HOOGTEDAG VAN HET
MARIACONGRES.
DE SLUITING VAN HET
MARIA-CONGRES.
MARIA GEKROOND
DINSDAG 9 AUGUSTUS 1932
OPDRACHT VAN MISSIE-WERK EN
hereenigings-apostolaat.
DE SECTIE-VERGADERINGEN IN
VOGELVLUCHT.
DE MARIA.OMDRACHT.
anegLndXra^gin^7an
DE AVONDVERGADERING.
DE LAATSTE DAG.
De sectie-vergaderingen.
EEN GROOTSCHE INDRUKWEK
KENDE HULDE DER
JEUGD.
DE GROOTE SLUITINGS-
VERGADERING.
N ij m e g e n, Zondag 7 Augustus.
Volle kerken.
De tweede dag van het Nationale Maria-
Congresi die het hoogtepunt van de trits der
Mariadagen moest worden, zette in met een
algemeene H. Communie in alle kerken der
stad. En alle kerken waren bij de morgenmis
sen stampvol. „We hebben onze parochiekerk
nog nooit zoo vol gezien", zeiden de Nijmege-
naars; Duizenden en nog eens duizenden gin
gen ter H. Tafel voor het welslagen van het
congres. Om 9 uur werd op twee verschillende
plaatsen een Pontificale Hoogmis opgedragen:
in de St. Canisiuskerk in de Molenstraat cele
breerde Z.H. Exc Mgr. Jansen, aartsbisschop
van Utrecht, in de kerk Maria Geboorte op het
Mariaplein Z.H. Exc. Mgr. A. P. Diepen, bis
schop van 's-Hertogenboseh.
Al waren de kerken vol, opgepropt als in de
morgenuren waren zü niet: veel congressisten
■wachttten de groote openlucht-mis af, die te
halt elf op het Wedren-terrein zou worden op
gedragen. Het altaar der Canisius-kerk was
prachtig met witte hïariabloemen versierd, ter
wijl achter en hoog boven het altaar blauw
witte decoratiedoeken waren aangebracht
Overal tusschen de pilaren hingen rose-witte
bloemenmanden. Het versterkte koor der kerk
zong hier de Missa tribus vocibus van den Nij-
zneegschen kerkcomponist W. Heydt.
In de kleinere Mariakerk met haar heldere
mooie baksteenmuren waren altaar en pilaren
met veel bloemen en frlsch groen versierd,
terwijl boven het altaar een electrische licht-
boogmet de letters „Ave Maria" was aange-
bracht. Hier zong het kerkkoor de Missa Fes-
tiia van Ph. Loots, terwijl de Paters Francis
canen uit V en ray het Gregoriaansch verzorg
den, onder leiding van dr. E. Bruning O.F.M.,
In de stad-
Ondertusschen wordt het in de stad een on
gekende drukte van menschen. Van alle kan
ten der stad, o.a. het Hunerpark, het Kelfkens-
bosch, het station, maar vooral het Keizer Ka
rei plein arriveeren de monsterachtig-groote
blinkende autobussen en storten haar Inhoud
over de vlaggende straten en pleinen uit. Vele
extra-treinen brengen de duizenden, aan. Overal
trekken de-congregatie-af deelingen, de K. J. V.-
melsjes, de Jonge Werkman-groepen, de Fami
lie-secties met de vlaggen voorop.
Wij tellen vandaag alleen met duizenden^
soms zelfs met tienduizenden. Op het terrein
aan den Bijleveldsingel zijn naar schatting
tusschen de 10.000 en 20.000 menschen bijeen,
als om half elf de gezongen H. Mis in de open
lucht begint.
De Openlucht-Mis, een
grootsche plechtigheid.
De H. Mis in de open lucht, gecelebreerd
door mgr. F. Hendrlkx, vicaris-generaal van
het bisdom 's-Bosch, is een grootsche manifes
tatie geworden van de pracht en de schoon
heid onzer liturgie en van de innige devotie
van ons katholieke volk. De pracht onzer litur
gie: reeds het hooge altaar onder het gToote
roód-wltte baldakijn maakte, levend gemaakt
als het werd door den priester in rijk kasuifel
en de vele koorknapen in kardinaalsroode ge
waden met wit-kanten koorhemden, den indruk
van een rijke en bloeiende schoonheid.
Deze indrukwekkende H. Mis vormt zeker
een der mooiste en meest grandiooze gebeur
tenissen van het congres.
Onmiddellijk na de H. Mis heeft nog een an
dere belangrijke plechtigheid op het wedrenter
rein plaats. De Aartsbisschop, Mgr. Jansen, ar
riveert en wordt door het congresbestuur, de
besturen van den priestermissiebond en van de
Hereeniging en door alle aanwezige missiona
rissen aan den Ingang afgehaald.. De stoet be
geeft zich naar het altaar, waar Mgr. Jansen
«an de linkerzijde plaats neemt, terwijl de vele
missionarissen zich op de treden van het al
taar opstellen. En nadat door.de duizendkop
pige menigte het congreslied Is gezongen, be-
stijgt Pater Borromeus de Greeve het gestoelte,
een bezielende gestalte, die met klare volle
stem zich tot de menigte richt.
Rede Pater Rorromaeus de
Greeve O.F.M.
Het is nu het oogenblik, waarop heel het ka
tholiek missiewerk aan Maria zal worden toe
gewijd bij monde van onzen jongsten Neder
landschen missie-bisschop Mgr. Joosten en den
gToot-propagandist van het Wereldapostolaat
der Hereeniging, Pater van Keulen.
Wij gaan aan Maria toewijden het missie
werk, d.L het geweldige werk der bekeering van
nog 1000 millioen zielen van heidenen, wij wij
den haar toe ieder woord, iederen arbeid, ieder
offer van onze missionarissen, het ontzaglijke
werk der Hereeniging. Wij wijden Maria dit
wereldwerk toe, omdat met al onzen goeden
wil we onmachtig zijn in zulk een geweldig
plan zonder de genade Gods. Priesterroepingen,
geld en bekeering, het is alles afhankelijk van
de Goddelijke medewerking. Maar hoe kunnen
wij deze beter verkrijgen dan door de voor
spraak van haar, die de hulp, de troost, de be
moediging was bij de eerste uitbreiding der
kerk, en die, Moeder der Menschen, zeker hare
roeping niet zal vergeten
Daarom deze krans van missionarissen rond
den Jongsten Nederlandschen Missiebisschop
voor het altaar van Maria.
En als wij er om heen staan, mag dat niet
alleen zijn om toe te zien, maar om tevens ons
er aan te herinneren, dat ook wij ons deel heb
ben te brengen door gave en gebed.
Dan zal deze actie eerst hare volle beteeke-
nis krijgen en worden tot een stralende Maria-
hulde.
Mgr. Joosten draagt daarna plechtig de mis
sie aan Maria op,'terwijl pater van Keulen het
zelfde doet voor het Apostolaat der Hereeni
ging. Dit is waarlijk de bevestiging van Ma
ria's moederschap over ieder levend mensch.
Tot slot der plechtigheid geeft Mgr. Jansen aan
de missionarissen en de verzamelde menigte
zijn bisschoppclijken zegen.
Op de H. Landstichting-
Het is onbegrijpelijk, hoe bij de geweldige
Idrukte, die tijdens deze hoofdplechtigheden
heerscht, de vele verschillende gelijktijdige ge
beurtenissen en vertooningen op andere punten
der stad en zelfs daarbuiten nog zulke ontzag
lijke menschenmassa's kunnen trekken. Bij de
opvoering der ,.BIiscap" zijn er 1600, hoevele
duizenden er zijn op de H. Landstichting is
piet te teilen. Pastoor Suys heeft daar, goed
organisator als immer en als immer ook, door
Piet Gerrits knap terzijde gestaan, zijn ge
liefde monumenten, die op het leven van Chris
tus, vanzelfsprekend ook van Maria en Jozef
betrekking hebben, met het leven uit de dagen
van het Oude en Nieuwe Testament gevuld.
Abraham zit er in zijn geitenharen tent, hij
ontvangt op Oostersche wijze de vreemdelingen
die hem in kleurige gestreepte kaftans bezoe
ken; Sarah zit te spinnen in het familiegedeelte
der tent; de knechten leggen het houtvuur
aan, waarop het gemeste kalf zal worden ge
braden. Ook het huisje van Nazareth is be
woond: Maria met witten hoof doek zit binnen
in het huis koren te ziften. In den werkwinkel
van Jozef wordt druk gewerkt door mannen
in bonte Oostersche kleederdracht. En dit alles
doet zoo natuurlijk, zoo aardig, zoo schilder
achtig aan, het past zoo volkomen bij de mo
numenten, die de heilige plaatsen voorstellen,
dat het werkelijk een uitstekend idee geeft van
het leven van Maria: er is niets stijfs, niets
gedwongens in, het is mooi.
En de menschen komen in maSsale drom
men, honderden auto's en autobussen brengen
de menigten aan; de Oostersche herberg biedt
aan talloozen lafenis en het verfrisschingshuis
aan den ingang kan onmogelijk den toeloop be
vatten.
Eén van de dingen, waarin de beteekenis
van het Maria-Congres zich sterk uitspreekt,
zijn de sectievergaderingen. Het zijn geen mas
sale uitingen, geen demonstraties, het is geen
fanfarewerk, wat hier verricht wordt, maar de
diepere geest, die de uiterlijke glorie draagt,
wordt hieir gesterkt en gevoed, door de sectie
vergaderingen klopt de inwendige bloedstroom
van het katholieke leven.
En daarom is het zoo verbluffend typeerend,
dat deze vergaderingen zoo geweldig goed be
zet zijn, dat alles wat er rond been te doen
is, de menschen niet aftrekt van deze ver
gaderingen waar de beteekenis van Maria voor
de versehilileinde groepen meer In hiet bijzonder
uiteengezet wordt.
Maar de mooiste, de pakkendste sectieverga
deringen zijn die van de St. Josephsgezellen
en van „De Jonge Werkman", welke om twaalf
uur aanvangen. Ree'ds de St. Josephsgezellen,
ontzaglijk-veel in aantal in de groote, stamp
volle zaal van het Gezellenhuis, op enthousiaste
en meesleepende wijze toegesproken door pater
van Ruth S. J., maken met hun vele oranje-
zwarte vaandels den Indruk van soldaten te
zijn. Maar hoeveel meer nog de „Jonge Werk
man", de vele honderden „groenhemden", die
■in de Dekenale kerk rij aan rij alle banken,
'alle stoelen bezetten, een leger van strijdbare
jongelieden. En zij worden door kapelaan van
der Steen ook op de forsche, begeesterende
wijze toegesproken, waarop men een leger toe
spreekt „Vooruit tot Christus, onzen Koning!"
Niet voor niets bezoeken de bisschoppen deze
vergaderingenMgr. Aengenent, die der ge
zellen, Mgr. Diepen die der groenheimden.
De veldheeren weten, waar zij hun sol'daten
zoeken moeten. In een korte toespraak heeft
Mgr. Aengenent zjjn uitdrukkelijke sympathie
met den grooten en vooral ook innerlijken groei
van de St. JozefsgezeJlen vereeniging betuigd.
Tenslotte zegde Z. H. Exc. zijn volledigen
steun en sympathie toe aan de St. Jozefsgezel-
lenvereeniging als eenige organisatie voor jonge
Katholieke werkende mannen in zijn diocees.
Ook de zes sectievergaderingen, die des
middags om twee uur beginnen, drie van
de Mar ia congregatie in drie verschillende
kerken, één van de H. Familie, van het Aposto
laat der Hereeniging en van de Augustijnsche
Derde Orde zijn weer zeer druk bezocht. De
kerken zijn stampvol, vele menschen moeten
zelfs staan.
Zoo wordt op deze sectievergaderingen in alle
toonaarden de lof van Maria gezongen, worden
alle zijden van haar Wezen verklaard en tot
voorbeeld gesteld, vindt iedere groep, iedere
sectie in haar, datgene, wat hij zoekt, als m
een Moeder.
Tot allen zich weer tezamen vereenigen om
Sn een schitterende demonstratie van de kracht
van het Katholieke leven blijk te geven.
Een werkelijk-schitterende stoet, die door Nij-
megens straten voorafging aan het kleine,
■vereerde Mariabeeldje, dat vandaag plechtig
gekroond zou worden. Een eindelooze optocht
met de kleuren en de wemeling van vlaggen en
bonte eostuums, die aan de processieh der mid
deleeuwen en van den Renaissancetijd moes
ten eigen geweest zijn. Maar misschien nog
van wijdscher afmetingen dan deze eeuwen ver
mochten tot stand te brengen, een stoet, die
*™s' wat er in Nederland aan katholiek Ie
x-Aft-paa 3aU ^'koliek organisatieleven bloeit,
nwooridigde en die, vlug trekkend meer
ïpnp+ft6^ "k-j n<XKliS bad om in zijn volle
lengte voorbij te trekken.
im^wi»8!'1"'61003 Yoorbijtrekken van katholie-
takken van hanLf en
werkgevers, van leeraren L'Ur^risen tou
meisjes en jongens der midflelw f
studenten professoren, onderofficieren^oHb
30
dan 85 Maria-congregaties en 'n twinUgtel^H
Familieafdeelingen voor mannen
verschillende kloosterordes en'^S
van geestelijke en wereldlijke hoogwaardiehel
den. En dat alles niet een kleurloos, monotoon
voorbijtrekken, maar alle afdeelingen voorzien
.van kleurige en wapperende vaandels en vlag
gen, op iedere tien man, maar dikwijls minder
minstens één vlag, en de meeste afdeelingen in
fleurige, frissche eostuums of uniformen, zoo
vroolijk en weelderig, dat het voortdurend een
lust was er naar te kijken. En dat alles afge
wisseld door de tallooze herauten op hun schon
kige paarden of door mannen in jacquet met
hooge hoeden en natuurlijk door blazende nar-
monieën. Is het wonder, dat heel Nijmegen is
uitgeloopen om dit te zien, dat naar schatting
60 70.000 menschen op de been waren en dat
overal, waar de stoet passeerde he<t volk acht
of tien rijen dik "stond opgepakt, terwijl uit het
raam van ieder huis minstens tien koppen sta
ken
Het mooiste gedeelte van den stoet nadert
pas het laatst, als het Mariabeeld op komst is.
Dan komen de eindelooze reien kleine, lieve
engeltjes, de groepen, die de werelddeelen voor
stellen Europa met woeste Hunnen en Ger
manen in dierenvellen, Azië met zijn gele
Chineesjes en Japanners, Afrika met de pik
zwarte negertjes, met hun kroeskoppen, Austra
lië met zijn bronzen Maori's, Amerika met zijn
bontgetooide en -gevederde roodhuiden. Wat wa
ren die kindertjes aardig geschminkt en ge
kleed, wat deed dit alles leuk aan.
En dan achter die Pages en een laatste Eng»
De K. J. V.-meisjes vormden in de
processie de groep „Sterre
der Zee",
lengroep, nadert het kleine Maribeeld op blau
wen troon, geheel met gele bloemen belegd. Tal
looze kleine herautjes dragen het en het wordt
begeleid door een groote ^roep pages en groen
hemden. Een eerwacht van Malteezerridders
volgt achter het beeld, in hun schilderachtige
rood-witte uniformen.
Deze eerewacht bestond uit: Z. Th. J. F.
Baron van Dorth tot Medler, Duiven, Cl. Z. G.
A. J. Baron van Dorth tot Medler, Vorden; H.
R. M. Th. Ridder de van der Schueren, Nijme
gen; Mr. E. H. J. Baron van Voorst tot Voorst,
Beek bij Nijm. en mr. G. R. baron van Voorst
tot Voorst, Zwolle. Daarna volgde de Aarts
bisschop en de Nederlandsche Bisschoppen, de
andere Bisschoppen, de gemijterde Abten, de
verdere hooge geestelijkheid, de wereldlijke
Hoogwaardigheden. En de stoet werd besloten
met de kleurige eostuums en vlaggen der mo
derne jeugdorganisaties: de Graal, de K. J. V.,
de Gezellen, de „Jonge Werkman".
Het Lof en de kroning.
Zoo nadert de lange processie het Wedren
terrein en trekt langzaam achter door de poort
naar het openlucht-altaar op. En als alle kleu
rige groepen met haar wel duizend vlaggen
zich kaarsrecht voor het altaar hebben opge
steld tienduizenden omringen het terrein
als de bisschoppen en de andere hoogwaar-
digheidsbekleeders op de kiosk hebben plaats
genomen, betreedt mgr. Diepen bet altaar en
begint met de celebratie van het plechtige Lof.
Na ihet Lof leest pr<K. Jansen met heldere
stem den brief voor, die kardinaal Pacelli aan
mgr. Diepen schreef en waarbij de pauselijke
goedkeuring tot kroning van het Nijmeegsohe
Mariabeeld verleend wordt.
En dan, als het ritueel is verricht, gaat mgr.
Diepen, terwül de ontzaglijke menigte zich
eenige passen naderbij dringt, naar het beeld
en zet het den gouden kroon op, door katho
liek Nederland in spontane liefde geschonken.
Een door de duizenden, uit volle borst ge
zongen Magnificat besluit deze meest groot
sche plechtigheid van het congres.
Al hadden de extratreinen en de honderden
autobussen weer zeer velen uit Nijmegen weg
gevoerd, nu het hoogtepunt van het congres
voorbij was, vanzelfsprekend was de zaal der
„Vereeniging" 's avonds weer tot in den nok
bezet, toen prof. Jansen O.P. met een woord
van lof en dank de avondvergadering opende
en een korten terugblik gaf op de groote plech
tigheden van den afgeloopen dag en hunne
beteekenis.
Drie bisschoppen, H.H. Exc.'s Mgr. A. F.
Diepen, Mgr. Alexander Churaparambil en
Mgr. dr. Jan Olav Smit woonden deze avond
vergadering bij.
Nadat het kerkkoor der parochie van O. L.
Vrouw van Lourdes eenige zangnummers ten
gehoore had gebracht, gaf prof. Jansen het
woord aan dr. H. W. E. Moller, lid van de
Tweede Kamer der Staten Generaal voor zijn
rede: „Maria in het familieleven"
Maria in het familie-leven.
De Nederlandsche volksgemeenschap stond
in de middeleeuwen aan de spits van Europa
in de vereering van Maria. De talrijke won
derbeelden, de hon
derden kerken
naar Maria, als
beschermster ge
noemd, getuigen
het, alle kunsten
spreken het uit in
woord, beeld en
muziek, door geen
volk Overtroffen,
soms zelfs niet ge
ëvenaard. Bij de
herdenking van dat
alles, beseffen we
'Pas goed, wat we
verloren. Wat toen
vanzelf sprak, is
nu, naar men
meent, niet meer
mogelijk. MaaT
is de vereering van Maria in besloten kring,
in het gezinsleven nog wel zoo 'hartelijk als
vroeger. Onze Maria-vereering is niet meer
zoo kinderlijk, niet meer zoo uit het hart als
'bij onze voorvaderen. Is ook bij ons katholieken
over het warme geloof de kille gletschertocht
van het calvinisme getrokken Is ons werk
dadig geloofsleven verstijfd door de stugheid
van het Jansenisme
Misschien bij velen wel. Voelen wij ons te
voornaam en te geleerd, uitgegroeid boven die
kinderlijke vereering van Maria Ons geloof
is zwak geworden in een van zijn voornaamste
eigenschappen: de eenvoud. De redenaar zette
hierna den dieperen grond der Maria-vereering
uiteen: zij is de Moeder Gods, dat maakt haar
tot de onvergelijkelijke boven allen. Deze ver
beven waarheid, naast die andere, dat zij door
den gekruisten Christus ook als moeder over
ons allen is aangewezen, dkt is de kern onzer
Mariaverering. Kunnen wij dan te groot zijn
om Haar als Moeder te eeren
Hierna ging dr. Moller uitvoerig de drie
voortreffelijke eigenschappen van Maria be
schouwen, die Haar tot een voorbeeld maken
voor alle gezinsleven: haar wijsheid, haar éên-
voud, haar offermoed.
Na een dankwoord van prof. Jansen, eenige
zangnummers en 'ten slotte een 'begeesterend
en warm slotwoord van Mgr. Diepen werd de
verfilming gesloten,
dr. Moller.
N ij m e g e n. Maandagmorgen.
Op den derden dag van het groote Nat.
Marla-Congres was het merkbaar, dat het
hoogtepunt van het Congres voorbij was, Na
tuurlijk arriveerden er nog steeds autobussen,
kwamen er nog immer Congregaties en Maria-
vereenigingen .trokken de Graalmeisjes met
haar kleurige costumes nog door de stad, maar
de groote drukte van den Zondag was toch
over. Slechts aan het St. Canisiuscollege, waar
Dom Ildefons Dirks O.S.B., Benedictijn van den
Oostersclien ritus, uit Am ai sur Meuse met
concelebratie van de zeereerw. paters Maurus
en Faustinus Q.M.C. een plechtige H. Mis
opdroeg volgens den Griekschen ritus moesten
helaas nog talloozen worden teleurgesteld om
dat kapel en koor geheel vol waren.
De Grieksche H. Mis-
Het altaar der Canisiuskapel was, daar het
zich bij den Oosterschen ritus binnen het z.g.n.
„Heiligdom" moet bevinden, door een prach
tige ikonostasis, een afscheiding tusschen het
„Heiligdom" en den „tempel" van het schip
der kapel gescheiden.
De ikonostasis was van dof goud, waartegen
de zeer mooie afbeeldingen van Christus en
Maria fraai uitkwamen. De versiering bestond
geheel uit schilderingen; beeldhouwwerk wordt
door den Oosterschen ritus niet toegestaan. De
ikonostasis was voorzien van drie poorten, een
groote in het midden en twee kleinere aan
weerszijden, waardoor priesters en concelebran
ten nu en dan uit het „Heiligdom" naar buiten
traden in den tempel.
Dat het Apostolaat der Hereeniging ons de
gelegenheid gaf op dit Congres kennis te mar
ken met andere vormen van een Eeredienst,
die God en Maria gelijkelijk als de onze ver
heerlijkt, moet op boogen prijs worden gesteld.
In de morgen- en middaguren van vandaag
hadden ook de laatste sectievergaderingen
plaats.
Ook op deze vergaderingen was de drukte
niet zoo overweldigend als gisteren, doch wa
ren de kerken en zalen waar, zij plaats vonden,
nog vrijwel geheel vol. Wat gisteren echter
het geval was, dat talloozen zich met staan
plaatsen moesten tevreden stellen, kwam van
daag niet meer voor.
Reeds te negen uur sprak dr. Jac. die
Vreeze S.J. in pensionaat Mariënbosch voor
een groot aantal leerlingen van middelbare
meisjesscholen over „Maria, als het voorbeeld
van toekomstige jonge moeders".
De Domiinicuskerk, waar de Dominicaansehe
Derde Ordelingen vergaderden om te luis
teren naar den uitstekenden redenaar
die lector Molkenboer O.P. is, was al
even vol als de Franc'iscuskerk, waar dr. Vitus
van Bussum O.M.C. in krachtige taal de be
teekenis van Maria voor de Derde Orde van
Pranciscus schetste.
De laatste sectievergaderingen In den mor
gen waren die der Nederlandsche priesters i;n
de nieuwe aula van do R.K. Universiteit en
die der beide Federaties van R.K. Vrouwen
bonden en van de Meisjesbescherming in de
groote zaal van de Vereeniging.
Het spreekt vanzelf, dat ook deze beide sec
ties, waar twee zulke fijnzinnige denkers en
sprekers als pater J. J. van den Tempel O.P.
en prof. dr. F. Féron aan het woord kwamen,
grooten toeloop hadden.
In den middag had in den drukbezetten foyer
van de Vereeniging de laatste sectievergadering
plaats: voor de leden van „Voor Eer en Deugd"
zette prof. dr. Alpheus Steger op zijn idealisti
sche wijze uiteen hoe eer en deugd van Maria
haar bij uitstek de patrones van dezen bonid
maken.
De sectievergaderingen van het Maria-Con
gres zijn in alle opzichten tot een succes ge
worden. Zij zijn de siterke onderstroom ge
weest, die de grootsche uiterlijke manifestaties
met warm leven doorstuuwde.
Om half twee vingen de Bijbelsche tafereelen
op de H. Landstichting weer aan, om 2 uur
de derde openbare uitvoering van de Eerste
Bllscap, terwijl Theo de Witte te half 3 in de
Concertzaal van de Vereeniging weer zijn
Maria-exempelen voordroeg. Hier was de toe
loop overal nog onverzwakt.
Duizenden kinderen leggen bloemen
bij het beeld van Maria.
Nijmegen, 8 Augustus 1932.
De laatste dag, die aanvankelijk tamelijk
stil begon, ls later weer tot de geestdriftige
hoogte geklommen van den Zondag in zijn
Indrukwekkendste momenten.
Vroeg in den namiddag celebreerde Mgr.
Alexander Churaparambil, bisschop van Kota-
yam, een Pontificaal Lof in de kerk van Maria
Geboorte ter gelegenheid van den Dominicaan-
schen Tertiarissen-dag, die aan het Congres
verbonden was en waarin Mgr. Churaparam
bil als derde-ordeltng deelnam.
Het Apostolaat der Hereeniging, dat in deze
drukke dagen zich door meerdere goed-be-
zochte en belangrijke sectievergaderingen on
derscheidde, hield in de kleine zaal van „De
Vereeniging" te vijf uur haar slotvergadering,
waar Prof. Dr. Titus Brandsma O.Carm. nog
eens de beteekenis van Maria's moederschap
voor het Hereenigingswerk uiteenzette, Maria,
moeder der Apostelen, moeder dus ook zeer
in *'t bijzonder van de Apostelen der Hereeni
ging.
De kinderhulde.
Maar de groote stroom volks trok tegen vijf
uur naar het Wedrenterrein, waar reeds kort
na balf vijf een drukte heersohte, die het
moeilijk maakte er doorheen te komen. Had
■het 's morgens geleken, of de groote drukte
van den Zondag vandaag niet meer geëve
naard zou worden, spoedig bleek zij nog te
worden overtroffen. Van alle kanten, langs
alle straten trok het volk naar den Bijleveld
singel op en het was er een gedrang rond den
ingang, een opeenhoopiag van volk, die het
onmogelijk maakte om binnen het kwartier
den ingang te passeeren. En onophoudelijk
kwamen de afdeelingen kinderen aan, onder
leiding van zusters, broeders, juffrouwen of
onderwijzersde meisjes in het wit met
S'tralend-witte bloemen tusschen frisch groen,
de jongens met vlaggetjes in de blauw-witte
Mariakleuren.
Het terrein rond het altaar werd langzaam
aan geheel gevuld met dicht aaneengereide
kindeirende meisjes vooraan, het dichtst
rond het altaar, de jongens daar iets achter,
5000 kinderen met blijde, opgewekte, lachende
gerichtjes. En op de treden van het altaar,
waar in het midden het groote beeld van
O. L. Vrouw van Neurenberg staat opgesteld,
de tallooze kleine bruidjes in hun smetteloos-
witte kleedjes met lelies in de handjes.
Het was een prachtig gezicht: over heel
dit zonnige en mooie kindergedoe een gouden
zon, die de bloemen nog witter doet stralen,
die de vlaggetjes nog helderder doet blinken.
Om vijf uur zetten de heldere stemmetjes
der duizenden kinderen het „Maria te min
nen" in, een kinderlijk-zuiver zingen, mooi en
aangrijpend. De heer P. Pelser leidt den zang
vanaf .het spreekgestoelte uitstekend.
En dan betreedt Pastoor van der Heijden
het gestoelte en spreekt de kinderen toe op
een manier, zooals ze graag toegesproken
willen zijn, heel simpel, heel eenvoudig, heel
hartelijk.
En daar begint de Maria-opdraehf dier 5000
kinderen. Pastoor van der Heijden zegt de
woorden van de opdracht voor en de duizen
den kinderlijke stemmetjes herhalen ze, op
gewekt en blij „Wij verkiezen U vandaag
op een geheel bijzondere wijze tot onze
Moeder
En dan, terwijl alle kinderen het Bloetmen-
lied zingen:
•>Wij komen met bloemen
Maria aan Uw voet
trekken de meisjesscholen één voor één langs
bet altaar en ieder meisje legt haar witten bloe-
.menruiker aan den voet van het Mariabeeld,
op de treden van het altaar, die langzamerhand
geheel bedekt worden met bloemen, een onge
kende bloemenweelde, door duizenden kinderen
Maria aangeboden. En 'bij het refrein van het
Bloemenlied worden telkens de duizenden
■blauw-witte vlaggetjes der jongens in de lucht
gestoken en geestdriftig heen en weer gezwaaid
Het plechtige sluitingslof.
En na deze prachtig-mooie bloemenhulde, be
gint het plechtig sluitingslof, opgedragen door
Z. H. Exc. Mgr. A. F. Diepen.
Het „Te Deum Laudamus!" machtig door de
tienduizenden gezongen, bet „Tantum Ergo", de
mooie liturgie, de zegen met bet Allerheiligste,
waarbij jatle vaandels weer eerfbiedijg neer
zinken, de duizendkoppige menigte in het zand
knielt, het is alles weer even indrukwekkend
als gisteren.
Het groote gebouw der vereeniging zal wel
nimmer zoo hevig bestormd zijn geweest, als
dezen avond van de groote sluitingsvergadering
van het Mariacongres.
Het was een wild dringen <wn "binnen te ko-
nfen en toen "om kwart Voor' '8 uur de'zaal, die
eigenlijk zestien honderd personen Êevatten
kan met minstens zeventien- a achttienhonderd
menschen gevuld was, stonden er nog een dui
zend tot vijftienhonderd menschen buiten.
Gelukkig stelden het goede weer en de mo
derne techniek het congresbestuur in staat de
teleurgestelden In den grooten tuin van de ver
eeniging een vergoeding aan te bieden in dien
zin, dat door middel van luidsprekers de ver
gadering daar in den helderen en klaren zo
meravond uit de verte kon worden gevolgd.
Zoodoende maakt» ook vanaf de straat nog
een groote menigte den sluitingsavond mee.
Zooals te begrijpen was, was binnen de zaal
tot den hoogsten nok, tot het laatste hoekje,
gevuld, toen om goed acht uur, terwijl een
ieder zich van zijn plaats verhief en de R. K.
Oratoriumvereeniging onder leiding van S.
Terpstra Beethoven's „Hymne an die Natur"
zong, het congresbestuur met H.H. H.H. Exc.
Mgr. Joosten, Mgr. Olav Smit, minister dr. L.
Deckers, burgemeester Steinweg en den heer
v. d. Lande binnen trad, die allen op bet po
dium plaats namen.
Prof. Jansen ging in zijn openingswoord de
plechtigheden van den dag nog eens na en
sprak deri aanwezigen een welkom toe.
Na eenige zangnummers van de R. K- 0rat<>
riumvereeniging betrad prof. dr. F. Féron het
spreekgestoelte.
Rustig en klaar begon de redenaar, die direct
de volle zaal geboeid had zijn re!ie: be.ziel<I.
forsch en vurig zette hij zijn onderwerp uiteen.
Maria in het maatschappelijk
leven
Be gewijd© spreker begon met zijin vreugde
Uit te spreken over het feit, dat zijn woord de
bekroning mocht worden van een Mariamani-
festatie, zooals er op de wereld maar zelden
gevonden wordt.
I,n het wereldrijk van God-dienende me>v-
scheu is Christus de Koning, Maria de echte
Koningin! Als de woorden „Maria, Koningin
van hemel en aarde", die zoo vaak van onze
lippen komen, volle waarheid bevatten, dan
kan en mag Maria niet uitgesloten worden van
dat groote gemeenschapsleven.
Wij, katholieken, hebben in dit opzicht een
heel bijzonderen plicht. Het is nu eenmaal een
rampzalige wending in het geloof en den cultua
der wereld geweest, dat Maria's naam bij dui.
zenden en mlllioenen eigenlijk schrapt is uit
het Symbolum des geloofs.
Dit treurige en wereldomvattende feit heeft
ook voor ons zijn moeilijke gevolgen. Ons recht
en onze plicht om Maria's voorspelling, dat
alle geslachten Haar zalig zouden prijzen^
waar te maken, vraagt daarom eten innige in.
spanning onzer geestelijke kraohten, opdat)
niettegenstaande de groote leemte, de hulde
der gemeenschap aan de Koningin van hemel
en aarde toch voldoende breed, voldoende be.
kend, voldoende algemeen zij.
Katholieken van Nijmegen en Nederland, zoo
vroeg spr., is het vermetel van me, als ik thana
hier, aan het einde van een Mariacongres met
waarlijk majestueuze proporties, u eens herin»
nor aan uw plicht, ja, uw plicht oih
aan uwe medelandgenooten het geloof en de
vreugde in de verloren geloofsschatten terug
te brengen en te geven?
Zal ons geslacht niet de apostolische schare
mogen worden, die weer op dat veld gaat plan»
ten en besproeien? Ik twijfel geen oogenblik,
dat God zal wasdom geven. Want het geldt
Zijne Moeder!
Het geslacht dat Nederland in zijn geheel
aan Maria's rijk teruggeeft, zal gezegend zijn.
in de geschiedenis van de Kerk, van Nederland,
zal gezegend zijn in de geschiedenis van het
Rijk Gods op aarde, .zal gezegend zijn In de
geschiedenis van Maria's heerlijkheid op aarde.
Het maatschappelijk leven is tot in zijn ge»
raamte ontredderd. De gemeenschapszin, in
den echten zin des woords zooaïs het Evangelie
van Christus dien preekt en verlangt,ont
breekt.
Waarom zijn wij zoo ver gekomen? Omdat
de wereld de eenheid van 't Mystieke Lichaam
van Christus zeifis niet meer kent, en wij ka
tholieken, dat ook te weinig hebben beleefd?
Omdat de leer der naastenliefde, waardoor
wij in Christus één zijn, gelijk Hij een is met
den Vader, niet begrepen en niet gevolgd, is»
Omdat de Eucharistie, het voedsel der een
heid in Christus, niet gebleven is voor velen
wat de Zaligmaker met die Goddelijke Spijs be
doelde: de 'band van eenheid van allen in. Hem.
Ook omdat de Moeder der menschen, die in
dat Mystieke Lichaam de taak had gekregen
van het bemiddelend orgaan, waardoor het le
ven van het Hoofd, dat Christus is, aan alle
lidmaten zou wonden toegevoegd, miskend is
en Haar Moederschap niet ten volle in ons
heeft kunnen beleven.
Wij, katholieken, die Maria's taak als Moe
der en middelares in het Mystieke Lichaam
van Christus kennen en prijzen, wij huigen
gaarne voor alle mysterie en zoeken, kinder
lijk-eenvoudig, bij Maria genezing, ook voor de
sociale kwalen, verzachting in het sociale leed.
En dat niet alleen door Haar aan te roepen als
hulp in den nood, maar door Haar dienst en
vereering weer ten volle te gaan maken tot een
der grondbeginselen onzer Christelijke eenheid.
Onze jeugd wil Maria hebben als Moeder bij
haar christelijke vorming. Onze jeugd wil Ma
ria volgen als Koningin bij haar socialen kruis
tocht. Onze jeugd wil de beleving van het chris
telijk gemeenschaps-ideaal leeren van Maria
en tot stand brengen door Maria. Onze jeugd
wil de Eucharistie als centrum van het geeste
lijk leven, voor individu en gemeenschap, maar
tevens Maria als Moeder en Vormster van dat
leven.
Gij, volwassenen hebt hier een taak en een
plicht: de nieuwe Idealen der jeugd te leeren
kennen, te leeren begrijpen en te steunen.
De Maria-vereering, zoo besloot spr., ls het
erfdeel der Kerk.
Over Maria kan men veel zeggen en spreken.
Het zal alle® niet veel baten, als er de liefde-
niet bij komt.
Maria's „kind" worden! Dat zegt alles»
Geve God, zoo eindigde spr., dat dit Congres
en mijn woord mede aanleiding mogen zijn, dat
duizenden tot dit geestelijk kindschap geboren,
mogen worden, en anderen daarin gesterkt.
Na de gloedvolle en bewouderendswaardige
rede weerklonk minutenlang een alles door-
daverend applaus.
Slotwoord Prof. Jansen O.P.
Prof. Jansen spreekt dan een dankwoord,
tot prof. Féron, dat opnieuw een donderend
applaus aan de zaal ontlokt en dankt ook op
geestige wijze de zangkoren. Daarna gaat de
congresvoorzitter over tot zijn slotwoord.
„Door Maria tot Jesus", dat was bier de
leidende gedachte. Dezelfde leidende gedachte
heeft ook bij de vergaderingen voorgezeten,
waarop de principieele grondslag onzer Maria-
liefde in alle toonaarden werd uiteengezet. Da
talrijke opkomst op alle vergaderingen en
sectie-vergaderingen, tot op hedenavond toe,
nu weer zoo velen moesten worden teleur ge
steld, bewijst, dat onze nationale, sociale en
religieuze organisaties waarop het congres ge
bouwd was, niet alleen hier hebben meege
werkt tot dit schitterende uiterlijke succes,
maar ook zichzelf hebben verdiept en door
Maria dichter tot God gekomen zijn.
Omdracht en Mariakoren zijn tot zulke stra»
lende hoogtepunten van het Mariacongres ge
worden, dat duizenden en duizenden er een
leven lang met eerbiedige berinnering aan
zullen terugdenken.
Nadat het zangkoor „St. Caecilia" het Credo
heeft gezongen, dit Credo, „waardoor wij,
hier vereenigd" volgens de woorden van
prof. Jansen „de hand reiken aan de ge
meenschap der Heiligen van alle eeuwen
door", spreekt mgr. Olav Smit het congres
nog op hartelijke wijze toe en geeft aan allen
zijn bissohoppelijken zegen.
In een machtigen gezamenlijken zang van
bet congreslied wordt het Oongires dan ge
sloten.
Het Hoogwaardig Episcopaat, dat deel nam aan het Maria-Congres te Nijmegen^
op de eere.tribune tijdens de plechtigheid op het Byleveld-terrein» j