%wn tijd vm
DE HELPENDE HAND
1
ZATERDAG 14 MEI 1932
RIJKSSTEUN" AAN DEN
LANDBOUW.
Hulpverleening aan de melkvee
houderij en pluimveeteelt.
HET STANDPUNT DER TWEEDE
KAMER.
Garantie-regeling voor de
kippenhouderij.
DE RAMP VAN HET DUITSCHE
S.S. „NOBIS".
DOELMATIGE ADVERTENTiËN
GOETHE-HERDENKING.
CALVE DELFT.
Winst 1931 892.650 (v. j. 1.042.486)
BEVOEGDHEID DER TAND.
HEELKUNDIGEN.
Wetsontwerp bij de Tweede Kamer
slecht ontvangen.
„SANCTIONNEERING VAN WETS
ONTDUIKING".
DE POPULAIRE SPAARKLOKKEN.
LEVENSVERZ. DE NEDERLANDEN
VAN 1845.
BEROEPSGEHEIM EN BELASTING-
AANGIFTE.
Aanvulling der wetten op de
inkomsten- en Vermogens
belasting.
PROF. AALBERSE.
BANDJIRS IN 'T MOENTILANSCHE.
ff85 detee;8brLwreet8BOe1^ XonaZZTe?-
BUREAUCRATIE IN DE RIMBOE.
vee-
in
;w
de
in
met
De
ge-
één
of
Blijkens het Voorloop!g Verslas der Tweede
Kamer over het ontwerp tot tijdelijke maat
regelen tot bulpverleening aan de melk
honderjj, vonden verscheidene leden In de
diening van dit ontwerp aanleiding, opnieu
te wijzen op de noodzakelijkheid, dat door
Regeering ten aanzien van de voorziening
de nooden, welke de heerscihende «crisis
zich brengt, een vaste lijn wordt gevolgd,
regeering houdt vast aan incidenteele rege
lingen, waarbij telkens het belang van
groep wordt bezien. Het kan niet anders,
200 wordt de algemeene lijn uit het oog ver
loren.
Een groep, welke zeker in niet minder
groote moeilijkheden verkeert, n.l. die
zandboeren, wordt, voorzoover de veehouderij
in h-un bedrijf van ondergeschikt belang
niet geholpen.
Tegen de wijze, waarop in het ontwerp
-getracht wordt het beoogde doel te bereiken,
•werden van meer dan één zijde bedenkingen
in het midden gebracht.
Allereerst werd. er de aandacht op ge
vesfcigd, dat de voorgestelde regeling zal lei
den tot verbooging van de kosten van levens,
onderhoud.
Hét menggebod,
In de tweede plaats werd geweizen op de
groote beswaren, welke aan het voorgestelde
menggebod van boter en margarine zijn ver
bonden. Deze maatregel beteekent een groot
nadeel voor de margarineproducten.
Ook bezien uit het oogpunt der boter.pro-
ductie achtten verscheiden leden het mengge.
bod ongew.ensoht. Een niet te onderschatten
steun voor die productie is gelegen in de van
Rijkswege ingestelde betere controle, welke
niet alleen hier te lande doch ook in het buiten
land een goeden naam heeft. Het menggebod zal
niet nalaten nadeeligen invloed te oefenen op
de reputatie van onze boter in het buitenland
en daarmede op den export van dit product.
Tegenover de ledeh. die de boven weergegeven
critiek op het ontwerp leverden, stelden zich
anderen, die aan die critiek geenszins alle waar.
de wilden ontzeggen, doch die de urgentie van
de steunverleening aan de melkveehouderij op
den voorgrond wenschten te stellen. Lang be
raad aldus deze leden moet in dit
stadium ontoelaatbaar worden geacht.
Wat de bedenkingen met betrekking tot de
productie van den handel in margarine betreft,
mag naar de meeninig derzeJlde leden niet wor.
den voorbijgezien, dat, a.ls een steunmaatregel
als de voorgestelde geheel achterwege zou blij
ven de boter zoodanig in prijs zou dalen, dat
allen, die nu margarine consuimeeren, zicih van
het natuurproduct zouden gaan voorzien, waar
van algeheele ineenstorting van de margarine
productie het gevolg zou zijn.
De bezwaren in verband met den naam van
onze boter kwamen dezen leden niet gegrond
Wjoor.
Men was van meen in, g, dat hert menggebod
niet een onmisbaar onderdeel van de on-twor-
pen steunregeling is. Nu daartegen ernstige be.
'Waren zijn geopperd, zou het wellicht kunnen
vervallen.
Een aantal leden gaf als zijn meening te
kennen, dat de voorkeur zou zijn te geven aan
een directen steun aan het noodlijdende veehou-
dersbedrljf nit de Staatskas.
Verscheidene leden meenden, dat ter tege
moetkoming aan de bezwaren, voor de mairga.
rine-industrie aan het menggebod verbonden,
dat gebod zou kunnen worden vervangen door
een bijzonder redht op margarine te heffein.
Ten' slotte stelden eenige leden de vraag, of
piet een oplossing zou kunnen worden gevon
den in het opslaan van boter in koelhuizen in
d« periode van overvloedige productie, opdat
die tegen betaren prijs kunne worden verkocht
In de maanden waarin de binnemlandsche pro.
ductle niet in de behoefte van het land kan
voorzien.
De broodprijzen.
Bij vele lede® bestond overwegend bezwaar
tegen de in artikel 12 aan de Regeering voor
behouden bevoegdheid, voor te schrijven, dat
gedurende zekeren tijd in het brood meilk of
zuivelproducten moeten worden verwerkt. Zij
achtten het onjuist dat op deze wijze de brood,
prijs zal worde® verhoogd.
Volgens het voorloopig verslag der Tweede
Kamer over ,het wetsontwerp, houdende een
garantieregeling ten behoeve van de kippen
houderij, verklaarden vele leden aarzelend
tegenover dit wetsontwerp te staan. Men vroeg
zich af of de voorgestelde regeling nog wel
noodzakelijk en doeltreffend is. Daar reeds
vóór het indienen van het ontwerp en vooral
daarna de eierprijzen weer zijn gestegen, acht
ten sommige leden het verstandig, nog eenigen
tijd af te wachten.
Vele leden betwijfelden of deze maatregelen
wel doeltreffend zijn. Zal het opkoopen van
100 millioen eieren in een tijd, dat de markten
met eieren overstroomd worden, op den eier-
prijs wel van eenigen invloed zijn? En zal niet
veeleer diezelfde hoeveelheid, op de markt ge
bracht In den tijd, dat het artikel vrij schaarscb
is, den prijs in dien tijd drukken in veel ster
ker mate dan deze thans zal stijgen?
Groot bezwaar bestond bij vele leden tegen
de wijze van uitvoering zooals de regeering zich
die voorstelt. Zij zagen daarin een onbillijke
en onredelijke bevoordeeling van de leden dier
coöperaties, die zijn aangesloten bij den N.P.F.
Verscheidene leden zouden alleen dan met
het ontwerp kunnen meegaan, indien op doel
matige wijze ook de vrije markten in staat ge
steld worden een evenredig deel voor opslag
In koelhuizen bestemde eieren te leveren.
Gevraagd werd of het niet goed zou zijn den
Invoer van eieren te contingenteeren.
Wanneer de fabricatie, of
de voorraad uwer artikelen,
den omzet, den verkoop
overtreffen, geeft aan 'n serie
den eena de kans U te
helpen, den aftrek uwer
producten te vergrooten.
Schipper Toxopeus van de reddingboot
„Insulinde" over de redding der
opvarenden.
In den avond van 10 April 1.1. is het Duit-
sche stoomschip „Nobis", dat ongeveer 50
jaar oud was en ruim 1100 bruto register ton
mat, nabij Bornrif in de buurt van Ameland
gestrand en daarna geheel wrakgeslagen. De
14 opvarenden konden na veel moeite gered
worden door de bemanning van de redding
boot „Insulinde" onder aanvoering van kapitein
M. Toxopeus.
Naar de oorzaak van deze ramp heeft Donder
dagmiddag de Raad voor de Scheepvaart onder
voorzitterschap van mr. B. M. Taverne een
onderzoek ingesteld. Schipper Toxopeus zelf
heeft daarbij op zeer eenvoudige wijze alsof
het een zaak van weinig beteekenis gold, aan
de leden van den Raad medegedeeld, hoe zich
het reddingswerk voltrokken had.
Zoo deelde getuige mede dat er op 10 April,
des avonds te tien uur, van de kustwacht
op Ameland het bericht binnenkwam, dat men
het licht had waargenomen van een in nood
verkeerend schip, dat echter geen noodseinen
gaf. Getuige besloot dadelijk, met de redding
boot „Insulinde" uit te varen. Te half elf ge
schiedde het vertrek van Oostmahorn; de wind
was Zuidwest. Aanvankelijk was het zicht goed,
doch om 12 uur 's nachts werd het dik van
regen. Tegen tweeën zag getuige een streek
aan stuurboord een wit licht en recht vooruit
nog een wit licht. Kort daarop bleek dat dit
eerste licht van de te hulp gekomen sleepboot
„Oceaan" was, hert tweede licht bleek van het
s.s. „Nobis" zelf te zijn.
De „Insulinde" is tot op 10 meter op de
„Nobis" toegevaren, waarna getuige den kapi
tein praaide. Toen deze terugriep dat hij het
schip niet wilde verlaten, heeft getuige hem
erop attent gemaakt, dat, als de wind Noord
west zou worden, de „Nobis" in een gevaar
lijke positie zou komen te verkeeren. Op ver
zoek van den kapitein beloofde getuige dat
hij met de „Insulinde" in de nabijheid zou
blijven.
Des morgens te half zes werd op de „Nobis"
de vlag geheschen ten ten teeken dat men
de sleepboothulp wenBchte, die men tevoren ge
weigerd had. De wind was toe® West-Noord
west en er stond een flinke zee. Getuige heeft
laarop met de „Insulinde" geholpen om een
trosverbinding met de sleepboot „Oceaan", be-
hoorend tot de firma Doeksen op Terschelling,
tot stand te brengen, doch daar er op de
„Nobis" geen stoomvermogen meer was, geluk
te het niet, de aan een dunne lijn vastgemaakte
zware tros aan boord van dit schip binnen
te krijgen. Een handicap was ook dat er te veel
water in het voorschip van de „Nobis" stond
en de bemanning volkomen uitgeput was. Te
10 uur 's morgens kwam de inmiddels te hulp
geroepen sleepboot „Texel" van de firma'
Doeksen, welke boot minder diepgang had.
Met veel moeite is heit toen gelukt, een zwa-
ren draad van de „Texel" naar de „Nobis"
over te brengen, terwijl ook tusschen de „Oce
aan" en de „Texel" een verbinding tot stand
kon worden gebracht. Helaas is al dit werk
tevergeefsch geweest, want nadat met het slee
pen was begonnen, is de tros ongeveer te 12
uur gebroken.
De zee was in dien tijtd veel wilder gewor
den en de bemanning van de „Nobis" welke
met zwemvesten aan dek liep het schip was
lek geslagen riep dat zij het schip wilde
verlaten. Niet minder dan drie kwartier is men
toen op de „Insulinde" doende geweest oni
de in nood verkeerenden aan boord te krij
gen. Door de zwaren zeeën, die verhinderden
dat de boot langszij kon komen, waren de op
varenden van de „Nobis" verplicht, in 't vang
net van de „Insulinde" te springe®. Allen
hebben dit gedaan, behalve de kapitein, die
de „Nobis" niet wilde verlaten.
Getuige is toen met de „Insulinde" vertrok
ken, doch na een half uur weer teruggekeerd,
daar hij begreep dat de kapitein toch op zijn
weigering zou moeten terugkomen.
Toen hij de „Nobis" genaderd was, was de
kapitein nergens te zien; getuige is toen weer
weggevaren, om kort daarna weer terug te
keeren en eerst nadat hij dit nog eens her
haald had, zag men aan boord van de „In
sulinde'" den kapitein plotseling uit de kaar-
tenkamer van de „Nobis" komen. Hij droeg
een vlag onder den arm en, naar het achter
schip loopende, rolde hij het dundoek langzaam
en heesch het in den vlaggestok, waarna hij
zijn pet afnam en terugliep.Op hetzelfde
oogenblik, de kapitein was maar nauwelijks
weg, kwam een groote roller aanzetten, die
vlag en stok meesleurde in de woedende zee.
Op zijn verzoek is de kapitein toen aan boord
van de „Insulinde" genomen; ook hij was ver
plicht over te springen. De schipbreukelingen
zijn te Oostmahorn aan land gebracht.
Uit het ter zitting voorgelezen rapport van
Hen Duitschen kapitein bleek nog, dat de „No-
bis" met een lading kopsteen van Kysekil in
Zweden naar Rouaan in Frankrijk op weg was.
Gedurende de reis was het steeds slecht weer
geweest, zoodat men met schade te Delfzijl
Is binnengeloopen. Des Zaterdags is de „No-
bis", te 5 uur n.m., bij slecht weer opnieuw
In zee gestoken; Zondagavond is het schip bij
regen en harden wind tot storm uit het Zuid
westen nabij .Bornrif gestrand.
De kapitein en zijn bemanning waren vol
lof over den schipper en de opvarenden van
de „Insulinde". „Met heel veel „opoffering"
verklaarde de kapitein, „zijn zij tot het laatste
moment bij ons gebleven en in een hooggaan
de zee en gedurende langen tijd hielden zij hun
schip gereed om ons te hulp te komen."
De Raad zal later uitspraak doen.
Door de permanente commissie voor
literatuur en kunst van den
Volkenbond.
Donderdag werd in de burgerzaal van het
Stadhuis te Frankfurt am Main door den opper
burgemeester Dr. Landmann de zitting geopend
van de permanente commissie voor literatuur
en kunst van den Volkenbond. Dr. Landmann
betreurde het zeer, dat in verband met het
overlijden van den president der Fransche repu
bliek zoowel de Fransche ambassadeur als de
Fransche dichter en philosoof Paul Valery, die
een dar vooraanstaande organisatoren van de
oommissie is, niet aan de zitting kunnen deel
nemen. Spr. begroette de commissie namens
de stad Frankfurt.
De president der commissie Destrée dankte
in hartelijke woorden voor de begroeting.
Vervolgens sprak de vice-secretaris-generaal
van den Volkenbond, Dufour Feronce, die
namens het secretariaat van den Volkenbond
voor de ontvangst dankte en er zijn leedwezen
over uitsprak, dat d9 secretaris-generaal van
den Volkenbond, Sir Eric Drummond, die een
groot vereerder van Goethe is, in verband met
zijn werkzaamheden zelf niet kon komen.
Nadat Julien Luohairé hulde had gebracht
aan de nagedachtenis van Albert Thomas, be
gonnen de besprekingen over Goethe.
Aan het jaarverslag der Nederlandsche N.V.
Fransch-Hollandsche Oliefabrieken Nouveaux
Etablissements Calvé-Delft over 1931 ontleenen
wy het volgende
De resultaten van het afgeloopen boekjaar
onzer vennootschap mogen in deze moeilijke tijds
omstandigheden bevredigend worden geacht, zy
het dan, dat de cyfers van de hterby gevoegde
balans en winst- en verliesrekening ieta minder
gunstig zyn dan het vorige jaar.
Na uitkeering allereerst van 6 pet. op de prefe
rente aandeelen, waarvoor met inbegrip der divi
dendbelasting 392.580 noodig is, resteert een
bedrag van 500.070.
Voorgesteld wordt hieruit een dividend uit te
keeren op de gewone aandeelen van 4 pet. Het
geen na betaling van de dividendbelasting over-
blyft zal op nieuwe rekening worden overge
bracht.
De winst- en verliesrekening staat debet
voor algemeene onkosten ƒ47.964 (56.146), af-
schryving op gebn. en machn. ƒ403.387 (403.654),
interest 373.889 (422.187), voorloopig betaalde
div. belasting op uitkeering reserverekening
103.373 saldo 892650 (1.042.486), en ere-
d i t voor onverdeelde winst vorig jaar 54.982
(4170), saldo inkomstenrekening 1.766.283
(1.920.304).
Volgens het Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer over het wetsontwerp houdende regelen
betreffende de bevoegdheid der tandheelkun
digen vond bij het afdeelingsonderzoek dit
wetsontwerp bij zeer vele leden krachtige be
strijding.
De juistheid van de uitspraak in de Memo
rie van Toelichting, dat de rechtvaardigheid
de totstandkoming van dit ontwerp zou eischen
werd door verscheidene leden ontkend. Zij her
innerden aan de gesohiedenis van de wetgeving
betreffende de tandtechnici en wezen er op,
dat de thans voorgestelde regeling geen ander
doel heeft dan tandheelkundigen, van wie
strafbare handelingen worden gevreesd, voor
strafvervolging te vrijwaren, door eenvoudig
de strafbaarheid van de handelingen op te hef
fen. De regeering zou zich daarom, in plaats
van op rechtvaardigheid, hoogstens kunnen
beroepen.- op opportuniteit. Moeilijkheden bij
de controle kunnen geen rechtsgrond vormen
voor het indienen van een dergelijk wetsont
werp. De Overheid, zoo meende men, heeft den
plicht de wet te handhaven en niet om ont
duiking door wetswijziging te sanctionneeren.
Het gaat hier om een bepaalde groep van
ongeveer 80 personen, die onder meer bijzon
dere omstandigheden de hun reeds toegekende
bevoegdheid hebben verkregen.
Enkele leden waren van oordeel, dat het
wetsontwerp instemming verdient; naar hun
meening moet het worden beschouwd als de
sluitsteen van de geheele regeling van dat
onderwerp.
WEER KANS OP EEN RAAD.
Naar we vernemen, heeft het Llmburgsch
dorpje Mesch, dat thans zonder gemeenteraad
is, weer kans op een nieuwen Raad.
Gelijk men weet, was er bij de laatste ver
kiezing slechts één lijst, met acht candidaten
ingediend, van wie er zes niet tijdig hun ge
loofsbrief inzonden.
Naar verluidt, zouden deze thans een schrij
ven ontvangen hebben, dat ze alsnog het raads
lidmaatschap aanvaarden kunnen.
Er wordt echter aan getwijfeld, of de voor
het raadslidmaatschap bevoegde candidaten
genegen zijn het raadslidmaatschap te aanvaar
den.
In de op 12 dezer te 's-Gravenhage gehouden
algemeene vergadering van aandeelhouders der
N.V. Levensverzekering Jlaatschappy van ..De
Nederlanden", van 1845 werden de verlies- en
winstrekening over 1931 en de balans per 31 De
cember 1931 goedgekeurd. De hoofddirecteur deel
de mede, dat het bedryf zich in het afgeloopen
jaar gunstig ontwikkelde, en dat de verkregen
uitkomsten In hooge mate bevredigend zyn. In
den loop van 1931 kwam een belangengemeen
schap tot stand met de Verzekeringsbank Kos
mos te Zeist, waarby de door de Kosmos gere
duceerde verzekerde sommen tot het volle oor-
spronkelyk verzekerde bedrag in kracht werden
hersteld en de indertyd uitgegeven wlnstbewyzen
A onmicldellyk ten volle door ,,de Nederlanden",
van 1845 werden voldaan. De productie bedroeg
in 1931 32.422.600 (v. J. 42 mlllioen). Op 31 De
cember 1931 waren van kracht 52.191 (37.412) con
tracten met ruim 269.140.000 (222.800.000) verze
kerd kapitaal. De uitkeeringen op grond van
kapitaal- en lyfrentenverzekertngen bedroegen
3.398.255 (1.684.T78). Aan rente werd geboekt
3.022..728, de gemiddeld gekweekte rente be
droeg 5.10 pet.
De vergadering besloot 150.000 (onv.) divi
dend uit te keeren en 1.387.329 (v. J. 130.000)
aan de extra-reserve toe te voegen. De totale
extra-reserves bedragen thans 1.945.279
(3.604.701). Het geplaatst maatschappelyk kapi
taal is 2.000.000, waarop 1.500.000 is gestort.
De aftredende commissarissen, de heeren mr.
H. R. van Maasdyk en mr. J. M. Th. Cohen
Tervaart, werden herkozen.
Met een zorgelijk-nadenk: enden trek op zijn
hoogrood gelaat slenterde Grumpers hot
warenhuis uit.
Toen de gTOOte glazen deur achter hem
dichtviel, bleef hij nog een oogenblik pein
zend op het trotrtoir stilstaan, om met een
nijdigen frons den blanken zilveren rijksdaal
der te bekijken, dien hij gedurende den rond
tocht door het warenhuis stevig in de hand
had gehouden, en die nu ietwat warm en
kleverig aanvoelde.
Besluiteloos draaide Grumpers den rijks
daalder om en om. Zuchtend overpeinsde hij
hoe hard hij moest werken om zoo'n rijks
daalder te verdienen en hoe bedroevend weinig
je er voor kon koopen in zoo'n groote instel
ling als het warenhuis, vooral wanneer heit
een huwelijksgeschenk voor je neef betrof.
Om zoo'n geschenk aan te schaffen was
Grumpers heelemaal te voet uit Keverwóude
naar de groote stad gekomen, waar je immers
dat soort dingen veel goedkooper kunt krijgen.
Toen hij des morgens op weg ging, had zijn
vrouw hem dien rijksdaalder meegegeven met
de opdracht, daarvoor een geschenk te koopen,
dat beantwoordde aan de hoogst mogelijke
eischen van degelijkheid en schijnbare kost
baarheid. Wanneer het een huwelijkscadeau
voor je neef betreft, wil je immers graag zoo
royaal mogelijk voor den dag komen, maar
tevens betaal je er liefst zoo weinig moge
lijk voor, speciaal wanneer je met trots kunt
bogen op je afstamming uit een oud Kever-
woudsch geslacht, welks zuinigheid als een
roemrijke traditie van vader op zoon en van
moeder op dochter is overgeërfd.
Vol hoop was Grumpers naar de stad ge
togen om zich van zijn opdracht te kwijten,
maar hoe langer zijn slentertocht door de
ruime zalen van het warenhuis duurde, des
te moeilijker bleek hem de richtige vervulling
van zijn taak. De dingen, die voor een rijks
daalder verkrijgbaar waren, leken hem niet
meer dan prullen
Grumpers zuchtte en bromde, draalde met
een verachtelijke beweging zijn rug naar het
warenhuis en begon de étalages van andere
winkels te bekijken.
Maar ook daar bleek alles, wart er een beetje
degelijk uitzag, razend duur.
Daar had je nu b.v. die mooie klokken voor
dit winkelraam Een klok vormde ontegen
zeggelijk een prachtig huwelijksgeschenk voor
een oom aan een neef. Maar natuurlijk zou'hij
er minstens acht of tien gulden voor moeten
betalen. Ze stonden nota bene niet eens ge
prijsd
Gedachteloos keek hij naar het opschrift
op het winkelraam „Hoofdstedelijke Spaar-
klokken Maatschappij".
Het leek hem een ietwat vreemde naam
voor een klokkenwinkel. Vaag begon hij te
vermoeden, dat het niet een gewone uur-
werkhandel was. Maar, argwanend zooals
een Keverwouder nu eenmaal is, bleef hij een
poosje staan treuzelen op het trottoir, totdat
hij een. politie-agent zag naderen.
„Te koop vroeg hij den dienaar van wet
en orde.
„Welnee, zoo'n klok krijg je gratis als je
een spaar-overeenkomst sluit. Je moet er elke
week een rijksdaalder inwerpen. Wanneer je
het soms een keer mocht verzuimen, dan var
tikt de kiok het om verder te loopen. Eéns
in de drie maanden wordt de klok door een
agent van de maatschappij geleegd en de in
houd bijgeschreven op je spaarbankboekje...."
Met open mond keek Grumpers den politie
man aan.
„Dus V', vroeg hij, „behoef je er niets voor
te betalen
„Nee", zeide de man der wet nog eens, waar
op Grumpers, den rijksdaalder, dien hij in de
hand had, voor goed in zijn zak stak.
Dan stapte hij den winkel der Hoofdstede
lijke Spaarklokken-Maatschappij binnen.
In het ouderlijk huls der bruid zate® de
jongelui, die binnen enkele dagen door den
huwelijksband verbonden zouden worden.
Op de blinkend-geschuurde bruidstafel ston
den naar oud Keverwoudsch gebruik de reeds
ontvangen geschenken uitgestald
Bij zijn binnenkomst monsterde Grumpers
ze met een meesmuilend glimlachje. Het was
natuurlijk: niet veel bijzonders: een peper, en
zoutstel, een nikkelen suikerstrooier, een
taartenschaal met zes schoteltjes, allemaal
prullen, die je voot hoogstens een paar gul
den ln het stedelijk warenhuis kon aantreffen.
Grumpers zag de blikken van bruidspaar,
ouders en gasten vol verwachting op zich ge
richt. Want het pakje, dat hij onder den arm
droeg, overtrof de afmetingen van de daal
ders-geschenken.
Plechtstatig sneed Grumpers het touwtje los
en ontpakte de spaarklok voor de oogen der
verbaasde toeschouwers. Een gemurmel van
jaloersclie verwondering ging door de rijen
der gasten. Grumpers koesterde de spaarklok
met een teeder gebaar en er klonk een waar
achtige ontroering in zijn stem, toen hij het
geschenk aan het bruidspaar aanbood.
Twee-, driemaal schraapte hij zijn keel, voor
dat hij op warmen toon van wal stak
„Beste neef, je zult wel denken, dat je oude
oom Jacob ditmaal bijzonder uit zijn slof is
geschoten, maar (hij snoof luidruchtig) je
bent dan ook altijd mijn lievelingsneef ge
weest. En daarom geef ik Je nu bij je huwelijk
een heel bijzonder geschenk; deze wonder
mooie klok.
Bekijk zie goed, want het is geen gewone
klok, zooals je in alle winkels kunt koopen.
Deze klok is het symbool van de mooiste en
roemrijkste oud-Keverwoudsche traditie: de
spaarzaamheid. Deze klok zal je helpen, de
oud-Keverwoudsche deugd en zuinigheid in
eere te houen, want en dit is het wonder
lijke ze blijft alleen voortgaan het uur aan
te wijzen, zoolang je in de gleuf aan de ach
terzijde wekelijks een rijksdaalder werpt. Die
bespaarde penningen worden voor jou koste
loos in bewaring genomen door een uitsteken
de solide financieels onderneming, die je nog
rente op den koop toegeeft, en je na tien jaar
je spaarduitjes, tot een aanzienlijk sommetje
aangezwollen, terug geeft. Neem dus deze
klok, beste jongen, en geef ze een eereplaatsje
in Je huis. Ik heb ze voor je gekocht, daar ik
geen beter middel wist te bedenken om je
te leeren van je eersten huwelijksdag af de
oud-Keverwoudsche traditie van spaarzaam
heid hoog te houden".
Ontroerd streek Grumpers met den rug van
zijn hand langs zijn oogen en ook alle aan
wezigen waren ten zeerste onder den indruk.
De buitengewone vrijgevigheid van oom Jacob
en zijn roerende bezorgdheid tot handhaving
der oud-Keverwoudsche tradities vervulde11
bruidspaar en bruidsouders, alsmede alle
overige gasten met diep ontzag
Toen er na enkele weken weer een bruiloft
in Keverwóude plaatsgreep, kwam Grumpers
aan het jonge bruidspaar eveneens een kick
aanbieden. Hij behoorde weliswaar niet tot de
familie, maar hij vond hert denkbeeld van de
wonderklok, die slechts bleef loopen zoolang
je er wekelijks een rijksdaalder inwierp, zulk
een prachtig symbool van de oud-Keverwoud
sche spaarzaam hei de-tradi t ie, dat hij ijj jjet
vervolg aan elk jong bruidspaar van Kever
wóude zoo'n geschenk wilde aanbieden.
Langen tijd duurde 't, voordat het bekend
werd, dat Grumpers voor elke spaarklok. die
hij in Keverwóude plaatste, van de Hoofd
stedelijke Maatschappij vijf gulden provisie
ontving
De Keverwouders schudden het hoofd, doch
de spaarklokken bleven haar populariteit be
houden, omdat ze zoo'n prachtig symbool van
oud-Keverwoudsche zuinigheid vormden.
J. D.
(NADRUK VERBODEN).
Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp
ingediend, houdende aanvulling van de artt.
75 en 80 der Wet op de Inkomstenbelasting
1914 en van de artt. 23 en 29 der Wet op de
Vermogensbelasting 1892.
Het komt zoo luidt de memorie van toe
lichting herhaaldelijk voor, dat personen
die uit hoofde van hun stand, beroep of
arubt wettelijk tot geheimhouding verplicht
sijn met betrekking tot bepaalde zaken, van
die zaken op voor de-rden begrijpelijke wijze
melding maken in hun flnancieele administra-
e. Wordt aan zoo iemand door den belas-
mg lenst gevraagd, zijn aangifte van inko
men o vermogen, dan wei nadere beweringen
dienaangaande, te staven door het overleggen
IaD i ,fn en Andere bescheiden, dan doet
de belastingplichtige veelal een beroep op
zijn wettelijke verplichting tot geheimhou
ding.
Nu geschiedt wel is waar het vermengen
van geheim te houden gegevens met andere
in den rege niet met het oogmerk om een
behoorlijke fiscale contróle onmogelijk te
maken, doch dit vermengen heeft toch veel
tot gevolg, dat uit den kring der bedoelde
personen aangiften voorkomen, die getuige
nis afleggen van gemis aan zorg om den fis
cus te geven, wat hem toekomt.
Het thans ingediende ontwerp beoogt, in het
belang van de schatkist van Rijk, provinciën
en gemeenten, hieraan een einde te maken.
De belanghebbenden zullen het echter in de
band hebben hun beroepsgeheim in redelijke
mate te doen eerbiedigen, door de Inderdaad
geheime zaken, afgescheiden van hun van
financieel belang zijnde aanteekeningen te
adminlstreere®.
Ten einde aan belanghebbenden den tijd te
geven, hun geldelijke administratie zoodanig
in te richten, dat het hun toevertrouwde ge
heim toch zooveel mogelijk bewaard zal kun
nen blijven bij het naleven van wettelijke
verplichtingen jegens belastingambtenaren
ook dezen laatste® is overigens bij de wet
geheimhouding opgelegd is het tijdstip van
in werking treden bepaald op 1 Mei 1934,
VERBOD VAN PARTICULIERE
GEWAPENDE CORPSEN.
Het wetsvoorstel-Albarda.
Aan het voorloopiig verslag der Tweede Ka
mer inzake het voorstel van wet van den heer
Albarda, houdende verbod van particuliere
gewapende corpsen, is het volgende ontleend:
Vele leden vroegen zich af, tegen welke
„particuliere gewapende corpsen" dit voorstel
gericht is. Van de zijde dier leden, die zich
voorstanders toonden van het voorstel, werd
daarop geantwoord, dat als particuliere ge
wapende organisaties bedoeld zijn, ook de
Bijzondere Vrijwillige Landstorm en de Vrij
willige Burgerwachten. Naar hert oordeel dezer
leden kan niet worden ontkend, dat deze orga
nisaties particuliere instellingen zijn; zij zijn
immers niet door de overheid in het leven
geroepen, ook al worden zij door deze f'.«.tenn.l
Van andere zijden werd "deze 'opvatting be
streden.
Verscheidene leden, die in het midden lieten
of hier van particuliere corpsen sprake Is, zou
den in ieder geval den Bijzondere® Vrij-
wiiMigen Landstorm en de Vrijwillige Burger
wachten niet verboden willen zien.
Versabei dene leden waren van meening, dat
het gevaar, waartegen het voorstel zich keert,
in ons land denkbeeldig is. De voorbeelden uit
het buitenland, waarnaar de voorstellers ver
wijzen, hebben voor het maken van een ver
gelijking geen waarde, want die buitenlandsdhe
organisaties staan in dienst van bepaalde
politieke partijen, terwijl in Nederland geen
enkele partij zich van een dergelijk strijd,
middel bedient.
Verscheidene andere leden betuigden hun I®"
stemming met het voorstel en verdedigden het
op de in de Memorie van Toelichting °n£~
wikkelde gronden.
Het pas verschenen dertigste Annuarium
der R.K. Studenten in Nederland opent inet
het portret van prof. Aalberse. prof-
Raaymakers S.J. het volgende schrijft:
Mr. Aalberse heeft oude Katwljksche
herinneringen opgehaald van meer dan
veertig jaar geleden. '3 Waar
schijnlijk de oorzaak, dat ih terug
denk aan dien goeden ouden tud, toen ons de
jongenskiel nog om de schouders g!^ en
pater Clemens Wilde directeur van Katwijk
was. Wij, Jongens, zagen n Piet Aalberse
toch niets bijzonders, wij vonden hem een
goeie® vent, die kezeIlig praten kon.
Maar de oude Wild®, de groote menschen-
kenner met oogen, ene je djep jn de zjej
keken, zeide toen reeds, als er over Aalberse
gesproken weid: „Voordat de anderen iid
van de Kamer zijn, is Aalberse al Minister"
Geen van ons heeft het tot Kamerlid ge
bracht, maar Aai&erse werd Kamerlid, als
opvolger van r' Schaepman, werd hoog
leeraar, werd minister en bleef dit zeven
jaar, met een succes als slechts aan weini
gen beschoren is. q0 oude wnde bad wel
goed gezien!
z^'\. in een paar woorden de
ruimte mij toegestaan is zoo beperkt nog
meer over Aalberse zeggen?
Zonder overdrijving meen ik dit te mogen
oonstateeren: <jat Mr. Aalberse als stichter
en directeur van de Kath. Soc. Actie, a]3
oprichter en redacteur van bet Kath. Soc.
Weekblad, als redacteur van de Politieke en
Sociale Studiën, als Kamerlid en als Minis,
ter meer dan iemand anders er toe heeft
bijgedragen, dat in Nederland de katholieke
beginselen in Rerum Novarum uiteengezet,
'n Nederland meer dan elders ingang heb
ben gevonden en in de practjjk zijn toege
past.
De buitengewone talenten van Mr. Aal
berse zijn tengevolge van zijn beminnelij-
ken eenvoud en zijn altijd zoo bescheiden op
treden, soms onderschat. Sinds hij Dr. Nolens
opvolgde als voorzitter van de Katholieke
Kamerfractie en van den Partijraad, heeft hij
niet alleen aller harten veroverd, maar ook
duidelijk bewezen, dat hij tot de allergroot
sten onder ons behoort.
Hoeveel daadwerkelijke belangstelling hij
altijd getoond heeft voor de katholieke stu
denten, behoef ik In dit Studenten-Annu-
ariura niet in herinnering te brengen. Zijn
verdiensten als hoofdredacteur van het Cen
trum, als lid van den Hoogen Raad van
Arbeid, als Rijksbemiddelaar, enz. zijn alge
meen bekend.
God spare hem nog lang voor onze Katho
lieke Staatspartij en voor ons allen als een
voorbeeld van on vermoeiden werklust en
belangelooze toewijding aan hooge idealen.
Zware, groote steenen donderden boven
bet geraas van het water uit.
Huizen weggeslagen en bruggen vernield.
Hoewel het zich in het geheel niet liet aan-
zien, schrijft men aan de „Koerier" Moentilan,
hebben we toch weer eens een frissche bandjir
gehad die de menschep lang ln üet geheugen
fa' b, lVe° T3entlWee begon de lucht ge
leidelijk te betrekken en dat duurde Z0Q *o(.
vier uur toen in Moentilan «ie regen begon te
vallen. Geleidelijk nam de regen in hevigheid
toe. Om goed vijf uur stonden de menschen
al op de bandjir te wachten, die vrij spoedig
daarna krachtig kwam opzetten.
Het was weer eens een fameuze modderband-
Jtr. De zware, groote steenen donderden boven
het geraas van het zeer snel stroomende wa
ter uit. Ook bleef het water doorloopend stijgen
en de regen hield niet op te stroomen. Onmo
gelijk hier door te komen.
De eerste berichten waren aanvankelijk vrij
gunstig. Later kwamen geleidelijk jobstijdin
gen als: Batangbrug beschadigd, hulzen wegge
spoeld, sawah's overspoeld, groote afkalvingen
langs de oevers, boomen, bamboestoelen enz.
meegespoeidi maar gelukkig voor zoover be
kend geen menschenlevens te betreuren.
De bevolking was onrustig. Haar gedrag was
verschillend. Hier en daar is men gevlucht,
al of niet op bevel. Sommigen zochten hun
toevlucht in het huis van den loerah. De
tong-tong Is vrijwel den heelen avond gehoord.
De Lamat heeft zich, dank zij de groote ver
breeding van het vorig jaar boven Moentilan,
zeer goed gehouden, behoudens afstortingen'.
Boven Ngadiredja was tengevolge van het om
storten van een reuzen-waringin een opstop-
bteg gekomen, die tengevolge had, dat er flin-
oe^erafatartingen plaats hadden, daar de
lm 1 ten Tars ln de kal1 vleil> Geen water kwam
reden tot 1)6 Lamat gaf geen enhele
H^l Hnrw!°r8<Jheld 111 dit gebied.
Vela huizen w^* 'bestand van de Batang.
Vele huizen waren
kante meters sawah zijn met een laag groote
steenen bedekt. De dessa rechts van de Batang
vlak achter de brug, heeft nu den voornaam
ste® stroom gekregen en de bodem de® kali
ligt bijna zoo hoog als de dessa zelf, zoodat
bij een eventueelen volgenden bandjir de dessa
er wel aan zal moeten gelooven. De brug van
de N.I.S. is ln zijn geheel verdwenen met pij
lers en al. Hier en daar liggen spoorstaven.
De nieuwe brug, die daar gereed lag om de
weggespoelde noodbrug te vervangen, is voor
het grootste deel onder zand en steenen be
dolven.
Menschenlevens zijn gelukkig niet te betreu-
re®, dank zij de waakzaamheid van het be
stuur. Br zijn in het Batanggebled nog al men
schen dakloos geworden en velen zulle® hnn
sawah s verloren hebben en wel blijvend doo®
de grooe steenenmassa's, die er op liggen. Het
bestuur overweegt om die menschen over te
brengen naar de Lam pongs, als ze tenminste
daartoe genegen zijn. De wedana's van Salam
en Moentilan hebben opdracht gekregen de
menschen, die getroffen zijn, te ondersteunen,
Geen onderdak is een leeg hospitaal.
PO
Te Holland ia. Noord Ooat NTouw-Quinea
staan twee hospitalen.
Het eerste werd gebouwd voor de vogelja
gers en vogelopkoopers, toen de paradijsvogel-
jacht nog bloeide en geld in de landschaps-
kas van Tidore deed vloeden.
Dit hospitaal werd na het verbieden van de
paradijsvogeljacht gebruikt als landschapskan
toor. En dat Is het tot op heden nog.
Vervolgens werd er een tweede hospitaal
gebouwd mert behulp van heeren dienstplich
tigen. Daar er, toen het plan daartoe werd
goedgekeurd, in het district Hollandla slechts
Papoea's en drie Nederlandsche ambtenaren
woonden, zal het nieuwe hospitaal voorname
lijk gebouwd zijn voor de Papoea's. Er woonden
in het district ook nog eenige Dultsche kolo
nisten (Vijf ln totaal), doch het is niet aan
te nemen, dat het ziekenhuis met het oog
°P hun aanwezigheid daar werd neergezet,
schrijft het „N. v. d. D. van Ned.-Indië".
Dat nieuwe hospitaal is in het begin van dit
jaar gereed gekomen. Het is een voor die stre
ken, mood en doelmatig gebouw. Maar het mag
„wegens de bezuiniging" niet in gebruik ge
nomen worden. En dus staat het nu leeg.
Inmiddels hebben er zich echter in het dis
trict Holiandda, doch 68 K.M. van de plaats
Hollandia, 'n vijftigtal Indisch Nederlandsche
kolonisten gevestigd.
Onder dezen zijn, nogal eens malaria- en
zwartwaterkoortsdijders geweest. Noch de hoo-
gere medische autoriteit va® Ambon, dr. von
Kiihlewein, noch de arts van Hollandia, dr.
Gevers hebben er ooit over gesproken, dat als
het nieuwe hospitaal gereed zou zij'n, daarme
de een uitkomst zou worden geopend voor de
zieke Nederlandsche kolonisten en misschien
hebben zij daaraan ook nooit gedacht.
De kolonisten hebben daaraan ook nooit ge
dacht, al waren zij nog zoo ziek. Die weten
te goed, dat er in Indië door het gouvernement
wel hospitalen worden gebouwd voor Terna-
taansche vogeljagers en Chineesche vogelhan
delaars en voor Papoea's en nog ve'6 andere
Oostersche volksgroepen, maar zeker niet voor
Indische Nederlanders. En gelukkig voor hen
verbeterde hun gezondheidstoestand zeer tegen
den tijd, dat 't hospitaal gereed was. Zij heb-
ben 't dua nu niet noodig en hoPen iets, dat hun
niet gegund wordt, ook niet meer noodig te
hebben.
Maar nu is er onder <Je kolonisten 'n zwan
gere. Daar de woning van haar man door een
bandjir werd weggeslagen beeft deze vrouw
geen onderdak. En daarom beeft de kolonisatie,
leider verzocht aan dr- Gevers, of deze vrouw
niet kon worden opgenomen tn bet Ie«ge hos
pitaal, als zij voor haar eigen bed. voeding en
verpleging zorgde.
Op welk verzoek afwijzend werd beschikt.
Het hospitaal is «10t of£lci0el open en dus
mag er ook niemand In en zeker geen Neder
landsche vrouw, al 18 het maar om onderdak
te zijn.
En dus zal ook deze vrouw, zooals te voren
reeds het geval was met enkele van haar lot-
genooten in de nederzetting, haar kind ter
wereld brengen onder een afdakje van palmbla
deren.
Dat noch de ambtenaren, noch het gouverne
ment, noch het Indische publiek zich daarvan
ook maar Iets zullen aantrekken, weten we
reeds. Die zulIen opmerken: dan moet zoo'n
vrouw maar niet zoo gek zij® om naar Nieuw-
Guinea te gaan.
Het is immers voldoende bekend, dat die
kolonisten naar Nieuw-Guinea vertrekken voor
eigen genoegen, hoewel het op Java zoo goed
en gemakkelijk leven is, na daartoe opgewarmd
te zijn door onverantwoordelijke idealisten
Maar daar ligt een zwangere Indisch Neder
landsche vrouw in een hutje in de rimboe en
in Hollandia staat nu een leeg hospitaal. Doch
voor de groote risico van een bevalling onder
die omstandigheden mag zij niet beschermd
worden door opneming in dat leege hospitaal,
omdat de bureaucratie van Indië dat niet wil.