T
f,
BE LEEUWEN VAN HET NOOKBEN
f
z
""1", 7 KtfÏÏSlh v.n milt:
6
/s.
lettemmaabsel.
BRBEF AAN M'N neef
KEES.
ZATERPAO 27 FEBRUARI 1932
SINT FELIX VAN NOLA WAT EM AAN EEN FILM TE
EN DE SPIN FAS KWAM!
HERSENGYMNASTIEK.
s
'f.
SX
3.
H
5
ÖiNossi^g dej. voa*ge legpuzzl©
Oplossing vorig letterraadsel
Oïossing spreekwoordraadsel.
Oplossing van den vorigem
rebus.
WELK LAND.
Oplossing.
X
x
x
X
Owlck söali'
Mlir
VOOIR KNUTSELAARS.
DE KIPPEN VAN DEN
ROMEIN.
ALLERLEI.
MOHAMMED H EN DE
SOLDAAT.
BIJ WELKE FABEL
1.
OM NA TE TEEKENEN.
A
IjiTtftflWt.» hniiinvwi».!.N I ^1.1
3#!
TE3~
1 aiflipfci
fie H. Fefltx beeft om zijn ijver voor het
Ioof zóóweel fölteftageh ttiofete a vwtaJr öat
do H. Kerk hem den eeretitel va„ Mart'édÏL
heeft verleend, hoewel hij eer- ri,m.,,:?;
16 gestorven (256). Zijn feeTA l,, Uken d0C>d
14en Januari; als wanneer do dt 8«Werd den
«fatgebed der H.
Heer, dat. wij, önrvr riQ ~~v
U-weü Martelaar. wie,Kq^?.\7an ®lnt Fmx'
mogen geholipen WordenJ'
•nSSMd\^ist®aVCTT«>lgi.n« door den Ro-
ei«onjIiik« LDeciilla (249251), de eerste
blooteton,rlf,n 1 ®n& waaraan de katholieken
fcOCtedienV T die doelde den geheelen
ï'aliï !1 de,Q Toet te loopen, werd
Tf a,ngein genome® en in hoeden getoion
r*f nadhts verscheen hem eeai Engel dés
w-aren, die hem wekte door zijn woord en don
fluterenden luister zijner verschijning. In hét
eeust dacht Felix nog, dat hij droomde, maar
da Godsgezant beduidde hem op te staan. Aan
stonds werden zijn banden gailaakt, de deur
tan den sombere® kerken ging open en r*
tted tussohen de slapende bewakers door naar
fatten,
Lamig-s hetn getoee-1 onlbetoencte wegen. kwn m
Ni aan de eenzame plaats, waar zijn g«o lV__/
bisschop Maximus op toet punt stónd en
stén adem uit te tolazeii. Deze helüs® u'
Wa3 zóó veirthemgd den door hem to P B
^wijden Felix weer te zien, dat hij haastjkl
woorden vond om hem welkom te h^Le De
b<s,"i'ijde gevangene nam ÖU een druiventros
Perste het sap op de bleeke l'i.ppe® van den
stervenden biesetoop, die daarna iets van nnjr
vroegere klachten setoeen terug te kt «gen. „G J
komt. laat mijn zoon" »»d® Wi hf
is ail lang geleden, dat God mij beloofde je
tot mijn hiullip en bijstand te zenden. Breng
mij tanig haar mij® kudde, dlie ik door hei
geweld van den Emu'welijSen diwno geil a nd
Deeiu® 'heb moeten verlaten." De ijverige pries
ter voldeed aan dit verzoek en leidde den
hlseahop naar de schapen zijner' kudde terug.
IntuissdhB® wend overal naarstig gesipeuul
om Feliix gavangeu te nemen. Op zekeren dag
stonden Bij® •Vw-vtegeks vóór h«n, maar zij
Wisten niet dat bij bet was, doordat hnin
vagen weirdie® weergehouden. 'n Verrader onder
de geloovigen ging toen naar de soldaten toe en
verried den priester. Toen desse het gemrihi
hunner nadering vernam, verborg hij z;ff
een oud, bouwvattig fonts, dat daoht
buurt stond. De muur bevatte een °-at da
die opening faraöht de vervolgde zich s <1.°.dr
heid. Oip hetzelfde oogemhdik weefde Ve,i%-
haar web over héél toet gat toeen 8piil1
soldaten langs kwamen, aohttan 7'^ UU de
dwaaslhedd het krot te doorzoeken A-f4, 6011
hun prood ztoh niet bevinden, immA Ir kon
toet spinneweto da® ongehavend /j°"
Zij zochten naar alle kam,tem ZUn se[Weiven
nlighei'd waakte Na hm, dle vuorzie-
eiah verbergen in een ander 81n® Feilix
drie maande® op wonde-rl v LPlafts' waar hij
voed. Tenslooto n,elTi hVT Ke W)J!i» werd ge-
weergégeve®, die höm 8081 zii® parochie
"éds lang do^^S? die°
meesL? S' '"Jf Sn^l \Vmx wn schD°4"
d oOu Igestokiems&oaads meai ander
"w*e'1 aangeeft..
te
zet-
suc-
ame-
t»«w tiitr" in elfeaw
Om de filmi w6rela een groot
ten, die over he Nlbl0i de filmopn
ces had. studeerd Mayel. Maatschappij,
anderhalf .ma êeTftOèld met het. maken
tWe%r.':"ln dè ateliers te Culver-City. Call-
tl 4 Meer dan drie jaar arbeid vorderde
j°rndé totstandkoming van dit filmwerk; aan
m nr, millioén güldenü De oud-Rdmein-
g' ,d' 'a„enrennen en de ahtieke zeeslag kost-
f („der een half millioén rijksdaalders! Aan
r"wagenrennen kwamen 100.000 menschen te
as en aan het zeegevecht namen honderd
nauwkeurig nagebootste Romeinsehe oorlogs
bodems deel.
Om dit beroemde boek van
■logs-
Om att oeiucuuv, goueiaai Wal
lace te verfilmen, werden met 48 camera's
duizend tooneettn gedraaid, gesplitsl
2500 ophamen. Men verkreeg op deze
650 K.M. negatierf, 130 uur loojmn
maar daarvan wérden slechts 300
ill
'ij zé
maar daarvan werden slechts 300 K.M,
gekozen om ontwikkeld te worden tót positief,
bevattende 14.000.000 plaatjes 1 Ook hieruit
werd een extract gemaakt, dat nog maar 4
K.M. lang was; van iederen meter, dien de
toeschouwers zagen, was 160 meter ten prooi
aan de schaar gevallen....,
Er is nu een geluidsfilm van gemaaktj géén
gesprekken, alleen maar gèrulschen.
t5
a fS.
f. N
Rangschik zóó de cijfers 1, 2, 3, 4 en 5 in
de vakjes dus in elk vakje een cijfer
dat je steeds, als je de vijf getallen optelt,
zoowel in loodrechte, in horizontale als Ih
diagonale richting (stippellijn!), 16 tot som
krijgt.
DE VAAS.
De stad heette Neurenberg (Duttsch
berg). Nura-
1. N. voor Noorden: 2. Hem; 8. stuur;
sterken; 5. Harderwijk; 6. haringsla; 7. t61.'
borg; 8. steeg; 9. dra; 10. g voor gram.
Het zijn niet allen koks,
die lange messen dragen.
„Het is mijn eigen schuld", dat zegt een
oiensch niet spoedig. Men schuift de schuld op
menschen en acht zich beklagenswaardig.
Michel héét die arme man,
Kous en pijp daar ziet je 't an.
In welk land zal hij wel leven 1
Ik. zou zegg'u in Uuitschland's dreven.
Ziezoo, nummer 1 ls klaar.
Nu met nummer twee begonnen.
Heel gemakkelijk wel, John Buil,
Waar ik Eng'lahd mee bedoel.
De volgende Ik Weet 'm reeds
Ze bedoelen de United fftates,
Uncle Bam zoo heet die man
Met zijn mooie pakje an
Marianne Is de Fransche maagd,
Die de vrijheidsmuts hier draagt.
Tenslotte komt ook Nederland,
In Volendam, daar woont die klant.
Ingezonden door Jóh. J
Bickeszplein I, Arnhem
Uitslag verloting volgende week.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
19.
9
I I
,19»
9 9
9
9 9
Mijn geheel bestaat uit tie® Mtêvs en is een
berucht ridder een heel hekend sprookje.
X
9
X i
X i i
X 9
jiB muziek, dat, Vóór eene
X. Het molteeken atve® too® verlaagt,
noot geplaatst, haar een
2. Vloed- of watergeest, zw»
k,laad' - onguur® manning.
3. Afkeuring, berisping, o S der een-
4. Getalvormen, die een S> aange-
^id voorstellen; in schedel m^der aange-
va® lete komen.
Wadend aan de overzijde
7 geweldige regenbui. wa®neex een
<i„ e donkere plek die ontstaa
j)e* °D'"zlclitig lichaam lichtstralen
et in hun loop voort te gaan-
gels a'be,1achtig dier met vurige oog®
•A W,
"Afnemend"' in de muziek.
mmL
h m
Winternaolit in het Noordpoolgebled, 'n
nacht, die maanden en maanden zal aanbon
den. De sterren stralen In de lucht, die nu
eens met groene, dan weer met violette tinten
schijnt geschilderd. Ijsvelden en sneeuwheu
veis overal, schotsen naast en over elkaar,
onderbroken door 'n zwarte lijn: het poolwa-
ter. Wanneer het Noorderlicht opvlamt in de
voortdurende verandering van zijn kleurige®
gloed, clan zou do moede pool voreeher voor
oogentoükken de scheiding van de bewoonde
wereld kunnen vergeten, en zou een penseel
onmachtig blijken, deze rijke schakeering van
goud. groen, violet en rood, deze garven en
bundels van licht, deze vurige tongen en cou-
lissen op het doek vast te leggen. Christian
je-den, de onderzoeker van het Noordon, zegt
ervan; „Wild en fantastisch, als een spook
gestalte, danst het licht aan den hémel. Het
flikkert, en dooft uit, laait weer op en gloeit
in nieuwe kleuren. Een groot rad gêüjk wen
telt het boven onze hoofden en schiet kleurige
stralenbundels naar alle hemelstreken, purpei
en oranje, groen en violet.. Geheel ondet dén
indruk ben ik van dit. wonder der natuur, van
mijn oude, veftrouwde „auróra" boreftlis". het
Noorderlicht. Tot diep in den nacht schrijd
ik heen en weer over het dek'
Fridtjof Nansen, leider der Noovsche Pool
expeditie (18913-96), beschrijft heit Noorder
licht als volgt:
Het flikkerde en draaide, wentelde zich
als een wervelwind om, en de stralen schoten
liier en daar, nu rood en roodachtig violet, dan
geel, groen en verblindend wit; thans waren
de stralen van onderen rood en van boven geel
en groen en daarop was 'het weer omgekeerd.
Hooger en hooger steeg het Noorderlicht, etjn
oogenblik vertoonde zich een prachtige kroon
e® vervolgens werd het daarboven tot een en
kele draaiende vuiirmassa: een maalstroom
van rood. geel en groen vuur, die het oog ver
blindde. Het was als eon geweldige electrlsche
ontlading. Buiten valt de sneeuw zacht en stil
in gróote vlokken.
De gang der jaargetijden brengt slechts wei
nig verandering in de eentonigheid vhn het
doodsche ijs-landschap. De zon khn de koude
iets (loeti verminderen, het ijs doen bersten,
vaargeulen maken, de schotsen als n kudde
blanke schapen in één bepaalde richting stu
wen planten, groen of bloemen roept zij
niet in het leven; het licht straalt, wél, maar
verwarmt niet en reeds na enkele maanden
komen de mistbanken van den herfst opze ten,
de naderende voorboden van den Winternacht
met al zijn verschrikkingen, maar ook met al
zijn verheven schoonheid.
De dieren, die in deze streken wonen, zijn
er wèl op gebouwd onder dit barre klimaat
niet te bezwijken. Robben en Walvlsechen,
poolvossen en ijsberen (in Groenland levens
muskus-ossen, ter grootte van 'n kalf), zuide
lijker ook het rendier, worden beschut door
hun dichte beharing of vetlaag, die de
lichaamswarmte niet doet ontwijken. Merkv
waardig is het, dat de pinguins Uier niet
voorkomen, terwijl de ijsbeer van het zuidpool
gebied geen liefhebber blijkt te zijn.
In deze streken leeft „Owiek Soah", de
walrus, in de vertaling der Eskimo's. Als
jongen zat ik onder de las wel te piekeren,
wanneer ik over dezen rob met. Zijn geweldige
olifantstanden hoorde praten. „Wal-rus" zei
k dan tegen mezelf ,,'t beest is meer in
het water dan aan den „wal" en op u „Rus
lijkt het nou heelemaal niet, 'k heb tenminste
nog nooit Russen zien afgebeeld, die over
een dergelijk onbehoorlijk gebit beschikken!"
Nar-wai, wal-Visch, wal rus, wat had dat eigen
lijk met wal uit te slaaii? Later ben 'k in hee-le
dikke boeken gaan snüffêlën, die wat vertel
den over de afkomst van onze Nederlandsche
taal en toen bleek me, dat dat geheimzinnige
wal" niks had te maken met den groenen
gordel, die ons oiide Geuzenstadje omkranste,
maar met het Noorsche woord „hval" afge
leid van het Latijnsohe „squalus" of ,'groote
zeevisoh".
Wanneer 'k je nou vertel, dat „hval" wordt
uitgesproken door de Noorderlingen, aan wie
onze zeelui de benaming ontleenden, als „hoo-
wal" (h ho, v r= w), dan gaat je zeker zoo
langzamerhand 'u kroonluchter over dat „wal"
op?'En dat „rus" heeft niets uit te staan mét
da heeren bolsjewieken, doch met „ros",
,.paardf\ Dus; „jgrootewraeviseh nis Xn
paard", ofte wel: „paard-walvisch!" Grappig
is, wat Nansen nog over dat rare woord zegt!
Bij Hammerfest ligt een plaatsje aldus
Nansen „Rosmalen" en daaruit leidt deze
ontdekker af, dat er vroeger walrossen ook
aan de Noorsche kust voorkwamen, voor Ne
derland gaat dat niet op, want ook wij hebben
'n Rosmalen, niet aan de kust, maar bij Den
Bosch, aan den rijksweg, en ik mag toch niet
aannemen dat die vredige streken vroeger door
walrussen verontrust werden?
Maar om weer naar de arctische zèe (Noord-
poolzee; Zuidpool, ant-arctis) terug te koeren:
Daar net heeft het water tusschen 'n paar
ijsschotsen zich bewogen; groote kringen en
golven sloegen tegen den rand aan. 'n Puffen
als van 'n moeden zwemmer, proesten en bla
den, twee ivoren tanden haken zich in de
'is-oppervlaikte, langzaam glijdt 'n donker
voorworp, gezwollen als 'n worst of ballon,
uit het natte element; Owick Soah zoekt naar
'n plaatsje, om uit te rusten! De kou van
zijn ijzigen matras deert hem niet; 'n dikke
speklaag houdt zijn lijf op temperatuur zelfs
bij vijftig centigraden onder nul! Roodachtig
schemert zijn vlekkige huid, overdekt met lit-
teekens en schrammen uit onderlinge gevech
ten. Of van den ijsbeer? Niks hoor! Die zal
het wel uit zijn bol iaten den strijd tegen die
60 a SO c.M. lange degens, welke zoowel de
dames als de heeren bezitten, aan te binden!
Hij mag al eens '11 enkelen keer 'n jong ver
schalken, maar daar blijft het bij. ..Deze kfa-
peu" Zegt Nansen „gevoelen zich veilig
eu onbevreesd voor alles hl de wereld!" Wat
de kans voor de.ii lieer nog smaller maakt ls
de omstandigheid, dat Owiek Soah nooit al
léén is: hij houdt van gezelligheid en over
de kudde heersch-t 'n aanvoerder, die Voort
durend 'n oog in 't zeil houdt! Ook de nieuw-
aangekómènen worden met wantrouwen be
handeld en zeker niet als 'n postwissel ont
vangen. De oüë generaal blaft en moppert
van belang tegen den indringer, heft zijn
spookaehtig-lèelijken kop dreigend in dé
hoogtemaar de vreemde gast neemt 'n
zéér deemoedige houding aan en dat schijnt
den leider vólkomen gerust te stellen.
Begint de maag teje uken, dan glippen de
vetkoloesen het water in, zich voortschuivend
op dé achterste „vinnen". Zij duiken dóór tot
op den bodem der zee, die met mosselen
begroeid is, graaien met hun slagtanden over
den grond en slaan de schaaldieren naar bin
nen! 'n Beetje zand, dat tegelijk mee gaat,
hindert niet, dat schuurt de maag! Wat
planten verzeilen ook naar dat allesverterend
orgaan, maar dat is meer toeval dan opzet.
Visschen, zelfs boutjes va® aau iand gespoelde
dieren, worden niét geheel versmaad. Door
dit alles slijten de tanden natuurlijk af, maar
die groeien vanzelf weer aan, worden kl ste
viger en zwaarder en leveren een kostbaar
Ivoor, dat veel jagers begeere-n te bezitten.
Maar ook de Eskimo's maken druk jacht op
deze dieren, zonder welke ze haast niet zouden
kunnen leven. De rauwe huid vinden zij „mat
jak", lekker, en dat geldt daarginder zooveel
als bij ons 'n roomwafel of 'n 'pêche melbk!
Dan zijn zij verzot op dit. stuk vbn het inge
wand, dat direct aan de maag vastzit, want
daarin bevinden zich half-verteerde oesters,
die, gèkook-t, als versnapering geiden! De lief
hebberij voor schaaldieren maakt, dat de die
rentuinen niet dan zeer lastig de leeuwen van
het Noorden in leven kuhnen houden. Dage
lijks voor zoo'n 25.oesters, gaat daar
maar eens aanstaan! Bij Hagenbeek in Ham
burg waren ze erin geslaagd den jongen wal
russen dat gesuoep af te leeren; zij stelden
zich met visch tevreden en bevonden izéch
daar heel goed bij. Gedurende den wereldoorlog
(1914'18) deed 'n walrus-huid ƒ300.ook
het vet werd duur betaald. Men maakte er onto
plof.bare stoffen uit, dynamiet of zoo iets!
i>r?
Metaalssslöjd.
Bij onze laatste werkstukjes kwam heht sol-
deeren nogal eens te pas. Tt Geef nu 'n eenvou
dige, praétische kachel om de soldeerbouten
warm te maken! Scharrel 'n stuk kachelpijp op.
De hoogte zij anderhalf maal de doorsnede
van de pijp. Hierin hakken we met den beitel
het rechthoekige gat. Dpnk erom. dat je drie
zijden los hakt. Buig het losgehakte stuk om;
zet de katiteti wat op en je hebt 'n mooie plaat
om de 'houten op te leggen. Nu komen de poot
jes aan de beurt. Vorm en hoe je ze aanbrengt
vertelt je de teekening rechts. Daar zie je ook,
dat we 'n dubbelen bodem maken.
In de.n bovensten slaan we gaatjes. Dat
Wordt dus 'n soort rooster, welke op de pootjes
rust. «Óók maken we 'n deksel met houten
handvat, llout is immers 'n slechte warm te-ge
leider, hè? Het kacheltje wordt -met houtskool
gestookt.
Dit vefeischt veel voorzichtigheidwant we
gieten er spiritus over om het -zwarte goedje
aan 't gloeien te krijgen. Dat is dus iets voor
buiten de deur, bij voorkeur niet in kamers of
zoo!! Doof den deksel meer of minder over de
opening té schuiven kunn-en we de te ui jk1 ra
ti; hr regelen.
Een groep spelende walrussen.
De jonge walrusjes komen op 'n ijsschots
ter wereld, 'n Koude wieg, ja, maar als je
niet beter weet, merk je dat niet eens! Dé
gelukkige mama is erg bezorgd voor haar
spruit, zij verdedigt het tegen aansluipende
ijsberen, wreekt het, wanneer hét wordt ge-
flöod, nèemt het in het water op den vleezigen
rug, wanneer het moe begint té worden. Ze
hebben gezien, dat 'n walrusmoeder haar ge-
'doode baby met de vóór-pooten wegsleepte
naa-r een veilige plaats! Het jong blijft ook
bij zijn moeder, al ls die doodgeschoten, en
volgt langen tijd het vaartuig, dat het kadaver
wegsleept. Al is de walrus 'n log, plomp dier,
daarom is het nog niet Zonder gevoelens! 'n
Olifant is óók niet direct 'n gazelle, maar
toch heeft hij zijn positieven behoorlijk bij
elkaar!
„Owick soah" leeft aan de kusten van
Groenland, in de Baffinsbaai en de omgeving
der Behringstraat, bij Nova Zembla, Spitsber
gen, en Alaska, 'n Duitsoh geleefde dr. E.
Schaf f schrijft, dat hij „auf beiden Halte
kugeln" voorkomt-, maar in boeken over dé
Znidpoolstreken, flie mede mijn jievelingsr
lectuur vormen, heb 'k nog nooit 'n walrus
aangetroffen. Mij wordt -tot vier meter lang
en 3000 pond zwaar!
Volgenden keer over de jacht op walrussen.
Vergeet 1
no® ""-of gesclhireven Kees, dlat ik
..,e., 00®e:nibdii:tt: een paan- meisjes les geef,
it "AI3* 'faswemkt moeten worden, 'k ICan
iet 'i eeu best -mie© wkude®, alleen, ze hebben
nogal ©era last van vergeetachtigheid 1 „Riet,
waar ls «Mie optelsom, dik je -maken- zou
p kijkt inter me als de vrouw
van Blauwbaard op diens békend© vraag be-
treffende toet noodlottige sleuteltje: „Hoe komt
toéif toiloied aan
„Ja, die je veertig keer 'zou optelde® Y'
„Vergeten I
ie toedeel je natuurlijk 1"
voltooi ik toet antwoord en Riet kijkt fa
ectoaiamd op d'r nous
ID'r zijn ©r onder de jongere®en ouderen
heed wat, die last van. ©e®. Btedht geheugen
bobben. Ze vergeten een boek terug te geven,
een geleend sommetje terug té toetoiflam. ze
vergeten dit en ®e vergieten dat, de to'ééle
wereïd om ffleto. Itoeen en feuneai tegen een
lantaarnpaal op, die ef niet aön denkt om
voor toen uit den weg te gaan,
folt heeft aiatu'mllijfc niets te make® met
menaehen, die nu eenmaal geen brouw geheu
gen rijk zijn, en Budh vcun allerlei ezelsbrug
getjes moeten 'bedienen om zich iets in d"r tooof-d
to (ppefntm 1 Zoo-als ib.v. Riet d"r zusje Lily,
die de vier riivffere®, welke op toet Fietotelge-
farigte ontspringen, onthoudt aan toet wooTdje
MENS ('latijn-sicih voor tafel): Main, Egér,
Nato, en de Saaie.
Vergeetachtigheid heeft al heel wat narig
heid veroorzaakt en nu d enk ito nog' niet eiens
aar. dien vuurtorenwachter, die wM verdiept
was in saijm leesboek, dat hij vergat die lichten
aan te Bteken, zoadat eau groot schip maar
den kolder ging. Maar een goede kant ié èf
toöh óók wei aam, ja, vergeten kan zelf» van
onrdeugd tot deugd stijgen
Dat gebeurt téfkené, wanneer wij vergeten,
dat wij anderen eon wêldaald toetotoen toewezen.
Wanneer •wij de pijman, die we soms geduren
de een tijd. lijden,, vergeten, omdat er tbch -niets
aan te veranderen lis. Waarneer we onjuiste
gedachten over memsohe-n af 'zakem aan kant
zette® en temsllotte ooik, waaneer wie probeereu
mi-et unieer aa® toet leed te denken, dat anderen
ons hebban, -berokkend. Dit vergeten is liet
lastigst van alileimaal, en er zijn wel schrijvers,
dlie heggen, dat toet onmogelijk is. Anderen
meent® daarentegen, dat ven-geve® zonder ver
geten maan- eera toMC vergetven is
Het -is hfal vreemd, dat „vergeten?' vroegs-'-
juist: „krijgen, verwerven", toeteekende, deuk
nra-ar aan toet Engels-ctoe „to get", krijigie®
In die beteekênds wordt Met thans hooit meer
gebruikt; toch verwerft hij de grootste over-
winning, die te vergeven weet
,/Den 'Siege göttichster 1st das Vergetoen"
izooafes onze Oosterburen het zeggen
Vergeet uiieten vergeet, Kees
'n Hand van1:
je Oom Theo.
AAN BOORD a-bond Gandhi eiken morgen
-om vier uur op ging zijn morgengebed verrich
ten met srijn leerlingen, nam zijn ontbijt van
geitenmelk en gedroogde dadels, bad opnieuw,
en plaatste zich aan het spinnewiel. Wanneer
de zon onderging, betrok hij zijn hut tot den
anderen oohtend, In zijn gevolg feisden mede
de Indische dichteres Narodl en de Engei-
eche admiraaüsdochter „miss" Slade, dié haar
vaderland, godsdienst en familie vaarwel zei
om de® „Mahatma" Ij volgen.
Een Romeinsch burger had op de markt te
Rome een paar kippetjes gekocht, maar zag
geen kans ze dadelijk naar zijn woning te
brengen, daar hü het erg druk had. Toevalliger,
wijze ontmoette hij een vriend, aan wien hij
vroeg de boutjes voor hem thuis te willen
bezorgen. „Met alle genoegen was het ant
woord. De kippen verwisselden dus van dra
ger en deze stapte naar de kerk toe, gewijd
aan Sint Fortunatus, waar het familie-graf
van den kooper, zijn vriend, zich bevond. Daar
peuterde hij een steen los en nog een, stopte
de kippetjes door de aldus verkregen opening
en bracht de steenen weer op hun plaats. In-
tusschen was de Romèinsche burger thuis ge-
komen. „Zijn er hier geen twee kippen ge
bracht door m'n vriend luidde zijn vraag.
,Wij weten van niks en uw vriend is hier ook
niét geweest!" Er zat niets anders op dan
een onderzoek te gaan instellen. De bereid-
waardige hezofgèr was gauw genoeg gevon
den.
„Waarom heb jé de kippen niet. naar m'n
woning gébracht, die ik je heb toevertrouwd?"
„Ik hêb ze naar je woning gebracht. Ik snap
heelemaal niet, dat je je komt beklagen
„En ik zeg je, dat het niet waar is. M'n
huisgênooten hebben je zelfs niét eens ge
zien
„Toch zijn de kippen In je huls, ga maaf
mee. dan kun je je met eigen oogen ovet*
tuigen
Ze gingen samen op stap. Onderweg kwa
men zij langs het heiligdom aan Sint Fortu
natus gewijd. Daar leidde de vriend den ander
naar zijn familie-graf, lichtte de losse steenen
eruit en t-oonde hem de verloren gewaandé
diertjes. „Zijn ze bij je thuis of niet t Of is
dit soms je woning niet, die je langer zult
bewonen dan je huis aan de Via Appia T"
De burger durfde geen neen te zeggen en
bedankte zijn vriend voor diens lesje
WAAR LIGT HET ZILVER?
Gedegen zilver wordt zelden aangetroffen,
meestal ls er goud bij. In Noorwegen werden
enkele eeuwen terug (ca. 1550) wel eens klom
pen tot 1000 pond gewicht gevonden maar
tegenwoordig is het met den zilvervoorraad
van Europa, behalve 'n beetje in Du-itSchland
en Spanje, niets meer gedaan! Mexico Wint
het van alle landen der wereld! In 1926 werd
haast 8 toiilMoen kilo zilver gedolven over
héél de aar-de; daarvato k wam uit Mexico ca.
50 pet., en uit de Vereenigde State® 'n vierde
deel Canada en Peru brengen óók aardig wat
van dit glanzende metaa-l voort!
OVER HET REIZEN
schrijft Jan Linschoten In 1584 uit den vrèetnde
(Goa, Indië) aan zijn ouders te Enkhuizen:
„Mijn hart denct anders niet nacht ende dach
dan om vreemde landen te besieU; bo Weet men
wat te vertellen als men oudt is. Daar er is
geen tijt qua der versleten als een jongman op
sijn moeders keucken te blijven, gelijck een
babock, (iemand zonder opvoeding, J.rd.) ende
weet niet wat armoede is noch weelde, noch
wat de werelt in sich heeft, twelck dickwils
oorsaeck is Van haer verderffenis".
DE WATERDUIVEL
omtrent 1520 was Pier van Heemstra, bijge
naamd Groote Pier. Hij beschouwde de Holland-
sche onderdanen van Karei V als zijn vijan
den, omdat soldaten van dezen vorst hem
schade hadden berokkend. Galg en rad voerde
liij in zijn wapen en maakte vijf jaar lang als
,'t kruis der Hollanders" de wateren onvei
lig. Medemblik, Hoorn, Enkhuizen, hadden veel
van hem te lijden. In 1519 veroverde hij elf
schepen, elk met vijftig opvarenden, allen Hol
landers, dié hij tot den laatsten man verdronk.
„De hertog van Sneek" zette zich tenslotte
ais een welgesteld burger neder te Sneek, waar
de ellendeling zich niet lang daarna „dood-
Bchrok" aan de gevolgen eener „spookverschij
ning" van een zijner eigen soldaten.
DEN KEIZER VAN
Mataram, Amangkoe-rat I, hMd gouverneur
R. van Ooens zoet met allerlei kinderachtige
cadeautjes; 2100 zond hij hem in 1653 „een
ongeltjen". Toen dat niet meer hielp, verzon
de gezant der Oost-Indische Compagnie iets
anders. „Onder ons soldaten hadcis ik twee
goochelaers die verscheijden wonderlijcke pot
sen aenrechten, onder anderen één die naar
schijn wel ses pond capock at ende gedürich
vuur ende eijndelijck veel gecouleerde linten,
naalden, spelden, ende geit, uyt sy® hals
spoch. Dit alles behaeehde den sousouhounan
boo, dat dickmael seer hartelijk daerom
lachte!
De keizer aller Turken, Mohammed II, ge
lastte een Christen-soldaat den godsdienst
van de Muzelmannen te omhelzen. Hij bedreig
de hem zelfs met den marteldood, wanneer bil
aan dit bevel geen gevolg zou geven. De sol
daat rukte toen zijn overkleed open en toon
de den wreeden heerscher de zware lit-
teekenen, waarmede zijn borst was overdekt:!
„Wat dacht gij wel, Sultan, dat ik duizend
wonden zou willen oploopen voor 'n aardschen
koning én dat ik dan bang zou zijn om fa
sterven voor den Vorst van hemel en aarde f
Mohammed II was zóó getroffen door dit
koninklijke antwoord, dat hij den soldaat ia
leven liet.
Y-<\J
Er komt 'n serie van vijf plaatjes, alle gé-
teekend naar héél fakende fabels. De bedoeling
is nu te raden, welke fabel wordt bedoeld.
Onder de goede oplossers van de vijf puzzles
iedere week verschijnt er één wordt 'tl
mooi tooek verloot.
*n Oud-Engelsche lord (uit Dickens'op
jacht! Blauwe jas met zilveren knoopen, rood
Vest, geie rijbroek, roode omslagen, witte Slob
kousen enz.
s