WAARHEID OMTRENT
^OVJET-RUSLAND.
HET AARTSBISDOM IN ROUW
betrouwbare en minder
DINSDAG 30 AUGUSTUS 1932
1 BETROUWBARE bronnen.
LIEFHEBBERS VOOR HET ANTI-
OORLOGSCONGRES.
LOODSWEZEN.
DE KATHOLIEKE ENCYCLOPAEDIA
BIJZONDERE VRIJWILLIGE
LANDSTORM.
AAN DE GEVOLGEN OVERLEDEN.
A. M. I- C.
ad
Öe
<46*
ui'
Bi
er
to
th
w«
H
feu
m
xn
Cl
ïi<
ta
Reisverhalen, Decreten, Pers
berichten.
Het is allesbehalve gemakkelijk de waar
heid te achterhalen omtrent de toestanden
io de onmetelijke Sovjet-unie.
In een land, waar voor den vreemdeling
geen bewegingsvrijheid bestaat, is ieder rei
ziger, en stellig hij die de taal niet voldoen
de machtig is, bij voorbaat gebonden aan
een vaste route, die in overleg met het offi
cieels reisbureau „Intourist" wordt bepaald.
En deze route voert hem onveranderlijk
naar de groote industrie-centra: naar Dnie-
perstroy den machtigen stuw, die de so-
poren, d.i. de stroomversnellingen van de
700 meter breeds rivier beheerscht naar
Bakoe en het gebied der petroleumbronnen
aan de Caspische Zee, naar Stalingrad
het vroegere Tsaritsin aan de Wolga, de
grootste houthaven van Europa naar
Magnetogorsk, het geweldige staalcentrum
en Tsjeliabinsk, de enorme tractorenfabriek,
beide in den Oeral, waarna de groote ste
den Nisny-Novgorod, Moskou en Leningrad
aan de beurt komen, als zij niet reeds wa
ren voorafgegaan.
Na deze rondreis langs de vaste banen
van het communistisch Oosten keert de
weetgrage vreemdeling terug naar het kapi
talistische Westen, om zijn lezers of toe
hoorders te vergasten op een reeks van
uiteraard vluchtige indrukken uit het Sovjet-
paradijs.
Heeft hij nu inderdaad Rusland gezien?
Wij antwoorden met een wedervraag!
Heeft de Amerikaan, die Rotterdam, Am
sterdam, den Haag, Broek in Waterland, Vo-
lendam en Marken heeft bezocht, en onder
geleide van een welbespraakten gids in ieder
dezer steden of dorpen eenige uren of dagen
heeft doorgebracht, Nederland gezien?
En kan hij te New-York teruggekeerd met
kennis van zaken een oordeel vellen over
de agrarische, finantieele en economische
problemen in de lage landen aan de Noord
zee?
Als het antwoord op deze vraag volstrekt
ontkennend behoort te luiden, welke waarde
valt er dan te hechten aan de reisverhalen,
waarop wij periodiek worden onthaald door
journalisten, die den reeds vermaard ge
worden weg hebben gevolgd langs de „ze
ven wonderen" van het vijfjarenplan?
Zelfs al staan ze onbevooroordeeld tegen
h^t heerschende systeem, dan kan hun ken
nis van menschen en toestanden niet anders
dan zeer oppervlakkig zijn.
En uit den aard der zaak geldt hun ge
tuigenis alleen voor wat zij gezien hebben,
d.i. wat men hun heeft willen laten zien
de Sovjetunie van haar beste zijde, de ont
wikkeling van haar grootindustrie onder de
directie van buitenlandsche bedrijfsleiders
en den toestand van den landbouw in een
of ander Potemkindorp 1).
Maar heel de rest van de republiek, met
name heel het onmetelijke platteland, blijft
voor hen een boek met zeven zegelen geslo
ten.
Slechts de zeer weinigen, die daar zijn
doorgedrongen, zooals onlangs W. Stein van
de „Vossische Zeitung" kunnen ons inlich
ten over den heerschenden hongersnood en
over de desorganisatie van het boerenbedrijf
in het land der zwarte aarde.
Nooit kunnen derhalve de verhalen van
ooggetuigen een betrouwbare informatiebron
zijn omtrent het Bolsjewistisch experiment
in zijn geheel. Wel kunnen zij dikwijls een
aantal waardevolle gegevens verschaffen
omtrent afzonderlijke feiten, maar het is be:
slist noodig deze gegevens aan te vullen en
te verbeteren uit andere bronnen, waaron
der, in tegenstelling met de officieels sta
tistiek, waaraan heel weinig waarde te hech
ten valt, het samenstel van overheidsmaat
regelen en regelingsdecreten o.i. als een der
belangrijkste dient te worden beschouwd
Wij hebben sinds den aanvang van dit
'jaar herhaaldelijk uit deze bron geput.
De vermindering der maandrantsoenen,
'de beperking der distributie en het gedeel
telijk herstel der vrije markt, de opheffing
van heit slachtverbod, het recht der boeren
op eigen bezit van pluim- en hoornvee, de
oprichting van arbeidsbrigades tot bewer
king van den bodem, de uitschrijving van
een 10 pet. blnnenlandsche leening, de ver
plichte konijnenteelt, de voorgeschreven in
levering van hondewol, ziedaar een aantal
regeeringsmaatregelen der laatste maanden,
waaruit zoowel de nood der bevolking, als
de benarde positie van de dictatuur helder
aan den dag treden.
En met het stijgen van den nood groeien
ook de decreten „in tal en last".
De eene scherpe resolutie volgt na de an
dere.
Daar is het bevel aan de „Komsomols"
(communistische jeugdorganisaties) om de
korenvelden tegen de plundering van hon
gerige boeren te beschermen.
Daar zijn de „inzamelings-detachementen"
der „jonge pionieren" (schooljeugd) wien
het arenlezen op de afgeoogste velden is
opgedragen.
Daar is het absolute verbod aan de boeren,
om ook maar het geringste uit den oogst
voor zichzelf te behouden, vóórdat zij het
officieel vastgestelde deel van de opbrengst
aan de regeering hebben ingeleverd.
Daar is ten slotte de doodstraf tegen de
vernieling en den „diefstal" van „gesociali-
seerden eigendom", waaronder wordt ver
staan alle vruchten, vee, landbouwgereed
schappen en andere eigendommen der ge-
mwnsohappelijke boerderijen,
Ieder die dezen eigendom ontvreemdt of
verduistert, om hem hetzij voor eigen ge
bruik of ten behoeve van derden aan te
wendefi, wordt gestraft met den dood, of
als de rechtbank verzachtende omstandig
heden aanneemt, ten minste met tien jaar
dwangarbeid.
Wie deze reeks decreten van het centraal
gezag en dus afgezien van de dwang
middelen der plaatselijke bewindvoerders
met aandacht nagaat, moet weil getroffen
worden door den „oorlogstoestand", die nog
altijd in Rusland heersoht.
Het is of heel het land chronisch in staat
van beleg verkeert.
En deze indruk wordt bevestigd door een
stroom van berichten in de Sovjet-pers.
Het spreekt vanzelf, dat uit deze nieuws
bron met nog grooter behoedzaamheid dient
te worden geput dan uit de reisverhalen der
heeren journalisten.
Maar in beide gevallen zou het onverstan
dig zijn de positief-meegedeelde feiten bij
voorbaat in twijfel te trekken.
Wanneer o.a. de „Izwestia" een heele
reeks voorbeelden geeft van de onduldbare
bureaucratie in de veelverwi'kkelde staats
bedrijven der Sovjets; wanneer de „Prawda'
meldt, dat op 1 Augustus jjl. 8 millioen
hectaren minder waren afgeoogst dan op
denzelfden datum van het vorig jaar en dat
in de Oekraïne de afleveringen aan de re
geering slechts 21% van de vastgestelde hoe
veelheid bedroegen; als in de pers algemeen
wordt geklaagd over het toenemen van de
„speculatie en de duurte der eerste levens
behoeften, dan mag men veilig aannemen,
dat deze feiten juist en deze klachten niet
overdreven zijn.
Want anders waren zij zonder twijfel
reeds door een scherpe terechtwijzing van
het centrale persbureau achterhaald.
Ln hetzelfde geldt van de berichten over
diefstallen en brandstichtingen, speciaal in
de Oekraïne.
Als men bedenkt, dat de oogst in dit
vruchtbaarste gedeelte van de Sovjet-unie
zulk een achterstand vertoont, dat de kans
op het bereikeh van de hoeveelheid, die aan
de regeering moet worden geleverd, thans
reeds vrijwel geheel verkeken is, dan kan
'bet nauwelijks verbazing wekken, dat de
boeren, aan wie voor de'tweede maal niets
voor eigen gebruik wordt overgelaten, tot
daden van geweild en wanhoop worden ge
dreven.
Wat veel meer onze verbazing gaande
maakt, is de onuitputtelijke lijdzaamheid
van het Russische volk, dat tegen dwing-
landij en uitbuiting, onteigening en rekwie-
sitie geen ander wapen stelt dan zijn lank
moedigheid en zijn passief verzet.
Wij eindigen deze „bronnenstudie" met
een voorbeeld van tastbaar fantastische be
richtgeving betreffende Sovjet-Rusland, zoo
als men ze in binnen- en huitenlandsche
bladen herhaaldelijk ontmoet.
Reuter seinde dezer dagen uit New-York,
dat de Sovjet-regeering met twee Ameri-
kaansche bankinstellingen een regeling had
getroffen voor den verkoop „tot een on
gelimiteerd bedrag" van Russische schat
kistbiljetten, wier opbrengst zou dienen
voor den aankoop van goederen in de Ver-
eenigde Staten.
Ais dit plannetje met welslagen werd be
kroond, dan zouden de Russen in de heele
wereld schatkistbiljetten uitgeven, om den
Sovjet-handel te financieren.
De „Kölnisohe Zeitung" geeft nog een
aanvulling bij dit fraaie verhaal. Het blad
weet te vertellen, dat de gelukkige houders
van deze biljetten recht hebben op 10 pCt.
rente en te alle tijde bevoegd zijn, de terug
betaling in goud te verlangen!
Zoodoende zal den kapitalisten niet alleen
een standvastige, wél-rendeerende en belas
ting-vrije belegging, maar tevens een waar
borg tegen kapitaal-vermindering of -ver-
lies worden verstrekt.
„Als dat niet trekt, trekt niemendal", spot
het „A'lg. Handelsblad".
Maar toch lijkt het ons, dat geen kapita
list onnoozel genoeg zal zijn om zich te laten
vangen door dit moscoviti-sch lokmiddel, dat
trouwens waarschijnlijk zijn ontstaan dankt
aan de vruchtbare fantasie van den een of
anderen Amerikaanschen reporter, die de
wereld in dezen somheren tijd een vroolijk
oogenblik wilde verschaffen.
Jammer, dat hij blijkbaar niet heeft kun
nen wachten tot 1 April van het volgend
jaar
1) Zulk een dorp Is den Neder landschem
socialist Matthijsen vertoond. Het heet Assoe-
retti in Georgië, en het wordt niet door Rus
sen, tt' n 'AV door Dulfcschers bewoond. De toe
standen zijn ©r paradijslijk: luister maar even
wat de verre reiziger te vertellen weet;
Aardappelen kosten in den vrijen handel
27 roebel per poed" (di. 1.65 roebel per kilo,
hetgeen overeenkomt met ruim 13 cents per
kilo, als men den roebel tegen acht cents
rekent.)
,,De boeren-oolleotieven leveren ze aan de
winkels der vakvereeniging te Tiflis voor
1.20 per poed" (d.i. ruim een halve cent per
kilo) waarbij ze er nog ddk aan verdienen
Toen wij dit lazen, diaohten wij aan het oude
liedje: ,,Alwie verre reizen doet, die kan veel
verhalen!"
Mr. L. S.
EXAMEN NEDERLANDSCH. ENZ. M. O.
De Minister van Onderwijs. Kunsten en Weten
schappen brengt ter kennis van belanghebbenden,
dat de examens ter verkrijging van een akte van
bekwaamheid tot het geven van middelbaar
onderwijs in de Nederlandsche taal en letterkunde
(K Vil), de geschiedenis (K VIII) en de
aardrijkskunde (K IX) dit jaar zullen worden
gehouden in de maanden September (voor het
schriftelijk gedeelte) en November en December
(voor het mondeling gedeelte).
Ze wilden zonder pas de grens over.
ACTIVITEIT DER NEDERLANDSCHE
POLITIE.
Het anti-oorlogscongres, te Amsterdam ge
houden, heeft, naar het „Dagbl. v. N.-B." meldt,
onze politie aan de grens en de marechaussee
te Ossendrecht en Bergen op Zoom in den nacht
van Zaterdag op Zondag heel wat werk ver
schaft.
Reeds de geheele week trachtten talrijke
vreemdelingen uit België, hoofdzakelijk uit
Antwerpen afkomstig, te Putte en Ossendrecht
de grens over te komen, die niet in het bezit
waren van geldige papieren. Het gelukte onzen
actieven politiedienaren ter plaatse steeds die
ongewenschte personen aan de andere zijde te
houden, terwijl, wanneer al eens een enkele
erin slaagde, hij spoedig was achterhaald en
teruggebracht.
Zaterdagavond had men blijkbaar een middel
gevonden om toch ons land binnen te komen.
Niet minder dan twintig personen van Poolsche,
Tsjechische, Egyptische en zelfs zonder natio
naliteit, verschenen dien avond te Putte in een
vrachtauto, bestuurd door 'n Belg en passeerden
daar de grens. Rijksveldwachter Wagenaar was
echter op zijn post en slaagde erin de onge
wenschte gasten terug op Belgisch grondgebied
te leiden.
Daarmee was het „spel" echter nog niet
afgeloopen, want eenigen tijd later kwamen zij
terug, zonder auto ditmaal. Zij liepen wederom
in de val en wel bij den rijksveldwachter van
Dun, en diens gemeente-collega Schijvenaars,
beiden uit Woensdrécht, welke de „vredes"-
betoogers bij 'den zgn. Kabeljauw uitwezen. De
vreemdelingen gaven het echter nog niet op
en probeerden voor een derde maal. De auto
was n.l. bij Santvliet de grens gepasseerd en
zou zijn „vrachtje" op den Antwerpschen straat
weg weer opladen, althans dit bleek, naar het
blad vernam, zoo te zijn afgesproken. Zij hadden
echter buiten de befaamde activiteit onzer
politie en de ter plaatse op nachtdienst zijnde
marechaussee uit Bergen op Zoom gerekend,
want hoe handig de vreemdelingen zich ook in
alle richtingen hadden verspreid, niet eentje
kwam er door en zoo kon de vrachtauto op
zijn vracht blijven wachten. Inmiddels hebben
onze grensbewakers een spannenden en ver-
moeienden nacht gehad, waarvoor hun onge
twijfeld een woord van hulde toekomt.
Nog vernam het blad, dat Zondagmorgen een
drietal Poolsche dames, die per luxe auto klan-
destlen de grens te Putte hadden overschreden,
op het station te Bergen op Zoom is aangehou
den en teruggebracht. Ook zij wilden zonder
in het bezit van geldige papieren te zijn, te
Amsterdam het anti-oorlogsoongres gaan bij
wonen.
Verandering in de inrichting
van het dienstvak.
Bij Kon. besl. is, wegens verandering in de
inrichting van het dienstvak, waarbij zij werk
zaam zijn, eervol ontslag uit hunne betrekking
verleend aan de commissarissen van het loods
wezen, de betonning, bebakening en verlich
ting, tevens ontvangers der loodsgelden te
Amsterdam en te Terneuzen, M. S. Kruisinga
en H. "W. Balfoort, den commissaris van het
loodswezen, de betonning, bebakening en ver
lichting te Hoek van Holland H. Vruggink, en,
om dezelfde reden aan den ontvanger der
loodsgelden te Vlissingen A. Woudstra;
zijn benoemd a. tot commissaris van het
loodswezen, de betonning, bebakening en ver
lichting, tevens ontvanger der loodsgelden te
Amsterdam, de commissaris van het loodswe
zen, de betonning, bebakening en Verlichting,
tevens ontvanger der loodsgelden te Antwer
pen, H. J. Hoogen Stoevenbeld;
tot commissaris van het loodswezen, de be
tonning, bebakening en verlichting, tevens
ontvanger der loodsgelden te Terneuzen, de
commissaris van het loodswezen, de betonning,
bebakening en verlichting tevens ontvanger
der loodsgelden te Harlingen, D. Bakker;
tot commissaris van het loodswezen, de be
tonning, bebakening en verlichting te Hoek
van Holland, de commissaris van het loods
wezen, de betonning, bebakening en verlich
ting, tevens ontvanger der loodsgelden te Ter
schelling, J. Bakker;
tot commissaris van het loodswezen, de be
tonning, bebakening en verlichting, tevens
ontvanger der loodsgelden te Willemsoord, de
commissaris van het loodswezen, de betonning,
bebakening en verlichting, tevens ontvanger
der loodsgelden te Brouwershaven, mede be
last met waarneming van gelijke betrekkingen
te Zierikzee, P. C. van Diest;
tot commissaris van het loodswezen, de be
bakening en verlichting, tevens ontvanger der
loodsgelden te Terschelling, de adjunct-com
mlssaris van het loodswezen, de betonning, be
bakening en verlichting te Vlissingen C. Ver
meulen.
tot commissaris van het loodswezen, de be
bakening en verlichting, tevens ontvanger der
loodsgelden te Harlingen, de adjunct-commis
saris van het loodswezen, de betonning, be
bakening en verlichting te Maassluis C. P. van
Diest;
tot commissaris van het loodswezen, de be
bakening en verlichting, tevens ontvanger der
loodsgelden te Dordrecht, G. J. Moerel.
Het eerste deel op komst.
Men verzoekt ons te melden:
De belangstelling voor de uitgave der Katho
lieke Encyclopaedia Is wel algemeen; zij steunt
den redactieraad, die, zooals men weet, in
Noord-Nederland samengesteld is, uit zeven
hoogleeraren van de Nijmeegsche universiteit,
bij de grootsche, cultureele taak, die hij op
zich genomen heeft. Deze interesse uit zich
evenwel ook menigmaal bij de velen, die reeds
hebben ingeteekend, in een zeker ongeduld.
Velen zullen daarom met vreugde vernemen,
dat het fundament van dit vier-en-twintig
deelige werk gelegd is.
Het tempo, waarin gewerkt wordt, beant
woordt aan den omvang van de uitgave. De
trefwoordenlijsten zijn binnen en voor de let
ters A en B reeds op het secretariaat ver
werkt. Is het totaal aan trefwoorden op
150.000180.000 geschat, het getal voor de let
ter A benadert de 15.000.
Dit groote aantal artikelen wordt nu door
de meer dan 500 redacteuren en medewerkers,
die hun krachten aan de samenstelling van dit
eerste deel gewijd hebben, reeds bewerkt. De
copie stroomt reeds binnen.
In bet najaar zal het eerste deel van de Ka
tholieke Encyclopaedia het llobt tien.
INITIATIEF-VOORSTEL ALBARDA.
Memorie van Antwoord aan de
""weede Kamer.
Verschenen is de Memorie van Antwoord
aan de Tweede Kamer betreffende het wets
voorstel-Al barda C.S. tot nadere regeling van
de vrijwillige opkomst onder de wapenen van
dienstplichtigen en reserve-personeel.
Allereers-t geven de voorstellers ter tegemoet
koming aan den wensch van enkele leden een
omschrijving van de wettelijke positie van- den
bijzonderen vrijwilligen landstorm en van zijn
erhouding tot de overheid.
Blijkens het .voorloopig verslag hebben bij
het onderzoek in de afdeelingen vele leden
van hun ingenomenheid met het instituut van
den bijzonderen vrijwilligen landstorm getuigd.
De vraag, die met dit wetsvoorstel aan de
Kamer is voorgelegd, is niet, hoeveel of hoe
weinig waardeering zij voor den bijzonderen
vrijwilligen landstorm gevoelt, maar of zij
meent, dat de tot die organisatie - beboerende
dienstplichtigen voortaan onder de wapens
mogen worden geroepen met voorbijgang van
artikel 187 der grondwet. De zienswijze dier
leden dat de bijzondere vrijwillige landstorm
niet voor politieke doeleinden gebruikt kan
worden, omdat niemand anders dan de regee-
ring over dat Instituut zou kunnen beschikken,
deelen de voorstellers overigens niet.
Wat betreft de verzekering, dat de bijzon
dere vrijwillige landstorm het geheele volk en
dus ook de sociaal-democraten zou beschermen
tegen revolutionnair geweld, in de bijeenkom
sten van den bijzonderen vrijwilligen landstorm
klinkt dikwijls een taal, die van felle vijand
schap jegens de sociaal-democratie en de
sociaal-democraten zwaar is. Dat de mannen
die zulke taal met instemming aanhooren en
toejuichen, gezind zouden zijn, de sociaal
democraten te beschermen tegen revolution-
nair geweld van anderen, is ondenkbaar.
De dankbaarheid van vele leden, dat het,
nu de regeering over vrijwilligers kan beschik
ken, onnoodig is bij ordeverstoringen lichtin
gen van de geregelde weermacht op te roei
pen, gevoelen de voorstellers niet. Zij achten
het, Indien de noodzakelijkheid tot het te
hulp roepen van gewapende macht zich mocht
voordoen, beter, dat dan één of meer lichtin
gen worden mobiel gemaakt dan dat de vrij
willigerskorpsen ten tooneele verschijnen.
Da voorstellers aanvaarden niet de meening
van dezelfde leden, dat, indien de bijzondere
vrijwillige landstorm niet bestond, de korpsen
marechaussee en militaare-palitie zouden moe
ten worden versterkt of wederom bij de mili
tie' een blijvend gedeelte zou moeten worden
Ingesteld.
Op 1 April 1931 telde de marechaussee 22
officieren en 1150 onder-officieren en minde
ren en bestonden de politietroepen uit 19 offi
cieren en 757 onder-officieren en minderen.
Dat nu ter vervanging van het blijvend ge
deelte, dat slechts 3800 tot 4500 man mocht
tellen, bovendien nog een parate maebt van
ongeveer 70.000 vrijwilligers noodig zou zijn,
is voor de voorstellers niet aannemelijk te
maken.
De bijzondere vrijwillige landstorm zoo
werd opgemerkt 1 kah niet optreden zóólang
de regeering geen toestemming verleent 'tot
het onder de wapenen komen. Formeel gespro
ken is dit waar. De bijzondere vrijwillige
landstorm wordt als zoodanig slechts gefor
meerd, als hij met regeeringsmachtiging op
komt. Maar kunnen groepen -bijzondere vrijwil
ligers niet eigenmachtig tot optreden overgaan,
als in bewogen dagen politieke opwinding zich
van een aantal dier steeds eenzijdig voorge
lichte mannen meester maakt
Ook is het formeel waar, dat de regeering
alleen de macht heefit den bij-z. vrijw, landstorm
onder de wapenen te laten komen. Maar de
regeering kan tezamen met de leiders dier or
ganisatie over den bijzonderen vrijwilligen
landstorm naar willekeur beschikken. Met die
leiders is inderdaad, zooals in het voorl.
verslag wordt verondersteld, gedoeld op de
nationale landstorm commissie en haar ver
takking en vertegenwoordigers. Het hangt van
die oommissie en haar medewerkers af, met
welken geest de mannen zijn bezield en waar
toe zij bereid zijn. Het is niet te verwachten,
dat de bijzondere vrijwilligers allen gehoor
zouden geven aan den wensch der regeering,
dat zij onder de wapenen zullen ^>mee, indien
de nationale landstorm Commissie dien wensch
niet van harte deelt en dan niet zou aanspo
ren tot algemeene opkomst of zelfs opkomst
op de een of andere wijze zou ontraden.
De bijzondere vrijwilligers hebben zich im
mers bij hun bereidverklaring tegenover de
commissie, om voor de handhaving van orde
en rust onder de wapenen te komen, niet on
voorwaardelijk verbonden. Hun bereidverkla
ring is geen verbintenis. Het kan voor een
dienstplichtige, op wiens bereidverklaring een
beroep wordt gedaan, geenerlei onaangenaam
rechtsgevolg hebben, indien hij aan dat beroep
geen gehoor geeft.
De voorstellers blijven van oordeel, dat de
bijzondere vrijwillige landstorm een buiten
wettelijke organisatie mag worden genoemd.
De voorstellers wenschen de tegenstrijdigheid
op te heffen die huns inziens bestaat tusschen
de bedoeling aan artikel 187 van de grondwet
en de mogelijkheid om met voorbijgang van
dat grondwetvoorschrift den bij zonderen vrij
willigen landstorm onder de wapenen te doen
komen.
Volgens het voorloopig verslag zijn een aan
tal leden van oordeel, dat de tegenstrijdigheid
niet bestaat. Artikel 87 der grondwet, zoo zeg
gen zij spreekt slechts over het gedwongen
onder de wapenen komen der dienstplichtigen.
Het artikel wenscht waarborgen dat op dienst
plichtigen geen bijzondere militaire verplich
tingen worden gelegd; het geval van vrijwil
lige opkomst valt niet daaronder.
Deze opvatting is niet juist. De bedoeling
van artikel 187 der grondwet bepaalt zich niet
tot de zorg dat op dienstplichtigen geen on
noodig drukkende lasten worden gelegd.
Het moet ook aldus worden verstaan, dat de
Staten Generaal hebben te waken tegen onnoo
dig gebruik aan machtsmiddelen door de re
geering. Ten deze hebben de voorstellers bet
gezag van Buys aan hun zijde.
Men zal moeten erkennen dat van dat ar
tikel 187 der grondwet een zekere preventieve
werking kan uitgaan, In zoover dat de regee
ring van onnoodiige oproeping van militaire
macht kan worden weerhouden.
Die macht Is echter geheel buiten werking
gesteld zoolang de regeering bulten de Staten
Generaal om den bijzonderen vrijwilligen land.
storm kan laten opkomen.
De regeering kan zelf het tijdstip bepalen
waarop zij aan de Staten Generaal de finan-
cieele regeling voordraagt. Dit tijdstip kan op
grooten afstand van dat van de opkomst onder
de wapenen gelegen zijn en in dien tusschen.
tijd kunnen de gevolgen van het wapen vertoon
Het Aartsbisdom heeft Dr. Schaepman, zoo
als we reeds hebben medegedeeld, ver
loren. De oud-president van het groot semina
rie, de oud-hoogleeraar van het kerkelijk recht,
de wijze raadgever van zoovelen is niet meer.
Weer treurt de priesterschap, als eens op St.
Agnesdag 1903, toen een andere groote van de
naam Schaepman aan het seminarie, aan de
Kerk en aan Nederland ontviel.
Het Metropolitaan Kapittel is in rouw om
zijn Proost, vijf jaar na Mgr. y. Schalk, drie
jaar na Mgr. v. d. Wetering is ook de laat
ste dergenen, die menigeen als een soort drie
manschap beschouwde, heengegaan.
De Katholieke wetenschap, vooral die van het
kerkelijk recht, heeft een van haar scherpzin
nigste beoefenaren verloren.
Aan het theologisch tijdschrift: De Neder-
Mgr. A. G. M. Schaepman -j-.
zijn
landsche Kathollere Stemmen ontvalt
stichter en bekwame hoofdredacteur.
Een zwaar verlies lijden de professoren en
oud-professoren van Rijsenburg, aan wie bij
zijn hartelijke vriendschap bleef schenken en
die in hun verder leven als een zonnelicht
mededragen de herinnering aan het gelukkig
samenwerken in Rijsenburg onder Praeses
Schaepman. Zij vooral weten heteen man vol
goedheid was Mgr. Schaepman, een blijmoedig,
prettig, geestig gezelschapsmensch. een overste
van -de strengste zelfbeheersching, een wijs en
voorzichtig leider, een licht voor allen, die in
zijn huis woonden.
To-t in de laatste vezelen van zijn wezen ge
voelde hij zich gezagdrager, hij voerde den
heerschersstaf, maar hij zwaaide er niet mede.
Niet onverwacht kwam dit overlijden, maan
den lang duurde het onweerstaanbaar aanslui
pen van den doo-d, nooit klonk een hoopgevende
toon in de berichten, die de trouwe bezoekers
van bet ziekbed medebrachten.
Er lag iets tragisch in het geleidelijk neer
halen der aardsche woontent van dezen man,
dien wij cp.s alleen konden voorstellen als
groot en majestueus, wiens sterken geest wij
altijd hadden aangevoeld in voorname houding
en gebaar, In heel zijn stijlvol optreden, ja, in
zijn gestalte reeds.
Het viel moeilijk zich te verzoenen met de
gedachte, dat Dr. Schaepman zwak. Ja, stumpe
rig. begon te worden. In werkelijkheid was hij
reeds een paar jaar niet veel meer dan een
schaduw van den president uit vroeger dagen;
vereering en hooge achting beletten ons echter,
dat duidelijk te zien.
Ook bij dezen werd weder bewaarheid,
dat de levensmaat van den mensch zeventig
jaren is; spoedig daarna zette de physieke ver
zwakking en de slooping der energie reeds in,
langzaam maar nooit onderbroken ging het
bergaf.
Zijn productiviteit als schrijver verminderde
Insgelijks, en in hetgeen hij nog publiceerde
zagen wij niet meer Schaepman levensgroot.
Vroeger was het: ex ungue leonem, ook in
het kleinste stukje van zijn hand speurden
wij zijn ongewone scherpzinnigheid, nu moest
de onderteekening ons soms zeggen, dat inder
daad Schaepman het geschreven had.
16 Juli van het vorig jaar werd te Rijsen
burg het gouden 'priesterfeest van den Praeses
gevierd. Z.H. Exc. de Aartsbisschop, de Vi
caris-Generaal, kanunniken en deputati voor
het seminarie, professoren en oud-professoren
waaronder Z.H. Exc. Mgr. Smit, vertegenwoor
digers van alle cursussent die onder Dr. Schaep
man hadden gestudeerd, waren bij deze laatste
groote hulde tegenwoordig: het was al harte
lijkheid en dankbare vereering, waardoor de
jubilaris zich omringd zag.
De dag was echter niet zoo blij als
de andere praesesfeesten op bet seminarie
gevierdhet 25- en 40-jarig priesterfeest
en het zilveren ambtsjubileum als presi
dent er lag een sluier over de vreug
de op dit toch zoo geheel bijzonder jubilé
en de feeststemming was gemengd met een
gevoel van weemoed. Niet alleen om de zwak
heid en betrekkelijke hulpeloosheid van den
jubileerenden grijsaard, die de H Mis, welke
bij dien morgen als Protonotarius Apostolicu3
pontificaliter opdroeg, slechts met moeite had
kunnen voltooien, maar meer, omdat met de
viering van dit gouden priesterfeest samenviel
het afscheid van het seminarie, het einde van
het presidentschap.
De afgetreden President nam zijn intrek in
het St. Josephgesticht te Rijsenburg. Wie hoop
te toen niet dat de rust in dat huis en de zorg
der goede zusters hem weer een betrekkelijke
vernieuwing van levenskracht zouden geven
Helaas! die hoop bleek ijdel, Gods beschik
king was anders, de verzwakking ging onver
minderd voort. Wel bezocht hij nog een paar
malen het officie In de Kathedraal en de ver
gaderingen van het Metropolitaan Kapittel,
maar ook daarvoor schoten al spoedig zijn
krachten tekort, hij werd aan zijn kamer ge
kluisterd en aan het ziekbed,
Op 2 Februari verzocht hij om de laatste
H.H. Sacramenten, welke hij dan ook dien dag
met stichtende godsvrucht ontving.
Weder verliepen maanden en maanden, de
levenslamp bleef gloeien, tot branden kwam
het niet meer.
Inmiddels had hij, doodziek, zijn toevlucht
genomen tot het ziekenhuis, de Majella Stieh.
ting, te Bussum, waar hij reeds vroeger een
paar malen genezing had gevonden.
Op den feestdag van het H. Hart van Jesus,
1 Juü, gaf hij den wensch te kennen opnieuw
te worden bediend, hetgeen dan ook dien dag
is geschied,
In volle overgave wachtte hij de beschikkin
gen van Gods Voorzienigheid af en de Heer
riep Zijn trouwen dienaar naar Zijn eeuwig
Rijk. „Toen hoorde ik een stem uit den
hemel, die sprak Zalig de dooden, die in den
Heer sterven; van nu af, ja, zegt de Geest, zij
zullen uitrusten van hun zwoegen; want hunne
werken volgen hen". (Apoc. 14.13.)
SteTven is niet een val in de duisternis, het
is voor den chrlstenmensch, voor den priester,
een heensnellen naar het ware en eeuwige
licht. Dr. Schaepman leeft nu in God.
28 jaren stond hij aan het hoofd van het
Rijsenburgsche seminarie, drievierde der gees
telijkheid van het Aartsbisdom dankt, na Gods
genadige uitverkiezing, aan zijn vaderlijke lei-
ding de verheffing tot het H. Priesterschap en
aan niemand van hen werden de hoogepriester-
lijke handen wijdend opgelegd, vóór aan den
vader van het seminarie met nadruk was go-,
vraagd, weet gij, dat zij het waardig zijn.
Nu vouwen die priesters hun gezalfde handen
tot een gebed voor de zielerust van hem, dia
door zijn woord en priesterlijk voorbeeld hun
op den weg naar het Priesterschap een trouwe
en altijd zorgzame Raphaël was.
Nu gedenken zij in hun H, Misoffers, levens
lang, dengene, die in zijn H. Mis onder da
eersten Gode aanbeval, zijn veelgeliefde stu
denten en oud-studenten, die hij bleef dragen
in zijn hart immer, ook als zij reeds lang van
het seminarie waren uitgetogen naar hun ars
beldsveld In he-t Aartsbisdom, en wier herinne-
ring aan heFdlèrbaar Rijsenburg is sameïï-
gegroeid met de dankbare nagedachtenis aan
hun President Mgr, Dr. Schaepman.
Oostelijk van de seminariekapel, vóór het
priesterkoor langs welks wanden, zoo toepas
selijk de tekst van Sint Paulus staat geschreven;;
Nos vero omnes, revelata facie gloriam Domi
ni speculantes, in eamdem imaginem transfor-
mamur a claritate in clarltatem, tamquam a
Domini spiritu (2 Oor. 3.18), daar zullen zij'
eerbiedig nederleggen het stoffelijk overschot
van den vader, die nu "de glorie des Heeren ia)
Ingegaan, voor wien bet bespiegelen nu is ge
worden aanschouwen en wiens zielewensch zon
dikwijls voor het H. Sacrament herhaald, nu la
vervuld: ut Te revelata cernens facie visu sunt
beatus Tuae gloriae.
Waar de hooge hoornen den gewijden grond
overschaduwen, naar het kerkhof van het se
minarie, waar naast de presidenten v. d. Burgfi
en van Os, naast professoren en studenten nuj
ook hun goede president Schaepman de opstan
ding ten jongsten dage verwacht, daarheen zul
len de priesters jaar in jaar uit, tijdens dei
retraite in pieus gedenken hun schreden rich
ten en aan hun bede voor zijn zielerust in Gods
heiligen vrede zullen zij paren een dankgebed
aan den Heer des levens, Die hun opgang naar
het priesterschap stelde onder de veilige lei
ding van Praeses Mgr. Dr. Schaepman.
C. HARTMAN, j
en ander gelbroiifc der wapenen zeer ernstig zijn
geworden. v
Het vermoeden, dat inderdaad in de kringen
van den bijzonderen vrijwilligen landstorm de
drang naar eigenmachtige actie niet ontbreekt,
meenen de voorstellers bevestigd te zien door
de verklaring van de voorstanders van dat in
stituut, volgens welke hij aanneming van dit
wetsvoorstel de kans izou [bestaan dat een
aantal leden van den alsdan op te heffen land
storm zouden trachten particuliere korpsen te
vormen die buiten de regeering om zouden gaan
werken.
PENSIOENRAAD,
Aan het verslag van den Pensioenraad over
1931 wordt ontleend, dat het aantal bij de re
gistratuur ingekomen tevens geagendeerde
brieven steeg van 79.700 tot 83.400 stuks.
1250 beslissingen van den Raad werden in
1931 door de registratuur geclassificeerd.
De raad wijst er op, dat hij mede voor het
onderbrengen van zijn ambtenaren en van de
voorgenomen mechanisatie van het bedrijf niet
over voldoende plaatsruimte in het tegenwoor
dige gebouw beschikt. Immers een comptabel
bedrijf als dat van den Raad eischt intensief
toezicht, wat in een, voor zijn dienst zoo on
praktisch gebouw als het bestaande, niet mo
gelijk Is.
Ook het contact tusschen de afdeelingen on
derling wordt door de bestaande buisvesting
bemoeilijkt.
De voortdurende uitbreiding van het werk
zal in de toekomst onvermijdelijk tot lokalt-
teitsuitbretding moeten leiden.
Het aantal geneeskundige onderzoeken be
droeg in 1931 1251, waarvan 1030 tot penslon-
neering hebben geleid.
Het aantal In 1931 toegekende pensioenen
bedroeg 5174 tot een bedrag van ƒ5.977.834.
Op 153 aanvragen om pensioen werd afwij
zend beschikt.
In het jaar 1931 werd in totaal ontvangen
ƒ189.402.214,24.
De heer van Vroonhoven, die Zondag met zijn
motorrijwiel te Eindhoven slipte, is in het
ziekenhuis aan de gevolgen overleden,
DE WIJZIGING DER KIESWET.
De R- K. V. P. maakt bezwaren.
Door C. D. Wesseling te 's Gravenhage enj
J. Houtsma te Zwolle, resp. voorzitter en se*
cretaris der R. K. Volkspartij, is aan de
Tweede Kamer een adres gericht, waarin zij
namens de R. K. V. P., ernstig bezwaren in
brengen tegen art. III van het ontwerp van'
wet.tot wijziging van eenige artikelen der kies
wet, en op grond van de uiteengezette bezwa
ren de Kamer verzoeken genoemd artikel niet
aan te nemen, of zoodanig te wijzigen, daH
meer doeltreffende uren voor bet stellen deij
handteekenlngen op de candidatenlijsten wor
den aangewezen en dat de regeling van het
geldend art. 35, 3e lid in dier voege, dat de
handteekenlngen niet uitsluitend in de ge
meente, waar het hoofdstembureau zetelt, be
hoeven. gesteld te worden, van kracht blijft,
Te Amsterdam zal van 10 12 September een
Internationale meeting gehouden worden van
de A. M. I. C. (Apostolatus Marls Internationale
Concilium), het internationaal bestuur van het
Apostolaat ter Zee, vertegenwoordigende de 190
zeehavens, waar het R. K. Zeeliedenwerk mo
menteel is gevestigd.
Afgevaardigden van Engeland, Canada, Ver-
eenigde Staten van Amerika, België, Frankrijk,
Duitschland, Italië en Spanje, hebben bereids
hun komst aangekondigd.
Het vorig jaar, te Londen, stond de inter
nationale Meeting onder leiding van Kardinaal
Bourne, dezen keer. zal de leiding berusten bij
Admiraal Sir E. Charlton, K. C. B. K. C. M. G;,
voorzitter van het internationaal bestuur.
TANDHEELKUNDIGE EXAMENS.
De Minister van Onderwijs. Kunsten en Weten
schappen brengt ter algemeene kennis, dat op
26 September e.k. en volgende dagen te Utrecht
gelegenheid zal worden gegeven tot het afleggen
van de practische en theoretische tandheelkun
dige examens, bedoeld ln de artikelen 8 en 9 dec
wet van 25 December 1878 (Staatsblad no. 222),
laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 NovembeB
1922 (Staatsblad no, 613), -
n