WAARHEID OMTRENT ^OVJET-RUSLAND. HET AARTSBISDOM IN ROUW betrouwbare en minder DINSDAG 30 AUGUSTUS 1932 1 BETROUWBARE bronnen. LIEFHEBBERS VOOR HET ANTI- OORLOGSCONGRES. LOODSWEZEN. DE KATHOLIEKE ENCYCLOPAEDIA BIJZONDERE VRIJWILLIGE LANDSTORM. AAN DE GEVOLGEN OVERLEDEN. A. M. I- C. ad Öe <46* ui' Bi er to th w« H feu m xn Cl ïi< ta Reisverhalen, Decreten, Pers berichten. Het is allesbehalve gemakkelijk de waar heid te achterhalen omtrent de toestanden io de onmetelijke Sovjet-unie. In een land, waar voor den vreemdeling geen bewegingsvrijheid bestaat, is ieder rei ziger, en stellig hij die de taal niet voldoen de machtig is, bij voorbaat gebonden aan een vaste route, die in overleg met het offi cieels reisbureau „Intourist" wordt bepaald. En deze route voert hem onveranderlijk naar de groote industrie-centra: naar Dnie- perstroy den machtigen stuw, die de so- poren, d.i. de stroomversnellingen van de 700 meter breeds rivier beheerscht naar Bakoe en het gebied der petroleumbronnen aan de Caspische Zee, naar Stalingrad het vroegere Tsaritsin aan de Wolga, de grootste houthaven van Europa naar Magnetogorsk, het geweldige staalcentrum en Tsjeliabinsk, de enorme tractorenfabriek, beide in den Oeral, waarna de groote ste den Nisny-Novgorod, Moskou en Leningrad aan de beurt komen, als zij niet reeds wa ren voorafgegaan. Na deze rondreis langs de vaste banen van het communistisch Oosten keert de weetgrage vreemdeling terug naar het kapi talistische Westen, om zijn lezers of toe hoorders te vergasten op een reeks van uiteraard vluchtige indrukken uit het Sovjet- paradijs. Heeft hij nu inderdaad Rusland gezien? Wij antwoorden met een wedervraag! Heeft de Amerikaan, die Rotterdam, Am sterdam, den Haag, Broek in Waterland, Vo- lendam en Marken heeft bezocht, en onder geleide van een welbespraakten gids in ieder dezer steden of dorpen eenige uren of dagen heeft doorgebracht, Nederland gezien? En kan hij te New-York teruggekeerd met kennis van zaken een oordeel vellen over de agrarische, finantieele en economische problemen in de lage landen aan de Noord zee? Als het antwoord op deze vraag volstrekt ontkennend behoort te luiden, welke waarde valt er dan te hechten aan de reisverhalen, waarop wij periodiek worden onthaald door journalisten, die den reeds vermaard ge worden weg hebben gevolgd langs de „ze ven wonderen" van het vijfjarenplan? Zelfs al staan ze onbevooroordeeld tegen h^t heerschende systeem, dan kan hun ken nis van menschen en toestanden niet anders dan zeer oppervlakkig zijn. En uit den aard der zaak geldt hun ge tuigenis alleen voor wat zij gezien hebben, d.i. wat men hun heeft willen laten zien de Sovjetunie van haar beste zijde, de ont wikkeling van haar grootindustrie onder de directie van buitenlandsche bedrijfsleiders en den toestand van den landbouw in een of ander Potemkindorp 1). Maar heel de rest van de republiek, met name heel het onmetelijke platteland, blijft voor hen een boek met zeven zegelen geslo ten. Slechts de zeer weinigen, die daar zijn doorgedrongen, zooals onlangs W. Stein van de „Vossische Zeitung" kunnen ons inlich ten over den heerschenden hongersnood en over de desorganisatie van het boerenbedrijf in het land der zwarte aarde. Nooit kunnen derhalve de verhalen van ooggetuigen een betrouwbare informatiebron zijn omtrent het Bolsjewistisch experiment in zijn geheel. Wel kunnen zij dikwijls een aantal waardevolle gegevens verschaffen omtrent afzonderlijke feiten, maar het is be: slist noodig deze gegevens aan te vullen en te verbeteren uit andere bronnen, waaron der, in tegenstelling met de officieels sta tistiek, waaraan heel weinig waarde te hech ten valt, het samenstel van overheidsmaat regelen en regelingsdecreten o.i. als een der belangrijkste dient te worden beschouwd Wij hebben sinds den aanvang van dit 'jaar herhaaldelijk uit deze bron geput. De vermindering der maandrantsoenen, 'de beperking der distributie en het gedeel telijk herstel der vrije markt, de opheffing van heit slachtverbod, het recht der boeren op eigen bezit van pluim- en hoornvee, de oprichting van arbeidsbrigades tot bewer king van den bodem, de uitschrijving van een 10 pet. blnnenlandsche leening, de ver plichte konijnenteelt, de voorgeschreven in levering van hondewol, ziedaar een aantal regeeringsmaatregelen der laatste maanden, waaruit zoowel de nood der bevolking, als de benarde positie van de dictatuur helder aan den dag treden. En met het stijgen van den nood groeien ook de decreten „in tal en last". De eene scherpe resolutie volgt na de an dere. Daar is het bevel aan de „Komsomols" (communistische jeugdorganisaties) om de korenvelden tegen de plundering van hon gerige boeren te beschermen. Daar zijn de „inzamelings-detachementen" der „jonge pionieren" (schooljeugd) wien het arenlezen op de afgeoogste velden is opgedragen. Daar is het absolute verbod aan de boeren, om ook maar het geringste uit den oogst voor zichzelf te behouden, vóórdat zij het officieel vastgestelde deel van de opbrengst aan de regeering hebben ingeleverd. Daar is ten slotte de doodstraf tegen de vernieling en den „diefstal" van „gesociali- seerden eigendom", waaronder wordt ver staan alle vruchten, vee, landbouwgereed schappen en andere eigendommen der ge- mwnsohappelijke boerderijen, Ieder die dezen eigendom ontvreemdt of verduistert, om hem hetzij voor eigen ge bruik of ten behoeve van derden aan te wendefi, wordt gestraft met den dood, of als de rechtbank verzachtende omstandig heden aanneemt, ten minste met tien jaar dwangarbeid. Wie deze reeks decreten van het centraal gezag en dus afgezien van de dwang middelen der plaatselijke bewindvoerders met aandacht nagaat, moet weil getroffen worden door den „oorlogstoestand", die nog altijd in Rusland heersoht. Het is of heel het land chronisch in staat van beleg verkeert. En deze indruk wordt bevestigd door een stroom van berichten in de Sovjet-pers. Het spreekt vanzelf, dat uit deze nieuws bron met nog grooter behoedzaamheid dient te worden geput dan uit de reisverhalen der heeren journalisten. Maar in beide gevallen zou het onverstan dig zijn de positief-meegedeelde feiten bij voorbaat in twijfel te trekken. Wanneer o.a. de „Izwestia" een heele reeks voorbeelden geeft van de onduldbare bureaucratie in de veelverwi'kkelde staats bedrijven der Sovjets; wanneer de „Prawda' meldt, dat op 1 Augustus jjl. 8 millioen hectaren minder waren afgeoogst dan op denzelfden datum van het vorig jaar en dat in de Oekraïne de afleveringen aan de re geering slechts 21% van de vastgestelde hoe veelheid bedroegen; als in de pers algemeen wordt geklaagd over het toenemen van de „speculatie en de duurte der eerste levens behoeften, dan mag men veilig aannemen, dat deze feiten juist en deze klachten niet overdreven zijn. Want anders waren zij zonder twijfel reeds door een scherpe terechtwijzing van het centrale persbureau achterhaald. Ln hetzelfde geldt van de berichten over diefstallen en brandstichtingen, speciaal in de Oekraïne. Als men bedenkt, dat de oogst in dit vruchtbaarste gedeelte van de Sovjet-unie zulk een achterstand vertoont, dat de kans op het bereikeh van de hoeveelheid, die aan de regeering moet worden geleverd, thans reeds vrijwel geheel verkeken is, dan kan 'bet nauwelijks verbazing wekken, dat de boeren, aan wie voor de'tweede maal niets voor eigen gebruik wordt overgelaten, tot daden van geweild en wanhoop worden ge dreven. Wat veel meer onze verbazing gaande maakt, is de onuitputtelijke lijdzaamheid van het Russische volk, dat tegen dwing- landij en uitbuiting, onteigening en rekwie- sitie geen ander wapen stelt dan zijn lank moedigheid en zijn passief verzet. Wij eindigen deze „bronnenstudie" met een voorbeeld van tastbaar fantastische be richtgeving betreffende Sovjet-Rusland, zoo als men ze in binnen- en huitenlandsche bladen herhaaldelijk ontmoet. Reuter seinde dezer dagen uit New-York, dat de Sovjet-regeering met twee Ameri- kaansche bankinstellingen een regeling had getroffen voor den verkoop „tot een on gelimiteerd bedrag" van Russische schat kistbiljetten, wier opbrengst zou dienen voor den aankoop van goederen in de Ver- eenigde Staten. Ais dit plannetje met welslagen werd be kroond, dan zouden de Russen in de heele wereld schatkistbiljetten uitgeven, om den Sovjet-handel te financieren. De „Kölnisohe Zeitung" geeft nog een aanvulling bij dit fraaie verhaal. Het blad weet te vertellen, dat de gelukkige houders van deze biljetten recht hebben op 10 pCt. rente en te alle tijde bevoegd zijn, de terug betaling in goud te verlangen! Zoodoende zal den kapitalisten niet alleen een standvastige, wél-rendeerende en belas ting-vrije belegging, maar tevens een waar borg tegen kapitaal-vermindering of -ver- lies worden verstrekt. „Als dat niet trekt, trekt niemendal", spot het „A'lg. Handelsblad". Maar toch lijkt het ons, dat geen kapita list onnoozel genoeg zal zijn om zich te laten vangen door dit moscoviti-sch lokmiddel, dat trouwens waarschijnlijk zijn ontstaan dankt aan de vruchtbare fantasie van den een of anderen Amerikaanschen reporter, die de wereld in dezen somheren tijd een vroolijk oogenblik wilde verschaffen. Jammer, dat hij blijkbaar niet heeft kun nen wachten tot 1 April van het volgend jaar 1) Zulk een dorp Is den Neder landschem socialist Matthijsen vertoond. Het heet Assoe- retti in Georgië, en het wordt niet door Rus sen, tt' n 'AV door Dulfcschers bewoond. De toe standen zijn ©r paradijslijk: luister maar even wat de verre reiziger te vertellen weet; Aardappelen kosten in den vrijen handel 27 roebel per poed" (di. 1.65 roebel per kilo, hetgeen overeenkomt met ruim 13 cents per kilo, als men den roebel tegen acht cents rekent.) ,,De boeren-oolleotieven leveren ze aan de winkels der vakvereeniging te Tiflis voor 1.20 per poed" (d.i. ruim een halve cent per kilo) waarbij ze er nog ddk aan verdienen Toen wij dit lazen, diaohten wij aan het oude liedje: ,,Alwie verre reizen doet, die kan veel verhalen!" Mr. L. S. EXAMEN NEDERLANDSCH. ENZ. M. O. De Minister van Onderwijs. Kunsten en Weten schappen brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de examens ter verkrijging van een akte van bekwaamheid tot het geven van middelbaar onderwijs in de Nederlandsche taal en letterkunde (K Vil), de geschiedenis (K VIII) en de aardrijkskunde (K IX) dit jaar zullen worden gehouden in de maanden September (voor het schriftelijk gedeelte) en November en December (voor het mondeling gedeelte). Ze wilden zonder pas de grens over. ACTIVITEIT DER NEDERLANDSCHE POLITIE. Het anti-oorlogscongres, te Amsterdam ge houden, heeft, naar het „Dagbl. v. N.-B." meldt, onze politie aan de grens en de marechaussee te Ossendrecht en Bergen op Zoom in den nacht van Zaterdag op Zondag heel wat werk ver schaft. Reeds de geheele week trachtten talrijke vreemdelingen uit België, hoofdzakelijk uit Antwerpen afkomstig, te Putte en Ossendrecht de grens over te komen, die niet in het bezit waren van geldige papieren. Het gelukte onzen actieven politiedienaren ter plaatse steeds die ongewenschte personen aan de andere zijde te houden, terwijl, wanneer al eens een enkele erin slaagde, hij spoedig was achterhaald en teruggebracht. Zaterdagavond had men blijkbaar een middel gevonden om toch ons land binnen te komen. Niet minder dan twintig personen van Poolsche, Tsjechische, Egyptische en zelfs zonder natio naliteit, verschenen dien avond te Putte in een vrachtauto, bestuurd door 'n Belg en passeerden daar de grens. Rijksveldwachter Wagenaar was echter op zijn post en slaagde erin de onge wenschte gasten terug op Belgisch grondgebied te leiden. Daarmee was het „spel" echter nog niet afgeloopen, want eenigen tijd later kwamen zij terug, zonder auto ditmaal. Zij liepen wederom in de val en wel bij den rijksveldwachter van Dun, en diens gemeente-collega Schijvenaars, beiden uit Woensdrécht, welke de „vredes"- betoogers bij 'den zgn. Kabeljauw uitwezen. De vreemdelingen gaven het echter nog niet op en probeerden voor een derde maal. De auto was n.l. bij Santvliet de grens gepasseerd en zou zijn „vrachtje" op den Antwerpschen straat weg weer opladen, althans dit bleek, naar het blad vernam, zoo te zijn afgesproken. Zij hadden echter buiten de befaamde activiteit onzer politie en de ter plaatse op nachtdienst zijnde marechaussee uit Bergen op Zoom gerekend, want hoe handig de vreemdelingen zich ook in alle richtingen hadden verspreid, niet eentje kwam er door en zoo kon de vrachtauto op zijn vracht blijven wachten. Inmiddels hebben onze grensbewakers een spannenden en ver- moeienden nacht gehad, waarvoor hun onge twijfeld een woord van hulde toekomt. Nog vernam het blad, dat Zondagmorgen een drietal Poolsche dames, die per luxe auto klan- destlen de grens te Putte hadden overschreden, op het station te Bergen op Zoom is aangehou den en teruggebracht. Ook zij wilden zonder in het bezit van geldige papieren te zijn, te Amsterdam het anti-oorlogsoongres gaan bij wonen. Verandering in de inrichting van het dienstvak. Bij Kon. besl. is, wegens verandering in de inrichting van het dienstvak, waarbij zij werk zaam zijn, eervol ontslag uit hunne betrekking verleend aan de commissarissen van het loods wezen, de betonning, bebakening en verlich ting, tevens ontvangers der loodsgelden te Amsterdam en te Terneuzen, M. S. Kruisinga en H. "W. Balfoort, den commissaris van het loodswezen, de betonning, bebakening en ver lichting te Hoek van Holland H. Vruggink, en, om dezelfde reden aan den ontvanger der loodsgelden te Vlissingen A. Woudstra; zijn benoemd a. tot commissaris van het loodswezen, de betonning, bebakening en ver lichting, tevens ontvanger der loodsgelden te Amsterdam, de commissaris van het loodswe zen, de betonning, bebakening en Verlichting, tevens ontvanger der loodsgelden te Antwer pen, H. J. Hoogen Stoevenbeld; tot commissaris van het loodswezen, de be tonning, bebakening en verlichting, tevens ontvanger der loodsgelden te Terneuzen, de commissaris van het loodswezen, de betonning, bebakening en verlichting tevens ontvanger der loodsgelden te Harlingen, D. Bakker; tot commissaris van het loodswezen, de be tonning, bebakening en verlichting te Hoek van Holland, de commissaris van het loods wezen, de betonning, bebakening en verlich ting, tevens ontvanger der loodsgelden te Ter schelling, J. Bakker; tot commissaris van het loodswezen, de be tonning, bebakening en verlichting, tevens ontvanger der loodsgelden te Willemsoord, de commissaris van het loodswezen, de betonning, bebakening en verlichting, tevens ontvanger der loodsgelden te Brouwershaven, mede be last met waarneming van gelijke betrekkingen te Zierikzee, P. C. van Diest; tot commissaris van het loodswezen, de be bakening en verlichting, tevens ontvanger der loodsgelden te Terschelling, de adjunct-com mlssaris van het loodswezen, de betonning, be bakening en verlichting te Vlissingen C. Ver meulen. tot commissaris van het loodswezen, de be bakening en verlichting, tevens ontvanger der loodsgelden te Harlingen, de adjunct-commis saris van het loodswezen, de betonning, be bakening en verlichting te Maassluis C. P. van Diest; tot commissaris van het loodswezen, de be bakening en verlichting, tevens ontvanger der loodsgelden te Dordrecht, G. J. Moerel. Het eerste deel op komst. Men verzoekt ons te melden: De belangstelling voor de uitgave der Katho lieke Encyclopaedia Is wel algemeen; zij steunt den redactieraad, die, zooals men weet, in Noord-Nederland samengesteld is, uit zeven hoogleeraren van de Nijmeegsche universiteit, bij de grootsche, cultureele taak, die hij op zich genomen heeft. Deze interesse uit zich evenwel ook menigmaal bij de velen, die reeds hebben ingeteekend, in een zeker ongeduld. Velen zullen daarom met vreugde vernemen, dat het fundament van dit vier-en-twintig deelige werk gelegd is. Het tempo, waarin gewerkt wordt, beant woordt aan den omvang van de uitgave. De trefwoordenlijsten zijn binnen en voor de let ters A en B reeds op het secretariaat ver werkt. Is het totaal aan trefwoorden op 150.000180.000 geschat, het getal voor de let ter A benadert de 15.000. Dit groote aantal artikelen wordt nu door de meer dan 500 redacteuren en medewerkers, die hun krachten aan de samenstelling van dit eerste deel gewijd hebben, reeds bewerkt. De copie stroomt reeds binnen. In bet najaar zal het eerste deel van de Ka tholieke Encyclopaedia het llobt tien. INITIATIEF-VOORSTEL ALBARDA. Memorie van Antwoord aan de ""weede Kamer. Verschenen is de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer betreffende het wets voorstel-Al barda C.S. tot nadere regeling van de vrijwillige opkomst onder de wapenen van dienstplichtigen en reserve-personeel. Allereers-t geven de voorstellers ter tegemoet koming aan den wensch van enkele leden een omschrijving van de wettelijke positie van- den bijzonderen vrijwilligen landstorm en van zijn erhouding tot de overheid. Blijkens het .voorloopig verslag hebben bij het onderzoek in de afdeelingen vele leden van hun ingenomenheid met het instituut van den bijzonderen vrijwilligen landstorm getuigd. De vraag, die met dit wetsvoorstel aan de Kamer is voorgelegd, is niet, hoeveel of hoe weinig waardeering zij voor den bijzonderen vrijwilligen landstorm gevoelt, maar of zij meent, dat de tot die organisatie - beboerende dienstplichtigen voortaan onder de wapens mogen worden geroepen met voorbijgang van artikel 187 der grondwet. De zienswijze dier leden dat de bijzondere vrijwillige landstorm niet voor politieke doeleinden gebruikt kan worden, omdat niemand anders dan de regee- ring over dat Instituut zou kunnen beschikken, deelen de voorstellers overigens niet. Wat betreft de verzekering, dat de bijzon dere vrijwillige landstorm het geheele volk en dus ook de sociaal-democraten zou beschermen tegen revolutionnair geweld, in de bijeenkom sten van den bijzonderen vrijwilligen landstorm klinkt dikwijls een taal, die van felle vijand schap jegens de sociaal-democratie en de sociaal-democraten zwaar is. Dat de mannen die zulke taal met instemming aanhooren en toejuichen, gezind zouden zijn, de sociaal democraten te beschermen tegen revolution- nair geweld van anderen, is ondenkbaar. De dankbaarheid van vele leden, dat het, nu de regeering over vrijwilligers kan beschik ken, onnoodig is bij ordeverstoringen lichtin gen van de geregelde weermacht op te roei pen, gevoelen de voorstellers niet. Zij achten het, Indien de noodzakelijkheid tot het te hulp roepen van gewapende macht zich mocht voordoen, beter, dat dan één of meer lichtin gen worden mobiel gemaakt dan dat de vrij willigerskorpsen ten tooneele verschijnen. Da voorstellers aanvaarden niet de meening van dezelfde leden, dat, indien de bijzondere vrijwillige landstorm niet bestond, de korpsen marechaussee en militaare-palitie zouden moe ten worden versterkt of wederom bij de mili tie' een blijvend gedeelte zou moeten worden Ingesteld. Op 1 April 1931 telde de marechaussee 22 officieren en 1150 onder-officieren en minde ren en bestonden de politietroepen uit 19 offi cieren en 757 onder-officieren en minderen. Dat nu ter vervanging van het blijvend ge deelte, dat slechts 3800 tot 4500 man mocht tellen, bovendien nog een parate maebt van ongeveer 70.000 vrijwilligers noodig zou zijn, is voor de voorstellers niet aannemelijk te maken. De bijzondere vrijwillige landstorm zoo werd opgemerkt 1 kah niet optreden zóólang de regeering geen toestemming verleent 'tot het onder de wapenen komen. Formeel gespro ken is dit waar. De bijzondere vrijwillige landstorm wordt als zoodanig slechts gefor meerd, als hij met regeeringsmachtiging op komt. Maar kunnen groepen -bijzondere vrijwil ligers niet eigenmachtig tot optreden overgaan, als in bewogen dagen politieke opwinding zich van een aantal dier steeds eenzijdig voorge lichte mannen meester maakt Ook is het formeel waar, dat de regeering alleen de macht heefit den bij-z. vrijw, landstorm onder de wapenen te laten komen. Maar de regeering kan tezamen met de leiders dier or ganisatie over den bijzonderen vrijwilligen landstorm naar willekeur beschikken. Met die leiders is inderdaad, zooals in het voorl. verslag wordt verondersteld, gedoeld op de nationale landstorm commissie en haar ver takking en vertegenwoordigers. Het hangt van die oommissie en haar medewerkers af, met welken geest de mannen zijn bezield en waar toe zij bereid zijn. Het is niet te verwachten, dat de bijzondere vrijwilligers allen gehoor zouden geven aan den wensch der regeering, dat zij onder de wapenen zullen ^>mee, indien de nationale landstorm Commissie dien wensch niet van harte deelt en dan niet zou aanspo ren tot algemeene opkomst of zelfs opkomst op de een of andere wijze zou ontraden. De bijzondere vrijwilligers hebben zich im mers bij hun bereidverklaring tegenover de commissie, om voor de handhaving van orde en rust onder de wapenen te komen, niet on voorwaardelijk verbonden. Hun bereidverkla ring is geen verbintenis. Het kan voor een dienstplichtige, op wiens bereidverklaring een beroep wordt gedaan, geenerlei onaangenaam rechtsgevolg hebben, indien hij aan dat beroep geen gehoor geeft. De voorstellers blijven van oordeel, dat de bijzondere vrijwillige landstorm een buiten wettelijke organisatie mag worden genoemd. De voorstellers wenschen de tegenstrijdigheid op te heffen die huns inziens bestaat tusschen de bedoeling aan artikel 187 van de grondwet en de mogelijkheid om met voorbijgang van dat grondwetvoorschrift den bij zonderen vrij willigen landstorm onder de wapenen te doen komen. Volgens het voorloopig verslag zijn een aan tal leden van oordeel, dat de tegenstrijdigheid niet bestaat. Artikel 87 der grondwet, zoo zeg gen zij spreekt slechts over het gedwongen onder de wapenen komen der dienstplichtigen. Het artikel wenscht waarborgen dat op dienst plichtigen geen bijzondere militaire verplich tingen worden gelegd; het geval van vrijwil lige opkomst valt niet daaronder. Deze opvatting is niet juist. De bedoeling van artikel 187 der grondwet bepaalt zich niet tot de zorg dat op dienstplichtigen geen on noodig drukkende lasten worden gelegd. Het moet ook aldus worden verstaan, dat de Staten Generaal hebben te waken tegen onnoo dig gebruik aan machtsmiddelen door de re geering. Ten deze hebben de voorstellers bet gezag van Buys aan hun zijde. Men zal moeten erkennen dat van dat ar tikel 187 der grondwet een zekere preventieve werking kan uitgaan, In zoover dat de regee ring van onnoodiige oproeping van militaire macht kan worden weerhouden. Die macht Is echter geheel buiten werking gesteld zoolang de regeering bulten de Staten Generaal om den bijzonderen vrijwilligen land. storm kan laten opkomen. De regeering kan zelf het tijdstip bepalen waarop zij aan de Staten Generaal de finan- cieele regeling voordraagt. Dit tijdstip kan op grooten afstand van dat van de opkomst onder de wapenen gelegen zijn en in dien tusschen. tijd kunnen de gevolgen van het wapen vertoon Het Aartsbisdom heeft Dr. Schaepman, zoo als we reeds hebben medegedeeld, ver loren. De oud-president van het groot semina rie, de oud-hoogleeraar van het kerkelijk recht, de wijze raadgever van zoovelen is niet meer. Weer treurt de priesterschap, als eens op St. Agnesdag 1903, toen een andere groote van de naam Schaepman aan het seminarie, aan de Kerk en aan Nederland ontviel. Het Metropolitaan Kapittel is in rouw om zijn Proost, vijf jaar na Mgr. y. Schalk, drie jaar na Mgr. v. d. Wetering is ook de laat ste dergenen, die menigeen als een soort drie manschap beschouwde, heengegaan. De Katholieke wetenschap, vooral die van het kerkelijk recht, heeft een van haar scherpzin nigste beoefenaren verloren. Aan het theologisch tijdschrift: De Neder- Mgr. A. G. M. Schaepman -j-. zijn landsche Kathollere Stemmen ontvalt stichter en bekwame hoofdredacteur. Een zwaar verlies lijden de professoren en oud-professoren van Rijsenburg, aan wie bij zijn hartelijke vriendschap bleef schenken en die in hun verder leven als een zonnelicht mededragen de herinnering aan het gelukkig samenwerken in Rijsenburg onder Praeses Schaepman. Zij vooral weten heteen man vol goedheid was Mgr. Schaepman, een blijmoedig, prettig, geestig gezelschapsmensch. een overste van -de strengste zelfbeheersching, een wijs en voorzichtig leider, een licht voor allen, die in zijn huis woonden. To-t in de laatste vezelen van zijn wezen ge voelde hij zich gezagdrager, hij voerde den heerschersstaf, maar hij zwaaide er niet mede. Niet onverwacht kwam dit overlijden, maan den lang duurde het onweerstaanbaar aanslui pen van den doo-d, nooit klonk een hoopgevende toon in de berichten, die de trouwe bezoekers van bet ziekbed medebrachten. Er lag iets tragisch in het geleidelijk neer halen der aardsche woontent van dezen man, dien wij cp.s alleen konden voorstellen als groot en majestueus, wiens sterken geest wij altijd hadden aangevoeld in voorname houding en gebaar, In heel zijn stijlvol optreden, ja, in zijn gestalte reeds. Het viel moeilijk zich te verzoenen met de gedachte, dat Dr. Schaepman zwak. Ja, stumpe rig. begon te worden. In werkelijkheid was hij reeds een paar jaar niet veel meer dan een schaduw van den president uit vroeger dagen; vereering en hooge achting beletten ons echter, dat duidelijk te zien. Ook bij dezen werd weder bewaarheid, dat de levensmaat van den mensch zeventig jaren is; spoedig daarna zette de physieke ver zwakking en de slooping der energie reeds in, langzaam maar nooit onderbroken ging het bergaf. Zijn productiviteit als schrijver verminderde Insgelijks, en in hetgeen hij nog publiceerde zagen wij niet meer Schaepman levensgroot. Vroeger was het: ex ungue leonem, ook in het kleinste stukje van zijn hand speurden wij zijn ongewone scherpzinnigheid, nu moest de onderteekening ons soms zeggen, dat inder daad Schaepman het geschreven had. 16 Juli van het vorig jaar werd te Rijsen burg het gouden 'priesterfeest van den Praeses gevierd. Z.H. Exc. de Aartsbisschop, de Vi caris-Generaal, kanunniken en deputati voor het seminarie, professoren en oud-professoren waaronder Z.H. Exc. Mgr. Smit, vertegenwoor digers van alle cursussent die onder Dr. Schaep man hadden gestudeerd, waren bij deze laatste groote hulde tegenwoordig: het was al harte lijkheid en dankbare vereering, waardoor de jubilaris zich omringd zag. De dag was echter niet zoo blij als de andere praesesfeesten op bet seminarie gevierdhet 25- en 40-jarig priesterfeest en het zilveren ambtsjubileum als presi dent er lag een sluier over de vreug de op dit toch zoo geheel bijzonder jubilé en de feeststemming was gemengd met een gevoel van weemoed. Niet alleen om de zwak heid en betrekkelijke hulpeloosheid van den jubileerenden grijsaard, die de H Mis, welke bij dien morgen als Protonotarius Apostolicu3 pontificaliter opdroeg, slechts met moeite had kunnen voltooien, maar meer, omdat met de viering van dit gouden priesterfeest samenviel het afscheid van het seminarie, het einde van het presidentschap. De afgetreden President nam zijn intrek in het St. Josephgesticht te Rijsenburg. Wie hoop te toen niet dat de rust in dat huis en de zorg der goede zusters hem weer een betrekkelijke vernieuwing van levenskracht zouden geven Helaas! die hoop bleek ijdel, Gods beschik king was anders, de verzwakking ging onver minderd voort. Wel bezocht hij nog een paar malen het officie In de Kathedraal en de ver gaderingen van het Metropolitaan Kapittel, maar ook daarvoor schoten al spoedig zijn krachten tekort, hij werd aan zijn kamer ge kluisterd en aan het ziekbed, Op 2 Februari verzocht hij om de laatste H.H. Sacramenten, welke hij dan ook dien dag met stichtende godsvrucht ontving. Weder verliepen maanden en maanden, de levenslamp bleef gloeien, tot branden kwam het niet meer. Inmiddels had hij, doodziek, zijn toevlucht genomen tot het ziekenhuis, de Majella Stieh. ting, te Bussum, waar hij reeds vroeger een paar malen genezing had gevonden. Op den feestdag van het H. Hart van Jesus, 1 Juü, gaf hij den wensch te kennen opnieuw te worden bediend, hetgeen dan ook dien dag is geschied, In volle overgave wachtte hij de beschikkin gen van Gods Voorzienigheid af en de Heer riep Zijn trouwen dienaar naar Zijn eeuwig Rijk. „Toen hoorde ik een stem uit den hemel, die sprak Zalig de dooden, die in den Heer sterven; van nu af, ja, zegt de Geest, zij zullen uitrusten van hun zwoegen; want hunne werken volgen hen". (Apoc. 14.13.) SteTven is niet een val in de duisternis, het is voor den chrlstenmensch, voor den priester, een heensnellen naar het ware en eeuwige licht. Dr. Schaepman leeft nu in God. 28 jaren stond hij aan het hoofd van het Rijsenburgsche seminarie, drievierde der gees telijkheid van het Aartsbisdom dankt, na Gods genadige uitverkiezing, aan zijn vaderlijke lei- ding de verheffing tot het H. Priesterschap en aan niemand van hen werden de hoogepriester- lijke handen wijdend opgelegd, vóór aan den vader van het seminarie met nadruk was go-, vraagd, weet gij, dat zij het waardig zijn. Nu vouwen die priesters hun gezalfde handen tot een gebed voor de zielerust van hem, dia door zijn woord en priesterlijk voorbeeld hun op den weg naar het Priesterschap een trouwe en altijd zorgzame Raphaël was. Nu gedenken zij in hun H, Misoffers, levens lang, dengene, die in zijn H. Mis onder da eersten Gode aanbeval, zijn veelgeliefde stu denten en oud-studenten, die hij bleef dragen in zijn hart immer, ook als zij reeds lang van het seminarie waren uitgetogen naar hun ars beldsveld In he-t Aartsbisdom, en wier herinne- ring aan heFdlèrbaar Rijsenburg is sameïï- gegroeid met de dankbare nagedachtenis aan hun President Mgr, Dr. Schaepman. Oostelijk van de seminariekapel, vóór het priesterkoor langs welks wanden, zoo toepas selijk de tekst van Sint Paulus staat geschreven;; Nos vero omnes, revelata facie gloriam Domi ni speculantes, in eamdem imaginem transfor- mamur a claritate in clarltatem, tamquam a Domini spiritu (2 Oor. 3.18), daar zullen zij' eerbiedig nederleggen het stoffelijk overschot van den vader, die nu "de glorie des Heeren ia) Ingegaan, voor wien bet bespiegelen nu is ge worden aanschouwen en wiens zielewensch zon dikwijls voor het H. Sacrament herhaald, nu la vervuld: ut Te revelata cernens facie visu sunt beatus Tuae gloriae. Waar de hooge hoornen den gewijden grond overschaduwen, naar het kerkhof van het se minarie, waar naast de presidenten v. d. Burgfi en van Os, naast professoren en studenten nuj ook hun goede president Schaepman de opstan ding ten jongsten dage verwacht, daarheen zul len de priesters jaar in jaar uit, tijdens dei retraite in pieus gedenken hun schreden rich ten en aan hun bede voor zijn zielerust in Gods heiligen vrede zullen zij paren een dankgebed aan den Heer des levens, Die hun opgang naar het priesterschap stelde onder de veilige lei ding van Praeses Mgr. Dr. Schaepman. C. HARTMAN, j en ander gelbroiifc der wapenen zeer ernstig zijn geworden. v Het vermoeden, dat inderdaad in de kringen van den bijzonderen vrijwilligen landstorm de drang naar eigenmachtige actie niet ontbreekt, meenen de voorstellers bevestigd te zien door de verklaring van de voorstanders van dat in stituut, volgens welke hij aanneming van dit wetsvoorstel de kans izou [bestaan dat een aantal leden van den alsdan op te heffen land storm zouden trachten particuliere korpsen te vormen die buiten de regeering om zouden gaan werken. PENSIOENRAAD, Aan het verslag van den Pensioenraad over 1931 wordt ontleend, dat het aantal bij de re gistratuur ingekomen tevens geagendeerde brieven steeg van 79.700 tot 83.400 stuks. 1250 beslissingen van den Raad werden in 1931 door de registratuur geclassificeerd. De raad wijst er op, dat hij mede voor het onderbrengen van zijn ambtenaren en van de voorgenomen mechanisatie van het bedrijf niet over voldoende plaatsruimte in het tegenwoor dige gebouw beschikt. Immers een comptabel bedrijf als dat van den Raad eischt intensief toezicht, wat in een, voor zijn dienst zoo on praktisch gebouw als het bestaande, niet mo gelijk Is. Ook het contact tusschen de afdeelingen on derling wordt door de bestaande buisvesting bemoeilijkt. De voortdurende uitbreiding van het werk zal in de toekomst onvermijdelijk tot lokalt- teitsuitbretding moeten leiden. Het aantal geneeskundige onderzoeken be droeg in 1931 1251, waarvan 1030 tot penslon- neering hebben geleid. Het aantal In 1931 toegekende pensioenen bedroeg 5174 tot een bedrag van ƒ5.977.834. Op 153 aanvragen om pensioen werd afwij zend beschikt. In het jaar 1931 werd in totaal ontvangen ƒ189.402.214,24. De heer van Vroonhoven, die Zondag met zijn motorrijwiel te Eindhoven slipte, is in het ziekenhuis aan de gevolgen overleden, DE WIJZIGING DER KIESWET. De R- K. V. P. maakt bezwaren. Door C. D. Wesseling te 's Gravenhage enj J. Houtsma te Zwolle, resp. voorzitter en se* cretaris der R. K. Volkspartij, is aan de Tweede Kamer een adres gericht, waarin zij namens de R. K. V. P., ernstig bezwaren in brengen tegen art. III van het ontwerp van' wet.tot wijziging van eenige artikelen der kies wet, en op grond van de uiteengezette bezwa ren de Kamer verzoeken genoemd artikel niet aan te nemen, of zoodanig te wijzigen, daH meer doeltreffende uren voor bet stellen deij handteekenlngen op de candidatenlijsten wor den aangewezen en dat de regeling van het geldend art. 35, 3e lid in dier voege, dat de handteekenlngen niet uitsluitend in de ge meente, waar het hoofdstembureau zetelt, be hoeven. gesteld te worden, van kracht blijft, Te Amsterdam zal van 10 12 September een Internationale meeting gehouden worden van de A. M. I. C. (Apostolatus Marls Internationale Concilium), het internationaal bestuur van het Apostolaat ter Zee, vertegenwoordigende de 190 zeehavens, waar het R. K. Zeeliedenwerk mo menteel is gevestigd. Afgevaardigden van Engeland, Canada, Ver- eenigde Staten van Amerika, België, Frankrijk, Duitschland, Italië en Spanje, hebben bereids hun komst aangekondigd. Het vorig jaar, te Londen, stond de inter nationale Meeting onder leiding van Kardinaal Bourne, dezen keer. zal de leiding berusten bij Admiraal Sir E. Charlton, K. C. B. K. C. M. G;, voorzitter van het internationaal bestuur. TANDHEELKUNDIGE EXAMENS. De Minister van Onderwijs. Kunsten en Weten schappen brengt ter algemeene kennis, dat op 26 September e.k. en volgende dagen te Utrecht gelegenheid zal worden gegeven tot het afleggen van de practische en theoretische tandheelkun dige examens, bedoeld ln de artikelen 8 en 9 dec wet van 25 December 1878 (Staatsblad no. 222), laatstelijk gewijzigd bij de wet van 24 NovembeB 1922 (Staatsblad no, 613), - n

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 6