het ijsselmeer wordt zoet.
DONDERDAf F AUGUSTUS 1932
DRIE FRANSCHE DICHTÊRS EN
EEN LIEDJE.
„Mon coeur" gebroken.
Beslissing der Haagsche Rechtbank.
ilMiilIll
MAATREGELEN VOOR DE SCHEEP
VAART.
„SOBRIETAS".
UIT HET ROOMSCHE LEVEN.
„OMNIS TERRA".
Zonder RECLAME geen omzet,
geen winst; de DRUKINKT is de j
kracht van 't huidige zakenleven 1
HET RAPPORT-WELTER.
AUTOBUSDIENST OVER LANGE
AFSTANDEN.
SALARIS VAN DEN COMMISSARIS
EENER N. V.
JAARBEURS-SYMPTOMEN.
DE NIEUWE AFFICHE.
Drie Franséhe dichters, -de heeren Willemetz
Saint-Granier en Le Seyeux, hadden zich ge-
zameqlijk aan het dichten gezet, en brachten,
aldus dichtende, een poëem voort, hetwelk zij
den titel gaven van „Mon Coeur
De drie dichters beleefden van hun product
voldoening.
De Parijsohe componist Cristiné werd er na
melijk dusdanig door begeesterd, dat zijn mu
zikale ader begon te vloeien, hij het gedicht
op zang zette, en een begeleiding daarbij com-
poneerde.
Zoo ontstond een zangnummer met begelei
ding „Mon Coeur" getiteld.
Het werd voor het eerst uitgegeven te Pa-
Tijs, in het jaar 1926, door Francis Salabert.
Cristiné, die van dit zangnummer het auteurs
recht had, onder meer inhoudende het uitslui
tend recht, het te verveelvoudigen door het
vervaardigen van rollen, platen en andere voor
werpen, bestemd om het werk langs mechani-
schen weg ten gehoore te brengen, heeft dit
aan hem uitsluitend toekomend recht overge
dragen aan de Société Générale Internationals
de L'Edition Phonographique et Cinématogra-
phique te Parijs.
Hiermede had' de Société Générale wan Cris
tiné de zoogenaamde mechanische rechten op
,Mon Coeur" verkregen.
Nu bleek aan de Société Générale, dat een
Haagsche importeur muziekrollen invoer s
voor electrisöhe piano's, welke afkomstig wa
ren van de te Parijs gevestigde fabriek, ge
naamd Edition Musicale Perforée, en op zoo
een muziekrol „Mon Coeur" was vastgelegd,
zoodat het met behulp van die muziekrol en
van een piano, alzoo langs mechanischen weg
kon worden ten gehoore gebracht.
De Société Générale behoefde deze inbreuk
op hare verworven auteursrechten niet te dul-
den.
De Nederlandsche wet geeft haar de bevoegd
heid in dezen handelend op te treden.
De Auteurswet bepaalt namelijk in artikel
28, voor zooverre ten deize van belang, het na
volgende:
„Het auteursreoht geeft de bevoegdheid
voorwerpen, in strijd met dat recht openbaa:
gemaakt, zoomede niet geoorloofde verveelvou
digingen, in beslag te -nemen en hetzij dezelve
als zijn eigendom op te vorderen, hetzij ver
nietiging of onbruikhaarmaking daarvan te
eischen."
Met verlof van den president der Haagsche
Rechtbank deed nu de Société Générale in het.
magazijn van den importeur twaalf stuks mu
ziekrollen in beslag nemen, welke alle een re
productie bevatten van de meergenoemde com
positie „Mon Coeur".
Hierna werd over de zaak geprocedeerd voor
de Rechtbank te 's Gravenhage.
De eisch, welke de Société Générale voor de
Rechtbank stelde, was niet gering.
Zij eisehte, dat de importeur zou worden ge
dwongen tot afgifte der in beslag genomen
rollen, opdat zij deze zoude kunnen vernietigen
en onbruikbaar maken, voorts dat de Recli-
ibank zoude bepalen, dat en hoe de bedoelde
muziekrollen zouden worden onbruikbaar ge
maakt.
Vervolgens vroeg zij vergoeding der geleden
schade en voorts eisehte zij, dat de Rechtbank
den importeur zou veroordeelen niet alleen
in de kosten van het proces, doch ook in ue
kosten van het gelegd beslag, en die van ver
nietiging of onbruikhaarmaking der rollen.
Bij pleidooi trok de Société Générale welis
waar haar vordering tot schadevergoeding in,
doch voor het overige bleef zij bij haar eischen.
De gedaagde importeur, die zi-c'h, evenais de
Société Générale, van den -bijstand eens advo-
caats had voorzien, verweerde zich bij monde
van zijnen rechtsgeleerden raadsman.
Deze bracht tijdens het geding de aandacht
van de Rechtbank op het bestaan van een
Edifo-zegel.
-De eischeresse verkoopt namelijk zegels,
welke geplakt kunnen worden op rollen van
composities, waarvan zij het auteursrecht heeft.
Indien zulk een Edifo-zegel, op een door een
ander dan haar gefabriceerde rol voorkomt,
beeft de Société Générale reeds door de beta
ling van het zegel haar winst gemaakt, zoo
dat zij ten opzichte van het in den handel
brengen van rollen, zoo zij maar met haar
Edif-o-zegel zijn gezegeld, geen bezwaar pleegt
te maken.
De advocaat van den Importeur putte hier
uit, dat de eischeresse stilzwijgend gedoogt,
dat rollen worden vervaardigd van haar toe-
behoorende muziekstukken, doch de rechtbank
overweegt, dat, dit stilzwijgend gedoogen al
leen geschiedt onder het eveneens stilzwijgend
voorbehoud, dat de aldus gemaakte rollen in
Nederland niet in den handel zouden worden
gebracht, dan na van het Edifozegel te zijn
voorzien, zoodat de Société Générale de be
voegdheid niet had verloren omtrent de twaalf
rollen, welke zonder zegel waren in den handel
S&bracht, hare rechten te doen gelden.
Vervolgens deed de advocaat van den im
porteur een beroep op de go-ede trouw.
Hij zegt namelijk, -dat een ieder weet, dat
de fabriek Edition Musicale Perforêe de rol-
■'en A6*''3 mot openlijke toestemming van de
Société Générale vervaardigt, zoodat de in dit
proces door haar gestelde eischen zouden zijn
gedaan in strijd met de goede trouw.
De rechtbank stelt hier tegenover, dat in de
desbetreffende handelskringen het vereischte
van het Edifozegei ln verhand met deze open
lijke toestemming volkomen bekend is.
Zij voegt hieraan toe, dat in bet proces is
gebleken, dat de importeur zelve ter zake van
dit Edifozegel op de hoogte was, daar hij de
Tollen in Frankrijk had besteld, te leveren.
voor zoover noodig van het Edifozegel voor
zien.
Terecht besliste de rechtbank, dat de impor
teur onder deze omstandigheden aan de Société
Générale geen kwade trouw mocht verweten,
daar hij zelve wist. dat hij had gehandeld iii
strijd met hetgeen de rechthebbende Société
Générale ten aanzien der rollen verlangt.
De Rechtbank komt thans te staan voor de
beslissing wat «et de rollen moet gebeuren.
Hoewel zij de Société Gén éi ale in het alge
meen gelijk geeft, kan zii toch den eisch niet
toewijzen, zooals deze is gesteld.
De Société Générale had namely konder meer
afgifte der rollen gevorderd om deze te ver
nietigen.
Bij nauwkeurige lezing van het hierboven
aangehaalde artikel 28 der Auteurswet valt in
het oog, dat de Wet twee vorderingen toestaat,
en wel slechts twee v-orderingsn, namelijk een
opvordering van de verveelvoudigingen als
eigendom, en daar naast een vordering tot
vernietiging en onbruikhaarmaking.
Een vordering tot afgifte ter vernietiging
kent de Wet niet.
Deze vordering wees de Rechtbank derhalve
af.
De vordering tot vernietiging en onbruik-
gaarmaking werd toegewezen,
Prof. Piccard in gesprek met Oliffard
Armont, president vcm de intern. lucht,
vaart-conferentie, op het vliegveld Duben-
dorff vóór zijn opstijging.
De rechtbank gelastte, dat de rollen zullen
worden onbruikbaar gemaakt door die in stuk
ken te breken en bepaalde voorts, dat, indien
niet binnen een maand na de uitspraak door
den importeur aan den last is voldaan, de
Société Générale bevoegd zal zijn zelve de os-
ibru-ikbaarmaking der rollen te bewerkstelli
gen.
■Het verveelvoudigde „Mon Coeur" van den
toondichter Chr-istiné werd derhalve op last
van den Nederlandsehen Rechter gebroken.
Tilburg.
Mr. MERTENS.
Interessante gegevens over den toe
stand der nieuwe binnenzee.
Het diriemaandeilijkscihe bexiclM betreffende
de Zuiderzeewerken ruimt een aanzienlijke
plaats in voor de historische gebeurtenis op 28
Mei j.l. toen de dichting van De Vlieter tot
stand kwam.
Vrijwel het geheele materieel, dat voor het
dichten van het sluitgat in de Middeigronden
was gebruikt werd bij bet sluiten van De Vlie
ter wederom tewerkgesteld.
Thaxus laten de vorderingen van het werk
toe, dat geleidelijk materieel wordt afgevoerd,
hetgeen, voor zooveel dit van aandeelhouders
is gëhuurd, geschiedt door teruggave ingevolge
bet bepaalde in de met do Maatschappij tot
Uitvoering van Zuiderzeewerken gesloten gromd-
overeenkomst.
Op 1 Juli j.l. waren resp. 1.050.000 m3. kei-
leem en 2.560.000 m3 zan-il verwerkt.
Het IJsselmeer liad bij zijn ontstaan op 28
Mei 1932 een gemiddeld peil van één cm. onder
N.A.P. Het bevatte toen ongeveer 11,9 milliard
kubieke meter water, zoodat, bij 'n oppervlakte
van 3500 vierkante kilometer, do gemiddelde
diepte 3,4 m bedroeg.
Op 30 Mei 1932 werd aangevangen met het
verlagen van het peil door het spuiten met de
uitwateringssluizen in den afsluitdijk. Vo-o-r het
verrichten va-n nog noodzakelijke werkzaamhe
den bleven hierbij afwisselend verschillende
slui-scomplexen gesloten.
Tot en met 17 Juni 1932 werd totaal een mil
liard m3 water afgevoerd. Op dien datum werd,
na het bereiken van het door de wet van 29
Juni 1925, voorgeschreven voorioopige peil van
het IJsselmcer van 13 om N.A.P. het spuien
gestaakt. Ten-gevolge van den geringen neer
slag en den tot beneden den normalen dalenden
afvoer van den IJsseil, kom de verdamping het
totale waterbezwaar vrijwel oompeineeeren, zoo-
dat de gemiddelde waterstand op het IJssel
meer om het voorioopige peil bleef schommelen.
Zoolang deze toestand aanhoudt blijft het zout
gehalte van het IJsselmeer water op dezelfde
h-oogte. Dit zoutgehalte is intussch-en reeds be
langrijk kleiner, dan het gemiddelde van vroe
ger. Men heeft bevonden dat ook de Waddenzee
een chloorgehalte bad, belangrijk lager dan dat
van do Noordzee, zijnde ongeveer 19 gram per
liter. Vooral langs de Fr ie so he kust trad een
belangrijke verzoeting op. Het ge middelde over
bet gebied, dat thans door bet IJsselmeer wordt
ingenomen, was ongeveer 6,7 gram per liter.
Onmiddellijk na de sluiting van den afsluit
dijk is een serie, over het geheele meer ver
spreide, waarnemingen verricht, die hebben ge
diend bij bet vaststellen van het chloorgehalte.
De verschillen van plaats tot plaats blijken
zeer sterk to zijn afgenomen. In het Noorden is
«en belangrijke verzoeting ingetreden, tërwijl
zuidelijk van de lijn EntehuizenUrkIJssiel-
mond het chloorgehalte iets grooter is, dan
vroeger voor dit gebied als normaal kon worden
beschouwd.
Het gemiddelde chloorgehalte over heit ge
heels meer was 5,6 gram per liter, overeenko
mende met een hoeveelheid van bijna 67 mil
lioen ton chloor, of ruim 120 millioen ton zout.
Gedurende het spuiten is door de sluizen onge
veer 7,5 gram cloor per liter water, dus to
taal omstreeks 7,5 millioen ton chloor afgevoerd,
waartegenover staat een aanvoer van enkele'
tienduizenden tonnen door den IJssel. Het ver
schil van de door de gemalen uit de Wie-
rimgermeer geslagen hoeveelheid en die, welke
door kwel onder den Wierimgermeerdijk uit het
IJsslmeer is verdwenen, is nog geringer.
Op 30 Juini 1932 zal het IJsselmeer dus nog
omstreeks 59 millioen ton chloor 'hebben bevat,
opgelost iin 11,5 milliard kubieke meter water
(gemiddeld ruim 5,1 gram per liter).
Ten behoeve van de Scheepvaart zijn in de
havens van Workum, Hindeloopen, Nijkerk en
Spakenburg reeds belangrijke verbeteringen aan
gebracht. In de Gouwzee zullen tein behoeve
van de scheepvaart twee geulen worden gebag
gerd met een breedte van 70 m, terwijl het in
het voornemen ligt de diepte zoo goed mogelijk
op tenminste 2.20 m. N.A.P. te handhaven.De
eene gem zal Noord-Zuid loopen en aan weers
zij en reiken, tot waar de genoemde diepte in
zee aanwezig is, ,je andere zal de eerstgenoemde
ïuisen en de haven van Monnikendam met de
laven varn Marken verbinden Voor geleiding
van de scheepvaart bij nacht zullen drie licht
opstanden ïm zee worden gebouwd. De haven
van Monnikendam zal gedeeltelijk verdiept wor
den tot 2.20 m. - N.A.P. en gedeeltelijk tot ge-
ringer© diepte.
Als toegang naar de haven van Volendam zal
eem geul worden gebaggerd .waarin door het
rijk zoo goed mogelijk een minste diepte van
2.40 m. N.A.P. zal Worden gehandhaafd.
Afschaffing en geheelonthouding.
In de laatste aflevering van „Sobriëtas pleit
pater H. van Oers M. S. C. uit Tilburg, voor
„afschaffing van de afschaffing" in polemiek
met zijn ordebroeder, pater W. Arts. 't Voor
naamste van het betoog van pater Van Oers
„de drankbestrijding is opgezet om de drank-
sLachtoffers veilig te stellen dit kan alleen
door geheelonthouding", komt voldoende tot
zijn recht in het volgende naschrift van pater
Arts
1. De drankbestrijding is er om de drank
slachtoffers op de eerste plaats te redden. Dit
is waar in dezen zin, dat zulks het eerst merk
bare resultaat wezen zal en dat de eigenlijks
drankellende ook wel de eerste oorzaak is ge
weest waarom de drankbestrijding in bet leven
werd geroepen. Zelfs is het in zijn meest alge-
meenen zin waar voor sommige niet-Katholieke
organisaties, zooals o.a. de I. O. G. T. De goede
tempelier is op de allereerste plaats redder.
Maar dit is niet waar voor de katholieke drank
bestrijding. Deze staat op het standpunt dat het
„genezen" en passant behoort te geschieden als
een noodzakelijke consequentie der drankweer-
overtuiging, maar dat het „voorkomen" de
eigenlijke taak is der drankbestrijding. Of om
het anders te zeggen dat het reddingswerk een
uitvloeisel is van onze beweging, maar dat het
wegnemen van de oorzaken der drankzucht
(het alcoholisme) het eerste mikpunt is van de
drankweer.
Zooals de drankzucht en de drankellende een
uitvloeisel zijn van het alcoholisme, zoo is het
reddingswerk een uitvloeisel van de alcoholbe-
strijding. De verhouding tusschen reddingswerk
en drankbestrijding aanvankelijk één werk
is dezelfde als de verhouding tusschen het
roode kruis en de vredesactie.
Daarom is bij de katholieken ook het red
dingswerk steeds apart georganiseerd geweest
de laatste decennien.
2. Het tweede punt kunnen we gerust toe
geven. Dat is steeds onveranderd de vaste over
tuiging van het roomsche reddingswerk ge
weest, dat de drankzuchigen alleen te redden
zijn door geheelonthouding en geheelonthouders.
Ik geloof dat St. Thomas al gezegd heeft dat in
dergelijke gevallen alleen de geheelonthouding
redding brengen kan
Natuurlijk was het voor den zwakken broeder
zeer wenschelijk vaak zelfs voor de redding
noodzakelijk dat alle menschen waren als
een St. Paulus, en is het het ideaal der drank-
weer, om alle menschen deze mentaliteit bij te
brengen die hen dwingt zich geheel te onthou
den. Maar dit als ideaal vooropstellend rede
neeren wijbeter een half ei dan een leege dop.
Kunnen we nu eenmaal de menschen niet tot
geheelonthouding brengen, dan zullen we ze
afschaffer probeeren te maken. En natuurlijk
zijn er die meer dan geheelonthouders.
Maar we hebben ze en we koesteren de
hoop, dat ze nu tenminste niet geheel vreemd
meer staan tegenover onze idealen.
Het gaat er om zeg gerust „helaas" om
te bereiken wat te bereiken is. Kunnen we voor
het goede doel niet van iedereen tien gulden
krijgen of zijn heele vermogen, dan zullen wij
hem zooveel edelmoedigheid hij trachten te
brengen dat hij tenminste geeft zooveel hij kan.
En al geeft iemand niet zichzelf arm door dat
we hem ertoe brengen toch iets te geven en
inderdaad te offeren (dit vooral dan kweekt
ook die iets-gever een mentaliteit die voor de
heele liefdadigheid gunstig is. En zoo staan wij
ook tegenover de goede afschaffing.
Ik heb de lichtzijden met opzet in den kijk
gezet, zooals nu inzender doet met de schaduw,
zijden.
Als we beiden maar onthouden dat we een
zijdig zijn de drankweer moet bij de handha
ving der afschaffing zich steeds de donkere zij
den ervan bewust blijven en de geheelonthouder
moet de lichtzijden van de halve geheelonthou
ding niet vergeten. De geheelonthouding blijft
dan de kern en „meer geheelonthouders" de
leus. En in dien zin blijft het een wensch weg
met de afschaffersdat we de afschaf
fers geheelonthouders moeten zien te maken en
de buitenstaanders afschaffer
Maar in geen geval mogen we ons op de scha
duwzijden (vergeef de beeldspraak) blind sta
ren, zoodat we in de afschaffing alleen nog
maar zooveel kwaad zien dat we het instituut
als zoodanig willen opheffen. Dat zou hetzelfde
zijn als dat we (ik corrigeer meteen mijn beeld
uit het vorig artikel en laat de Goddelijke In
stelling weg) de advocatuur gingen verbannen
omdat er slechte advocaten zijn of de spoorwe
gen omdat er ongelukken door worden veroor
zaakt, of de vakvereenigingen omdat er slechte
leiders zijn.
Kerkwijding te Muntok.
Woensdag 27 Juli j-L was een groote dag
voor katholiek Muntok. Had men tot dien
datum gebruik moeten maken van de kapel der
Eerw. Zusters om de kerkelijke plechtigheden
te vieren, dien Woensdag kwam men eindelijk
in het bezit van een eigen parochiekerk, meldt
de Koerier.
's Morgens te 8 uur werd de nieuwe kerk
op eenvoudige wijze ingezegend door den Hoog-
eerw. Heer Van Soest, pro-prefect en pastoor
te Muntok. Mgr. Bouma zal na zijn terugkeer
uit Holland de plechtige wijding verrichten.
Na de inzegening trok men in processie naar
de kapel der Zusters, waarna het Allerheilig
ste werd overgebracht naar de nieuwe Gods
woning.
Onmiddellijk begon nu de plechtige Hoog
mis, gecelebreerd door den Hoogeerw. Heer
Van Soest, waarbij de Zeereerw. heeren Muil
en Zaad assisteerden als diaken en sub-diaken.
Onder de H. Mis hield de celebrant een korte
preek, waarin hij de H.H. Harten van Jesus en
Maria dankte voor de bijzondere hulp en bij
stand bij den bouw verleend en de geloovigen
opwekte, om met de in gebruikname van de
nieuwe kerk ook een nieuw opgewekt katholiek
leven te beginnen. Na de H. Mis klonk plechtig
voor de eerste maal het loflied „Te Deum" in
de nieuwe kerk, waarna de zegen met het Al
lerheiligste werd gegeven.
Daarna begaf men zich naar de patorie, waar
pastoor Zaad een korte speech hield.
Spr. herinnerde aan de groote moeilijkheden,
die de bouwer had te overwinnen en wenschte
Muntok geluk met dit mooie gebouw, dat veel
zal bijdragen tot den bloei van het katholiek
leven in Muntok.
De Hoogeerw. Heer v.' Soest dankte op de
eerste plaats God, zonder Wiens hulp dit aar
dige kerkje zeker niet zou zijn gebouwd. Maar
spreker wilde ook danken alle milde gevers,
die hem zijn zware taak aanmerkelijk verlicht
ten.
Missiespel te Sittard.
Het is alweer ruim vier jaar geleden, dat
Jan Nieuwenhuis in een recensie van bet
Delftsche Lustrumspel klaagde over ,,het tra
gisch lot, dat zelfs een welgezind publiek uit
dit geslacht geen teekenen en symbolen meer
heeft, die het gemeenschappelijk verstaat en
gemeenschappelijk liief heeft".
De klacht is ontegenzeggelijk juist. Maar
voor de duizenden toeschouwers van het mis-
siespeil Omnia Terra" is zij toch niet geschre
ven.
Want te Sittard vond men ruimschoots wat
te Delft on'brak: de eenheid van gedachte, ge
loof en gevoel, die het onmisbaar fundament
vormt voor elke gemeenschapskunst.
Van die eenheid getuigde de geheele opzet
van het spel. Het gemeentebestuur had de
groote markt met de omringende straten voor
het verkeer gesloten en geheel ter beschikking
gesteld van de S.I.M.A., de Sittardsche Missie
actie.
En nu verhief zic'h midden op het ruime
plein, groot en hoog, het Teeken der Verlos
sing.
Langs den rand van het middenvak waren
aan de vier zijden zitplaatsen aangebracht voor
het publiek. Maar toen deze reeds spoedig wa
ren bezet, bleven de geloovigen in dichte drom
men toestroomen naar het vrome schouwspel.
Geen nood! Heel de markt was volkstheater.
De rijwegen rondom het middenvak waren
weldra geheel met kijkilustigen gevuld, en uit
alle vensters van de woningen i.n den omtrek
hingen de toeschouwers. Zelfs hoog op de da
ken zaten jonge gasten, die vooral niets van
het dramatisch gebeuren wilden missen.
En weer bewonderden wij de aangeboren
wellevendheid van het Lim'burgsehe volk: geen
wanklank werd vernomen, geen gedrang, geen
gehos, geen gejoel, maar ingetogen aandacht
bij de duizenden, toen St. Jan optrad als den
heraut der Liefde:
,,In den aanvang was het Leven
En het Leven was bij God."
Terwijl de heraut sprak, naderden uit de
vier windstreken ais verkeersagenten" vier
enkelen ten goede en vier geesten ten kwade.
Zij namen plaats op de vier hoeken der wegen,
en tusschen de beide viertallen ontspon zich
bet tragisch conflict om de ziel der volkeren,
terwijl de H. Kerk Paus, kardinalen en bis
schoppen vanaf den Kruisberg het beurte
lings nader tredende Oosten, Westen, Zuiden
en Noorden toesprak, om heel de wereld te
wijzen op den Boom des Levens: Ecce lignum
crucis, in quo salus, mundi pepenid.it!"
In het tweede deel van heit drama wordt de
strijd beslecht. De vier geesten ten kwade, de
Kritiek, bet Zingenot, de Hoogmoed en Luci
fer, beproeven bonend en schimpend den
stormloop op het Kruis en de Kerk, die met de
hulp van Haar missionarissen door haar stand
vastig gebed al-le aanvallen afslaat, en dan Mij-
de de offerkinderen begroet: de tarwe-Monden,
die het Brood des Levens en de Wijn-rooden,
diie het Bloed van Christus verzinnebeelden.
Door den Paus worden zij uitgezonden over
de wereld „Stella Duoe" en zij trekken op met
den kreet: ,,God wil het!"
Het derde deel brengt de apothéose. De klach
ten der Kerk, ontleend aan de liturgie van
's Heeren lijden, worden in twee koren beant
woord door hare misleide kinderen, slachtof
fers van de geesten ten kwade, tot opeens van
de vier windstreken de verlossende kreet weer
klinkt: „Lumen Christi!"
Dan knielen alle volkeren tezamen voor het
Kruis waaraan 's werelds Heil te sterven hing,
en begroeten het met eerbied en geestdrift:
..Venite adoremus!"
De opvoering slaagde naar wemsoh. De so
nore en gespierde verzen van pater Jacq.
Sehreurs M.S.C. werden met gloed en kracht
voorgedragen door de spreekkoren, wier jonge
stemmen juichend door de ruimte schalden.
Jammer dat de vertolking_ van de rol der
booze geesten niet meervoudig werd uitgevoerd,
°f zoo dii-t ondoenlijk bleek, aan forsche man
nen-figuren was toevertrouwd.
Nu wekten de tengere en teere meisjes-ge
stalten, die Lucifer, den Hoogmoed en het
Zingenot moesten voorstellen, onvermijdelijk
den indruk van zwakheid en onvermogen: haar
jonkvrouwelijk geluid ging teloor in de groote
ruimte, tot schade der uitbeelding van het tra
gisch conflict, dat onvoldoende verklankt, de
toeschouwers niet vermocht te treffen.
Zoo geschiedde het, dat de aandacht verslap
te juist op het hoogtepunt van het drama, wan
neer de Kerk biddend en mediteerend den
stormloop van de machten der duisternis af
slaat.
Daarentegen was de apotheose schitterend.
Toen waren de geloovige scharen aan het
woord, allerwegen te zamen stroomend om uit
één mond den roem van het Kruis te vertol
ken. Toen was het enorme tooneel geheel ge
vuld met het veelkleurig gewemel der gewa
den, toen schetterden zegevierend de bazui
nen: toen werd de Gemeenschap der Heiligen
veraanschouwelijkt, zoowel door spelers als
toeschouwers, eén in aanbidding voor den ge
kruisigden Godmensoh.
Bn van het booge stadhuis leefde een menig
te van leeken en priesters mede met het ont
roerende spel. Daar waren tal van bescherm-
beeren en eereleden van de Missieaetie, daar
was Mgr. Dr. Baiuduin vicaris-generaal, Mgr.
Dr. Poels, de hoofd-aalmoezenier, Prof. Dr.
Feron de president van het Diocesaan missie-
comité, daar waren de geestelijke en wereld
lijke autoriteiten van Sittard en tal van mis
sionarissen, gebruinde en gebaarde mannen uit
alle werelddeelen.
En allen hebben ongetwijfeld een dierbare
heugenis mede genomen van Om.nis Terra:
„Heel de aarde aan den voet van het Kruis".
R. L.
Bezwaren ten opzichte van het
spoorwegverkeer.
In de gister gehouden vergadering van den
Raad van State afd. Geschillen van Bestuur,
kwam aan de orde het beroep van D. Koe-
lewijn te Purmerend tegen de beslissing van
Gedep. Staten ven Noord-Holland, waarbij
hem vergunning werd geweigerd voor het
exploiteeren van een autobusdienst van Wie-
ringen naar Amsterdam en MedemblikAm
sterdam. Namens belanghebbende werd hierbij
d aandacht gevestigd op in het buitenland be
staande autobusdiemstan over lange afstanden,
waartegen hier bezwaar werd gemaakt, terwijl
inmiddels verschillende aanvragen voor bus
diensten voor lange afstanden Amsterdam
Leeuwarden, ingediend zijn. Daaronder zijn er
van de A. T. O. zelve.
Anderzijds werden tegen de aanvrage voor
de beide genoemde busdiensten bezwaren aan
gevoerd ten opzichte van bet spoorwegverkeer
AlkmaarHelder en de tramlijn den Oever
Scihagen.
De Kon. beslissing volgt later.
Opmerkingen van de centrale commissie
voor bezuiniging van de Mij. voor
Nijverheid en Handel.
De Centrale Commissie voor Bezuiniging,
ingesteld door de Nederlandsche Maatschappij
voor Nijverheid en Handel, heeft heden een
adres gezonden aan den Raad van Ministers
inzake het rapport van de Staatscommissie voor
de verlaging van de Rijksuitgaven (commisie-
Welter).
De oommissie begint met haar groote waar-
deering uit te spreken voor de snelle wijze,
waarop de commissie-Weiter haar taak beeft
verricht en haar uitvoerige, concrete voorstel
len om tot een verlaging op korten termijn van
de Rijksuitgaven met een bedrag van rond 100
millioen te komen, beeft geformuleerd. Op ver
schillende punten meent 'de commissie in het
rapport-Weiter voorstellen aan te treffen, wel
ke voor een grooter of kleiner deel overeen
stemmen met denkbeelden welke de commissie
zelf reeds vroeger inzake reorganisatie van
takken van overheidsdienst en verlaging van
uitgaven tot uiting heeft gebracht.
Uit den aard der zaak hebben deze voorstellen
haar volle instemming.
De centrale commissie wil zich thans in de
eerste plaats uitspreken over 'de algemeene
strekking van het rapport der commissie-Wel-
ter, in verband met den zeer ernstigen econo-
miscben toestand, die voor ons volksbestaan
steeds dreigender wordt.
De omstandigheden eischen ook van ons land
zich zoo goed en zoo snel mogelijk aan te pas
sen aan de sterk veranderde economische en
financieele wereldverhoudingen. Daartoe zal
wellicht noodig zijn een min of meer ingrij
pende omvorming van ons bedrijfsleven; daar
toe is zeker vereischt een aanpassing van ons
prijs-, loon- en kosteniveau aan dat van de
wereldmarkt mede door blijvende aanzienlijke
vermindering van de overheidsuitgaven. Neder
land kan zich niet veroorloven zijn huishou
ding te handhaven op een peil, dat zooveel
hooger ligt dan dat van de landen, waarmede
het heeft te concurreeren. De commissie wil
in dit verband uiting geven aan een gevoel
van teleurstelling en spijt over de vaak onrede
lijke en onjuiste critiek welke van verschil
lende zijden op de voorstellen der commissie-
Weiter is geoefend.
De commissie acht het onvermijdelijk, dat de
door de comm.-Welter voorgestelde verlaging
van de Rijksuitgaven met een bedrag van ruim
f 100 millioen zoo spoedig mogelijk wordt 'door
gevoerd en zij spreekt het vertrouwen uit, dat
de regeering de daartoe noodige maatregelen
spoedig zal weten te treffen, waarbij wellicht
in bepaalde onderdeelen van de voorstellen der
commissie-Welter kan worden afgeweken, mits
het eindresultaat van bezuiniging ten minste
gelijk blijtt.
Intussc'hen zal ook met volledige toepassing
van de voorstellen der commissieWelter in
de eerstvolgende jaren nog geen sluitende be
grooting verzekerd zijn. Teneinde het tekort
te overbruggen zullen dan ook maatregelen
noodig zijn tot verhooging van de inkomsten
van het Rijk. Dezelfde maatregelen verdienen
in het bijzonder nog aanbeveling, daar zij ten
gevolge hebben, dat aan alle Staatsburgers,
ook die niet in overheidsdienst zijn, voorzoover
hun economische omstandigheden hiertoe nog
aanleiding geven, extra offers opgelegd wor
den.
De commissie heeft in het hijzonder op het
oog de invoering van een crisisbelasting op
inkomens welke niet of slechts met een gering
percentage gedaald zijn.
Actie der Vereenigde Autogebruikende
Vakgroepen.
D© Vereenigde Autogebruikende Vakgroe
pen, wier oprichting tot bedoeling had meer
vakorganisatie te krijgen in de verschillende
groepen van automobielgebruikers, hield te
Maastricht een protest-vergadering tegen het
rapport-Weliter.
De waarnemend voorzitter, de heer C. Pee-
ters uit Roermond, opende met enkele wel
komstwoorden de samenkomst.
Door den heer Rank uit den Haag werd een
inleiding gehouden, waarin spr. betoogde, dat
elk verkeersmiddel zijn eigen kosten moet
kunnen bedruipen. Bijzonder doelde spr. op de
spoorwegen, welke de z.g. doode lijntjes, even
tueel buiten effect kunnen stellen en zoo
doende aansturen op een sluitende exploitatie
rekening.
Ten opzichte der waterwegen bleek spr.
eenzelfde uitgangspunt te hebben ni. zioh
zelf 'bekostigen. Voor de luchtvaart, welke nog
in de kinderschoenen staat, maakte spr. een
uitzondering.
De objectiviteit van het rapport-Welter be
treffende de concurrentie auto-spoorvervoer
werd door spr. bestreden.
Aangenomen werd ten slotte de volgende
motie:
Do V.A.V. en andere gebruikers te Maas
tricht in vergadering bijeen:
aanvaardende het beginsel van gelijke finan
cieele behandeling der verschillende verkeers
middelen door het Rijk.
protesteeren ook op dezen grond tegen het
volkomen gemis aan objectiviteit van het
rapport-Welter,
verzoeken uwen Raad geen maatregelen tot
uitvoering ter zake te willen nemen, voordat
de autogehruikers gelegenheid hebiben gehad
U het vormen van een juist oordeel in deze
mogelijk te maken,
verzoeken het bestuur van de V.A.V. deze
motie ter kennis te brengen vam den Raad
van Ministers en het mogelijke te verrichten,
opdat deze actie steeds sterker worde en over
al doordringe.
JONGEMAN VERDRONKEN IN EEN BAD
TE A'DAM
Ook een drenkelinge in Zuid.
Toen gisteren het Schimkelbad te A'dam ont
ruimd werd, om plaats te maken voor een
nieuwen stroom zwemliefhebhers, ontdekte het
personeel, dat fn een kleedhol_y» de kieren
van een man bleven hangen, terwijl de eigenaar
onvindbaar bleef. Men vreesde het ergste en
begon onverwijld het diepe zwembassin af te
dreggen. Na eenigen tijd haalde men het
lichaam op van een naar schatting negentien
jarigen jongen. Personeel en een dokter van
den G. G. D. hebben drie kwartier geprobeerd
door kunstmatige ademhaling de levensgeesten
weer op te wekken, doch tevergeefs.
Tenslotte moest men den dood constateeren.
Het lijk is naar het Wilhelmina-gasthuis ge
bracht. Men kan slechts vermoeden, dat het
slachtoffer door kramp is overvallen en in de
volte onbemerkt is gezonken.
Ook in het nieuwe zwembad in Zuid heeft
gisterenmiddag een ongeval plaats gehad, dat
echter minder droevig is afgeloopen. Een
22-jarige zwemster kreeg een kramp-aanval.
Gelukkig werd dit door het personeel bemerkt.
Eenige badvrouwen doken haar na en konden
haar spoedig weer boven brengen.
Hoewel de drenkelinge in korten tijd weer
bij kennis was, heeft de G. G. D. haar ter
observatie naar het Wilhelmina-gasthuis ver
voerd.
Arrest van het gerechtshof te Arnhem.
Over het recht op honorarium van den com
missaris eener N.V. heeft het Gerechtshof te
Arnhem dezer dagen een belangrijk arrest ge
wezen. Zekere B. vorderde van een N.V. een
bedrag van 2200.—, hem toekomende als
commissaris dier maatschappij. Hij was in
het begin van 1928 als zoodanig aangesteld op
een salaris vian 50 per maand en wel voor
een tijdvak van ruim 5 jaren. De N.V. had
hem echter met ingang van 1 November 1929
reeds ontslagen en dit ontslag achtte B. on
wettig; hij vorderde dus salaris over al de
maanden die aan de overeengekomen vijf
jaren nog ontbraken.
De N.V. voerde aan, dat B. allerlei hande
lingen had gepleegd die haar tot het ontslag
op staanden voet gerechtigd maakten.
De Rechtbank te Zutphen stelde B. in het
gelijk, wees hem zijn vordering toe en veroor
deelde de N.V. tot betaling van het gevorderde
bedrag.
Tegen deze uitspraak kwam de N.V. in appèl
en voerde aan, dat B. in het geheel geen recht
op bezoldiging zou hebben, omdat art. 50e van
bet Wetboek van Koophandel zulks bepaalt,
voor het geval dat niet uit de statuten blijkt
op welk honorarium commissarissen recht
hebben, terwijl in de statuten der onderwerpe-
lijke N.V. niets daaromtrent staat vermeld. B.
voerde hiertegen aan, dat het genoemde arti
kel na zijn benoeming in de wet was gekomen
en geen terugwerkende kracht bad, alzoo niet
toepasselijk was op vroeger gesloten overeen
komsten en dat hij dus had een verkregen
recht. Het Hof besliste: dat B. in Februari
1928 is benoemd, dat genoemd wetsartikel is in
werking getreden op 1 April 1928; dat daarbij
•wordt bepaald dat commissarissen van N.V.'s
als zoodanig geen bezoldiging kunnen genieten,
welke hun niet bij acte van oprichting is toe
gekend; dat dit artikel nu bestaande overeen
komsten wel intact laat en dus niet terugwerkt
op reeds door commissarissen vóór de inwer
kingtreding genoten salaris, doch dat zij geen
recht meer aan die overeenkomsten kunnen
ontleenen op na die inwerkingtreding alsog te
verdienen honorarium; dat dit aantasten van
verkregen rechten ligt in de uitgesproken be
doeling der wet, welke de rechter heeft toe te
passen. Het artikel maakt dus die aanspraken
na zfjn inwerkingtreding illusoir.
Het Hof besliste op deze gronden, dat B. na
1 April 1929 geen recht meer op salaris had,
vernietigde het vonnis der Zutphensche Recht
bank en ontzegde aan B. alsnog de door hem.
ingestelde vordering met zijn veroordeeling in
de proceskosten.
Een gesloten meubelafdeeling.
Onze Utrechtsche redacteur schrijft:
Het is eigenlijk nog heelemaal geen tijd om
over de Jaarbeurs te beginnen, want wie denkt
daar nog aan. Mevrouw en de kinderen zijn
nog in Zandvoort of Scheveningen en mijnheer
zelf gaat er ook neg veertien dagen heen en
in afwachting van dien gelukkigen tijd zit hij
nu moederziel alleen in huis of knipoogt
's avonds aan de leestafel van het jaarbeurs
restaurant tegen een biertje als tegen een oude.
bekende. Eigenlijk zou er dan nu ook geschre
ven dienen te worden over den meneer met-
vrouw-en-kinderen-aan-zee. maar kijk, daar
zijn ze op het Vredenburg alweer begonnen
met geheimzinnige bouwwerken en schuttingen
op te trekken. Er wordt alweer gezaagd en
getimmerd en de Utrechtenaar, gezeten op het
terras van een der Vredenburgsche laaf-instel-
lingen, zegt tusschen twee opmerkingen over
de warmte in: „Aha, we krijgen weer jaar
beurs!"
Dit is niet origineel, maar het is moeilijk
om in de warmte wat origineels te zeggen.
Intusschen valt er wel iets origineels over
de jaarbeurs te zeggen en dat is, dat ditmaal
de meubelafdeeling op de vijfde verdieping voor
particulieren gesloten zal zijn.
Wij Hollanders hebben nu eenmaal een on-
begrensden eerbied voor alles wat het buiten
land doet en als het even kan, doen we het na.
Reeds zeer lang is de meubelafdeeling van
de Messe in Leipzig voor het publiek gesloten
en deze maatregel stamt uit den tijd, toen veol
Duitsche particulieren hun geld in meubels
gingen beleggen en deze op de Messe kwamen
koopen. Kortgeleden volgde Keulen het voor
beeld na, hetgeen nogal eemge strubbels ver
oorzaakte en ook Parijs volgde spoedig. Maar
in Parijs ging het met den Franschen slag en
had het geval derhalve niet zoo veel om het
lijf.
En nu is het jaarbeursbesfuur er op aan
dringen van de meubelhandelaren ook toe over
gegaan de meubelafdeeling voor particuliej-en
te sluiten, waarbij men hoopt niet alleen het
verkoopen aan particulieren te voorkomen,
maar ook de handelaren te beschermen tegen
ongewenschte inlichtingen, verstrekt aan die
particulieren over de groothandelsprijzen. Dat
het eenige moeilijkheden mee zal brengen, ligt
voor de hand. Immers, is de radiohandelaar,
die een nieuw modelkastje zoekt voor zijn
radio-apparaten een particulier? En de sigaret-
tenfabrikant, die als belooning voor het bij
elkaar rooken van 2400 bons een leunstoeltje
beschikbaar wenscht te stellen? En mag een
meubelhandelaar een klant meebrengen, om
hem de nieuwste modellen en stijlen te toonen?
Overigens is het maar een proef en nog
tijdens de beurs zal men het resultaat van den
maatregel bespreken.
Zeer zeker zal het geen kwaad kunnen, als
men de slenteraars, de bezoekers, die voor hun
entreegeld ook elke verdieping en eiken stand
bekeken willen hebben, ook al hebben zij er
totaal geen interesse voor, voor de meubelaf
deeling zal kunnen tegenhouden. Maar veiv
der.
De- Rotterdamsche teekenares Agnes Canta
heeft voor deze beurs een affiche ontworpen,
voorstellende een schip met volle zeilen. Het
is een karaktervol opgezette reclameplaat, spre
kend en beschaafd van kleur. Op een diep
blauw fond, valt de zwarte nomp van het schip
wat weg om des te meer aandacht te vragen
voor de scherpe teekening der zeilen, die het
jaarbeursembleem dragen. Een heel goede
plaat.
DIEFSTAL BIJ EEN KUNSTSCHILDER.
De kunstschilder Jaap Dooyewaard, die ge-
ruimen tijd in Noorwegen vertoefde, kwam,
toen hij Dinsdag in zijn woning aan den Pol-
weg te Blaricum terugkeerde, tot de ontdek
king, dat tijdens zijn afwezigheid hij hem was
ingebroken. Ontvreemd waren een aantal schil
derijen, een platina ring met saffier, een be
drag aan buitenlandsch geld en eenig bedde-
goed. De daders waarvan ieder spoor ontbreekt,
zijn waarschijnlijk door een dakraam binnea-
gekomen.