PINKSTEREN.
DE ELECTRISCHE KEUKEN.
UIT ALIBA'S DAGBOEK.
MODEPRAATJE.
HANDWERKRUBRIEK.
KUNT U MIJ OOK
ZEGGEN
HET HUYS MET DE
HOOFDEN.
ZATERDAG 14 MEI 1932
PATROON VAN EEN SCHILLER
BLOUSE.
WAT BIJ HET
TOILET HOORT.
in.
m i
ilfslillK
AUD4»
„en boven hunne hoofden
verschenenals vurige tongen en
zij voerden vervuld van den H.
Geest.
Naar buiten tredende spraken
zij en ieder hoorde hen in zijne
eigene taal.
Er was veel volk, vreemd volk in
Jeruzalem. En ieder hoorde hen
in zijne eigene taal.
Dat was de groote gave van den H. Geest
aan de Apostelen. Een gave die God ons allen
wil schenken zoo wij er om bidden; een gave,
die ons bij allen verstaanbaar zal maken, zoo
wij de tale der liefde spreken.
Daartoe behoeven wij niet op pleinen en stra
ten, op kansels en podium te betoogen, er is
eene taal, die overal, te allen tijde gesproken
moest worden en verstaan, de taal van de
liefde, de echte waarachtige liefde en men-
echenminne.
Niet de taal, die zich uit in hoogdravende
en zinrijk gekozen woorden, noch 't jubelend,
meesleepend geestdriftig woord des schrijvers,
de taal der liefde is simpel, zelfs zwijgzaam,
en toch verstaanbaar en te beluisteren onder
het rumoer der wereld.
Wel tracht diezelfde wereld, die tale het
zwijgen op te leggen, predikt zij haat, nijd,
verguizing, vernietiging.
Maar de taal der liefde, de zoete sprake, die
de H. Geest met zoovele andere gaven op het
Pinksterfeest den Apostelen schonk, is er eene
van mededoogen en vrede, verzoening, geduld,
gehoorzaamheid, en overgave.
Het woord der liefde is welsprekend zonder
woorden, zonder weidsche gebaren; een bli'k
een daad, een zwijgen kan boekdeelen ver
tolken.
Dat toch de wereld wat meer die tale mocht
leeren, dan zou het gejoel, het hunkeren der
ontevreden massa wel verstommen, dan zou
het koor der jammerenden en misdeelden in 'n
zachte nederige bede tot God en Zijne barm
hartigheid veranderen. Rhythme en klank
zouden een zachte, deemoedige smeeking wor
den en opstijgen onweerstaanbaar tot Heim
wiens tale hier op aarde enkel liefde was.
De taal der liefde, die God heeft gelegd op
de teere lipjes, in de onschuldige oogjes van
het kleine wezentje, dat na zijn geheimzinni-
gen tocht uit het duister, het eerste levens
licht aanschouwt, en later z'n hemel ziet in
de stralende, teedere oogen der moeder; het
mondje kan niet spreken, maar die oogjes zeg
gen alles, wat het wenscht; hoe het lijdt, of
hoe gelukkig het kindeke Is.
En zij de armen, wien het gehoor en de
spraak ontbreekt, wat zouden zij beginnen zoo
de Christelijke liefde, niet alles beproefde en
op de meest vernuftige wijze in stomme geba
ren hen leerde lezen en spreken?
Be taal der liefde! En deze te laten door
dringen in het meest verharde cynische ge
moed, een tale warm en koesterend, smeltend
den ijskorst van verblinding en zonde.
Kom, o eilige Geest, en vervul de harten
uwer geloovigen en zij zullen verschillende
talen spreken, talen, die één (begrip, één klank
vertolken, die der waarachtige, zuivere liefde.
Als dan den 2den Pinksterdag de Graal in
het Stadion te Amsterdam, het wondere spel
van klank en lijn en kleur en rhythme zal
opvoeren, wanneer de reine jonge stemmen in
jeugdig enthousiasme de leer van het geluk
door liefde verkondigen, laat heur wijs dan
niet tevergeefs weerklinkenBeluister die
stemme, dat lied, die bede en.... leer die tale
te verstaan
Alles in liefde.
Het aanschijn der aarde hernieuwen.
HELLENEN.
P a r ij s, 11 Mei 1932.
Een kleine verandering in het aspect van
ons uiterlijk op zijn tijd heeft altijd iets heel
aantrekkelijks. En gaarne maakt men dan ook
van elk nieuw idee op dit gebied gebruik, zij
het vaak met een klei
ne wijziging om het
hulpmiddel een echt
persoonlijk cachet te
geven.
De meeste toiletten
hebben op het oogen-
hlik een echt vrouwe
lijk karakter, maar
daarnaast wordt ook
in sommige gevallen
een meer zakelijk en
streng cachet, dat in
sommige opzichten
aan de heeirenmode
herinnert, niet ver
smaad. De gi lefts, bo
lero's en étons, die
zich in een groote po
pulariteit mogen ver
heugen, zijn daar een
sprekend voorbeeld
van.
Vooral de gilets
kunnen uitstekend
dienst doen om aan
ons uiterlijk nu en
dan een geheel ander
aanzien te geven. Ze
kunnen b.v. heel goed
de blouse van een tail
leur vervangen. In dat geval worden zij ge»
kozen uit dunne toile, piqué-de-soie, of van
katoen, ottoman, of erêpe-marocaine im wit of
lichte tinten. Ze hebben een rech/t, of gekruist
model met vier of zes knoopen van kristal of
nacne. Vaak hebben zij heel veel weg van een
heerenvest doordat zij van achteren een kleine
pat/te hebben om het gilet om de taille te
Bluiben.
Het eersite model hiernaast weergegeven, is
uitgevoerd in dun pdquédeusoia van water-
groene tint met zes knoopen van nacre.
In andere gevallen kan het gilet en petite
jaquette vervangen. Het wordt dan uitgevoerd
in dezelfde tint als de rok, of in een oonstras-
teerende tint. Het tweede hiernaast weergege
ven model dient als voorbeeld. Het is uitge
voerd in een diagonale wollen stof, hard-groen
of levendig blauw, en wordt gedragen met e«n
blousse van witte crêpe-de-chine. Het kan bijv.
gedragen worden bij een aardige witte lente,
robe en aal dan een uitstekend effect maken.
Mevr. de B. te B. vraagt een patroon van
een jongens Schiller-blouse; dit behoort echter
meer thuis in een modeblad dan in een hand-
werkrubriek, maar daar ik mevr. de B. gaarne
wil helpen, volgt hieronder bij hooge uitzon
dering het gevraagde patroon. Mij dunkt, dat
het in elkaar zetten geen bezwaar kan ople
veren, waarom ik dus de beschrijving achter
wege iaat.
De blouse wordt zoo gemaakt, dat zij open
of gesloten kan worden gedragen. Men heeft
er voor noodig 2,20 M. stof van 80 c.M. breed.
Fig. 1. belegsel voor de knoopsgaten en
knoopen,
Fig. 2,
Fig. 3,
Fig. 4,
Fig. 5.
Fig. 6.
Fig. 7,
voorpand.
achterpand.
kraag.
platstuk rug.
mouw.
manchet.
TANTE TOET.
Onze geachte huisvrouwen zijn geweldig aan
het schoonmaken en diverse verzoeken bereik
ten ons.
Wij zullen maar beginnen met de nijvere
vrouwe, die ons vraagt of het geraden is het
reservoir van een petroleumkachel met olie
gevuld, weg te zetten?
Deze abonnée, Mevr, v. II. te Den Haag, zou
den wij raden; geef uw reservoir een goede
schoonmaakbeurt, zonder het te vullen en zie
of alles goed in orde is.
Wrijf de buitenzijde in met wat zuivere witte
vaseline en pak de kachel in courantenpapier
en zet het oip een droge plaats, dan zult u van
roesten geen last hebben; u-w tweede vraag
vindt u onderaan beantwoord.
.Abonnée J. v. D. te Schijndel vraagt een mid-
del om 'n .pluche tafelkleed te wasschen.
Antwoordis die pluche van zeer goedie kwa
liteit, dan kunt u deze het beste in een houtzeep-
oplossdng spoelen. De houtzeep eerst oplossen
b.v. gedurende een nacht, dan zeeften en in de
oplossing het ikleed flink heen en weer slaan.
In zuiver water naspoelen. Ails u het aandurft
kunt u ook een koud Lux of vlokkenzeep sopje
nemen, maar dan zeer lauw. Wat uw tweede
vraag, het zwart maken van een Mank ge
schuurde plaat, diene het volgende;
Schuur eerst de (blanke plaat met schuiurlin-
men af en schuur deze met olie en schuur linnen
na. Smeer dan de plaat met een lapje met lijn
olie en potlood dn. Herhaal deze behandeling
eenige malen. Is hiervan een laagje ingebrand,
dan kan de plaat met beenzwart zwartsel of
potlood en terpentijn onderhouden worden.
Abonnée Br. te Gouda vraagt, hoe men teer
vlekken uit een witgekalkteu muur verwij
dert.
Antwoord. De eenvoudigste methode is de
getroffen plaats te doen afbrakkea of -steken
en opnieuw kaükem. Andere middeten zullen de
vlekken verspreiden,
Abonnée Br. te Ginneken zou gaarne regen
vlekken uit een cerise wollen matting japon
yerwijdieren.
Antw.: Maak het japonnetje geheel nat en
strijk het onder een gladden doek op; de ©tof
is dan ontgllamsd en zal -ibij nieuwe regenspatten
geen vlekken m-eer vertoonen. Durf u het expe
riment niet aan, wendt u dan tot een goede
ontvlakinrdchting met opgave der oonzaaik.
Abonnée M. P. te Roermond zou gaarne geel
geworden panama hoedjes weer helder maken
en dn vorm. brengen.
Antw.Hiervoor ibestaan verschillende me-
thode's. U kunt den hoed met een oplossing van
klaverzout met ©en borstel zoodanig behande
len, dat de hoed niet doornat wordt. Daarna
vlug afspoelen miet söho-on water en op een
warme .plaats drogen, de hoed' behoudt alsdan
den vorm.
Ook kunt u een mengsel maken van 20 gram
bloem van zwavel met het sop van een uitge
perste citroen. Daarmede reinigt men met een
nagelborsteütje dien hoed, Is deze geheel schoon
dan wordt hij goed uitgespoeld in helder water
en op 'n droge warme plaats opgehangen. Half
droog (kunt u (hem onder een doek aan de bin
nenzijde strijken. Het is wed moeilijk den bol
goed in model te houden, (beter kunt u zulks
dioor een modtiste laten doen.
Ook zijtn er preparaten als Strobdn dn den
hianidel, bij drogisten verkrijgbaar Km iedier
jaar brengt iets nieuws op dit gebied. Goede
stoamiimrichtingen leveren de hoeden als nieuw
af; dit spaart veel tijd en misschien ergernis;
Abonnée Mevr. v. H. wenschte haar pitch pine
ameublement een extra beurt te geven.
Antw.: Het (beste is de meubels met spons
en zeem af te nemen, daarna met dunne witte
zuivere bijenwas zacht in te wrijven en lang
durig na te wrijven, niet te Iband, maar regel
matig, des te dieper wordt de glans. Zijn er
doffe plekken, dan kunt u deze eerst met 'n
atoompje slaolie of blanke vernis bijwerken.
Abonnée v. G. te Poeldijk verzoekt een middel
ent t .1 iv 1, vilten kindcrhcedje schoon té
maken.
Antto.: Probeert u het eens met oud brood.
flink afwrijven, ook kunt u gewarmde zemelen
nemen. Het hoedje er stevig mede inwrijven
en uitborstelen. Ook kunt u het vilt door mid
del van een nagelborstel inwrijven met mag
nesia of arrowroot, hetwelk bij den drogist ver
krijgbaar is, goed uitborstelen.
Abonné's dames 8. te Roosendaal vragen
boe in Holland de rouw gedragen wordt voor
een overleden moeder.
Antw.: Dit is zeer venschlMend. U kunt drie
maanden ziwa-rt dragen (zonder crêpe) daarna
drie maanden lichte rouw, d.i. zwart en wit.
lila. grijs. Elke zware rouw schrijft voor, een
jaar en zes weken zwart en langen crêpe
sluier, daarna eenzelfden termijn ii-chte rouw,
zwart en wit lila grijs, halven sluier. Echter
u is geheel vrij van handelen naar omstandig
heden en persoonlijk of familie- of financieel
belang. Uw tweede verzoek hoe men vlekken
uit een geslagen koperen blad van een tafeltje
kan verwijderen is aldus te beantwoorden,:
Wrijf de vlekken schoon met azijn, citroen
of azijn met zout. Zijn de vlekken verdwenen,
wrijf het dan met witte terpentina na. Dan
lost alle vet op. Tegenwoordig gebruikt men
veel benzine om fijnbewerkt koper te poetsen.
Daarna met 'n etsje zeer fijn krijt na poetsen.
„Ha!" glunderen de rasechte Amsterdam
mers, „gelukkig het „Huys met de hoofden",
zal niet vervallen en gesloopt worden; het
wordt opnieuw gerestaureerd, de vroede vade
ren wenschen het behoud."
175.000 zal deze noodzakelijke herstelling
kosten.
Amsterdam wacht met spanning op het be
sluit van den Raad, maar intusschen is de
restauratie reeds aangevangen met het oog op
de veiligheid.
Is 't dan zoo iets bijzonders, zullen „outsi
ders" vragen.
En of! Wilt ge een der vele verhalen sproken
en legenden hooren, die de fantasie er omheen
gedicht heeft?
Zijt ge geen Amsterdammer, dan hebt ge
nooit als kind, in 't schemeruur bij 't passee-
ren van Keizersgracht 123, zoo heerlijk ge.
griezeld en steviger de hand van moeder en
vader, of juf gegrepen.
Want weet u; eens zijn daar 7 menschen
het hoofd afgeslagen, zoo maar achter elkaar,
als automatisch!
Lach niet, 't is heilige ernst en wij, Am
sterdammers, hebben het geloofd en gesidderd
als oude Trui, de verstelnaaister, met groot
pathos en breed gebaar, verheffing van stem
en rollende oogen het verhaal deed beleven.
Luistert dan: op een dag in den jare zooveel
was een eerzame dienstmaagd, Bettemis of
Trijn geheeten, alleen in het huis achterge
bleven.
Dommelend zat zij onder den schouw in de
groote keuken, poes op haar schoot. Ze dronk
haar kopje koffie. Plots gerucht, daar, bij hei
kelderluik.
Maar Trijn was niet voor een kleintje ver
vaard. Poes sprong op den grond, en Trijn
greep het groote slachtersmes, waar anders
vreedzame ha-zen, konijnen, of gevogelte mee
om hals gebracht werden en..,.,, wachtte....
hij het luik.
Ha, daar rijst het luik omtoog. Een groe
zelige, moordbeluste rooverskop steekt er uit.
Vroeger dacht men er niet
aan uit te gaan zonder pa
rasol: ze werd geen dag
thuis gelaten en was gedu
rende het zomerseizoen een
trouwe vriendin. Maar de
moderne, meer sportief aan
gelegde vrouw is juist op de
zon gesteld en ze verwees de
parasol naar de musea. Toch,
nu bepaalde modes-van-het.
verleden weder schijnen te
herleven, schijnt het zonne
scherm althans een gedeel
te van het verloren terrein
te herwinnen.
De moderne parasols zijn
evenals de parapluies klein
van stuk, zelfs zoo klein, dat
ze in een handtasch, als deze
tenminste van behoorlijke
grootte is, kunnen worden
opgeborgen.
Kristallen, of liefst met
dierenkoppen bewerkte stee-
len eneen overtrek van
schotsche of gestreepte taf
fetas of van effen stof met
piqures geven een alleszins
fraai geheel.
Maar omdat het misschien
nog langen tijd zal duren,
voor aleer het zomerzonne
tje doet besluiten tot de aanschaffing van een
parasol, lijkt het nuttiger voorloopig zich bezig
te houden met fantasieën, die reeds terstond in
aanmerking komen. ~Wij doelen dan allereerst
op de kleurige sjaals en dassen, die, vooral
aan de donkere, eenvoudige robes en ensembles
forschheid geven. Rood vooral werkt prachtig
en vooral als deze kleur gecombineerd wordt
met wit, blauw of groen.
Driekleurige effecten worden zelfs gebruikt
op robes van marine blauwe tinten.
ivo: -
Taffetas of crêpe-de-chine leenen zich bui
tengewoon goed voor sjaals en dassen, echter
wordt wol niet minder geapprecieerd, wollen
tricot, waarin de frissche klewren zijn ge
mêleerd, is voor een combinatie baret en das
.zeer gewild.
Ook groote linnen of neteldoeken strikken
behooren dikwijls tot de afwerking van zomer-
japonnen, evenals bloemen van kant, piqué,
fluweel en caoutchouc. Deze laatste echter uit
sluitend bij verblijf aan zee.
Handtasschen worden in de meest uiteenloo-
pende fantasieën Uitgevoerd. Ze moeten passen
bij de robe en daarom behoort zelfs bedrukte
stof tot de materialen, waaruit ze gemaakt zijn.
Natuurlijk ontbreken ook op de garnituren
spikkels met pastilles niet, maar men geeft er
bjj toepassing ervan toch de voorkeur aan ze
zoo te rangschikken, dat ze ver genoeg van
elkander gescheiden zijn.
Strooien hoeden worden slechts versierd met
een eenvoudig lint R.
Trijn zwaait haar mes, slaat toe; het hoofd
valt met één slag van den romp gescheiden;
nummer twee duikt op, pats, weg drie
vier vijf zes Trijn slaat en slaat, he-t
mes druipt van bloed; de laatste slag
roover nummer zeven is gedood. Het luik
slaat dicht, blijft dicht
Trijn, uitgeput zinkt erop neer., bezwijmt..
Zóó vonden haar de bewoners en prezen het
dappere maged".
„Ter eere en dank" voor haren moed en
trouw, kreeg het Buys zeven ko-ppen aan den
gevel.
Of het waar is, echt authentiek waar, of
een zwakke imitatie van het sprookje; „Ali
baba en de veertig roovers?" Wie zal het zeg
gen? Laat ons de romantiek van het verleden,
toen de Amsterdamsehe jofferen nog een kruis
sloegen bij het passeeren van
„het Huys".
Als 't u interesseert zullen wij u een vol
gende maal de roerende en de zeer treffende
geschiedenis vertellen van het „Huys met de
Paardenkoppen".
'n Echte grie-zelgeschledenis. Be-reid er u
op voor. Wan.t Amsterdam is rijk aan derge-
Lljte© verhalen.
CRONICA.
In de voorgaande artikelen werden de voor-
deelen van electriciteit boven gas besproken,
thans dient een bespreking te volgen, hoe de
electrische keuken dient te worden ingericht.
Op de eerste plaats komt dan een bespre
king van het fornuis. Uiterlijk geeft dit niet
veel verschil met een gasfornuis: in plaats
van de kraantjes zijn er schakelaars, terwijl
in plaats van de branders gesloten kookplaten
aangebracht zijn.
Eenigen tijd geleden zijn de afmetingen van
deze kookplaten in Duitschland genormali
seerd, en het is een gelukkig feit te kunnen
constateeren, dat ook in andere landen deze
genormaliseerde uitvoeringen steeds meer en
meer worden overgenomen.
Iedere kookplaat bestaat uit 2 spiralen, over
het geheelé oppervlak verdeeld en met ver
schillende wattopname.. De kleinste spiraal
heeft gewoonlijk een opname van 1/4 tot 1/6
van de totaalopname. Door middel van een
schakelaar kan men dus achtereenvolgens de
kleinste, daarna de grootste en ten slotte de
kleinste met de grootste verwarmingsspiraal
aansluiten.
De gegevens der genormaliseerde kookpla
ten zijn als volgt:
opname klein- opname groot- totaal
Doorsnede. ste spiraal, ste spiraal. opname
145 mm. 200 Watt 600 Watt. 800 Watt
180 mm. 240 Watt 960 Watt 1200 Watt
220 mm. 300 Watt 1500 Watt 1800 Watt
Het is in verband met het steeds meer toe
passen van de genormaliseerde kookplaten van
het grootste belang, alleen die fornuizen te ne
men, die op het gebruik hiervan zijn inge
richt, aangezien daardoor moeilijkheden hij
eventueele storingen uit den weg geruimd
worden.
Immers het zal steeds lastiger worden kook-
t bh
A
Model van een oven-verwarmingslichaam,
waarbij -een absoluut gelijkmatige oven
temperatuur verkregen wordt.
platen van andere afmetingen te verkrijgen.
Ook is hier een ernstige waarschuwing op
haar plaats voor aanschaffing van fornuizen
met vaste kookplaten. Afgezien van de moeilij
ker reiniging van het fornuis, is het toch al
les behalve prettig onnoodigen arbeid te ver
richten bij het uitwisselen van kookplaten.
Inderdaad ontstaan bij de fabricage van uit-
neembare kookplaten hoogere kosten, maar
het zal blijken, dat ook -hier de zuinigheid de
-wijsheid 'bedriegt wanneer men een of ander
defect heeft, en niet dan met bijzondere moei
te een kookplaat kan omwisselen. U zult zien,
dat dergelijke defecten altijd dan voorkomen,
wanneer het 't minst gelegen komt. En wat
is eenvoudiger dan een kookplaat uit te wis
selen alsof het een gloeilamp was?
Onder de kookplaten dient een inrichting
aangebracht te worden, welke eventueel over
kokende massa opvangt.
Hierbij doen zich twee uitvoeringen voor,
n.l. een lekblik en een z.g. vangschaal. Hoe
wel een lekblik de meest gebruikte uitvoering
is, meenen wij toch verreweg voorkeur te moe
ten geven aan een vangschaal. Immers bij een
lekblik heeft men niet alleen de mogelijkheid,
dat meer overkookt dan het lekblik kan bevat
ten, maar van den anderen kant heeft men
bij het uittrekken van een volgeloopen lek
blik altijd het gevaar, dat de massa aan den
achterkant over den rand van het lekblik
heengutst en minder goed bereikbare plaat
sen van het fornuis verontreinigt. Bovendien
bestaat de mogelijkheid van roesten door het
optreden van condensatie-water.
Een vangschaal daarentegen is direct onder
de kookplaten aangebracht en gewoonlijk ge
maakt van geëmailleerd gietijzer. Een derge
lijke constructie Is niet alleen gemakkelijk te
reinigen, maar heeft bovendien ook een groo-
tere capaciteit, terwijl van overgutsen natuur
lijk geen sprake kan zijn. Daarenboven lig
gen de schakelaars onder de vangschaal, het
geen bij een lekblik niet het geval is.
De oven heeft bij een goede uitvoering, ver
warming zoowel boven als onder, ieder voor
zich weer onderverdeeld, net zoo als dit bij
de kookplaten 't geval Is, m. a. w. dat zich geen
z.g. tem pera tuur s pi Its in g kan voordoen. Het
is te begrijpen, dat aan de zijwanden en aan
den voorkant de grootste warmteverliezen
ontstaan, zoodat een ovenverwarming, waar
bij de verwarmingslichamen gelijkmatig over
het grond- zoowel als het bovenvlak verdeeld
liggen, In het midden een hoogere tempera
tuur heeft dan aan de zijkanten.
Onderstaand geven wij een afbeelding van
een verwarmingswijze, waarbij speciaal aan
dit punt de grootste aandacht is geschonken,
en waarbij men kan aannemen, dat overal in
den oven een gelijkmatige temperatuur op
treedt. Ook is het van belang, indien een apar
te schakelaar aanwezig is zoowel voor boven-
als voor onderverhltting, waardoor het ge
makkelijker is de temperatuur te regelen en
eventueele fouten, die zich tijdens de berei
ding der maaltijden hebben voorgedaan, te
herstellen.
Een goede oven Is bovendien „darnpdloht",
zoodat geen damp kan ontwijken en zich in
het inwendige van den haard neerzetten, wat
natuurlijk aan den levensduur van het fornuis
niet ten goede zal komen.
A. F. M. DUBBELMAN.
IV.
1 September 1101. Met veel moeite hebben
we dan toch eindelijk den datum van ons hu
welijk vastgesteld op 1 October.
Eerst hadden we den winter nog af willen
wachten en in Mei trouwen, maar daar wilde
moeder niets van hooren. Med is een ongeluks
maand zegt ze. Volgens het spreekwoord zou
den dan ook „geen andere dan vrouwen van
een kwaad leven in de maand Mei trouwen"
Ik ben nu erg druk doende met mijn uitzet.
Een heeleboel krijg ik nog van moeder mee.
Ze heeft haar heele leven door haar linnen
kast gespaard, zoodat van haar terecht gezegd
mag worden, dat ze is „een huisjuweel, voor
't derde lid, bezorgd". Ze heeft vier linnenkas
ten, een eiken-, een sacredaan-, een kersen- en
een pruimenhouten kast, en verder verschillen
de linnenkoffers, waarvan er een staat in het
comtoirke, een in de groene kamer, oen in de
tapijtenkamer en een in de goudleer en 'kamer.
Er zitten 24 dozijn hemden in, 40 dozijn tafel
lakens en dwalen, en verder weet ik niet, hoe
veel op- en onopgemaakt keurig gestreept Oost-
Indisch, Haarlemsch, Vlaamse!)Ameterdamsch
Alkmaarsch, Friesch en Embdensch linnen,
hagelwit en ragfijn, en dan alle soorten bef
fen, neus- en halsdoeken, lubben en ponsetten.
We zijn nu nog bezig aan saokneusdoeken,
onderhemden en fluwijnen.
17 September. Gisteren zijn de feestelijkhe
den begonnen met het aanteekenen. We had
den van te voren uit onze beste vrienden 2
speeljonkers en 2 speelmeisjes gekozen, die tot
plicht 'hebben de woning te versieren, de fees
ten te regelen en bruidegom en bruid te dienen.
Onder zich hebben z© een bruddsmeid, „die
in zindelijk gewaad, witte boezelaar en ©®n
bloem op de borst, gedurende de brnidsda®eT1
en de bruiloft in de nabijheid der bruid
en op een bruidsstuk kan rekenen". plet®1" en
ik hebben zelf de noodige bestellingen
en op geparfumeerd papier met gouden an"
ten de brieven geschreven, die na de one er-
trouw verzonden moesten worden- Aan mijn
rechterduim prijkt nu een 6e®
„hoep- of duimring", en Pieter h 11 een
ring aan zijn linkervinger gestoken.
„De vingerling van gouwd,
die ghy hebt ghezonden,
Vermaendt mij alle daeghs
hoe dat i©k ben verbonden."
Van mijn schoonvader heb ik (dit hoort zoo)
een zilveren bras of tuigje gekregen, bestaan
de uit een riem v0n le'cter en een zilveren
haak met verscheidene afhangende kettingen,
waar een schaar, e0n klein mes jn een 5stikte
schede, een naaldenkoker, e©n speldenkussen,
in zilver gevat, een hal met reukwerk en een
spiegeltje in rilveren Hjst in zijn aangehecht.
Pieter zag ©r beeldig uit, in zijn blauwe rok,
lila vest, Sele broek en grauw zijden kousen.
We gingen samen naar het raadhuis, en wer
den na afloop in de woning van Pieter opge
wacht, waar ik aan zijn familie werd voorge
steld- Onder een regen van bloemen, maagden-
pajlmen en loveren werden we vervolgens naar
de staatsiekamer geleid. Daar kreeg Pieter
zijn pronkpijp en wenden'alsmaar bruidstranen
geschonken.
Onderhand reed de koets naar alle mogelijke
kennissen, om fleschjes bruidstranen en sui
kerwerk af te geven. Daarbij moet je vreese-
lijk oppassen, dat niemand vergeten wordt,
want dan word je een „g°re bruid" genoemd,
's Avonds hadden we een zeer plechtigen maal
tijd, waaronder vader ,.D© TroUwringh" van
Cats voorlas.
27 September. Nu ben ik toch werkelijk
doodmoelederen dag festiviteiten, maaltij
den, spelevaarten, en op staatsie zitten. Dit
laatste gaat aldus In een van onze grootste
kamers, die geheel groen gemaakt is, staan
twee zetels, onder ©en kroon, van palm, bloe
men en vlaggetjes, waartussehen in twee door
boorde harten.
Achter die zetels is een beschilderd bruidsla-
ken gespannen. Langs de muren staan de stoe
len voor de bezoekers, en midden in de zaal
een tafel, vol rijk versierde en nog rijker ge
vulde schalen.
Ik zelf ben, als ik op staatsie zit, gehuld in
mijn bruidstabberd (niet in mijn trouwjapon)
en m'n haren worden iederen dag met welrie
kende oliën gebalsemd. Om nog eens te kun
nen verwisselen heeft moeder me twee bruids
jurken gegeven, een van goudlaken en een van
violet fluweel. De eerste is rijk geborduurd, en
de tweede is van boven tot onder met alengon-
kant bezet. Verder schitter ik van de juweelen.
Pieter heeft bij die gelegenheid een roodflu-
weelen wambuis aan, vol diamanten knoopjes,
een rood-fluweelen broek met rozen van. groen,
wit en blauw lint en goud passement aan de
naden. Er komt ontzaggelijk veel bezoek.
In de kerk zijn we vorige week afgeroepen,
„Van de preekstoel vallen" heet dat We zijn
expres gaan luisteren. Een heeleboel menschen
durven dat niet. Een oude tante van me, een
zekere juffrouw Van Beveren, schreef eens aan
moeder „lek gae nyet ter keroke, 't en is nyet
passelyck dat lek en myn lyf (lief) van de
preekstoel en gae." Maar Cats berispt
„Hoewel men uwen naam hoort klaer en open
[lesen,
Dat kan u, lieve maagd, geen smaed en hinder
[weeen.
De schrick in dat geval is enckel onverstand,
Nadien het gantscbe werk is buiten alle
[schand."
15 October. Nu ik, getrouwd en wel, in mijn
eigen huishouden ben geïnstalleerd, zal ik al
les van de bruiloft nog eens aan mijn dagboek
toevertrouwen.
Op den trouwoohtend, 1 October, werd ik
's morgens al in alle vroegte voor een groote,
staande 6Pie®el gezet en door de bruidsmeid
gefriseerd en gepalleerd. Over de stoelen la
gen mün kostbare kleedingstukken.
Toen mijn haar mooi opgemaakt, en ik zelf
geheel volgens de regels der kunst geblanket
was, werden mij eeirst gele kousen aangedaan
en Hu woelen schoentjes. Toen werd ik gehuld
in mijn wit fluweelen trouwjapon. Dit is een
beeld. Geheel omboord met zilveren kant, is
d® japon zelf nog eens Van 250 schitterende
knoopen en pareltjes voorzien. Het voorstuk
is rijk geborduurd, maar wordt toch voor een
deel bedekt door de naar voren afhangende
kraag, die heelemaa/1 uit fijne plooitjes be
staat en waarin 70 el Brusselsche kant is ver
werkt. Toen ik eindelijk zoover klaar was,
werd de bruidssluier met een gouden speld
vastgehecht, m'n handien werden, gewrongen
in geparfumeerde, met franje omzette hand
schoenen en een kunstig beschilderde waaier
werd me in de hand gegeven.
Onderwijl werd plet61" het huis zijner
bloedverwanten door een „laokey" aangekleed.
Met veertien koetsen reden We toen ten
slotte naar de kerk. In de eerste twee staatsie
koetsen, met zes paarden hespannen, zaten Pie
ter en ik. znet mijn va dep en zijn moeder.
Daarachter kwamen de speel- en familie-
koetsen-
Terwijl het huwelijk in de keadc voltrokken
werd, was iin. <ie etaatsidkam er een collation,
gereed gemaakt, bestaande uit 6U'!kergebak,
marsepein, gesuikerde amandel®11' kapittelstok
ken, bruidstranen en andere zoete dranken. In
een naburig vertrek werden toebereidselen ge
maakt voor de bruüoftsdiseb- Die zag er keu
rig Uit. Over een langwerP'®e 'hiel was een.
dunne doek, een zoogenaamd donderwolk ge
spannen. De aardigheid hiervan is, dat deze
op een gegeven teeken waardoor met
een vreeslijk geraas alteriei. dingen over de
gasten worden uitgest®rt" "Ju en ^iker-
werk, parfum en zlrt«ren boeWeS met huwe
lijkszangen.
Aan het 'boveneind- OIfIe'r kro°n, voor de
rijkversierde spiegel- ®h en le 61 en ik. Veo^
der zat ieder naar ord® van Maagschap, rang
en ouderdom. Wij wel en bruidegom en
bruid, den heelen tijd door de strooijonkers en
joffers bediend.
Het menu was, ik kan niet anders zeggen
dan overdadig-
Volgens onze keur (de Overheid heeft „keu
ren" gemaakt te Veel overdaad tegen te
gaan) mocht onS meuu maar bestaan uit een
voor- en een nagerecht Wij hebben er ons
stipt aan gehouden, met dien verstande, dat
het voorgerecht uit 100 schotels bestond
Onder het tweede gerecht, vóór de eigenlijks
bruiloftspret, werden de bruiloftsverzen voor
gedragen, Daarna werden zilveren penningen
uitgedeeld, voorstellende een minnaar die zijn,
minnares een brandend hart aanbiedt, met de
woorden: „Mijn lief ontvangt mijn brandend
hert, dat u op trou gegeven wert".
Daarna werd het een echte dolle boel. En
het duurde heel lang, voor we ongemerkt de
bruiloftszaal konden verlaten.