HOE HET THANS IS. OP ZOEK NAAR LICHTPUNTEN. DE KALI.VERSCHEPING. DONKERE DAGENMAAR MET 'N VERSCHIET. DE ROTTERDAMMER EN ZIJN HAVEN. WAT ER GEDAAN KAN WORDEN. ¥1 Rotterdam's heden en toekomst. triest, om tot in bijzonderheden hier uit te pluizen. Het centrum der verlatenheid in de haven verandert vaak van tooneel. Wie deze week de Maashaven bezichtigde, vond er iets terug van de oude levendigheid. Benige graansche pen, de statige Finsche viermaster „Ponape" temidden van eenige moderne collega's en daar tusschendoor het af- en aanvaren van lichters, de snelle vaart van kleinere booten en de rookpluimen van eenige werkende elevatoren. Straks, als deze schepen hun lading hebben gelost, ligt hier alles weer verlaten en krijgt De Waalhaven.... „Daar is de aanblik wel het meest troosteloos, daar zou het verhaal wel het meest eentonig worden" ningen der elevatoren zet hij bijeen in een af gelegen hoek van de haven, een groep spook sels, somber en dreigend Misschien zijn we vroeger wel wat verwend o-eweest. We wisten het: de haven is de hart kamer van de stad, de rivier is haar slagader. Maar het was een gemeenplaats geworden, waarvan we de draagkracht niet meer verston den. We vergaten, dat in die hartkamer het levensrythme klopte, sneller, naarmate de weelde toenam. We wisten het eerst, toen het tempo traag en trager werd We waren fier op onze ihaven met haar waaiende rookslierten en stooimpluimen aan alle booten, op die internationale vlaggen- kermis aan alle masten en Hollanders als we waren! we deden niets, om al dat moois te behouden. Wat waren we trotsch op die prachtige vakken blauw water, op die eeuwi ge deining om de kolossale zeeschepen, die hun vrachten af en aan voerden, op die booge, weefsel-fijn gebouwde kranen, die met dén zwaai de zwaaTste lasten van de kade grepen en neervlijden in het ruim. We toonden onzen gasten de jagende bedrijven, we lieten hen luisteren naar „de symphonie van den ar ei die er klonk van alle kaden en ere 081 op den stroom, de schorre zucht der el evato ren, het piepen der kranen he luidruchtig groeten der groote en kleine booten en onverschillig, onbewust, liepen we mee in het tempo,"waarbij de nijverheid triomfantelijk de maat sloeg. Alleen de vreemdeling, die diep uit het land lcwam en dien de aanblik van een werkstad nog kon betooveren, doolde verrukt langs de havens en haalde zijn kleine inspiratie bij de hooge schepen en de deining, die eens Vondel bezieling gaven voor zijn loflied op de zeevaart. Thans weet de havenstad-bewoner eerst scherp en duidelijk omlijnd, hoe alles eertijds was. Hij moet stof zien, damp en smook, hij moet de wilde fluiten hooren, het knarsen van de zwaar geladen sleeperswagens over de keien, er moet vuur ketsen onder de hoeven der paarden, die zich hangen in het tuig, met strak gespannen spieren, om den wagen uit de Tust te krijgen. Hij wil den hoogen uit tocht zien der scherpe boegen, die zoo prach tig zelfbewust zeewaarts trekken, den WateT- weg op; den statigen intocht der witte Indië- baoten, het drukke gemier en de vinnige vaart der sleepbooten, die zwermen om de reuzen van haar ras; den poliepen-greep der graanzuigers in de Tuimen, den gouden straal, dien ze in één adem spuiten in de lichters; de zwart bestoven mannen op de loopplanken, de fiere manoeuvres der kraanmachinisten Wie thans uitgaat naar de haven, ziet, dat van dit alles zielig weinig is overgebleven. We zullen u niet vermoeien met aantal en tonnen- maat der tot nietsdoen gedoemde schepen. Alleen vermelden wij, dat in de Rotterdamsche haven op 1 Juli honderd vijf zeeschepen lagen opgelegd, waaTvan zes-en-zeventig Nederland- sche. De bruto tonnenmaat van het totaal be draagt 445-599. En dan spreken we niet van het ontzaglijke aantal Rijnaken, die uit de vaart werden genomen en in de Waalhaven en op de Maas ter hoogte van den watertoren een ligplaats vonden. Deze aanklacht tegen de huidige economische omstandigheden is te „De sombere verschijn™gen der elevatoren zet hij bijeen in een afgelegen hoek van de haven, een groep sp 00j, gcf somber en dreigend Het lossen van de eerste kali in de nieuwe opslagplaats. voor eenige dagen de Rijnhaven een beurt tot oiok hier de stilte weer invalt, onverwacht, onheilspellend en de weinige actie zich heel even naar de Waalhaven verplaatst. Daar is de aanblik wel het meest trooste loos, daar zou het verhaal wel liet meest een tonig worden. Wie in de gelegenheid is, een tocht te maken tusschen al die schepen, eens hoog en fier met vlag en wimpel en een vaan van rook aan den forschen schoorsteen, beseft eerst bij benadering, wat een kapitaal hier ligt te vergaan. Onder den enormen achtersteven bij de trossen van één zoo'n ziellgen reus, krijgt men ongevraagd een les over economische depres sie, die men niet licht vergeet. Aan het hooge dek, waar anders de roep der gebruinde man nen luid opklonk tusschen het piepen der lie ren en de zwiepende kabels, weet men nu alleen den eenzamen wachtsman, en het vin nige blaffen van den hond aan de valreep, die maar zelden betreden wordt. En het wier hangt groen aan de kabels en over het schroefblad, dat reeds zooveel maanden boven het water steekt, waarin het eens met wellust kon woe len en stuwen, dat het vaart gaf aan den kolos. Dit Is misschien de grootste troost ln deze donkern dagen, dat Rotterdam zich het eerst van de zwakte zal herstellen, wanneer betere dagen aanbreken. Meer dan eenige andere ha ven is de Rotterdamsche „Konjunkturempfind- lioh". Immers voor een goedé zeehavens Is de ver binding met het achterland veruit het gewich tigste. Het feit, dat Rotterdam ln dezen door zijn ligging prachtig geoutilleerd is, maakt haar voor Duitschland naast Hamburg de voornaam ste haven. De waterverbinding 'is hier het meest van belang. Bij Hamburg spelen zoowel ■de Elbe als de spoorwegverbinding een voor name rol. En mocht het Rijn-Donau kanaal eenmaal voltooid zijn, dan wordt het achter land voor Rotterdam met de helft vergroot en zou het veruit de eerste haven van N.W. Europa worden. Het achterland heeft ln Rotterdam al lereerst een prachtige transito-haven bij den Invoer van erts en den uitvoer van kolen voor het Industrie-gebied van Westfalen en Rijnland. Daarom ls de haven ln deze crisisjaren zoo uitermate stil geworden. Maar daarom zal zij zich sneller dan alle andeer havens we ten op te heffen en te herstellen, wanneer de economische toestand in het Rijngebied en Westfalen verbeterd is. En dit zullen de con- curreerende havens ten Noorden of ten Zuiden niet kunnen weren, mits een gezonde haven- politiek gevoerd wordt, die op wetenschappe lijke ervaringen gebaseerd is. Hiervoor is een verlaging der havengelden alleen niet voldoende. Dit bewijzen de teleur stellingen, die de haven in de laatste twee jaren moest ondervinden, meer dan sprekend. Dat de kaliverscheping tenslotte toch nog plaats zou kunnen hebben, dankt Rotterdam uitsluitend aan particulieren ondernemings geest. Hier beneden komen we op dezen nieu wen talc van het transitoverkeer nog even uit voeriger terug. Of Rotterdam de jaarlijksche verscheping der .herstelkolen" van Duitschland naar Italië dit jaar zal krijgen, is nog problematisch, want afhankelijk van de beslissing van Lausanne. Zou Duitschland van betaling vrijgesteld wor den, dan hangt het van de vrije keus van Italië af vanwaar het kolen betrekken wil. Het kan aan de wereldmarkt offerte laten maken en gedeeltelijk zijn kolen elders koopen. Boven dien heeft het land nog grooten voorraad aan kolen, gevolg van de Duitsche herstel-leveran ties uit vorige jaren. Mocht echter de gewone Duitsche jaarleverantle doorgaan, dan zal Rot terdam weer een 200.000 ton kolen per maand te verschepen krijgen, hetgeen in ieder geval een opleving van het transito verkeer zal he- teekenen en weer aan menige hand werk zal bieden. In den scheepsbouw voor de haven van zoo eminent belang, zai binnenkort een kleine opleving komen, nu de bouw van den derden kruiser feit geworden ls. Bij Wilton zal tenminste voor bepaalden tijd de stoomhamer weer op het staal dreunen; de vlugge kranen zullen weer met stalen binten en platen over hun banen glijden; het zal weer even juist zoo als vroeger zijn. Hoewel nog in hét prilste stadium der ont wikkeling, is de kali-opslagplaats der N,V- Corn. Swarttouw'is Stuwadoops Maatschappij aan de Merwedehaven een lichtpunt in den don keren toestand van de haven. Alleen reeds het feit, dat particulier initiatief het kalivervoer heeft weten te bemachtigen, dat voor de stad den weg van Ford dreigde op te gaan, stemt tot gezond optimisme. Eenmaal volop in be drijf zal de kaliverscheping aan heel wat han den werk bieden. Direct met de kaliverscheping hangt samen, dat er schepen naar de Rotterdamsche haven zullen komen, die zonder de kali geen aanlei ding hadden, deze haven aan te doen. Om eco nomische reden zal zoo goed als ieder schip, dat hier kali komt halen, ook gedurende de uitreis vracht vervoeren, die eerst gelost moet wor den, wat weer anderen aan werk helpt. Boven dien is iedere lading stukgoed van verstrek kende beteekenis, daar voor het verdere ver- voer weer ander materiaal noodig is. Eveneens bestaat de mogelijkheid, dat sche pen, die stukgoed naar andere havens zouden moeten vervoeren, deze lading te Rotterdam komen lossen, om op de terugreis kali te kun nen medenemen. Daartoe welwillend door de directie in de gelegenheid gesteld, hebben wij een bezoek ge bracht aan de kali-opslagplaats aan de Mer- wehaven. Wé waren immers op zoek naar copie, die niet geheel in mineur zou moeten geschre ven worden. De N.V. Corns. Swarttouw's Stuwadoors Mij. heeft onmiddellijk na de gevoerde onderhan delingen met het ^Deutsche Kali Syndikat" een der bestaande loodsen aan de Merwebaven in gericht voor kali-bergplaats. De omstandigheid, dat zes soorten kali moeten worden opgesla gen, maakte het noodzakelijk, verschillende af- deelingen hiervoor gereed te maken. De eerste loods die gereed is, heeft een leng te van 215 meter bij een breedte van 25 meter, en hierin was deze week reeds 14000 ton, zoo wel gestort als in zakken, kali opgeslagen. Een gelukkige omstandigheid de loodsen waren aanvankelijk voor stukgoederen bestemd, was, dat in het dak verschuifbare luiken zijn aangebracht, waardoor de kranen de kali recht streeks uit de lichters in de loods kunnen stor ten. De grijper wordt geopend op een trans portband, die voor het verdere verplaatsen van den voorraad zorgt. De stalen binten van de loods zijn speciaal gemenied, om het inwerken van de kail tegen te gaan; tegen brandgevaar heeft men in de gegolfd-ijzeren wanden regenschermen aange bracht die door een pompinstallatie van de machinekamer uit bediend worden. Ook de kra nen die voor de verscheping gebruikt worden, zijn' „topkranen" van de meest moderne soort. De bedrijfsleider toonde ons de teekeningen van het materiaal, dat in werking zal worden gesteld, wanneer straks, - vermoedelijk half Augustus de geheele installatie gereed zal zijn. Voor het lossen der schepen komen meer moderne transportbanden. Bij het overladen in zeeschepen wordt een soort baggermachine voor den kali-berg geplaatst, die de stof via een transportband naar een grijper voert. Aan boord van het schip, waarin geladen moet wor den, worden weegmachine's geplaatst, waar door de lading nauwkeurig kan worden gecon troleerd. Een zeer vernuftige machine is op komst, waardoor het mogelijk wordt, de los gestorte kali machinaal op te zakken. De machine naait en stempelt de zakken en geeft ze regelmatig door aan den grijper. Dat hier een enorm bedrijf staat te worden, behoudens onvoorziene omstandigheden, blijkt wel uit de verwachtingen, die men er van De verscheping van de kali aan de Merwe haven ln haar eerste stadium. Een degi lichters wordt met grijpers gelost. |j Crisis, malaise, slapte in de haven verhaal is eentonig, lezer! En ik wil 't u ®®rlijk bekennen, dat ik in alle hoeken van onze mooie haven heb rondgespeurd naar hoop gevende feiten, en zoo bitter, bitter weinig heb gevonden. Ik zocht er naar materiaal, om er voor u een belofte uit te distilleeren: „es wird schon wieder besser!" Want de bewoner van de havenstad kan een belofte als drijfkurk best gebruiken, mits deze maar eenige hoop kan geven, ooit werkelijkheid te worden. Anders, geheel anders dan de overige ster velingen, spreekt de Rotterdammer over de malaise. Immers, al wat hij er van ziet en hoort, ls massa-regie. Bij hem in de haven liggen de werklooze schepen hij vloten, de stempelaars trekken bij hem in drommen naar het stempelkantoor, de werkzoekenden dolen hij duizendtallen over de straten en in alle stegen en ln alle winkelwijken wonen de ge- herzien. Het blijft nog altijd een vraag, of Rotterdam wel voldoende gebruik heeft ge- maakt van de gelegenheid, In de spoorwegen geboden, vooral voor bet transport van stuk- goederen, die men nog steeds bij voorkeur per spoor verzendt. Anderzijds zijn ook wel opinies geopperd voor snelvexbindingen met lichtere motorbooten naar het Duitsche industrie-ge bied. Doch ook dit zal men Rotterdam niet komen thuis brengen, zonder dat het er zelf toe medewerkt. Een punt van zeer veel beteekenis is dei reclame voor de eigen haven. Wat de publiciteit aangaat, heeft men de wereld nog niet ver wend. Wanneer men vergelijkt, wat andere ha» vensteden voor hun bedrijf doen, dan staat Rot terdam wel ver achter bij Antwerpen, Bremen en Hamburg, om van de Amerikaansche ha vena .maar niet te spreken. De berichtgeving naar het buitenland heeft den naam van zeer gebrekkig te zijn. En zelfs in het achterland binnen da eigen grenzen, is de zeehaven Rotterdam nog veel te weinig bekend. Het havenverkeer mag de reclame voor het bedrijf niet overlaten aan de willekeur der journalistiek, die uitteraard alleen bij interessante gelegenheden of actueel® heeft. Men verwacht voorlooplg een voorraad van ongeveer 25.000 ton, terwijl er plaats is voor 50.000 ton en er gemakkelijk ruimte voor 80.000 ton te maken is. Men hoopt de 50.000 ton eenige malen per jaar te verwerken, waar bij een verscheping van 300.000 ton per jaar niet onmogelijk is. Deze nieuwe mogelijkheid voor onze haven vonden we belangrijk genoeg, om er evien nader over uit te weiden. Hoe triest en ongewenscht ook, een nood toestand als men thans in de Rotterdamsche haven beleeft, werpt ook zijn voordeel af. Men schrikt wakker uit den droom van zelfgenoeg zaamheid: men ervaart dat het ,,wir haben es herrlich weit gebracht!" buitengewoon betrek kelijk is. Er worden krachten gewekt en nieuwe middelen gevonden, waaruit het herstel kan voortkomen of bespoedigd worden. De wils kracht wordt gestaald, er botsen honderden meeningen, en het gevaarlijk chauvinisme krijgt daarbij gevoelige klappen. Ook actief echter zal Rotterdam moeten strijden voor zijn haven, die rechten, maar evenzeer plichten medebrengt. De „Voss. Zei- tung" beeft haar eens betiteld als „die Stadt der wirtschaftlichen Vernunft". Wil de stad dezen naam ten volle verdienen, wil zij de be voorrechte positie, die zij tegenover andere havens inneemt, blijven behouden, dan zal zij vooreerst haar havenpoiitiek grondig moeten Hoe leeg de Maas tegenover r de Boompjes somtijds ft kan zijn} in den inzet 'n groep kranen, die al weken geen dienst deden gebeurtenissen over de haven schrijft. Een slagzin als Verzendt via Rotterdam" zal op den duur evengoed Inwerken als het bekend® „Eet meer of de suggestieve reclame voor klinkerwegen. Een documentaire film, die evenals de film voor Nederlandsch fabrikaat het land afreist, zou mede kunnen bijdragen tot meer kennis van 's lands grootste zeehaven. Tenslotte de verlaging der haventarieven. Het is hier niet de plaats, daarop meer uit voerig in te gaan. Alleen stemt het tot ver blijden, dat Rotterdam zich eindelijk uit den sleur heeft losgemaakt en gaat inzien, dat bet zich niet mag blindstaren op het massaver- voer alleen, maar ook voor kleiner transport do gelegenheid voor goedkoops verscheping aantrekkelijk dient te maken. Zoo is dit aan het slot nog een pleidooi ge worden voor de noodige verbetering der haven, waarop men zoo terecht trotsch is. Omdat de bewustwording, dat we niet zoo sterk waren, als wij wel droomden, pijnlijk is; omdat we zoo verlangend uitzien naar betere tijden, omdat we houden van den daver van den arbeid, die denderen moet door de havenwijken, omdat we in elke steeg de haven weer willen zien en ruiken, zooals dat eertijds was. We verlangen weer terug naar de Javaansche scheepsjongens, die in lange rij door de straten slenteren, naar de donkere mannen met de roode Fez, naar den breeden lach uit zwarte negergezichten,, naar de sfeer van een wereldhaven. „Onder den enormen achtersteven, bij de trossen van één zoo'n zieligen reus..-." dupeerden, die hun inkomsten zagen dalen, naarmate het aantal uit de vaart genomen Bchepen groeide. En achter de coulissen zit de spookachtige Regisseur „crisis" met het draaiboek en roept hardnekkig telkens nieuwe figuranten op voot het trieste spel- De werkloozen jaagt hij in den Meligen optocht me® stuurt hen uit vis- schen naar de plassen of langs de haven, waar de groote collega's vinden, de zeeschepen, met den dop op de PÜP! de sombere verschij-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 9