H
HET KENBBEK.
K
zdü
UM
ZATERDAG 16 APRIL 1922
KRUISWOORB*
RAABSEL.
HOE BE QUBE ROMEINEN
HUN BOOBEN BEGROEVEN
UIT BE GULBEN
LEGENBE.
(naar het Fransch van
T. de Wijzewa).
Be éénhoorn van Caesar.
HOE NOEM JE ZE?
m
Rad vam avontuur!
MET SCHAAR EN LIJMPOT,
EIGEN WERK.
KEBT HEN?
Oplossing.
Oplossing legpuzzle.
u
1—1
LETTERRAADSEL.
Oplossing.
Oplossing van dsn vorigen
rebus.
ALLERLEI.
VOOR KNUTSELAARS.
Door B.
I.
8.
9.
11.
12.
14.
16.
17.
19.
20.
22.
23.
24.
26.
27.
28.
80.
32.
33.
34.
36.
38.
40.
41.
43.
44.
46.
47.
48.
50.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
10.
II.
13.
15.
18.
21.
23.
25.
29.
51.
36.
39.
41.
42.
44.
45.
48.
49.
HORIZONTAAL.
Stad in Noord-Holland.
Gereed.
Priestermutsje.
Deel van oï aan een mast.
Laatstleden.
Als 11 horizontaal.
Voor grootmoeder-
Het grootste bert.
Biljartstok-
Kleverige verfstof.
Te gering van wijdte.
Wachtwoord, zinspreuk.
■n voorzetsel.
Waardoor de school wordt gevormd.
Komt als grondstof in Limburg voor.
Rijkswaterstaat.
Afkomstig van dominee.
Latijn voor den lezer heilL. 8.
Ander woord voor moeder.
Deftige voorname vrouw.
Ligt voor de deur.
Wat gesproken wordt.
Zekere rivier.
Doop der Kaffers.
Afkorting van „meester".
Verkort voor vader.
Zekere stroom in Friesland.
'n Vorm van het werkwoord dienen
Dichter bij, minder verwijderd.
Stad in Groningen.
VERTICAAL.
Reeds.
Dwaas, zot.
„Sale", 'n riviertje.
Aanduiding van een godsdienst.
Handeling, verrichting.
Friesche jongensvoornaam.
Verkort voor middelbaar onderwijs.
Vertrek, woonruimte.
Vorm van het werkwoord treuren.
Stad, waar „De Maasbode" wordt gedrukt.
Kostbaar weefsel uit Brussel.
Het kleinste werelddeel.
Fransch lidwoord je (le).
Dorpje in Drenthe.
Gestalte, vorm.
Onlangs.
Eigenaar van 'n herberg.
Weg met boomen beplant.
Iemand, die maalt molenaar
Zie 43 horizontaal.
Als 35 verticaal.
Gereed.
Rank scheepje.
Tegengestelde van hoog.
Voorzetseldoor, met, in.
Garnizoensplaats op de Veluwe.
De groote onbekende.
Veel gebruikt voegwoord.
Een strenge plicht ^bood Rometam en
Grieken zorg te dragen voor een eervolle De-
grafenis tonner doodien eu wie dien plicht ver
waarloosde, anoest daarvoor boeten
Wanneer het naaste famfflieiiM oogeu en
m. rad van den overledene had gesloten," hieven
alle Woediveuwanten en vrienden een' taats',
vaarwel" aan en zongen een weeklacht. Daarna
konden de voorbereidingen voor de begrafenis
een aanvang nemen. De artme drommel!» wer
den 's nadhts, zonder veel drukte, naar de al
gemeens begraafplaats vóór de BsquHijn^
poort door de doodbidders weggebracht. j>e
rijkeren Melden van veel plechtigheden voor
hunne doode verwanten en zorgden voor een
indrukwekkende ibegrafeniisi Allereerst wend
het overlijden gemeld aan 'n tempeldienaar,
om den naam van den gestorvene op ae dooden-
Idjsten dies tempels geplaatst te krijgende
„aannemer" leverde dan tegen betaling de
fioodlg© gereedschappen eu zorgde eveneens
voor het benoodlgd aantal steven. Dan kwam
de „pollfiuctor", de aflegger, aan de beurt.
Deze wieoch en zalfde het stoffelijk overschot
en trok het zijn beste kleeren aan, naet te ver
geten de moodste toga. Alldus befcleed, plaatste
men den afgestorvene zeven dagen lang op een
parade-bod in het midden van het huis, terwijl
aan don ingang cyipreseen- of dennentakken
den voorbijganger vertelden, dat hier iemand
den eeuwigen gj^p waa ingegaan, 'n Pan met
brandenden wierook of zoo verdreef ae onaan
gename on tbdndines>fluo(ht, die zddh in de zaal
(atrium) verspreidde.
De eigenlijke 'begrafenis werd in den regel
bepaald vóór den middag on meestal 'bekend
gemaakt. De stoet werd voorafgegaan door 'n
stel muzikanten met lange treur-flulten. Daar
na volgden de klaagvrouwen, die tegen, -betaling
van idem zooveel 'n zielig gezicht trokken.
Aahter dit edele stel scbi eed de offeraar, ge
volgd door dragens van de doodenxmaskers in
tras dor vóórvadiereuook droegen zij eere-
teekenen van den overledene mee. Nu kwam
'n tooneettsipetter, dis probeerde den persoon van
den doode ma te bootsen en eindelijk deze laat
ste -zelf op 'n rijke baar, gevolgd door rijen
"aiven, knechten, offerdieren en zijn koets. De
fikrede werd gezegd op het -bekende fórum
<ie overledene werd erg opgehemeld en van
Hinder prettige 'dingen uit zijn leven werd ge-
Hv-egen-zoo'n .laudatio fU-nébris" heeft dan
°°k voor die geschiedenis van oud-Rome maar
®eel weinig waarde. Hierop vond de 'begrafenis
®laats -door begraven of verbrandende gloei en-
a-ssch© werd met wijn en melk getolusöht
don doode een laatste hedlwensoh toage-
nden.
dien negendien dag na deze plechtigheden
en opnieuw offers aan de goden geiwijld
•in ^eenlgdon zich die achtergeblevenen aan
Jh-eete°0<k'niInBal1-' dlsch-deswiegiendenHiaagB
deel-d*1, ^^vbij -niet zelden vleesch werd ver-
klasse*** onder de mi-ader gezeten volks
dood ff*0® wieinien °P dan verjaardag van den
offers opgedragen alsook op den gewonen
jaardag.. Het christemidotm heeft veel van
.to ceremonies een hoogere wijding venleend
rPhgor dan de natuurlijke deugd; waarvan zij
■waren»
SINT MARCUS.
(25 April.)
Sint Marcus is met St. Petrus naar Rome
gegaan en heeft daar het Evangelie gepredikt.
De geloovigen verzochten hem over het leven
van den Zaligmaker te schrijven en Marcus
teekende alles op, wat hij uit den mond van
Sint Petrus had vernomen. Zoo is het Evan
gelie naar den Heiligen Marcus ontstaan.
Terwijl de Apostel op het Heilig Paasch-
feest de H. Mis las, werd hij door de priesters
der valsche goden gegrepen ze sloegen hem
een koord om den hals en leidden hem als een
Paasch-os door hun stad. Het plaveisel werd
rood geverfd door zijn Woed. In de gevangenis
wiekten aan de Engelen om hem te troosten en
later kwam Onze Heer Jesus Christus ook, Die
hem zeide„Wees gegroet, Marcus, Evangelist,
en de vrede zij met U Hebt geen vrees, want
Ik sta U ter zijdeDen anderen ochtend voer
den de valsche afgodpriesters hem wederom
door hun stad. Maar op het oogenblik. dat hij
bad „In Uwe Handen beveel ik mijnen geest"
vloog zijn ziel naar het Palmenland. Dit ge
beurde onder de regeering van Nero. De hei
denen wilden het lichaam verbranden, maar
opeens werd de Hemel verduisterd, de hagel
sloeg neer, de donder gromde, bliksemschich
ten flitsten, zoodat zij de vlucht moesten nemen
en de reliquie overlaten aan de Christenen van
Alexandria, die haar vroom begroeven in hunne
kerk.
Die van Venetië kwamen het lichaam van
Sint Marcus in 468 daar halen en bouwden er
een prachtige kerk voor. Tijdens de overbren
ging werd de heele stad van Alexander ver
vuld met een wel lieflijken geur, ozodat de be
volking verbaasd toesnelde. Gedurende de reis
openbaarde Sint Marcus zelf hoe men te zeilen
bad en overal in de havens werd den schepe
lingen hun kostbare lading bevrijd, 'n Matroos
wou maar niet gelooven, dat dit n-u heusch het
stoffelijk overschot van Sint Marcus was hij
werd tot straf zóó door pijnen gekweld, dat
hij tén,slotte zijn zonde bekende.
Te Venetië werd maar aan enkele ver
trouwde personen gezegd, waar de reliquie werd
neergevlijd, om haar des te zekerder voor de
stad te kunnen bewaren. Doch toen deze perso
nen stierven, wist men de jui-ste plaats niet
meer en hoe men ook zocht, het gaf allemaal
niets. Groot was de droefheid onder de geeste
lijkheid en de geloovigen en de menigte ont
roerde bij de gedachte, dat wellicht haar Hei
lige Patroon was ontvreemd. Een plechtig vas
ten werd uitgeschreven, een prachtige proces
sie schreed door de smalle straten der stad. En
zie nu, hoe, tot verbazing van die allen, de
steenen van 'n kerkzuil vanzelf uiteenvielen en
de crypte vrij lieten, waar men de reliquie had
verborgen. Heel de stad, opgetogen van vreugde
dankte God voor dit mirakel, dat nog elk jaar
te Venetië plechtig wordt herdacht.
'n Geloovlg Christen, in dienst van een pro-
vengaalseh edelman, had de gelofte gedaan
het gTaf van „San Marco" te gaan bezoeken,
maar zijn heer wilde hem daartoe geen ver
gunning geven. Tenslotte besloot hij er een
lichamelijke tuchtiging voor over te heibben,
liever dan zich den toorn des Hemels op den
hals te halen en vertrok zónder toestemming.
Toen hij terug kwam, gelastte zijn heer, dat ze
hem de oogen móesten uitgraven. De andere
slaven strekten hem uit op den grond en sta
ken ijzeren punten in zijn oogen. Maar al hun
wreedheid baatte niets, want zoodra de pun
ten met het oog in aanraking kwamen, braken
ze af- Toen zeide hun de edelman, dat zij met
bijlen de ledematen van den on-getooorzamen
knecht moesten kappen, doch het ijzer der
bijlen werd week en zacht als lood. Daarop
kwam het bevel met ijzeren mokers tegen de
tanden te slaan, maar wederom werd het me
taal week, als verzacht door de almacht Gods.
De ridder, dit ziende, ontstelde hevig, vroeg
zijn dienaar vergiffenis en ging ter beêvaart
naar het graf van St. Marcus.
Ook werd een inwoner van Mantua valsche-
lijk beschuldigd door onverlaten, in de gevan
genis geworpen. Hij vertoefde daar veertig da
gen en leed veel, tot dat hij, na een vasten van
drie dagen, de hulp van Sint Marcus inriep.
Aanstonds verscheen hem de Heilige en zeide
hem zijn gevangenis te verlaten. De ongeluk
kige meende nochtans, dat dit niet mogelijk
was, dacht, dat hij alleen maar zoo gedroomd
had en sloeg verder geen acb-t op het bevel van
de verschijning. Ten tweeden, ja, ten derden
male verscheen deze hem en hernieuwde het
hevel. Toen vertrok de gevangene, daar hij de
deur van zijn cel zag openstaan, terwijl hij met
gemak de ketenen van zijn voeten bralk. Te
midden van bewaarders en wachten schreed hij
naar buiten, maar bun oogen wenden gehou
den, dat zij hem niet kenden.
Zoo kwam hij aan te Venetië, waar hij Sint
Marcus darik bracht.
Een kudde tamme rendieren.
Juilluis öa-esar beeft dm één zijner boekeu ge
schreven over een diier, dat in het Herky-niische
woud 'zou leven en uit wiens voorhoofd een
éénhoorn zou steken, terwijl hiet tevens de
troteche bezitter was vam een rijk vertakt
g-eweii! Die éénhoorn eindelijk ontdekt! Jam
mer dat het bericht vam den -grooten Romein
naar het rijk der fabeltjes moet worden verwe
zen, want het rendier, dat hij bedoelt en
waarvan, één oog-tak dikfwijls sterk ontwikkeld
lis en dan midden op het voorhoofd ligt, was in
Caesar's dagen ail lang uit die wondien der Ger
manen verdwenen. Het diier was de metgezel
van den manisch in den ijstijd, toen het b.v. in
Zuid-Brankirijk 'n heel stuk kouder was dan
tegenwoordig. Allerlei oude grotten hebben
restanten uit dezen ijs-tijd bewaard en de ijzige
mos-steppen van het Zuldien moeten een waaT
jasersparadiijis hebben gevormd! Berken en
willigen groeiden er, dennen en bessiemstruikem,
het gebied van sneeuiWhoeniders» beer, veelvraat
en wolf. De mensbhen van den ijstijd waren
geduchte jagers op het rendier, wanneer zij
diit niet konden bemachtigen, wachtte h-um i,n
den winter dlie vuscb vangst onmogelijk maakte,
een zekere dood. Het bloed van bet gedoode
dli-er wend uit zijn hersenpan gedronken, de
ingewanden wenden gedroogd en tot bindtouw
gedraaid, de huid gelooid en gebezigd als
temtbekleeding, uit het troteche gewen eniediein
dlie matuiunmenechen hun harpoenen, hum lans
punten en hun vtfeahihaken!
Later, toen het in Zuid-Europa warmer begou
te worden, zóó warm, dat er die druiven kon
den rijpen, trokken de rendieren meer en meer
naar hiet koelere Noorden, gevolgd door de
memsehen, dlie zonder hen niet leven konden.
Door België en Buitschiland ging de reis naar
de koudste streken van Noönd-eflijk Europa,
omidat de Zuidelijker landen onder Invloed van
den verwanmemdien golfstroom voor de dieren
onbewoonbaar wenden. In die gebiodiem rond
de Leima-rivier en het Onega-meer vonden zij,
wat Zuid-Europa ton vroeger had geboden!
Wie het Noorden van Noorwegen bezoekt,
komt allicht in die gelegenheid een kampement
van de Lappen te bezichtigen, de bewoners
van Lapland met zijn blauwe menen, wilde
bergbeken en besneeuwde toppen. Dit is de
streek der tannmne rendier-kudden, dlie door
herders op sueeuwseh oeue n en honden be
waakt wonden tegen, dien overval van bloed
dorstige wolven! 'n Angstig Ibezit, zoo'tn kudde!
'm Lap aal nooit precies zeggen, hoeveel stuks
diaar nu wel romdlloopen, want vandiaag heeft
hij ze en morgen na 'n bezoek van wolven, is
hij 'ze kwijt; wat niet wondt afgemaakt door
deze roovexs, stuift weg naar alle kanten en
de ongelukkige eigenaar mag al folij zijn, wan
neer hij 'n diende van. z'n kudde overhoudt! De
eendge xnilldoenen van deze viervoeters pleats.
De jaoht wordt hoofdzakelijk uitgeoefend met
den speer. Wanneer eimdelooze kudden door een-
meer trekken, ligt de Eskimo te loeren om zijn
slag te slaan. Behendig schuift hij zijn ranke
bootjte tnsisictaen die zwemmers door en steekt
er tientallen van dood; soms duurt het 'n paar
dagen, voor hiet laatst© dier den overkant be
reikt heeft. Het rendier levert den Eskimo van
Biles, Weeding, dekens, tailk en voedsei! Ge
kookte remidiierkoppen gefldem als gnoote lekkernij
en niets gaat boven bevroren rauw merg, dat,
imtussohen niet al t© koud mag zijn, andiers
laat het zich lastig met d© scherp© peuteraars
van been uit ziju omhulsel verwijderen. De
- .f -3
y-ySv*
Hoe noem Je zoo iemand en weet je ook,
waar hij ergens woont?
Br komen nu nog twee van deize plaatjes,
waairna ik d© oplossingen verwacht aan mijn
I adres. Onder de goed© luzendingem wordt ©en
mooi boek verloot.
Jong rendier.
vluchtelingen wonden minzaam opgenomen bij
naburige kolonisten, dlie toevallig jiuist In dez©
streken hun kamp hebben opgeslagen, d© rech
ters wonen vèr, van veel praten en lang© plei
dooien moet d© Lap ni©ts heibbenzuchtend
ziet hij van wat eons zijn beizit was af ern volgt
d© rest naar de koud© hoogte van het „fjeld",
waar geen hout meer groeit om een vuurtje
te stoken, ver van rijn voorraadschuren
en tóch zon hij zijn zwerversleven niet graag
Willen opgeven of rullen tegen het 'bestaan der
„visch-Lappen", die den Noor dienen. Hij voelt
zich zoo vrij met zijn remdliaricudde ails de
nomaden uit dien ijstijd! Wanneer er, tegen
dien herfst, iin den 'hemel gehakt wondt en de
spaanders ate "eerste sneeuwvlokken omlaag
dwarrelen, dian komen Bngelsctoen ter jaoht
op „wilde" rendieren! De B'erglappen zoeken
Wat ouide dieren uit hun kudde e;n sturen hen
die bergen in, ontvangen de koene jagers m,et
groote vriendelijkheid ierier stuk „wild'
brengt honderd kronen op! en toonen hun
de plaatsen, waar zij do meeste kans hebben
'in stuk of wat exemplaren tie schieten! Wan
neer de gelukkige jagers naar hun sichiip terug-
keeren doet hêéd het Laipipenkamp hen uitge
leidemannen, vrouwem, honden en kinderen
heffen een luid hoera! op die dapperheid der
verdwijnende vreemdelingen aan! Die paar
oud© knarren konden zij toch van den winter
niet slachten en d© overige viervoeters mogen
zich nu weer tegoed doen aan het lekker© ren
dtter-mos! Met 'n beetje gras, wat mos en kruid
is het rendier ai tevreden, maan- het moet de
ruimte hebben, wamt het zwerven zit dit dier
In het bloed. Zoo komt het ook, dat het niet
gelukt is tamme rendieren in de Duitsche bos-
schen te laten verwilderen, de woning was hun
daar niet ruim genoeg.
D© geducht-ste jager op wild© rendieren is de
Eskimo! In Nocrd-Oamoda -groeit rendier-mos
fn overvloed. Ook al waait d© sneeuw ©r over
heem, dat 'belet het dier niet met zijn voonpoo-
tem het geliefd© voedsel te voorschijn t© krab
ben. De CanadJeeeab® toendra's bieden aan
Lappen op reis.
ontdekkingsreiziger Christian Leder verhaalt
in zijn boek „Ueber Kiwatims Eiefettdier'^ van
een jachtavontuur op rendieren, dat 'hij be
leefd© met den Eskimo Illafcnak. Terwijl wij
zoo schrijft hij bezig w-arern ontze igloe
(Esklimohmt) te bouwen, draaft een nieuwe,
giroote kudde rendieren voorbij. Zij schijnt om-
gegier vier duiizemd stuks sterk te zijn en die
dieren doen hedemaal niet schuw. Iilatnak
©rij'Pt één van mijn 'buksen, gaat de kudde
tegemoet, schiet, laadt, schiet nog eens, maar
ai©g m,iis! Doch Ik moet dte handigheid bewon
deren, waarmee hij het wild besluipt. Dat kan
er geen één. zoo goed als hij. Hij -buigt zich
voorover en nadert langzaam 'n dier, dat 'n
beetje van den troep verwijderd is. Begint dlit
te draven, dan houdt Iilatnak stii, en staat als
aan den grond genageld, terwijl hij het wild
met een diepe stem toespreekt in woorden, die
als droog zand aan elkaar hangen! Hij maakt
OM BEHOORLIJKE MUMMIES
te krijgen, peuterden de oude Egyptenaren den
schedel van 'n dooae leeg en vulden hem op
met asfalt, wierook, myrrhe, cederolie en rund-
vet Dat ging het bederf tegenDan werd
het lijk van binnen schoongemaakt en weder
dicht genaaid, waarop het gedurende zeventig
dagen in een natron-bad (koolzuur-zoute soda)
kwam te liggen. Was deze periode verstreken,
dan werd de mummie gewasschen, omwoeld
met fijn lijnwaad en met gummi overtogen.
Eerst dan konden de familieleden hun doode
weer in ontvangst nemen zij begroeven hem
in een mummiekist, die den vorm van het lijk
verkreeg. Er waren drie klassen van mummifl-
ceeren de erfgenamen konden kiezen, of ze
de duurste, dan wel de middelste of de goed
koopste methode wilden hebben. De droge Egyp
tische lucht hield de mummies eeuwen goed.
JACHT OP OTTERS vindt men in Engeland.
Men gebruikt er otter-bonden bij, ofschoon ook
iedere „gewone" bond het spoor van 'n otter
wel volgt. Er zijn in Engeland n 20 van zulke
otter-hond „meuten" ('n meute is een stoet
jachthonden), en de jagers dragen een aparte
kieeding. Het geheel staat ond'r leiding van
een „master" of jagermeester, die ook toeziet,
dat alles volgens de regelen der „kunst" gaat.
De jager, die een otter heeft buitgemaakt,
mag een spijker in zijn jachtstok slaan!
DEN 7EN SEPTEMBER was het 175 jaar
geleden, dat te Amsterdam dc beroemde dichter
Willem Bilderdijk werd geboren zijn moeder
heette Sibylla Duizenodaalders, 'n deftige dame.
Bilderdijk beweert van zichzelf, dat hij op
1 -jarigen leeftijd al gedichten van „vader
Cats" las
,Naauw had een dubble, neen, drie halve
zonnebanen
Mijn leven afgeperkt
of, bij 't eenzaam avondbranden
Viel uw (Cats) genoeglijk werk in mijn nog
teedre handen".
Toen hij door een buurjongen op den linker
voet getrapt werd, werd zijn been zoo erg
gekwetst, dat hij twaalf jaar in huis moest
doorbrengen, „zonder aanspraak alle dagen te
zitten als een steenen beeld". Daarna kreeg
hij een ziekte zijn vader, die dokter, tapte
hem zóóveel bloed af, dat hij dood zwak werd.
„Daar lag ik jaren lang in 't krank ver trek
gebonden
En kende kinderspel, noch spijs, noch drank-
v genot,
Verwaarloosd of geplaagd
Een zwak gestel met uitgebleekt® kaken.
Mijn spierkracht uitgeputMijn vezels week
verslapt
Mijn kreupel sleepend been".
Voortdurend zegt de dichter, dat hij wel gauw
sterven zal. Niettemin werd hij 74 jaar, hij,
die „in de wieg al naar zijn graf had gesnakt!
Bilderdijk heeft ondanks zijn groot inkomen
altijd in armoede geleefd hij stond aan het
graf van dertien van zijn kinderen. Dit jaar
zal zijn 100-jarig afsterven worden herdacht.
METEOREN zijn grootere (tot 200 pond en
zwaarder) of kleinere vuurkogels, die van de
hemellichamen afvallen en dan soms wel eens
naar de aarde verdwalen. De luchtlaag van
300 K.M. hoogte rond de aarde werkt dan als
een buffer, houdt de vallend© steenen tegen
in hun vaart, terwijl zij deze tevens meestal
geheel vernietigt. Maar gelukkig ook, want per
dag vallen er zoo'n 20 millioen in de luchtlaag,
die we toch maar liefst niet op onzen bol
laten neerkomen Bij onderzoek blijken deze
knikkers uit de wereldruimte steen, ijzer, nik
kel, tin en koper te bevatten I
Bij alilemaal natuurlijk wèl bekemd! Dikwijls
genoeg pret me© geihad, hé? Probeer er zelf
eens een te maken! Niets moeilijk, hoor! We
begfiinnen maar direct met -het lastigste: het
rad! Zaag 't tuit een plank van pijn. 1 c.M.
dikte. D© móddleiliijn neem je bijv. op 40 c.M.
De teekeniiinig, linlks onder, geeft aam, hoe jé
d© cijfers vam 1 tot 40 op het rad zet. Ze staan.
niet im. volgorde. Bij el'k cijfer komt eem spijker,
waartoe toet 'best© gebruikt worden spijkers
met ronide koppen.
Rechts ooitder diuldt aan, too© het (heette ge
valletje im elkaar zit. Boven aan den galg een
stallen vieertje, zie je 't zitten? De as eirudligt
aan weerskanten in eem spijker. WOnmeer Je
wtillt dat toet Tad makkelijk draait, moet je het
veertje niet te stevig nemen, dat snap Je wel!
't Zal mij benieuwen wie toet eerst den,
hoofdprijs voor me loot!
„GEGEESELT MET EEN VOSSENSTAART"
werd de dichter Vondel, toen hij zijn treurspel
zéér geheimzinnige gebaren en aaipt_ de _bewe-1 TetSen!*^
zonnige geoauem eu «w- - guldens tot boete betaalen, '1
gingen .vam toet rendier na Dit wondt xHeuws- ™na f de©de". Vondel's vijanden
gierig en toomt op toem af. Ilttatmak wacht; het te laag, toet was 'n klap
dier ook; 't staart toem aam, tot toij op 'n, af
stond van 'n vijftig meter is genaderd; dan
wondt toet onrustig! Niu geeft de Eskimo nog
eens weer vuurmaar d© kogel ketst tegen
een vóór de poot liggen,d-em steen. Het wlittd
d-oet 'n verschrikten sprong en maakt dat het
weglkomt! Iiiatnaik beiweert, dat Christian
Leder 'n toovenaar is, 'n Amtgakofc, die de ge
weren (betoojvert, zoodot zij niet meer 'behoor
lijk schieten!
'De Eskimo's van Alaska (Noord-Amerika)
malken veeü gebruik van tamme rendieren. Ook
de goudgravers hebben- deze Menner dan toonden,
omdat zij voor toen toet yoedseQ niet behoeven
mie© t» steepen op de stteden-
met 'n vossestaart, die Immers niets zeer doet!
Wij omtvttngiein uit (het Zuiden van een be-
ttangisteflttemid Jezer nog 'n ezelsbruggetje, dat
toet rangschikken van Turken en Cihristeoen
detis makkelijker bedoettlde te maken; wie het
weten wii, zuilen wij toet gaarne sturen.
De oplossing, of liever, 'n oplossing van de 1
gevangen-is-ipiizzfle is dieze, er zijn e>r dntussdhen
«néér mogelijk.
Wanneer -men 'de gevangenen nummert van
1 tot 15, dOn is d© otpsteiMimg voor de opeenvol-1
genidte dagen der week op deze wijze mogelijk:
S. T. Woerden.
Zomidag
Miaamidag
Dinsdag
,nr—H
1
2
3
1
4
10
1
6
4
5
6
2
9
15
2
5
7
8
9
3
8
14
3
10
10
11
12
6
7
11
4
11
13
14
15
5
12
13
7
12
De 33 stukjes vormden samen dien naam
van Roenmonid's onvergetettljiken Bisschop.
Knip de witte figuren nit en leg er van den
naam van een staatsman, die in de laatste
dagen nogal veett wordt genoemd.
Het geheel bestaat uit tien letters en is dS
naam van een plaats aan de Lek gelegen.
X
1
A
X
A
2
X
A
3
I
X
A
4
t
X
A
A A
5
A
X
A 1
6
A
X
A
A
A
A
X
A
S
X
A
9
X
s
10.
Met 'n G. er bij2 pond
Zestig mlnnten.
Precies.
Naam van een hond.
Met kegels spelen.
Laten doorzijgen.
Vierde maag der herkauwende dieren.
Weg, afstand, tocht
100 vierkante meter.
Grein of wichtje, afgekort
GBLDERMALSEN.
1. G, van Gram 2. eer 3. elk 4. bodem
5. dekenen 6. dijkgraven 7. droomerig 8.
gekakel 9. balie 10. pst 11. mes 12. N.
voor Noorden.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
De vraag is niet: wat beredikt ge op het
-m-oment maar wel: wat zult g© aan toet edmde
van uw leven -baredikt 'hebben?
Woensdag
Donderdag
1
5
14
1
7 13
2
7
10
2
6 12
3
6
15
3
5 11
4
8
12
4
9 14
9
11
13
8
10 15
Vrijdag
8
4
9
7
10
Zaterdag
NIEUWE PUZZLE.
Drie slaven an drie toeeren moeten in een
schuilt je dat sttectots twee personen tegelijk be
vatten kan, 'n rivier oversteken. De toeeren zijn
'óoodisbenanwri. dat d© slaven hen 'n kopje
kledneir maken, indien zij aan den linker- of
dien rechteroever grooter In aantal zijn dan hun
bazen. De overvaart moet dus zóó geregeld
worden, dat er nooit méér süavem op een oever
staan dan heeren.
[Hoe gaat dat in zijn werk?