DE INDISCHE BEGROOTING
IN DE TWEEDE KAMER.
HET KORTINGSWETJE IN DE
EERSTE KAMER.
tijd
MILLIOMAIE2Ö
ir*» °*rT I
HET LAATSTE KARWEI.
VRITOSTC TO 1932
HET ONTWERP AFGEHANDELD.
De bezuiniging op onderwijs.
MGR. C. C. PRINSEN 80 JAAR.
fear.
PATER M. LAMERS O. F. M. f.
SPOORWEGONGELUK TE GRONINGEN
SB
gl, m
'm
DE SENAAT NEEMT HET
ONTWERP AAN.
Met 24 tegen 16 stemmen
goedgekeurd-
„PETERSON'S CORNED BEEF',
SUBSIDIES NED. TRAMWEG MIJ.
DE OPLEIDING DER DIENSTPLICHTI
GEN'EN HET BEROEPSPERSONEEL.
FpsRf van S5?t^nrwj5sw£
ttlhta. z. OOEte4~
GEEN MATROZEN-DEMONSTRATIES
TEGEN REGEERINGSMAATREGELEN
De voorzitter scheen er alles op gezet te
hebben heden de Indische begrooting te be
eindigen en dit is dan ook bereikt, zij het ten
koste van een lange vergadering, welke bijna
zeven uur aan één stuk duurde en die wel
het ergst moet zijn geweest voor den president
zelf, die altijd maar op zijn hoogen stoel zit,
en voor den minister, die ien last van zijn
hoogen leeftijd opgewekt draagt.
Er is bij de verschillende afdeelingen veel
en velerlei besproken en feitelijk waarde men
voortdurend in de crisis. Met de bezuinigingen
n.l., waarvan ook meer dan één Indische be
groeting de sporen droeg, waren niet alle leden
het eens. De heeren Ketelaar en ter Laan
vreesden te veel beperkingen bij het onderwijs
en mevr. de Vries zag de volksgezondheid in
gevaar. Natuurlijk vindt de minister, dat er
wel een aangenamer politiek bestaat dan bezui
nigen, maar zoolang de Indische financiën niet
In evenwicht zijn, kan Z.Exc. ook al moeilijk
anders.
Het onderwijs in Indlë heeft altijd een goeden
pleitbezorger in dr. Moller, die met leedwezen
bepaalde bezuinigingen ziet, maar den minister
op het hart heeft gebonden toch te waken tegen
een te ver gaande afbraak van het inheemsch
onderwijs, de schoolgeldheffing in 't oog te
houden sn tévens de inlandsche meisjes,die
veel te veel verstoken blijven van onderwijs
Met dr. v. Boetzelaer is dr. Moller "t natuurlijk
eens, dat karaktervorming een eisch is, welke
aan goed onderwijs mag en moet worden"ge
ételd. en tij legde er bijzonderen nadruk op
Mat dit vooral geschieden kan wanneer het
ónderwijs is doortrokken van een godsdienst!
gen geest. Voikomen a-religieus openbaar
onderwijs is ook heelemaal niet noodig in een
land met een in overgroote meerderheid gods
dienstige bevolking.
^a.n kad de minister ai toegezegd,
dat het bijzonder onderwijs niet zwaarder zou
worden getroffen door de bezuiniging dan het
openbare. In dat geval, aldus dr. Moller, moet
aan de bijzondere scholen, ook geen personeels
formatie worden opgedrongen, welke de open
bare scholen hebben in dezen zin, dat aan eerst
genoemde slechts een gelijk aantal hoofdakte-
bezitters ais aan laatstgenoemde werkzaam
mogen zijn, terwij] de overige plaatsen door
onderwijzers met hulpakte bezet zullen moeten
worden.
Dit is vooral zoo bedenkelijk, omdat de
Regeering de bijzondere scholen dwong zoo
veel mógelijk hoofdaktebezitters aan te stel
len en de uitzending van onderwijzers met
hulpakte tegenhield. Zoo kunnen de school
besturen niet opeens aan het noodige perso
neel komen. Beter ware het, dat de Regeering
eenvoudig de gelden tér beschikking stelt
aan de bijzondere school evenveel als aan de
en dat de besturen dier scholen
w'Mersoneelsfojrmatie zelf beslisten.
^.„Rsgeering staat niet ongenegen tegen-
"trver- de laatste oplossing. Een ontwerp tot
gelijkstelling van bijzonder en openbaar
onderwijs, aldu3 de Minister, heeft den Volks
raad bereikt. De uitgebreidheid van het meis
jesonderwijs hangt weer samen met de finan-
cieele moeilijkheden.
De heer Engels, die voor ons land den kreet
„terug naar het land" in het parlement her
haalt, wil ook zooveel mogelijk den land
bouw in Indië aanmoedigen. Dit zou misschien
kunnen door landbouwgrond aan de bevolking
beschikbaar te stellen, door uitbreiding van
het crediet- en ooöperatiewezen. Een enthou
siast vriend van het grootbedrijf is de oude
Twentsche wever niet, maar de mogelijkheid
om de huisindustrie in goede banen te leiden,
lacht hem toe en de Minister achtte aeze denk-
beelden de overweging waard
Over den vorm van één bedrijf, de opwek
king n.l. van electrisehe energie in Midden-
Java, is stevig van gedachten gewisseld. De
eoc. dem. ir. Cramer nam het op voor een
Landswaterkrachtbedrijf in de Kali Toentang
en verzette zich tegen een ewentueele con
cessie aan do Nederlandsoh-Indische Water
kraohit Exploitatie-Maatschappij. Daartegen
over verdedigden anderen den gemenj?den° be
drijfsvorm. In elk geval wilde ir. Feber die
over de rendabiliteit niet zoo optimistisch
dacht als de heer Cramer, dat man het groot©
belang van de tot-stand-komlng van het werk
niet zon laten stranden op de klip der discus
sie over den vorm van het bedrijf. De katho
lieke afgevaardigde vroeg den Minister een
beslissing niet te lang uit te stellen. Hij vond
de merkwaardige bagrootingspolitiek in Indië
betreffende deze aangelegenheid al héél on
duidelijk en dat zullen er wel meer doen.
De zaak is nog niet in kannen-en kruiken.
Wel is, naar de Regeering heeft meegedeeld,
komen vast te staan, dat uitvoering van dit,
voor Java's ontwikkeling zoo belangrijke wa
terkrach twerk door de reeds genoemde maat
schappij een gemengd bedrijf, waarin het
Land overwegende zeggingschap heeft, en de
helft der aandeelen bezit eventueel moge
lijk zou zijn zonder nieuwe kapitaalstortin»
Ir. Feber heeft ongelijk als hij zegt, dat het
uit een oogpunt van werkverschaffing beter
is de zaak te bespoedigen en de uitvoerin-
niet togen te houden op grond van voorkeur
voor een bepaalden bedrijfsvorm, mits natuur-
'andsbeiang in 't oog wordt gehouden.
Indies defensie heeft geen aanleiding gege-
l&a,. t?t breedvoerige bespreking. „Oorlog"
kostte in 1929 ruim 72 millioen en is nu te
ruggebracht tot 59 millioen.. De zuivere
vone uitgaven voor de- oorlogsmarine, met
inbegrip van de pensioenen voor Inheemsche
schepelingen, kostten in 1929 ruim 30 mil
lioen en zijn voor 1932 tot ruim 23 mil
lioen gereduceerd. Natuurlijk is dit een veld,
waar de S.D.A.P, altijd verder gaande bezüi
afging noodig acht en zoo wil ir. Cramer de
„Sumatra" wei opleggen en geen oefeningen
houden en den bouw van den derden kruiser
stopzetten mitsgaders de heeie koetenverdee-
ling tusschen Nederland en Indië herzien,.
De Minister zal hier ook wel graag willen
bezuinigen en misschien ziet hij daarvoor kans
na een onderhoud met zijn collega van Defen
sie, die „vanzelfsprekend", zegt de heer Cra
mer, over deze zaken wel zal gesproken heb
ben in Indië.
Volgens den heer Wijnkoop heeft mr. Dec
kers daar nog veel meer gedaan: wij worden
in den oorlog met Japan en China gedreven.
Tot zijn verbazing merkte de communist, dat
geen enkel Kamerlid zooiets vreesde. Fleg
maticus als bij is, merkte de Minister op, dat
hij zijn rust niet wilde laten verstoren door
spoken.
Met den katholieken heer v. d. Bilt was de
bewindsman het eens, toen eerstgenoemle
tegenover den soc.-dem. heer v. d. Houven op
merkte, dat matrozen-demonstraties tegen
regeeringsmaatregelen van bezuiniging, niet
geduld kunnen worden. Anderzijds heeft de
katholieke afgevaardigde op bescheiden maar
duidelijke wijze te verstaan gegeven, dat hij
wachtte op de in den Volksraad afgelegde ver
klaringen inzake den woningbouw voor Euro-
peesche militairen en matrozen.
De geheele Indische begrooting is afge
werkt. Gestemd wordt er pas morgen, ook
over de bestuursbervorming, waaraan de Mi
nister zijn leven heeft verbonden. Voor dit
leven, zoo kunnen wij onze lezers intusschea
nit goede bron verzekeren, schijnt geen ern
stig gevaar te bestaan, zelfs al zou naar alge
meen verwacht wordt, de c.-h. dr. v. Boetze
laer tegen het omstreden wetsontwerp stem
men.
De pastoor der parochie van St. Jacobite
's Hertogenbosch en protonotarius apostolicue
Mgr. C. C. Prinsen wordt op 2en Paaschdag 80
Woensdag is na voorzien te zijn van de H.H.
Sacramenten der Stervenden in den ouderdom
van 49 jaar overleden de Weleerw. Pater Ma-
rius Lamers O.F.M., vicarius van het klooster
Alverna te Wijchen. Pater Lamers werd in
1911 priester gewijd.
Behandeling voor het Gerechtshof
te Leeuwarden.
In den avond van 26 Januari 1931 heeft op
het spoorwegemplacement te Groningen een
botsing plaats gehad tusschen een trein uit de
riohtlng Nieuwe Schans, die daar om 19.07
uur moest aankomen, en een goederentrein.
Door de botsing is de bagagewagen in een
tweede klasse rijtuig geschoven waardoor drie
reizigers werden gedood, en zes personen wer
den gewond.
De machinist en de rangeerder van den goe
derentrein waren door de rechtbank te Gro
ningen veroordeeld tot een hechtenisstraf van
14 dagen.
Gisteren werd de zaak in hooger beroep be
handeld voor het Gerechtshof te Leeuwarden.
Naar aanleiding mede van de verklaringen
van een der deskundigen, dat het sein niet
ongunstig was geplaatst en dat financieels
redenen oorzaak waren dat heit sein niet beter
zichtbaar was geplaatst, schorste de president
de zaak,
Diasdag 22 Maart as. komt de zaak opnieuw
voor.
Op Schomven-Duiveland is een conflict uitgebroken met de Waterleidingsmij. De
huismoeders van Nieuwerkerk halen het water van de gemeente pompen.
Op Teis van Seattle naar Yokohama leed
Mike Costoper schipbreuk.
Midden in den nacht stortte de „Hannova-
rian" lek en begon onmiddellijk te zinken.
Mike Costoper, uit zijn slaap opgeschrikt,
haastte zich in zijn pyama aan dek.
Direct zag hij, dat er geen tijd meer was
om naar zijn hut terug te keeren en, om niet
door het schip mee in de diepte gezogen te
worden, sprong hij vastberaden overboord.
Het werd een lange, afmattende worsteling
met de woedende golven, waardoor Mike ten
slotte het bewustzijn verloor.
Bij het aanbreken van den dag lag, op het
strand van een klein eiland, een bewustelpoze
map In een doorweekte pyama.
Om zijn hals hing een dun koord, waaraan
een eigenaardig gevormd, ragfijn voorwerp
bevestigd was.
Niet ver van den onbeweeglijken man lag
een ander voorwerp, dat donkerblauw glans
de in de stralen van de opkomende zon.
Op verscheidene mijlen afstand van het
kleine eiland dobberden vier reddingsbooten,
vol met menschen, op de thans weer kalme
zee. En juist toen de zon haar eerste stralen
naar de aarde zond, doemde aan de kim een
groote mailschip op.
.Niemand vermist", vertelden de schipbreu
kelingen van de'„Hannovarian", hun redders.
„Er was tijd genoeg om in de booten té gaan".
Doch hierin vergisten zij zich. Eén man
was er, die niet in da booten gestapt was:
Mike Costoper, die op dat oogenblik onbe
weeglijk op het strand lag van een HwBj
eiland, midden in den Pacific.
Door de koesterende stralen van de zon ont
waakte Costoper uit zijn verdooving.
Met niet-begrijpende oogen keek hij om
zich heen; naar het strand, naar de kalme
zee. En plotseling herinnerde hij zich weer
alles. Hoe hij midden in den nacht was op
geschrikt en naar het dek was gehold. Het
snelle zinken van het schip en hoe hij in zijn
angst overboord gesprongen was.
Moeilijk krabbelde Mike overeind. Zijn lede
maten deden hem overal pijn. Slechts terloops
keek hij naar het blauw glanzende voorwerp
aan zijn voeten. Strompelend ging de schip
breukeling op onderzoek uit. Het geluk was
met Mike, want al spoedig vond hij 'n kleine
bron, waaraan hij zijn brandenden dorst kon
lesschen. Gretig dronk hij van het heldere,
frissche water.
De onderzoekingstocht was al gauw beëin
digd, want het eiland was maar heel, heel
klein. Eigenlijk meer een groote zandbank.
Geen boomen of planten, niets dan zand, af
gewisseld door kleiachtigen grond, waar hij
het miniatunr-bronnetje gevonden had!
Door het verfrisschende water was Costo-
per's geest weer normaal gaan werken en zoo
kwam hij tot de ontdekking, dat hij geweldi
gen honger had.
Een lastig proble'em! Tot zijn oog viel op
het blauw-glanzende voorwerp op het strand.
Haastig liep Mike er heen en nam het op:
las hij.
Liefkoozend betastte zijn slanke, nerveuze
vingers, het groote, glimmende blik.
„Voedsel voor minstens veertien dagen",
juichte hij dankbaar. Snel werkten zijn ge
dachten. Dat het vleesch zou bederven als het
blik eenmaal open was, daarvoor behoefde hij
niet hang te zijn. Hij had de open ruimte een
voudig met zout water op te vullen en klaar
was Kees.
Opgewekt fluitend draaide Mike het blik
enkele malen om. Opeens verstomde het ge
fluit. Onbewust hadden zijn vingers naar een
deksel gezocht, doch nu schoot hem te binnen,
dat dergelijke blikken altijd hermetisch geslo-
fén waren. Voor het openen had hij een blik
opener noodig! Gejaagd bekeek Mike 't blik
van alle kanten. Nergens 'n deuk of 'n zwak
ke plek. Het verkeerde in een volkomen on-
beschadigden toestand. Zeifs de verf had ner
gens losgelaten.
Toen zocht Costoper zenuwachtig naar een
steen of een ander hard voorwerp, waarmede
hij het blik zou kunnen openen. Op -t hee]e
eiland was niets te vinden wat hem in dit
opzicht van eenig nut kon zijn. Mets dan
zand, afgewisseld door k'ela0 lgea grond.
Wanhopig probeerde Mike het met zijn han
den. Uit alle macht beukte hij er op met zijn
vuisten; totdat deze zoo hevig bloedden, dat
hij ook die poging moest opgeven.
Uitgeput viel bij weer in slaap.
Na zijn ontwaken liep Mike het allereerst
naar de bron om zijn dorst te lesschen. Ge
dreven door een verschrikltelijken honger her
nieuwde hii vervolgens zijn pogingen om het
11, \e openen. Hoe hij zijn handen en voeten
oK verwondde, alle pogingen bleven vruch
teloos.
Zoo ging er een derde dag voorbij
Op den vierden dag probeerde Mike het op
nieuw. Zijn handen en voeten waren een bloe
dende, misvormde massa, en reeds na enkele
pogingen moest hij het opgeven.
Wild lachend betastte hij het eigenaardige
voorwerp, dat aan een koord om zijn hals
hing-
Op den vijfden dag bezat Mike zelfs de
gracht niet meer om zijn pogingen te herha-
len. Onbeschadigd lag het blik Corned Beef
0p het stille strand.
Toen de avond viel lag CostopeT onbewege
lijk. Met een laatste, wanhopige krachtsin
spanning had hij het blik tegen den grond ge
smeten, ééns, tweemaal, toen was hij uitgeput
neergestort.
Den volgenden ochtend, kort na zonsop
gang, kwam een douane-vaartuig vlak bij het
eiland voor anker.
Van het dek af werden verrekijkers op het
eilandje gericht. Twee onbewegelijke voorwer
pen trokken de aandacht van de opvarenden.
Een groot blauw voorwerp en een slapend
mensch Onmiddellijk werd een boot uitgezet
en enkele minuten later stapten vier mannen
aan land.
„Dood", verbrak een hunner het zwijgen,
nadat hij de onbewegelijke figuur op het
strand onderzocht had.
Plotseling kwam er een eigenaardig licht in
zijn oogen. Zijn blik vie! op het vreemde
voorwerp, dat aan een dun koord om den hals
van den schipbreukeling hing.
Van dat voorwerp dwaalde zijn blik naar
het blauwe blik.
ALS MINISTER DE GEER WERKELIJK
DICTATOR WAS...
(Ad Int.) De Eerste Kamer heeft gistermid
dag 't wetsontwerp tot tijdelijke korting op de
uitkeeringen aam provincies en gemeenten
kortheids ha 1V6 genoemd het Kort; ngs wet je,
met 24 tegen 16 stemmen aangenomen.
Zooals te verwachten was heeft de Eerste
Kamer het wetsontwerp met een behoorlijke
meerderheid goedgekeurd. Wat had de Senaat
ook anders kunnen doen? Het is een tijde
lijke noodwet en' daarbij moet men een min
der ©legamten vorm van wetgeving zooals in
dit geval, wel eens door de vingers zien.
We hebben den indruk, dat deze overweging
ook heeft gegolden bij de Katholieke senato
ren, die vóór het wetsontwerp stemden. Vu
rige bewonderaars waren zij er blijkbaar niet
van, want niemand van hen voelde zich geroe
pen ook maar één woord ter verdediging te
spreken.
Als verdedigers van het wetsontwerp traden
alleen op de heeren v. d. Hoeven, van Citters
en Koster. De christelijk-historische heer v. d.
Hoeven vond 't noodig den grooten gemeenten
een afstraffing te geven voor haar z.i. a-1 te
royaal beheer. Dat kwam volgens hem omdat,
wie het beste aan het boompje kan schudden'
tegenwoordig Raadslid wordt.
's Heeren v. d. Hoeven's woonstad Rotter,
dam kreeg ook een deel van zijn critiek op
de geldverspilling te slikken, omdat zij inder
tijd 11 millioen gulden voor een nieuw stad.
huis heeft uitgegeven, waarvoor zij nu 60
jaar lang jaarlijks f 450.000 aan rente en aflos
sing moet opbrengen.
De christelijk historische senator raakte
met zijn betóog zoo nu en dan wel wat ver van
huis, zoodat de voorzitter zich genoodzaakt zag
hem weer bij zijn punt van uitgang, het Kor-
tingswetje, terug te brengen.
De anti-revolutionaire heer van Citters was
in zijn verdediging heel wat korter en zakelij
ker. D© kern van zijn betoog kwam hierop
neer, dat het toch niet te verdedigen was, dat
de gemeente zich tegen verlaging van dé op
brengst der fondsbelasting veilig stelde achter
de wet van 1929.
In den druk, welken dit wetsontwerp uitoe
fent op de gemeenteloonen bleek de liberale
heer Koster een der voornaamste lichtpunten
te zien.
Minister de Geer verdedigde zijn voorstel
allereerst tegen de aanvallen van professor
Kranenburg, die het als een ernstigen aanslag
op de gemeentelijke autonomie had afgewezen.
Tegenover den heer Wibaut, die betoogde,
dat de Regeering door dit wetsontwerp de wet
telijke verbintenis, welke zij in 1929 heeft aan
gegaan, niet nakomt, verdedigde de bewinds
man zich door er op te wijzen, dat de wet van
met een contract of verbintenis niets ge
meen heeft. De regeling van 1929, aldus de
Jn't i r 0n deze opmerking gold ook een
sin a bestrijding van het ontwerp door
wa rns,tercianischen burgemeester de Vlugt
rlne L w aan van de bedoeling der Rêgee-
en niet om i alsemieen belang te behartigen
komst te «in» ^''^gerechtigde een overeen-
De bewering, dat de gemeenten er zelf wel
toe zouden overgaan om de ^riB6ea te yer.
lagen en daartoe geen st!mmaiis van de
geering noodig hadden in den Vorm van dit
Kortingswetje, kon de minister niet s«tooven.
Hetgeen destijds ten opzichte van de salaried
ring der leeraren bij het Middelbaar Onder
wijs gebeurd is, toen sommige gemeenten er
het Rijkssubsidie voor prijs gaven om met
haar salarisregeling boven die van het Rijk uit
te gaan, gaf hem ten dezen niet veel vertrou
wen. Bovendien had de bewindsman van ver
schillende gemeenten brieven ontvangen,
waarin hem werd meegedeeld, dat het daar
met dit Kortingswetje veel gemakkelijker zou
vallen tot salarisverlaging over te gaan, dan
zonder.
Professor Kranenburg had den minister ver
weten, dat hij in de Tweede Kamer voor dit
wetsontwerp de portetfeulllekwestie had ge-
steld en vond dat optreden nog al dictatoriaal.
Slagvaardig, zooais trouwens heel zijn verde.
diging was, antwoordde minister de Geer hier-
op: Als ik werkelijk dictator was, zou ik zoo
iets als een portefeuillekwestie niet hebben
behoeven te stellen. Wanneer dan de Kamer
een afwijzende beslissing nam, zou ik die een
voudig naast mij neerleggen. Maar juist om.
dat ik geen dictator ben en meen zonder dó
aanneming van dit wetsontwerp de verant
woordelijkheid niet meer te kunnen dragen,
heb ik dit aan de Kamer meegedeeld. Niet om
druk uit te oefenen maar om te doen weten,
wat men van mij te verwachten had.
Deze herinnering aan hetgeen in de Tweede
Kamer was geschied, gold natuurlijk meteen
als een waarschuwing voor do leden van de
Eerste Kamer. Men wist dus wat èr zou ge
beuren, wanneer het wetsontwerp werd ver
worpen.
Tegen stemden de socialisten de Vrijzinnig
democraten, de Katholieke heeren Serrarens,
de Bruijn en Visser en de anti-revolntionaire
burgemeester van Amsterdam, de heer de
Vlugt.
„De ironie des levens", zei hij rustig.
Toen de anderen hem vragend aankeken,
ging hij op denzelfden rustigen toon voort:
„Een doodgewoon blik Corned Beef. En
toch zag die man geen kans het open te ma
ken! Juist die man!'"
Met 'n eigenaardlgen blik keek hij naai1
zijn verbaasde metgezellen.
„Twee jaar lang heb ik dien man gezocht
en nu vind ik hem hier, op dit verlaten
eiland Dood! Die man daar, is Mike Costo
per, de bezitter van den volmaaktsten looper
in de wereld. Dat ding daar om zijn hals. De
koning der brandkast-bandieten, werd hij ge
noemd. En tegenover een blik geconserveerd
vleesch faalden zijn pogingen!"
NADRUK TERBODEN.
Om het voortbestaan te verzekeren-
Door de directie der Ned. Tramweg^"^^'
schappij te Heerenveen is aan de verscïl<3C^,tPn
bij baar betrokken provincies on
het verzoek gericht tot het
subsidie voor het blijven voorts® «tor
tramweg-maatschappij Voor J. 6,1
wordt gerekend op een tekort ja J.000,
waarvan de helft door het °a 6®-
dekt, indien de betrokken dles tot
een totaal-bedrag van f B, en
W. va.n Groningen hobhé®. r Voorgesteld
tot dekking van het aan de maat.
schappij oen subsidie tie vermeng f 25no
voor het loopende e.T v°orwaarde dat
wordt voldaan aan het rijk voor het
verteenen van extra-subsidie aan de maat
schappij gestelde eisohén.
eeïl Persbericht dat dó
beslissing zal moeten nemen In de vraag of de
africhting van het leger geh'eel in handen zal
blijven van beroepsofficierer en lager kader of
dat deze zal geschieden door het verlofsperso-
neel m.a.w. in de richting zal gaan van het
Zwitsersche stelsel in welk geval geleidelijk een
zeer groote afvloeiing van beroepapersoneel zou
moeten plaats hebben, wordt de aandacht ge
vestigd op de passage voorkomende onder het
hoofd „Landmacht" (fte®eermgsbeleid. reorga
nisatie) in de Memorie van Antwoord op het
Voorioopig Verslag dfir Tweede Kamer nopens
de Defensie-begroting VOfl(r m2 waarin do
Minister van onder meer meededeelt
dat aangezien "O "let ten volle van overtuigd
is dat de vr®?antSa™enrtellingen van de onder-
deelen der -ne- en der artilieriebrigades
zoodanig u j, aan de eischen welke.de op-
leldi£fre?din^"^Pl'ehtigen en de mobilisatie^
voorber g stellen, zoo doeltreffend mogelyK
WOnJèr?oneel en dat daarby niet meer be-
r»kelhk is ,Wordt betrokken, dan strikt nood-
Jan den h ndcr voorzitterschap van den Chef
ingesteld .naaien Staf een commissie heeft
aangevangen te d'er Zake een onderzoek beeft
Wordt door den Minister ln deze M. v,
tan Sfzegd dat hij nopens de vraag of noch-
vnl t met mi"der beroepspersoneel kan worden
tot zich zijn oordeel moet voorbehouden
hjj het rapport van voren bedoelde Com-
■nissie zal hebben ontvangen en bestudeerd.
Wjj vernemen thans, dat dit rapport nog niet
is ingekomen. Evenwel maakt men ons er pp
opmerkzaam dat deze zaak niéts uitstaande heeft
met het Zwitsersche stelsel.
VEENDAMMER HYP- BANK-
Derde uitkeering van 4 pCt.
De derde ultkeerfngslijst van de Veendam-
mêr Hyp. Bank welke voor schuldeischers een
uitkeering van 4 pet. hunner vorderingen
geeft, is ter inzage gelegd.
r**
V»} -wa MO 1 lOOHtCOM
JÜOKJM itö A 1Ü0Q 1 lOOHlOOUl
|U i*W A ttOO IOOMlOnt.1
IW9 B aoo IOiMIOIMJ-
6.» - iWt 8 inoo
192J b smo ioi
1919 100 6 10V Hl
A
Vrij naar het Engelsen
van
F. TINDEL.
26).
Het noemen van dem naam Allee prikkelde
mrs. Miller tot verzet, ondanks ai haar angsten.
Zij voelde, dat haar man haar de ach ulo gaf,
dat zij die verbintenis had verbroken. Maar
«lies, wat ze zeggen kon, was:
Ze is erg knap, en heelemaal niet, wat jij
denkt. Ze is van heel goede familie in Wales,
zegt Harry, George, maak het voor Harry nu
niet nog moeilijker dan het al is. Wees niet
hard voor hem. Hij is nog maar een Jongen.
En misschien blijkt dat geen vergissing te
Zijn. Misschien.
Ik kan me niet ophouden met vertoo-
Hingen van de opera-comlque, beet Miller
haar toe. Ik heb al moeilijkheden genoe*.
Dan voegde hij erbij:
Begrijpt die jonge gek, wait hij gedaan
heeft?
Harry?
Ja, Harry.
Ik weet het niet. George, lieve....
Ik kan ze niet onderhouden! zei Miller
kortaf. Ik kan het niet. Daar hoef je geen
oogenblik aan te denken. Als ze hier een
paar dagen willen blijven, dat Is goed en wel.
Maar ze kunnen direct naar een andere wo
ning uitkijken. Nn zal die Jonge gek wel gauw
aan het werk gaan, denk ik. Of hij kan ver
hongeren.
George....
Probeer me niet om te praten! Jê zult
keker al wat Jn elkaar gezet hebben. Maar
dat zal niet opgaan, Jane. Hij kan er uit en
werk zoeken. Ik heb afgedaan met hem, tot
Ai me laat zien, dat hij werken wil en er
met ban ©n zfel bij-blij ftf. En hij had het
meisje kunnen krijgen
wijten ZUi 1116 dat au blijven ver-
Ne©mV<iHWiHtenWat Je? Jou verwijten?
voor de mtVf dS ve™twoordelijkheid op je
Mra MU^rVWaarop hü gehandeld heeft?
Miller aarzelde. Hij vermotvm»
heidsflauwte. Maar niettemin gtniTh/Ïoteüg
een glas water halen. axi
Enfin, het was nu eenmaal gebeurd en men
moest de zaken onder da oogen zien, d
de gevolgtrekking, waartoe de beid» echte-
was
lieden kwamen, aan het eind van hun' b^t"
king. Maar Miller voegde er nog bij.
Laten ze me nu niet onder de oogen ko
men! Geef me gelegenheid, om op adem te
komen. Laten ze beneden komen, om te eten,
dan zal ik die vergissing in oogenschouw
nemen.
WH je dat geld sturen, om Harry's bagage
uit het hotel te halen?
Denkelijk wel. Waarom niet? Of dart, of
ik moet hem nieuwe kleeren koopem. O hemel,
wat een groote gek ben ik geweest me>t dien
Jongen!
Mr. en Mrs. Miller junior verschenen aan
het diner. Ze zagen er Jeugdig, maar niet be
paald hoopvol uit. Mrs. Harry Miller, gebo
ren Carr, was stellig een aantrekkelijke ver
schijning. Ondanks haar danig geverfde wan
gen en wenkbrauwen, en haar veel te grooten
mond, bezat zij de onvergankelijke bekoring
van elechte 20 jaar oud te zijn, en haar klein,
maar welgevormd figuurtje getuigde voor
Harry's goeden «maak. In een kwartier tijds
Baf zij blijken, dat ze goedig was, en weinig
aan tucht gewend, en dat ze geen hersens
had. Ze noemde Harry „jongetje", en toonde
haar genegenheid meermalen, door zijn hoofd
naar zich toe te trekken, en heim even op
zijn haar te kussen. Harry zag eruit als een
hond, die slaag gehad- heeft. Zijn gezicht gloei
de als vuur, en hij zei nauwelijks drie samen
hangende dingen aan tafel.
Wat Harry evenwel niet zei, dat vergoedde
zijn echtgenoote dubbel en dwars. Haar tong
was aanhoudend in beweging en haar oogen
stonden wjjd open van verrukking, terwijl ze
als maar door babbelde over de onderschei
dene leden van de opera-comique, die ze zoo
juist verlaten had voor hoog ere dingen.
Intusaohen keek zij de eetzaal rond en was
voldaan,,of liever: gerustgesteld. Zij kende niet
den naam van het houtwerk, maar zij zag, dat
het kostbaar was. Het geslepen glas zag er uit
als geslepen glas en het zilver leek bijzonder
veel op de voorstelling, die zij zich van mas
sief zilver maakte. De rooimschep bijv, was
zwaar. Zij gichelde en verklaarde ronduit:
Toen Harry me vertelde, op wat voor
Prachtig buiten hij woonde, wist ik niet, of
Wj me voor den gek hield of niet. Je kunt
n et altijd weten, hè? Ze spelden je soms zóó-
jme op j0 mouw. Ach, moeder, wat zou u op-
en' ,al(= u al die jonge kerels zag, die net
den d Ze ®iJli<)ntialr zUn en den volgen-
zle, J® ze soms als chauffeur in een
is snA aa„ 201 ik bij me zelf, -deze knaap
L En dat zei ik ook te
r „„riHi-6nf,ri" Charlotte, zei ik, Harry
P 6 f0?011' Ik durf het gerust te
wagen. En ik neb het gewaagd en het ls alle
maal uitgekomen, is 't nlet w mneetie'
Harry antwoordde niet Hij voeidi, dat do
oogen van zijn ouders op hem gevestigd wa
ren.
Heeft hij je ook verteld, dat hij niets
aan de hand heeft, en geen salaris behalve
wat hij van mij los kan krijgen? vroeg Mr.
Mitller senior grimmig.
O, George! riep Mrs. Miller, haar echtge
noot smeekend aanziende.
Per slot van rekening heeft een vrouw
onverschillig wat de omstandigheden zijn
een diepen eerbied voor de schoonheid
der wittebroodsweken en dit optreden Heek
wel dat van oen grondwerker.
George ving haar blik op en glimlachte s®1'"
caistisoh.
Och, wat! Ik wil de zaken liever dadelijk
recht zetten, zei hij moe.
Mahr Dolly was géén teer en gevoelig p'aD
Zij lachte vroolijk, waarbij ze al'haar prachti
ge tanden liet zieiv ook 'de geplombeerde.
O, Ik wist wel, dat het jongeri® et
hard werkte, antwoordde zij'. Iemand, die den
tijd heeft, om me achterna te loopen zooalg
Harry deed, kan niét veel orn handen hebben.
Ik vermoed, dat u denkt, dat ik hem om uw
geld trouwde, ging zo ernstig voort, zich tot
haar schoonvader wemdend. Nu, ik neem u
niet kwalijk, dat u dart denkt. W ij artiesten
hebben den naam, dat we op geld ioeren ell
velen van otns doen dat ook. Maar gelooft u
me, als ik dat gewild hiad, dan had ik genoeg
mannen kunnen kTijgen, die zóóveel geld heb
ben, dat ze aparte menscdien moeten huren, om
het te tellen. Ik had heelemaal geen idee om
te trouwen. Ik houd van het theater: het is
hard werken, maar het is fijn. Maar Harry
was zóó aardig, en lief, ©n eerlijk, en zoo héél
anders dan de mannen, die ik gewoonlijk ont
moet heb, dat hij me gewoonweg inpalmde.
Is 't niet zoo,, jongetje?
Er lag een zekere eerlijkheid aan die woor
den ten grondslag, welke bijna het hart van
haar schoonvader won. Hij bedacht onwille
keurig, hoe flink het meisje voor haar gevoe
lens uitkwam, in tegenstelling met de bestu
deerde veinzerij van zoo menige meer verfijn
de jonge yróuwj Maar ook bedacht hij, dat
dit meisfe gewoon Wag geweest, haar eigen
brood t® verdienen en ruim te verdienen
zoodart ze er van kon eten en zich klee-
don. Daarom fcrenade bjjna bij he{
overwfc
gen. van de vooruitzichten van zijn zoon. Het
iiieieje mocht al eerlijk ein zonder berekening
zijn op het oogenblik, maar.,,.
„Ik zal geen hand uitsteken, om dien jon-
gen gek to helpen!" nam Mr. Miller zich
vast voor. Laat'hem maar. in zijn eigen sop
gaar koken. Het zei Hang. duren, vóór die
jongedame aan mijn 10.000 pond per maand
komt
Na het diner ging Dolly naaf de piano en
Baf enkede afschuwelijke vertolkingen ten
beste:van de liedjes, die z© in de revue gezon
gen had.
Ik kan niet spelen, gaf ze vroólijk toe.
Ik sla. er maar op los, ©p hel gehoor af.
En ze sloeg er op iQS, da,t hoor en en zien
verging. Harry stcurud naast haar, als een
ridder van de droeve figuur..
Stevens, de in zichzelf gekeerde, kalm-be-
zadigde man, trad de kamer binnen, in ant
woord op een dringend bevel van de nieuwe
meesteres. In het voorbijgaan wierp hij mr.
Miller een blik vol sympathie toe. De kwestie
was, dat Steven3 om een pond gewed had met
den chauffeur, dat mr. Harry op zekeren dag
een meisje van de revue als vrouw zou thuis
brengen, en de scherpziende knecht had be
merkt, dat hij de weddenschap gewonnen had.
Maar het deed hem leed, dat hij gewonnen had,
want hij had oprecht van mr. Miller leerer
houden.
Harry verlangde nu, zich terug te trekken
naar zijn eigen vertrekken. Hij had dait al
©enigen tijd verlangd. Maar Dolly's tijd, om
zich terug te trekken,, was veel later. Zij
putte alle mogelijkheden van de piano uit,
zoover haar vingers daartoe In staat waren,
terwijl zij tevens een ruim gebruik maakte yan
de pedalen;, eh zong haar voordracht met
schelle en doordringende stem. Toen het afge-
loopen was, wilde ze kaartspelen. De ouders
van hot jonge paar moesten haar wel terwille
zijn. Men gebruikte lucifers in plaats van
geld. Dolly deelde de kaarten uit wat ze
zoo handig deed als een meester in liet epèl
en trok er maar op los, waarbij ze al twiftr
lucifers verloor, en koelbloedig van. Hanry
leemde, om verder te kunnen spelen.
Ik ben roekeloos. Mijn ouders waren al
verklaarde zij.
Georgie en zijn vrouw keken elkaar aan. Zij
konden zich dart allebei opperbest, iradénlkeh.
Mr. Milter was blij, dat heit spel 'too in dem
sniaaik viel van het. jong® vrouwtje.
Nu, amuseer jullie je nog maar wait. Ik
befb een paar dingen.te bepraten met-,.,
,,Met mijn vrouw0', wilde hij zeggen., maar
dart klonk nogal stijf,
Mot jo moeder, zei hij daarom rondweg..
Dolly sloeg haar armen om dem hals van
haar schoonpapa, en omhelsde hem hartelijk.
u gaart praten over mij, zei ze. Scheurt
u me alstublieft niet heelemaal aan flarden!
Ilt weet zelf wel, dat ik heelemaal niet voor
treffelijk ben, maar ik wil Harry gelukkig ma
ken en zal u niet dem minsten last veroor
zaken.
Ze weg onweerstaanbaar! Mr. Miller lachte
en klopte haar op den schouder. Voor een
oogenblik dacht hij werkelijk, diait Harry heit
misschien nog zoo kwaad niet gedaan had.
Je bent een lief, klein meisje, zei bil-
Dan nam hij haar terzijde en ging flulste-
hénd voort:
Of Je een man of een nietsnut getrouwd
hebt, klad, hangt af van den invloed, dien Ja
op mijn jongen kunit uitoefenen. Als je ham
aan het werk kunt krijgen en houden, zul J®
hem ontzaglijk veel goed doen,
$jWprd|t vervolgd)*