E i NAAK DE KONINGIN DEK ADKIATISCHE ZEE. EIGEN WEEK. - SCHULD! ALLERLEI. ZATERDAG 2 JULI 1932 OP 29 JUNI. Van St. Paulas. D© drie fonteinen. Vlammende vleugels. Milaaii Paduta. Venetië, i. *ÏET KONINKRIJK NAPELS. WAAR KOMT HET MEUK* WATER VANDAAN. HOE KOMEN WO AAN ONZE ZAKDOEKEN liilpi Basiliek van 'den H. 'Antonius, Padua, DE VUURTOREN VAN DB TYRRHEENSCHE ZEE. w LETTERRAADSEL. X L Oplossing vorig letterraadsel. Oplossing van den vorigeri relïMS. j 'N KUNSTJE MET DOMINO* STEENEN. NIEUWE SERIÊ. >,Ik niet"» HULP! HXJLPl' De oplossing* i;s:ill1TB5ii Eigenlijk moest' St. Paulus de eer toekomen, den eenvoudigen visscher, die om zijn eenvoud een grafkerk kreeg, waartegen het zéér heilige graf te Jerusalem zelfs schamel afsteekt en waarvóór een keizerlijk doodenhuis, St. Adrianus' mausoleum en een gedenknaald van een Egyptischen pharao als wachters staan. Het was déze eenvoud, die hem deed ver zoeken met het hoofd naar beneden gekruisigd te worden, daar hij zich onwaardig achtte op volkomen dezelfde wijze te sterven als de Meester, dien hij tot driemaal toe verloochend had. Maar wij zijn zóó gewoon de heide apostel' vorsten in één adem te noemen, dat wij nauwe lijks den één vergeten, wanneer wij over den ander een kort woord willen schrijven. Sint Paulus en Sint Petrus, hun tekort- omingen worden in de H. Schrift zonder schroom geschilderd. Van Sint Pieter de ver- oochening. Van Sint Paulus de vervolging der eerste Christenen, die hij dwong te laste ren tegen den Meester. Met geweld vorderde hij van hen, dat zij het kruis zouden vertrap pen, dat zij den Naam boven alle namen zou den bespuwen, dat zij dezen Naam zouden vloeken in eeuwigheid. „Door hl de synagogen heen heb ik hen menigmaal gestraft en ge dwongen te lasteren" getuigt de Apostel Voor den rechterstoel van koning Agrippa. En uan zijn vriend Timótheiis schrijft hij: „Mij Is barmhartigheid bewezen omdat ik het on wetend gedaan heb". Op deze beide Apostelen hu heeft Jesus Zijn Kerk willen grondvesten, om Haar te leeren dat zij altijd mededoogen en zachtheid zou bewijzen aan gevallen zon daren. Wij weten uit het reisverhaal der eerste bisschoppen, hoe deze Saulus op den weg naar Damascus werd bekeerd tot Paulus. Saulus was een zendeling in het rijk van de schaduw; paulus werd een missionaris in het rijk des lichts. Hij heeft zich géén rust gegund hij het verbreiden van de Goéde Boodschap. Jesus heeft zich van hem bediend tot aan de grenzen der toenmaals bekende aarde en is Zelf van Zijn paarlen troon gestegen om hem te onder richten. Hij heeft zijn hart zóó boordevol ge- zet met genade, vertroosting en vergiffenis dat hij anderen ruimschoots in deze schatten hon doen deelen; zijn verstand zóó gescherpt, dat er bijna géén geest was, die aan de kracht van Sint Paulus' woord kon weerstaan, zoodat een zelfgenoegzame heiden als koning Agrippa zich „bijna" Christen noemde; hem zóó wel sprekend gemaakt, dat hij zijn hoorders als gevangenen meesleepte. Dit alles, om het hoovaardige verstand der heidenscbe wijsgee- ren te verdeemoedigen, hun harten te winnen, hun waan teniet te doen en de machten der Wereld te doen buigen onder het zachte juk van het kruis. Over leven en dood sprak deze Paulus met macht, wonderwerken volgden hem op den voet, zoodat de menigte dacht, dat de goden van den hemel waren neergedaald over de aarde. Alles wat hij heeft geschreven, alles wat, hij' heeft gesproken, alles wat hij heeft gedaan, alles wat, hij heeft geleden- dwingt en.Z<h ^wondering af. Geleden ook, ja, slagen, boeien en gevangenissen en kerkers, den ^ar|eldood met het zwaard als Romein s m 111611 hem niet kruisigen maar mis- cnlen het mééste nog hierom, wijl velen zei- ^en' dat hij Jesus toch nooit gekend had en daarom minder te beteekenen had dan zijn mede-bisschoppen. Wat een genade in dezen man Zeker, maar zeg liever: wat heeft deze apostel met de genade méé gewerkt 1 Door zijn deemoed: „Want ik, ik ben de minste onder de Apostelen en niet waardig een Apostel ge noemd te worden"; door zijn boetvaardigheid: „Maar ik tuchtig mijn lijf en schik het' tot n erworpenheid, opdat Ik niet verloren ga"; - is T ,'nilllacllting voor de wereld: „de ver mij gekruisigd en ik voor de wereld. iWanneer ik n wit voetje bij de menschen zou Willen halen, ik zou gééa dienaar des Heeren kunnen zijn door zija liefde jegens heide nen en Joden, die hem met karwatsen geesel- den: „van de Joden heb ik driemaal de veertig tal n-één (slokslagen) ontvangen". Sint Paulus, de vreedzame, de buigzame, de "ankmoedigo. was heelemaal geen man, die w.ch Mies liet welgevallen 1 Om den drommel 'biet. Wanneer men hem onrecht aandeed, vor- feTds hij zijn recht op. Van Festus, den rech- £er' eischte hij naar den keizer te Rome ge- lacht te worden. Den opperpriester die tegen alle recht een ®eldaat gelastte hem een slag op den mond te Seven, voegde hij toe: „God zal u slaan, ge- Witte wand!", omdat deze mensch slechts een ST?*0"* was; van buiten braaf, «wart. Een anderen tegenstander- De geio^T aan den satan over tot tfln straf, door zy 2lcj®11, hebben ook een fierheid, waar de Rome da5l6t In een hoekje laten dringen gedood met het*61'4 dezo z^ér groote Apos jhoe nog driemaal*^1''1- De legende verhaalt, opsprong en „J^,^ vol van Christus, een nieuwe bron d p'1,11 telkens ontsprong [warme, ter plaatse wLr°U<ie' de koele de drie bronnen lar *u „tre fontane Wezen nabij de kapei worden aange- fichaam van den Heilige onthoofding. Het hSint Paulus bulten de muren.» 1® k6Tk Tf® het hoogaltaar. De marmeren et* Opschrift! „Paulo-Apostolo MartyJj.^ AoostPi.martelaar Paulus"). Qn y" door „Observer". Steeds zwaarder dreunden de motoren van het watervliegtuig. Snel trok de kolos weg uit de haven, een streep lichtend schuim achter latend, scheerde ove-r het water.... een rukje... los Rap vergleed de lichtende havenstad. Nu vooruit, over den donkeren Oceaaan. Hoog koepelde de tropische sterrenhemel over de drie menschen, afgescheiden van de andere levenden, duizelingwekkend hoog, hun leven toevertrouwend aan de razende motoren. Een lichtglans, diep-beneden, duidde op een passeerenden mail-steamer. 'n Korte radiogroet: „De Do. 26 op nacht-manoeuvre". „Sembah Agoeng, Good bye Verder suisden ze weer. De piloot had zijn vlïeg-cap afgedaan zijn blonde haar wapperde in den schroefwind. De waarnemer peilde hun positie, 't Werd tijd om terug te gaan. In een groeten boog zouden ze weer op de haven aanvliegen. Zoeklichten streepten al aan den horizon. Zwaar dreunden de motoren, lichtende steden gleden onder de machine voorbij, als parels in den geheiimzinn'ig-schemerenden tropennacht. Weer rimpelt vreedzaam de Oceaan in de verre diepte. Twee stralende groene lichten f eindelijk weer de haven In spiralende vlucht schiet de machine op de zee aan, die met duizeling wekkende snelheid nader komt. Nu komt 't critieke momenthet hoogte-roer moet omlaag dan zullen ze juist over het water stuiven Vooruit, toe danWaarom blijven ze vallen Een angstkreet ontsnapt den jongen waarna mer. Waarom die vreemde duizeling Plots een vreeselijke schok. Even zijn de drie vliegers verdoofd, dan stijgt de machine weer. Wat is er an toch De motoren werken nog, alles is n orde, er kè.n niets zijn Een korte plof onder e macihine, een geloei van vlammen, een ver- zengende hitte, die den adem afsnijdt, schroeien de vlammen laaien hoog op, enkele gillende kretenSissend zinkt de brandende vogel in den oceaan. Sirenes loeien, motorbooten stuiven aan, ver warde uitroepen, van verschrikte menschen. Een geblakerde vleugel stee/kt nog lboven water. Half leesbaar de letters: Do. 26...... Een stervende drijft tusschen de wrakstukken wordt door een motorboot In suizende vaart naar de stad vervoerd. De andere booten kruisen heen en weer, zoe kend naar de twee kameraden van den zwaar- SeOp"den zwoelen landwind drijft vanuit de stad weemoedige muziek aan van een inland- sche „Band". Laatste groei Hoog koe pelt de diepblauwe tropenhemel over den rimpelenden Oceaan Wij hebben dte Alpen verlaten, hum be sneeuwde toppen, blank als de sterrebloemen van het Edelweisz, die aanvoelen als vilt. het Den Apostel-martelaar ramus j, 0p - -- J«est zijner bekeering, leest een ge6Bte^™ad' V Mis aan het pauselijk altaar. £k° l^erTijkt met een woud van grani6tQn*^ is Jeder uit één stuk, van het jafkomstig. De portretten van schier Bll„ Pausen. 2ijn hier aangebracht. AlIea die een schuld jegens God go^ te paken hebben, bezoeken bij voorkeur dMie ^verachoone kerk, om door Sint Paulus' voor. ^aak datgene te verkrijgen, wat hij zélf in ^°oge mate heeft verworven, „O Rome, zaal'ge stad, Dat meerder schoons bevat Dan t overig heelal te zamem, Sinds u twee vorsten heil'gen kwamen En verwen met den purp'ren vloed .Van hun zoo kostbaar roemrijk bloed ^>ld vroeger als 'n paradijs, dat door duivels ^rd bewoond! Nu Napels een stad van 'het hinkrljk Italië geworden is, schijnt daarin dtntt. 5 ten Koedö gekomen te zijm, maar 6n lev«n denken die van Peis toch altijd nog anders dan het meeren- 61 hunner landgenootemij Het is niet prettig om schuld te hebben, maar het blijft toch meestal mogelijk die schuld af te lossen. Sommigen hebben de nare gewoonte dat te vergeten ze hebben 'n boek geleend, staan dus bij 'n kameraad „in de schuld" en brengen het niet terug. Op dié manier zijn al heel wat boeken van- eigenaar verwisseld Maar om ergens schuld één te hebben, dat is niet zoo eenvoudig op te lossen. Niet zoo eenvoudig als 'n ziekte, als armoede, als gebrek, die altijd nog kunnen over gaan. Schuld ergens aan hebben gaat nooit over 1 Zij leeft al-tijd voortgeen verloop van Jaren kan haar delgen. De rechtbank kent nog een verjaring na zes, na twaalf jaar, maar de schuld, ook al zóu zij uitgeboet zijn, verjaart nooit. En hoe weet de schuldige, dat zijn heel-e vergrijp werkelijk ge heel is uitgeboet -n Ongeluk, n ramp, kan zonder iemand'3 toedoen ontstaanzij ont-eeren een mensch niet. Schuld onteert,, bevlekt den mensch. Zij vreet aan zijn geestelijk en zedelijk leven, zij drukt hem neer, berooft hem van z'n veerkracht, werpt een schaduw over zijn zonnigste uren. Allerlei ellende kan een aansporing zijn de tan den op elkaar te klemmen en zich door de moeilijkheden heen te slaan dan komen er kraohten in ons los, die ons fier maken en kloek en zelfbewust. Strijd tegen eigen verkeer de neigingen, strijd met hindernisen van huiten af, staalt geest en hart. Maar schuld ligt als 'n blok lood op het geweten het geheugen bewaart haar trouwdes avonds Is het, of schuld als 'n beest voor ons bed ligt. Wij moeten waken -tegen schuld. De Duitsche dichter Schiller heeft gezegd „Der Uebel gröeztes 1st die Schuld" schuld ls het groot ste van alle kwaad. En Seneca, de wijsgeer, schrijft in een van zijn brieven„Er bestaat geen groot-ere straf voor de slechte daad dan deze, dat zij geen behagen heeft ln zichzelf en ook haar slaven niet voldoet. Ju ven alls verhaalt van de anadbt en de straf, die het slechte geweten meebrengt, dit„Prima 6st haec ultio, quod se lnddce nemo srocens absolvitur" „dat Is de grootste, wrekende straf, dat géén schuldige voor den rechterstoel van zija eigen geweten wondt vrijgesproken". Hoeden -wij ons voor schuld 1. D0 "'Parfums'' heeft gestaan .„oV/vml ®oude Egyptenaren waren er achter g n, dat in sommige planten een geur echoon zij wisten vast te leggen. Die planten waren saffraan, aloë en myrrhe, en zij werden door middel van warme olie gedwon- gen ihaar parfum af ite staan. Deze geuren vonden haar weg naar balsems en zalven en pommaden en de Jerusalemsche dames droegen een ilescbje, met zulk reuk werk gevuld, aan «en gouden ketting om den hals. De oude Grieken moesten van deze geurtjes niets hebben, maar de Romeinen waren er dol *2®- Naar den zin ran den soldaten-keizer Taasar zelfs -té dol, want hij bedreigde met ge- uehte straffen degenen, die zich aan deze „on- uSd" overgaven. Véél hielp het niet, want ™L a menschen zich tersluiks aan de fZT goed en in den tijd van Nero was rSrrt,U®«. kleeren, papier, dekens, de Z TotZT n keizerlijke feestzaal was zelfs douche van*11 het plaïond gemaakt, die 'n strooide. Partl1™3 owr de genoodigden - D^nmaansohe voorouders wisten ran dit aU.es in hun hutten en wouden geen sikke pit. Eerst de kruisridders brachten het geu rige goedje uit het Oosten wiee als cadeautje voor hun vrouw en enkele eeuwen later begon oók Europa parfum te maken. De eerste „eau de Cologne" fabriek te „Cologne" (Keulen) werd opgericht in 1709. Tegenwoordig wij in onze stukjes zeep het parfum moeilijk willen missen. De Fransche parfum-fabrikant is Coty, die aan zijn fleschjes en flaconnetjes een ver mogen heeft fvwdien4Ji ,yEdeliveisz". Met daverend geweld, tunnel na tunnel door borend, heeft de sneltrein ons gebracht in een andere wereld, vlak, wijd, uitgestrekt, waar de maïs in dikke kolven groeit en de lupine twee meter hoog sitaat. Wij rijden door de Po- vlakte in Noord-Italië. Duizenden jaren geleden golfde hier de Adria- tis-ohe Zee, met de Alpen en de Apennijnen als haar oevers. De Po en zijn talrijke zijrivieren hebben langzamerhand dit water volgestort met het puin, dat zij meevoerden van de Alpen, met rotsblokken, die verteerden en zich omzet ten in de vruchtbare aarde, welke thans door drie landschappen, Venetië, Lombardije en Pie- mont wordt verdeeld. 670 K.M. is de Po lang en om altes, wat hij voor Noord-Italië gedaan heeft, noemt men hem wel een tweeden Nijl. De koepel van den Dom, te Milaan En nog steeds vormen de rivieren nieuw lanid. Het stadje Adrla, dat zijn naam schonk aan de Adriatische Zee, ligt thans 30 K.M. van de kust af; Rimini, waar eens St. Anto- nius preekte voor de visschen en Ravenna, in de Middeleeuwen havenplaatsen van rang, lig gen -thans door breede etrooken land van het zilte nat gescheiden 1 Milaan. De Italianen zeggen: Milhno. Hoofd stad van de Povlakte en vroeger van het rijk der Longobarden. Nu wij zóó ver ons eigen land achter ons hebben, verstaan wij iets van do uitgestrektheid van Charlemagne's gebied, waartoe eens dit Lombardijs behoorde. Breed en ruim zijn er de straten, zooals dat bij een gewichtige koopstad past; de stad heeft niets weg van de meeste andere Italdaansche steden en dorpen met smalle straatjes en oude houw- kerken. Onze eerste gang is naar den Dom, het achtste wereldwonder ieder land gaat op een dergelijk bezit groot! geheel uit wit marmer opgetrokken. Al het andere, wat Mi laan te zien geeft, zinkt bij deize kerk Jn het niet. Alleen de Sint Pieterskerk en de cathe- draal van Cóndova zijn grooter; de Dom van Keulen drie duizend vierkante meter kleiner. Het Godshuis, dat zijn gelijke op de heele we reld niet heeft, kan veertig duizend menschen bevatten. Tweehonderd architecten hebben er hun krachten aan besteed; in 1522 werd de koepel, bekroond door het beeld der Heilige Maagd, en berekend door Leonardo da Vinei, voltooid. Tweeduizend heiligenbeelden staan hier op de slanke torentjes, en het geheel werd gebouwd ter eere van Jesus' Moeder en der Heilige Thecla, de maagd-martelares, voor wie de mull van de leeuwen zich sloot Door kleu rige vensters straalt het licht in bundels naar binnen als een boodschap uit 'n hoogiere we reld; de kaarsen, op metershooge kandelaars, bloeien ln geheimzinnige niseen; het gerucht van het drukke Domplein, dat binnendringt door de deuren, vermag de plechtige stilte nau welijks te storen. Beneden, in zijn crypte, rust de geheele reliquie van „San Carlo", Sint Ca- rolus Borromeüs, eens kardinaal-aartsbisschop der stad (f 1584). De zilveren kist is rijk met juweeien versierd; "n priester opent haar en de Heilige ligt in vol-bisschoppelijk ornaat voor ons. Wij denken aan den onvermoeiden Apostel, die geen opoffering schroomde om zijn aartsbisdom met scholen, seminaries en een innig geloofsleven te verrijken, aan zijn zelf verloochenende liefde., waarmede hij in hef jaar 1576 de arme pestzieken verpleegde. Pas 46 jaar oud overleed San Carlo, maar hij zal eeuwenoud worden door den roem zijner daden en de hartelijke zielzorg voor de geloovigen van zijn diocees. Wij verlaten den Dom om ons naar het wijd- beroemde schilderstuk van Leonardo da Vinei (f 1519) te begeven, het werk van een schil- der-beeldhouwer-architect-natuurkundige-inge- nieur-schrijver en musicusvan naam! Zóó veelzijdig waren de Italiaansche kunstenaars van vroeger Michel Angelo was immers óók schild-er-beeldhouwer-architect en dichter! Het kunstwerk is genaamd „II Cenhcolo", „Het Laatste Avondmaal" en door den meester ge schilderd op den wand van den refter der Do minicaner-broeders van het klooster „Santa Ma ria delle Grazie".waar het zijn langzamen dood sterft door den niets ontzi-enden tand des tijds. Er ligt over dit werk iets heel droevigs. Door de ramen stroomt de weemoed van den vallen den avond naar binnen en treurt als 'n klacht over Jesus en de Apostelen. Juist is het woord: „Eén uwer zal Mij verraden" gesproken. Het gelaat van den Hoogepriester is in verschrik kelijk verwijt van Judas afgewend; de rechter hand ligt opgetrokken naar de zijde van den verrader, de l-inker, vermoeid, is geopend. De Apostelen spreken bewogen onder elkaar en stellen den Meester vragen, waarop geen ant woord komt. Alleen de Heilige Joannes, de vriend des Heeren, die Hem zooveel beter kent, zwijgt en nijgt het hoofd in weemoedige berus ting. Het schilderstuk maakt een onverge- telijken indruk en men kan het slechts betreu ren, dat er een tijdstip zal komen, waarop het beroemdste werk van da Vinei alleen nog maar zal zijn een ietwat groezelige vlek. Enkele leden van ons gezelschap vonden nog gelegenheid 'n reds te maken naar Pavia, per spoor 'n drie kwartier van Milaan verwijderd. Daar ligt het Karthuizerklooster, de „Certósa" «n géén klooster in heel Italië is zóó prachtig «u zóó rijk versierd als diit. Onze vrienden wa ren opgetogen over al de fraaie kunstwerken, die zij er bewonderd hadden, maar hoeveel levendiger en schooner zou alles uitkamen, wanneer de Karthuizers hun cellen weer konden betrekken! Nu ligt alles verlaten en in de groote kruisgang met haar 120 bogen op mar meren zuilen klinken niet meer de bedaarde voetstappen van de naar de kloosterkerk schrij dende monniken! V-an Milaan bracht de trein ons naar Padua, „Phdöva" op z'n ItaJllaansch. Het was erg warm, maar aan de verschillende perrons kon men voor 'n paar centen al 'n portie „gelhtl", ijs, bekomen. Wie Padua zegt, zegt Sint Anto- nius, eigenlijk.'n Portugees, die hier zijn beide laatste levensjaren doorbracht en stierf (1231). De menschen hier spreken kortheids halve van „il Santo", den Heilige! De kapel, aan den grooten wonderdoener gewijd, bevat, onder het altaar, zijn reliquie. Overal treffen votiefstukken hef oog, hier gesticht door men schen, wier gebeden verhooring mochten vin den. De arme zoon van den grooten Francis- eus zal wel nauwelijks gedacht hebben, dat zijn graftombe schooner en grootscher zou ver rijzen dan die van menig wereldlijk vorst! De schatkamers bevatten, achter koperen, ïïooge deuren, allerlei herinneringen uit het leven van ■dezen geliefden heilige; de tong, zoo groot als het bovenlid van 'n pink, niet vergaan, en om geven door een praebtigen monstrans; de be ker is er, die op de steenen niet stuk sloeg, toen de wonderdoener hem uit een raaim smeet om een ongeloovige te overtuigen van de waar heid zijner woorden. Wij laten een kaars opsteken tusschen de talrijke andere lichtjes, die voor den sarco- phaag van Sint Antonius branden en leggen met de andere pelgrims onze beden aan zijn voeten neer. Onderdeel van den Dom te Milaan. Het beeft lang geduurd;, vóór de zakdoek onder „fijme" dames en Iheeren werd geduid 1 Geruimen tijd wilde men er niets van weten en toooeeteipelers, die het handige voorwerp op de planken gebruikten, vielen aanstonds in on- Jnffrouw Dudhémols der „Fransche Coimédie" was de eerste, die den moed had tijdens een tooneelstuk met 'n zakdoek op de proppen te komen, maar zij durfde het dingske niet bij z'n waren naam te noemen. Ze sprak van „het teedere weefsel 1Eenige jaren -later had iemand géén vrouw natuurlijk 1 Vél den moed dien naam uit te spreken, de tooneel- speder, De Viigne, in een stuk van ShaJkesipaere (Othello). Maar dat viel hem niet mee, want er werd hevig afgekeurd en geprotesteerd 1 „Napoleon's éérste gemalin, de keizerin José- phime, stoorde zich niet aan al deze malligheid Daartoe had zij reden genoeg, want zij had erge slechte en aangetaste tanden en dat stond niks leuk bij lachen Of zoo. Daarom bediende de vorstin zich héél slim van een prachtig ■kanten zakdoekje, dat zij steeds voor haar mond hield in gezelschap 1 Voor de hofdames -zat er niets anders op dan dit verheven voor beeld te volgen, zooals de Duitsche officieren en generaals met een wandelstokje lieipen naar het vooirfbeeld van hun keizer, Wilhelm II, die 'n tekorten linkerarm heeft. Op deze wijze nu is de zakdoek in de mode gekomen. KouB'em bestaan óók nog niet zoo lang. Paar eeuwen terug waren er op de duizend menschen geen tien, die 'n stel kousen bezaten De EngalBcihe geestelijke, William Lee, te .Camhrtdge), vond 'n machine uif om deze beerwmeufbcilen te maken. Hij mocht zelfs 'n paar breien voor zijn koning, Jacobus I. De menschen waren op deze nieuwigheid niet bijster gesteld. Lee had meer epot dan centen in ontvangst te nemen. Te Parijs ging 'het hem al niet veel beter en de goeie man is in de bitterste armoede gestorven. Zijn machine IM-eek twe© eeuwen 'n nuttige uitvin ding; daarna werd zij door nieuwere machines verdrongen. DE EERSTE PARAPLUIE werd in 1731 naar Europa overgebracht door den Engelschman James Harvey, die dit nut tige voorwerp ia China had leeren kennen ge durende zijn verblijf in dat land. DE ADELSBERGER GROT ln de nabijheid van Triest gelegen, wordt thans, als Italiaansch bezit, genoemd: „Grotte di Pos- tumia Het Is er een gewemel van onderaard sche gangen, waarin het afdruipend water al lerlei pilaren en zuilen -heeft gevormd. Die van de „zoldering" afhangen noemt men: „stalak- titen" en die uit den bodem naar omhoog stre ven; ,,'Stalagmiten"; deze door het kalkhoudend water ontstane zullen vereenigen zich soms met eikaar en „groeien" dan alléén nog maar in de breedte. 'De grot bezit een „domkerk" van dertig meter hoogte en veertig meter lengte, terwijl de „balzaal" met gemak tienduizend menschen 'n plaats verschaft! Men weet thans den weg door gangen ter lengte van 25 km.! Er Is elec- trische -verlichting aangebracht. DE ZEE ROND CAPRI het btj Napels gelegen eiland, Ie zóó kristal helder, dat men uit de boot de zee-egels, zee sterren, de bonte zeerozen, mossels en kreeften op het zand meent te kunnen grijpen. Het water zelf neemt allerlei tinten aan, groen, blauw, violet en kleuren, die op geen schilderspalet voorkomen. De „blauwe Grot" is onvergetelijk mooi; het daglicht beTeikt slechts indirect door het water de holte, die 50 m, lang, 30 m. breed eu 15 m. diep is. GASTVRIJHEID V té verleenen wordt aanbevolen door de „Leer der Apostelen", een geschrift uit de eerste eeuw. Hoofdstuk XII vermaant de Christenen als volgt: „Ieder, die tot u komt in den Naam des Heeren, moge een gastvrij onthaal vinden. Wanneer hö voor een poosje bij u toeft, on dersteunt hem, zooveel ge kunt; dit verblijf moest echter niet langer duren dan 'n dag of twee, drie. Wil hij daarentegen stééds bij u blijven en verstaat hij zijn ambacht, laat hem dan werken en eten, beoefent hij nochtans géén handwerk, let er dan op, dat ge géén luien Christen als gast houdt 1" "i is de ©fcromboli-vulkaan, die nog géén duizend meter hoog ls. 'n Kijkje in zijn krater moet in drukwekkender en angstiger zijn dan bij den Vesivius, omdat men de gloeiende lava ziet pruttelen en de stukken omhoog ziet vliegen. De weerschijn van dit onderaardsche vuur is des nachts zóó duidelijk zichtbaar, dat de vis- echers er op varen als op -het licht van 'n vuur toren!. KENT GIJ HET LAND waar de citroenen bloeien „Italië!" Accoord, van Puttenl Ten tijde van den grooten schrij ver Plinius, die bij de uitbarsting van den Ve suvius (omstreeks het jaar 80) om het leven, kwam, kende men deze vruohtem in Italië al leen nog maar als „Assyrisehe appels", die ge bruikt weiden als sierplanten in de huizen der Romeinsohe burgers. Zij kwamen toen nog niet in de keuken voor, zoodat 'n kostelijk sap de zen menschen tot in de -tweede eeuw na Chris tus ohbekend bleef. Het geheel stelt voor het beroemdste schip onzer Nederlandsche marine. X X i X X X i X X X k X X X X X X „zie' 1. 2. 3. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 1. 2. 3. 4. 5. 7. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. Afkorting voor of „Zuid" Uitgestrektheid zoutwater, die al de dee len der aarde bespoelt. Latijnsch begin van het „Wees-gegroet". Slijmige visch, tot de familie der kar pers behoor-ende. Fijne, witachtige draad verspreid door ons lichaam, en die met de hersenen in verbinding staat. Toestel om wijn uit druiven te drukken. Kreet, bekendmaking. Sleepnet, dat langs den grond wordt ge trokken om visch te vangen. IJzeren boutjes om spijkers aan te drij ven, of gaten in plaatijzer te slaan. Vel, boombast, schors. Eikenbast, eikenschors, run. Chocolade in poedervorm. De een halven toon verhoogde noot c. Bezie; noot, welke ©en halve toon lager is dan b. Voor „Noorden". „Kardinaal Lauri", afgezant van onzen H. Vader naar het Eucharistisch Congres, in Du blin. 1. K, voor kalium; 2. bas; 3. dra; 4. raden;] 5. kriek; 6. branden; 7. re-traiten; 8. rekban- 'teP.' 9. geklop; 10. balie; 11. graat; 12. pul;j 13. Urk; 14. I, voor: imperator. Het is eene waarheid, niét genoeg te behar tigen, -dat, naarmate wij gestrenger zijn voor ons zeiven, wij toegevender zijn voor anderen. Welke steenen zijn het, indien de oogen, on verschillig aan welke zijde bijeengeteld, steeds tot som 18 geven? Denk er aan, dat de steenen moeten slui ten, dus b.v. 6 aan 6, 4 aan 4 enz, Oplossingen volgenden keer. IV. Wat voert deze wildebras hier uit 1 'n Streek* die gééni navolging verdient Ji Er komt nu nog één pS aatje !n deze sieriet waajnna ük ide omscihrJjvingeu towaoht aan mijn adhes. Er wordt kt 0jn (boek veaüoot en wedMcht nog ttnééir„..„ tDoe je beet due t Het Btiippeffijntje duidt dehweg eau, ffiéfl J odöoue heeft ingeslagen om oa/n de woeda van de kamniiballen te ontkomen. Hij (beloof# zijtn kotenem thefpem dit bartboapadhe iif-'-W (voortaan te mijden, en dankt ben iranHtKM Uvwe (huflpk

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 7