fc
m
mP-
DE DEMAGOGIE IN HET
PARLEMENTAIRE STELSEL.
CARNETS VAN GALLIENI EN
DE MEMOIRES VAN JOFFRE.
PLEIDOOIEN VOOR DE
MIJNWERKERS.
iHÉÉ
ff
een kiezerscorps, dat
DONDERDAG 14 JULI 1982
Debatten in de Belgische kamer.
EEN „STAKING VAN DE WANHOOP".
DE TWISTVRAAG VAN DE
MARNE-0VERWINNING.
SCHERPE ONDERLINGE
BETREKKINGEN.
grap
-mi
i I
m
Generaal GalUenl.
VOLDOENING WEGENS NIET-MIS-
LUKKING DER CONFERENTIE.
EN INTUSSCHEN VERTROUWT
ENGELAND OP ZICH ZELF.
VOORDEELEN WENSCHT.
te ontkomen.
NOODWEER
Wolkbreuk bij Starnberg.
HET VROUWENKIESRECHT IN
BELGIE.
Onze Rrusselsche correspondent meldt oms:
Dinsdagmiddag heeft (zooais reeds gemeld)
In de Kamer de socialist Delattre de regee
ring geïnterpelleerd over de staking en de
onlusten, die hieruit voortgev 1 oeid zijn in het
mijngebied.
De zitting werd gepresideerd door den heer
Poncelet.
Volgens den interpellatie is de geest, die
heersoht onder de werkgevers van de Borina-
ge, de voornaamste oorzaak der staking.
De patroons wilden, na de arbeidsloon en
reeds met 35 verlaagd te hebben een nieu
we korting van 5 invoeren. Vóór hetgeen
thans voorgevallen is, is er gevraagd om de
verdeeling van het werk tusschen alle arbei-
ders. Doch men heeft geweigerd.
De huidige staking is er een van de wan.
hoop. De arbeiders vragen om een betere
werkverdeeling en om een 40-urige werkweek.
Door de salarissen te verlagen, zullen de
steenkolenmijnen zich niet redden, beweerde
Delattre. En kan de steenkoolindustrie haar
arbeiders niet meer onderhouden, wel, dan
moet ze maar kapot.
Er zijn ongemotiveerde interventies van de
zijde der gendarmen, geweest, waaronder er
zelfs waren, die de rol van provocateurs ver
vulden, naast ophitsers, van de pers.
Dit alles moet uit zijn. De arbeider moet
in staat gesteld worden zijn brood te ver
dienen. (Applaus op de socialistische banken).
De verklaring van minis
ter Hyman.
Het woord was vervolgens aan den minister
van arbeid en nijverheid, Heyman, die zich
door den communist Jacquemotte moest hoe
ren uitmaken voor: den minister van een
regeering van moordenaars.
De heer Heyman begon met te verklaren,
dat zijn rede slechts één doel zou hebben: de
oplossing van het conflict te vergemakkelijken.
De onmiddellijke oorzaken van het conflict
waren bij de eenen gebrek aan psychologisch
inzicht en voorzichtigheid, en bij de anderen
opwinding.
Aan de regeering is verweten, dat zij geen
oplossing voorgeschreven heeft. Al wat zij
echter doen kan is, trachten de partijen te
verzoenen.
De minister beklaagde er zich over, dat het
acooord, dat door hem was opgesteld door de
arbeidersvereenigingen verworpen was. Hij
had daarna zijn pogingen toch voortgezet, die
door de gebeurtenissen der laatste dagen on
derbroken werden. Heden zijn de besprekingen
echter alweer hervat geworden. De heer Hey
man verklaarde uit naam der regeering, dat
deze bereid is, om met de geïnteresseerden de
maatregelen te bestudeeren, welke noodig zijn
om de steenkoolindustrie te hulp te komen
en dat zij er van overtuigd is, dat er een
oplossing van deze twee problemen: stabili
satie der salarissen en weder indienstneming
van het geheele personeel regeling der
werkzaamheden bij beurten, te vinden is.
Het is niet onmogelijk, dat men reeds mor-
gen, Woensdagavond een acooord zal sluiten.
Standpunt der christelijke
arbeiders
Vervolgens werd het standpunt der chris
telijke arbeiders uiteengezet door den ohriste-
lijk-democratischen afgevaardigde Bodart, die
constateerde, dat ia tegenstelling met wat tot
nu toe altijd in België is voorgevallen, de be
weging niet aan den gang is gemaakt door
de syndicaten en ontaardde in een uitgespro
ken revolutionnairen opstand, aangemoedigd
door de communisten.
Is het zoover kunnen komen, dan is dat,
omdat de arbeiders door armoede gedreven
werden. De loonen gingen vlugger naar de laag
te, dan de levensstandaard en de werkloozen
ontvangen niet genoeg uitkeeringen. De chris
telijke arbeiders keuren de excessen, die zich
voorgedaan hebben, af, doch zij vragen, dat
men van de arbeidersklasse geen zwaarder
offers zou eischen, dan van de andere burgers.
Devèze spreekt.
Hierna was het de beurt aan staatsminister
(Devèze (liberaal) om een rede te houden. Het
komt mij voor, aldus spr. dat wat door den
beier Delattre gevraagd werd, redelijk is. Ik
vind het een zeer mooie gedachte, om het
werk tusschen alle arbeiders te verdeden en
ik hoop, dat minister Heyman de werkgevers
bewegen zal, om naar de stem van hun ge.
weten te luisteren. Men kan niet maar altijd
doorgaan met loonsverlagingen; er moet goe
den wil getoond worden, in absoluut aiie
kringen. Gaat men echter over tot geweld,
dan is de regeering wel genoodzaakt strenge
maatregelen te nemen.
Pleidooi van R.K. spreker
De heer Debersé (R.K.) verklaarde, dat de
Kamer als één man de meening zou uitspre
ken, dat de mijnwerkers met eerbied en
menschlievendheid moeten behandeld worden.
De communist Jacquemotte, waarvan men
thans door papiererf van hem, die gevonden
werden, weet, dat hij actief deelnam aan het
beramen der staking, vond het noodig om te
zeggen, dat het begrip „communistisch oom-
piot" een louter verzinsel is van de „bour-
geoise" pers.
President Poncelet kondigde aan, dat door
staatsministers Devèze en Poullet een dag
orde was ingediend, zeggende, dat de Kamer
de gewelddadigheden, waartoe de staking aan
leiding is geweest en waarvoor de arbeiders,
klasse niet aansprakelijk is, afkeurende, be
sluit, dat het conflict gemakkelijk in een geest
Van rechtvaardigheid en wederzijdsch begrip
kan opgelost worden, haar instemming betuigt
met de regeeringsverklarlng en vertrouwende
hierop, een oproep richt tot alle goede burgers
om den socialen vrede weer te herstellen.
Vandervelde aan 't tv oord.
Bij de voortzetting der debatten over de
mijnwerkersstaking zei de socialistische lei
der Vandervelde, dat er niet zooveel oproerlin-
gen waren als men heeft willen doen. voor
komen.
Het spreekt van zelf, vervolgde hij, dat wij
het geweld, dat gebruikt wordt, niet goedkeu
ren. Doch moet de kloof tussohen de bezit
tende klasse en de arbeidersklasse zich nog
verwijden, dan mag men er zeker van zijn,
dat wij, alle socialisten aan den zelfden kant
van de barricade staan als alle werkers. (Ap.
plaus op de uiterste banken links).
Vandervelde zeide nog, dait, aangezien nie
mand de edschen der stakers inzake den prijs
van het brood, de loonen en de 40-urige werk
week bestreden heeft, de socialisten de dag-
Orde Poullet-Devèze zouden kunnen goedkeu,
ren, indien deze niet de woorden vertrouwen
de regeering bevatte.
4
■v;
DE EERSTE TOCHT. De grootste Eng. vliegboot, die pas werd voltooid en wat P.K. betreft van ongeveer
gelijke sterkte als de Do X, maakte haar eersten tocht; ze ging over de Medway naar Rochester.
Van onzen Parijschen correspondent).
Gallieni, de gouverneur van Parijs, heeft
geen „memoires" nagelaten, alleen is hij voor
nemens geweest ze te schrijven. Wat thans door
zijn zoon gepubliceerd wordt, zijn een drietal
notitieboekjes, waarin Gallieni enkele punten
heeft opgeteekend, die hem later zouden kun
nen dienep bij het vastleggen van zijn herin
neringen.
Er zijn „memoires", die voor den geschied
schrijver van groote waarde zijn, n.l. die, welke
niet met het oog op latere publicatie werden
geschreven. Maar het vertrouwen, dat zij zoo
gemakkelijk inboezemen, heeft haar aantal zeer
doen toenemen en tegenwoordig onderhouden
persoonlijkheden, die voor groote verantwoor
delijkheden staan en door de historie ter ver
antwoording kunnen worden geroepen, „mé
moires" die in de eerste plaats pleidooien zijn.
En vooral aan deze pleidooien dankt de vraag,
wie de winnaar is geweest van den Marneslag,
haar ontstaan.
In die strijdvraag was Gallieni partij, maar
niettemin hebben zijn aanteekenlngen voor de
geschiedenis een groote waarde: in de eerste
plaats, omdat zij zoo zeer den stempel dragen
slechts voor eigen gebruik bestemd te zijn ge
weest, en verder ook omdat zij weinig van een
pleidooi hebben, weinig bewijsmateriaal over
hoop halen, doch in het bijzonder sferen aan
geven. De zeer summiere notities zijn aangrij
pend om te lezen, daar zij personen en toestan
den van binnen uit zien. In enkele trekken zijn
personen weergegeven, met een sneer soms
worden we in verhoudingen gedrongen, en geen
schildering van de tragiek der bewogen dagen
van 1914 en 1915 heeft ons nog zoo hevig de
sfeer der burgerlijke en militaire leiders doen
aanvoelen. Zooals de parlementaire verwarring
van Augustus-September 1914 door enkele krab
bels van Gallieni wordt vastgelegd; zooals tn
uiterst beknopte notities de feitengang van den
Marneslag wordt vastgenageld; zooals ln wei
nige kreten de afkeer van de parlementaire
werkzaamheid gedurende zijn ministerschap
door Gallieni wordt voorgehouden, gaat er meer
overtuiging van uit dan van de omvangrijke
pleidooien bijv. van een Arincaré.
Meer of minder toevallig verschijnen gelijk
tijdig de eerste hoofdstukken van de mémoires
van Joffre, die eindelijk in September aanstaan
de zullen worden uitgegeven. Na de mémoires
van Foch en de vele technische werken, die
over den Marneslag zijn verschenen, kan men
dus thans wel zeggen, dat het materiaal voor
de strijdvraag omtrent den Marneslag volledig
het licht heeft gezien. En het resultaat is, dat
men. zictj eigenlijk niet meer kan vooratellen
hoe de kwestie ooit een vraag is geweest. Jof
fre zelf heeft zonder groote bitterheid geant
woord: Indien de slag mis was geweest, zou
men mij ongetwijfeld alle verantwoordelijkheid
hebben aangerekend.
Foch heeft nooit getwijfeld. In 1920 had hij
reeds tegen oud-minister Lefèvre gezegd:
„Kom, kom hij heeft alles gedaan. Zonder hem
zouden wij verdoofd gebleven zijn van den slag
van 1914". Weygand, in zijn Academierede,
heeft ongetwijfeld het laatste woord gespro
ken, toen hij Joffre den „meester van het lei
dend vernuft, de eenige leider van het ensem
ble" noemde,
Onder die omstandigheden Is het pijnlijk op
25 September 191o dus een jaar na den Marne
slag, als een ware explosie van Gallleni's bit
terheid aan het adres van Joffre, te lezen:
„Is er ooit een Marneslag geweest? Een groep
legercorpsen wijkt voor den vijand, leder leger
werkt voor eigen rekening; geeft men bevelen,
besluiten aan die legers, opgedrongen door hun
tegenstander? Zij doen wat ze kunnen. Trek
ken terug en verdedigen zich. Men wilde een
gezamenlijke actie ondernemen, een immense
rechte lijn in verband houden, zonder gaten,
terwijl iedere schakel voor eigen rekening
werkt; gelukkig trouwens. De instructie van
den 2den (September) beveelt terugtrekken op
de Seine, en terugtocht van twee legercorpsen
van Nancy, met als gevolg het opgeven van
Nancy en Verdun. Maar Castelnau biedt weer
stand op de Grand-Oouronné en redt Nancy.
Sarrail biedt aan gene zijde van Verdun weer
stand en redt de stelling. Ik neem het offen
sief en het groot-hoofdkwartier gaat naar Chd-
tillon, ver in de achterhoede. Acties gaan onaf
hankelijk van den wil van den grooten chef,
geleid door de bevelhebbers van de legercorp
sen. Maar weloverwogen? Ooit van Je leven!"
Van welk optisch bedrog is Gallieni hierbij
het slachtoffer? Hij beschouwt Joffre als de
man, die hem van de plaats houdt, waarop zijn
ontzaglijke (juist door Joffre erkende) kwali
teiten hem recht geven. Gallieni kan de feiten
niet voldoende op afstand zien en is tegen Jof
fre uiterst onbillijk. Reinach, Messimy hebben
alles gedaan om Gallieni van de gevoelens van
Joffre jegens hem te overtuigen, waarvan
Joffre ook publiek blijk beeft gegeven. En ten
slotte is het de volkomen overeenstemming in
inzichten en beider verlangen om het land te
dienen geweest, die gemaakt heeft, dat de vaak
striemende oordeelvellingen van Gallieni geen
schade hebben aangericht en dat de samenwer
king toch voorbeeldig is gebleven.
Eerst 24 Augustus 1914 worden de notities
J uitvoeriger, Messimy beert hem den totaal on-
■verzorgden toestand van de versterkte stel
ling van Parijs doen kennen en den 26en
Augustus krijgt Gallieni het bevelhebberschap
over de stad. Hij heeft drie corpsen van het
aotieve leger aan Joffre gevraagd. De 30e Aug.
is zeer tragisch. Millerand heeft hem geroepen
en zegt, dat het leger steeds terugtrekt en
vraagt op welk oogentolik het gouvernement
moet vertrekken. Joffre stuurde 3 onvolledige
corpsen reservisten. En Gallieni heeft den in
druk (zooals men weet later bevestigd) dat
Joffre Parijs wil opofferen. Om 3 uur 's mid
dags vraagt Polncarê hem, hoelang Parijs kan
standhouden. Antwoord: Parijs is niet te ver
dedigen. Het gouvernement moet onmiddellijk
■vertrekken". Zelfde verklaring in den Minister
raad.
Den eersten September „De toestand lijkt
mij heel somber; maar men moet niet wan
hopen .In het ergste geval, moedig sterven,
zooals zooveel anderen". Millerand zegt hem,
dat Parijs ingesloten zal worden en dat de
regeering morgenochtend vertrekt. Niemand
blijkt. Ik zal alle bevoegdheden heibben. Hij
vraagt mij, of ik bekwaam ben weerstand te
toleden aan alle invloeden, in het bijzonder
dien van Clemenceau en of ik het vertrek van
het gouvernement -beschermen kan. Bevestigend
antwoord".
Gallieni telefoneert met Joffre en Manoury
en nu vangt de groote samenwerking aan.
Als de slag op de Marne reeds woedt lezen
we: De actie is ingezet door Manoury, die in de
richting van de Ourcq vordert. Zoo het Engel-
sche leger goed marcheert, loopt alles best. Ik
beveel aan de 8ste divisie, het 4e legercorps
en de divisie Ebener Manoury te gaan ver
sterken. De actie moet overal gevoerd worden.
Ik blijf hier den geheelen dag in het bereik
van de inlichtingen. Bezoek van Clémentel aan
wien ik niet verberg hoe ik denk over het
nefaste optreden der parlementsleden voor ons
leger: zware artillerie enz. In den namiddag
goed nieuws over de actie van Manoury, maar
nog steeds geen nieuws van de Engelschen.
Brief van Viviani betreffende mijn relaties met
Renaudel, deputé-directeur van de „Humanité".
Vuile politiek! (Manoury had Renaudel opge
wekt zoodanig te schrijven dat het moreel be
houden bleef) Wij klampen ons vast aan de
operaties van Manoury, wien ik zooveel moge
lijk versterkingen zend."
Eerst den elfden kan Gallieni in zijn be
roemde dagorde aan Parijs de overwinning van
de Marne en het afweren van het gevaar voor
Parijs aankondigen. Het leger van Manoury
kwam dien dag rechtstreeks onder het opper
bevelhebberschap te staan.
Er is onder hen die een rol spelen weinig,
„adoration mutuelle" ja men is soms verschrikt
over de toegespitste verhoudingen, zelfs tus
schen sommige militaire chefs. Men ontziet el
kaar niet, maar per slot van rekening trekt
ieder mee in hetzelfde gareel, dat wonder bo
ven wonder niet breekt!
Heeft Gallieni ook bij het groot-hoofdkwar.
tier de intriges verondersteld, die hij in de
regeerlngs. en parlementaire kringen te Parijs
algemeen toegepast zag? Na een ibezoek aan
Joffre noteert hij onbarmhartig: „Visite k
Joffre, toujoura un grand finaud". En als men
dergelijke onbillijkheden leest, vraagt men zich
af, of het inderdaad wel wenschelijk ds dat
dergelijke nalatenschappen gepubliceerd wor
den?
7
J
Van onzen correspondentJ
LONDEN, 9 Juli 1932.
Van een mislukking van de conferentie van
Lausanne waren bij voorbaat zulke wereld
schokkende gevolgen voorspeld, dat de vol
doening behalve onder diegenen die houders
zijn van Duiitsohe Staatsfondsen veeleer de
niet-mislukking dan het positieve welslagen
geldt.
De Londensche beurs was tevreden, maar
niet geestdriftig. Zij was vooral tevreden, om
dat de onzekerheid betreffende den afloop der
conferentie, welke Woensdag nog een depri-
meerende factor geweest was, niet langer de
gunstiger wending, welke de zaken te Londen
genomen hebben, kon tegengaan. Maar behalve
M id'd el-Eu ropeesch e fondsen reageerden de
meeste secties niet of zeer zwak op het succes
van Lousanne.
Ook de pers is nieit uitbundig. Mr. Snowden
kreeg na de Haagsche conferentie een ovatie
bij zijn terugkeer te Londen, en een soort hul
diging schijnt thans voor mr. Mac Donald in
voorbereiding te zijn. Men spreekt zelfs van
een hoog eerbewijs, gelijk sir Austen Chamber,
lain na Locarno ten deel viel.
Bij koel nadenken evenwel komen velen tot
het inzicht, dat het voornaamste succes van
Lausanne gelegen is in zijn niet-mislukking,
maar dat er feitelijk zeer weinig vehanderd is
door de ge toeken de overeenkomsten.
Tenzij zij werkelijk het begin mochten zijn
van een betere verstandhouding, van samen
werking tusschen Frankrijk en Duitschland.
De openbare meening in Engeland is min of
meer beetgenomen wat betreft de onmiddellijke
uitwerking, welke intrekking der reparaties op
Amerika zou hebben. Dat Amerika's crediteu
ren besloten hebben een gemeenschappelijke po
litiek tegenover Washington te voeren, is on
getwijfeld van belang; Amerika evenwel heeft
hierop geantwoord dat het bereid is (waaneer?)
met individueels crediteuren te onderhandelen.
En hijzonder gebrand schijnt Washington hier
op niet te zijn.
Vóór de conferentie te Lausanne wisten de
gealieerden, dat Duitschland niet betalen zóu;
thans weten zij het ook. Het verschil is heel
klein. Evenals vóór Lausanne hangt ook thans
alles van Amerika af. En voorloopig verwacht
men van dat land zeer weinig.
Engeland heeft toegestemd in opschorting
van 'betalingen zijner Europeesche crediteuren
tot na de ratificatie van het verdrag van Lau
sanne. Maar dat verdrag zal door niemand gera
tificeerd worden, alvorens Amerika toegestemd
heeft in belangrijke redacties. Ondanks hun
pogingen om een vroolijk gezicht te trekken,
kunnen de bladen zich dan ook niet ervan
weerhouden hun lezers voor te rekenen, dat de
overeenkomst van Lausanne Engeland duur te'
staan komt, tenzij Amerika bereid is ook in de
„Nuit des dupes" mee te spelen.
Engeland verliest, althans theoretisch, 19
millioen per jaar aan Duitsche reparaties; door
de verlenging van het intergeallieerde schul
den-moratorium verliest het eveneens 19
millioen. Het totaal is ongeveer gelijk aan de
Britsohe annuïteiten aan de Vereenlgde Sta
ten, welke in December hervat moeten worden.
Indien voor dien tijd geen schikking met
Amerika getroffen wordt, dan zal En geland
die 38.000.000 moeten betalen. Het zal ae niet
alleen moeten betalen, maar zal dit ook doen.
Maar het vooruitzicht dat per belastingbe
taler 2 zal moeten worden betaald, waarvan
niet één penny gedekt wordt door voldoening
van. reparatie, en Europeesche oorlogssohulden
aan Engeland, is niet zóó aangenaam, dat men
hier een geestdriftig gejuich kan aanheffen.
Het voornaamste element van optimisme is
behalve de flauwe hoop op een werkelijke
daad van Amerika dat de schrapping der
reparaties een algemeene economische herle
ving, al dan niet via Duitschland, ten gevolge
zal hebben.
Maar ook hierin gelooft men niet onvoor
waardelijk.
Zulk een herleving werd in 1924 beloofd als
gevolg van de aanneming van het Dawes-plan.
Die belofte diende als bedrieglijke propaganda
voor de 7 pot Dawes-leening. Zij werd. her
haald ten tijde van de Haagsche conferen e
over het Young-plan en bij de vóórtijdig© on"
ruiming der bezette gebieden. Steeds en s ee< s
is de belofte ijdel gebleken. Zelfs toen de nan.
del van Duitschland tot in de rs,te maan"
den van het vorige jaar zoo geweldig oenam,
dat de Duitsche export die van Engeland over.
trof, nam de Duitsche vraag naar Bntsche
producten voortdurend af, en maakte Engeland
een tijdperk van weergaloozen commercieeleu
achteruitgang door.
Van pessimisme is hier geen sprake. Maar
er bestaat minder neiging dan vroeger geloof
te hechten aan voorspellingen betreffende de
schitterende gevolgen die het zal hebben, in-
dien de Britsche belastingbetalers opkomen
voor de verplichtingen van anderen.
Men wacht af wat de economische wereld
conferentie brengen zal. Men wacht af wat
Duitschland doen zal.
En ondertussohen vertrouwt Engeland op
zichzelf, en dit is, blijkens den gang van zaken
in de laatste tien maanden, het beste wat het
jdeen kan. I
HERSTEL DER GEHEIME
STEMMING.
Van onzen correspondent)
Parijs, 11 Juli 1932.
Het parlementaire stelsel heeft zijn oor
sprong gevonden in den wemsch der belasting
betalers zelf ook een woordje te kunnen mee
spreken over wat geheven zou kunnen wor
den. Reeds in het Ancien Regime" vonden
de bistoilles tusschen vorst en parlement haar
aanleiding in de belastingen. Maar met het
algemeen-maken van het stemrecht is de be
voegdheid van den belastingbetaler om de be
lastingen vrijwillig toe te staan" zeer ver
zwakt. Een steeds grooter wordend aantal
kiezers bekommert zich minder om de heffing
der belastingen, maar om het deel, dat zij van
de opbrengst kunnen bemachtigen.
In een land als Frankrijk, waar men voor
wat de directe heffingen betreft aan de
indirecte schijnt niemand zich te stoot en
de kleintjes versmaadt en dus de lage aan
slagen niet de moeite van het innen waard
vindit. is de verhouding tusschen het aantal
van Tien, wier namen op de rollen van den
fiscus voorkomen en de globale kiezersmassa,
zoo langzamerhand geworden als die van
David en Goliath. Nu willen we in 't geheel
niet zeggen dat zij, die geen aanslag thuis
krijgen, toch niet een zwaren cijns betalen,
maar zij, die betalen, beschouwen zich toch
meer als dagenen, die recht hebben op de een
of de andere manier van den staat te trekken.
Men weet, dat de spaarzame Franechman
een aantal idealen heeft: 't een of ander pu
bliek postje te bemachtigen, of op de een of
andere manier zich een staatsrente te ver
zekeren. En voorts voor tal van zaken, die
zich in het leven voordoen, den. staat voor de
kosten te laten opdraaien. Die idealen beroe
ren de electorale massa veel meer dan welke
staatsbelangen of prinicipieele vraagstukken
ook. En langzamerhand is de toestand zoo
geworden, dat als men over de electorale mas
sa spreekt, men niet eens meer het kiezers
corps in zijn geheel op het oog heeft, maar
dat deel, hetwelk zich van het stembeljet be
dient om de staatsruif te bereiken. Het aan
tal van hen, die stemmen om van den staat
materieele voondeelen te bekomen is zooda
nig toegenomen, dat het zoo ongeveer de ver
kiezingen in handen heeft.
In politiek geschoolde landen moge al
eenige notie van algemeen belaing zijn over
gebleven, in een land als Frankrijk, waarin
aan de massa op bedenkelijke wijze het staat
kundig inzicht is ontnomen, heeft een indivi
dueel egoïsme in ernstige mate het besef van
het gemeenschapsbelang verdrongen. Meer
dan elders is hier de politiek de wedloop ge
worden naar de voondeelen, die de sitaat kan
afwerpen. Voor het grootste deel der kiezers
is het stembiljet het middel geworden om de
candidafen der volksvertegenwoordiging in
dienst tie stellen van zijn begeerten op het
stuk van salaris, loon, pensioen en allerlei
premies en vergoedingen.
Het gevolg daarvan is, dot een candidaat
kans maakt naarmate hij weet te beloven en te
verzekeren, en dat de meerderheid der volks
vertegenwoordigers, eenmaal in het parlement
gekomen, de financiën moet aanspreken om
de kiezers te voldoen. In tijden van welvaart,
ails de financiën grif binnenkomen, kunnen
zij gemakkelijk edelmoedig zijn en hun kie
zers wat toewerpen, maar als de magere ja
ren gekomen zijn, en zij de kas moeten be
schermen, dan zijn ze de gevangenen van hun
beloften. Zij moeten dan hun kiezers tot be
scheidenheid aansporen, maar hot is niet
daarvoor, dat zij naar het parlement werden
gezonden. De belanghebbenden schreeuwen
ganw hurfi teleurstelling uit en kijken hun
vertegenwoordigers op de vingers- Gevolg:
een parlement, dat de bezuiniging niet aan
durft, door de crisisomstandigheden Kehoien,
Een parlementaire machteloosheid om dat
gene te doen wat het algemeen belang vraagt,
omdat bijzondere belangen het parlement sa
menstellen.
De feiten van den dag illustreer en dat wel
bijzonder duidelijk. Frankrijk staat voor zeer
ernstige financieel© moeilijkheden. Het mid
delen-tekort neemt schrikbarend snel toe.
Nog voor het loopende jaar zal voor vier
milliard aan bezuinigingen of nieuw© midde
len moeten worden gevonden en voor de aan
staande begrooting wordt reeds op zes m11"
liaïd gerekend. 1 -
Het ministerie beeft zich onmiddellijk en
niet zonder moed aan den arbeid. ge®et om den
financièelen toestand op to klaren. Overtuigd
dat de staat op een te gr-ooten voet leeft en
veel te royaal allerlei diensten distribueert,
kondigde de minister van financiën, de heer
Germain Martin, all©rl'ei 1)62:11'«igingen aan.
Hij dacht aan
vermindering van het sinds den
oorlog zoo schrikbarend toegenomen aantal
staatsdienaren, voorts aan inkrimping der
overheidisloonen, die de loonen der industrie
niet in hun daling hetoen gevolgd, niettegen
staande zij niet eens het gevaar kennen van
werkloosheid, «n;z., een vermindering van
samenkopP©1 van allerlei faveurs, kortom;
hij wilde den buikriem aanhalen van het tal
rijk geslacht der „budgettivoren".
De regeering, <Jie ernstige saneering
wil komen, zit met de handen in het haar
de voorstellen worden van week tot week uit
gesteld, en de heer Germain Martin is tot
eenige lapmiddelen gedwongen, waarvan hij
de onvoldoendheid kent. Wat zijn plannen in
den weg sitaat, is de onmacht van het parle
ment om aan de eischen der electorale dema
gogie te ontkomen. Niet alleen hij, maar alle
ministers van beteekenls, aan wie het finan
cieel beleid een oogenblik toevertrouwd is ge
weest, weten dat, en het is dan ook geen toe
val, dat het juist twee oud-ministers van fi
nanciën zijn, die het kwaad in den wortel
willen aantasten en daarom met voorstellen
komen om het parlementaire stelsel, zooals
dat thans werkt, te reotificeeren.
De hoeren Chönon en Caillaux weten wel,
dat de kamerleden zelf de zaken niet ver
keerd zien en heel goed weten, dat het alge
meen belang een sameering eisoht. Maar de
bezuinigingen, die zij daarvoor noodig achten,
durven zij niet toe te staan uit vrees voor hun
kiezers. De electorale demagogie legt aan het
parlementslid een Imperatief mandaat op,
niettegenstaande het door den geest van het
parlementaire stelsel is veroordeeld- Die
electorale demagogie kan zich doen gelden,
doordat de kiezers de parlementsleden op de
vingers kunnen kijken. En hoe wenschelijk
dat la het algemeen is, het wordt bedenkelijk,
wanneer het er op aankomt impopulaire be
slissingen te nemen, door het algemeen be
lang geëiecht. Belde senatoren verwachten
eerst bezuinigingen als het parlement en de
senaat in sommige gevallen .hun uitspraak
kunnen geven buiten den druk der kiezers
om. Zij willen daarom de geheime stemming
weer mogelijk maken, zooals de heer Caillaux
zegt: „uit bezorgdheid voor het algemeen
belang en de noodzakelijkheid om de publieke
financiën te beveiligen tegen de aanvallen
van coalities
In feite is de openbare stemming niet een
noodzakelijk bestanddeel van bet parlemen
taire stelsel. En zeker niet in Frankrijk. Van
die invoering van het algemeen stemrecht af,
dus van 1789, bijna een eeuw lang, tot in
1885 bleef de geheime stemming toegestaan,
als kamer of 'senaat die wenschte; ze werd
eerst afgeschaft toen links in de publieke
stemming een middel zag om de kiezers te
vangen door middel van een politiek van libe-
raliteiten, waartoe de verdedigers van een
zuinige staatshuishouding niet te vinden
waren. Het eischen van de publieke stemming
is een der belangrijkste giften geweest, aan
de electorale massa toegeworpen.
In 1886 bedacht men in eens, dat de „ver-
overing van 1789" die publieke stemming
eisohte en kamer en senaat voerden haar met
bijna unanimiteit in. „Het bekendmaken der
stemming lees: hoe ieder volksvertegen
woordiger gestemd heeft Is de onmisbare
waarborg voor het souvereine recht der natie
om te oantroleeren" zei Baliue in de kamer en
in den senaat lichtte Morellet zijn voorstel
aldus toe: „De natie moat de ware soeverein
zijn. Ze moet waarborgen om haar mandata
rissen te beletten van de macht misbruik te
maken, die tn hun handen is gelegd". En de
ware aap kwam uit de mouw Ow«>r de woor
den: „de publieke stemming stelt het kiezers
corps in staat te weten, welke de politieke
houding is der afgevaardigden op het oogen.
blik, dat het mandaat eindigt, om zoodoende
met kennis van zaken hun het vertrouwen te
kunnen vernieuwen of onthouden".
In theorie lijkt dat heel mooi, zoo zelfs dat
men er zich slechts over verwonderen kan,
dat het een eeuw geduurd heeft, eer men tot
een zoo essentieele erkenning is gekomest
Maar in de practijk bleek het op de dictatuur
van de coalitie van bevoordeelden uitgeloopem.
En in Frankrijk is zulk een dictatuur al zeer
gemakkelijk uit te oefenen door den emarmen
Invloed, dien de bevoorrechte categorieën kun
nen uitoefenen. Men kent er de macht van de
ambtenaren en staatsdienaren, die op de ver
kiezingen zulk een grooten invloed hebben.
Men kent er het ontzaglijk aantal invaliedeni
en oudgedienden, die zeker niet aan hun pen
sioenen ën premies zullen laten komen. Men
weet, hoe machtig de boeren er zijn over de
radicalen en socialisten, die wel de overma
tige besohermingspolitiek verfoeien, maar er
toch niet aan zullen durven raken. Op elk
gebied van nuttig ingrijpen kan de regeering
gemakkelijk sterke coalities tegenover zich
vinden. En wat de zoo vreemdsoortig en ge
vaarlijk opgezette sociale verzekering betreft,
die geweldig duur is, doch niemand bevredigt,
zullen, de boeren luist dank zij een rose-roode onrr
regeerlng aan den verzeikerlniss^Hobtt weten
Of tihans nog een dam kan worden opgewor.
pen tegen de electorale demagogie, wagen we
te betwijfelen. De voorstellen van de senatoren
Ohéron en Caillaux, die ook in de kamer bij-,
val vinden, zullen op een heftigen tegenstand!
stuiten van die kamerleden, die Juist aan de
demagogische beloften hun zetel danken. En
die vormen de meerderheid. Maar hoe het land
op andere wijze uit den financdeelem nood en
uit de economische ontreddering moet worden
gehaaLd, is ook niet duidelijk. J
STARNBERG, 12 Juli. (V.D.) Hedenmorgen
tegen 4 uur begon aan den Westelijken oever
van het Starnberger meer een onweersregen,
die tegen 6 uur den omvang van een wolk
breuk aannam. Eenige plaatsen aan dezen
oever werden gefheel overstroomd.
Het plaatsje Traubing was gedurende eenl.
gen tijd geheel door het water geïsoleerd.
In Tutzinig richtte de wolkbreuk groote ver
woestingen aan. In een oogwenk stond hef!
geheele stadje blank. De bewoners waren in
hun huizen opgesloten. Het water drong vele
woningen binnen en richtte groote schade
aan.
Drie uur lang dnurde het noodweer. Op
vele plaatsen stond het water een halven meter
hoog.
In de nabijheid van Tutzing is het tramver
keer door het water gestoord. De aangerichte!
schade kan nog niet geschat worden.
Zware onweders en over,
stroomingen in Italië.
ROME, 13 Juli. (V.D.) Tengevolge van zwaTe
onweders in den nacht van Maandag op Dins
dag is de Tanara Asti buiten haar oevers ge
treden, waardoor uitgestrekte gebieden tot
Alba en Alessandria overstroomd zijn.
De geheele koren- en hooioogst is daar ver
woest.
De schade bedraagt vele millioenen lires.
Bij Cuneo werd de hut van een landbouwer
door de golven van een rivier meegesleurd,
waarbij de bewoner den dood vond.
Te Parma werd door een onweer met een
orkaanaöbtigen storm een deel van de stad
en de aangrenzende velden blank gezet.
Ook hier leed de oogst groote schade.
In Massa sloeg de bliksem het kruis van
den klokkentoren weg en beschadigde het koe
pelgewelf.
In midden-Rijngebied
KOBLENZ, 13 Juli- (H.N.) Gisteren heeft
boven het gebied van den midden-Rijn een
hevig onweer gewoed, dat van wolkenbreuken
en zware hagelbuien vergezeld ging. Aan de
wijnbergen is groote schade toegebracht. Voor
al Aasmansbausen heeft zwaar geleden. Ook
in het Hunariick-gebied heeft hat onweer
zwaar huisgehouden.
Onze correspondent te Brussel seint ons; Bij
zitten en opstaan beeft de kamer beden in
eerste lezing het kiesrecht toegestaan aan
de vrouwen voor de provinciale verkiezingen.