en inzichten omtrent den loop
der dingen kenbaar maken
Bovendien hebben sedert het passieve vrou
wenkiesrecht. reeds meerdere vrouwelijke afge
vaardigden m Gemeenteraden onmiddellijk deel
aan het Bestuurswerk bij het Openbare onder
wijs. Zoo is dus daar voor de vrouw de weg
naar vol medezegenschap volkomen vrij.
Het Bijzonder Onderwijs heeft z'n schoolbe
sturen, die we willen het met respect en
dank erkennen de vaak zware lasten van
oprichting en instandhouding van scholen
droegen en dragen. Men verzuimde echter nog
steeds bij dien arbeid de hulp der vrouwen te
vragen en te gebruiken, mogelijk wijl bedoelde
besturen hoffelijk meenden zelf alleen de zorg
te moeten torsen, en bovendien onkundig waren
van het verlangen, dat bij de vrouwen leeft.
Wel treft men hier en daar bij het protestant-
christelijke onderwijs reeds naast schoolbestu
ren oudercommlssies aan, die een stuwkracht
bleken te zijn voor dat oonfessioneele onderwijs
ln z'n geheel en de bloeikracht voor bepaalde
scholen. In die commissies hebben ook vrouwen
zitting. Zoo hebben daar tenminste de moeders
«enig contact met scholen.
Zoover mij bekend is, komen hij het katho
lieke lagere en middelbare onderwijs geen
ouder-commlssies .voor, terwijl wat de school
besturen aangaat, de vrouwen de ongehuwde
zoowel als de gehuwde practlsèh sijn buiten
gesloten. En toch blijken ook vrouwen wel
geschikt om zelfs ln schoolbesturen nuttig mede
te werken.
Immers bij het neutrale, het katholieke en
protestant-christelijke Nijverheids-onderwijs
voor meisjes nemen dames, ongehuwde zoowel
als gehuwde, ln de besturen niet enkel naast
heêren eervol eeh plaats ln, maar sommige
vakscholen voor meisjes werden gesticht en
zijn reeds jarenlang met succes bestuurd door
een college Van enkel dames. Men meeöe niet
dat deze tak van onderwijs meer speciaal ge
schikt is om door Vrouwen bestuurd te worden,
omdat daar bijna hoofdzakelijk huishoudelijke
kundigheden anderwezen worden. Want bij het
besturen van die scholen heeft men even goed
te maken met scholenbouw en -verbouw, aan
schaffing van materiaal en leermiddelen, aan
vrage van subsidies, enz., kortom alles, wat
tot nog toe bij het bijzonder voorbereidend-
lagere, het lagere, en het middelbare onderwijs
arbeid van heeren was.
De Diocesane R. K. Vrouwenbond ln het
Bisdom Haarlem heeft in 1931 op zijn voor
jaarsvergadering de wenschelijkheid tot mede
zeggenschap der vrouw bij het Katholiek onder
wijs uitvoerig behandeld. Het resultaat van de
'bespreking was de volgende zonder hoofdelijke
stemming aangenomen motie
„De Diocesane R. K. Vrouwenbond in het
Bisdom Haarlem op 27 April 1931 te Bergen
bijeen, spreekt de wenschelijkheid uit
lo. dat vrouwen ook verkiesbaar Zullen wor
den tot leden van de R. K. Schoolbesturen
2o. dat bij het katholieke onderwijs ouder
commissies worden Ingesteld waarin moeders
van schoolgaande kinderen worden opgenomen,
zooals voor het openbare onderwijs wettelijk is
gesteld en bij sommige christelijke scholen ook
gebruikelijk is.
Hij besluit deze motie ter kennis te brengen
van bevoegde autoriteiten en gaat over tot de
orde van den dag".
Deze motie werd ter kennisneming gezonden
naar Z. H. Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent, met
het eerbiedige verzoek 't medezeggenschap der
vrouw bij het katholieke onderwijs te willen
bevorderen, indien Z. H. Exc. met den inhoud
der motie accoord ging.
Reeds op 12 Mei 1931 mocht het dageüjksch
bestuur van den Diocesanen R. K. Vrouwenbond
namens Z. H. Exc. het antwoord ontvangen
lo. „dat vrouwen nooit zijn uitgesloten ter
verkiezing tot leden van R. K. Schoolbesturen,
en
2o. dat Ti. H. Exe. de Bisschop van Haarlem
van zijn kant geen bezwaar heeft tegen het
tweede punt van genoemde motie".
Na dezé bisschoppelijke medédeeling meen
de het bést uur van deft Diocesanen R. K.
Vrouwenbond zich gerechtigd een actie te ont
plooien tot het medezeggenschap der vrouw,
en wel:
a. van ongehuwd e, zoowel als gehuwde
vrouwen in de bestaande schoolbesturen, waar
dit de beste of meest wertschelijke oplossing
van bet medezeggenschap is;
b. in op te richten ouder-cómmiSsies, waar
overwegende bezwaren móchten bestaan óm
dames medezeggenschap te verleeneö bij het
besturen van een school of scholen;
c. Waar het mogelijk is, medezeggenschap
in beide hierboven genoemde colleges.
In het Jaarboek van het R. K. Centraal
Bureau voor opvoeding en Onderwijs vinden
we de schoolbesturen tot vier verschillende
groepen herleid. Ik breng hier naast de
statistiek over heel Nederland enkel die van
het Bisdom Haarlem in het geding, omdat
onze Diocesane Vrouwenbond slechts pleit
voor het medezeggenschap van de katholieke
vrouwen in het Bisdom Haarlem.
HEEL NEDERLAND.
1. Kerk of Armbestuur 1616 scholen
2. Plaatselijke vereeniging van
Pastoors en enkele wereld
lijken 246
3. Onderwijsgevende congrega
ties 498 f
4. Vereeniging van wereld
lijken 118 -
DIOCEES HAARLEM.
1. Kerk of Armbestuur 399 scll0' n
2. Plaatselijke Vereeniging van
Pastoors en enkele wereld
lijken
3. Onderwijsgevende congrega-
ties LI Va-
4. Vereeniging van were
lijken
Mogelijk dat het voor "f (onderwijs
gevende congregaties) moei y teden kan geven
aan den volledigen wensch van den Vrouwen
bond te voldoen. Toch zou misschien bij een
gedeelte van die scholen wel tnogeijjkheid be
staan tot oprichting van Ouder-commissies.
Bij de groepen 1. 2 en 4, lijkt de zaak met
een beetje goeden wil zelfs gemakkelijk op te
lossen.
Bij de bestuursformatie zooals die in groepen
2 (plaatselijke vereeniging van pastoors en
enkele wereldlijken) en groep 4 (vereeniging
van wereldlijken) staan aangegeven, behoeft
men slechts onder die wereldlijke leden van
liet schoolbestuur enkele dames op te nemen
jnnlaats van de heeren, of het bestuur me'
enkele dames uit te breiden.
Mocht oogenschJjnlijk voor groep I (Kerk-
01
of Armbestuur) de kwestie bezwaarlijk
tóch levert ook die formatie practisch g^r
moeilijkheden op voor medezeggenschap
afzo0derlijke
vrouwen.
De wet toch erkent slechts
zelfstandige schoolbesturen. Daa1"01'1
alen we
aanvrage om
ln bovengenoemde gevallen ou e(,goedin? <je|l
medewerking tot scholenbouw, vzooifi kerk V
kósten tot instandhouding enz- teeken(m
armbestuur optreden en Tn
„het kerkbestuur" („armb*®tuttr Amende
het schoolbestuur". w
Wanneer zoo'n ^angèn «M
bezig houden met de
wijs zich enkele ^«f^nw t7 1* T
het verlangen van Jot medezeggen
schap voldaan, e» scftoolbeaf afzonder
lijk en zelfstandig schoolbestuur, zooals de
wet dit erkent-
Bosverlangd kunnen kerk- of armbestuur
funseeren als nagel'jksch bestuur van Zoo'n
fungeei Bchoolj,eBt
ggniö*1® it,
In elk geval, hoe de schoolbesturen ook Zijn
samengeste1''' bij eerlijk pogen aan het
rechtmatige verlangen der vrouwen naar
jnedezeggen schap voldoen. Met alle
achting voor hetgeen door de schoolbesturen
is gedaan in het belang van het Katholiek
onderwijs, ;n jjjjzon(jer
nog in de moei
lijke jaren van den schoolstrijd, mogen we
toch wel zeggen, dat in onzen modernen tijd
de plaats van de vrouw in de schoolbesturen
gewenscht is.
Aangezien schoolbesturen niet uitsluitend
ult vaders van schoolgaande kinderen bestaan,
doch men bij de keuze hoofdzakelijk let on
goede werkkrachten voor de katholieke zaak,
aou men hij opname van dames in die besturen
Zich niet uitsluitend tot moeders behoeven te
bepalen.
Men kieze zoowel uit de ongehuwde als «!t
dé gehuwde vrouwen de geschiktste krachten.
Wat de oudercommissies betreft, kunnen
we wijzen op het nut dezer instellingen voor
het openbare Onderwijs (en dat vöor het
protestant-christelijke, waar ze bij dat bijzon
der onderwijs reeds zijn ingevoerd). Voor
beelden van haar inrichting en werkwijze
zijn voor ons thans reeds voldoende uit de
practijk te vinden.
Tegenstanders van ouder-commissies mogen
er op wijzen, dat deze Instellingen bij het
openbaar onderwijs hier en daar bedenkelijk
aan het ontaarden zijn tot propaganda-com-
missies voor het openbaar onderwijs en tot
bestrijding van het bijzonder onderwijs. 7jü
laten zoo zegt men de lasten (welke bij
het bijzonder onderwijs door de school be
sturen worden gedragen) enkel aart dé óVèf-
heid en zouden gaarne de macht aan slcü
trekken.
grootere gemeenten vindt men reeds ceo-
tfale ouder-commisBles en voor heel het land
bestaat een: Nederlandsche Ouderraad bij het
Openbaar Hnoger Onderwijs. Uit het maande
lijks verschijnend orgaan: „Nederlandsche
Ouderraad", kan men niet alleen het nut dief
commissies opmaken, doch ook waarnemen
dien geest van propaganda voor het openbare
lagere onderwijs.
In tegenstelling echter mét degeuen, die
daarom oudef-commissles bij het katholieke
onderwijs onnoodig of zelfs gevaarlijk meenea
te zijn, kan men aanvoeren, dat juist door
Onze cottfessionsele ouder-commissies In katho
lieke kringen een dam is °P te werpen tegen
mogelijken invloed van die gewraakte propa
ganda voor de neutrale school, en eventueels
afbrekende crltiek op faitea en gêstes bij het
confessioneels ouderwijs.
Want tegenover de neutrale ouder-commlssies
kunnen mogelijke katholieke ouder-commissies
goed doen niet enkel ten opzichte der interne
school-aangelegenheden en samenwerking
tusschen ouders en leerkrachten, doch ook
naar buiten uit.
Eigenaardig het in deB Matsten tijd
telkens te ervaren, hoe ook buiten vrouwen-
bonds-kriugen het verlangen naar ouder-
commlssies leeft.
Maar de drang naar medezeggenschap M
nu eenmaal een verschijnsel van onze ge-
emancipeerde samenleving.
Twee dagen nadat het antwoord van Z. H,
Excellentie op de motie van den Vrouwenbond
door ons verjaderlngs-verslag was gepubli
ceerd, las lk uit een vergaderings-verslag van
een der Katholieke Volksbondsafdeelingen,
hoe een der leden hij de rondvraag op onze
actie wees. En spr. had Verzocht nü bleeM
dat Z. H. Excellentie geen bezwaar had tegen
de oUder-eommlss!es het bestuur in dezs
kwestie diligent te zijn.
Het zal bestuur en leden van den R. K,
Diocesanen Vrouwenbond in het Bisdom Haar
lem verheugen ais de katholieke Schoolbe
sturen de kwestie van medezeggenschap voöf
d6 vrouw, ên ongehuwde èn gehuwde, spoedig
in hun vergadering zouden willen behandelen.
Mochten de heeren haar recht op mede-
zeggenschap in deze materie erkennen, haaf
verlangen in dit opzicht eerbiedigen en loyaal
trachten in te willigen.
TOOS POST,
Voorzitster Dloc. R. K. Vrouwen-
bönd ln het Bisdom Haarlem.