DE NOOD IN DEN LANDBOUW
RIJKSBEGROOTING IN DE
EERSTE KAMER.
STRESEMANNS MEMOIRES
de putsch van HITLEr.
1
m
Uit de nagelaten geschriften van
den grooten staatsman.
DONDERDAG 3 MAART 1932
DE HElpENDE hand
doelmatige advErtentién
REGEERING EN WERKLOOSHEID
INTERPELLATIE-WEITK A MP.
MINISTER RUYS WEERT ZICH.
Minister Verschuur cijfert.
interpellatie-hiemstra IN
DE TWEEDE KAMER.
pH
ALGEMEENE BESCHOUWINGEN.
MINISTER DECKERS.
SMUTS INTERVENTIE VOOR
duitschland.
De briefwisseling ««et Jen eniroonprin».
O, 23 October I» H#"
geLto1" VoIken m der
poogde te geven aan de gedachtenwisseling,
welke enkele redevoeringen uitgezonderd
niet op hoog peil stond. Dit kwam ook wel
doordat aan het debat niet de beste leden der
fracties deelnamen. Waren dezen misschien
overtuigd, dat er eigenlijk niet zoo veel te
critiseeren was, zeker niet na de forsche mi-
nisterieele repliek?
Natuurlijk dient men bij deze repliek de
ctionnaire gevoelens zal be- I economische beginselen in 't oog te houden,
zaken een der deskundig welke de Minister aanhangt en die de basis
zijn waarschuwing, zjjn van zijn financieele politiek, welke
Blijkbaar heeft minister Ruys zelf ook be-
dat in een publieke verdediging van
«n beleid als beheerder van Landbouw her
innerd mocht worden aan datgene wat de
«geering had gedaan voor het noodlijden' e
P atteland. De repliek in tweeden termijn was
au ook veel krachtiger en maakte veel
indruk da.n het antwoord in eerste ins n
Nu heeft de Preimier wel geen har s o
lfik betoog gehouden, wel met ernst ge
billijk te zijn in critiek. Men kan Sema
kclijk veel en met veel aandrang "*>0=^ met
regeering moet echter rekening
het geheele sociale bestel en overwe-
geopperde wenschen - in verband met de
rijksmiddelen en de belangen d«d^™at.
- deugdelijk, uitvoerbaar
haar ZQn. Zij heeft bu het nemen j.
totaal reeds een
niemand van
Sï» uftfn'van de Earner en zijn van zijn nnancieele politiek, welke op
h t hp 7'ikpn niet te simplistisch moeten wor- haar beurt den grondslag vormt voor datgene
dat. de zaken nie (p.n ook I nmt bh c.„
hij sociaal verantwoord acht. Aan deze
tot de zaken met w> de 3(K.iansten (en ook
den voorgesteld, kunde heeren Braat
nog wel sommige q knoopen, al meenen
Kersten) m hudien
en Kersten) m ovevWogen dienen te wor
wij, dat ogelen_harde executie8.
dem tegen on dje voor geen enkele bewering
De heer Braa 'a) zyn j,aat tegen ambtenaren
hij zijn verlangen naar een
bang is, scheen
toen
vergeten, V^bank uitsprak. (Dat hij zich het
staatshypo over de vraag, hoe dit cre-
geregeld en of b.v. de Staat, alle
hypotheken a 100 pCt. moet overnemen, spreekt
^Ook^ds- Kersten, die de sociale verzekering
„afgoderij" of „bloedzuigerij" beschouwt,
zag er weer geen kwaad in om het heeie In-
validiteitstonds liquide te maken en te ver
bruiken voor de hoeren Maar hoe moet
het dan met de armen, die van dit en andere
fondsen profiteeren en er daar herinnerde
de heer Weitkamp aan ook op het platte
land erg dankbaar voor zijn? Een andere
zaak is natuurlijk een mogelijk uitstel der
premie-betaling op gronden als mr. Oud be
toogde.
Redelijk leken ons de verlangens der drie
Katho ie e sprekers, die nog het woord voer-
den en door anderen werden gesteund De
heer Jac. Vos bleek voor de hulp aan rogge- en
zuivelproducenten dezelfde middelen te wen
schen als de heer van Voorst tot Voorst en
vroeg tevens steun voor de eier-producenten
De heer Ch. v. d. Bilt vertolkte de wenschen
van e West-Priesche tuinders1, o.a. dat de
m litZm de. agrarische crisis «Ik.
voor de gemengde bedrijven pas twee jaar la
ter nijpend werd. De minister stelde de cnsis-
commissie-Lovink in, waarin vertegenwoordi
gers van alle belanghebbenden hij den land
bouw zitting kregen. Maar zelfs deze deskun
digen dienden eerst op 25 Febr. j.l. een rap
port In over den huidigen toestand. Terecht
mocht de minister zeggen, dat hij dan toch
waarlijk niet op 1 Maart kon komen met voor
stellen, die kant en klaar zijn, gesteld al, dat
zulke mededeelingen per interpellatie kunnen
geschieden i.p.v. per Koninklijke Boodschan
de Raad van State gehoord.
Deze redeneering schijnt om aanvaardbaar
Ajleen verbazen wij er om toch over data
commissie—Lovink dan niet eerder' rann
teerde over de huidige crisis in gemengd
drijf, waar de organisaties al anderhalf
geleden met bun urgentie-programma Ij I
waren. Wij begrijpen, dat Minister Ruys fT*
zoo goed en veelzijdig mogelijk ingelicht f''
«vorens op l»et moeilijke agrarisch terrein
pen te zetten, maar een gevaar is SunrWk
ook, dat een commissie als die. welke toTk!
-vink presideert, te degelijk Werkt en l'
2ar schijnbaar veelzijdige samelteilinn toch
(heeie vakken van den landbouw ove h t t, m
over het hoofd
®tet fito steiïn biin DIet dat tot
dusver a"e steun bijna naar de kleistreken
«"fZiïZV Waar daf de crisis
"aar 0lef8te]rbeS?n en de steun er ook no o-
to* was, men kon toch aannemen, dat de zand
beken ook spoedt in den knel zQuden raken
Gezegd mag echter zeker worden, dat de re-
tgeering zich niet Passief betoonde en de Minis
ter heeft laten doorschemeren, dat ook het
Ijnoeilijke vraagstuk der crediet-verleen!ng hij
de regeer ju"onderzoek is, al moet deze
gezien ue vertrouwenspsychose in de financieele
wereld -- voorzichtig zijn.
VoorziChtlghejd op diit stuk kon de soc.
dem- ^«meeste,. v d. Sluis leeren van mr
0ud.n v,Aaa-chuwde terecht tegen de vol-
k°Me?ers vooe-atelling alsof aRe geld,
zouden zijn en hij heeft
**1 hypo^hekf- ««sequenties van schrapping
pen moratorium en van
e herinnerd. De heer Oud, dien
wat
grondslagen kan men twijfelen, doch dat is
gistermiddag n-iiet gediaan. Zij schenen stilzwij
gend beaamd te worden en men hield zich
aan practische vragen. Als men dan het re-
geeringsantwoord rustig beziet, kan men,
wat de hoofdzaken betreft, veel critiek als
bar onbillijk afwijzen. Dit geschiedde trou
wens ook onomwonden door den leider van de
protesten tsche arbeiderscentrale, den heer
Atnelimk, die, naar wij meenen, gistermiddag
zijn maidenspeech hield. Deze afgevaardigde
spreekt onvervalscht Twentsch accent, maar
met hem is de a.r.--fractie een klaren kop rijker
geworden.
De ioonen in de werkverschaffing zijn in
t algemeen redelijk. Men d.w.z. gehuwden
van 23 jaar en kostwinners van 18 jaar, die
toegelaten worden kan zeifis eein uur
loon van veertig cent bereiken. Een kwartje
is heel gewoon. Duidelijk is echter, dat men
in de werkverschaffing geen hoogere ioonen
kan uitkeeren dan in het vrije bedrijf en dat
de getrainde specialisten, die de Ioonen bepa
len, geen belang hebben bij te lage becijfering.
Bovendien is daarbij nog voortdurend con
tact met de landarbeidersbonden.
De regeeringssteun aan de gemeenten toot
de crisisuitgaven bedraagt minimaal 25%
maar kan, in verband met den financleelen
toestand der gemeenten, tot 75% der uitgaven
stijgen.
Wel echter en dit was een mededeeling
De Duitsche Kroonprins bij een bezoek
aan Doorn*
Regeering de 3Ï raPdeidnamTin "hët crediet I van gewicht - wil de Regeering meewerken
voor de gemeenten zou laten vervallen en dat aa« credietverleenlng voor won ngbou
A- 1 voorwaarde, dat er een eenheidsprijs tot stand
komt. In dit verband en mede met bet oog op
de geheele positie der bouwvakarbeiders (zoo
wel met betrekking tot de vraag of zij crisis-
werkloozen waren en of hun kassen dus ook
recht hadden op hooger steun) ontspon zich
een debat over de Ioonen dezer arbeiders. De
Minister noemde looncijfers, waartegen dr.
v. d. Tempel, later ook de heer v. d. Houven
en de heer Amelink protesteerden. Laatst
genoemde afgevaardigde gaf wel toe, dat som
mige bouwvakarbeiders misbruik maakten
van hun positie, maar betoogde, dat de Ioo
nen ver beneden het peil lagen door den Mi
nister genoemd. De zaak schijnt niet zoo een
voudig, want toen de heer v. d. Houven aan
't cijferen was, kwam de Minister ook weer
met een loonlijstje en tijdens Amelink s rede
preciseerde Z.Exc. per interruptie, dat hij op
uurloonen doelde.
Men kan de Regeering overigens niet ver
wijten, dat zij zóó weinig orisis-werkloozen
erkent, want op het lijstje staan: de arbeiders
uit de diamant-, hout-, kleeding-, metaal-,
tabaks-, textiel-, transport-, steenbakkers- en
fabrieksbedrijven. Er moeten dus wel zeer
bijzondere omstandigheden zijn, die de bouw-
hoog werkloozen-
de steun zou worden uitgebreid. De heer
Kampschoer had al voor de bloemkweekers
®u nog eens aan de verlaging der
vrachttarieven herinnerd, terwijl de heer Oud
®eehielp voor N. Holland (hij vroeg een toe
van f 1 op elke 100 kilo kool, hetgeen een
Millioen zou vorderen) en ds v. d. Heide, toe.
§aE dat men ook van de consumenten eenige
offers voTdereu kon, opdat de plattelanders
van hun bedrijf kunnen leven,
Heel de kamer en sprekers van alle partijen
hebben met warmte voor de hoeren gepleit.
Er is waarlijk geen nieuVe partij noodig om
hun rechtmatige wenschen te verdedigen. En
wij zijn er ook zeker van dat minister Ruys
al zal het agrarisch deel van zijn departement
binnenkort naar minister Verschuur verhui-
zen zjjn invloed zal gebruiken om dezen
bewindsman te helpen bij het vervullen van
zijn niet lichte baak.
Het werkloosheidsvraagstuk is wederom
voorwerp van gedachtenwisseling tusschen
to Regeerlng en de Kamer. Indien de inter-
pellatie-Hiemstra wat geworden is, dan was
dit niet door den
interpellant, die
zich wel al te veel
in kleinigheidjes
bewoog, maar dan
lag het aan den Mi
nister, die de groo.
te vraagstukken
groot bezag en ze
in 't licht stelde
van heel onze na
tionale economie.
De heer Hiemstra
mocht al geen aca
demisch debat wen
schen, de Minister
Imponeerde door de
vaste hand waar
mee hij zijn repliek
formeerde en stuur
wereld haar weerga vindt, den heer Hiemstra
hoort praten over een „hardvochtig optreden
der Regeering, dat niet ernstig genoeg kan
worden gelaakt'
Als het waar is de heer dr. Vos sprak
dienaangaande ernstigen twijfel uit, maax wij
kunnen niet aannemen, dat de Minister zich
bij zulke mededeelingen tientallen millioenen
vergist dan wordt in Nederland in verschil
lenden vorm maandelijks aan steun besteed
de som van 12 miliioen gulden. Dat is 150
millioen gulden per jaar werkverschaffing en
werkloosheidssteun. Rekent men daarbij een
150 millioen voor de gewone Armenzorg, die
in 1929 een 95 millioen bedroeg, dan nadert
men de 300 millioen gulden per jaar. Natuur
lijk is dit geen budgetair cijfer, aooals dr. Vos
misschien verondersteld heeft, maar econo
misch beschouwd, eet Nederland per jaar een
300 millioen op aan improductieve uitgaven
De sommen voor werkverruiming, voor den
lamd- en tuinbouw, de 70 millioetu, die de so
ciale wetgeving per jaar vordert, en een massa
andere uitgaven hooren daar niet bij! En men
bedenke, dat de vermindering van ons natio
naal vermogen op '/3 wordt geschat en dat de
Minister ons nationaal inkomen van 60 tot
70 gedaald berekende.
Men mag nu aan deze cijfers wat knabbe
len (sommigen zullen lager maar anderen
weer hooger rekenen), niemand kan de betee-
kenis qrvan loochenen en zich onttrekken aan
de vraag, hoelang dit kan duren, als wij ons
muntstelsel althans willen handhaven in den
huidigen vorm.
Dat de rare moties-Hi-emstra ook maar een
schijn van kans hebben, gelooft niemand.
Wie nuchter waarneemt, moet concludeeren,
In het teeken van de crisis
(Ad Int.). De Eerste Kamer is thans met
de algemeens beschouwingen over de Rijks-
begrooting begonnen. Het zal een heeie toer
zijn om de begrooting voor Paschen afgehan
deld te hebben, want er resten nog slechts drie
weken voordat de Goede Week, waarin de
Kamers gewoonlijk niet bijeenkomen, zal zijn
aangebroken. De voorzitter stelde daarom al
avondvergaderingen in het vooruitzicht, tenzij
de Senaat, het woord van Sint Paulus: „den
tijd uitkoopende, dewijl de dagen boos zijn"
indachtig, een groote beknoptheid bij de be
raadslagingen zou betrachten.
Thans, den eersten dag van de begrootings-
debatten, viel er bij de meeste sprekers van
die zoo gewenschte beknoptheid nog niet veel
te bespeuren. Er werd zes uur vergaderd en
al die tijd werd door een viertal sprekers in
beslag genomen.
Waarin wel beperking viel te constateeren
was in het aantal behandelde onderwerpen.
Voornamelijk, zelfs vrijwel uitsluitend over de
economische crisis werd het woord gevoerd,
zoodat we kunnen zeggen, dat de algemeene
beschouwtagen voor gisteren afithams
stonden in het teeken van de crisis.
De anti-revolutionaire professor Diepenhorst
opende de rij der sprekers met een, zooals
we van hem gewoon zijn, zeer verzorgde, uit
stekend gedocumen
teerde en zoo nu en
dan niet van humoT
gespeende redevoe
ring. De anti-revo
lutionaire hooglee
raar had het vooral
op de S.D.A.P, ge
munt, wier leden zoo
gaarne hoog opgeven
van de sociale ver
beteringen, waarvan
zij alle verdienste
als „hun werk" voor
zich opeischen en
thans, nu de moei
lijkheden komen en
de sociale lasten
zwaar drukkenbe-
PHiemstra
nijverheid, ondanks haar -«=u- Reeeartag al het mogelijke doet voor
aantal, niet onder de crisisbednjven doet ZSZÏ L wreode^risis. Alleen over
vallen' ondergeschikte methoden is een en ander in
Men bedenke, dat da werkloozenkassen van mi<jden gebracht door den heer Ebels, die
de „aristó"-wier(kloazen een rijkstoeslag met pi^tte voor loontoeslagen aan plattelandsar-
een maximum van 300 krijgen en de kassen J Aiders (naar onze meening iets anders dan
der niet als crisis-werkloozen erkenden een op Vee.l hoogere Ioonen dan Amster-
maximum-toeslag van 100 Te zeggen, dat
de Regeering het belang dezer kassen, waar
voor d-e arbeiders zich groote offers hebben ge
troost, niet erkent, is d-us onjuist. En wij heb
ben nu ook een gematigde exegese van het
regeerinigsbesluit inzake de positie dezer kas
sen vernomen, welke hierop neerkomt, dat de
Regeeri-ng haar niet wil berooven van alle
reserves. Op dit punt zal dus met eenig over
leg ook overeenstemming te bereiken zijn
Men staat toch even verbaasd als men bij
een steunregeling, welke in geen land ter
Prof. Diepenhorst
dam kent) en door den c.h. heer Bakker, die
niet zonder grond bezwaren opperde tegen het
stelsel der centrale werkverschaffingen.
De Minister van Defensie, mr. dr. L. N.
Deckers, wordt Woensdag 9 Maart a.s. met
den Staatsspoortrein van 9.49 v.m. te 's-Gra-
venhage terugverwacht.
weren: wij hebben met de crisis niets te
maken; zij is onze schuld niet. Die houding
klopt niet met de werkelijkheid, ook niet met
hun houding tegenover den oorlog, waaraan
ook hun partijgenooten in het buitenland heb
ben meegedaan en die een van de oorzaken
is van de crisis, welke we thans beleven.
Intusschen gaan de sociaal-democraten in
het parlement maar rustig door zich te ver
zetten tegen de maatregelen, welke door de
Regeering worden genomen om 's lands
financleelen toestand, welke door de crisis
ernstig wordt bedreigd, op een gezonde basis
te houden.
De heer Diepenhorst verdedigde dan de
salarisverlaging voor de ambtenaren en de
poging de1- regeering om leiding te geven,
teneinde ook voor het particuliere bedrijf de
ioonen te verlagen.
Hij beschouwde dit alles als een economische
noodzakelijkheid, waarvan de hardheid wordt
verzacht door een tweetal factoren, n.l. de
verlaging van het indexcijfer voor het levens
onderhoud en het hooge peil waartoe de ioonen
in Nederland waren opgevoerd. Nederland had
met Denemarken, Zwedeh en Engeland de
hoogste Ioonen en nu Denemarken en Enge
land den gouden standaard hebben losgelaten,
•bevindt ons land zich alleen nog maar met
Zweden aan de spits wat de ioonen betreft.
Door sociaal-democraten huiten het parle
ment wordt toegegeven, dat de Ioonen niet
onaantastbaar zijn, o.a. in de brochure „De
partij en de crisis of de crisis en de partij",
waarvan de anti-revolutionaire spreker tot
zijn spijt slechts nit de tweede hand kon
citeeren, daar hij de origineele brochure niet
kon bemachtigen, omdat zij alleen te ver
krijgen was voor leden van de S.D.A.P. „Die
prijs was mij toch te hoog", merkte de heer
Diepenhorst laconiek op
Was de anti-revolutionaire fractie-leider het
dus geheel met de Regeering eens wat haar
loon-politiek betreft, dit was niet geheel het
geval met haar houding ten opzichte van het
vraagstuk der productie-wijze, waarover in het
Voorloopig Verslag eenige opmerkingen waren
gemaakt. De regeering was in haar Memorie
van Antwoord dit vraagstuk, als een kwestie
van louter academisch belang, voorzichtig uit
den weg gegaan, maar zij had naar zijn mee
ning gerust ronduit mogen verklaren, dat het
kapitalisme, (verstaan als de productie-wijze
op de basis van den particulieren eigendom
van den voortbrenger, dien winstbejag be
zielt) nog niet uit den tijd is en dat het
denkbeeld van een planmatige wereldproductie
tot de utopieën behoort Dit althans was het
standpunt van den heer Diepenhorst, die het
tegenwoordige productie-stelsel beschouwt niet
als een kunstmatig plan, maar als een ge
groeide organisatie, die veel goeds heeft ge
bracht.
Na den heer Diepenhorst kwam een tweed#
hoogleeraar aam het woord, namelijk de vrijzin-
nig-demooratlsohe professor vam Emhdiem.
Als middelen ter bestrijding van de economi
sche crisis beval deze spreker aan een tweetal
internationaal te nemen maatregelen een soort
wereld-werkloozenkas, die ergens bij den Vol
kenbond zou moeten worden ondergebracht, en
een wereld-statistiek van grondstoffen.
Ze ruiken naar de lamp, zou ëen iatijnsch
spreekwoord zeggen. Theoretisch zien ze er heel
aardig uit maar praotisch Hoeveel zal elk land
in die werkloozenkas moeten bijdragen en zullen
de nationale economische maatregelen ooit een
bevredigende regeling van die bijdragen moge
lijk maken En wat de wereldstatistiek betreft,
de gemeentelijke statistieken loopen reed»
eenige maanden achter de feiten aan, een lande
lijke statistiek is nog meer ten achter, zou dam
een werel-dstatistiek nog wel iets meer dan
historische waarde kunnen hebben
Het slot van de rede van den heer van Emb-
den, die meermalen heel professoraal in grauwe
theorieën onderging, was natuurlijk 'n pleidooi
voor de ontwapening. Nieuwe klanken vielen
daarin niet te beluisteren.
De liberale heer v. d. Bergh besprak de bank-
polifiek in verband met de crisis en kon zich
niet vereenigen met een door de centrale bank
uit te oefenen toezicht op particuliere banken.
Zulk toezicht noemde hij ontoelaatbaar en on
aanvaardbaar. Ondanks het centraal toezicht
zijn in Amerika 2700 banken naar den kelder
gegaan, dus veel haalt zulk toezicht ook al
niet uit.
Tijdelijke maatregelen ter bescherming van
onze industrie kon zelfs deze geboren en getogen
vrijhandelaar onder de huidige abnormale om
standigheden niidt verkeerd achten.
De sociaal-democratische dr. Wibaut hield een
uitvoerig pleidooi voor een ruimere Regeerings-
bijdrage aan de gemeenten tot bestrijding der
werkloosheid en geen onderscheid in uitkeering
aan crlsiswerkioozen en andere werkloozen.
Zooals men weet, weigert de Regeerong uitkee
ring te verleenen voor werkloozen in het bouw
bedrijf en ongeschoolde arbeiders, die niet onder
de crisisvakken vallen. In geen enkel ander
land bestaat zulk een splitsing, betoogde de
heer Wibaut.
Het sprekerslijstje was met den heer Wibaut
nog lang niet uitgeputer stonden na hem
nog 8 namen op en wie weet hoeveel er nog
bijkomen.
Si. als a
•an f- Brltscb. ij.MrilaatMh,
OP een maaltijd /e
Club in Londen een rede, waa een
de tijd gekomen was voor het
sroote conferentie der mogendü o
hoofdzaak bij het vraagstuk der Koerbe.
'hgén geïnteresseerd waren Aan 6n
Ïuj-Hng moest onverwijld een einde
tusschen Roer- en Rijngebied en
ït». herige Duitschland verdwijnen.
verantwoording ten aanzien va
rustte op Frankrijk. Misschien
Mogelijk, dat Frankrijk zich kon P
het dreigende verval van Dnitsch-
aan te zien, hoewel dit ook ze
tigheid landpunt van Frankrijk van kortziei -
kle1as getuigen. Maar Engeland en de
vaste waardo-ir Duitschland op het
gehi g hftj ls omgeven, konden niet onver
hen zou hnfJt van Duitschland aanzien. Voor
van
Duitschia^tenomische
en politieke vevva
ramp ®en niet meer goed te maken
Wanneer
t
de voorraam bricatie, of
den omzet, '**r artikelen,
overtreffen, gaap6" Verkoop
4an 'n serie
te
dan eens de kan
helpen, den aftrek
producten te vergro^
Deze rede van Smuts was voor Stresemann
aanleiding om hem op
29 October den volgen
den brief te schrijven:
„De rede, waarin gü
Ihet onrecht, dat
Duitschland door de
Roerbe-zetting wordt
aangedaan, op zulk een
openlijke en indruk
wekkende wijze hebt
herdacht, heeft mij
Met grooten dank
vervuld, evenals Uw be-
feidwiliigheid, welke
Mij door den heer De
aa'-i op vriendelijke
hze is overgebracht.
m ons bij te s-taan. Het
y°or °ns land een
verhettend gevoel> b„
T_iMan van Uw we-
nj eteekenis en ken-
grip ?d!ni8 he- Gensfraal Smuts. I
ken t den werkelij-
in Duitschland en voor de nood
vinden Van 6611 verandering daarin te
r„,nfl<L,l'?07' 0 opgeworpen gedachte van een
le begroeten wij met vreugde; echter
moe een dergelijke conferentie snel bijeen
geroepen worden omdat onze tegenwoordige
toestand niet lang meer kan voortduren, zon
der aait een verwoestende catastrophe over
ons kom-t.
„Wij zijn, gelijk ik herhaaldelijk te kennen
heb gegeven, bereid ook buitengewoon zware
verplichtingen op ons te nemen, maar elke
verplichting is onmogelijk ais het rijk door de
politiek van Frankrijk verder verbrokkeld
wordt en als het Duitsche volk de levens-mo
gelijkheid wordt ontnomen.
„In de weinige regels, welke ik u hier toe
zend, kan ik slechts in groote lijnen onze
situatie teekenen. Ik zou het bijzonder waar-
deeren, wanneer ik de gelegenheid zou vinden,
om met u °P een nog nader aan te wijzen
plaats een persoonlijk onderhoud te hebben om
de wereldproblemen en Duitschlands positie
ten aanzien van de tegenwoordige gebeurte
nissen te hespreken. Het zou mij zeer ver
heugen, wanneer dit mogelijk zou zijn en
als op deze indirecte gedachtenwisseling een
persoonlijke kennismaking met n zou volgen,
welke misschien de ontwikkeling der dingen
ten goede zou komen."
Beieren komt tot bezinning.
In de volgende dagen wierpen de gebeurte
nissen van den 8eten November, den dag
waarop Hitier te München de regeering
trachtte omver te werpen en een dictatuur
van rechts in te stellen haar schaduwen
vooruit. Over deze „Hitlér-Putsch" is in de
aanteekeningen van Stresemann o.m. het vol
gende te vinden:
„Toen kwam de Sste November met zijn
gebeurtenissen. Wederom was het kabinet be
middernacht in de werkkamer van den rijks
kanselier verzameld. De uitvoerende macht
ging op generaal von Seeckt over, de burger
oorlog leek onvermijdelijk. Nog in dienzelfden
nacht trad de rijkskanselier persoonlijk in
verbinding met de burgemeesters van ver
schillende Noord-Beiersche steden. Misschien
wachtten Pommeren en andere rechtsradicale
districten op de overwinning te München.
Men was in Noord-Duitschland op de hoogte
van hetgeen in Zuid-Duitschlan-d gebeurde. De
Duitsch-Nationale dagbladen hadden een
nachtdienst ingesteld om de overwinning van
..Völkisehe" beweging en den opmarsch
naar Berlijn te melden. Den leider van een
vereeniging van grootgrondbezitters werd op
7 Nov., toen hij belangrijke onderhandelingen
van financieelen aard in Berlijn wilde voeren,
meegedeeld, dat het geen zin had met deze
regeering te onderhandelen, want den lOden
November zou men in het rijk een nieuwe
regeering hebben."
„Intusschen bra/k de latente tegen-stel-l ing
tusschen Wit-B;lauw em Zwairt-Wi't-Rood in
den vorm uit, welke door de gebeurtenissen
bekend is geworden. Eerst als men alles weet,
wat toentertijd gebeurde, kan men de volle
beteekenis van den brief begrijpen, welken
kardinaal Fa.ul haber toentertijd aan dr, Stre
semann zond en die een laatste dringende
vermaning en waarschuwing aan de bevolking
van Mündhen inhield. Toen kwam dan in
den nacht h-et oogenblik waarop Kahr en Los-
sow zich van Hitier en Ludendorff afwend
den. Later scheidde zich af wat in de weken
daarvoor elkaar steeds vijandig was geweest
nl. Wit-Blauw en Zwart-Wit-Rood. en tege
lijk met de woeden-de kreten over de slacht
offers va-n den strijd irn het eigen kamp kwam
in Beieren langzamerhand met de bezinning
de brandende schaamte, kwam de verklaring
van den leider der Beiersehe Volkspartij, van
den prelaat Leioht in den Duitschen rijksdag:
„Ei-ne Ordnungszelle könmen wir uns in
Bayern nicht mehr nemnen".
Den 9den November 1923 maakte Strese
mann de volgende notitie
„De Fransohe gezant zocht mij heden op en
verklaarde mij heit volgende; De Fransche
minister-president, die beginnen wil met na
drukkelijk te verklaren, dat het geheel niet
in zijn bedoeling ligt zich in binnenlandsche
aangelegenheden v-an DuitsehJand te mengen,
voelt zich toch gedrongen erop te wijzen, dat
de geruchten over de gebeurtenissen In
Duitschland in Frankrijk onrust hebben ver
wekt. Gezegd wordt, dat hij een aftreden van
de huidige re-geering een dictatuur van rechts
aan het bewind zou komen. Leidende persoon
lijkheden van rechts hebben hun bedoelingen
duidelijk te kennen gegeven. I-n die kringen
is het streven om alle herstelbetalingen stop
te zetten, het verdrag van Versailles te ver
nietigen en revanohemaatregelen tegen Frank
rijk voor te bereiden. De Fransohe minister,
president is hierdoor verontrust en wenscht
er de aandacht op te vestigen, dat hij den
vrede in Duitschland en den vrede in Europa
het beet gewaarborgd ziet, als de democra
tische regeerinigsvorm in Duitschland gecon
selideerd wordt.
„Ik antwoordde den gezant hiienop, dat ik
met genoegen ervan kennis had genomen dat
het geheel en al niet in de bedoeling van den
Franschen minister-president ligt om op de
binnenlandsche aangelegenheden van Duitsch
land eenigen invloed uit te oefenen. Het Duit
sche volk heeft zichzelf een grondwet gege
ven en aan het volk alleen was het te be-
oordieelen, ondier welken grondwettelij'ken
vorm het dacht te leven en zijn politiek te
ontwikkelen. Dat grondwettelijke bepalingen
niet star en onveranderlijk zijn, werd juist
door de gebeurtenissen van den laat-stein tijd
bewezen, die door het stijven van de landen
om een gr-ootere zelfstandigheid te krijgen in
het kader van het Duitsche rijk beïnvloed
waren, een streven, waartegenover de rijks-
regeering zelf niet onsympathiek stond.
„Wat. overigens de bezorgdheid van den
minister-president ten aanzien van de ont
wikkeling der dingen In Duitschland betreft,
welke verband houden met gewapende opstan
den, de afloop van de Putsch in München be
wijst wel, dat de regeering over genoeg kracht
en autoriteit beschikt heeft om deze beweging
meester te worden."
Terugkeer van den kroon
prins naar Duitschland.
Ex-kroonprins Wilhelm, die sedert Novem
ber 1918 op Wleringen geïnterneerd was, had
reeds verscheidene keereu bij de Duitsche re
geering een verzoek ingediend hem d-an terug
keer naar Duitschland toe te staan. De
Duitsche regeering was van meening, dat dit
verzoek den kroonprins niet geweigerd kon
worden Stresemann- had in 1921 in verband
met deze kwestie den kroonprins op Wierin-
gen bezocht. In Juni 1923 zon hij den prins
daar opnieuw bezoeken, waartoe hij echter
door zijn ambtsbezigheden vetrhinderd werd.
In de nagelaten papieren van Stresemann be
vindt zich de briefwisseling tusschen hem en
den kroonprins over de kwestie van diens
terugkeer in het bijzonder en over den toe
stand i-n Duitschland in het algemeen.
In Augustus 1923 schreef de kroonprins den
volgenden brief aan Stresemann
„Zeer geachte heer rijkskanselierSta mij
toe u hartelijk te bedanken voor uw beminne-
lijken brief en uw uiteenzetting van den toe
stand, welke mij zeer interesseert. Middeler
wijl hebt gij in een moeilijken tijd het ambt
van rijkskanselier op u genomen. Het zij mij
vergund u openlijk te zeggen, dat ik vertrouw
dat gij middelen en wegen zult vinden om
eimdelijlk ons arm, gepijnigd vaderland een
periode van Inkeer en tot rust komen -te waar.
borgen.
„Het is zeer te prijzen, dat uw regeering
een krachtige poging doet om de waanzinnige
inflatie te bestrijden. Inhoeverre de nieuwe
belastingen te dragen zijn en speciaal welk
resultaat het onttrekken van deviezen door
het rijk ten gevolge zal hebben, kan ik. per
soonlijk niet beoordeelen. In het vaarwater
l-iggen genoeg gevaarlijke klippen
Hoewel ik in politiek opzicht tot stilzitten
gedoemd ben, weet gij dat ik van ganscher
harte alle gebeurtenissen en -besluiten volg,
-welke tot den wederopbloei van ons vaderland
kunnen bijdragen, en derhailve wemsch ik u
uit eerlijke Duitsche overtuiging volledig suc
ces in uw zoo bijzonder zware en vtnanbwoor-
delijke functie toe.
„Allen Gewalten zum Truitz si-ch erhaltem''
i-s steeds mijn lievelingsspreuk geweest; deze
moge thans voor u van bijzondere beteekenis
zijn.
Met bijzonder hartelijke groeten verblijf ik
uw oprecht toegenegene.
(get.) WILHELM".
Den 29sten September 1923 riep de kroon
prins nogmaals Stresemanns bemiddeling in,
ten einde een pas voor zijn terugkeer in
Duitschland te krijgen.
Den lOden OctobeT daaropvolgende ant
woordde Stresemann hem o.m. het vo-lgende:
Gelijk minister Severing reeds aan
(uw adjudant) Herr Von Müldner heeft mede
gedeeld, neemt ook hij aanl dat Uwe K. H. in
den laten herfst wederom in Duisch'land kan
zijn. Ik deel met hem deze opvatting. Uwe K.H.
heeft de vier afgeloopen jaren van groot ziels-
1 ij den met groote karaktersterkte gedragen en
overwonnen. De dag, waarop Uwe K. H. het
Duitsche vaderland wederom zal betreden, zal
naar ik hoop, het begin zijn van een tijdperk
van uitrusten in den familiekring, van bedrij
vigheid op eigen bezittingen en van medewer
king aan den wederopbouw van ons vaderland.
Ik hoop, dat deze dag niiet meei ver zal zijn
en dat alle verwachtingen, die Uwe K. H. daar
aan vast knoopt, zich ten volle zullen ver
wezenlijken. Het aantal van hen, die reeds
lang de verkeerde voorstelling, welke bij het
publiek over den persoon van den Duitschen
kroonprins bestond aan kant hebben gezet en
die uw zuiveT willen erkennen, is gelukkig
steeds grooter geworden. Dat ik tot dezen
kring behoor, behoef ik dwe K. H. niet te
verzekeren.
„Van harte zal ik mij erin verheugen Uwe
K. H. spoedig weer in het vaderland terug
te zien".
In een brief van 24 October 1923 deelde
Stresemann den kroonprins mede, dat de rijks-
regeering besloten bad om hem een pas te
verleenen voor zijn terugkee, naar Duitsch
land, en dat de regeering kennis bad genomen
van de verklaring van den prins, dat bij zich
in Oeüs zal vestigen en zich van alle politiek
verre zal bou-den. Qp 21 November d.a.v. be
tuigde de kroonprins Stresemann zijn dank
voor zijn vele bemoeiingen, „want ik weet
schreef bij, ,jdat zonder uw ingrijpen ik nog
steeds niet bereikt zou hebben, waarnaar ik
sedert jaren verlangd heb. Het deed mijn hart
goed in uw warme woorden wederom opnieuw
menschelijk begrip voor mijn toestand en we-
derom een bewijs van uw vriendelijke gezind
heid jegens mij te vinden."
In de aanteekeningen van Stresemann is
om. het volgende over (den terugkeer van
kroonprins Wilhelm naar Duitschland aange
troffen:
Voorjaar 1924,
„Zoowel majoor von Müldner als de vroe
gere rechtskundige raadsman van den kroon
prins dr. Kriege zijn herhaaldelijk met mij in
verbinding getreden in verband met den terug
keer van den kroonprins üit Wieringen. Bij
deze besprekingen heb ik mij steeds op het
standpunt gesteld, dat de kroonprins als
Dui'tsch staatsburger het recht heeft in zijn
vaderland te leven en te wennen, en dat het
tijdstip van zijn terugkeer uitsluitend afhan
kelijk is van het juiste politieke moment
„De politieke verhoudingen in Nederland,
en vooral de ontwakende belangstelling der
Entente, welke zioh tegen het vertrek vaa
den kroonptrins verzetten, noodzaakten hem
zonder waarschuwing van te voren over do
grens te gaan. Rijks-president Ebert was daar
over zeer onithu-tst. Het gelukte mij evenwel
hem tot kalmte te brengen. Wij kregen echter
zeer opgewonden uiedddeel-ingen over maat
regelen der Entente ten aanzien van Duitsch
land. Frankrijk zou voorgesteld hebben om
den terugkeer van den kroonprins tot uit
gangspunt van een actie tegen Duitschland to
maken. Dit mislukte echter door verzet van
Engeland. Ik zelf had een langdurig onder
houd met den Engelschen gezant wien Ik een
beeld van de persoonlijkheid van den kroon
prins gaf; ik overtuigde hem van de onwaar
heid der legenden, welke over den militaristi-
scheu en reactionairen kroonprins in om
loop waren. Ik verzocht ook den vertegen
woordiger van de „Times" bij m.i te komen en
gaf hem een uitvoerig interview, waarin ik
met name die mededeelingen verwerkte, welko
mij de kroonprins over zijn houding tegenover
koning Edward gedaan had, alsmede, over het
memorandum, dat door hem na den slag aan de
Marne aan den keizer was overhandigd en
over zijn volkomen constitutioneele begrippen
op het gebied van de binnenlandsche politiek.
Het gelukte mij den storm te doen bedaren
en ook in het binnenland bleef het rustig, om
dat de sociaal-democratische pers den toestand
niet kon uitbuiten, daar bekend was dat de
socialistische leden der regeering in den
terugkeer van den kroonprins hadden toege
stemd."
(NADRUK VERBODEN*)