E
i
NAAK DE KONINGIN DEK
ADKIATISCHE ZEE.
EIGEN WEEK. -
SCHULD!
ALLERLEI.
ZATERDAG 2 JULI 1932
OP 29 JUNI.
Van St. Paulas. D© drie
fonteinen.
Vlammende vleugels.
Milaaii Paduta. Venetië,
i.
*ÏET KONINKRIJK NAPELS.
WAAR KOMT HET MEUK*
WATER VANDAAN.
HOE KOMEN WO AAN
ONZE ZAKDOEKEN
liilpi
Basiliek van 'den H. 'Antonius, Padua,
DE VUURTOREN VAN DB
TYRRHEENSCHE ZEE.
w
LETTERRAADSEL.
X
L
Oplossing vorig letterraadsel.
Oplossing van den vorigeri
relïMS. j
'N KUNSTJE MET DOMINO*
STEENEN.
NIEUWE SERIÊ.
>,Ik niet"»
HULP! HXJLPl'
De oplossing*
i;s:ill1TB5ii
Eigenlijk moest' St. Paulus de eer toekomen,
den eenvoudigen visscher, die om zijn eenvoud
een grafkerk kreeg, waartegen het zéér heilige
graf te Jerusalem zelfs schamel afsteekt en
waarvóór een keizerlijk doodenhuis, St.
Adrianus' mausoleum en een gedenknaald van
een Egyptischen pharao als wachters staan.
Het was déze eenvoud, die hem deed ver
zoeken met het hoofd naar beneden gekruisigd
te worden, daar hij zich onwaardig achtte op
volkomen dezelfde wijze te sterven als de
Meester, dien hij tot driemaal toe verloochend
had.
Maar wij zijn zóó gewoon de heide apostel'
vorsten in één adem te noemen, dat wij nauwe
lijks den één vergeten, wanneer wij over den
ander een kort woord willen schrijven.
Sint Paulus en Sint Petrus, hun tekort-
omingen worden in de H. Schrift zonder
schroom geschilderd. Van Sint Pieter de ver-
oochening. Van Sint Paulus de vervolging
der eerste Christenen, die hij dwong te laste
ren tegen den Meester. Met geweld vorderde
hij van hen, dat zij het kruis zouden vertrap
pen, dat zij den Naam boven alle namen zou
den bespuwen, dat zij dezen Naam zouden
vloeken in eeuwigheid. „Door hl de synagogen
heen heb ik hen menigmaal gestraft en ge
dwongen te lasteren" getuigt de Apostel
Voor den rechterstoel van koning Agrippa. En
uan zijn vriend Timótheiis schrijft hij: „Mij
Is barmhartigheid bewezen omdat ik het on
wetend gedaan heb". Op deze beide Apostelen
hu heeft Jesus Zijn Kerk willen grondvesten,
om Haar te leeren dat zij altijd mededoogen
en zachtheid zou bewijzen aan gevallen zon
daren.
Wij weten uit het reisverhaal der eerste
bisschoppen, hoe deze Saulus op den weg naar
Damascus werd bekeerd tot Paulus. Saulus
was een zendeling in het rijk van de schaduw;
paulus werd een missionaris in het rijk des
lichts. Hij heeft zich géén rust gegund hij het
verbreiden van de Goéde Boodschap. Jesus
heeft zich van hem bediend tot aan de grenzen
der toenmaals bekende aarde en is Zelf van
Zijn paarlen troon gestegen om hem te onder
richten. Hij heeft zijn hart zóó boordevol ge-
zet met genade, vertroosting en vergiffenis
dat hij anderen ruimschoots in deze schatten
hon doen deelen; zijn verstand zóó gescherpt,
dat er bijna géén geest was, die aan de kracht
van Sint Paulus' woord kon weerstaan, zoodat
een zelfgenoegzame heiden als koning Agrippa
zich „bijna" Christen noemde; hem zóó wel
sprekend gemaakt, dat hij zijn hoorders als
gevangenen meesleepte. Dit alles, om het
hoovaardige verstand der heidenscbe wijsgee-
ren te verdeemoedigen, hun harten te winnen,
hun waan teniet te doen en de machten der
Wereld te doen buigen onder het zachte juk
van het kruis. Over leven en dood sprak deze
Paulus met macht, wonderwerken volgden hem
op den voet, zoodat de menigte dacht, dat de
goden van den hemel waren neergedaald over
de aarde. Alles wat hij heeft geschreven, alles
wat, hij' heeft gesproken, alles wat hij heeft
gedaan, alles wat, hij heeft geleden- dwingt
en.Z<h ^wondering af. Geleden ook, ja, slagen,
boeien en gevangenissen en kerkers, den
^ar|eldood met het zwaard als Romein
s m 111611 hem niet kruisigen maar mis-
cnlen het mééste nog hierom, wijl velen zei-
^en' dat hij Jesus toch nooit gekend had en
daarom minder te beteekenen had dan zijn
mede-bisschoppen. Wat een genade in dezen
man Zeker, maar zeg liever: wat heeft deze
apostel met de genade méé gewerkt 1 Door zijn
deemoed: „Want ik, ik ben de minste onder de
Apostelen en niet waardig een Apostel ge
noemd te worden"; door zijn boetvaardigheid:
„Maar ik tuchtig mijn lijf en schik het' tot
n erworpenheid, opdat Ik niet verloren ga";
- is T ,'nilllacllting voor de wereld: „de
ver mij gekruisigd en ik voor de wereld.
iWanneer ik n wit voetje bij de menschen zou
Willen halen, ik zou gééa dienaar des Heeren
kunnen zijn door zija liefde jegens heide
nen en Joden, die hem met karwatsen geesel-
den: „van de Joden heb ik driemaal de veertig
tal n-één (slokslagen) ontvangen".
Sint Paulus, de vreedzame, de buigzame, de
"ankmoedigo. was heelemaal geen
man, die
w.ch Mies liet welgevallen 1 Om den drommel
'biet. Wanneer men hem onrecht aandeed, vor-
feTds hij zijn recht op. Van Festus, den rech-
£er' eischte hij naar den keizer te Rome ge-
lacht te worden.
Den opperpriester die tegen alle recht een
®eldaat gelastte hem een slag op den mond te
Seven, voegde hij toe: „God zal u slaan, ge-
Witte wand!", omdat deze mensch slechts een
ST?*0"* was; van buiten braaf,
«wart. Een anderen tegenstander-
De geio^T aan den satan over tot tfln straf,
door zy 2lcj®11, hebben ook een fierheid, waar
de Rome da5l6t In een hoekje laten dringen
gedood met het*61'4 dezo z^ér groote Apos
jhoe nog driemaal*^1''1- De legende verhaalt,
opsprong en „J^,^ vol van Christus,
een nieuwe bron d p'1,11 telkens ontsprong
[warme, ter plaatse wLr°U<ie' de koele
de drie bronnen lar *u „tre fontane
Wezen nabij de kapei worden aange-
fichaam van den Heilige onthoofding. Het
hSint Paulus bulten de muren.» 1® k6Tk Tf®
het hoogaltaar. De marmeren et*
Opschrift! „Paulo-Apostolo MartyJj.^
AoostPi.martelaar Paulus"). Qn y"
door „Observer".
Steeds zwaarder dreunden de motoren van
het watervliegtuig. Snel trok de kolos weg uit
de haven, een streep lichtend schuim achter
latend, scheerde ove-r het water.... een rukje...
los Rap vergleed de lichtende havenstad. Nu
vooruit, over den donkeren Oceaaan.
Hoog koepelde de tropische sterrenhemel over
de drie menschen, afgescheiden van de andere
levenden, duizelingwekkend hoog, hun leven
toevertrouwend aan de razende motoren.
Een lichtglans, diep-beneden, duidde op een
passeerenden mail-steamer. 'n Korte radiogroet:
„De Do. 26 op nacht-manoeuvre". „Sembah
Agoeng, Good bye Verder suisden ze weer.
De piloot had zijn vlïeg-cap afgedaan zijn
blonde haar wapperde in den schroefwind. De
waarnemer peilde hun positie, 't Werd tijd om
terug te gaan. In een groeten boog zouden ze
weer op de haven aanvliegen.
Zoeklichten streepten al aan den horizon.
Zwaar dreunden de motoren, lichtende steden
gleden onder de machine voorbij, als parels in
den geheiimzinn'ig-schemerenden tropennacht.
Weer rimpelt vreedzaam de Oceaan in de
verre diepte.
Twee stralende groene lichten f eindelijk
weer de haven In spiralende vlucht schiet
de machine op de zee aan, die met duizeling
wekkende snelheid nader komt. Nu komt 't
critieke momenthet hoogte-roer moet omlaag
dan zullen ze juist over het water stuiven
Vooruit, toe danWaarom blijven ze vallen
Een angstkreet ontsnapt den jongen waarna
mer. Waarom die vreemde duizeling Plots een
vreeselijke schok. Even zijn de drie vliegers
verdoofd, dan stijgt de machine weer. Wat is
er an toch De motoren werken nog, alles is
n orde, er kè.n niets zijn Een korte plof onder
e macihine, een geloei van vlammen, een ver-
zengende hitte, die den adem afsnijdt, schroeien
de vlammen laaien hoog op, enkele gillende
kretenSissend zinkt de brandende vogel
in den oceaan.
Sirenes loeien, motorbooten stuiven aan, ver
warde uitroepen, van verschrikte menschen.
Een geblakerde vleugel stee/kt nog lboven
water. Half leesbaar de letters: Do. 26......
Een stervende drijft tusschen de wrakstukken
wordt door een motorboot In suizende vaart
naar de stad vervoerd.
De andere booten kruisen heen en weer, zoe
kend naar de twee kameraden van den zwaar-
SeOp"den zwoelen landwind drijft vanuit de
stad weemoedige muziek aan van een inland-
sche „Band". Laatste groei
Hoog koe pelt de diepblauwe tropenhemel over
den rimpelenden Oceaan
Wij hebben dte Alpen verlaten, hum be
sneeuwde toppen, blank als de sterrebloemen
van het Edelweisz, die aanvoelen als vilt.
het
Den
Apostel-martelaar ramus j, 0p - --
J«est zijner bekeering, leest een ge6Bte^™ad'
V Mis aan het pauselijk altaar. £k°
l^erTijkt met een woud van grani6tQn*^ is
Jeder uit één stuk, van het
jafkomstig. De portretten van schier Bll„
Pausen. 2ijn hier aangebracht.
AlIea die een schuld jegens God go^ te
paken hebben, bezoeken bij voorkeur dMie
^verachoone kerk, om door Sint Paulus' voor.
^aak datgene te verkrijgen, wat hij zélf in
^°oge mate heeft verworven,
„O Rome, zaal'ge stad,
Dat meerder schoons bevat
Dan t overig heelal te zamem,
Sinds u twee vorsten heil'gen kwamen
En verwen met den purp'ren vloed
.Van hun zoo kostbaar roemrijk bloed
^>ld vroeger als 'n paradijs, dat door duivels
^rd bewoond! Nu Napels een stad van 'het
hinkrljk Italië geworden is, schijnt daarin
dtntt. 5 ten Koedö gekomen te zijm, maar
6n lev«n denken die van
Peis toch altijd nog anders dan het meeren-
61 hunner landgenootemij
Het is niet prettig om schuld te hebben, maar
het blijft toch meestal mogelijk die schuld af te
lossen. Sommigen hebben de nare gewoonte dat
te vergeten ze hebben 'n boek geleend, staan
dus bij 'n kameraad „in de schuld" en brengen
het niet terug. Op dié manier zijn al heel wat
boeken van- eigenaar verwisseld
Maar om ergens schuld één te hebben, dat
is niet zoo eenvoudig op te lossen. Niet zoo
eenvoudig als 'n ziekte, als armoede, als gebrek,
die altijd nog kunnen over gaan. Schuld ergens
aan hebben gaat nooit over 1 Zij leeft al-tijd
voortgeen verloop van Jaren kan haar delgen.
De rechtbank kent nog een verjaring na zes,
na twaalf jaar, maar de schuld, ook al zóu zij
uitgeboet zijn, verjaart nooit. En hoe weet de
schuldige, dat zijn heel-e vergrijp werkelijk ge
heel is uitgeboet
-n Ongeluk, n ramp, kan zonder iemand'3
toedoen ontstaanzij ont-eeren een mensch
niet. Schuld onteert,, bevlekt den mensch. Zij
vreet aan zijn geestelijk en zedelijk leven, zij
drukt hem neer, berooft hem van z'n veerkracht,
werpt een schaduw over zijn zonnigste uren.
Allerlei ellende kan een aansporing zijn de tan
den op elkaar te klemmen en zich door de
moeilijkheden heen te slaan dan komen er
kraohten in ons los, die ons fier maken en
kloek en zelfbewust. Strijd tegen eigen verkeer
de neigingen, strijd met hindernisen van huiten
af, staalt geest en hart. Maar schuld ligt als
'n blok lood op het geweten het geheugen
bewaart haar trouwdes avonds Is het, of
schuld als 'n beest voor ons bed ligt.
Wij moeten waken -tegen schuld. De Duitsche
dichter Schiller heeft gezegd „Der Uebel
gröeztes 1st die Schuld" schuld ls het groot
ste van alle kwaad. En Seneca, de wijsgeer,
schrijft in een van zijn brieven„Er bestaat
geen groot-ere straf voor de slechte daad dan
deze, dat zij geen behagen heeft ln zichzelf en
ook haar slaven niet voldoet.
Ju ven alls verhaalt van de anadbt en de straf,
die het slechte geweten meebrengt, dit„Prima
6st haec ultio, quod se lnddce nemo srocens
absolvitur" „dat Is de grootste, wrekende
straf, dat géén schuldige voor den rechterstoel
van zija eigen geweten wondt vrijgesproken".
Hoeden -wij ons voor schuld 1.
D0 "'Parfums'' heeft gestaan
.„oV/vml ®oude Egyptenaren waren er
achter g n, dat in sommige planten een
geur echoon zij wisten vast te leggen. Die
planten waren saffraan, aloë en myrrhe, en
zij werden door middel van warme olie gedwon-
gen ihaar parfum af ite staan.
Deze geuren vonden haar weg naar balsems
en zalven en pommaden en de Jerusalemsche
dames droegen een ilescbje, met zulk reuk
werk gevuld, aan «en gouden ketting om den
hals.
De oude Grieken moesten van deze geurtjes
niets hebben, maar de Romeinen waren er dol
*2®- Naar den zin ran den soldaten-keizer
Taasar zelfs -té dol, want hij bedreigde met ge-
uehte straffen degenen, die zich aan deze „on-
uSd" overgaven. Véél hielp het niet, want
™L a menschen zich tersluiks aan de
fZT goed en in den tijd van Nero was
rSrrt,U®«. kleeren, papier, dekens, de
Z TotZT n keizerlijke feestzaal was zelfs
douche van*11 het plaïond gemaakt, die 'n
strooide. Partl1™3 owr de genoodigden
- D^nmaansohe voorouders wisten ran
dit aU.es in hun hutten en wouden geen sikke
pit. Eerst de kruisridders brachten het geu
rige goedje uit het Oosten wiee als cadeautje
voor hun vrouw en enkele eeuwen later begon
oók Europa parfum te maken. De eerste „eau
de Cologne" fabriek te „Cologne" (Keulen) werd
opgericht in 1709. Tegenwoordig wij in
onze stukjes zeep het parfum moeilijk willen
missen. De Fransche parfum-fabrikant is Coty,
die aan zijn fleschjes en flaconnetjes een ver
mogen heeft fvwdien4Ji
,yEdeliveisz".
Met daverend geweld, tunnel na tunnel door
borend, heeft de sneltrein ons gebracht in een
andere wereld, vlak, wijd, uitgestrekt, waar
de maïs in dikke kolven groeit en de lupine
twee meter hoog sitaat. Wij rijden door de Po-
vlakte in Noord-Italië.
Duizenden jaren geleden golfde hier de Adria-
tis-ohe Zee, met de Alpen en de Apennijnen als
haar oevers. De Po en zijn talrijke zijrivieren
hebben langzamerhand dit water volgestort
met het puin, dat zij meevoerden van de Alpen,
met rotsblokken, die verteerden en zich omzet
ten in de vruchtbare aarde, welke thans door
drie landschappen, Venetië, Lombardije en Pie-
mont wordt verdeeld. 670 K.M. is de Po lang
en om altes, wat hij voor Noord-Italië gedaan
heeft, noemt men hem wel een tweeden Nijl.
De koepel van den Dom, te Milaan
En nog steeds vormen de rivieren nieuw
lanid. Het stadje Adrla, dat zijn naam schonk
aan de Adriatische Zee, ligt thans 30 K.M.
van de kust af; Rimini, waar eens St. Anto-
nius preekte voor de visschen en Ravenna, in
de Middeleeuwen havenplaatsen van rang, lig
gen -thans door breede etrooken land van het
zilte nat gescheiden 1
Milaan. De Italianen zeggen: Milhno. Hoofd
stad van de Povlakte en vroeger van het rijk
der Longobarden. Nu wij zóó ver ons eigen
land achter ons hebben, verstaan wij iets van
do uitgestrektheid van Charlemagne's gebied,
waartoe eens dit Lombardijs behoorde. Breed
en ruim zijn er de straten, zooals dat bij een
gewichtige koopstad past; de stad heeft niets
weg van de meeste andere Italdaansche steden
en dorpen met smalle straatjes en oude houw-
kerken. Onze eerste gang is naar den Dom, het
achtste wereldwonder ieder land gaat op
een dergelijk bezit groot! geheel uit wit
marmer opgetrokken. Al het andere, wat Mi
laan te zien geeft, zinkt bij deize kerk Jn het
niet. Alleen de Sint Pieterskerk en de cathe-
draal van Cóndova zijn grooter; de Dom van
Keulen drie duizend vierkante meter kleiner.
Het Godshuis, dat zijn gelijke op de heele we
reld niet heeft, kan veertig duizend menschen
bevatten. Tweehonderd architecten hebben er
hun krachten aan besteed; in 1522 werd de
koepel, bekroond door het beeld der Heilige
Maagd, en berekend door Leonardo da Vinei,
voltooid. Tweeduizend heiligenbeelden staan
hier op de slanke torentjes, en het geheel werd
gebouwd ter eere van Jesus' Moeder en der
Heilige Thecla, de maagd-martelares, voor wie
de mull van de leeuwen zich sloot Door kleu
rige vensters straalt het licht in bundels naar
binnen als een boodschap uit 'n hoogiere we
reld; de kaarsen, op metershooge kandelaars,
bloeien ln geheimzinnige niseen; het gerucht
van het drukke Domplein, dat binnendringt
door de deuren, vermag de plechtige stilte nau
welijks te storen. Beneden, in zijn crypte, rust
de geheele reliquie van „San Carlo", Sint Ca-
rolus Borromeüs, eens kardinaal-aartsbisschop
der stad (f 1584). De zilveren kist is rijk
met juweeien versierd; "n priester opent haar
en de Heilige ligt in vol-bisschoppelijk ornaat
voor ons. Wij denken aan den onvermoeiden
Apostel, die geen opoffering schroomde om zijn
aartsbisdom met scholen, seminaries en een
innig geloofsleven te verrijken, aan zijn zelf
verloochenende liefde., waarmede hij in hef
jaar 1576 de arme pestzieken verpleegde. Pas
46 jaar oud overleed San Carlo, maar hij zal
eeuwenoud worden door den roem zijner daden
en de hartelijke zielzorg voor de geloovigen
van zijn diocees.
Wij verlaten den Dom om ons naar het wijd-
beroemde schilderstuk van Leonardo da Vinei
(f 1519) te begeven, het werk van een schil-
der-beeldhouwer-architect-natuurkundige-inge-
nieur-schrijver en musicusvan naam! Zóó
veelzijdig waren de Italiaansche kunstenaars
van vroeger Michel Angelo was immers óók
schild-er-beeldhouwer-architect en dichter! Het
kunstwerk is genaamd „II Cenhcolo", „Het
Laatste Avondmaal" en door den meester ge
schilderd op den wand van den refter der Do
minicaner-broeders van het klooster „Santa Ma
ria delle Grazie".waar het zijn langzamen
dood sterft door den niets ontzi-enden tand des
tijds.
Er ligt over dit werk iets heel droevigs. Door
de ramen stroomt de weemoed van den vallen
den avond naar binnen en treurt als 'n klacht
over Jesus en de Apostelen. Juist is het woord:
„Eén uwer zal Mij verraden" gesproken. Het
gelaat van den Hoogepriester is in verschrik
kelijk verwijt van Judas afgewend; de rechter
hand ligt opgetrokken naar de zijde van den
verrader, de l-inker, vermoeid, is geopend. De
Apostelen spreken bewogen onder elkaar en
stellen den Meester vragen, waarop geen ant
woord komt. Alleen de Heilige Joannes, de
vriend des Heeren, die Hem zooveel beter kent,
zwijgt en nijgt het hoofd in weemoedige berus
ting. Het schilderstuk maakt een onverge-
telijken indruk en men kan het slechts betreu
ren, dat er een tijdstip zal komen, waarop het
beroemdste werk van da Vinei alleen nog maar
zal zijn een ietwat groezelige vlek.
Enkele leden van ons gezelschap vonden nog
gelegenheid 'n reds te maken naar Pavia, per
spoor 'n drie kwartier van Milaan verwijderd.
Daar ligt het Karthuizerklooster, de „Certósa"
«n géén klooster in heel Italië is zóó prachtig
«u zóó rijk versierd als diit. Onze vrienden wa
ren opgetogen over al de fraaie kunstwerken,
die zij er bewonderd hadden, maar hoeveel
levendiger en schooner zou alles uitkamen,
wanneer de Karthuizers hun cellen weer konden
betrekken! Nu ligt alles verlaten en in de
groote kruisgang met haar 120 bogen op mar
meren zuilen klinken niet meer de bedaarde
voetstappen van de naar de kloosterkerk schrij
dende monniken!
V-an Milaan bracht de trein ons naar Padua,
„Phdöva" op z'n ItaJllaansch. Het was erg
warm, maar aan de verschillende perrons kon
men voor 'n paar centen al 'n portie „gelhtl",
ijs, bekomen. Wie Padua zegt, zegt Sint Anto-
nius, eigenlijk.'n Portugees, die hier zijn
beide laatste levensjaren doorbracht en stierf
(1231). De menschen hier spreken kortheids
halve van „il Santo", den Heilige! De kapel,
aan den grooten wonderdoener gewijd, bevat,
onder het altaar, zijn reliquie. Overal treffen
votiefstukken hef oog, hier gesticht door men
schen, wier gebeden verhooring mochten vin
den. De arme zoon van den grooten Francis-
eus zal wel nauwelijks gedacht hebben, dat
zijn graftombe schooner en grootscher zou ver
rijzen dan die van menig wereldlijk vorst! De
schatkamers bevatten, achter koperen, ïïooge
deuren, allerlei herinneringen uit het leven van
■dezen geliefden heilige; de tong, zoo groot als
het bovenlid van 'n pink, niet vergaan, en om
geven door een praebtigen monstrans; de be
ker is er, die op de steenen niet stuk sloeg,
toen de wonderdoener hem uit een raaim smeet
om een ongeloovige te overtuigen van de waar
heid zijner woorden.
Wij laten een kaars opsteken tusschen de
talrijke andere lichtjes, die voor den sarco-
phaag van Sint Antonius branden en leggen
met de andere pelgrims onze beden aan zijn
voeten neer.
Onderdeel van den Dom te Milaan.
Het beeft lang geduurd;, vóór de zakdoek
onder „fijme" dames en Iheeren werd geduid 1
Geruimen tijd wilde men er niets van weten
en toooeeteipelers, die het handige voorwerp op
de planken gebruikten, vielen aanstonds in on-
Jnffrouw Dudhémols der „Fransche Coimédie"
was de eerste, die den moed had tijdens een
tooneelstuk met 'n zakdoek op de proppen te
komen, maar zij durfde het dingske niet bij
z'n waren naam te noemen. Ze sprak van „het
teedere weefsel 1Eenige jaren -later had
iemand géén vrouw natuurlijk 1 Vél den
moed dien naam uit te spreken, de tooneel-
speder, De Viigne, in een stuk van ShaJkesipaere
(Othello). Maar dat viel hem niet mee, want er
werd hevig afgekeurd en geprotesteerd 1
„Napoleon's éérste gemalin, de keizerin José-
phime, stoorde zich niet aan al deze malligheid
Daartoe had zij reden genoeg, want zij had
erge slechte en aangetaste tanden en dat stond
niks leuk bij lachen Of zoo. Daarom bediende
de vorstin zich héél slim van een prachtig
■kanten zakdoekje, dat zij steeds voor haar
mond hield in gezelschap 1 Voor de hofdames
-zat er niets anders op dan dit verheven voor
beeld te volgen, zooals de Duitsche officieren
en generaals met een wandelstokje lieipen naar
het vooirfbeeld van hun keizer, Wilhelm II, die
'n tekorten linkerarm heeft. Op deze wijze nu
is de zakdoek in de mode gekomen.
KouB'em bestaan óók nog niet zoo lang.
Paar eeuwen terug waren er op de duizend
menschen geen tien, die 'n stel kousen bezaten
De EngalBcihe geestelijke, William Lee, te
.Camhrtdge), vond 'n machine uif om deze
beerwmeufbcilen te maken. Hij mocht zelfs 'n
paar breien voor zijn koning, Jacobus I.
De menschen waren op deze nieuwigheid
niet bijster gesteld. Lee had meer epot dan
centen in ontvangst te nemen. Te Parijs ging
'het hem al niet veel beter en de goeie man
is in de bitterste armoede gestorven. Zijn
machine IM-eek twe© eeuwen 'n nuttige uitvin
ding; daarna werd zij door nieuwere machines
verdrongen.
DE EERSTE PARAPLUIE
werd in 1731 naar Europa overgebracht door
den Engelschman James Harvey, die dit nut
tige voorwerp ia China had leeren kennen ge
durende zijn verblijf in dat land.
DE ADELSBERGER GROT
ln de nabijheid van Triest gelegen, wordt thans,
als Italiaansch bezit, genoemd: „Grotte di Pos-
tumia Het Is er een gewemel van onderaard
sche gangen, waarin het afdruipend water al
lerlei pilaren en zuilen -heeft gevormd. Die van
de „zoldering" afhangen noemt men: „stalak-
titen" en die uit den bodem naar omhoog stre
ven; ,,'Stalagmiten"; deze door het kalkhoudend
water ontstane zullen vereenigen zich soms
met eikaar en „groeien" dan alléén nog maar
in de breedte.
'De grot bezit een „domkerk" van dertig
meter hoogte en veertig meter lengte, terwijl
de „balzaal" met gemak tienduizend menschen
'n plaats verschaft! Men weet thans den weg
door gangen ter lengte van 25 km.! Er Is elec-
trische -verlichting aangebracht.
DE ZEE ROND CAPRI
het btj Napels gelegen eiland, Ie zóó kristal
helder, dat men uit de boot de zee-egels, zee
sterren, de bonte zeerozen, mossels en kreeften
op het zand meent te kunnen grijpen.
Het water zelf neemt allerlei tinten aan,
groen, blauw, violet en kleuren, die op geen
schilderspalet voorkomen. De „blauwe Grot" is
onvergetelijk mooi; het daglicht beTeikt slechts
indirect door het water de holte, die 50 m, lang,
30 m. breed eu 15 m. diep is.
GASTVRIJHEID V
té verleenen wordt aanbevolen door de „Leer
der Apostelen", een geschrift uit de eerste
eeuw. Hoofdstuk XII vermaant de Christenen
als volgt: „Ieder, die tot u komt in den Naam
des Heeren, moge een gastvrij onthaal vinden.
Wanneer hö voor een poosje bij u toeft, on
dersteunt hem, zooveel ge kunt; dit verblijf
moest echter niet langer duren dan 'n dag of
twee, drie. Wil hij daarentegen stééds bij u
blijven en verstaat hij zijn ambacht, laat hem
dan werken en eten, beoefent hij nochtans géén
handwerk, let er dan op, dat ge géén luien
Christen als gast houdt 1"
"i
is de ©fcromboli-vulkaan, die nog géén duizend
meter hoog ls. 'n Kijkje in zijn krater moet in
drukwekkender en angstiger zijn dan bij den
Vesivius, omdat men de gloeiende lava ziet
pruttelen en de stukken omhoog ziet vliegen.
De weerschijn van dit onderaardsche vuur is
des nachts zóó duidelijk zichtbaar, dat de vis-
echers er op varen als op -het licht van 'n vuur
toren!.
KENT GIJ HET LAND
waar de citroenen bloeien „Italië!" Accoord,
van Puttenl Ten tijde van den grooten schrij
ver Plinius, die bij de uitbarsting van den Ve
suvius (omstreeks het jaar 80) om het leven,
kwam, kende men deze vruohtem in Italië al
leen nog maar als „Assyrisehe appels", die ge
bruikt weiden als sierplanten in de huizen der
Romeinsohe burgers. Zij kwamen toen nog niet
in de keuken voor, zoodat 'n kostelijk sap de
zen menschen tot in de -tweede eeuw na Chris
tus ohbekend bleef.
Het geheel stelt voor het beroemdste schip
onzer Nederlandsche marine.
X
X
i X
X
X
i X
X
X
k X
X
X
X
X
X
„zie'
1.
2.
3.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
1.
2.
3.
4.
5.
7.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
Afkorting voor
of „Zuid"
Uitgestrektheid zoutwater, die al de dee
len der aarde bespoelt.
Latijnsch begin van het „Wees-gegroet".
Slijmige visch, tot de familie der kar
pers behoor-ende.
Fijne, witachtige draad verspreid door
ons lichaam, en die met de hersenen in
verbinding staat.
Toestel om wijn uit druiven te drukken.
Kreet, bekendmaking.
Sleepnet, dat langs den grond wordt ge
trokken om visch te vangen.
IJzeren boutjes om spijkers aan te drij
ven, of gaten in plaatijzer te slaan.
Vel, boombast, schors.
Eikenbast, eikenschors, run.
Chocolade in poedervorm.
De een halven toon verhoogde noot c.
Bezie; noot, welke ©en halve toon lager
is dan b.
Voor „Noorden".
„Kardinaal Lauri", afgezant van onzen H.
Vader naar het Eucharistisch Congres, in Du
blin.
1. K, voor kalium; 2. bas; 3. dra; 4. raden;]
5. kriek; 6. branden; 7. re-traiten; 8. rekban-
'teP.' 9. geklop; 10. balie; 11. graat; 12. pul;j
13. Urk; 14. I, voor: imperator.
Het is eene waarheid, niét genoeg te behar
tigen, -dat, naarmate wij gestrenger zijn voor
ons zeiven, wij toegevender zijn voor anderen.
Welke steenen zijn het, indien de oogen, on
verschillig aan welke zijde bijeengeteld, steeds
tot som 18 geven?
Denk er aan, dat de steenen moeten slui
ten, dus b.v. 6 aan 6, 4 aan 4 enz,
Oplossingen volgenden keer.
IV.
Wat voert deze wildebras hier uit 1 'n Streek*
die gééni navolging verdient Ji
Er komt nu nog één pS aatje !n deze sieriet
waajnna ük ide omscihrJjvingeu towaoht aan mijn
adhes.
Er wordt kt 0jn (boek veaüoot en wedMcht
nog ttnééir„..„
tDoe je beet due t
Het Btiippeffijntje duidt dehweg eau, ffiéfl
J odöoue heeft ingeslagen om oa/n de woeda
van de kamniiballen te ontkomen. Hij (beloof#
zijtn kotenem thefpem dit bartboapadhe iif-'-W
(voortaan te mijden, en dankt ben iranHtKM
Uvwe (huflpk