k LEZERS VAN ONS BLAD. GEADVERTEERDE ARTIKELEN. DE INTELLECTUEELE ONTWIKKELING VAN DE VROUW IN DE OOSTERSCHE LANDEN. MARIA'S HEMELVAART EVENTJES LACHEN. REISLECTUUR. GELUK. EEN GOEDE GEDACHTE VOOR ELKEN DAG. KUNT U MIJ OOK ZEGGEN. ZATERDAG 13 AUGUSTUS 1932 HANDWERKRUBRIEK. f '3 DE GROOTE PLOOIEN-MODE. „ONS SCHOEISEL OP REIS". Moderne kooplieden geven door hunne advertentiën in de dagbladen blijk, met hunne aanbiedingen de concurrentie het hoofd te kunnen bieden. Zij treden met hunne producten en de prijzen, welke zij er voor rekenen, openlijk op en leveren hierdoor het bewijs, aan het publiek de beslissing in daden van koop te durven overlaten. De meest geadverteerde goederen vinden den groot sten aftrek. Zij zijn bijna altijd de beste en de goed koopste. Koopt dus uitsluitend PALESTINA EN PERZIE. "jpsr Woensdag: De dag van louter zonnegoud van azuren (hemel en stralende vreugde. De dag waarin millloenen zonnenvonkelen en stralen, weer kaatsen in het glanzend dons van „eng'len- vleugelen", reppend en wiekend Haar tege moet de koningiane vorstinne heer- scheresse des hemels. De wondere dag waarop God de Vader Zijn teergeliefd schepsel begroet, waarop de H. Geest Zijn gebenedeide Bruid ten troon geleid, de dag eindelijk waarop God de Zoon, waarop het „Kind de Moeder" ter eeuwige vreugde van een eeuwig samenzijn omhelzen kon. De dag van „Moeder en Kind". Wat moet het teedere harte van Maria gesidderd hebben van (hemelsóhe vreugde en weelde toen zich 'daar de hemelen ontsloten, en niet een arm hulpe loos wichtje, maar een God in volle glorie en heerlijkheid haar naderde, omstuwd door enge len die kronen en palmen droegen Haar gewijd. Schooner dan 'de troon des hemels, dan de kr-oon van glorie verrukkender dan der cherubijnen zang, was voor de Moeder het weer zien van heur Kind. Heur Kind, dat ze eens in armelijke windse len, gekoesterd en verwarmd had met heur eigen lichaam, waarvoor Zij gezorgd en geleden het Kind, dat zij in Zijn triomf In de liefde Zijns volks had zien schrijden zegenend en strooiend de weldaden Zijner liefde het Kind, dat Ze verguisd gehoond, besmeurd stervend en verlaten had gesteund door Haar tegenwoordigheid het Kind eindelijk, terug gekeerd in Haar schoot, in Heur armen, aan Haar Hart verminkt koud dood En nu 'dat vermag geen pen te beschrijven alleen een moeder, die ooit heur kindeke ver loor dood waande kan eenigszins benade ren de vreugde van dat wederzien. Moeder en Kind o Zoete Vrouwe is dat niet TTw grootste glorie Uw rijkdom van oneindigen hemelschen wellust? Waar wij de zer dagen op 'n Congres U ter eere, als de scha keeringen al de juweelen en facetten Uwer glorie hebben overwogen is geene zoo innig zoo hartroerend zoo teer en rein als die van Uw „Goddelijk Moederschap". En waar geheel ons Katholieke land U te voet viel waar allen U eerden kon geen schooner feest U kronen dan dit van Uw intreden in den Hemel Uwe hereeniging met Uw Godde lijk Kind. Daarom juichen wij, jubelen wij U toe daarom smeeken wij „Maria, Koninginne Die boven alles „Moeder" zijt Moeder help ons, sta ons bij, geleid ons eens aan Uwe Hand, veilig en onbesmet tot Uwen Zoon", HELLENEN. w Isa '-Vj- -Sm VROUW BLIJFT VROUW Yn het bijblad voor „Mode en Kuituur van de „Köln. Zeitung" vinden wij volgend gees tig vertellinkje, dat wij onzen lezeressen gaar ne even mededeelen. Het gevalletje draagt den titel van „DE REGENBOOG", Dolly Frankl, de schrijfster, voert ons in een oogwenk naar het terras van een buitenlandsch berghotel. Daar zaten zij beiden hij en zij en tuurden zwijgend naar den regenboog, die als van berg tot berg gespannen scheen. „Intocht der goden in Walhalla dacht de beroemde schrijver. Plotseling richtte hij zich tot zijne gezellin „Rosemarie, ik zou wel eens willen weten, of je 't zelfde denkt als ik." „Wanneer ik een regenboog zie" antwoordde baar heldere stemme, „dan moet ik er altijd bij denken, dat er toch zoo weinig kleuren op de (wereld zijn." „Te weinig kleuren „Ja, als wij naar Berlijn terug gaan, moet ik een nieuw costuum laten maken. En zie nu zelf eens en ze wierp een mis- prijzenden blik op den regenboog. „Violet komt niet in aanmerking, oranje en paars ook niet. Rood Btaat me niet, en een geel kleed heb ik juist aan. Alleen groen en blauw komen in aanmerking, altijd hetzelfde!" „Maar kindlief, er zijn toch zooveel nuancen." „Ach kom, of ik een eenvoudig groen kleed of een gemoest knalgroen draag, in 't oog van een man Is 'ttoch alleen maar.,.,,., een groene japon." „Zeg dat niet, liefstehet kan over het al gemeen genomen waar zijn, dat de mannen te weinig notitie namen van de kleeding der vrouw op het oogenbllk dat zij een vrouw lief hebben wordt ook in hen de interesse voor alles wat de geliefde betreft geboren. Het gele kleed, dat je nu draagt, ls be koorlijk, en ik weet zeer goed, dat het zonder dat wit-geborduurde kraagje en de geel-bruine ketting, die je er bij sieren, lang niet zoo aar dig zou staan. Als de zomer lang voorbij -is, zal ik nog aan dit verlaten terras, de groene bergen, den re genboog van den horizont en de kleine Rose marie in haar snoezig gele jurkje denken. En zoo gaat 'tmij met al je japonnetjes." „Zoo gaf Rosemarie terug, „Vertel me dan eeni, welk japonnetje ik gisterenmiddag droeg T" „Gisterenmiddag? Wacht even!" sprak de schrijver. „Wij wandelden door het woud naar den wa terval, wij spraken over graphologie, ik vertel de jou van mijn laatste novelle en jij gaf een bekoorlijke beschrijving van jegymna stieklessen „En toen struikelde je over een wortel en was boos, omdat Ik „Hoepla zegde. Maar m'n japon Hoe was die hield Rose marie aan. ,,'tWas een lief toiletje" sprak de schrijver, „ofschoon lang zoo bekoorlijk niet als wat je nu aan hebt." 'i Was hetzelfde" gaf Rosemarie droogjes terug. „Waarachtig!" klonk 'tbeschaamd. ,,'tWas ook zoo duister, vanwege het naderend onweer, daarom viel ik ook over dien wortel." Met zichzelf verlegen stond hij op en trad naar de balustrade „Rosemarie De regenboog is vergaan, ook de zon is weg Zie je dien rosen gloed, boven de wouden „Rose fluisterde Rosemarie in gedachten verzonken. „Ja, met een zweem van grijs" „Een zweem van grijs Onzin maar met een wit vestje en een zwart-la.k ceintuur, dat zou kunnen HELLENEN. - Wo worden er mede overstroomd, lichte, ge makkelijk leesbare, goedkoope reislectuur. Men zij echt&r voorzichtig; met lokkende plaatjes op den titelbiand, daverende titels, worden wij gepaaid; zoo'n gemakkelijk klein boekske bij ons te steken. Ofvan drie boekhandelaren tegelijk krijg je ze thuis, soms zes stuks tezamen. 't Gebeurde dezer dagen, dat diverse vreemde vogels op m'n schrijftafel neerstreken. Vijf van de zes waren minstens 't doorkijken niet waard; maar ééne was er bij, klein onooglijk boekske, pretentielooze band, en toch zoo waard gelezen en herlezen te worden. Een verhaal als een tragedie, als een me mento aan de voorbije oorlogstijden, die wij maai- al te snel vergaten. Het is een boek -van „Annie Vivanti", geti teld: „Wee den Overwonnene". De schrijfster zegt in haar voorrede: „ik heb op mijn schrijftafel 'n granaatscherf, die mij tot pressepapier, en een huls van een shrapnel, die mij tot bloemenvaas dient". •Dit boek eveneens een wapen heeft niet de bedoeling, te beleedigen of te kwetsen. Daar, waar eens de vlammen woedden, schrijdt thans met lichte vleugelen de Herinne ring en beweegt zich met gebogen hoofd het Verwijt. „V ee den Overwonnene", nu dat men over winnaars en overwonnenen beter kent dan in dagen van strijd, zou het wellicht aanbeveling verdienen een boek te schrijven dat den titel had: „Wee den overwinnaar". Doch de zwakke hand eener vnouw is het niet gegeven, zulk een moeilijke taak te vol brengen. Haar, de vrouw, past het eerder de heilige graven onzer dooden te toonien met lauweren en rozen; 't past haar ook, zachtgroene olijftak ken en nimmer verwelkende amaranten neer te leggen op de graven van hen, die eens heur vijanden waren". Aldus Annie Vivanti, de auteur. Het is een boek alléén geschikt voor geeste. lijk volwassenen. Een boek dat ontroert, dat alles in het geheu gen terugroept en 'n tijdlang onze gedachten vasthoudt, ons stil doet staan bij den poel, waarin zoovelen ten ondergingen. En dit boek geeft slechts het lot van één vrouw, één meisje, één kind, ons weer! Dan rillen wij van afgrijzen bij de gedachte aan die honderden, misschien duizenden anderen. „Nooit meer oorlog", de grootste geesel der menschheid. Geef dit boek in handen van hen, die weten te schelden op den Duts, den Franzoos, den Bels, den overzeeër, geen beter tegengif. Het gegeven, een afschuwelijke misdaad, tegen onschuldige wezens bedreven, dioet ons een martelaarschap beleven, zoo intens, zoo wreed, als geen woord kan weergeven. En toch uit deze misdaad rijst de groote glorie van het „Moederschap" omhoog een mar telaarschap tevens, dat eerbied en ontzag moet afdwingen, waar het bovenmensichelijke moed vereischt om te dulden. Het slot van dezen kleinen oorlogsroman, waarin de apothese van 't Moederschap als een wonder verricht en een ander slachtoffer tot spraak en bewustzijn terugbrengt, weeft een aureool om het besmeurde blank van zoo menig geknakte lelie. Het boek stemt tot nadenken, als ons eens als onze kinderenGod beware ons. Wilt ge ernstige reislectuur, neem dit boekje mede en lees het daar, waar Maas en Sambre, Sure en Ourthe, de IJzer rustig stroomen, waar .mos en kamperfoelie de eens zoo bloedige ruïnes en menig graf met den manteil der eeuwige liefde bedekken. Eindigen wij met de schrijfster: „Ave Maria gratia plena...." Bevend van geluk drukt Cherie haar kind vaster tegen haar boezem en ze buigt diep het hoofd onder de genade van den Goddelijken zegen. HELLENEN. Groote gehaakte kraag. Op verzoek van mevrouw B. te B. volgt hier onder een patroon van een groote gehaakte kraag. Deze mooie kraag is gehaakt van Angorawol. Om er zeker van te zijn, dat de kraag goed past en zoo breed is, als gewenscht wordt, is het goed om eerst een patroon van papier te maken, zooals figuur 1 aangeeft. Van A tot B doet men een naadje in het papier, dat is de schoudernaad. Men begint aan de halswijdte en haakt on geveer 65 losse steken. Ie toer: 1 vaste steek In de eerste van de opzetsteken, 3 losse steken, 1 vaste in de derde van de opzetsteken, 3 losse steken, 1 vaste in de vijfde der opzetsteken, enz. tot het einde der toer. De 2e toer haakt men als de le toer, maaT zorgt hierbij dat de vaste steek gehaakt wordt in de middelste van de 3 losse steken. De 3 e toer als de 2e toer. De 4e toer eveneens alleen haakt men nu niet telkens 3 losse steken, maar 5 losse ste ken. Zoo haakt men ongeveer 18 toeren. Op de schoudernaad dus daar waar in bet papieren patroon het naadje is, meerdert men door daar een extra boogje van 3 losse steken en 1 vaste te maken. Men kan deze kraag natuurlijk ook in ver schillende kleuren haken; ook heel aardig is met strepen, bijvoorbeeld: wit en gekleurd; dan haakt men eerst 10 toeren wit, dan 1 toer gekleurd, vervolgens 3 toeren wit, 1 toer ge kleurd, 2 toeren wit, 1 toer gekleurd. Bijpassende manchetten. Voor bijpassende manchetten maakt men eerst weer een papieren patroon (figuur 2). Men zet ongeveer 30 losse steken op en haakt verder net als de kraag, alleen meerdert men nu aan het begin en het einde van de eerste 8 toeren en dan mindert men aan het begin en het einde van de volgende 6 toeren. TANTE TOET. I Daar ginder aan den boschrand daar staat 'n Huuske klein en frisscbe planten kleuren en duizend bloemen geuren, in milden zonneschijn. Dat Huuske bergt twee menschen een vrouwke en heur man, die vroom en vroed begeeren wat liefde's zoet regeeren en trouwe geven kan. Daar is een kleene kamer stilals een heil'genschrijn daar wacht een rozig nestje een korfjeen 't restje 'tal voor een kindekijn. Het paartje spreekt vol hope van d' ure die nabij zij droomen dag en nachte van 't kleinood dat zij wachten het Godsgeschenk aan bel... Ginds aan den boschrandverre van 's levens zorg en druk daar staat een snoezig huisje een schattig zonnig kluisje .1^. het „Huuske van 't Geluk". HELLENEN. Plooien zijn voor de dames, die de voorkeur geven aan een mooien effen japon, hoven dien, welken door bewerking opvalt, reeds sedert lang de groote mode. Plooi-modellen toch heb. ben steeds iets bescheidens en degelijks en ze zijn daarom door de modisch ontwikkelde vrouw zoo zeer gewild. Daar de mode van den laatsten tijd buiten, gewoon fantastisch was en de kenmerken van het gezochte en gewilde droeg, is 't te begrij. pen, dat velen de meer rustige lijnen tot de hare hebben gemaakt.Het getal van haar, die de nieuwe richting volgen, groeit met den dag en daardoor is het verklaarbaar, dat plooi- ontioerpen voor de meest uiteenloopende gar derobe-stukken van de eenvoudigste huis japonnen tot de fijnste avondtoiletten in tallooze interessante en opmerkelijke variaties worden gepousseerd. Plooimodellen hebben het groote voordeel, dat ze, door de accentueering van de lengte richting, slank maken en dus op het beeld der gestalte een gunstigen invloed uitoefenen. Bo vendien zijn ze de vertegenwoordigers van den „zakelijken" stijl, dien men gedurende eenige jaren miste. Deze nu zal voor het nieuwe mode beeld karakteristiek worden Teneinde de jonge mode passend te illustree- ren geven wij de voornaamste typen een afbeel. ding. Zelfs de eenvoudigste huisjapon voldoet, wanneer het onderste gedeelte er van geplooid is en vervaardigd wordt uit waschecht veel kleurig linnen of cretonne. De garneering van zoo'n robe bepaalt zich tot een breede ceintuur van waschbaar linnenomdat deze, in tegen stelling met die van leer, waarop het kleinste vuiltje dat slechts moeilijk kan worden ver wijderd, 'is te zien, gemakkelijk met een voch- tigen doek is te reinigen. Ve sobere vierkante hals en de halve mouwen vormen mede een kleedingstuk, dat bij uitstek geschikt is voor bezigheden in huis, in den tuin of in de keu. ken (afb. 1). Wijde plooirokken, die volledige bewegings vrijheid garandeeren, behooren reeds jaren tot de tennisuitrustingZe zijn steeds aan het lijfje vastgemaakteen puntig verlengstuk staat immer vlot. Een bonte ceintuur verhoogt het levendig aspect van het toilet (afb. 2). =S_i= Bij sportcostumes in het algemeen draagt men rokken met plooien. Die voor den zomer worden gemaakt uit ruw grof linnen. Een van voren dichtgeknoopte ceintuur vormt de af scheiding tusschen rok en sporthemd met op gerolde mouwen, dat men in plaats van 'n ge- wone blouse gaarne gebruikt (afb. S). Ook op de middagrobes ontbreekt de plooi niet. Dikwijls zijn de ontwerpen zoo flatteus, dat ze volkomen gelijken op werkelijke costu mes. Deze idee wordt gevestigd door de op een jasje gelijkende kruisgewijs sluitende blouse met korte wijde kelkmouwen. Donkere model len van dit genre die ook voor 't a.s. herfst seizoen zich uitstekend leenen, zijn gemak kelijk „op te halen" door de complementen i 'n lichten schoen, een in kleur daarmede over eenstemmenden Tellerhoed en een dito gladde tasch, (laatste fig.). Zeer elegant zijn de plooibewerkingen van het avondtoilet: de geplisseerde rok wordt, door een breede met baleinen stijf gemaak te breede ceintuur van het lijfje gescheiden gehouden. Witte of zachte pastelkleuren lee nen zich voor deze kleeding het best. R. Zoo sportlef zij,n de moesten onzer wel aan gelegd, dat zij voor tochten en wandelingen in 't gebergte wel speciaal daartoe vervaardigd gemakkelijk, practisch schoeisel medenemen. Toch zouden wij velen en vooral zij die in Zwitserland reizen den goeden raad willen geven, neem eenvoudig en gemakkelijk laagge hakt schoeisel mede. 't Kan U gebeuren dat op een der vele mooie autotochten, ge genoodzaakt zijt uit te stappen en te voet 'n gedeelte te gaan, om 'n mooi uit zicht waar te nemen, een berg te beklimmen, een waterval van nabij te bezichtigen. Zij die den toer naar de Trummelbachfalle, de Blau- see, scheinige Platte en andere, maakten, kunnen gewagen van de moeilijkheden, de wan hoop nabij van de dames, die dachten, 'n fijne autotocht, 'k kan best m'n mooie opankjes of sandaaltjes, m'n hooggehakte bandschoentjes of pumps aan. Gescheurde kousjes gekneusde teenen; gehavende schoentjes pijn en ongemak, zie daar 't droevig resultaat. Om niet te spreken van 't ellendig humeur dat te nauwe schoenea en pijnlijke voeten veroorzaken. Men spreekt wel eens van zifschoenen en loopschoenen. Bewaart uw zifschoenen voor de afternoon tea of bridgeavond in uw salon; maar benut uw loopschoenen op reis. HUISMOEDER. jt r-- IV. A'ü -•# Palestina heeft, gelijk algemeen bekend mag heeten, ook onder het opzicht van onderwijs aan de vrouwelijke jeugd, sinds lang een be trekkelijk gunstige positie ingenomen, welke slechts met die van Egypte kon worden ver geleken. Zeer talrijke mdssie-genoottschappen, zoowel katholieke als protestantsche, en daar onder sommige die zeer kapitaalkrachtig waren, hebben reeds in den loop der negentiende eeuw 'in Palestina Inrichtingen van onderwijs ge opend. Ook aan meisjesscholen van allerlei isoort en richting ontbreekt het in geenen deele. Zooals echter licht te begrijpen valt, werden deze meisjesscholen vooral, door kinderen van orthodox-mohammedaansche ouders gewoonlijk miert zeer druk bezocht. Toen, na den oorlog, de immigratie der Joden lln Palestina op grootere schaal begon, kwamen daarmede ook een groot aantal Joodsche meis jes en vrouwen het land binnen, die te voren in verschillende westersche landen een geheel Europeesche opvoeding hadden genoten, en ten deele zelfs universitaire studiën hadden ge maakt. Daaronder bevonden zich ook niet wei nige uitstekende leerkrachten, dis ofwel reeds vroeger bij het onderwijs werkzaam waren ge weest, ofwel zich uil daaraan begonnen te wijden met al de toewijding van een hoogge stemd enthousiasme. In de nieuwe Joodsche (kolonies, die allerwegen werden gevestigd, be steedde men over 't algemeen veel aandacht aan een zorgvuldige opleiding van de nieuwe generatie. De schoolkinderen van het Oude Volk waren Immers de toekomstige burgers van het Joodsche Palestina, waarvan men de verwezen lijking reeds zoo nabij zag Ook het onderwijs iaan de toekomstige echtgenooten en moeders van den herleefden Joodschen staat, mocht niet wanden verzuimd. Derhalve werden allerwegen Joodsche meisjesscholen geopend. Zelfs intellectueel® beroepen als b.v. het be roep van advocaat moesten voor de vrouw toe gankelijk worden gesrteld. Toch ging dat niet zoo gemakkelijk. De eerste vrouwelijke advo- caat van Palestina, mevrouw Ginsberg - schoondochter van den bekenden nieuw he- breeuwschen schrijver Achad Hd-dm moest vijf jaren lang haar eigen zaak bepleiten vóór izij eindelijk (in 1930) tot de balie werd toege laten om voor anderen te pleiten. Vooral de inlandsiche Mohammedanen, 'die het over t algemeen met de geïmmigreerde Joden toch al ■nieit te best vinden konden, maakten tegen de invoering van deze nieuwigheid be®waar. Zij steunden daarbij hoofdzakelijk op overwegingen van moha-m mëdaanedh-religi euzen aard. Maar de Engelsche mandatarissen, die het heft In Palestina ln handen houden, gebruiken waar hun dat nuttig of noodlg lijkt, ook al hun eigen kasuïstiek. Zij verklaarden nuchter- weg, dat het Mohammedaansch kanoniek recht geen enkele uitdrukkelijke bepaling bevat, die de vrouw van hert uiSbefenen van de advocaats- ipractijk uitsluit. Niemand kan beweren dat dit piet juist is. Want het idee, dat een vrouw ooit ,op het bekleeden van zulk een betrekking aan spraak zou kunnen maken, is natuurlijk den Mohammedaanschen wetgever nooit in het (hoofd gekomen Welnu wat de wet niet verbiedt, is geoor loofd.... redeneerden de slimme Engelschen Ergo mevrouw Ginsberg werd tot de balie (toegelaten. En daarmede is eens voor altijd een precedent geschapen, dat aan iedere Pales- tijnsche vrouw, zij moge jodin, christin of :mohamimedaansche zijn, het recht geeft om 'de rtoga om de schouders te slaan. Natuurlijk mits aij voldoet aa-n de wettelijke vereischiteu wat studiën en behaalde diploma's betreft. En om idle studiën te maken en haar diploma's te behalen is zij voorloopig nog op het buitenland aangewezen, tenzij ze er de voorkeur aan geeft Me Joodsche universiteit van Jeruzalem te bezoeken, waar 25 Januari 1.1. de beide eerste Vrouwelijke doctoren ia de letteren promo veerden. In Perzië, waar in het jaar 1915 de eerste meisjesschool geopend werd, ging het initiatief itot meer ontwikkeling van de vrouw, en tot onderwijs aan de vrouwelijke jeugd, vooral uit van mevrouw Dolat Abadi. Reeds ln 1921 had deze begaafde dame een perzisch blad voor vrouwen opgericht, dat gedurende eenigen tijd •wekelijks versoheen. Voorloopig schreef en redigeerde zij dat weekblad voor de vrouwen vrijwel alléén. Zij leefde en werkte onvermoeid 'ln de stille hoop, dat onder de geregelde lezeres sen van haai; 'blad mettertijd wel eenige geest verwanten en medewerksters voor haar idealen zouden opstaan^ die haar taak zouden kunnen deelen. Maar het bleek al spoedig, dat zij niet voldoende rekening had gehouden met den tegenstand der machtige mollah's. Do moilah's zijn over het algemeen zeer conservatief en zij moeten niets hebben van westersche nieuwig heden. Bovéndien zijn zij de Officieels wakers over de reinheid der z.g. „sjiietisohe leer", een 'bepaalde, Ietwat afwijkende vorm van het mo hammedanisme, die in Perzië staatsgodsdienst is. Om kort te gaan, het vrouwenblad van Dolat Abadi werd op religieuze overwegingen verbo den, en moesrt voorloopig verdwijnen, ofschoon •het later onder een anderen naam weer opleef de. Toen begaf mevr. Dolat zich op reis. Zij bezocht Amerika, en verbleef enkeie jaren ln Europa, met name in Frankrijk, waar zij aan ide universiteit van Parijs ging studeeren, om zich verder voor haar levenstaak te bekwamen. Toen Rlzd de tegenwoordige sj&h Pahlawi van Perzië teugels van het bewind in handen had genomen, meende mevr. Dolat Abadi zeer terecht .te mogen veronder.ste'llen, dat de tijden voor haar idealen gunstiger waren geworden. Zij keerde derhalve naar haar vader land terug, waar zij met alle eer ontvangen werd. Weldra volgde van regeeringswege haar benoe ming tot algemeen inspectrice van alle meisjes scholen in Perzië. Zulke scholen bestaan intus- schen alléén nog maar in de grootere steden van het oude rijk. In 1929 werden in de rijks hoofdstad Teheran de lagere scholen bezocht door 640 vrouwelijke leerlingen, terwijl 344 meisjes reeds middelbaar onderwijs volgden. In 1931 werden voor het eerst eenige Perzische jongedames, die de middelbare schooi mot goed gevolg dooirloopen hadden, met regoeringssub- sidie naar Europa uitgezonden, om daar aan verschillende Inrichtingen en instituten het hooger onderwijs te gaan volgen. Zondag: Degene, die vrees koestert voor de menschen, zal nooit iets groots doen voor God. Maandag: Bidden te gemakkelijk, werken uit zielenijver aantrekkelijk maar zichzelf overwinnen net zoo lang, totdat genade en volharding het ge makkelijk maken, is een zware, pijnlijke strijd. Dinsdag: Niemand zal ooit groote dingen doen, die alles zelf wil verrichten, of alle eer aan zich houden dit is een teeken van bekrompen geest en moet tot ondergang lelden. "Wat gij ook aan uw uiterlijk moogt doen, 'bedenkt dat inwendige rust vrede en levensblijheid de machtigste scboomheidsmld* delen zijn. Donderdag: Iemand zonder princiepen, is meestal Iemand zonder karakter, wanneer hij dit laatste bezat, sou hij de behoefte gevoelen, zichzelf princiepen te scheppen, (Vrijdag: - I Waarachtige liefde is schoon, (eerlijk, op recht en getrouw. Zaterdag: Er is maar eene ware liefde helaas de wereld maakt er duizenden copieën van, Abonné. Wilt U een volgende maal uw naam en adres vermelden Op vraag 1 kunnen wi) U antwoorden, dat U het beste doet uw haar met een goed toni* cum te wasschen, veel horstelen, liefst met sta* len borstel. Hardnekkige plekken met een watje meij zuivere alcohol behandelen. Vraag 2. Middelen tegen transpiratie moogt U niet op eigen houtje toepassen, en doet U beter uw huisdokter te raadplegen. Vraag 3. Voor 't fijn maken van harde eieren bestaan machientjes, welke U in huis- houdelijke magazijnen voor weinig geld kunt koopen. Vraag 4 en 5. De patronen zijn aange vraagd, het zal echter wel eenigen tijd duren eer deze geplaatst kunnen worden. Abonné P. G. vraagt een raad om de vlekken op zijden pluche gordijnen, veroorzaakt door de aanraking met oranje lelie's te verwijderen. Antwoord Vrijwel hopeloos, evenals de aan raking van meeldraden van tulpen enz. is een strop voor japonnon, kleeden, gordijnen, enz. Een oplossing met vochtige middelen is ®eei; gevaarlijk, de vlekken loopen meestal uit. Probeert U het eens met oud brood, baat het niet, dan schaadt het niet. Een weinig verdunde salmiak, met telken3 een schoon stukje pluche van dezelfde kleur, zacht over de plek gewreven, kan misschien ook helpen. Durft U het niet aan, laat het dan „chemisch doorslaan" zooals de vakterm hij stoo.minrichtlngen luidt. Mej. M., te Amstelveen verzoekt ons eene be reiding van brillantine. Antwoord no. 1 30 gram witte zuivere was en 30 gram glycerine, heet door elkaar ge mengd, geven een uitstekende pommade. No. 2; 125 gram geweekte en gesmolten run dermaag, door gaas gegoten, met 125 gram wit te vasa'.ine en voor 5 ct. Bergamotolie gemengd moet gedurende een uur met een houten spatel geroerd worden; men kan er nog voor 15 cent Perubalsem aan toevoegen en heeft dan een uitstekende brillantine. No. 3 Men smelt 3 deelen versch schapen vet, 5 deelen versch varkensvet, 8 deelen cacao boter, 3 deelen aardbeien en zet het een gehee- len nacht in een nog warmen keukenkachel, zeeft het door en voegt er dan 1 deel rozen- of viooltjes-olie door. Deze oliën zijn hij goedq drogisten of parfumeriezaken verkrijgbaar, A

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 6