T f, BE LEEUWEN VAN HET NOOKBEN f z ""1", 7 KtfÏÏSlh v.n milt: 6 /s. lettemmaabsel. BRBEF AAN M'N neef KEES. ZATERPAO 27 FEBRUARI 1932 SINT FELIX VAN NOLA WAT EM AAN EEN FILM TE EN DE SPIN FAS KWAM! HERSENGYMNASTIEK. s 'f. SX 3. H 5 ÖiNossi^g dej. voa*ge legpuzzl© Oplossing vorig letterraadsel Oïossing spreekwoordraadsel. Oplossing van den vorigem rebus. WELK LAND. Oplossing. X x x X Owlck söali' Mlir VOOIR KNUTSELAARS. DE KIPPEN VAN DEN ROMEIN. ALLERLEI. MOHAMMED H EN DE SOLDAAT. BIJ WELKE FABEL 1. OM NA TE TEEKENEN. A IjiTtftflWt.» hniiinvwi».!.N I ^1.1 3#! TE3~ 1 aiflipfci fie H. Fefltx beeft om zijn ijver voor het Ioof zóóweel fölteftageh ttiofete a vwtaJr öat do H. Kerk hem den eeretitel va„ Mart'édÏL heeft verleend, hoewel hij eer- ri,m.,,:?; 16 gestorven (256). Zijn feeTA l,, Uken d0C>d 14en Januari; als wanneer do dt 8«Werd den «fatgebed der H. Heer, dat. wij, önrvr riQ ~~v U-weü Martelaar. wie,Kq^?.\7an ®lnt Fmx' mogen geholipen WordenJ' •nSSMd\^ist®aVCTT«>lgi.n« door den Ro- ei«onjIiik« LDeciilla (249251), de eerste blooteton,rlf,n 1 ®n& waaraan de katholieken fcOCtedienV T die doelde den geheelen ï'aliï !1 de,Q Toet te loopen, werd Tf a,ngein genome® en in hoeden getoion r*f nadhts verscheen hem eeai Engel dés w-aren, die hem wekte door zijn woord en don fluterenden luister zijner verschijning. In hét eeust dacht Felix nog, dat hij droomde, maar da Godsgezant beduidde hem op te staan. Aan stonds werden zijn banden gailaakt, de deur tan den sombere® kerken ging open en r* tted tussohen de slapende bewakers door naar fatten, Lamig-s hetn getoee-1 onlbetoencte wegen. kwn m Ni aan de eenzame plaats, waar zijn g«o lV__/ bisschop Maximus op toet punt stónd en stén adem uit te tolazeii. Deze helüs® u' Wa3 zóó veirthemgd den door hem to P B ^wijden Felix weer te zien, dat hij haastjkl woorden vond om hem welkom te h^Le De b<s,"i'ijde gevangene nam ÖU een druiventros Perste het sap op de bleeke l'i.ppe® van den stervenden biesetoop, die daarna iets van nnjr vroegere klachten setoeen terug te kt «gen. „G J komt. laat mijn zoon" »»d® Wi hf is ail lang geleden, dat God mij beloofde je tot mijn hiullip en bijstand te zenden. Breng mij tanig haar mij® kudde, dlie ik door hei geweld van den Emu'welijSen diwno geil a nd Deeiu® 'heb moeten verlaten." De ijverige pries ter voldeed aan dit verzoek en leidde den hlseahop naar de schapen zijner' kudde terug. IntuissdhB® wend overal naarstig gesipeuul om Feliix gavangeu te nemen. Op zekeren dag stonden Bij® •Vw-vtegeks vóór h«n, maar zij Wisten niet dat bij bet was, doordat hnin vagen weirdie® weergehouden. 'n Verrader onder de geloovigen ging toen naar de soldaten toe en verried den priester. Toen desse het gemrihi hunner nadering vernam, verborg hij z;ff een oud, bouwvattig fonts, dat daoht buurt stond. De muur bevatte een °-at da die opening faraöht de vervolgde zich s <1.°.dr heid. Oip hetzelfde oogemhdik weefde Ve,i%- haar web over héél toet gat toeen 8piil1 soldaten langs kwamen, aohttan 7'^ UU de dwaaslhedd het krot te doorzoeken A-f4, 6011 hun prood ztoh niet bevinden, immA Ir kon toet spinneweto da® ongehavend /j°" Zij zochten naar alle kam,tem ZUn se[Weiven nlighei'd waakte Na hm, dle vuorzie- eiah verbergen in een ander 81n® Feilix drie maande® op wonde-rl v LPlafts' waar hij voed. Tenslooto n,elTi hVT Ke W)J!i» werd ge- weergégeve®, die höm 8081 zii® parochie "éds lang do^^S? die° meesL? S' '"Jf Sn^l \Vmx wn schD°4" d oOu Igestokiems&oaads meai ander "w*e'1 aangeeft.. te zet- suc- ame- t»«w tiitr" in elfeaw Om de filmi w6rela een groot ten, die over he Nlbl0i de filmopn ces had. studeerd Mayel. Maatschappij, anderhalf .ma êeTftOèld met het. maken tWe%r.':"ln dè ateliers te Culver-City. Call- tl 4 Meer dan drie jaar arbeid vorderde j°rndé totstandkoming van dit filmwerk; aan m nr, millioén güldenü De oud-Rdmein- g' ,d' 'a„enrennen en de ahtieke zeeslag kost- f („der een half millioén rijksdaalders! Aan r"wagenrennen kwamen 100.000 menschen te as en aan het zeegevecht namen honderd nauwkeurig nagebootste Romeinsehe oorlogs bodems deel. Om dit beroemde boek van ■logs- Om att oeiucuuv, goueiaai Wal lace te verfilmen, werden met 48 camera's duizend tooneettn gedraaid, gesplitsl 2500 ophamen. Men verkreeg op deze 650 K.M. negatierf, 130 uur loojmn maar daarvan wérden slechts 300 ill 'ij zé maar daarvan werden slechts 300 K.M, gekozen om ontwikkeld te worden tót positief, bevattende 14.000.000 plaatjes 1 Ook hieruit werd een extract gemaakt, dat nog maar 4 K.M. lang was; van iederen meter, dien de toeschouwers zagen, was 160 meter ten prooi aan de schaar gevallen...., Er is nu een geluidsfilm van gemaaktj géén gesprekken, alleen maar gèrulschen. t5 a fS. f. N Rangschik zóó de cijfers 1, 2, 3, 4 en 5 in de vakjes dus in elk vakje een cijfer dat je steeds, als je de vijf getallen optelt, zoowel in loodrechte, in horizontale als Ih diagonale richting (stippellijn!), 16 tot som krijgt. DE VAAS. De stad heette Neurenberg (Duttsch berg). Nura- 1. N. voor Noorden: 2. Hem; 8. stuur; sterken; 5. Harderwijk; 6. haringsla; 7. t61.' borg; 8. steeg; 9. dra; 10. g voor gram. Het zijn niet allen koks, die lange messen dragen. „Het is mijn eigen schuld", dat zegt een oiensch niet spoedig. Men schuift de schuld op menschen en acht zich beklagenswaardig. Michel héét die arme man, Kous en pijp daar ziet je 't an. In welk land zal hij wel leven 1 Ik. zou zegg'u in Uuitschland's dreven. Ziezoo, nummer 1 ls klaar. Nu met nummer twee begonnen. Heel gemakkelijk wel, John Buil, Waar ik Eng'lahd mee bedoel. De volgende Ik Weet 'm reeds Ze bedoelen de United fftates, Uncle Bam zoo heet die man Met zijn mooie pakje an Marianne Is de Fransche maagd, Die de vrijheidsmuts hier draagt. Tenslotte komt ook Nederland, In Volendam, daar woont die klant. Ingezonden door Jóh. J Bickeszplein I, Arnhem Uitslag verloting volgende week. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 19. 9 I I ,19» 9 9 9 9 9 Mijn geheel bestaat uit tie® Mtêvs en is een berucht ridder een heel hekend sprookje. X 9 X i X i i X 9 jiB muziek, dat, Vóór eene X. Het molteeken atve® too® verlaagt, noot geplaatst, haar een 2. Vloed- of watergeest, zw» k,laad' - onguur® manning. 3. Afkeuring, berisping, o S der een- 4. Getalvormen, die een S> aange- ^id voorstellen; in schedel m^der aange- va® lete komen. Wadend aan de overzijde 7 geweldige regenbui. wa®neex een <i„ e donkere plek die ontstaa j)e* °D'"zlclitig lichaam lichtstralen et in hun loop voort te gaan- gels a'be,1achtig dier met vurige oog® •A W, "Afnemend"' in de muziek. mmL h m Winternaolit in het Noordpoolgebled, 'n nacht, die maanden en maanden zal aanbon den. De sterren stralen In de lucht, die nu eens met groene, dan weer met violette tinten schijnt geschilderd. Ijsvelden en sneeuwheu veis overal, schotsen naast en over elkaar, onderbroken door 'n zwarte lijn: het poolwa- ter. Wanneer het Noorderlicht opvlamt in de voortdurende verandering van zijn kleurige® gloed, clan zou do moede pool voreeher voor oogentoükken de scheiding van de bewoonde wereld kunnen vergeten, en zou een penseel onmachtig blijken, deze rijke schakeering van goud. groen, violet en rood, deze garven en bundels van licht, deze vurige tongen en cou- lissen op het doek vast te leggen. Christian je-den, de onderzoeker van het Noordon, zegt ervan; „Wild en fantastisch, als een spook gestalte, danst het licht aan den hémel. Het flikkert, en dooft uit, laait weer op en gloeit in nieuwe kleuren. Een groot rad gêüjk wen telt het boven onze hoofden en schiet kleurige stralenbundels naar alle hemelstreken, purpei en oranje, groen en violet.. Geheel ondet dén indruk ben ik van dit. wonder der natuur, van mijn oude, veftrouwde „auróra" boreftlis". het Noorderlicht. Tot diep in den nacht schrijd ik heen en weer over het dek' Fridtjof Nansen, leider der Noovsche Pool expeditie (18913-96), beschrijft heit Noorder licht als volgt: Het flikkerde en draaide, wentelde zich als een wervelwind om, en de stralen schoten liier en daar, nu rood en roodachtig violet, dan geel, groen en verblindend wit; thans waren de stralen van onderen rood en van boven geel en groen en daarop was 'het weer omgekeerd. Hooger en hooger steeg het Noorderlicht, etjn oogenblik vertoonde zich een prachtige kroon e® vervolgens werd het daarboven tot een en kele draaiende vuiirmassa: een maalstroom van rood. geel en groen vuur, die het oog ver blindde. Het was als eon geweldige electrlsche ontlading. Buiten valt de sneeuw zacht en stil in gróote vlokken. De gang der jaargetijden brengt slechts wei nig verandering in de eentonigheid vhn het doodsche ijs-landschap. De zon khn de koude iets (loeti verminderen, het ijs doen bersten, vaargeulen maken, de schotsen als n kudde blanke schapen in één bepaalde richting stu wen planten, groen of bloemen roept zij niet in het leven; het licht straalt, wél, maar verwarmt niet en reeds na enkele maanden komen de mistbanken van den herfst opze ten, de naderende voorboden van den Winternacht met al zijn verschrikkingen, maar ook met al zijn verheven schoonheid. De dieren, die in deze streken wonen, zijn er wèl op gebouwd onder dit barre klimaat niet te bezwijken. Robben en Walvlsechen, poolvossen en ijsberen (in Groenland levens muskus-ossen, ter grootte van 'n kalf), zuide lijker ook het rendier, worden beschut door hun dichte beharing of vetlaag, die de lichaamswarmte niet doet ontwijken. Merkv waardig is het, dat de pinguins Uier niet voorkomen, terwijl de ijsbeer van het zuidpool gebied geen liefhebber blijkt te zijn. In deze streken leeft „Owiek Soah", de walrus, in de vertaling der Eskimo's. Als jongen zat ik onder de las wel te piekeren, wanneer ik over dezen rob met. Zijn geweldige olifantstanden hoorde praten. „Wal-rus" zei k dan tegen mezelf ,,'t beest is meer in het water dan aan den „wal" en op u „Rus lijkt het nou heelemaal niet, 'k heb tenminste nog nooit Russen zien afgebeeld, die over een dergelijk onbehoorlijk gebit beschikken!" Nar-wai, wal-Visch, wal rus, wat had dat eigen lijk met wal uit te slaaii? Later ben 'k in hee-le dikke boeken gaan snüffêlën, die wat vertel den over de afkomst van onze Nederlandsche taal en toen bleek me, dat dat geheimzinnige wal" niks had te maken met den groenen gordel, die ons oiide Geuzenstadje omkranste, maar met het Noorsche woord „hval" afge leid van het Latijnsohe „squalus" of ,'groote zeevisoh". Wanneer 'k je nou vertel, dat „hval" wordt uitgesproken door de Noorderlingen, aan wie onze zeelui de benaming ontleenden, als „hoo- wal" (h ho, v r= w), dan gaat je zeker zoo langzamerhand 'u kroonluchter over dat „wal" op?'En dat „rus" heeft niets uit te staan mét da heeren bolsjewieken, doch met „ros", ,.paardf\ Dus; „jgrootewraeviseh nis Xn paard", ofte wel: „paard-walvisch!" Grappig is, wat Nansen nog over dat rare woord zegt! Bij Hammerfest ligt een plaatsje aldus Nansen „Rosmalen" en daaruit leidt deze ontdekker af, dat er vroeger walrossen ook aan de Noorsche kust voorkwamen, voor Ne derland gaat dat niet op, want ook wij hebben 'n Rosmalen, niet aan de kust, maar bij Den Bosch, aan den rijksweg, en ik mag toch niet aannemen dat die vredige streken vroeger door walrussen verontrust werden? Maar om weer naar de arctische zèe (Noord- poolzee; Zuidpool, ant-arctis) terug te koeren: Daar net heeft het water tusschen 'n paar ijsschotsen zich bewogen; groote kringen en golven sloegen tegen den rand aan. 'n Puffen als van 'n moeden zwemmer, proesten en bla den, twee ivoren tanden haken zich in de 'is-oppervlaikte, langzaam glijdt 'n donker voorworp, gezwollen als 'n worst of ballon, uit het natte element; Owick Soah zoekt naar 'n plaatsje, om uit te rusten! De kou van zijn ijzigen matras deert hem niet; 'n dikke speklaag houdt zijn lijf op temperatuur zelfs bij vijftig centigraden onder nul! Roodachtig schemert zijn vlekkige huid, overdekt met lit- teekens en schrammen uit onderlinge gevech ten. Of van den ijsbeer? Niks hoor! Die zal het wel uit zijn bol iaten den strijd tegen die 60 a SO c.M. lange degens, welke zoowel de dames als de heeren bezitten, aan te binden! Hij mag al eens '11 enkelen keer 'n jong ver schalken, maar daar blijft het bij. ..Deze kfa- peu" Zegt Nansen „gevoelen zich veilig eu onbevreesd voor alles hl de wereld!" Wat de kans voor de.ii lieer nog smaller maakt ls de omstandigheid, dat Owiek Soah nooit al léén is: hij houdt van gezelligheid en over de kudde heersch-t 'n aanvoerder, die Voort durend 'n oog in 't zeil houdt! Ook de nieuw- aangekómènen worden met wantrouwen be handeld en zeker niet als 'n postwissel ont vangen. De oüë generaal blaft en moppert van belang tegen den indringer, heft zijn spookaehtig-lèelijken kop dreigend in dé hoogtemaar de vreemde gast neemt 'n zéér deemoedige houding aan en dat schijnt den leider vólkomen gerust te stellen. Begint de maag teje uken, dan glippen de vetkoloesen het water in, zich voortschuivend op dé achterste „vinnen". Zij duiken dóór tot op den bodem der zee, die met mosselen begroeid is, graaien met hun slagtanden over den grond en slaan de schaaldieren naar bin nen! 'n Beetje zand, dat tegelijk mee gaat, hindert niet, dat schuurt de maag! Wat planten verzeilen ook naar dat allesverterend orgaan, maar dat is meer toeval dan opzet. Visschen, zelfs boutjes va® aau iand gespoelde dieren, worden niét geheel versmaad. Door dit alles slijten de tanden natuurlijk af, maar die groeien vanzelf weer aan, worden kl ste viger en zwaarder en leveren een kostbaar Ivoor, dat veel jagers begeere-n te bezitten. Maar ook de Eskimo's maken druk jacht op deze dieren, zonder welke ze haast niet zouden kunnen leven. De rauwe huid vinden zij „mat jak", lekker, en dat geldt daarginder zooveel als bij ons 'n roomwafel of 'n 'pêche melbk! Dan zijn zij verzot op dit. stuk vbn het inge wand, dat direct aan de maag vastzit, want daarin bevinden zich half-verteerde oesters, die, gèkook-t, als versnapering geiden! De lief hebberij voor schaaldieren maakt, dat de die rentuinen niet dan zeer lastig de leeuwen van het Noorden in leven kuhnen houden. Dage lijks voor zoo'n 25.oesters, gaat daar maar eens aanstaan! Bij Hagenbeek in Ham burg waren ze erin geslaagd den jongen wal russen dat gesuoep af te leeren; zij stelden zich met visch tevreden en bevonden izéch daar heel goed bij. Gedurende den wereldoorlog (1914'18) deed 'n walrus-huid ƒ300.ook het vet werd duur betaald. Men maakte er onto plof.bare stoffen uit, dynamiet of zoo iets! i>r? Metaalssslöjd. Bij onze laatste werkstukjes kwam heht sol- deeren nogal eens te pas. Tt Geef nu 'n eenvou dige, praétische kachel om de soldeerbouten warm te maken! Scharrel 'n stuk kachelpijp op. De hoogte zij anderhalf maal de doorsnede van de pijp. Hierin hakken we met den beitel het rechthoekige gat. Dpnk erom. dat je drie zijden los hakt. Buig het losgehakte stuk om; zet de katiteti wat op en je hebt 'n mooie plaat om de 'houten op te leggen. Nu komen de poot jes aan de beurt. Vorm en hoe je ze aanbrengt vertelt je de teekening rechts. Daar zie je ook, dat we 'n dubbelen bodem maken. In de.n bovensten slaan we gaatjes. Dat Wordt dus 'n soort rooster, welke op de pootjes rust. «Óók maken we 'n deksel met houten handvat, llout is immers 'n slechte warm te-ge leider, hè? Het kacheltje wordt -met houtskool gestookt. Dit vefeischt veel voorzichtigheidwant we gieten er spiritus over om het -zwarte goedje aan 't gloeien te krijgen. Dat is dus iets voor buiten de deur, bij voorkeur niet in kamers of zoo!! Doof den deksel meer of minder over de opening té schuiven kunn-en we de te ui jk1 ra ti; hr regelen. Een groep spelende walrussen. De jonge walrusjes komen op 'n ijsschots ter wereld, 'n Koude wieg, ja, maar als je niet beter weet, merk je dat niet eens! Dé gelukkige mama is erg bezorgd voor haar spruit, zij verdedigt het tegen aansluipende ijsberen, wreekt het, wanneer hét wordt ge- flöod, nèemt het in het water op den vleezigen rug, wanneer het moe begint té worden. Ze hebben gezien, dat 'n walrusmoeder haar ge- 'doode baby met de vóór-pooten wegsleepte naa-r een veilige plaats! Het jong blijft ook bij zijn moeder, al ls die doodgeschoten, en volgt langen tijd het vaartuig, dat het kadaver wegsleept. Al is de walrus 'n log, plomp dier, daarom is het nog niet Zonder gevoelens! 'n Olifant is óók niet direct 'n gazelle, maar toch heeft hij zijn positieven behoorlijk bij elkaar! „Owick soah" leeft aan de kusten van Groenland, in de Baffinsbaai en de omgeving der Behringstraat, bij Nova Zembla, Spitsber gen, en Alaska, 'n Duitsoh geleefde dr. E. Schaf f schrijft, dat hij „auf beiden Halte kugeln" voorkomt-, maar in boeken over dé Znidpoolstreken, flie mede mijn jievelingsr lectuur vormen, heb 'k nog nooit 'n walrus aangetroffen. Mij wordt -tot vier meter lang en 3000 pond zwaar! Volgenden keer over de jacht op walrussen. Vergeet 1 no® ""-of gesclhireven Kees, dlat ik ..,e., 00®e:nibdii:tt: een paan- meisjes les geef, it "AI3* 'faswemkt moeten worden, 'k ICan iet 'i eeu best -mie© wkude®, alleen, ze hebben nogal ©era last van vergeetachtigheid 1 „Riet, waar ls «Mie optelsom, dik je -maken- zou p kijkt inter me als de vrouw van Blauwbaard op diens békend© vraag be- treffende toet noodlottige sleuteltje: „Hoe komt toéif toiloied aan „Ja, die je veertig keer 'zou optelde® Y' „Vergeten I ie toedeel je natuurlijk 1" voltooi ik toet antwoord en Riet kijkt fa ectoaiamd op d'r nous ID'r zijn ©r onder de jongere®en ouderen heed wat, die last van. ©e®. Btedht geheugen bobben. Ze vergeten een boek terug te geven, een geleend sommetje terug té toetoiflam. ze vergeten dit en ®e vergieten dat, de to'ééle wereïd om ffleto. Itoeen en feuneai tegen een lantaarnpaal op, die ef niet aön denkt om voor toen uit den weg te gaan, folt heeft aiatu'mllijfc niets te make® met menaehen, die nu eenmaal geen brouw geheu gen rijk zijn, en Budh vcun allerlei ezelsbrug getjes moeten 'bedienen om zich iets in d"r tooof-d to (ppefntm 1 Zoo-als ib.v. Riet d"r zusje Lily, die de vier riivffere®, welke op toet Fietotelge- farigte ontspringen, onthoudt aan toet wooTdje MENS ('latijn-sicih voor tafel): Main, Egér, Nato, en de Saaie. Vergeetachtigheid heeft al heel wat narig heid veroorzaakt en nu d enk ito nog' niet eiens aar. dien vuurtorenwachter, die wM verdiept was in saijm leesboek, dat hij vergat die lichten aan te Bteken, zoadat eau groot schip maar den kolder ging. Maar een goede kant ié èf toöh óók wei aam, ja, vergeten kan zelf» van onrdeugd tot deugd stijgen Dat gebeurt téfkené, wanneer wij vergeten, dat wij anderen eon wêldaald toetotoen toewezen. Wanneer •wij de pijman, die we soms geduren de een tijd. lijden,, vergeten, omdat er tbch -niets aan te veranderen lis. Waarneer we onjuiste gedachten over memsohe-n af 'zakem aan kant zette® en temsllotte ooik, waaneer wie probeereu mi-et unieer aa® toet leed te denken, dat anderen ons hebban, -berokkend. Dit vergeten is liet lastigst van alileimaal, en er zijn wel schrijvers, dlie heggen, dat toet onmogelijk is. Anderen meent® daarentegen, dat ven-geve® zonder ver geten maan- eera toMC vergetven is Het -is hfal vreemd, dat „vergeten?' vroegs-'- juist: „krijgen, verwerven", toeteekende, deuk nra-ar aan toet Engels-ctoe „to get", krijigie® In die beteekênds wordt Met thans hooit meer gebruikt; toch verwerft hij de grootste over- winning, die te vergeven weet ,/Den 'Siege göttichster 1st das Vergetoen" izooafes onze Oosterburen het zeggen Vergeet uiieten vergeet, Kees 'n Hand van1: je Oom Theo. AAN BOORD a-bond Gandhi eiken morgen -om vier uur op ging zijn morgengebed verrich ten met srijn leerlingen, nam zijn ontbijt van geitenmelk en gedroogde dadels, bad opnieuw, en plaatste zich aan het spinnewiel. Wanneer de zon onderging, betrok hij zijn hut tot den anderen oohtend, In zijn gevolg feisden mede de Indische dichteres Narodl en de Engei- eche admiraaüsdochter „miss" Slade, dié haar vaderland, godsdienst en familie vaarwel zei om de® „Mahatma" Ij volgen. Een Romeinsch burger had op de markt te Rome een paar kippetjes gekocht, maar zag geen kans ze dadelijk naar zijn woning te brengen, daar hü het erg druk had. Toevalliger, wijze ontmoette hij een vriend, aan wien hij vroeg de boutjes voor hem thuis te willen bezorgen. „Met alle genoegen was het ant woord. De kippen verwisselden dus van dra ger en deze stapte naar de kerk toe, gewijd aan Sint Fortunatus, waar het familie-graf van den kooper, zijn vriend, zich bevond. Daar peuterde hij een steen los en nog een, stopte de kippetjes door de aldus verkregen opening en bracht de steenen weer op hun plaats. In- tusschen was de Romèinsche burger thuis ge- komen. „Zijn er hier geen twee kippen ge bracht door m'n vriend luidde zijn vraag. ,Wij weten van niks en uw vriend is hier ook niét geweest!" Er zat niets anders op dan een onderzoek te gaan instellen. De bereid- waardige hezofgèr was gauw genoeg gevon den. „Waarom heb jé de kippen niet. naar m'n woning gébracht, die ik je heb toevertrouwd?" „Ik hêb ze naar je woning gebracht. Ik snap heelemaal niet, dat je je komt beklagen „En ik zeg je, dat het niet waar is. M'n huisgênooten hebben je zelfs niét eens ge zien „Toch zijn de kippen In je huls, ga maaf mee. dan kun je je met eigen oogen ovet* tuigen Ze gingen samen op stap. Onderweg kwa men zij langs het heiligdom aan Sint Fortu natus gewijd. Daar leidde de vriend den ander naar zijn familie-graf, lichtte de losse steenen eruit en t-oonde hem de verloren gewaandé diertjes. „Zijn ze bij je thuis of niet t Of is dit soms je woning niet, die je langer zult bewonen dan je huis aan de Via Appia T" De burger durfde geen neen te zeggen en bedankte zijn vriend voor diens lesje WAAR LIGT HET ZILVER? Gedegen zilver wordt zelden aangetroffen, meestal ls er goud bij. In Noorwegen werden enkele eeuwen terug (ca. 1550) wel eens klom pen tot 1000 pond gewicht gevonden maar tegenwoordig is het met den zilvervoorraad van Europa, behalve 'n beetje in Du-itSchland en Spanje, niets meer gedaan! Mexico Wint het van alle landen der wereld! In 1926 werd haast 8 toiilMoen kilo zilver gedolven over héél de aar-de; daarvato k wam uit Mexico ca. 50 pet., en uit de Vereenigde State® 'n vierde deel Canada en Peru brengen óók aardig wat van dit glanzende metaa-l voort! OVER HET REIZEN schrijft Jan Linschoten In 1584 uit den vrèetnde (Goa, Indië) aan zijn ouders te Enkhuizen: „Mijn hart denct anders niet nacht ende dach dan om vreemde landen te besieU; bo Weet men wat te vertellen als men oudt is. Daar er is geen tijt qua der versleten als een jongman op sijn moeders keucken te blijven, gelijck een babock, (iemand zonder opvoeding, J.rd.) ende weet niet wat armoede is noch weelde, noch wat de werelt in sich heeft, twelck dickwils oorsaeck is Van haer verderffenis". DE WATERDUIVEL omtrent 1520 was Pier van Heemstra, bijge naamd Groote Pier. Hij beschouwde de Holland- sche onderdanen van Karei V als zijn vijan den, omdat soldaten van dezen vorst hem schade hadden berokkend. Galg en rad voerde liij in zijn wapen en maakte vijf jaar lang als ,'t kruis der Hollanders" de wateren onvei lig. Medemblik, Hoorn, Enkhuizen, hadden veel van hem te lijden. In 1519 veroverde hij elf schepen, elk met vijftig opvarenden, allen Hol landers, dié hij tot den laatsten man verdronk. „De hertog van Sneek" zette zich tenslotte ais een welgesteld burger neder te Sneek, waar de ellendeling zich niet lang daarna „dood- Bchrok" aan de gevolgen eener „spookverschij ning" van een zijner eigen soldaten. DEN KEIZER VAN Mataram, Amangkoe-rat I, hMd gouverneur R. van Ooens zoet met allerlei kinderachtige cadeautjes; 2100 zond hij hem in 1653 „een ongeltjen". Toen dat niet meer hielp, verzon de gezant der Oost-Indische Compagnie iets anders. „Onder ons soldaten hadcis ik twee goochelaers die verscheijden wonderlijcke pot sen aenrechten, onder anderen één die naar schijn wel ses pond capock at ende gedürich vuur ende eijndelijck veel gecouleerde linten, naalden, spelden, ende geit, uyt sy® hals spoch. Dit alles behaeehde den sousouhounan boo, dat dickmael seer hartelijk daerom lachte! De keizer aller Turken, Mohammed II, ge lastte een Christen-soldaat den godsdienst van de Muzelmannen te omhelzen. Hij bedreig de hem zelfs met den marteldood, wanneer bil aan dit bevel geen gevolg zou geven. De sol daat rukte toen zijn overkleed open en toon de den wreeden heerscher de zware lit- teekenen, waarmede zijn borst was overdekt:! „Wat dacht gij wel, Sultan, dat ik duizend wonden zou willen oploopen voor 'n aardschen koning én dat ik dan bang zou zijn om fa sterven voor den Vorst van hemel en aarde f Mohammed II was zóó getroffen door dit koninklijke antwoord, dat hij den soldaat ia leven liet. Y-<\J Er komt 'n serie van vijf plaatjes, alle gé- teekend naar héél fakende fabels. De bedoeling is nu te raden, welke fabel wordt bedoeld. Onder de goede oplossers van de vijf puzzles iedere week verschijnt er één wordt 'tl mooi tooek verloot. *n Oud-Engelsche lord (uit Dickens'op jacht! Blauwe jas met zilveren knoopen, rood Vest, geie rijbroek, roode omslagen, witte Slob kousen enz. s

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 7