HET VROUWENVRAAGSTUK
IN. DUITSCHLAND.
mn ni„ s, rrr
VERTROUWEN EN
HOOR
KUNT U MIJ OOK
ZEGGEN
v«. t„ riz,,z1
ZATERDAG 23 APRIL 1932
IS
DE BLOUSE IN EER HERSTELD.
MODEPRAATJES.
KNAPKOEK-RECEPTEN.
Wij vragen U ons één nieuwen
abonné te willen aanbrengen.
Proefnummers op aanvraag gedu
Benoodigdheden voor origineels Limburgsche I rende acht dagen kosteloos.
(Eem dagboek uit de zeventiende
eeuw.)
BaKerKind.
Speelstoel.
UI
TERUG naar het gezin.
Unamm en d. L?" Mt d«
T„"",
EEN GOEDE GEDACHTE VOOR
ELKEN DAG.
Vrijdag.
Waarlijk, 'wanneer de gulden zonnestralen
zoo koesterend naar binnenvallen, wanneer ze
spelen en dartelen over al bet gewichtige en
ernstige van de schrijftafel, wanneer het daar
huiten in de hooge populieren, één dol gebuitel,
gejoel en getjilp is van lentedronken vogeltjes,
wanneer narcissen en viooltjes zoo bedwelmend
geuren, blijf dan eens pessimistisch en zwart
gallig.
Dat is onmogelijk; het trage bloed wordt
kwikzilver en van de vulpenhouder dwalen de
blikken weg, ver weg.
Want och, het leven is zoo zoet. En het is
ons toch gegeven om er iets goeds van te ma
ken.
Waarom dan toch al die ellende, die rampen
om ons heen, waarom kan men tegenwoordig
geen stap buiten de gewone sfeer zetten, of
ongeluk, ziekte, armoede, vertwijfeling grijnzen
u aan?
Tragedie op tragedie speelt zich af en men
staat meestal machteloos tot helpen, de afgrond
is te diep, de kloof te breed.
En ge moet verder gaan, met lood in 't hart,
omdat ge. in zulke momenten, al het leed der
wereld meent te ontdekken en het niet ver
minderen kunt.
Dan wordt de mensch bitter gestemd. De
nieuwe lente lokt en lacht, maar ge vindt ze
valsch, ge vertrouwt ze niet meer, uw eens
onwankelbaar vertrouwen in de schepselen is
geknauwd, er is te veel armoede, te veel des
illusie, te veel ontgoocheling in de wereld.
Maar is dat niet onredelijk, is dat niet dwaas
en dom?
Zeker, wij moeten ons de nooden van anderen
aantrekken, wij mogen niet onverschillig zijn
en als spelend langs het leed van den even-
mensch heenglijden. Maar zóó ons laten beïn
vloeden, dat wij zelf gedrukt en als door Welt
schmerz gepijnigd, daar heen gaan, zou ondank
baar en heel onverstandig zijn.
Laten wij toch bij den aanblik van anderer
leed, dankbaar zijn voor datgene wat Gods
goedheid ons liet behouden.
Gods goedheid, als wij allen daarop eens wat
meer vertrouwden en bouwden.
Zoolang wij dèt doen, is nog alles niet ver-
loren.
Hoelang hebben wij niet aan de komst der
lente getwijfeld en toch zij is gekomen, zooals
ieder jaar zonder mankeeren.
God weet toch wat Zijn aarde, wat Zijne
schepselen noodig hebben. Hij wenscht toch
ons g&luk, ndet onzen ondergang
Maar, zegt de verbitterde cynicus, de lente
geen werk- de bloemen geen eten de
voeels e-^pTi iroM r» t?ien, de
Abonné G. F. vraagt wat gebruikelijk is bij
een verloving van een zoon, of het verlovings
feest bij den zoon of bij het meisje thuis be
hoort te geschieden.
Antw.: Gewoonlijk is zulks bij het meisje
aan huis; er kunnen echter omstandigheden,
als plaatsgebrek, 'n ziekte, financieele redt
uen zijn, die zulks wijzigen. Dan wordt met
onderling goedvinden het feest ten huize van
den jongeman of in een of andere gelegenheid
gegeven, voor gezamenlijke of separate reke
ning, juist zooals men wenscht te doen. In dit
geval bestaat geen wet, maar handelt
naar omstandigheden.
men
Monné D .v. W. vraagt een middel om ge
kleurd zijden kousen en handschoenen te was-
scii6n.
Antw: DeZe artikelen wascht men in lauw
txZ rZT' Waarin 6611 l6pel ^nzeZ
uitdrukken, nietwringen ^en* ta T
doeken drogen, nSTdiSt1
verwarming. In model te drogen legaen en
voorzichtig onder een doekje oppersen
jy.N-r-
vraaet "mnd iruidje' uit Amsterdam,
sluier te waT °m eeD oudea ^nten
sluier te wasschen, die wat grauw gewor-
Antw.:
ooi deze kant is vlokkenzeep het
Opeens, men weet niet hoe, men weet niet
waarom, hebben meerdere ateliers gelijktijdig
de blouse weder op den voorgrond gebracht.
Binnen zeer korten tijd hebben zij, trots de
aangewezen middel, evenals hierboven maakt iestaande vooroordeelen, haar populair weten
liter "li 0plossing van ©en eetlepel vlokken per
zanhtv ^ater' bij'na koud- u slaat de kant
moi enS ?Sen en weer «herhaalt dit eenige
en in nieuw sop en spoelt ze dan in frisch
a er Ba' Uitdrukken en opspannen, waarna
u me een lauw ijzer de kant strijkt. Patro
nen van bloembladeren en knopjes duwt u
met het achtereinde van een ivoren penhou-
e' eierlepeltje uit en in model. Veel suc
ces, bruidje.
Abonné mevr. K. B., welke ons een recept
voor knapkoek zendt, verzoekt tevens om een
middel ten einde een zwaren boenborstel te
reinigen.
Dat is zoo, maar zij spreken van God der
Heer en Meester aller dingen, den
ge. Die vol liefde en goedheid tot ons neiat
zoo w,j er deemoedig om smeeken. S
rme geplaagde, ontzenuwde mensch zie om
boog, met langer naar de aarde, waar alles
grauw en donker i, aangrijnst
—r
kiemt en spruit, laat de
Antw.: Eerstens moet deze borstel met een
daartoe 'bestemden stalen kam uitgehaald wor
den, daarna te weeken zetten in een mengsel
van salmiak en water 1 tot 3. Dan flink met
den stalen kam en een borstel bewerken.
Mogelijk gelukt het u, doch het lijkt ons be
ter een nieuwen borstel te laten aanbrengen;
dat zal u veel tijd en ergernis besparen en is
niet zoo kostbaar, als een geheel nieuwen.
HUISMOEDER.
Rectificatie:
In deze rubriek stond j.l. Zondag abusieve
lijk het woord kassengal, dit moest os
sen-gal zijn, mogelijk heeft men het wel be
grepen.
te maken, in het middelpunt der belangstelling
te plaatsen.
Thans beioeegt de rok-en-blouse-mode zich
in twee geheel verschillende richtingen: eener-
zijds openbaart zich een sportieve stijl voor
trotteurdoeleinden, sportbeoefening, reizen etc.,
anderzijds een buitengewoon fantasierijke uit
werking van de rok-en-blouse-idee, welke de
kleeding ook voor namiddag» en avondgele
genheden geschikt maakt.
Bij een wandeling in het morgenzonnetje of
op de tennisbaan behoort een toilet, dat het
midden- houdt tusschen wandel- en sport-
costuum. Voor dit genre geeft de eerste afbeel
ding een voorbeeld: een in het midden ge
knoopte rok met diepe plooien en smalle cein
tuur, daarop de zeer markante hemd-blouse
met gespikkelden strik en opgerolde mouwen.
Zeer gekleed en door absolute „zakelijkheid"
beheerscht is de voor het kantoor geschikte
combinatie (afb. 2): een helkleurige hemd-
blouse op een stoffen rok met -vestsoortige
gordelbanen, 'n Mouwloos cardegan-jasje uit
het materiaal van den rok vervaardigd, comple
teert het. geheel.
Zij, die naar de bergen gaan, kunnen onmo
gelijk buiten de combinatie rok-en-blouse. Con
trasten tusschen enkelkleurige en geruit of
gestreept materiaal zijn zeer gewild (S). De
blouses, uit flanelachtige stof gemaakt, hebben
meestal veel van den vorm van een jas.
Een sterke blouse-voor-den-buiten met pof
mouwen voldoet bij een, door middel van bre
tels opgehouden, bont opgemaakten linnen of
cretonnen rok uitstekend. Zij schenkt een aar
dige strand- of parkkleeding (it)m
De mode voor de namiddaguren combineert
een blouse van Iersche kant met een Prinses
Miederrok. Over de blouse wordt een eenvoudig
jasje met ballonmouwen gedragen (5).
Het laatste model maakt vertrouwd met de
rok-en-blouse-idee, toegepast op de avondkle
ding: 'n lange rok met breeden, op zij tot een
wrong geknoopten, strook, blouse van veel
kleurige gaas-chiffon. Ook op dit costuum ont
breekt niet een kort jasje. Het is uit dezelfde
bonte stof als de blausc vervaardigd en heeft
eigenaardige hamvormige mouwen.
warme faseineeren.de
zonnestralen doordringen in hart en ziel laat
de vooglen des hemels u een hymne van «C
hoop, en vertrouwen zingen. S
Vertrouw en hoop....
Wat heden niet lukt zal n m„
hoeken, of niet 'nenkellicbtm, UlterSte
grijp 't aan, blaas heit leven in doe'het* ^1°art'
men. h6t opvlam-
Vooruit, ten strijde tegen al de booze geesten
van inzinking, loomheid, fah.m en TrZT
Het nieuwe leven roept dringend fna
storm en vlagen en koude, wilde het
waken, groeien en bloeien en ontwikSn in"
betooverende pracht. n ln
Avanti! En ons aller Vader, die de i„v«
des velde kleedt, die de eenzame musch opw
dak niet vergeert, die de nachten verkort en
verzacht terwille van het geschoren lam Z
ook ons, Zijne kinderen, niet verlaten
Tot Hem dan in onzen nood met een hart
herboren in nieuwe hoop en nieuw vertrouwen.
HELLENEN.
PARIJS, 21) April 1932
Reeds sedert het einde van het vorige jaar
•wij hadden meer dan eens gelegenheid om er
op te wijzen, is de bolero sterk op den voor
grond gekomen. Met de plotselinge grillen
die de mode nu eenmaal kenmerkt, zijn er
nog wel tusschenpoozen geweest, dat aan die
populariteit een even onverwacht einde scheen
te komen. Maar met het begin van de lente
heeft de bolera het
pleit definitief gewon
nen. En de bolero
wordt nu niet alleen
gedragen bij een be
paalde categorie van
creaties, maar bij de
meest uiteenloopende
genres van toiletten
zoodat men zeggen
kan, dat zij van 's mor
gens tot 's avonds de
mode beheerscht.
Hoe aardig en prac-
tisch men de bolero
voor een lente-costuum
kan toepassen, laat het
hiernaast, weergegeven
model zien. Het is een
petit ensemble, bestaan
de uit een zeer een-
voudigen rok, alleen
gegarneerd met twee
découpes in plooien uit
loopend, gemonteerd op
een hoog corsage en een
korten bolero met
lange mouwen en van
voren sierlijk afgè-
rond.
In het eenvoudige
genre kiest men het costuum het beste van
jersey, versierd met een discrete fantasie in
de roode en bruine tinten of van een effen
of wollen stof.
Voor het meer elegante genre komen het
beste effen stoffen in aanmerking als marocaln-
de-laine of marocain-de-soie. Ook onder andere
stoffen is de keuze groot genoeg.
Als de bolero 's avonds gedragen wordt,
dan neemt men bij voorkeur fluweel in een
«ontrasteerende tint met die van de robe.
Mej. H. is zoo vriendelijk bijgaand recept
voor knapkoek te zenden
1 K.G. meel, 1 pond boter, 1 pond suiker, 3
heele eieren, desverkiezend geraspte citroen
schil, 1 groots theeepel bakpoeder.
knapkoek 2 pond bloem, 1 pond suiker, 4 ons
boter, 5 eieren, 3 groote theelepels droge amo-
niak (goed fijngemaakt om het bladderen der
koek te voorkomen), een halve theelepel gema
len kaneel, 2 pakjes vanillesuiker en 1 snuifje
zout.
Bereiding: indien de suiker grof is, laat ze
dan eenigsizins met de boter smelten (zoo noo
dig gebruikt men stofsuiker) en doe vervolgens
alle ingrediënten bij elkaar ln een kom. Meng
alles door elkaar tot het goed kneedbaar is. In
dien het deeg niet nat genoeg is, voeg er dan
een klein scheutje koud water bij. Gedurende
een kwartier flink kneden om en om, totdat
het deeg heel glad is, dat er geen scheurtje
meer in is. Bewaar hot dan op een koude
plaats tot den vogenden dag. Dan het deeg uit
rollen tot Vu c.M. dikte.
Neem een vlerkante plaat, besmeer ze flink
Boter, suiker en eieren tot schuim roeren, t
meel gezeefd er bij voegen. Deeg dun uitrollen m Se8molten boter en leg er dan het dun ge
en op een ingevette bakplaat uitleggen, met I rtdde dee° op' Maak er dan met een deeg-
verdund eigeel bestrijken en met suiker be
strooien. Heel korten tijd in den oven bakken
en, nog wann zijnde, in ruiten snijden. At la
ten koelen en eerst dan van de plaat nemen.
Mevr. Dr. L. wil ons eveneens van dienst
zijn
wichtje of met een mes schuin® ruiten over
(Men zorge echter ervoor hiorbij hert deeg
slechts tot op de helft door te snijden.) Later
kan men dan de koekjes langs deze lijnen af
breken.
Men laat het deeg 10 minuten in een flinken
«ven bakken tot hert lichtbruin is. Met deze hoe
veelheden kan men een trommel van 23 x 22
X 23 C,M' ge}lee' uilen. In een goed gesloten
blikken trommel kan men de koekjes geduren
de maanden bewaren en blijven ze goed bros.
Mevr. K. B. te R. stuurt ons nog een recept
voor knapkoek.
1 K.G. bloem, 1 p. boter of plantenboter, 1 p.
suiker, 3 eieren, 1 pakje Oetkers bakpoeder,
desverkiezend sap van 1 citroen.
Deeg op gewone manier maken, dus boter tot
schuim roeren, de geheele eieren en suiker toe
voegen, daarna andere ingrediënten en met de
hand kneden.
Deeg heel dun uitrollen en bakblik mede be
leggen. Licht geel in matig heeten oven bak
ken. Vrij warm in ruiten snijden en met suiker
bestrooien.
In Roermond kan men deze laatste bewerking
aan den bakker overlaten, die dan voor werk
loon en bakken 70 ets. vraagt.
Onzen hartelijken dank aan de welwillende
Inzendsters. M M.
(Na een moderne baby in haar ont
wikkeling gedurende het eerste
levensjaar te hebben gadegeslagen,
lijkt het ons niet onaardig eens
na te gaan hoe het dagboek van
een zeventiende-eeuwsche er zou
hebben uitgezien, hadde zij dit
ooit geschreven. Aan de hand van
verschillende gegevens, o.a. van de
bekende Nederlandsche cultuur
historische studie van dr. H. C. II.
Moquette, hebben wij een dergelijk
dagboek samengesteld, ietwat ver-
mod'emiseerd, en in bruikbaar Ne-
derlandsch omgezet. We kunnen
„Het Dagboek van Alida" dan in
vier phasen verdeelen, en Alida
bekijken als baby, als kind, als
jong meisje en als vrouw).
15 Mei, 1683.
Tot groote teleurstelling van mijn ouders,
vooral echter van mijn vader, kwam ik eenige
dagen geleden als meisje op de wereld. Toch
moest mijn geboorte op de gebruikelijke wijze
worden kenbaar gemaakt, en het „Kraam
kloppertje" werd bij ons voor de eerste maal
gebruikt. Oorspronkelijk werd de deurklopper
omwonden als er een kindje geboren was, om
te veel lawaai voor de kraamvrouw te ver
hinderen.
Daaruit is het kraamkloppertje ontstaan, als
middel om een geboorte bekend te maken.
Aan onze gewone klopper werd een afzonder
lijk voorwerp vastgehecht, bestaande uit een
plankje met kant overtrokken, dezelfde kant,
die als manchet gediend heeft voor moeders
bruidsbouquet. Onder het kantwerk op het
plankje is roze zijde aangebracht, en, omdat lk
een meisje ben, werd de bovenste helft ervan
bedekt, door wit papier onder de kant te steken
Als lk een jongen geweest was, zouden ze dat
papier er afgelaten hebben, want; „ziet een
Knegtje het daglicht, dan haalt men het papier
van onder de Kant, opdat het Kloppertje zlg
in vollen luister vertoone".
Deftige families, zooals wij, houden er mooie
en leelijke kloppertjes op na, die elkaar afwis
selen naar gelang van het weer. Die verslering
blijft hangen tot moeder haar kerkgang heeft
gedaan, of zich voor dien tijd meer dan twee
huizen ver van huis verwijderd heeft.
Ook alweer omdat lk een meisje ben, lig lk
nu in mijn wiegje met een gewoon muitsje met
keelbandjes; als ik een jongen geweest was,
hadden ze me getooid met een zoogenaamd bak
kertje of pluimmutsje.
Onder die eene siermuts heb ik nog vijf an
dere mutsjes zitten, om mij voor tocht te vrij
waren. Verder zit ik heele-
maal, van boven tot onder,
Ingepakt, ln linnen en wol,
vol bandjes en strikjes en
spelden. Moeder vindt het al
erg, dat ze mijn gezicht onbe
dekt moert laten, omdat ik
aTbders heelemaal niet
"kunnen ademen.
In onze kamer staat er
verder een vuurmand, die
mijn kleertjes verwarmt en
droogt, terwijl de bakermat
de tocht tegenhoudt, als lk
opnieuw ingebakerd moet
worden.
Over mijn schommelwieg hangt een groen
kleed, omdat groen zoo zacht is voor de oogen.
Nu schommelen ze me nog wel eens in slaap,
maar als ik een beetje grooter ben en niet in
slaap kan komen, za moeder mij wat „kinder-
rust" geven, een (niet onschuldig) slaapmid-
deltje, uit slaapbollen samengesteld. Ook een
dotje, gedrenkt in brandewijn met suiker,
schijnt een heerlijk slaapmiddel te zijn.
Direct nadat ik geboren was, werd er aan de
vrouwen, die bij de groote gebeurtenis tegen-
Ki aamkloppertje (Nat. Hist van
Holland.)
woordig varen geweest, de vroedvrouw name
lijk en eenige buurvrouwen, een kraammaal
aangeboden. Ook de beker ging daarbij lustig
rond. „Het kind verdrinken" noemen ze dat'
Ik ben ook al gedoopt. Wat eeu gedoe is dat!
Eerst werd ik in een doopjurk gehuld, die al
van mijn overgrootmoeder afkomstig is en ver-
sierd is met kostbare kanten. Een mutsje be
staande uit drie stukken of inlegsels (jongens-
mutsjes hebben er zes) werd op mijn hoofd
gezet. Er gingen verschillende gevaders mee,
die, behalve van hun tegenwoordigheid bij den
doop, ook nog blijk gaven van belangstelling
door het geven van geschenken, zoogenaamde
pillegiften. Vroeger kregen de zuigelingen
meestal van hun gevaders een „zuivere croes
©u waterpot" maar lk kreeg een geboortelepel,
e©n zilveren beker, een gouden rinkelbel aan
©©u massief gouden keten.
Op den doop volgde weer een enorm doopmaal
In burgerkringen schijnen al die geboorte,
malen „kinderbieren" te heeten, naar het bier
dat daarbij zoo overvloedig geschonken wordt,
dat dronkenschap bijna van ieder „kinderbier"
het gevolg is!
23 Mei.
Gisteren hadden we een erg drukken dag.
Moeder en ik, want moeder had kraambezoek.
Er zijn ontzettend veel vrouwen geweest en
allemaal kregen ze brandewijn met suiker en
kandeel. Om die kandeel door te roeren kreeg
ieder in plaats van een lepel een kaneelstok
met een roze lintje er aan. Alweer omdat ik
een meisje ben was de stok vrij kort, en van
fijne, gerolde kaneel. Voor jongens worden
langere stokken gegeven, voorzien van een vaste
pijp, en een blauw lintje er aan.
Kinderen, die me kwamen bekijken kregen
.sulkerdebol" of muizenkeuteltjes, welke laat
ste in daarvoor bestemde mulzenlepeltjes of
kraamfleschjes voor muisjes werden rondge
deeld. De kinderen hadden bijna allemaal me
delijden met mij omdat ik geen voetjes had ont
op te Joopen.
December '83
II. (Slot).
an onzen Berlijnschen correspondent.)
vro» we^ebben de T<)riss maal gezien, dat de
bij de m mt ^esloten fr©ntformatie, zooals het
stellingen des^a^' d®n aaEVal °P d®
geslachten zijn „overgegaan" Beide
en vechten een vemtte^ gevlogen
boterham uit. Geen teïreï eIlng t°m dö
dezen droeviger, t 8 le7en« Is TOor
elkaar. E. T.'
loopig de overhand. vrouw voor-
'n Tijd lang hebben do
morren verdragen, maar i?"611 dat zonder
toch een kentering in te beglnt nu
van de hooge school, die uit' A» menschen
zaak de meeste gelegenheid hehh aMd der
af te spreken, hebben de reaïtfe Zich
het dan in zeer voorzichtige vormen^W
nog haast onhoorbaar zijn d6 stemrn
een bestrijding van het geleerde proleUrÜJ
bepleiten door eerst eens te beginnen
universiteiten voor de meisjes te sluiten
Maar het zit toch in de lucht, dat dat komen
gaat. D.w.z. de pleitredenen, hetgeen natuurlijk
nog niet de sluiting zelf beteekent.
Van meer beteekenis is, dat de vrouwen
zelf haar bekomst van den nieuwen staat van
zaken beginnen te krijgen. Wij schetsten reeds
in grove trekken, dat twee krachten de vrouw
in de baantjes persen en wel de leege maag
en het leege hart. En nu ligt het In de natuur
der dingen, dat die meisjes, welke zich door
de Neue Sachliehkeit in emotioneele dingen
uit haar eigenlijke bestem mingsveld hebben la
ten dringen, weinig of geen voldoening vin
den in het typen van handelsbrieven op een
schrijfmachine. Mag men Eva Schühring in
de „Vossische Zeitung" gelooven, dan heerscht
er onder het vrouwelijk kantoorpersoneel een
groote „Berufsmüdigkelt". Deze schijnt voor
al ln de gelederen van diegenen in te treden,
die ongeveer tien jaar aan den arbeid zijn en
nu door een toekomst aangegrijnsd worden,
even leeg als haar verleden was.
Zij hebben een paar mark verdiend, die
meisjes, maar voor de rest alles verloren.
Haar roeping ln de eerste plaats; en van die
onafhankelijkheid, waarnaar ze eens streef,
den is, ach, zoo bitter weinig terecht geko
men.
Wat moeten nu deze en tienduizenden an
dere meisjes beginnen, vraagt genoemde
sohrijfster zich mistroostig af Terug naar
het Helm Neen dat gaat niet want de Neue
Sachliehkeit heeft het Heim immers verwoest.
Het gezinsleven onder het nieuwe regime be
staat in hoofdzaak maar uit één ingredient:
geen kinderen. De rest is bijzaak. En het
huis Uit twee kamers en een stofzuiger, die
alles samen niet meer dan een kwartier
bezigheid per- dag verschaffen. Zich volprop
pen met geestelijk voedsel? Maar dan moet
er toch interesse voor iets aanwezig -zijn;
echter is alle interesse in den loo>p der mooi
ste jaren weggestept. Zoodat misschien zij
wel gelijk hebben, die beweren, dat die
vrouwen, die den beker der Neue Sachliehkeit
tot den bodem geledigd hebben, als onredbare
drenkelingen opgegeven kunnen worden.
Maar daarmede is het pleit niet gewonnen
en in verband daarmee Is het gelukkig, dat
er een reactie tege nde ontworteling van de
vrouw Ingetreden is. Aan de eene Zijde staan
nu diegenen, die de nivelleering der beide
geslachten tot het uiterste doorgevoerd wen-
da Sn«|t6 Zian d'e g6en kooSer ideaal kennen
m'l6 kinderlooze gade en de ongehuwde
end-huwemLn.91;^0^
sctmrpstJ1CbestrljdHictegenwwrdig baar
Het nationaal socialisme heeft heimwee
naar Gretchen en wil naar Gretchen terug
het staat buiten twijfel, dat deze party' die
een drommels «jn gevoel voor de «troomin-
gen heeft, welke de wereld der geesten door
kruisen, een deel van hare populariteit aan
haar bestrijding van de Neue Sachliehkeit in
het vrouwendom te danken heeft. En het is
ook waarschijnlijk, dat gansche kudden van
vrouwen en meisjes de partij hrtar hartjes
achterna dragen, juist vanwege de resolute
houding, welke zij in vrouwenaangelegenhe
den inneemt.
Wil men een voorbeeld op dit gebied heb
ben? Voor eenigen tijd heeft een der nazi
leiders in een groote» meeting de stelliög ver
kondigd, dat de tweede noodverordening, welke
rijkspresident Hitier uitgevaardigd zou heb
ben alle vrouwelijk personeel van staats- en
gemeentelijke bureaux zou verwijderen.
De mazis hebben de aantrekkelijke eigen
schap, dat zij niets van vrouwen moeten
hebben. Althans niet buiten het huisgezin.
Er is geen vrouwelijke rijksdagafgevaardigde
van de nazi-varleteit en vroede moeders van
deze soort bestaan er ook niet. Overigens wer
den in 1930 reeds de nazi meisjes-studenten
uit de nazi studentenclubs verbannen.
Nu vormen de nazis een ongedisciplineerde
horde, waar elk individu er een persoonlijke
meening op na houdt, die hij voor het ware
evangelium tracht te verslijten. Met hun uitin
gen. moet dus voorzichtigheid betracht wor
den en dat te meer wijl er veel gezegd wordt,
dat niet eerlijk gemeend, maar slechts als
provocatie van tegenstanders bedoeld wordt.
Maar een man als Hans Hauprtmann vertolkt
toch de gevoelens van ontelbare jongeren
wanneer hij schrijft: „Begrijpt gij dan niet,
dat gij van godinnen tot wijfjes zijt afgezakt
nu, nu gij politiek, economisch en ethisch
de gelijkberechtigden van den man geworden
zijt en er zelfs in slaagt hem het brood uit
de mond te nemen Gij hebt een doel bereikt!
Maar hoeveel gelukkiger zoudt gij, zouden wij,
zou Duitschland zijn, wanneer gij dat doel
niet bereikt hadt. Wanneer er nu even als
vroeger nog naieve bakvischjes waren, kui-
sche bruiden, zorgvolle echtgenoorten, trouwe
en onbaatzuchtige moeders. Waar is het hei
ligdom van den hulselijken haard gebleven
in dgze wereld, vol van jakkerende typisten,
paradijsachtige sportgiris, als kindertjes aan
gekleeds matrones en moeders, die van spel
naar feest en van feest weer naar spel ra
zen. Hoe belachelijk zijn toch onze vrouwe
lijke dominés, onze vrouwelijke advocaten,
rechters en rijksdagafgevaardigden"!
Hetgeen deze nationaal-socialistische man
schrijft zou door veie soortgelijke uitlatingen
van vrouwelijke hakenkruisers aangevuld
kunnen worden. Maar daarbij duurt het niet
lang, of men stoot op dingen, waarmede men
zich niet vereenigen kan. Als partij hebben
de nazis reeds in 1930 een wetsvoorstel aan
den rijksdag doen toekomen, waarbij ©en
iegelijk met tuchthuis gestraft wordt, die de
natuurlijke vruchtbaarheid van het Duitsclie
ras belaagt. Of dit voorstel eerlijk gemeend
was, is mogelijk, maar het zag er voor de
begeleidende omstandigheden in elk geval erg
als een provocatie uit, die alweer uitgelekt
werd door zeer ver gaande eischen in andere
richting. In alle gevallen gaf dit wetsvoor
stel te kennen, dat het den" abortus wilde be
strijden maar tegelijk ook de propaganda' den
handel en het gebruik van preventieve mid
delen. Toqh werd het voorstel ontsierd door
een tweede helft, waarin ook al tnebthuigj
straffen toegedacht werden aan diegenen, die
door bloedgemeeasehap met leden van het
Joodsehe of van gekleurde rassen, z.g. )iras.
senverraad" plegen.
Goebbels, Feder, maar vooral de groote
theoreticus Rosenberg, hebben °P vaak bru
tale wijze lofwaardige dingen gezegd, welker
tendenz het is de vrouw weer van het niveau
van een wijfje op dat van godinnen terug te
brengen, om de woorden van Hauptmann te
gebruiken. Maar haast even vaak ais ze tets
goeds gezegd hebben, zijn ze ook over stag ge
gaan en zeer vaak geven ze daarbij aanleiding
om, zooal niet aan hun gezond verstand, dan
toch aan de eerlijkheid van hun bedoelingen
te twijfelen. Rosenberg bijv. werkt ln zyn „Der
Mythos des 20 Jahrhunderts" de stelling uit,
dat het de roeping der vrouw i8 moeder te
zijn. Maar meteen wil hij de itinderlooze
vrouw in de samenleving eene positie toeken
nen, niet ongelijk aan die van de ongeluk
kige weduwe in Indië. Zulle een vrouw is
eene uitgestootene, die op den duur nog maar
één redmiddel heeft om de klasse der pariahs
te ontvluchten, te weten het begaan van echt
breuk met kinderzegen als gevolg. Zulke echt
breuk mag volgens Rosenberg juridisch ook
niet strafbaar gesteld worden.
Dergelijke overdrijvingen schaden de goede
zaak wel, maar doen toch geen aft,reuk aan
het feit, dat duizenden mannen en vrouwen
van den tegenwoordigen staat van zaken hun
bekomst hebben en in verschillende schakee
ringen van vaagheid het gevoel koesteren, dat,
om de samenleving te redden, men eerst eens
beginnen moet de vrouw terug te voeren naar
het terrein waar zij thuis hoort, te weten naar
den schoot van de familiei.
Ik ben nu al
weer zeven maan»
den oud. Het gaat
best met me. Ik
wordt altijd nog
gevoed door een
amme of min, moe
der is te deftig om
Aij te voeden! De
vorige week heb
ik een speelstoel
gefcregen. Er zit
ftftt een) »too<r
om mijn voetjes
warm te houden.
Ik heb ook al een
kinderwagen. Al
leen In de kap zit
13 el rood laken.
Juni '84.
Alweer een jaar geweest. Nu leer ik loopen.
Moeder houdt oi® aan den leiband vast, en een
valhoed beschermt mijn bol tegen een al te
onzachte aanraking met den grond. Ook heb
ik al ©enig© poppen gekregen ze zijn van
lappen gemaakt en hebben niet veel model,
maar ik vind ze prachtig. Jongens krijgen heel
ander epeel&oed zegt moeder. Vader Cats zingt
dan ook:
'k Ln weet niet, dat er iemand leeft,
Die niet zijn kintsche poppen heeft.
Het meygge speelt met poppegoet,
Het knechtje toont een hoger moet,
Het meysge doet de wiege gaen,
Het knechtje laet de trommel slaen,
Het meysge speelt met kleyn beslach,
Dat tot de keuaken dienen mach.
(Aangezien Alida verder wel alles
zal hebben gedaan wat des baby's
is, zullen we haar op haar verde
ren babyweg maar niet volgen, en
liever den volgenden keer Alida
beschouwen als kind).
Zondag.
Een hart, dat liefheeft is het begin van alle
kennis.
CARLYLE.
Maandag,
Verstandige imenschen zijn goed, maar niet
altijd de besten.
CARLYLE.
Dinsdag.
De tijd geneest leed en twisten omdat we ver
anderen. Noch de beleediger, noch de beleedigde
blijven dezelfden.
B. PASCAL.
Woensdag.
Het is van veel meer belang, hoe de mensch
op zijn lot reageert, dan hoe het lot zelve is.
HUMBOLDT.
Donderdag.
De digen wil is nimmer voldaan, zelfs niet,
wanneer hij alles kon krijgen wat hij maar
wiilde; maar men is tevreden, vanaf het oogen-
blik dat men er afstand van weet te doen.
PASCAL.
De vriendschap is een mooi ierts, wanneer
men de volle waarde ervan op prijs weet te
stellen: Indien men van zijn vriend houdt als
van God, en van zijn vijand terwille van God.
PATER D'ALRON.
Zaterdag.
De hoogste der beeldende kunst, is de kunst
om de harten der kinderen te vormen.
CHRYSOSTOMU3.