k
LEZERS VAN ONS BLAD.
GEADVERTEERDE ARTIKELEN.
DE INTELLECTUEELE ONTWIKKELING VAN
DE VROUW IN DE OOSTERSCHE LANDEN.
MARIA'S HEMELVAART
EVENTJES LACHEN.
REISLECTUUR.
GELUK.
EEN GOEDE GEDACHTE
VOOR ELKEN DAG.
KUNT U MIJ OOK
ZEGGEN.
ZATERDAG 13 AUGUSTUS 1932
HANDWERKRUBRIEK.
f '3
DE GROOTE PLOOIEN-MODE.
„ONS SCHOEISEL OP REIS".
Moderne kooplieden geven door hunne advertentiën
in de dagbladen blijk, met hunne aanbiedingen de
concurrentie het hoofd te kunnen bieden.
Zij treden met hunne producten en de prijzen, welke
zij er voor rekenen, openlijk op en leveren hierdoor
het bewijs, aan het publiek de beslissing in daden
van koop te durven overlaten.
De meest geadverteerde goederen vinden den groot
sten aftrek. Zij zijn bijna altijd de beste en de goed
koopste. Koopt dus uitsluitend
PALESTINA EN PERZIE.
"jpsr
Woensdag:
De dag van louter zonnegoud van azuren
(hemel en stralende vreugde. De dag waarin
millloenen zonnenvonkelen en stralen, weer
kaatsen in het glanzend dons van „eng'len-
vleugelen", reppend en wiekend Haar tege
moet de koningiane vorstinne heer-
scheresse des hemels.
De wondere dag waarop God de Vader Zijn
teergeliefd schepsel begroet, waarop de H. Geest
Zijn gebenedeide Bruid ten troon geleid, de
dag eindelijk waarop God de Zoon, waarop het
„Kind de Moeder" ter eeuwige vreugde van
een eeuwig samenzijn omhelzen kon.
De dag van „Moeder en Kind". Wat moet het
teedere harte van Maria gesidderd hebben van
(hemelsóhe vreugde en weelde toen zich 'daar
de hemelen ontsloten, en niet een arm hulpe
loos wichtje, maar een God in volle glorie en
heerlijkheid haar naderde, omstuwd door enge
len die kronen en palmen droegen Haar
gewijd.
Schooner dan 'de troon des hemels, dan de
kr-oon van glorie verrukkender dan der
cherubijnen zang, was voor de Moeder het weer
zien van heur Kind.
Heur Kind, dat ze eens in armelijke windse
len, gekoesterd en verwarmd had met heur
eigen lichaam, waarvoor Zij gezorgd en geleden
het Kind, dat zij in Zijn triomf In de
liefde Zijns volks had zien schrijden zegenend
en strooiend de weldaden Zijner liefde het
Kind, dat Ze verguisd gehoond, besmeurd
stervend en verlaten had gesteund door Haar
tegenwoordigheid het Kind eindelijk, terug
gekeerd in Haar schoot, in Heur armen, aan
Haar Hart verminkt koud dood
En nu 'dat vermag geen pen te beschrijven
alleen een moeder, die ooit heur kindeke ver
loor dood waande kan eenigszins benade
ren de vreugde van dat wederzien.
Moeder en Kind o Zoete Vrouwe is dat
niet TTw grootste glorie Uw rijkdom van
oneindigen hemelschen wellust? Waar wij de
zer dagen op 'n Congres U ter eere, als de scha
keeringen al de juweelen en facetten Uwer
glorie hebben overwogen is geene zoo innig
zoo hartroerend zoo teer en rein als die
van Uw „Goddelijk Moederschap".
En waar geheel ons Katholieke land U te voet
viel waar allen U eerden kon geen schooner
feest U kronen dan dit van Uw intreden in
den Hemel Uwe hereeniging met Uw Godde
lijk Kind.
Daarom juichen wij, jubelen wij U toe
daarom smeeken wij „Maria, Koninginne
Die boven alles „Moeder" zijt Moeder help
ons, sta ons bij, geleid ons eens aan Uwe Hand,
veilig en onbesmet tot Uwen Zoon",
HELLENEN.
w Isa
'-Vj-
-Sm
VROUW BLIJFT VROUW
Yn het bijblad voor „Mode en Kuituur van
de „Köln. Zeitung" vinden wij volgend gees
tig vertellinkje, dat wij onzen lezeressen gaar
ne even mededeelen.
Het gevalletje draagt den titel van
„DE REGENBOOG",
Dolly Frankl, de schrijfster, voert ons in een
oogwenk naar het terras van een buitenlandsch
berghotel.
Daar zaten zij beiden hij en zij en
tuurden zwijgend naar den regenboog, die als
van berg tot berg gespannen scheen.
„Intocht der goden in Walhalla dacht de
beroemde schrijver.
Plotseling richtte hij zich tot zijne gezellin
„Rosemarie, ik zou wel eens willen weten, of
je 't zelfde denkt als ik."
„Wanneer ik een regenboog zie" antwoordde
baar heldere stemme, „dan moet ik er altijd bij
denken, dat er toch zoo weinig kleuren op de
(wereld zijn."
„Te weinig kleuren
„Ja, als wij naar Berlijn terug gaan, moet ik
een nieuw costuum laten maken.
En zie nu zelf eens en ze wierp een mis-
prijzenden blik op den regenboog.
„Violet komt niet in aanmerking, oranje en
paars ook niet.
Rood Btaat me niet, en een geel kleed heb ik
juist aan.
Alleen groen en blauw komen in aanmerking,
altijd hetzelfde!"
„Maar kindlief, er zijn toch zooveel nuancen."
„Ach kom, of ik een eenvoudig groen kleed
of een gemoest knalgroen draag, in 't oog van
een man Is 'ttoch alleen maar.,.,,., een
groene japon."
„Zeg dat niet, liefstehet kan over het al
gemeen genomen waar zijn, dat de mannen te
weinig notitie namen van de kleeding der
vrouw op het oogenbllk dat zij een vrouw lief
hebben wordt ook in hen de interesse voor
alles wat de geliefde betreft geboren.
Het gele kleed, dat je nu draagt, ls be
koorlijk, en ik weet zeer goed, dat het zonder
dat wit-geborduurde kraagje en de geel-bruine
ketting, die je er bij sieren, lang niet zoo aar
dig zou staan.
Als de zomer lang voorbij -is, zal ik nog aan
dit verlaten terras, de groene bergen, den re
genboog van den horizont en de kleine Rose
marie in haar snoezig gele jurkje denken.
En zoo gaat 'tmij met al je japonnetjes."
„Zoo gaf Rosemarie terug, „Vertel me dan
eeni, welk japonnetje ik gisterenmiddag
droeg T"
„Gisterenmiddag? Wacht even!" sprak de
schrijver.
„Wij wandelden door het woud naar den wa
terval, wij spraken over graphologie, ik vertel
de jou van mijn laatste novelle en jij gaf een
bekoorlijke beschrijving van jegymna
stieklessen
„En toen struikelde je over een wortel en
was boos, omdat Ik „Hoepla zegde.
Maar m'n japon Hoe was die hield Rose
marie aan.
,,'tWas een lief toiletje" sprak de schrijver,
„ofschoon lang zoo bekoorlijk niet als wat je
nu aan hebt."
'i Was hetzelfde" gaf Rosemarie droogjes
terug.
„Waarachtig!" klonk 'tbeschaamd. ,,'tWas
ook zoo duister, vanwege het naderend onweer,
daarom viel ik ook over dien wortel."
Met zichzelf verlegen stond hij op en trad
naar de balustrade
„Rosemarie De regenboog is vergaan, ook
de zon is weg
Zie je dien rosen gloed, boven de wouden
„Rose fluisterde Rosemarie in gedachten
verzonken.
„Ja, met een zweem van grijs"
„Een zweem van grijs Onzin maar met
een wit vestje en een zwart-la.k ceintuur, dat
zou kunnen
HELLENEN.
- Wo worden er mede overstroomd, lichte, ge
makkelijk leesbare, goedkoope reislectuur.
Men zij echt&r voorzichtig; met lokkende
plaatjes op den titelbiand, daverende titels,
worden wij gepaaid; zoo'n gemakkelijk klein
boekske bij ons te steken.
Ofvan drie boekhandelaren tegelijk
krijg je ze thuis, soms zes stuks tezamen.
't Gebeurde dezer dagen, dat diverse vreemde
vogels op m'n schrijftafel neerstreken. Vijf
van de zes waren minstens 't doorkijken niet
waard; maar ééne was er bij, klein onooglijk
boekske, pretentielooze band, en toch zoo waard
gelezen en herlezen te worden.
Een verhaal als een tragedie, als een me
mento aan de voorbije oorlogstijden, die wij
maai- al te snel vergaten.
Het is een boek -van „Annie Vivanti", geti
teld: „Wee den Overwonnene".
De schrijfster zegt in haar voorrede: „ik
heb op mijn schrijftafel 'n granaatscherf, die
mij tot pressepapier, en een huls van een
shrapnel, die mij tot bloemenvaas dient".
•Dit boek eveneens een wapen heeft
niet de bedoeling, te beleedigen of te kwetsen.
Daar, waar eens de vlammen woedden,
schrijdt thans met lichte vleugelen de Herinne
ring en beweegt zich met gebogen hoofd het
Verwijt.
„V ee den Overwonnene", nu dat men over
winnaars en overwonnenen beter kent dan in
dagen van strijd, zou het wellicht aanbeveling
verdienen een boek te schrijven dat den titel
had: „Wee den overwinnaar".
Doch de zwakke hand eener vnouw is het
niet gegeven, zulk een moeilijke taak te vol
brengen.
Haar, de vrouw, past het eerder de heilige
graven onzer dooden te toonien met lauweren
en rozen; 't past haar ook, zachtgroene olijftak
ken en nimmer verwelkende amaranten neer
te leggen op de graven van hen, die eens heur
vijanden waren".
Aldus Annie Vivanti, de auteur.
Het is een boek alléén geschikt voor geeste.
lijk volwassenen.
Een boek dat ontroert, dat alles in het geheu
gen terugroept en 'n tijdlang onze gedachten
vasthoudt, ons stil doet staan bij den poel,
waarin zoovelen ten ondergingen.
En dit boek geeft slechts het lot van één
vrouw, één meisje, één kind, ons weer! Dan
rillen wij van afgrijzen bij de gedachte aan
die honderden, misschien duizenden anderen.
„Nooit meer oorlog", de grootste geesel der
menschheid.
Geef dit boek in handen van hen, die weten
te schelden op den Duts, den Franzoos, den
Bels, den overzeeër, geen beter tegengif.
Het gegeven, een afschuwelijke misdaad,
tegen onschuldige wezens bedreven, dioet ons
een martelaarschap beleven, zoo intens, zoo
wreed, als geen woord kan weergeven.
En toch uit deze misdaad rijst de groote
glorie van het „Moederschap" omhoog een mar
telaarschap tevens, dat eerbied en ontzag moet
afdwingen, waar het bovenmensichelijke moed
vereischt om te dulden.
Het slot van dezen kleinen oorlogsroman,
waarin de apothese van 't Moederschap als een
wonder verricht en een ander slachtoffer tot
spraak en bewustzijn terugbrengt, weeft een
aureool om het besmeurde blank van zoo menig
geknakte lelie.
Het boek stemt tot nadenken, als ons eens
als onze kinderenGod beware ons.
Wilt ge ernstige reislectuur, neem dit boekje
mede en lees het daar, waar Maas en Sambre,
Sure en Ourthe, de IJzer rustig stroomen, waar
.mos en kamperfoelie de eens zoo bloedige
ruïnes en menig graf met den manteil der
eeuwige liefde bedekken.
Eindigen wij met de schrijfster:
„Ave Maria gratia plena...."
Bevend van geluk drukt Cherie haar kind
vaster tegen haar boezem en ze buigt diep het
hoofd onder de genade van den Goddelijken
zegen.
HELLENEN.
Groote gehaakte kraag.
Op verzoek van mevrouw B. te B. volgt hier
onder een patroon van een groote gehaakte
kraag.
Deze mooie kraag is gehaakt van Angorawol.
Om er zeker van te zijn, dat de kraag goed
past en zoo breed is, als gewenscht wordt, is
het goed om eerst een patroon van papier te
maken, zooals figuur 1 aangeeft. Van A tot B
doet men een naadje in het papier, dat is de
schoudernaad.
Men begint aan de halswijdte en haakt on
geveer 65 losse steken.
Ie toer: 1 vaste steek In de eerste van de
opzetsteken, 3 losse steken, 1 vaste in de derde
van de opzetsteken, 3 losse steken, 1 vaste in
de vijfde der opzetsteken, enz. tot het einde
der toer.
De 2e toer haakt men als de le toer, maaT
zorgt hierbij dat de vaste steek gehaakt wordt
in de middelste van de 3 losse steken.
De 3 e toer als de 2e toer.
De 4e toer eveneens alleen haakt men nu
niet telkens 3 losse steken, maar 5 losse ste
ken.
Zoo haakt men ongeveer 18 toeren.
Op de schoudernaad dus daar waar in bet
papieren patroon het naadje is, meerdert men
door daar een extra boogje van 3 losse steken
en 1 vaste te maken.
Men kan deze kraag natuurlijk ook in ver
schillende kleuren haken; ook heel aardig is
met strepen, bijvoorbeeld: wit en gekleurd;
dan haakt men eerst 10 toeren wit, dan 1 toer
gekleurd, vervolgens 3 toeren wit, 1 toer ge
kleurd, 2 toeren wit, 1 toer gekleurd.
Bijpassende manchetten.
Voor bijpassende manchetten maakt men
eerst weer een papieren patroon (figuur 2).
Men zet ongeveer 30 losse steken op en haakt
verder net als de kraag, alleen meerdert men
nu aan het begin en het einde van de eerste
8 toeren en dan mindert men aan het begin
en het einde van de volgende 6 toeren.
TANTE TOET.
I
Daar ginder aan den boschrand
daar staat 'n Huuske klein
en frisscbe planten kleuren
en duizend bloemen geuren,
in milden zonneschijn.
Dat Huuske bergt twee menschen
een vrouwke en heur man,
die vroom en vroed begeeren
wat liefde's zoet regeeren
en trouwe geven kan.
Daar is een kleene kamer
stilals een heil'genschrijn
daar wacht een rozig nestje
een korfjeen 't restje
'tal voor een kindekijn.
Het paartje spreekt vol hope
van d' ure die nabij
zij droomen dag en nachte
van 't kleinood dat zij wachten
het Godsgeschenk aan bel...
Ginds aan den boschrandverre
van 's levens zorg en druk
daar staat een snoezig huisje
een schattig zonnig kluisje
.1^. het „Huuske van 't Geluk".
HELLENEN.
Plooien zijn voor de dames, die de voorkeur
geven aan een mooien effen japon, hoven dien,
welken door bewerking opvalt, reeds sedert
lang de groote mode. Plooi-modellen toch heb.
ben steeds iets bescheidens en degelijks en ze
zijn daarom door de modisch ontwikkelde
vrouw zoo zeer gewild.
Daar de mode van den laatsten tijd buiten,
gewoon fantastisch was en de kenmerken van
het gezochte en gewilde droeg, is 't te begrij.
pen, dat velen de meer rustige lijnen tot de
hare hebben gemaakt.Het getal van haar, die
de nieuwe richting volgen, groeit met den dag
en daardoor is het verklaarbaar, dat plooi-
ontioerpen voor de meest uiteenloopende gar
derobe-stukken van de eenvoudigste huis
japonnen tot de fijnste avondtoiletten in
tallooze interessante en opmerkelijke variaties
worden gepousseerd.
Plooimodellen hebben het groote voordeel,
dat ze, door de accentueering van de lengte
richting, slank maken en dus op het beeld der
gestalte een gunstigen invloed uitoefenen. Bo
vendien zijn ze de vertegenwoordigers van den
„zakelijken" stijl, dien men gedurende eenige
jaren miste. Deze nu zal voor het nieuwe mode
beeld karakteristiek worden
Teneinde de jonge mode passend te illustree-
ren geven wij de voornaamste typen een afbeel.
ding.
Zelfs de eenvoudigste huisjapon voldoet,
wanneer het onderste gedeelte er van geplooid
is en vervaardigd wordt uit waschecht veel
kleurig linnen of cretonne. De garneering van
zoo'n robe bepaalt zich tot een breede ceintuur
van waschbaar linnenomdat deze, in tegen
stelling met die van leer, waarop het kleinste
vuiltje dat slechts moeilijk kan worden ver
wijderd, 'is te zien, gemakkelijk met een voch-
tigen doek is te reinigen. Ve sobere vierkante
hals en de halve mouwen vormen mede een
kleedingstuk, dat bij uitstek geschikt is voor
bezigheden in huis, in den tuin of in de keu.
ken (afb. 1).
Wijde plooirokken, die volledige bewegings
vrijheid garandeeren, behooren reeds jaren tot
de tennisuitrustingZe zijn steeds aan het lijfje
vastgemaakteen puntig verlengstuk staat
immer vlot. Een bonte ceintuur verhoogt het
levendig aspect van het toilet (afb. 2).
=S_i=
Bij sportcostumes in het algemeen draagt
men rokken met plooien. Die voor den zomer
worden gemaakt uit ruw grof linnen. Een van
voren dichtgeknoopte ceintuur vormt de af
scheiding tusschen rok en sporthemd met op
gerolde mouwen, dat men in plaats van 'n ge-
wone blouse gaarne gebruikt (afb. S).
Ook op de middagrobes ontbreekt de plooi
niet. Dikwijls zijn de ontwerpen zoo flatteus,
dat ze volkomen gelijken op werkelijke costu
mes. Deze idee wordt gevestigd door de op een
jasje gelijkende kruisgewijs sluitende blouse
met korte wijde kelkmouwen. Donkere model
len van dit genre die ook voor 't a.s. herfst
seizoen zich uitstekend leenen, zijn gemak
kelijk „op te halen" door de complementen i
'n lichten schoen, een in kleur daarmede over
eenstemmenden Tellerhoed en een dito gladde
tasch, (laatste fig.).
Zeer elegant zijn de plooibewerkingen van
het avondtoilet: de geplisseerde rok wordt,
door een breede met baleinen stijf gemaak
te breede ceintuur van het lijfje gescheiden
gehouden. Witte of zachte pastelkleuren lee
nen zich voor deze kleeding het best.
R.
Zoo sportlef zij,n de moesten onzer wel aan
gelegd, dat zij voor tochten en wandelingen in
't gebergte wel speciaal daartoe vervaardigd
gemakkelijk, practisch schoeisel medenemen.
Toch zouden wij velen en vooral zij die in
Zwitserland reizen den goeden raad willen
geven, neem eenvoudig en gemakkelijk laagge
hakt schoeisel mede.
't Kan U gebeuren dat op een der vele mooie
autotochten, ge genoodzaakt zijt uit te stappen
en te voet 'n gedeelte te gaan, om 'n mooi uit
zicht waar te nemen, een berg te beklimmen,
een waterval van nabij te bezichtigen. Zij die
den toer naar de Trummelbachfalle, de Blau-
see, scheinige Platte en andere, maakten,
kunnen gewagen van de moeilijkheden, de wan
hoop nabij van de dames, die dachten, 'n fijne
autotocht, 'k kan best m'n mooie opankjes of
sandaaltjes, m'n hooggehakte bandschoentjes
of pumps aan.
Gescheurde kousjes gekneusde teenen;
gehavende schoentjes pijn en ongemak, zie
daar 't droevig resultaat.
Om niet te spreken van 't ellendig humeur
dat te nauwe schoenea en pijnlijke voeten
veroorzaken.
Men spreekt wel eens van zifschoenen en
loopschoenen.
Bewaart uw zifschoenen voor de afternoon
tea of bridgeavond in uw salon; maar benut
uw loopschoenen op reis.
HUISMOEDER.
jt r--
IV.
A'ü
-•#
Palestina heeft, gelijk algemeen bekend mag
heeten, ook onder het opzicht van onderwijs
aan de vrouwelijke jeugd, sinds lang een be
trekkelijk gunstige positie ingenomen, welke
slechts met die van Egypte kon worden ver
geleken. Zeer talrijke mdssie-genoottschappen,
zoowel katholieke als protestantsche, en daar
onder sommige die zeer kapitaalkrachtig waren,
hebben reeds in den loop der negentiende eeuw
'in Palestina Inrichtingen van onderwijs ge
opend. Ook aan meisjesscholen van allerlei
isoort en richting ontbreekt het in geenen deele.
Zooals echter licht te begrijpen valt, werden
deze meisjesscholen vooral, door kinderen van
orthodox-mohammedaansche ouders gewoonlijk
miert zeer druk bezocht.
Toen, na den oorlog, de immigratie der Joden
lln Palestina op grootere schaal begon, kwamen
daarmede ook een groot aantal Joodsche meis
jes en vrouwen het land binnen, die te voren
in verschillende westersche landen een geheel
Europeesche opvoeding hadden genoten, en ten
deele zelfs universitaire studiën hadden ge
maakt. Daaronder bevonden zich ook niet wei
nige uitstekende leerkrachten, dis ofwel reeds
vroeger bij het onderwijs werkzaam waren ge
weest, ofwel zich uil daaraan begonnen te
wijden met al de toewijding van een hoogge
stemd enthousiasme. In de nieuwe Joodsche
(kolonies, die allerwegen werden gevestigd, be
steedde men over 't algemeen veel aandacht
aan een zorgvuldige opleiding van de nieuwe
generatie. De schoolkinderen van het Oude Volk
waren Immers de toekomstige burgers van het
Joodsche Palestina, waarvan men de verwezen
lijking reeds zoo nabij zag Ook het onderwijs
iaan de toekomstige echtgenooten en moeders
van den herleefden Joodschen staat, mocht niet
wanden verzuimd. Derhalve werden allerwegen
Joodsche meisjesscholen geopend.
Zelfs intellectueel® beroepen als b.v. het be
roep van advocaat moesten voor de vrouw toe
gankelijk worden gesrteld. Toch ging dat niet
zoo gemakkelijk. De eerste vrouwelijke advo-
caat van Palestina, mevrouw Ginsberg -
schoondochter van den bekenden nieuw he-
breeuwschen schrijver Achad Hd-dm moest
vijf jaren lang haar eigen zaak bepleiten vóór
izij eindelijk (in 1930) tot de balie werd toege
laten om voor anderen te pleiten. Vooral de
inlandsiche Mohammedanen, 'die het over t
algemeen met de geïmmigreerde Joden toch al
■nieit te best vinden konden, maakten tegen de
invoering van deze nieuwigheid be®waar. Zij
steunden daarbij hoofdzakelijk op overwegingen
van moha-m mëdaanedh-religi euzen aard.
Maar de Engelsche mandatarissen, die het
heft In Palestina ln handen houden, gebruiken
waar hun dat nuttig of noodlg lijkt, ook al
hun eigen kasuïstiek. Zij verklaarden nuchter-
weg, dat het Mohammedaansch kanoniek recht
geen enkele uitdrukkelijke bepaling bevat, die
de vrouw van hert uiSbefenen van de advocaats-
ipractijk uitsluit. Niemand kan beweren dat dit
piet juist is. Want het idee, dat een vrouw ooit
,op het bekleeden van zulk een betrekking aan
spraak zou kunnen maken, is natuurlijk den
Mohammedaanschen wetgever nooit in het
(hoofd gekomen
Welnu wat de wet niet verbiedt, is geoor
loofd.... redeneerden de slimme Engelschen
Ergo mevrouw Ginsberg werd tot de balie
(toegelaten. En daarmede is eens voor altijd
een precedent geschapen, dat aan iedere Pales-
tijnsche vrouw, zij moge jodin, christin of
:mohamimedaansche zijn, het recht geeft om 'de
rtoga om de schouders te slaan. Natuurlijk mits
aij voldoet aa-n de wettelijke vereischiteu wat
studiën en behaalde diploma's betreft. En om
idle studiën te maken en haar diploma's te
behalen is zij voorloopig nog op het buitenland
aangewezen, tenzij ze er de voorkeur aan geeft
Me Joodsche universiteit van Jeruzalem te
bezoeken, waar 25 Januari 1.1. de beide eerste
Vrouwelijke doctoren ia de letteren promo
veerden.
In Perzië, waar in het jaar 1915 de eerste
meisjesschool geopend werd, ging het initiatief
itot meer ontwikkeling van de vrouw, en tot
onderwijs aan de vrouwelijke jeugd, vooral uit
van mevrouw Dolat Abadi. Reeds ln 1921 had
deze begaafde dame een perzisch blad voor
vrouwen opgericht, dat gedurende eenigen tijd
•wekelijks versoheen. Voorloopig schreef en
redigeerde zij dat weekblad voor de vrouwen
vrijwel alléén. Zij leefde en werkte onvermoeid
'ln de stille hoop, dat onder de geregelde lezeres
sen van haai; 'blad mettertijd wel eenige geest
verwanten en medewerksters voor haar idealen
zouden opstaan^ die haar taak zouden kunnen
deelen. Maar het bleek al spoedig, dat zij niet
voldoende rekening had gehouden met den
tegenstand der machtige mollah's. Do moilah's
zijn over het algemeen zeer conservatief en zij
moeten niets hebben van westersche nieuwig
heden. Bovéndien zijn zij de Officieels wakers
over de reinheid der z.g. „sjiietisohe leer", een
'bepaalde, Ietwat afwijkende vorm van het mo
hammedanisme, die in Perzië staatsgodsdienst
is. Om kort te gaan, het vrouwenblad van Dolat
Abadi werd op religieuze overwegingen verbo
den, en moesrt voorloopig verdwijnen, ofschoon
•het later onder een anderen naam weer opleef
de. Toen begaf mevr. Dolat zich op reis. Zij
bezocht Amerika, en verbleef enkeie jaren ln
Europa, met name in Frankrijk, waar zij aan
ide universiteit van Parijs ging studeeren, om
zich verder voor haar levenstaak te bekwamen.
Toen Rlzd de tegenwoordige sj&h Pahlawi
van Perzië teugels van het bewind in
handen had genomen, meende mevr. Dolat
Abadi zeer terecht .te mogen veronder.ste'llen,
dat de tijden voor haar idealen gunstiger waren
geworden. Zij keerde derhalve naar haar vader
land terug, waar zij met alle eer ontvangen werd.
Weldra volgde van regeeringswege haar benoe
ming tot algemeen inspectrice van alle meisjes
scholen in Perzië. Zulke scholen bestaan intus-
schen alléén nog maar in de grootere steden
van het oude rijk. In 1929 werden in de rijks
hoofdstad Teheran de lagere scholen bezocht
door 640 vrouwelijke leerlingen, terwijl 344
meisjes reeds middelbaar onderwijs volgden.
In 1931 werden voor het eerst eenige Perzische
jongedames, die de middelbare schooi mot goed
gevolg dooirloopen hadden, met regoeringssub-
sidie naar Europa uitgezonden, om daar aan
verschillende Inrichtingen en instituten het
hooger onderwijs te gaan volgen.
Zondag:
Degene, die vrees koestert voor de menschen,
zal nooit iets groots doen voor God.
Maandag:
Bidden te gemakkelijk, werken uit zielenijver
aantrekkelijk maar zichzelf overwinnen net
zoo lang, totdat genade en volharding het ge
makkelijk maken, is een zware, pijnlijke strijd.
Dinsdag:
Niemand zal ooit groote dingen doen, die
alles zelf wil verrichten, of alle eer aan zich
houden dit is een teeken van bekrompen geest
en moet tot ondergang lelden.
"Wat gij ook aan uw uiterlijk moogt doen,
'bedenkt dat inwendige rust vrede en
levensblijheid de machtigste scboomheidsmld*
delen zijn.
Donderdag:
Iemand zonder princiepen, is meestal Iemand
zonder karakter, wanneer hij dit laatste bezat,
sou hij de behoefte gevoelen, zichzelf princiepen
te scheppen,
(Vrijdag: - I
Waarachtige liefde is schoon, (eerlijk, op
recht en getrouw.
Zaterdag:
Er is maar eene ware liefde helaas de
wereld maakt er duizenden copieën van,
Abonné.
Wilt U een volgende maal uw naam en
adres vermelden
Op vraag 1 kunnen wi) U antwoorden, dat
U het beste doet uw haar met een goed toni*
cum te wasschen, veel horstelen, liefst met sta*
len borstel.
Hardnekkige plekken met een watje meij
zuivere alcohol behandelen.
Vraag 2. Middelen tegen transpiratie
moogt U niet op eigen houtje toepassen, en
doet U beter uw huisdokter te raadplegen.
Vraag 3. Voor 't fijn maken van harde
eieren bestaan machientjes, welke U in huis-
houdelijke magazijnen voor weinig geld kunt
koopen.
Vraag 4 en 5. De patronen zijn aange
vraagd, het zal echter wel eenigen tijd duren
eer deze geplaatst kunnen worden.
Abonné P. G. vraagt een raad om de vlekken
op zijden pluche gordijnen, veroorzaakt door de
aanraking met oranje lelie's te verwijderen.
Antwoord Vrijwel hopeloos, evenals de aan
raking van meeldraden van tulpen enz. is een
strop voor japonnon, kleeden, gordijnen, enz.
Een oplossing met vochtige middelen is ®eei;
gevaarlijk, de vlekken loopen meestal uit.
Probeert U het eens met oud brood, baat het
niet, dan schaadt het niet.
Een weinig verdunde salmiak, met telken3
een schoon stukje pluche van dezelfde kleur,
zacht over de plek gewreven, kan misschien
ook helpen. Durft U het niet aan, laat het dan
„chemisch doorslaan" zooals de vakterm hij
stoo.minrichtlngen luidt.
Mej. M., te Amstelveen verzoekt ons eene be
reiding van brillantine.
Antwoord no. 1 30 gram witte zuivere was
en 30 gram glycerine, heet door elkaar ge
mengd, geven een uitstekende pommade.
No. 2; 125 gram geweekte en gesmolten run
dermaag, door gaas gegoten, met 125 gram wit
te vasa'.ine en voor 5 ct. Bergamotolie gemengd
moet gedurende een uur met een houten spatel
geroerd worden; men kan er nog voor 15 cent
Perubalsem aan toevoegen en heeft dan een
uitstekende brillantine.
No. 3 Men smelt 3 deelen versch schapen
vet, 5 deelen versch varkensvet, 8 deelen cacao
boter, 3 deelen aardbeien en zet het een gehee-
len nacht in een nog warmen keukenkachel,
zeeft het door en voegt er dan 1 deel rozen- of
viooltjes-olie door. Deze oliën zijn hij goedq
drogisten of parfumeriezaken verkrijgbaar, A