H HET KENBBEK. K zdü UM ZATERDAG 16 APRIL 1922 KRUISWOORB* RAABSEL. HOE BE QUBE ROMEINEN HUN BOOBEN BEGROEVEN UIT BE GULBEN LEGENBE. (naar het Fransch van T. de Wijzewa). Be éénhoorn van Caesar. HOE NOEM JE ZE? m Rad vam avontuur! MET SCHAAR EN LIJMPOT, EIGEN WERK. KEBT HEN? Oplossing. Oplossing legpuzzle. u 1—1 LETTERRAADSEL. Oplossing. Oplossing van dsn vorigen rebus. ALLERLEI. VOOR KNUTSELAARS. Door B. I. 8. 9. 11. 12. 14. 16. 17. 19. 20. 22. 23. 24. 26. 27. 28. 80. 32. 33. 34. 36. 38. 40. 41. 43. 44. 46. 47. 48. 50. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 10. II. 13. 15. 18. 21. 23. 25. 29. 51. 36. 39. 41. 42. 44. 45. 48. 49. HORIZONTAAL. Stad in Noord-Holland. Gereed. Priestermutsje. Deel van oï aan een mast. Laatstleden. Als 11 horizontaal. Voor grootmoeder- Het grootste bert. Biljartstok- Kleverige verfstof. Te gering van wijdte. Wachtwoord, zinspreuk. ■n voorzetsel. Waardoor de school wordt gevormd. Komt als grondstof in Limburg voor. Rijkswaterstaat. Afkomstig van dominee. Latijn voor den lezer heilL. 8. Ander woord voor moeder. Deftige voorname vrouw. Ligt voor de deur. Wat gesproken wordt. Zekere rivier. Doop der Kaffers. Afkorting van „meester". Verkort voor vader. Zekere stroom in Friesland. 'n Vorm van het werkwoord dienen Dichter bij, minder verwijderd. Stad in Groningen. VERTICAAL. Reeds. Dwaas, zot. „Sale", 'n riviertje. Aanduiding van een godsdienst. Handeling, verrichting. Friesche jongensvoornaam. Verkort voor middelbaar onderwijs. Vertrek, woonruimte. Vorm van het werkwoord treuren. Stad, waar „De Maasbode" wordt gedrukt. Kostbaar weefsel uit Brussel. Het kleinste werelddeel. Fransch lidwoord je (le). Dorpje in Drenthe. Gestalte, vorm. Onlangs. Eigenaar van 'n herberg. Weg met boomen beplant. Iemand, die maalt molenaar Zie 43 horizontaal. Als 35 verticaal. Gereed. Rank scheepje. Tegengestelde van hoog. Voorzetseldoor, met, in. Garnizoensplaats op de Veluwe. De groote onbekende. Veel gebruikt voegwoord. Een strenge plicht ^bood Rometam en Grieken zorg te dragen voor een eervolle De- grafenis tonner doodien eu wie dien plicht ver waarloosde, anoest daarvoor boeten Wanneer het naaste famfflieiiM oogeu en m. rad van den overledene had gesloten," hieven alle Woediveuwanten en vrienden een' taats', vaarwel" aan en zongen een weeklacht. Daarna konden de voorbereidingen voor de begrafenis een aanvang nemen. De artme drommel!» wer den 's nadhts, zonder veel drukte, naar de al gemeens begraafplaats vóór de BsquHijn^ poort door de doodbidders weggebracht. j>e rijkeren Melden van veel plechtigheden voor hunne doode verwanten en zorgden voor een indrukwekkende ibegrafeniisi Allereerst wend het overlijden gemeld aan 'n tempeldienaar, om den naam van den gestorvene op ae dooden- Idjsten dies tempels geplaatst te krijgende „aannemer" leverde dan tegen betaling de fioodlg© gereedschappen eu zorgde eveneens voor het benoodlgd aantal steven. Dan kwam de „pollfiuctor", de aflegger, aan de beurt. Deze wieoch en zalfde het stoffelijk overschot en trok het zijn beste kleeren aan, naet te ver geten de moodste toga. Alldus befcleed, plaatste men den afgestorvene zeven dagen lang op een parade-bod in het midden van het huis, terwijl aan don ingang cyipreseen- of dennentakken den voorbijganger vertelden, dat hier iemand den eeuwigen gj^p waa ingegaan, 'n Pan met brandenden wierook of zoo verdreef ae onaan gename on tbdndines>fluo(ht, die zddh in de zaal (atrium) verspreidde. De eigenlijke 'begrafenis werd in den regel bepaald vóór den middag on meestal 'bekend gemaakt. De stoet werd voorafgegaan door 'n stel muzikanten met lange treur-flulten. Daar na volgden de klaagvrouwen, die tegen, -betaling van idem zooveel 'n zielig gezicht trokken. Aahter dit edele stel scbi eed de offeraar, ge volgd door dragens van de doodenxmaskers in tras dor vóórvadiereuook droegen zij eere- teekenen van den overledene mee. Nu kwam 'n tooneettsipetter, dis probeerde den persoon van den doode ma te bootsen en eindelijk deze laat ste -zelf op 'n rijke baar, gevolgd door rijen "aiven, knechten, offerdieren en zijn koets. De fikrede werd gezegd op het -bekende fórum <ie overledene werd erg opgehemeld en van Hinder prettige 'dingen uit zijn leven werd ge- Hv-egen-zoo'n .laudatio fU-nébris" heeft dan °°k voor die geschiedenis van oud-Rome maar ®eel weinig waarde. Hierop vond de 'begrafenis ®laats -door begraven of verbrandende gloei en- a-ssch© werd met wijn en melk getolusöht don doode een laatste hedlwensoh toage- nden. dien negendien dag na deze plechtigheden en opnieuw offers aan de goden geiwijld •in ^eenlgdon zich die achtergeblevenen aan Jh-eete°0<k'niInBal1-' dlsch-deswiegiendenHiaagB deel-d*1, ^^vbij -niet zelden vleesch werd ver- klasse*** onder de mi-ader gezeten volks dood ff*0® wieinien °P dan verjaardag van den offers opgedragen alsook op den gewonen jaardag.. Het christemidotm heeft veel van .to ceremonies een hoogere wijding venleend rPhgor dan de natuurlijke deugd; waarvan zij ■waren» SINT MARCUS. (25 April.) Sint Marcus is met St. Petrus naar Rome gegaan en heeft daar het Evangelie gepredikt. De geloovigen verzochten hem over het leven van den Zaligmaker te schrijven en Marcus teekende alles op, wat hij uit den mond van Sint Petrus had vernomen. Zoo is het Evan gelie naar den Heiligen Marcus ontstaan. Terwijl de Apostel op het Heilig Paasch- feest de H. Mis las, werd hij door de priesters der valsche goden gegrepen ze sloegen hem een koord om den hals en leidden hem als een Paasch-os door hun stad. Het plaveisel werd rood geverfd door zijn Woed. In de gevangenis wiekten aan de Engelen om hem te troosten en later kwam Onze Heer Jesus Christus ook, Die hem zeide„Wees gegroet, Marcus, Evangelist, en de vrede zij met U Hebt geen vrees, want Ik sta U ter zijdeDen anderen ochtend voer den de valsche afgodpriesters hem wederom door hun stad. Maar op het oogenblik. dat hij bad „In Uwe Handen beveel ik mijnen geest" vloog zijn ziel naar het Palmenland. Dit ge beurde onder de regeering van Nero. De hei denen wilden het lichaam verbranden, maar opeens werd de Hemel verduisterd, de hagel sloeg neer, de donder gromde, bliksemschich ten flitsten, zoodat zij de vlucht moesten nemen en de reliquie overlaten aan de Christenen van Alexandria, die haar vroom begroeven in hunne kerk. Die van Venetië kwamen het lichaam van Sint Marcus in 468 daar halen en bouwden er een prachtige kerk voor. Tijdens de overbren ging werd de heele stad van Alexander ver vuld met een wel lieflijken geur, ozodat de be volking verbaasd toesnelde. Gedurende de reis openbaarde Sint Marcus zelf hoe men te zeilen bad en overal in de havens werd den schepe lingen hun kostbare lading bevrijd, 'n Matroos wou maar niet gelooven, dat dit n-u heusch het stoffelijk overschot van Sint Marcus was hij werd tot straf zóó door pijnen gekweld, dat hij tén,slotte zijn zonde bekende. Te Venetië werd maar aan enkele ver trouwde personen gezegd, waar de reliquie werd neergevlijd, om haar des te zekerder voor de stad te kunnen bewaren. Doch toen deze perso nen stierven, wist men de jui-ste plaats niet meer en hoe men ook zocht, het gaf allemaal niets. Groot was de droefheid onder de geeste lijkheid en de geloovigen en de menigte ont roerde bij de gedachte, dat wellicht haar Hei lige Patroon was ontvreemd. Een plechtig vas ten werd uitgeschreven, een prachtige proces sie schreed door de smalle straten der stad. En zie nu, hoe, tot verbazing van die allen, de steenen van 'n kerkzuil vanzelf uiteenvielen en de crypte vrij lieten, waar men de reliquie had verborgen. Heel de stad, opgetogen van vreugde dankte God voor dit mirakel, dat nog elk jaar te Venetië plechtig wordt herdacht. 'n Geloovlg Christen, in dienst van een pro- vengaalseh edelman, had de gelofte gedaan het gTaf van „San Marco" te gaan bezoeken, maar zijn heer wilde hem daartoe geen ver gunning geven. Tenslotte besloot hij er een lichamelijke tuchtiging voor over te heibben, liever dan zich den toorn des Hemels op den hals te halen en vertrok zónder toestemming. Toen hij terug kwam, gelastte zijn heer, dat ze hem de oogen móesten uitgraven. De andere slaven strekten hem uit op den grond en sta ken ijzeren punten in zijn oogen. Maar al hun wreedheid baatte niets, want zoodra de pun ten met het oog in aanraking kwamen, braken ze af- Toen zeide hun de edelman, dat zij met bijlen de ledematen van den on-getooorzamen knecht moesten kappen, doch het ijzer der bijlen werd week en zacht als lood. Daarop kwam het bevel met ijzeren mokers tegen de tanden te slaan, maar wederom werd het me taal week, als verzacht door de almacht Gods. De ridder, dit ziende, ontstelde hevig, vroeg zijn dienaar vergiffenis en ging ter beêvaart naar het graf van St. Marcus. Ook werd een inwoner van Mantua valsche- lijk beschuldigd door onverlaten, in de gevan genis geworpen. Hij vertoefde daar veertig da gen en leed veel, tot dat hij, na een vasten van drie dagen, de hulp van Sint Marcus inriep. Aanstonds verscheen hem de Heilige en zeide hem zijn gevangenis te verlaten. De ongeluk kige meende nochtans, dat dit niet mogelijk was, dacht, dat hij alleen maar zoo gedroomd had en sloeg verder geen acb-t op het bevel van de verschijning. Ten tweeden, ja, ten derden male verscheen deze hem en hernieuwde het hevel. Toen vertrok de gevangene, daar hij de deur van zijn cel zag openstaan, terwijl hij met gemak de ketenen van zijn voeten bralk. Te midden van bewaarders en wachten schreed hij naar buiten, maar bun oogen wenden gehou den, dat zij hem niet kenden. Zoo kwam hij aan te Venetië, waar hij Sint Marcus darik bracht. Een kudde tamme rendieren. Juilluis öa-esar beeft dm één zijner boekeu ge schreven over een diier, dat in het Herky-niische woud 'zou leven en uit wiens voorhoofd een éénhoorn zou steken, terwijl hiet tevens de troteche bezitter was vam een rijk vertakt g-eweii! Die éénhoorn eindelijk ontdekt! Jam mer dat het bericht vam den -grooten Romein naar het rijk der fabeltjes moet worden verwe zen, want het rendier, dat hij bedoelt en waarvan, één oog-tak dikfwijls sterk ontwikkeld lis en dan midden op het voorhoofd ligt, was in Caesar's dagen ail lang uit die wondien der Ger manen verdwenen. Het diier was de metgezel van den manisch in den ijstijd, toen het b.v. in Zuid-Brankirijk 'n heel stuk kouder was dan tegenwoordig. Allerlei oude grotten hebben restanten uit dezen ijs-tijd bewaard en de ijzige mos-steppen van het Zuldien moeten een waaT jasersparadiijis hebben gevormd! Berken en willigen groeiden er, dennen en bessiemstruikem, het gebied van sneeuiWhoeniders» beer, veelvraat en wolf. De mensbhen van den ijstijd waren geduchte jagers op het rendier, wanneer zij diit niet konden bemachtigen, wachtte h-um i,n den winter dlie vuscb vangst onmogelijk maakte, een zekere dood. Het bloed van bet gedoode dli-er wend uit zijn hersenpan gedronken, de ingewanden wenden gedroogd en tot bindtouw gedraaid, de huid gelooid en gebezigd als temtbekleeding, uit het troteche gewen eniediein dlie matuiunmenechen hun harpoenen, hum lans punten en hun vtfeahihaken! Later, toen het in Zuid-Europa warmer begou te worden, zóó warm, dat er die druiven kon den rijpen, trokken de rendieren meer en meer naar hiet koelere Noorden, gevolgd door de memsehen, dlie zonder hen niet leven konden. Door België en Buitschiland ging de reis naar de koudste streken van Noönd-eflijk Europa, omidat de Zuidelijker landen onder Invloed van den verwanmemdien golfstroom voor de dieren onbewoonbaar wenden. In die gebiodiem rond de Leima-rivier en het Onega-meer vonden zij, wat Zuid-Europa ton vroeger had geboden! Wie het Noorden van Noorwegen bezoekt, komt allicht in die gelegenheid een kampement van de Lappen te bezichtigen, de bewoners van Lapland met zijn blauwe menen, wilde bergbeken en besneeuwde toppen. Dit is de streek der tannmne rendier-kudden, dlie door herders op sueeuwseh oeue n en honden be waakt wonden tegen, dien overval van bloed dorstige wolven! 'n Angstig Ibezit, zoo'tn kudde! 'm Lap aal nooit precies zeggen, hoeveel stuks diaar nu wel romdlloopen, want vandiaag heeft hij ze en morgen na 'n bezoek van wolven, is hij 'ze kwijt; wat niet wondt afgemaakt door deze roovexs, stuift weg naar alle kanten en de ongelukkige eigenaar mag al folij zijn, wan neer hij 'n diende van. z'n kudde overhoudt! De eendge xnilldoenen van deze viervoeters pleats. De jaoht wordt hoofdzakelijk uitgeoefend met den speer. Wanneer eimdelooze kudden door een- meer trekken, ligt de Eskimo te loeren om zijn slag te slaan. Behendig schuift hij zijn ranke bootjte tnsisictaen die zwemmers door en steekt er tientallen van dood; soms duurt het 'n paar dagen, voor hiet laatst© dier den overkant be reikt heeft. Het rendier levert den Eskimo van Biles, Weeding, dekens, tailk en voedsei! Ge kookte remidiierkoppen gefldem als gnoote lekkernij en niets gaat boven bevroren rauw merg, dat, imtussohen niet al t© koud mag zijn, andiers laat het zich lastig met d© scherp© peuteraars van been uit ziju omhulsel verwijderen. De - .f -3 y-ySv* Hoe noem Je zoo iemand en weet je ook, waar hij ergens woont? Br komen nu nog twee van deize plaatjes, waairna ik d© oplossingen verwacht aan mijn I adres. Onder de goed© luzendingem wordt ©en mooi boek verloot. Jong rendier. vluchtelingen wonden minzaam opgenomen bij naburige kolonisten, dlie toevallig jiuist In dez© streken hun kamp hebben opgeslagen, d© rech ters wonen vèr, van veel praten en lang© plei dooien moet d© Lap ni©ts heibbenzuchtend ziet hij van wat eons zijn beizit was af ern volgt d© rest naar de koud© hoogte van het „fjeld", waar geen hout meer groeit om een vuurtje te stoken, ver van rijn voorraadschuren en tóch zon hij zijn zwerversleven niet graag Willen opgeven of rullen tegen het 'bestaan der „visch-Lappen", die den Noor dienen. Hij voelt zich zoo vrij met zijn remdliaricudde ails de nomaden uit dien ijstijd! Wanneer er, tegen dien herfst, iin den 'hemel gehakt wondt en de spaanders ate "eerste sneeuwvlokken omlaag dwarrelen, dian komen Bngelsctoen ter jaoht op „wilde" rendieren! De B'erglappen zoeken Wat ouide dieren uit hun kudde e;n sturen hen die bergen in, ontvangen de koene jagers m,et groote vriendelijkheid ierier stuk „wild' brengt honderd kronen op! en toonen hun de plaatsen, waar zij do meeste kans hebben 'in stuk of wat exemplaren tie schieten! Wan neer de gelukkige jagers naar hun sichiip terug- keeren doet hêéd het Laipipenkamp hen uitge leidemannen, vrouwem, honden en kinderen heffen een luid hoera! op die dapperheid der verdwijnende vreemdelingen aan! Die paar oud© knarren konden zij toch van den winter niet slachten en d© overige viervoeters mogen zich nu weer tegoed doen aan het lekker© ren dtter-mos! Met 'n beetje gras, wat mos en kruid is het rendier ai tevreden, maan- het moet de ruimte hebben, wamt het zwerven zit dit dier In het bloed. Zoo komt het ook, dat het niet gelukt is tamme rendieren in de Duitsche bos- schen te laten verwilderen, de woning was hun daar niet ruim genoeg. D© geducht-ste jager op wild© rendieren is de Eskimo! In Nocrd-Oamoda -groeit rendier-mos fn overvloed. Ook al waait d© sneeuw ©r over heem, dat 'belet het dier niet met zijn voonpoo- tem het geliefd© voedsel te voorschijn t© krab ben. De CanadJeeeab® toendra's bieden aan Lappen op reis. ontdekkingsreiziger Christian Leder verhaalt in zijn boek „Ueber Kiwatims Eiefettdier'^ van een jachtavontuur op rendieren, dat 'hij be leefd© met den Eskimo Illafcnak. Terwijl wij zoo schrijft hij bezig w-arern ontze igloe (Esklimohmt) te bouwen, draaft een nieuwe, giroote kudde rendieren voorbij. Zij schijnt om- gegier vier duiizemd stuks sterk te zijn en die dieren doen hedemaal niet schuw. Iilatnak ©rij'Pt één van mijn 'buksen, gaat de kudde tegemoet, schiet, laadt, schiet nog eens, maar ai©g m,iis! Doch Ik moet dte handigheid bewon deren, waarmee hij het wild besluipt. Dat kan er geen één. zoo goed als hij. Hij -buigt zich voorover en nadert langzaam 'n dier, dat 'n beetje van den troep verwijderd is. Begint dlit te draven, dan houdt Iilatnak stii, en staat als aan den grond genageld, terwijl hij het wild met een diepe stem toespreekt in woorden, die als droog zand aan elkaar hangen! Hij maakt OM BEHOORLIJKE MUMMIES te krijgen, peuterden de oude Egyptenaren den schedel van 'n dooae leeg en vulden hem op met asfalt, wierook, myrrhe, cederolie en rund- vet Dat ging het bederf tegenDan werd het lijk van binnen schoongemaakt en weder dicht genaaid, waarop het gedurende zeventig dagen in een natron-bad (koolzuur-zoute soda) kwam te liggen. Was deze periode verstreken, dan werd de mummie gewasschen, omwoeld met fijn lijnwaad en met gummi overtogen. Eerst dan konden de familieleden hun doode weer in ontvangst nemen zij begroeven hem in een mummiekist, die den vorm van het lijk verkreeg. Er waren drie klassen van mummifl- ceeren de erfgenamen konden kiezen, of ze de duurste, dan wel de middelste of de goed koopste methode wilden hebben. De droge Egyp tische lucht hield de mummies eeuwen goed. JACHT OP OTTERS vindt men in Engeland. Men gebruikt er otter-bonden bij, ofschoon ook iedere „gewone" bond het spoor van 'n otter wel volgt. Er zijn in Engeland n 20 van zulke otter-hond „meuten" ('n meute is een stoet jachthonden), en de jagers dragen een aparte kieeding. Het geheel staat ond'r leiding van een „master" of jagermeester, die ook toeziet, dat alles volgens de regelen der „kunst" gaat. De jager, die een otter heeft buitgemaakt, mag een spijker in zijn jachtstok slaan! DEN 7EN SEPTEMBER was het 175 jaar geleden, dat te Amsterdam dc beroemde dichter Willem Bilderdijk werd geboren zijn moeder heette Sibylla Duizenodaalders, 'n deftige dame. Bilderdijk beweert van zichzelf, dat hij op 1 -jarigen leeftijd al gedichten van „vader Cats" las ,Naauw had een dubble, neen, drie halve zonnebanen Mijn leven afgeperkt of, bij 't eenzaam avondbranden Viel uw (Cats) genoeglijk werk in mijn nog teedre handen". Toen hij door een buurjongen op den linker voet getrapt werd, werd zijn been zoo erg gekwetst, dat hij twaalf jaar in huis moest doorbrengen, „zonder aanspraak alle dagen te zitten als een steenen beeld". Daarna kreeg hij een ziekte zijn vader, die dokter, tapte hem zóóveel bloed af, dat hij dood zwak werd. „Daar lag ik jaren lang in 't krank ver trek gebonden En kende kinderspel, noch spijs, noch drank- v genot, Verwaarloosd of geplaagd Een zwak gestel met uitgebleekt® kaken. Mijn spierkracht uitgeputMijn vezels week verslapt Mijn kreupel sleepend been". Voortdurend zegt de dichter, dat hij wel gauw sterven zal. Niettemin werd hij 74 jaar, hij, die „in de wieg al naar zijn graf had gesnakt! Bilderdijk heeft ondanks zijn groot inkomen altijd in armoede geleefd hij stond aan het graf van dertien van zijn kinderen. Dit jaar zal zijn 100-jarig afsterven worden herdacht. METEOREN zijn grootere (tot 200 pond en zwaarder) of kleinere vuurkogels, die van de hemellichamen afvallen en dan soms wel eens naar de aarde verdwalen. De luchtlaag van 300 K.M. hoogte rond de aarde werkt dan als een buffer, houdt de vallend© steenen tegen in hun vaart, terwijl zij deze tevens meestal geheel vernietigt. Maar gelukkig ook, want per dag vallen er zoo'n 20 millioen in de luchtlaag, die we toch maar liefst niet op onzen bol laten neerkomen Bij onderzoek blijken deze knikkers uit de wereldruimte steen, ijzer, nik kel, tin en koper te bevatten I Bij alilemaal natuurlijk wèl bekemd! Dikwijls genoeg pret me© geihad, hé? Probeer er zelf eens een te maken! Niets moeilijk, hoor! We begfiinnen maar direct met -het lastigste: het rad! Zaag 't tuit een plank van pijn. 1 c.M. dikte. D© móddleiliijn neem je bijv. op 40 c.M. De teekeniiinig, linlks onder, geeft aam, hoe jé d© cijfers vam 1 tot 40 op het rad zet. Ze staan. niet im. volgorde. Bij el'k cijfer komt eem spijker, waartoe toet 'best© gebruikt worden spijkers met ronide koppen. Rechts ooitder diuldt aan, too© het (heette ge valletje im elkaar zit. Boven aan den galg een stallen vieertje, zie je 't zitten? De as eirudligt aan weerskanten in eem spijker. WOnmeer Je wtillt dat toet Tad makkelijk draait, moet je het veertje niet te stevig nemen, dat snap Je wel! 't Zal mij benieuwen wie toet eerst den, hoofdprijs voor me loot! „GEGEESELT MET EEN VOSSENSTAART" werd de dichter Vondel, toen hij zijn treurspel zéér geheimzinnige gebaren en aaipt_ de _bewe-1 TetSen!*^ zonnige geoauem eu «w- - guldens tot boete betaalen, '1 gingen .vam toet rendier na Dit wondt xHeuws- ™na f de©de". Vondel's vijanden gierig en toomt op toem af. Ilttatmak wacht; het te laag, toet was 'n klap dier ook; 't staart toem aam, tot toij op 'n, af stond van 'n vijftig meter is genaderd; dan wondt toet onrustig! Niu geeft de Eskimo nog eens weer vuurmaar d© kogel ketst tegen een vóór de poot liggen,d-em steen. Het wlittd d-oet 'n verschrikten sprong en maakt dat het weglkomt! Iiiatnaik beiweert, dat Christian Leder 'n toovenaar is, 'n Amtgakofc, die de ge weren (betoojvert, zoodot zij niet meer 'behoor lijk schieten! 'De Eskimo's van Alaska (Noord-Amerika) malken veeü gebruik van tamme rendieren. Ook de goudgravers hebben- deze Menner dan toonden, omdat zij voor toen toet yoedseQ niet behoeven mie© t» steepen op de stteden- met 'n vossestaart, die Immers niets zeer doet! Wij omtvttngiein uit (het Zuiden van een be- ttangisteflttemid Jezer nog 'n ezelsbruggetje, dat toet rangschikken van Turken en Cihristeoen detis makkelijker bedoettlde te maken; wie het weten wii, zuilen wij toet gaarne sturen. De oplossing, of liever, 'n oplossing van de 1 gevangen-is-ipiizzfle is dieze, er zijn e>r dntussdhen «néér mogelijk. Wanneer -men 'de gevangenen nummert van 1 tot 15, dOn is d© otpsteiMimg voor de opeenvol-1 genidte dagen der week op deze wijze mogelijk: S. T. Woerden. Zomidag Miaamidag Dinsdag ,nr—H 1 2 3 1 4 10 1 6 4 5 6 2 9 15 2 5 7 8 9 3 8 14 3 10 10 11 12 6 7 11 4 11 13 14 15 5 12 13 7 12 De 33 stukjes vormden samen dien naam van Roenmonid's onvergetettljiken Bisschop. Knip de witte figuren nit en leg er van den naam van een staatsman, die in de laatste dagen nogal veett wordt genoemd. Het geheel bestaat uit tien letters en is dS naam van een plaats aan de Lek gelegen. X 1 A X A 2 X A 3 I X A 4 t X A A A 5 A X A 1 6 A X A A A A X A S X A 9 X s 10. Met 'n G. er bij2 pond Zestig mlnnten. Precies. Naam van een hond. Met kegels spelen. Laten doorzijgen. Vierde maag der herkauwende dieren. Weg, afstand, tocht 100 vierkante meter. Grein of wichtje, afgekort GBLDERMALSEN. 1. G, van Gram 2. eer 3. elk 4. bodem 5. dekenen 6. dijkgraven 7. droomerig 8. gekakel 9. balie 10. pst 11. mes 12. N. voor Noorden. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. De vraag is niet: wat beredikt ge op het -m-oment maar wel: wat zult g© aan toet edmde van uw leven -baredikt 'hebben? Woensdag Donderdag 1 5 14 1 7 13 2 7 10 2 6 12 3 6 15 3 5 11 4 8 12 4 9 14 9 11 13 8 10 15 Vrijdag 8 4 9 7 10 Zaterdag NIEUWE PUZZLE. Drie slaven an drie toeeren moeten in een schuilt je dat sttectots twee personen tegelijk be vatten kan, 'n rivier oversteken. De toeeren zijn 'óoodisbenanwri. dat d© slaven hen 'n kopje kledneir maken, indien zij aan den linker- of dien rechteroever grooter In aantal zijn dan hun bazen. De overvaart moet dus zóó geregeld worden, dat er nooit méér süavem op een oever staan dan heeren. [Hoe gaat dat in zijn werk?

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 7