het ijsselmeer wordt zoet. DONDERDAf F AUGUSTUS 1932 DRIE FRANSCHE DICHTÊRS EN EEN LIEDJE. „Mon coeur" gebroken. Beslissing der Haagsche Rechtbank. ilMiilIll MAATREGELEN VOOR DE SCHEEP VAART. „SOBRIETAS". UIT HET ROOMSCHE LEVEN. „OMNIS TERRA". Zonder RECLAME geen omzet, geen winst; de DRUKINKT is de j kracht van 't huidige zakenleven 1 HET RAPPORT-WELTER. AUTOBUSDIENST OVER LANGE AFSTANDEN. SALARIS VAN DEN COMMISSARIS EENER N. V. JAARBEURS-SYMPTOMEN. DE NIEUWE AFFICHE. Drie Franséhe dichters, -de heeren Willemetz Saint-Granier en Le Seyeux, hadden zich ge- zameqlijk aan het dichten gezet, en brachten, aldus dichtende, een poëem voort, hetwelk zij den titel gaven van „Mon Coeur De drie dichters beleefden van hun product voldoening. De Parijsohe componist Cristiné werd er na melijk dusdanig door begeesterd, dat zijn mu zikale ader begon te vloeien, hij het gedicht op zang zette, en een begeleiding daarbij com- poneerde. Zoo ontstond een zangnummer met begelei ding „Mon Coeur" getiteld. Het werd voor het eerst uitgegeven te Pa- Tijs, in het jaar 1926, door Francis Salabert. Cristiné, die van dit zangnummer het auteurs recht had, onder meer inhoudende het uitslui tend recht, het te verveelvoudigen door het vervaardigen van rollen, platen en andere voor werpen, bestemd om het werk langs mechani- schen weg ten gehoore te brengen, heeft dit aan hem uitsluitend toekomend recht overge dragen aan de Société Générale Internationals de L'Edition Phonographique et Cinématogra- phique te Parijs. Hiermede had' de Société Générale wan Cris tiné de zoogenaamde mechanische rechten op ,Mon Coeur" verkregen. Nu bleek aan de Société Générale, dat een Haagsche importeur muziekrollen invoer s voor electrisöhe piano's, welke afkomstig wa ren van de te Parijs gevestigde fabriek, ge naamd Edition Musicale Perforée, en op zoo een muziekrol „Mon Coeur" was vastgelegd, zoodat het met behulp van die muziekrol en van een piano, alzoo langs mechanischen weg kon worden ten gehoore gebracht. De Société Générale behoefde deze inbreuk op hare verworven auteursrechten niet te dul- den. De Nederlandsche wet geeft haar de bevoegd heid in dezen handelend op te treden. De Auteurswet bepaalt namelijk in artikel 28, voor zooverre ten deize van belang, het na volgende: „Het auteursreoht geeft de bevoegdheid voorwerpen, in strijd met dat recht openbaa: gemaakt, zoomede niet geoorloofde verveelvou digingen, in beslag te -nemen en hetzij dezelve als zijn eigendom op te vorderen, hetzij ver nietiging of onbruikhaarmaking daarvan te eischen." Met verlof van den president der Haagsche Rechtbank deed nu de Société Générale in het. magazijn van den importeur twaalf stuks mu ziekrollen in beslag nemen, welke alle een re productie bevatten van de meergenoemde com positie „Mon Coeur". Hierna werd over de zaak geprocedeerd voor de Rechtbank te 's Gravenhage. De eisch, welke de Société Générale voor de Rechtbank stelde, was niet gering. Zij eisehte, dat de importeur zou worden ge dwongen tot afgifte der in beslag genomen rollen, opdat zij deze zoude kunnen vernietigen en onbruikbaar maken, voorts dat de Recli- ibank zoude bepalen, dat en hoe de bedoelde muziekrollen zouden worden onbruikbaar ge maakt. Vervolgens vroeg zij vergoeding der geleden schade en voorts eisehte zij, dat de Rechtbank den importeur zou veroordeelen niet alleen in de kosten van het proces, doch ook in ue kosten van het gelegd beslag, en die van ver nietiging of onbruikhaarmaking der rollen. Bij pleidooi trok de Société Générale welis waar haar vordering tot schadevergoeding in, doch voor het overige bleef zij bij haar eischen. De gedaagde importeur, die zi-c'h, evenais de Société Générale, van den -bijstand eens advo- caats had voorzien, verweerde zich bij monde van zijnen rechtsgeleerden raadsman. Deze bracht tijdens het geding de aandacht van de Rechtbank op het bestaan van een Edifo-zegel. -De eischeresse verkoopt namelijk zegels, welke geplakt kunnen worden op rollen van composities, waarvan zij het auteursrecht heeft. Indien zulk een Edifo-zegel, op een door een ander dan haar gefabriceerde rol voorkomt, beeft de Société Générale reeds door de beta ling van het zegel haar winst gemaakt, zoo dat zij ten opzichte van het in den handel brengen van rollen, zoo zij maar met haar Edif-o-zegel zijn gezegeld, geen bezwaar pleegt te maken. De advocaat van den Importeur putte hier uit, dat de eischeresse stilzwijgend gedoogt, dat rollen worden vervaardigd van haar toe- behoorende muziekstukken, doch de rechtbank overweegt, dat, dit stilzwijgend gedoogen al leen geschiedt onder het eveneens stilzwijgend voorbehoud, dat de aldus gemaakte rollen in Nederland niet in den handel zouden worden gebracht, dan na van het Edifozegel te zijn voorzien, zoodat de Société Générale de be voegdheid niet had verloren omtrent de twaalf rollen, welke zonder zegel waren in den handel S&bracht, hare rechten te doen gelden. Vervolgens deed de advocaat van den im porteur een beroep op de go-ede trouw. Hij zegt namelijk, -dat een ieder weet, dat de fabriek Edition Musicale Perforêe de rol- ■'en A6*''3 mot openlijke toestemming van de Société Générale vervaardigt, zoodat de in dit proces door haar gestelde eischen zouden zijn gedaan in strijd met de goede trouw. De rechtbank stelt hier tegenover, dat in de desbetreffende handelskringen het vereischte van het Edifozegei ln verhand met deze open lijke toestemming volkomen bekend is. Zij voegt hieraan toe, dat in bet proces is gebleken, dat de importeur zelve ter zake van dit Edifozegel op de hoogte was, daar hij de Tollen in Frankrijk had besteld, te leveren. voor zoover noodig van het Edifozegel voor zien. Terecht besliste de rechtbank, dat de impor teur onder deze omstandigheden aan de Société Générale geen kwade trouw mocht verweten, daar hij zelve wist. dat hij had gehandeld iii strijd met hetgeen de rechthebbende Société Générale ten aanzien der rollen verlangt. De Rechtbank komt thans te staan voor de beslissing wat «et de rollen moet gebeuren. Hoewel zij de Société Gén éi ale in het alge meen gelijk geeft, kan zii toch den eisch niet toewijzen, zooals deze is gesteld. De Société Générale had namely konder meer afgifte der rollen gevorderd om deze te ver nietigen. Bij nauwkeurige lezing van het hierboven aangehaalde artikel 28 der Auteurswet valt in het oog, dat de Wet twee vorderingen toestaat, en wel slechts twee v-orderingsn, namelijk een opvordering van de verveelvoudigingen als eigendom, en daar naast een vordering tot vernietiging en onbruikhaarmaking. Een vordering tot afgifte ter vernietiging kent de Wet niet. Deze vordering wees de Rechtbank derhalve af. De vordering tot vernietiging en onbruik- gaarmaking werd toegewezen, Prof. Piccard in gesprek met Oliffard Armont, president vcm de intern. lucht, vaart-conferentie, op het vliegveld Duben- dorff vóór zijn opstijging. De rechtbank gelastte, dat de rollen zullen worden onbruikbaar gemaakt door die in stuk ken te breken en bepaalde voorts, dat, indien niet binnen een maand na de uitspraak door den importeur aan den last is voldaan, de Société Générale bevoegd zal zijn zelve de os- ibru-ikbaarmaking der rollen te bewerkstelli gen. ■Het verveelvoudigde „Mon Coeur" van den toondichter Chr-istiné werd derhalve op last van den Nederlandsehen Rechter gebroken. Tilburg. Mr. MERTENS. Interessante gegevens over den toe stand der nieuwe binnenzee. Het diriemaandeilijkscihe bexiclM betreffende de Zuiderzeewerken ruimt een aanzienlijke plaats in voor de historische gebeurtenis op 28 Mei j.l. toen de dichting van De Vlieter tot stand kwam. Vrijwel het geheele materieel, dat voor het dichten van het sluitgat in de Middeigronden was gebruikt werd bij bet sluiten van De Vlie ter wederom tewerkgesteld. Thaxus laten de vorderingen van het werk toe, dat geleidelijk materieel wordt afgevoerd, hetgeen, voor zooveel dit van aandeelhouders is gëhuurd, geschiedt door teruggave ingevolge bet bepaalde in de met do Maatschappij tot Uitvoering van Zuiderzeewerken gesloten gromd- overeenkomst. Op 1 Juli j.l. waren resp. 1.050.000 m3. kei- leem en 2.560.000 m3 zan-il verwerkt. Het IJsselmeer liad bij zijn ontstaan op 28 Mei 1932 een gemiddeld peil van één cm. onder N.A.P. Het bevatte toen ongeveer 11,9 milliard kubieke meter water, zoodat, bij 'n oppervlakte van 3500 vierkante kilometer, do gemiddelde diepte 3,4 m bedroeg. Op 30 Mei 1932 werd aangevangen met het verlagen van het peil door het spuiten met de uitwateringssluizen in den afsluitdijk. Vo-o-r het verrichten va-n nog noodzakelijke werkzaamhe den bleven hierbij afwisselend verschillende slui-scomplexen gesloten. Tot en met 17 Juni 1932 werd totaal een mil liard m3 water afgevoerd. Op dien datum werd, na het bereiken van het door de wet van 29 Juni 1925, voorgeschreven voorioopige peil van het IJsselmcer van 13 om N.A.P. het spuien gestaakt. Ten-gevolge van den geringen neer slag en den tot beneden den normalen dalenden afvoer van den IJsseil, kom de verdamping het totale waterbezwaar vrijwel oompeineeeren, zoo- dat de gemiddelde waterstand op het IJssel meer om het voorioopige peil bleef schommelen. Zoolang deze toestand aanhoudt blijft het zout gehalte van het IJsselmeer water op dezelfde h-oogte. Dit zoutgehalte is intussch-en reeds be langrijk kleiner, dan het gemiddelde van vroe ger. Men heeft bevonden dat ook de Waddenzee een chloorgehalte bad, belangrijk lager dan dat van do Noordzee, zijnde ongeveer 19 gram per liter. Vooral langs de Fr ie so he kust trad een belangrijke verzoeting op. Het ge middelde over bet gebied, dat thans door bet IJsselmeer wordt ingenomen, was ongeveer 6,7 gram per liter. Onmiddellijk na de sluiting van den afsluit dijk is een serie, over het geheele meer ver spreide, waarnemingen verricht, die hebben ge diend bij bet vaststellen van het chloorgehalte. De verschillen van plaats tot plaats blijken zeer sterk to zijn afgenomen. In het Noorden is «en belangrijke verzoeting ingetreden, tërwijl zuidelijk van de lijn EntehuizenUrkIJssiel- mond het chloorgehalte iets grooter is, dan vroeger voor dit gebied als normaal kon worden beschouwd. Het gemiddelde chloorgehalte over heit ge heels meer was 5,6 gram per liter, overeenko mende met een hoeveelheid van bijna 67 mil lioen ton chloor, of ruim 120 millioen ton zout. Gedurende het spuiten is door de sluizen onge veer 7,5 gram cloor per liter water, dus to taal omstreeks 7,5 millioen ton chloor afgevoerd, waartegenover staat een aanvoer van enkele' tienduizenden tonnen door den IJssel. Het ver schil van de door de gemalen uit de Wie- rimgermeer geslagen hoeveelheid en die, welke door kwel onder den Wierimgermeerdijk uit het IJsslmeer is verdwenen, is nog geringer. Op 30 Juini 1932 zal het IJsselmeer dus nog omstreeks 59 millioen ton chloor 'hebben bevat, opgelost iin 11,5 milliard kubieke meter water (gemiddeld ruim 5,1 gram per liter). Ten behoeve van de Scheepvaart zijn in de havens van Workum, Hindeloopen, Nijkerk en Spakenburg reeds belangrijke verbeteringen aan gebracht. In de Gouwzee zullen tein behoeve van de scheepvaart twee geulen worden gebag gerd met een breedte van 70 m, terwijl het in het voornemen ligt de diepte zoo goed mogelijk op tenminste 2.20 m. N.A.P. te handhaven.De eene gem zal Noord-Zuid loopen en aan weers zij en reiken, tot waar de genoemde diepte in zee aanwezig is, ,je andere zal de eerstgenoemde ïuisen en de haven van Monnikendam met de laven varn Marken verbinden Voor geleiding van de scheepvaart bij nacht zullen drie licht opstanden ïm zee worden gebouwd. De haven van Monnikendam zal gedeeltelijk verdiept wor den tot 2.20 m. - N.A.P. en gedeeltelijk tot ge- ringer© diepte. Als toegang naar de haven van Volendam zal eem geul worden gebaggerd .waarin door het rijk zoo goed mogelijk een minste diepte van 2.40 m. N.A.P. zal Worden gehandhaafd. Afschaffing en geheelonthouding. In de laatste aflevering van „Sobriëtas pleit pater H. van Oers M. S. C. uit Tilburg, voor „afschaffing van de afschaffing" in polemiek met zijn ordebroeder, pater W. Arts. 't Voor naamste van het betoog van pater Van Oers „de drankbestrijding is opgezet om de drank- sLachtoffers veilig te stellen dit kan alleen door geheelonthouding", komt voldoende tot zijn recht in het volgende naschrift van pater Arts 1. De drankbestrijding is er om de drank slachtoffers op de eerste plaats te redden. Dit is waar in dezen zin, dat zulks het eerst merk bare resultaat wezen zal en dat de eigenlijks drankellende ook wel de eerste oorzaak is ge weest waarom de drankbestrijding in bet leven werd geroepen. Zelfs is het in zijn meest alge- meenen zin waar voor sommige niet-Katholieke organisaties, zooals o.a. de I. O. G. T. De goede tempelier is op de allereerste plaats redder. Maar dit is niet waar voor de katholieke drank bestrijding. Deze staat op het standpunt dat het „genezen" en passant behoort te geschieden als een noodzakelijke consequentie der drankweer- overtuiging, maar dat het „voorkomen" de eigenlijke taak is der drankbestrijding. Of om het anders te zeggen dat het reddingswerk een uitvloeisel is van onze beweging, maar dat het wegnemen van de oorzaken der drankzucht (het alcoholisme) het eerste mikpunt is van de drankweer. Zooals de drankzucht en de drankellende een uitvloeisel zijn van het alcoholisme, zoo is het reddingswerk een uitvloeisel van de alcoholbe- strijding. De verhouding tusschen reddingswerk en drankbestrijding aanvankelijk één werk is dezelfde als de verhouding tusschen het roode kruis en de vredesactie. Daarom is bij de katholieken ook het red dingswerk steeds apart georganiseerd geweest de laatste decennien. 2. Het tweede punt kunnen we gerust toe geven. Dat is steeds onveranderd de vaste over tuiging van het roomsche reddingswerk ge weest, dat de drankzuchigen alleen te redden zijn door geheelonthouding en geheelonthouders. Ik geloof dat St. Thomas al gezegd heeft dat in dergelijke gevallen alleen de geheelonthouding redding brengen kan Natuurlijk was het voor den zwakken broeder zeer wenschelijk vaak zelfs voor de redding noodzakelijk dat alle menschen waren als een St. Paulus, en is het het ideaal der drank- weer, om alle menschen deze mentaliteit bij te brengen die hen dwingt zich geheel te onthou den. Maar dit als ideaal vooropstellend rede neeren wijbeter een half ei dan een leege dop. Kunnen we nu eenmaal de menschen niet tot geheelonthouding brengen, dan zullen we ze afschaffer probeeren te maken. En natuurlijk zijn er die meer dan geheelonthouders. Maar we hebben ze en we koesteren de hoop, dat ze nu tenminste niet geheel vreemd meer staan tegenover onze idealen. Het gaat er om zeg gerust „helaas" om te bereiken wat te bereiken is. Kunnen we voor het goede doel niet van iedereen tien gulden krijgen of zijn heele vermogen, dan zullen wij hem zooveel edelmoedigheid hij trachten te brengen dat hij tenminste geeft zooveel hij kan. En al geeft iemand niet zichzelf arm door dat we hem ertoe brengen toch iets te geven en inderdaad te offeren (dit vooral dan kweekt ook die iets-gever een mentaliteit die voor de heele liefdadigheid gunstig is. En zoo staan wij ook tegenover de goede afschaffing. Ik heb de lichtzijden met opzet in den kijk gezet, zooals nu inzender doet met de schaduw, zijden. Als we beiden maar onthouden dat we een zijdig zijn de drankweer moet bij de handha ving der afschaffing zich steeds de donkere zij den ervan bewust blijven en de geheelonthouder moet de lichtzijden van de halve geheelonthou ding niet vergeten. De geheelonthouding blijft dan de kern en „meer geheelonthouders" de leus. En in dien zin blijft het een wensch weg met de afschaffersdat we de afschaf fers geheelonthouders moeten zien te maken en de buitenstaanders afschaffer Maar in geen geval mogen we ons op de scha duwzijden (vergeef de beeldspraak) blind sta ren, zoodat we in de afschaffing alleen nog maar zooveel kwaad zien dat we het instituut als zoodanig willen opheffen. Dat zou hetzelfde zijn als dat we (ik corrigeer meteen mijn beeld uit het vorig artikel en laat de Goddelijke In stelling weg) de advocatuur gingen verbannen omdat er slechte advocaten zijn of de spoorwe gen omdat er ongelukken door worden veroor zaakt, of de vakvereenigingen omdat er slechte leiders zijn. Kerkwijding te Muntok. Woensdag 27 Juli j-L was een groote dag voor katholiek Muntok. Had men tot dien datum gebruik moeten maken van de kapel der Eerw. Zusters om de kerkelijke plechtigheden te vieren, dien Woensdag kwam men eindelijk in het bezit van een eigen parochiekerk, meldt de Koerier. 's Morgens te 8 uur werd de nieuwe kerk op eenvoudige wijze ingezegend door den Hoog- eerw. Heer Van Soest, pro-prefect en pastoor te Muntok. Mgr. Bouma zal na zijn terugkeer uit Holland de plechtige wijding verrichten. Na de inzegening trok men in processie naar de kapel der Zusters, waarna het Allerheilig ste werd overgebracht naar de nieuwe Gods woning. Onmiddellijk begon nu de plechtige Hoog mis, gecelebreerd door den Hoogeerw. Heer Van Soest, waarbij de Zeereerw. heeren Muil en Zaad assisteerden als diaken en sub-diaken. Onder de H. Mis hield de celebrant een korte preek, waarin hij de H.H. Harten van Jesus en Maria dankte voor de bijzondere hulp en bij stand bij den bouw verleend en de geloovigen opwekte, om met de in gebruikname van de nieuwe kerk ook een nieuw opgewekt katholiek leven te beginnen. Na de H. Mis klonk plechtig voor de eerste maal het loflied „Te Deum" in de nieuwe kerk, waarna de zegen met het Al lerheiligste werd gegeven. Daarna begaf men zich naar de patorie, waar pastoor Zaad een korte speech hield. Spr. herinnerde aan de groote moeilijkheden, die de bouwer had te overwinnen en wenschte Muntok geluk met dit mooie gebouw, dat veel zal bijdragen tot den bloei van het katholiek leven in Muntok. De Hoogeerw. Heer v.' Soest dankte op de eerste plaats God, zonder Wiens hulp dit aar dige kerkje zeker niet zou zijn gebouwd. Maar spreker wilde ook danken alle milde gevers, die hem zijn zware taak aanmerkelijk verlicht ten. Missiespel te Sittard. Het is alweer ruim vier jaar geleden, dat Jan Nieuwenhuis in een recensie van bet Delftsche Lustrumspel klaagde over ,,het tra gisch lot, dat zelfs een welgezind publiek uit dit geslacht geen teekenen en symbolen meer heeft, die het gemeenschappelijk verstaat en gemeenschappelijk liief heeft". De klacht is ontegenzeggelijk juist. Maar voor de duizenden toeschouwers van het mis- siespeil Omnia Terra" is zij toch niet geschre ven. Want te Sittard vond men ruimschoots wat te Delft on'brak: de eenheid van gedachte, ge loof en gevoel, die het onmisbaar fundament vormt voor elke gemeenschapskunst. Van die eenheid getuigde de geheele opzet van het spel. Het gemeentebestuur had de groote markt met de omringende straten voor het verkeer gesloten en geheel ter beschikking gesteld van de S.I.M.A., de Sittardsche Missie actie. En nu verhief zic'h midden op het ruime plein, groot en hoog, het Teeken der Verlos sing. Langs den rand van het middenvak waren aan de vier zijden zitplaatsen aangebracht voor het publiek. Maar toen deze reeds spoedig wa ren bezet, bleven de geloovigen in dichte drom men toestroomen naar het vrome schouwspel. Geen nood! Heel de markt was volkstheater. De rijwegen rondom het middenvak waren weldra geheel met kijkilustigen gevuld, en uit alle vensters van de woningen i.n den omtrek hingen de toeschouwers. Zelfs hoog op de da ken zaten jonge gasten, die vooral niets van het dramatisch gebeuren wilden missen. En weer bewonderden wij de aangeboren wellevendheid van het Lim'burgsehe volk: geen wanklank werd vernomen, geen gedrang, geen gehos, geen gejoel, maar ingetogen aandacht bij de duizenden, toen St. Jan optrad als den heraut der Liefde: ,,In den aanvang was het Leven En het Leven was bij God." Terwijl de heraut sprak, naderden uit de vier windstreken ais verkeersagenten" vier enkelen ten goede en vier geesten ten kwade. Zij namen plaats op de vier hoeken der wegen, en tusschen de beide viertallen ontspon zich bet tragisch conflict om de ziel der volkeren, terwijl de H. Kerk Paus, kardinalen en bis schoppen vanaf den Kruisberg het beurte lings nader tredende Oosten, Westen, Zuiden en Noorden toesprak, om heel de wereld te wijzen op den Boom des Levens: Ecce lignum crucis, in quo salus, mundi pepenid.it!" In het tweede deel van heit drama wordt de strijd beslecht. De vier geesten ten kwade, de Kritiek, bet Zingenot, de Hoogmoed en Luci fer, beproeven bonend en schimpend den stormloop op het Kruis en de Kerk, die met de hulp van Haar missionarissen door haar stand vastig gebed al-le aanvallen afslaat, en dan Mij- de de offerkinderen begroet: de tarwe-Monden, die het Brood des Levens en de Wijn-rooden, diie het Bloed van Christus verzinnebeelden. Door den Paus worden zij uitgezonden over de wereld „Stella Duoe" en zij trekken op met den kreet: ,,God wil het!" Het derde deel brengt de apothéose. De klach ten der Kerk, ontleend aan de liturgie van 's Heeren lijden, worden in twee koren beant woord door hare misleide kinderen, slachtof fers van de geesten ten kwade, tot opeens van de vier windstreken de verlossende kreet weer klinkt: „Lumen Christi!" Dan knielen alle volkeren tezamen voor het Kruis waaraan 's werelds Heil te sterven hing, en begroeten het met eerbied en geestdrift: ..Venite adoremus!" De opvoering slaagde naar wemsoh. De so nore en gespierde verzen van pater Jacq. Sehreurs M.S.C. werden met gloed en kracht voorgedragen door de spreekkoren, wier jonge stemmen juichend door de ruimte schalden. Jammer dat de vertolking_ van de rol der booze geesten niet meervoudig werd uitgevoerd, °f zoo dii-t ondoenlijk bleek, aan forsche man nen-figuren was toevertrouwd. Nu wekten de tengere en teere meisjes-ge stalten, die Lucifer, den Hoogmoed en het Zingenot moesten voorstellen, onvermijdelijk den indruk van zwakheid en onvermogen: haar jonkvrouwelijk geluid ging teloor in de groote ruimte, tot schade der uitbeelding van het tra gisch conflict, dat onvoldoende verklankt, de toeschouwers niet vermocht te treffen. Zoo geschiedde het, dat de aandacht verslap te juist op het hoogtepunt van het drama, wan neer de Kerk biddend en mediteerend den stormloop van de machten der duisternis af slaat. Daarentegen was de apotheose schitterend. Toen waren de geloovige scharen aan het woord, allerwegen te zamen stroomend om uit één mond den roem van het Kruis te vertol ken. Toen was het enorme tooneel geheel ge vuld met het veelkleurig gewemel der gewa den, toen schetterden zegevierend de bazui nen: toen werd de Gemeenschap der Heiligen veraanschouwelijkt, zoowel door spelers als toeschouwers, eén in aanbidding voor den ge kruisigden Godmensoh. Bn van het booge stadhuis leefde een menig te van leeken en priesters mede met het ont roerende spel. Daar waren tal van bescherm- beeren en eereleden van de Missieaetie, daar was Mgr. Dr. Baiuduin vicaris-generaal, Mgr. Dr. Poels, de hoofd-aalmoezenier, Prof. Dr. Feron de president van het Diocesaan missie- comité, daar waren de geestelijke en wereld lijke autoriteiten van Sittard en tal van mis sionarissen, gebruinde en gebaarde mannen uit alle werelddeelen. En allen hebben ongetwijfeld een dierbare heugenis mede genomen van Om.nis Terra: „Heel de aarde aan den voet van het Kruis". R. L. Bezwaren ten opzichte van het spoorwegverkeer. In de gister gehouden vergadering van den Raad van State afd. Geschillen van Bestuur, kwam aan de orde het beroep van D. Koe- lewijn te Purmerend tegen de beslissing van Gedep. Staten ven Noord-Holland, waarbij hem vergunning werd geweigerd voor het exploiteeren van een autobusdienst van Wie- ringen naar Amsterdam en MedemblikAm sterdam. Namens belanghebbende werd hierbij d aandacht gevestigd op in het buitenland be staande autobusdiemstan over lange afstanden, waartegen hier bezwaar werd gemaakt, terwijl inmiddels verschillende aanvragen voor bus diensten voor lange afstanden Amsterdam Leeuwarden, ingediend zijn. Daaronder zijn er van de A. T. O. zelve. Anderzijds werden tegen de aanvrage voor de beide genoemde busdiensten bezwaren aan gevoerd ten opzichte van bet spoorwegverkeer AlkmaarHelder en de tramlijn den Oever Scihagen. De Kon. beslissing volgt later. Opmerkingen van de centrale commissie voor bezuiniging van de Mij. voor Nijverheid en Handel. De Centrale Commissie voor Bezuiniging, ingesteld door de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel, heeft heden een adres gezonden aan den Raad van Ministers inzake het rapport van de Staatscommissie voor de verlaging van de Rijksuitgaven (commisie- Welter). De oommissie begint met haar groote waar- deering uit te spreken voor de snelle wijze, waarop de commissie-Weiter haar taak beeft verricht en haar uitvoerige, concrete voorstel len om tot een verlaging op korten termijn van de Rijksuitgaven met een bedrag van rond 100 millioen te komen, beeft geformuleerd. Op ver schillende punten meent 'de commissie in het rapport-Weiter voorstellen aan te treffen, wel ke voor een grooter of kleiner deel overeen stemmen met denkbeelden welke de commissie zelf reeds vroeger inzake reorganisatie van takken van overheidsdienst en verlaging van uitgaven tot uiting heeft gebracht. Uit den aard der zaak hebben deze voorstellen haar volle instemming. De centrale commissie wil zich thans in de eerste plaats uitspreken over 'de algemeene strekking van het rapport der commissie-Wel- ter, in verband met den zeer ernstigen econo- miscben toestand, die voor ons volksbestaan steeds dreigender wordt. De omstandigheden eischen ook van ons land zich zoo goed en zoo snel mogelijk aan te pas sen aan de sterk veranderde economische en financieele wereldverhoudingen. Daartoe zal wellicht noodig zijn een min of meer ingrij pende omvorming van ons bedrijfsleven; daar toe is zeker vereischt een aanpassing van ons prijs-, loon- en kosteniveau aan dat van de wereldmarkt mede door blijvende aanzienlijke vermindering van de overheidsuitgaven. Neder land kan zich niet veroorloven zijn huishou ding te handhaven op een peil, dat zooveel hooger ligt dan dat van de landen, waarmede het heeft te concurreeren. De commissie wil in dit verband uiting geven aan een gevoel van teleurstelling en spijt over de vaak onrede lijke en onjuiste critiek welke van verschil lende zijden op de voorstellen der commissie- Weiter is geoefend. De commissie acht het onvermijdelijk, dat de door de comm.-Welter voorgestelde verlaging van de Rijksuitgaven met een bedrag van ruim f 100 millioen zoo spoedig mogelijk wordt 'door gevoerd en zij spreekt het vertrouwen uit, dat de regeering de daartoe noodige maatregelen spoedig zal weten te treffen, waarbij wellicht in bepaalde onderdeelen van de voorstellen der commissie-Welter kan worden afgeweken, mits het eindresultaat van bezuiniging ten minste gelijk blijtt. Intussc'hen zal ook met volledige toepassing van de voorstellen der commissieWelter in de eerstvolgende jaren nog geen sluitende be grooting verzekerd zijn. Teneinde het tekort te overbruggen zullen dan ook maatregelen noodig zijn tot verhooging van de inkomsten van het Rijk. Dezelfde maatregelen verdienen in het bijzonder nog aanbeveling, daar zij ten gevolge hebben, dat aan alle Staatsburgers, ook die niet in overheidsdienst zijn, voorzoover hun economische omstandigheden hiertoe nog aanleiding geven, extra offers opgelegd wor den. De commissie heeft in het hijzonder op het oog de invoering van een crisisbelasting op inkomens welke niet of slechts met een gering percentage gedaald zijn. Actie der Vereenigde Autogebruikende Vakgroepen. D© Vereenigde Autogebruikende Vakgroe pen, wier oprichting tot bedoeling had meer vakorganisatie te krijgen in de verschillende groepen van automobielgebruikers, hield te Maastricht een protest-vergadering tegen het rapport-Weliter. De waarnemend voorzitter, de heer C. Pee- ters uit Roermond, opende met enkele wel komstwoorden de samenkomst. Door den heer Rank uit den Haag werd een inleiding gehouden, waarin spr. betoogde, dat elk verkeersmiddel zijn eigen kosten moet kunnen bedruipen. Bijzonder doelde spr. op de spoorwegen, welke de z.g. doode lijntjes, even tueel buiten effect kunnen stellen en zoo doende aansturen op een sluitende exploitatie rekening. Ten opzichte der waterwegen bleek spr. eenzelfde uitgangspunt te hebben ni. zioh zelf 'bekostigen. Voor de luchtvaart, welke nog in de kinderschoenen staat, maakte spr. een uitzondering. De objectiviteit van het rapport-Welter be treffende de concurrentie auto-spoorvervoer werd door spr. bestreden. Aangenomen werd ten slotte de volgende motie: Do V.A.V. en andere gebruikers te Maas tricht in vergadering bijeen: aanvaardende het beginsel van gelijke finan cieele behandeling der verschillende verkeers middelen door het Rijk. protesteeren ook op dezen grond tegen het volkomen gemis aan objectiviteit van het rapport-Welter, verzoeken uwen Raad geen maatregelen tot uitvoering ter zake te willen nemen, voordat de autogehruikers gelegenheid hebiben gehad U het vormen van een juist oordeel in deze mogelijk te maken, verzoeken het bestuur van de V.A.V. deze motie ter kennis te brengen vam den Raad van Ministers en het mogelijke te verrichten, opdat deze actie steeds sterker worde en over al doordringe. JONGEMAN VERDRONKEN IN EEN BAD TE A'DAM Ook een drenkelinge in Zuid. Toen gisteren het Schimkelbad te A'dam ont ruimd werd, om plaats te maken voor een nieuwen stroom zwemliefhebhers, ontdekte het personeel, dat fn een kleedhol_y» de kieren van een man bleven hangen, terwijl de eigenaar onvindbaar bleef. Men vreesde het ergste en begon onverwijld het diepe zwembassin af te dreggen. Na eenigen tijd haalde men het lichaam op van een naar schatting negentien jarigen jongen. Personeel en een dokter van den G. G. D. hebben drie kwartier geprobeerd door kunstmatige ademhaling de levensgeesten weer op te wekken, doch tevergeefs. Tenslotte moest men den dood constateeren. Het lijk is naar het Wilhelmina-gasthuis ge bracht. Men kan slechts vermoeden, dat het slachtoffer door kramp is overvallen en in de volte onbemerkt is gezonken. Ook in het nieuwe zwembad in Zuid heeft gisterenmiddag een ongeval plaats gehad, dat echter minder droevig is afgeloopen. Een 22-jarige zwemster kreeg een kramp-aanval. Gelukkig werd dit door het personeel bemerkt. Eenige badvrouwen doken haar na en konden haar spoedig weer boven brengen. Hoewel de drenkelinge in korten tijd weer bij kennis was, heeft de G. G. D. haar ter observatie naar het Wilhelmina-gasthuis ver voerd. Arrest van het gerechtshof te Arnhem. Over het recht op honorarium van den com missaris eener N.V. heeft het Gerechtshof te Arnhem dezer dagen een belangrijk arrest ge wezen. Zekere B. vorderde van een N.V. een bedrag van 2200.—, hem toekomende als commissaris dier maatschappij. Hij was in het begin van 1928 als zoodanig aangesteld op een salaris vian 50 per maand en wel voor een tijdvak van ruim 5 jaren. De N.V. had hem echter met ingang van 1 November 1929 reeds ontslagen en dit ontslag achtte B. on wettig; hij vorderde dus salaris over al de maanden die aan de overeengekomen vijf jaren nog ontbraken. De N.V. voerde aan, dat B. allerlei hande lingen had gepleegd die haar tot het ontslag op staanden voet gerechtigd maakten. De Rechtbank te Zutphen stelde B. in het gelijk, wees hem zijn vordering toe en veroor deelde de N.V. tot betaling van het gevorderde bedrag. Tegen deze uitspraak kwam de N.V. in appèl en voerde aan, dat B. in het geheel geen recht op bezoldiging zou hebben, omdat art. 50e van bet Wetboek van Koophandel zulks bepaalt, voor het geval dat niet uit de statuten blijkt op welk honorarium commissarissen recht hebben, terwijl in de statuten der onderwerpe- lijke N.V. niets daaromtrent staat vermeld. B. voerde hiertegen aan, dat het genoemde arti kel na zijn benoeming in de wet was gekomen en geen terugwerkende kracht bad, alzoo niet toepasselijk was op vroeger gesloten overeen komsten en dat hij dus had een verkregen recht. Het Hof besliste: dat B. in Februari 1928 is benoemd, dat genoemd wetsartikel is in werking getreden op 1 April 1928; dat daarbij •wordt bepaald dat commissarissen van N.V.'s als zoodanig geen bezoldiging kunnen genieten, welke hun niet bij acte van oprichting is toe gekend; dat dit artikel nu bestaande overeen komsten wel intact laat en dus niet terugwerkt op reeds door commissarissen vóór de inwer kingtreding genoten salaris, doch dat zij geen recht meer aan die overeenkomsten kunnen ontleenen op na die inwerkingtreding alsog te verdienen honorarium; dat dit aantasten van verkregen rechten ligt in de uitgesproken be doeling der wet, welke de rechter heeft toe te passen. Het artikel maakt dus die aanspraken na zfjn inwerkingtreding illusoir. Het Hof besliste op deze gronden, dat B. na 1 April 1929 geen recht meer op salaris had, vernietigde het vonnis der Zutphensche Recht bank en ontzegde aan B. alsnog de door hem. ingestelde vordering met zijn veroordeeling in de proceskosten. Een gesloten meubelafdeeling. Onze Utrechtsche redacteur schrijft: Het is eigenlijk nog heelemaal geen tijd om over de Jaarbeurs te beginnen, want wie denkt daar nog aan. Mevrouw en de kinderen zijn nog in Zandvoort of Scheveningen en mijnheer zelf gaat er ook neg veertien dagen heen en in afwachting van dien gelukkigen tijd zit hij nu moederziel alleen in huis of knipoogt 's avonds aan de leestafel van het jaarbeurs restaurant tegen een biertje als tegen een oude. bekende. Eigenlijk zou er dan nu ook geschre ven dienen te worden over den meneer met- vrouw-en-kinderen-aan-zee. maar kijk, daar zijn ze op het Vredenburg alweer begonnen met geheimzinnige bouwwerken en schuttingen op te trekken. Er wordt alweer gezaagd en getimmerd en de Utrechtenaar, gezeten op het terras van een der Vredenburgsche laaf-instel- lingen, zegt tusschen twee opmerkingen over de warmte in: „Aha, we krijgen weer jaar beurs!" Dit is niet origineel, maar het is moeilijk om in de warmte wat origineels te zeggen. Intusschen valt er wel iets origineels over de jaarbeurs te zeggen en dat is, dat ditmaal de meubelafdeeling op de vijfde verdieping voor particulieren gesloten zal zijn. Wij Hollanders hebben nu eenmaal een on- begrensden eerbied voor alles wat het buiten land doet en als het even kan, doen we het na. Reeds zeer lang is de meubelafdeeling van de Messe in Leipzig voor het publiek gesloten en deze maatregel stamt uit den tijd, toen veol Duitsche particulieren hun geld in meubels gingen beleggen en deze op de Messe kwamen koopen. Kortgeleden volgde Keulen het voor beeld na, hetgeen nogal eemge strubbels ver oorzaakte en ook Parijs volgde spoedig. Maar in Parijs ging het met den Franschen slag en had het geval derhalve niet zoo veel om het lijf. En nu is het jaarbeursbesfuur er op aan dringen van de meubelhandelaren ook toe over gegaan de meubelafdeeling voor particuliej-en te sluiten, waarbij men hoopt niet alleen het verkoopen aan particulieren te voorkomen, maar ook de handelaren te beschermen tegen ongewenschte inlichtingen, verstrekt aan die particulieren over de groothandelsprijzen. Dat het eenige moeilijkheden mee zal brengen, ligt voor de hand. Immers, is de radiohandelaar, die een nieuw modelkastje zoekt voor zijn radio-apparaten een particulier? En de sigaret- tenfabrikant, die als belooning voor het bij elkaar rooken van 2400 bons een leunstoeltje beschikbaar wenscht te stellen? En mag een meubelhandelaar een klant meebrengen, om hem de nieuwste modellen en stijlen te toonen? Overigens is het maar een proef en nog tijdens de beurs zal men het resultaat van den maatregel bespreken. Zeer zeker zal het geen kwaad kunnen, als men de slenteraars, de bezoekers, die voor hun entreegeld ook elke verdieping en eiken stand bekeken willen hebben, ook al hebben zij er totaal geen interesse voor, voor de meubelaf deeling zal kunnen tegenhouden. Maar veiv der. De- Rotterdamsche teekenares Agnes Canta heeft voor deze beurs een affiche ontworpen, voorstellende een schip met volle zeilen. Het is een karaktervol opgezette reclameplaat, spre kend en beschaafd van kleur. Op een diep blauw fond, valt de zwarte nomp van het schip wat weg om des te meer aandacht te vragen voor de scherpe teekening der zeilen, die het jaarbeursembleem dragen. Een heel goede plaat. DIEFSTAL BIJ EEN KUNSTSCHILDER. De kunstschilder Jaap Dooyewaard, die ge- ruimen tijd in Noorwegen vertoefde, kwam, toen hij Dinsdag in zijn woning aan den Pol- weg te Blaricum terugkeerde, tot de ontdek king, dat tijdens zijn afwezigheid hij hem was ingebroken. Ontvreemd waren een aantal schil derijen, een platina ring met saffier, een be drag aan buitenlandsch geld en eenig bedde- goed. De daders waarvan ieder spoor ontbreekt, zijn waarschijnlijk door een dakraam binnea- gekomen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 9