I®" Uf
■■■nnnniin
d WiQb......
n
MnÊÊÊÊÊÊÈÊUÊm
1
1
Hf
liliillll
111
11
III*
lllilllilllll
111
lllllllllllllllBlllllllllllllllllllllHIIIIIIIllillllllllllllllillllllllllllil
DE BEROEMDHEID.
WOENSDAG 6 APRIL 1932
BLOEDIGE VECHTPARTIJ.
DE RIJKE HOLLANDER TE
ESCHWEILER.
JALOERSCHE KLERK.
driftige schipper.
HET DRAMA TE RIJSWIJK.
VERDUISTERING DOOR EEN
GEMEENTE-AMBTENAAR.
het verkeersongeval op den
H§
§1
DE RATTENPLAAG TE BUDEL.
WINKEL UITGEBRAND.
ONDER EEN LIFT BEKNELD.
NOTARIS VEROORDEELD.
ZIJN VADER DOODELIJK
MISHANDELD.
OVERTREDING VAN DE VEEWET.
VERDRONKEN.
Vijf gewonden.
Maandagavond hïeft te Bosschenhoofd onder
de gemeente Hoeven een ernstige vechtpartij
plaats gehad.
Omstreeks halt acht kwam een viertal per
sonen hij elkaar in het café van den heer L.
Nauwelijks waren zij binnen of één van hen
sloeg den 20-jarigen zoon van den caféhouder,
zonder dat daartoe eenige aanleiding was,
imet een steenen aschbak op het hoofd, zoodat
de" jongen bewusteloos neerstortte.
De caféhouder, die achter het huis aan het
werk was en het tumult hoorde, kwam naar
voren gesneld, greep den aanvaller, een zeke
ren J. H. beet en sloeg hem eenige malen met
het hoofd tegen den grond, waardoor de laatste
bloedend werd gewond. Nadat Dr. van Dort
mund uit .Hoeven het eerste verband had ge
legd, werd de man met ernstige verwondingen
naar het ziekenhuis te Oudenbosch vervoerd.
Intusschen hadden ook de kameraden van H.
zich tegen L. gekeerd. Niettegenstaande het
feit, dat druk van messen gebruik werd ge
maakt, slaagde de caféhouder efin het geheele
stel naar buiten te werken. Hier werd de strijd
verwoed voortgezet.
Daar ter plaatse herstellings-werkzaamheden
aan den Rijksstraatweg Roosendaal-Breda
worden uitgevoerd, hadden de belhamels spoe
dig nieuwe strijdmiddelen veroverd. De roode
lantarens, die langs den weg waren geplaatst,
werden weggenomen en door de ruiten van het
café geslingerd. Groote straatsteenen werden
voor hetzelfde doel gebruikt.
Zware balken werden als stormrammen ge
hanteerd, waarmede de deuren van het huis
werden ingebeukt.
Toen de politie even later arriveerde, was
het toineel van den strijd in een ware ruïne
herschapen, terwijl rondom overal bloedplas
sen waren waar te nemen.
De caféhouder heeft eenige snijwonden op-
geloopen Een broer van genoemden H. werd'
ernstig aan den linkerpols gewond, terwijl ze
keren van H. uit Roosendaal een snijwond over
het voorhoofd kreeg. Beide laatstgenoemden
zijn door de politie gearresteerd.
Goedgeloovige Duitschers voor
duizenden marken
opgelicht.
zeer ^raffineerde wijze heeft een
3--jarig ongehuwd Rotterdammer ln het
stadje Eschweiler bij Aken groote bedriege
rijen en oplichtingen gepleegd. Door zijn def
tig optreden wist hij spoedig veler vertrouwen
te winnen en allen geloofden zijn verhaal, dat
hij een flinke erfenis had te verwachten. In
«en zaak kreeg hij bovendien een flinke be
trekking. Hij huurde een vorstelijk gemeubi
leerd verblijf in een villa en liet een badkamer
van 1200 mark aanleggen. Ofschoon hij zoo
arm was als een kerk muis gelukte het hem
zich tevens de allerfijnste garderobe aan te
schaffen, ln Aken kocht hij zonder een cent
op zak op craiiet het eene costuum na het
andere en de fijnste ondergoederen. Taxi
chauffeurs betaalde hij met belpften op de toe
komst en hij wist geld van hen los te krijgen.
pc2er dagen vierde hij een grootsch feest: het
afscheid van het vrijgezellen-leven. Dertig
personen had hij aan den feestdisch genoodigd.
Ook dit festijn moet nog betaald worden.
Thans is hjj door de politie aangehouden. Tot
dusver is bekend dat de man zijn goedgeloo
vige leveranciers voor 6000 mark heeft bedro
gen. Hij is naar de gevangenis te Aken over
gebracht.
Burgemeester op het raadhuis
aangevallen.
Maandagmorgen werd de heer M. Koten,
burgemeester van Grevenbricbt, toen hij ter
gemeente-secretarie kwam, lastig gevallen
door een zijner klerken,,die het niet verkrop
pen kon, dat sinds eenigen tijd een nieuwe
bediende wa3 aangesteld.
De jongeman greep den burgemeester bij
de keel en verwondde hem aan het gelaat en
en mon Het gemeentepersoneel ontzette
v?®Ster' waarna öe klerk door de
gemeente-politie werd gearresteerd. Hij is
flS a'ht Daar Maastricht, waar hij
ter beschikking ,s gesteld van de justitie.
DE ERDWENEN KOFFER.
zic,h aanranding herinneren, op
1- Maait gepleegd op den portier der Email
leerfabriek, te Doetlnchem, waarbij de dader
er een oogenblik in slaagde een tasch met
3900 gulden te vermeesteren. De pS h«f
sedert een onderzoek ingesteld naar een kof
feitje, dat de dader had verstopt en neraens
was te vinden. Deze koffer ls thans tenware-
yonden ln het gebouw „Irene", aldaar.
Het stadhuis te Roermond in de steigersi
voor een grondige restauratie.
WEER RELLETJES TE VELP.
Arnhemsche communisten hebben
de leiding.
Maandagavond is het te Velp opnieuw tot
een botsing gekomen tusschen betoogers en
politie.
De eersten werden aangevoerd door commu
nisten uit Arnhem. Een hoofdagent van poli
tie en een rijksveldwachter werden gewond.
Eén der Arnhemmers is in arrest gesteld en
moest op het politiebureau verbonden worden,
daar hij door een sabelhouw aan het hoofd
gewond was.
Te ruim tien uur was het weer rustig.
Met een revolver geschoten.
Bij een twist tusschen twee schippers, die
ieder voor zich het eerst door de Heerebrug
te Groningen wilden, en daardoor een botsing
veroorzaakten, heeft de een eerst den ander
met steenen gegooid, waarop de ander op zijn
beurt een revolver uit de kajuit heeft gehaald
en daarmee op zijn tegenstander geschoten.
Deze werd echter niet geraakt. De schiet-
lustige schipper, zekere T. uit Rotterdam, is
in bewaring gesteld.
De 24-jarige expeditieknecht E. Fr. B„
's-Gravenhage, heeft terecht gestaan wegens
poging tot moord op zijn gewezen meisje, de
18-jarige dienstbode M. G. H., te Rijswijk, in
den morgen van 4 Januari j.l. Verdachte heeft
toen dit meisje met een scheermes eenige ver
wondingen toegebracht, waarvan het slachtof
fer thans hersteld is.
Het O. M. heeft tegen B. 2 jaar en zes maan
den gevangenisstraf gëeischt.
De Haagsche rechtbank achtte de poging tot
moord niet bewezen, doch veroordeelde B. we
gens zware mishandeling tot 1 jaar en zes
maanden gevangenisstraf.
Da arrondissementsrechtbank te Utrecht deed
uitspraak tegen den 25-jarigen T. J. te Ame-
rongen, gewezen admistrateur van de Water
leiding aldaar, die zich voor 14 dagen te ver
antwoorden had wegens verduistering in dienst
betrekking van 5320, ten nadeele van de ge
meente Amerongen. Tevens was hem ten
laste gelegd valschheid in geschrifte.
De rechtbank veroordeelde verdachte tot een
gevangenisstraf van één jaar, met aftrek van
de preventieve hechtenis met de bepaling, dat
zes maanden van deze straf voorwaardelijk
worden opgelegd.
De eisch van den officier van justitie was
één jaar gevangenisstraf.
Verdachte s raadsman was mr. Van Maarsse-
veen.
HET SPOORWEGONGELUK TE
GRONINGEN.
Het Gerechtshof te Leeuwarden heeft den
rangeerder te Gioningen en den machinist te
Zwolle, in verband met het spoorweg-ongeval
te Groningen ieder veroordeeld tot een week
hechtenis voorwaardelijk met een jaar
proeftijd.
BUIKSLOTERWEG.
Verdachte vrijgesproken.
Voor de A'damsche rechtbank sitond 'n chauf
feur vain een melkauto terecht, verdacht van
veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel door
schuld.
Op 23 Juli J.l. had hij te Amsterdam met
zijn vrachtauto op den Buiksloterweg een aan
de rechter zijde van den weg voor hem uit-
r ij den den wielrijder aangereden. De wielrijder
werd door den auto meegesleurd. Hij kreeg
een schedelbasisfractuur en vier ribben wer
den gebroken. Meerdere weken kon de man
zijn werkzaamheden niet verrichten.
Verd. ontkende schuld. Hij had langzaam
gereden. Op het moment van de aanrijding
was de wielrijder gaan slingeren en naar links
uitgeweken, terwijl het stuur van de auto door
een kuil in den weg iets naar rechts draaide.
Het O.M. eischte een geldboete van 10().
subsidiair vijftig dagen hechtenis.
De verdediger, mr. Zeldenrust drong met
klem aan op vrijspraak.
De Rechtbank, uitspraak doende, sprak den
chauffeur van het hem ten laste gelegde vrij.
jjj
Het was zeker zes jaar geleden, dat Reeves
zijn vriend Barton voor het laatst gezien had.
Toen hij hem in Piccadilly tegen kwam, kon
hij zijn oogen bijna niet gelooven!
Bij hun laatste ontmoeting toch was Barton
reeds geruimen tijd zonder betrekking en ver
toonden zijn kleeren duidelijk zijn armoede
Nu zag hij er uit om door een ringetje te
halen.
„Hallo ouwe jongen", begroette Rebves
hem hartelijk, „wat gezellig, dat ik je na zoo'n
langen tijd weer eens ontmoet. En wat zie je
er patent uit!"
Terwijl Barton zijn ouden vriend een hand
gaf, viel het Reeves op, dat er ln zijn manier
van doen een zekere gereserveerdheid lag.
„Ehja, ik maak het goed, dank je. Ben
juist teruggekomen uit Amerika. Fijn, dat lk
je zoo gauw ontmoet. Weet je wat Laten
we In het park gaan, dan kunnen we eens
rustig babbelen".
Reeves vroeg zich verwonderd af waarom
zijn vriend zoo zenuwachtig deed. Ook viel het
hem op, dat verschillende voorbijgangers hem
nieuwsgierig nakeken.
Toen onze vrienden eindelijk op een rustig
plekje een leege bank gevonden hadden slaak
te Barton een diepen zucht.
Het werd voor Reeves steeds onbegrijpelij
ker: Wat kon toch de reden zijn, dat zijn
vriend zoo gejaagd deed? Hij had hem bijna
in looppas naar de bank gebracht!
Bij hun laatste ontmoeting, nu zes jaar ge
leden, had hij zich precies zoo gedragen. Doch
toen had hij het toegeschreven aan Barton'3
benarde omstandigheden. Barton schaamde
zich toen tegenover zijn vriend voor zijn ver
sleten kleeren en zijn armoede.
Het was of Barton begreep wat er ln het
hoofd van Reeves omging, want opeens vroeg
hij:-
„Je snapt er zeker niets van waarom ik met
jou op dit stille plekje op een bank ga zitten?"
„Eerlijk gezegd, neen", antwoordde Reeves.
„Dat zal ik je vertellen. Het is omdat ik
er het land aan heb aangegaapt te worden",
legde Barton uit.
„Aangegaapt? Maar waarom gapen de men-
schen je dan aan? Het is me straks al opge
vallen, dat ze bleven staan om je na te kij
ken"', vroeg Reeves verwonderd.
Barton lachte gedwongen.
„Dat zijn nu de gevolgen van beroemdheid",
was zijn bittere antwoord. „Goddank, dat er
tenminste nog één mensch is, die me vraagt
waarom de menschen me nakijken. Dat komt
amice, omdat alle menschen me kennen. Ik
ben, wat je noemt, een wereld-beroemdheid!"
„Dat moet je me toch eens uitleggen", drong
Reeves aan, „want om je de waarheid te zeg
gen snap ik daar niets van. Ben jij wereldbe
roemd? Dan heb ik den laatsten tijd de kran
ten zeker niet goed gelezen?"
„Zeer waarschijnlijk. Lees je geregeld het
„Film nieuws"? informeerde Bartoa,
„Nooit", bekende Reeves. „Ik geef niets om
de bioscoop. Kan me den tijd niet herinneren,
dat ik er geweest hen."
Plotseling ging hem een licht op.
„Je wilt toch niet zeggen", vroeg hij onge-
loovig, „dat je voor de film speelt? Ben je
soms een filmster
„Juist, ik ben een filmster. Laat ik je even
vertellen, dat ik zes jaar geleden als tusschen-
dekpassagier naar Amerika gingverle
den week reisde ik in een luxe-hut naar Enge
land terug!"
„Wat interessant" zei zijn vriend. „Hoe
kwam je eigenlijk in dat vak verzeild?"
„Je weet zeker nog wel, hoe ik er zes jaar
geleden aan toe was? Ik besloot toen mijn ge
luk eens in de Nieuwe Wereld te bepr<#ven.
Slechter dau hier kon het mij er moeielijlf
gaan! Toen ik in New-York aankwam bezat
ik zoowat geen rooien cent en pakte ik aan
wat ik krijgen kon. Borden wasschen, schoe
nen poetsen, met alles probeerde ik het, maar
het bleef armoe troef! Toen kwam ik op het
idee om het eens met de film te probeeren!
Waarom niet? Dus tippelde ik van New York
naar Hollywood. Bij bij aankomst daar was ik
meer dood dan levend, dat kan ik je verzeke
ren. Direct was het geluk me gunstig: reeds
den volgenden dag werd ik aangenomen voor
een nieuwe film: „Uitschot der maatschappij!"
„Allemachtig man", vertelde een regisseur me,
„Jij verstaat de kunst om je te grimeeren!"
Wijselijk liet ik hem in dien waan, dat snap
je wel!"....
„Er is verder eigenlijk niet veel meer te
vertellen", ging Barton zuchtend voort. „Van
af den eersten dag trok mijn spel de aandacht
en voor ik eigenlijk goed wist waar ik was,
behoorde ik tot de sterren! Afschuwelijk ge
woon, want zelfs de kleinste straatjongen kent
me nu. 'n Hondenleven!" besloot hij verbiterd.
„Maar man", protesteerde zijn vriend, „wat
heb je nu eigenlijk te klagen. Je bent er heele-
maal boven op, je hebt alles wat je hartje
„Het is afschuwelijk", herhaalde Barton.
„Waar ik ook kom, altijd kijken de menschen
naar me. Ik kreeg het er in Amerika ten
slotte van op mijn zenuwen en besloot om
eens een tijdje naar Engeland te gaan. Hier
zouden de menschen me dan niet zoo goed
kennen, dacht ik. Maar jawelHet begon al
in LiverpoolDe boot lag nog niet vast of
ik werd al bestormd door heele zwermen
reporters. Het stadsbestuur zond een ver"
tegenwoordiger om me te begroeten. Hier
in Londen is het precies eender. Zelfs onder
die honderdduizenden menschen hier op straat
loop ik nog in de gaten
„Maar ik heb altijd gehoord", onderbrak
Reeves hem, „dat filmsterren daar niets om
geven Dat jullie dat juist als een goede
reclame voor je films beschouwden Hoewel
ik best kan begrijpen, dat het je op den duur
gruwelijk moet gaan vervelen om voort
durend aangestaard te worden".
Tactisch bracht Reeves het gesprek op
iets anders.
„Wat zou je er van zeggen, als we eens een
stukje gingen eten Hier vlakbij weet ik een
restaurant, waar het om dezen tijd altijd hee
stil ls. Bovendien komen er bijna uitsluitend
zakenmensehen".
„Neen, ouwe jongen, ik vind het erg vrien
delijk van je maar het zal niet gaan", zei
Barton beslist. „Ik blijf net zoo lang op dit
bankje zitten tot het donker ik. Dan ga ik
stilletjes naar mijn hotel en morgenochtend
vertrek ik per vliegmachine naar Finland.
Hopelijk, dat de menschen me daar niet zoo
goed kennen".
Alle pogingen van Reeves om zijn vriend
tot andere gedachten te brengen waren tever-
geefsch. Zijn argumenten maakten niet den
minsten indruk en het eind van het liedje
was, dat Reeves alleen ging eten.
Hoofdschuddend keek Barton zijn vriend
na.
„Ik kon hem de waarheid toch niet vertel
len", mompelde hij weemoedig. „Ik kon hem
toch niet vertellen, dat ik nog steeds dezelfde
pechvogel van vroeger ben. Het kostte me
anders moeite genoeg om zijn invitatie om te
gaan eten, af te slaan".
Even later stond bij zuchtend op en slenter
de weer in de richting van Piccadilly.
De voorbijgangers keken hem nieuwsgierig
na, doch Barton trok zich er niets van aan.
Hij was er aan gewoon. Bovendien, hoe meer
de menschen naar hem keken, hoe liever het
hem was.
Achter op zijn onberispelijk jaquet was met
witte zijde geborduurd:
Voor onberispelijke heerenkleeding
is het beste adres:
Boutd Judson.
297 a, Oxford Street.
Dè Kleermaker voor het hetere publiek
(NADRUK VERBODEN).
De griezelige dieren reeds in vele
bedden aangetroffen.
Onlangs meldden we, dat vanwege den plan.
tenaiektera.ku-ndigen dienst te Wageningen te
Budei! bij wijze van proef bij eem landbouwer
een mengsel van zeker soort rattenvergif werd
geplaatst, teneinde de ratten te kunnen verdel
gen. Of er succes werd bereikt is nog onbe
kend. Wel is het een feit, dat thans ook de
mee6te bewoners in de kom van het dorp door
de ratten worden bezocht. De dienen worden
zoo brutaal, dat men ze op vele plaatsen in
de bedden kan aantreffen.
De vrouw werd wakker van het springen
der ruiten.
Maandagavond half elf brak brand uit in den
winkel van P. v. S. te Wolfaartsdijk. De vrouw
des huizes werd wakker van het geluid van
springende ruiten. De man dacht aan inbrekers
en stelde een onderzoeik in. Het bleek, dat de
winkel in brand stond. Vlug werden de drie
kinderen gewekt, die op den zolder sliepen.
Vrouw en kinderen namen daarop in nachtge
waad de vlucht. De brandweer, die spoedig ter
plaatse was, slaagde er in de woonvertrekken
te behouden. De winkel met inventaris brand
de echter uit. Verzekering dekt de schade. De
oorzaak is onbekend.
Mijnongeluk met doodelijk gevolg-
Maandag geraakte in de ondergro-ndsche
werken van de Staatsmijn Hendrik de mijn
werker J. S. bekneld onder de lift van een
tusschenschacht.
Hij werd naar het ziekenhuis te Heerlen
overgebracht waar hij gisteren aan de gevol
gen is overleden.
Hij was 20 jaar oud en woonachtig te
Rumpen.
TRAMDRAAD GEBROKEN.
Gisterenmiddag brak te Amsterdam, door
Let passeeren van een tramtrein naar Zand
poort, in de Spuistraat bij de Raadhuisstraat
de bovenleiding van het tramnet. De draad
viel op een. der wagens en veroorzaakte kort
sluiting en een kleinen brand. Deze kon niet
spoedig gebluscht worden omdat het brand-
blusch-apparaat, dat de trams meevoeren, niet
werkte. De brandweer werd gealarmeerd en
deze heeft het brandje gebluscht.
Het tramverkeer in de Raadhuisstraat on
dervond circa 10 minuten vertraging.
BAKKERIJ UITGEBRAND.
Te Uitdam (gemeente Broek in Waterland)
zijn de voormalige school met onderwijzers
woning, geheel uitgebrand. In het huls woon
de de bakker J. Boer, die in het schoolgebouw
een bakkerij had. Motorspuiten van Broek in
Waterland en Zuiderwoude verleenden hulp,
doch er kon niets gered worden. Persoonlijke
ongelukken kwamen niet voor. Alles is ver
zekerd.
De brand ontstond door overunaitiee Pitte
van de kachel ln het woonvertrek. De bakker
wist nog juist bijtijds de bakkerij te verlaten.
w*< v
Wegens het stellen van een
onrechtmatige daad.
Voor Rechtbank en Hof te Arnhem ls het
na volgend proces gevoerd:
Zekere S. had in puibldeke veiling gekocht
een winkelpand met toebehooren, om daarin
zelf een bedrijf uit te oefenen. Toen hij het
gekochte wilde aanvaarden, bleek hem echter,
dat diit voor een termijn van 24 jajren was
verhuurd, waarvan nog slechts een paar jaren
waren verloopen. De kooper beweerde, dat de
notaris heim in den waan bad gebracht dat
liet perceel ruiet, of ten unimste (niet voor
langen tijd, was verhuurd, en, waar hij nu
belangrijke schade leed, sprak hij den. notaris
aan tot vergoeding daarvan.
Wel kwam onder de veilings voorwaarden het
beding voor, dat het gek och te kon worden
aanvaard, voor zoover verhuurd, in het gemot
dier hunir, maar de kooper steilde, dat hij
omtrent die huuir te voren had geïnformeerd
ten kantore vam den notaris en deze had hem
toen geantwoord, dat de huur niets te betaeke-
nen had en ongeldig was.
Het Hof nam aan, dat de notaris oip het
verzoek van den kooper om inlichtingen, had
geantwoord; „de buur heeft niets te beteeke-
nen, als je vandaag komt gaat de huurder
er maar uit; overigens is het huurcontract
ongeldig, want de hypotheekhouder heeft
daartoe geen toestemming verleend."
Dit nu achtte het Hof een onrechtmatige
daad, omdat elke notaris weet, dat vernietiging
vam huur met ontTuimiing van het gehuurde
lang niet altijd vlug in zij®. werik gaat, en
dat een notaris, die bij het gevetn van inlich
tingen, daarmede geen rekening houdt en den
kooper in den wtaam brengt, dat de bestaande
huur niet aam een zeer spoedig betrekken van
het pand in den weg staat, te kort schiet
in wat hem dm de notarieelie praktijk, tegen
over gegadigden voor te verkoopen goederen
betaamt.
De notaris wend veroordeeld om aam den
kooper elke door hem geleden sohadie te ver
goeden en in de proceskosten.
Familiedrama te Oosterhout.
Bij een hulselijken twist gaf de 19-jarigsi
arbeider G. M. uit Seters (Oosterhout) zijn
vader, die met een riek op hem afkwam, een
trap. Er ontstond buikvliesomteteking, waar
aan de man overleed. De Rechtbank te Breda
had den zoon vrijgesproken, doch het Bossche
Hof veroordeelde hem Maandag overeenkomstig
den eisch, wegens mishandeling met doodelijk
gevolg tot 6 maanden gevangenisstraf.
Gezond vee in een besmetten stal
gebracht.
De vierde kamer der Arr. rechtbank te Am
sterdam deed gisteren uitspraak in het beroep,
dat de veearts H. ter B. te Naarden.had inge
steld tegen het vonnis van den kantonrechter
te Hilversum, waarbij hij veroordeeld werd tot
ƒ10 boet© Bubs. ÏO dag-on hechtenis wegren S Jlöt
brengen van gezond vee naar den quarantaine
stal van de hofstede „Oud Bussum", waarin
zich vee bevond, dat aan mond- en klauwzeer
lijdende was.
In hooger beroep eischte het O.M. een geld
boete van honderd gulden, subs. 1 dagen hech
tenis.
De rechtbank veroordeelde den veearts tot
een geldboete van ƒ100 subs. 10 dagen hechte-
De eerste locomotief in den I aticaanschen
spoorweg. De rails van den spoorweg
worden gekeurd.
AUTOBOTSING.
Gisterenmiddag circa 4 uur had er op den
boek van de Gildstraat en Bekkerstraat te
Utrecht een aanrijding plaats tusschen een per
sonen-auto en een auto van de Posterijen. De
laatste kreeg zoo'n schok, dat hij omviel, waar
bij de chauffeur enkele lichte verwondingen
opliep. Nadat de poststukken in veiligheid war
ren gebracht, heeft men den wagen met ver
eende krachten weer overeind gezet.
ZIJN VOET VERBRIJZELD.
De 19-jarlge werkman K. te Enkhuizen,
werkzaam op een baggermolen, had het onge
luk met zijn voet tusschen een der kamrade
ren te geraken. In ernstigen toestand en met
verbrijzelden voet is de jonge man naar het
ziekenhuis overgebracht.
Gisterenmiddag omstreeks 5 uur is te Hel
mond de ongeveer 27-jarige A. in het. kanaal
de Zuid-Willemsvaart gevallen en verdronken.
De man was ongehuwd en leed aan toevallen
vqy MAAI}. HET EnCiELfjCti
vah M. F. LEAM.
9).
Ik geloof, dat hij het niet zoo heed aar
dig vond, dat ik weigerde, maaT het gelukte
mij dat te doen, zonder hem te kwetsen, en
wij namen zeer vriendschappeilijik afscheid.
Misschien ontmoeten wij elkaar nog eens In
Dublin. Intusschen, het ie een verlichting, dat
we hem zoo kwijt raken, hè?
May antwoordde niet, maar ik zag, hoe te
vreden zij was. (Den heelen avond genoot lk
van de vroolijkbeid van mijn kind, en ik zou
mijn besluit niet ongedaan hebben willen ma
ken, al had lk het gekund. Doch toen wij thuis
gekomen waren, en ik daarna nog langen tijd
alleen zat, voelde ik miaar al te goed, hoeveel
ik afgewezen had, en hoe ik het afgewezen
had. O, hoe innig hield ik van hem! Hoe een.
zaam zou mijn verder leven zijn! En ik had
hem in de meaning. moeten laten, dat ik koud
en harteloos was, terwijl mijn hart overvloei
de van liefde.
Den volgenden morgen zag ik er slecht uit.
May verweet zichzelf het onschuldige kimd
dat zij mij had toegestaan, dat lk me den
vorigen dag te vee! vermoeid had.
Zelfzuchtig schepsel, dat ik ben! riep ze
uit. Dat ik niet gezien heb, dat mijn lieve
iuoedie moe was. Waarom zei u niet dat u
ziek was?
Omdat lk me niet ziek voelde, kind. En
lk voel me nu ©ok niet ziek.
Maar u ziet er uit als een lijk! Zal lk
Dr. H.laten komen?
Zeker niet, kind. Ik zal een flinke wan
deling maken, als jij weg bent; dat zal me
BÖW
Maar ik ging niet wandelen. Ik was veel te
bang dat Lord Eustace nog niet vertrokken
was. Ik ging naar de St. Gudule, en putte uit
een hartelijk gebed nieuwe kracht, om op den
ingeslagen weg voort te gaan.
VIL
De dagen gingen eentonig voorbij. Nu be
sefte ik eerst, wat een last ik op mij geno
men had. Het'is verschrikkelijk zulk een gees
telijke pijn in stilte te moeten lijden. Niet,
dat ik er veel troost in zou hebben gevon
den, als iik mét een ander over mijn omstan
dagheden had Kunnen spreken, maar ik had
er niet eens de gelegenheid toe. Ik had geen
enkelen vriend in den eigenlijken zin des
woords, met wlen ik eens hartelijk had kun
nen piraten. Doch bovendien: ik had mij ©r
aan gewend, kleinere wederwaardigheden in
stilte te dragen, en nu ik een zworen slag
ontvangen had, was ik bang, dat de menschen
zouden raden, dat ik leed. Zoo bleef lk aan
mijn dagelijksche bezigheden gaan, terwijl de
pijn voortdurend aan mijn hart knaagde. Met
den dag kon ik het moeilijker dragen én ik
vreesde, dat ik mij al mijn voornemens ten
spijt ten laatste toch nog verraden zou.
O, ais ik toch maar niet zoo ontzettend
alleen was! riep ik dikwijls in wanhoop uit
Als ik maar een vader, een moeder, een zus
ter had, om aan hun hart uit te weenen en
te weten, dat zij met mij meevoelden!
Natuurlijk zou Juliet, die altijd een zuster
voor me geweest was, medelijden met me ge
had hebben. Maar ik schrok er voor terug,
haar in vertrouwen te nemen. Ik kon haar
niet zeggen, dat ik mijn eerste liefde ontrouw,
geworden was. Zij zou me kussen en met me
meevoelen, maar al dien tijd zou zij denken
aan de vele beloften, die lk gedaan had, dat
ik de plaats van Hugh noodt door een ander
zou laten innemen en hoe spoedig ik hem en
al mjüa beloften vergeten had.
Dan zou ik mij nog liever aan het oor.
deel van Hugh toevertrouwen, dacht ik. Mijn
aaune jongen! Als hij me zag, zou hij zeker
medelijden met me hebben. Hij zou me be
grijpen hij zou weten, dat ik, alleen omdat
hij zoover weg was, mijn gedachten liet ver
wijlen bij een anderen man. O, als ik toch maar
met Hugh kon spreken.
Terwijl ik zoo dacht, kwam er een hevig
verlangen iin mij op, om naar Parijs te gaan
en het graf van mijn echtgenoote te bezoeken.
Ik had het nooit teruggezien sinds den dag,
dat zij mijn armen jongen erin hadden ge
legd. ik had er altijd tegen op gezien, om
mijn kalmte, die ik langzaam aan herwonnen
had, niet in gevaaT te brengen. Maar nu leed
ik zóó ontzettend, dat een weinig pijn méér
geen verschil maakte. Bovendien had ik een
gevoel, dat het braoeik mij troosten zou, dat
Hugh mij daar beter zou hooren en begrijpen,
mij mijn ontrouw zon vergeven, den last van
mijn schouders zou nemen en mij weer vrij
en gelukkig naar huls zou laten teruskeeren.
Toen dit idee zich eenmaal van mij had
meester gemaakt, naim het snel in kracht toe,
tot dat ik ten laatste koortsachtig verlangde
om het tem uitvoer te brengen. Met May was
de zaak spoedig geregeld. Ik zeide haar, dat
ik vurig verlang»e-, om haar vaders graf te
bezoeken, en zij stejnde er onmiddellijk in
toe, om in het klooster te blijven, onder de
veilige hoede van mère Anastase, tot ik terug
was. Even had zij mij voorgesteld, om met
mij mee te gaain, miaar ik voelde, dat ik al
leen moest zijn.
Enkele diagen later bevond ik mij in de
stad, waar ik mijn korte huwelijksvreugde
gesmaakt had. Ik vond het hotel, waar we ge
woond hadden. Ik was zelfs zoo gelukkig, de
kamer te krijgen, waar Hugh gestorven was.
Ik was vermoeid van de reis en had me nau
welijks iets van die kamer herinnerd. Vijftien
jaren waren voorbijgegaan, sinds ik het laatst
hier geweest was. Maar toen ik die deur achter
mij gesloten had en dn de kamer rond zag,
kwam het verleden mjj zóó levendig voor den
geest, alsof het de dag van gisteren was ge
weest. Daar stond het bed, waar Hugh in ge
storven was. Daar stond de ongemakkelijke
sofa, waarop ik tijdens zijn kortstondige ziek
te geslapen hal. Het scheen mij toe, dat zelfs
het witte laken en de sloopen dezelfde waren.
Een oogenblik stond ik verrast, diat ik mdj
dat alles opeens weer zoo juist herinneren
kon; dat de tijd zoo weinig macht had ge
had, om zulke oude herineringen te vernieti
gen. Dan snelde ik met een kreet naar bet
bed en bedekte mijn gelaat al weenend in h©1
kussen.
Zóó leefde nog de smart in mij. Allo volgend
geluk zou die smart alleen wat hebben ge
nigd, maar niet hebben weggenomen. De rac
van mijn eerste gehechtheid was nu we
weszen, en ik voelde, dat als mlln Ufc>
had kunnen terugkrijgen - de genegenheid
voor dien ander daarbij in het niet zou zijn
verzonken.
Hugh, Hugh! riep ik, terwijl ik het kus
sen, 'dat ik 'met mijn tranen bevochtigd had,
met kussen overlaadde. O, Hugh, hoor je mij?
Zie je hier je arme Catherine, neergebogen
onder den Iaat, dat ik jou verloren heb? O
jongen, bet was mijn bedoeling niet, jou on
trouw te worden. Ik houd van je, o, zoo innig
veel. Als je bij me terug kon komen, dan zou
lk waanzinnig worden van vreugde. Maar ik
ben zoo alleen, zonder jou, Hugh, en ik heb
niemand, om mij oen last te helpen dragen.
Maar alles is u voorbij, lieveling. Het zal
nooit meer gebeuren, om wille van het kind,
Hugh, om het -leve kind, dat je bij me hebt
achtergelaten.
In gedachte was ik weer alleen met mijn
lieven jongen en doorleefde ik opnieuw de
eerste groote smart.
Het practisohe leven riep mij evenwel tot
het heden terug. '3en kelln«r klopte, om mijn
ordea-s te vernemen en het kamermeisje wacht
te met warm water. Ik moest mij dus met het
tegenwoordig© houden, en dat was heel
goed. Ik ging beneden dineeren, zooals de an
deren, maar miin gedachten waren hij de ka
mer boven, ©n '-'oo gauw ik kon, ging ik terug
en pracht daar den avond door. Het was
vreemd: hoewel ik alle m^dte deed, om mij
mijn echtgenoot voor te stellen, zooals ik hem
h0t laatst gezien bad met zijn ingevallen
trekken, en zjjn witte handen gevouwen
over het Teeken van onze Verlossing op zijn
borst het wilde mij niet gelukken In die
kamer, waarin hij gestorven was, kon ik me
hem alleen herinneren in al de kracht en
vroólijkhe'id van zijn jeugd. Ik hoorde zijn
jongensaehtigen ach, zijn luiden voetstap,
aIs hij maar boven snelde en ik voelde den
greep van, zijn sterk© armen, als hij mij soms
wat al t© krachtig omhelsde. Dait maakte mij
treuriger dan al het andere en ik trachtte die
herinneringen van mij af te zetten. Vergeefs.
Mijn sterke Hugh leefde voor mij lu die stille
kamer, terwijl i-'"- dien macht doorwaakte, tot.
dat ik half verwachtte, dat ik zijn onstuiimi-
gen voetstap op de trap zou hooren en de
deur zou zien opengaan en mijn echtgenoot
vóór me zou staan als in de dagen van oude.
Met het eerste ochtendgloren stond ik op en
zoodra het leven in de stad weer ontwaakt
was, ondernam ik mijn pelgrimstocht naar
het kerkhof. Ik kocht een menigte rozen en
lelies en viooltjes, om ze over het graf van
mijn Hugh te strooien, en zocht mijn weg
door de ontelbare, dicht opeen liggende gra
ven. Ik had moeite, om Hughs graf te vinden.
Eindelijk wees een oude doodgraver mij een
marmeren monument, dat Six Thomas Power
voor zijn zoon bad laten plaatsen, en zei me,
dat daar de jonge Engelschman, monsieur Po
wer, begraven lag. Ik stopte een fooi ln zijn
hand en wachtte, tot hij uit het gezicht was,
voor ik over den moed beschikte, om de plaats
te naderen.
Ja, het was -iet graf vain mijn lieveling, daar
was geen twijfel aan. Op een gebroken marme
ren stand, waarvan het gebeeldhouwd klim
op was afigeschreurd ©*n aan den voet lag,
stonden de woorden:
„AAN DE DIERBARE NAGEDACHTENIS
VAN
HUGH GEORGE,
EENIGEN ZOON VAN SIR THOMAS POWER
VAN GENTIAN'S CROSS BIJ DUBLIN,
GESTORVEN TE PARIJS,
VOORZIEN VAN DE GENADEMIDDELEN
DER H. KERK,
DEN 15DEN JULI 18....
IN DEN LEEFTIJD VAN 22 JAREN".
Men had mij bericht, dat dit monument ge
plaatst was maar men bad mij er geen beschrij
ving van gegeven em ik werd er nu zeer door
verrast. Ik vond het bijzonder mooi, hoewel het
mij meer herinnerde aan mijn schoonvader
dan aan mijn echtgenoot. Ik dacht aan al zijn
vriendelijkheid voor mij, en begreep, hoeveel
meer hij voor mij gevoeld moest hebben, dan
bij uiterlijk toonde
Ik keek naar het gebeeldhouwd kiliiimop, dat
van den stam was losgerukt. Dat was ik, los
gerukt uit de armen van mijn lieveling. Ik
zonk op mijn kniieëu.
Dierbare Hugh, riep ik uit, terwijl ik
mijn lippen op het koude marmer drukte, ik
ben niet ontrouw ik treur nog altijd over
je altijd. Als je nog leefde, snikte ik,
als je nog maar leefde, dan zou je mij begrij
pen en me geloovetn.
(Wordt vervolgd},