ZIJN EMINENTIE WILLEM KARDINAAL VAN ROSSUM OP ZIJN DOODSBED.
Kard. v. ROSSUM t
KONINGINNEDAG.
WOENSDAG 31 AUGUSTUS 1932
DE STAKING IN DE
SCHEEPVAART.
DOODENWAKE IN DE CHAPELLE
ARDENTE.
IN DE CHAPELLE ARDENTE.
DE INDRUK OP MGR. DR.
J. H. G. LEMMENS.
BESPREKING MET DEN RIJKS-
BEMIDDELAAR.
Op weg naar een nieuwe
arbeidsovereenkomst
Foto en cliché ons welwillend verstrekt door de Limburger Koerier te Maastricht,
Er zijn sterken, in wier leven tot in hoo-
gen ouderdom de geestdrift der jeugd bezie
ling went. Hun sterven is als een slag, die
dreunt in onze ooren. Zij vallen niet, moe
en vaal, als een verschrompeld blad, dat
zich niet meer vastklemmen kan aan den
levenden boom. Zij worden geveld als de
eik, de kruin nog vol groen loof, door de
bijlslagen van den houthakker; zij vallen
machtig en vol majesteit. Een dier sterken
is van ons heengegaan, wier leven tot het
einde toe is als het gouden lioht eener lamp;
het licht wordt dieper van gloed en helder
der van glans, naarmate de olie mindert,
totdat plotseling het licht voor onze oogen
kwijnt en verdwijnt. Zoo rustig en stil, als
of 't werd weggenomen door een groote
Hand, om elders voort te branden....
Voor ons is nu de aardsche schijn van dit
groote licht gedoofd. Sinds 1911 vlamde zijn
roode gloed te Rome en drie maal na de
verheffing tot het Kardinalaat, tijdens het
groote congres te Amsterdam en bij het gou
den priesterfeest schitterde het verblin
dend over het lage land, waaraan hij zich
gebonden voelde met al zijn vezelen en dat
hem niet alleen bewonderde, maar liefhad.
Aan maar weinigen in dit land, dat door
een anti-katholieke traditie beheerscht werd
de allerlaatste eeuwen, ontging de beteeke-
nis van dezen man, die zulk een ontzagwek
kende positie innam in het wereldbestuur
der Katholieke Kerk,
Niemand is ontgaan, hoe spoedig na Kar
dinaal van Rossum's "verheffing, aan het
„missie-land" Nederland een eind werd ge
maakt, of liever: de Kerkprovincie, die nog
kort geleden als „pars infidelium" te boek
stond in Rome's annalen, werd ingeschakeld
in het reusachtige werk der geloofsuitbrei-
ding, waarover eenige jaren later de zorg
aan Kardinaal van Rossum werd opgedra
gen door Paus Benedictus XV z.g.
Wij weten, hoe sindsdien de Missie-actie
met een vaart voortgang vond in Nederland
en wij ontwaarden, hoe tientallen Nederlan
ders tot de bisschoppelijke waardigheid wer
den verheven om als delegaat of bisschop de
Kerk te dienen in Afrika en Skandinavie, in
Finland en op den Balkan, in Perzië en Mon
golië, in China en de Indiën, die van Londen
en den Haag uit worden geregeerd.
Hij had ons volk lief: de Nederlander, die
in Rome kwam, voelde zich thuis bij den
Kardinaal en geen goed werk door een Ne
derlander ondernomen, dat niet mocht reke
nen op zijn aanmoediging, zijn lof en zijn
zegen.
Wie zal de brieven vol vaderlijke liefde en
toewijding tellen, welke hij richtte aan zoo
velen, die hem belangstelling vroegen voor
een boek, een brochure, een tijdschrift, een
tentoonstelling, een vereeniging? Hem was
niets gering; hij werd niet moe te bemoedi
gen en te zegenen. En men wist, hoe hij
rechtvaardig was en met macht en gezag
kon optreden, wanneer de omstandigheden
dat vorderden. Dan was hij eerst recht de
Nederlander, die, eenmaal na rijp beraad
een besluit genomen hebbend, zijn weg ging
en onverstoorbaar recht deed. Wie meende,
dat deze man met zijn zachte stem en vrien
delijken oogopslag niet doortastend kon op
treden en met ijzeren drang voortgaan, die
heeft zich wel vergist in de ascetische onbe
wogenheid, welke dezen hoogepriester eigen
was geworden.
Willem Kardinaal van Rossum was als de
weelde van Katholiek Nederland: hij was 't
symbool van de wederopstanding van het
Nederlandsche Katholicisme. In hem scheen
zich als het ware al onze kracht te concen-
treeren: hij was de incarnatie van het va-
derlandsche geloof. In hem vonden wij ons
zelf terug. De beste karaktertrekken van ons
volk leefden in den Kardinaal en zij waren
door hem gesublimeerd in een leven van
hooge spiritualiteit en in een omgeving,
waar al deze gaven op een bijzondere wijze
tot haar recht kwamen.
Hij had den moed, den ondernemingszin,
de tact, de voorzichtigheid, de volharding en
het uithoudingsvermogen, dat den Nederlan
der kenmerken en dat hem zoo geschikt
maakt in internationale millieus. Hij vestigde
ongewild de aandacht op zich, door zijn
zeer bijzonderen arbeid als religieus te Rome
en hij was zelf 't meest verwonderd, toen
Pius X hem, Nederlandsche Redemptorist,
in het heilig College der Kardinalen opnam
Wat hij als lid van tal van congregaties
heeft gedaan en als protector van zoovele
kloosterfamilies, is bijna niet aan de open
baarheid prijs gegeven. Maar wanneer wij
het enorme werk zien van den prefect der
Congregatie tot Voortplanting des Geloofs.
dan treft de moed, waarmee hij organiseer
de, reorganiseerde, centraliseerde; waar
mee hij prefectuur na prefectuur, vicariaat
na vicariaat, missie na missie stichtte. De
globe schijnt niet stilgestaan te hebben voor
zijn blik: voortdurend trok zijn hand nieu
we lijnen, zocht zijn oog nieuwe leiders en
peinsde zijn geest over de groote problemen,
die inhaerent zijn aan het moderne Mis
siewerk: de vraagstukken van nationaliteit,
centralisatie, acclimatisatie. En wij denken
aan de kwestie van den inheemschen olerus,
aan de bekende encycliek „Maximum illud",
die Benedictus XV nog teekende
Hij was legaat geweest, toen de Habsburg-
sche monarchie nog al haar glorie uitscheen
over het Eucharistisch Congres te Weenen
Toen kwam hij weer tot ons als
Legaat. De bonte Julidag was vol vlag
gen en wimpels, en om het schip van den
Kardinaal dobberden de botters uit Volen-
dam. Zoo werd deze sterke en trouwe Neder
lander begroet door het beste van ons volk
en ons ras: karig van woorden, trouw als
goud, God in de blinkende oogen, God in
het stille hart. Vader knielde met moeder
neer op het dek van den wiegelenden bot
ter, de knechtjes en de meisjes er naast,
en ze sloegen een kruis, starend naar die
ranke en hooge gestalte, die met trillende,
maar onbezweken stem telkens weer zegen
de, zegende
In die dagen heeft Nederland zijn
Kardinaal 't meest yan nabij gezien.
Door alle grootschheid van het Eucharis
tisch Congres, die op hem afstraalde en van
hem uitstraalde, bleef hij echter, wat hij
ook bij uitstek wilde zijn: een priester, een
vaderlijke vriend van zijn volk. Onder den
mantel van kardinaalsrood meenden wij
steeds den versleten toog van den Redemp
torist te zien; zijne vermaningen hadden den
sterken en teederen toon der missiepredi
kers; en de zachte, doorzichtige, doorglans
de oogen peilden de zielen als een biecht
vader, die de ellende der zondaren in zijn
wijd hart bedelven wil onder de stroomen
der Goddelijke liefde.
Dit was het geheim der jeugd van kar
dinaal Van Rossum. Hij was niet ouder
geworden, sedert hij de zalving des pries
terschaps ontving. Pater Van Rossum, die
predikte en biecht hoorde, was niet veran
derd in kardinaal Van Rossum, prefect der
Propaganda en legaat van Zijne Heiligheid
den Paus. Rhythme en stijl van dit groote
leven werden altoos beheerscht door dien
onmeetlijken dorst naar de zielen, die voor
Gods eer moesten worden gezocht en op
gejaagd. Want als voor den Meester was
ook voor den dienaar het liefste lam, dat
wat in de doornstruiken was verward
Hij scheen niet te verzwakken: met ver
wondering las men, hoe de bijna tachtig
jarige weer naar het Noorden trok dat
hooge Noorden had zijn hart en van Ko
penhagen via Amsterdam en een reeks an
dere steden, te Vught een nieuwen Neder-
landschen Missie-bisschop zou consacreeren.
Daar hebben wij Z.Em. het laatst gezien
en even de hand mogen drukken, maar daar
sloop ook een angstig voorgevoel in ons, toen
wij even gelaat en oogen zagen van hem, die
zichzelf „meer stervend dan levend" noemde.
Wij hadden waargenomen, hoe de kardi
naal met de uiterste krachtsinspanning de
consecratie van Monseigneur Joosten had be
ëindigd en hoe alleen zijn ijzeren onverzette
lijkheid het lichaam dwong te blijven staan
Z.Em. weigerde uitdrukkelijk te gaan zit
ten toen God werd dank gebracht in het
Te Deum na de wijding.
Hoe teekenend voor zijn aard en afkomst,
voor zijn natuurlijk en bovennatuurlijk leven,
is toch dit sterven! Ver van Rome, ver van
de Vaticaansche Stad, wier burger hij was.
is kardinaal van Rossum op Nederlandschen
grond overleden. Zooals Aartsbisschop van
de Wetering al wijdend ongesteld werd om
vlak daarop te sterven, zooals Mgr. Nolens
doodziek terugkwam van Genève, om hier
spoedig te overlijden, zoo is kardinaal van
Rossum's laatste daad geweest om, met in
spanning van al zijn krachten, de volheid
van zijn priesterschap mee te deelen aan een
landgenoot, die bestemd is den Missie-arbeid
voort te zetten in China. „Heer, laat nu Uw
dienaar gaan in vrede", mocht de groote
grijsaard zeggen, die werkte zoolang het
dag was.
Maar wij weten en dit is ook de troost
welke uitgaat naar de familie van den kar
dinaal dat dit sterven geen verliezen is
Wij danken God, die ons bijna tachtig jaar
dit schopne leven liet genieten,
Mgr. Jansen celebreert de H. Mis
van Requiem.
Maastricht, 30 Augustus 1932.
Heden, Dinsdagmiddag, zijn we nogmaals
naar Calvariënberg gegaan om te bidden bij de
doodsbaar van Kardinaal van Rossum, wiens
stoffelijk overschot inmiddels is overgebracht
naar de gereed gekomen rouwkapel. Zes zus
ters Franciscanessen van O. L. Vrouw, Soeurs
Franeiseaines de Marie, houden hier om beur-
ten de doodenwake bij den dierbaren afgestor
vene.
De overledene was nog gehuld in het een
voudige witte gewaad, waarin wij hem des
ochtends in de sterfkamer hadden aangetroffen
en de blanke rozen sierden nog steeds de baar,
door flikkerend kaarslicht bestraald, met het
ebbenhouten crucifix aan het hoofdeinde en het
gewijde palmtakje met wijwater aan de voeten
van den overledene.
En terwijl wij wachtten op nadere berichten
omtrent de plechtige overbrenging van het
stoffelijk overschot naar de Sint Servaas, kwa
men en gingen voortdurend tal van bezoekers
van alle rangen en standen die beurtelings
neerknielden voor een kort gebed en hun na
men schreven in het rouwregister.
De overbrenging van het
stoffelijk overschot.
Omtrent de plechtigheden van bedien,
Woensdag, vernamen wij het volgende:
Des middags om kwart voor zes zal het stof
felijk overschot in vol kardinaalsornaat wor
den gekleed en in een open kist door de Broe
ders van O. L. Vrouw Onbevlekte Ontvangenis
worden overgedragen naar de Zuider portiek
van de St. Servaaskerk waar het ter bezichti
ging en vereering der geloovigen zal worden
uitgesteld.
Tal van hoogwaardiigheidsbekleeders worden
verwacht en de geestelijkheid van Maastricht
zal in kasuifel of superpli met het kruis voorop
den grooten doode, psalmen zingend, vergezel
len, onder klokgelui van alle kerken en kapel
len der stad.
Kardinaal van Roey zal waarschijnlijk van
Mecheleu overkomen om zijn overleden ambt
genoot eer te bewijzen.
Reeds heden wapperden de vlaggen halfstok
aan den gevel van Calvariënberg, morgen re
kent men terecht op een algemeen rouwbetoon
van de geheele burgerij.
Een onzer redacteuren seint ons nog:
Door de wat nauwe en donkere straten, die
om Calvariënberg liêgen, bereikten wij giste
renavond het ziekenhuis, waar het stoffelijk
overschot van Kardinaal van Rossum is opge
baard.
In de lange, rechte gangen van het kranken-
huis zijn de lichten reeds gedempt. Wit staan
enkele brancards aan weerszijden en in het
halfduister gaat, onhoorbaar bijna, een stille
gestalte van een ziekenzuster, overhuifd door
de groote witte kap.
In de hall, vlak onder de chapelle ardente
staan enkele palmen en wat eenvoudige bloe
men, terwijl van de omgangen een paar tapij
ten neerhangen.
Dan staan wfl Ja etn/fyt
waar het stoffelijk overschot van Kardinaal
van Rossum ligt opgebaard.
Dadelijk bij het binnenkomen treft ons de
stille, witte figuur van den Kardinaal. Het
gelaat is zoo rustig, zoo wit in de sombere
omgeving van de kapel. Br staan wat kleine
palmen, er flakkeren wat kaarsen en over de
doodensponde liggen bijna achteloos wat witte
lozen gespreid.
Om het doodsbed knielen vier zwarte gestal
ten van Zusters meer. Het is zoo intens stil, dat
de spelende vlammen der kaarsen wel rhyth.
me schijnen te geven aan de geluidloosheid om
dit doodembed.
Tegen het zwart der rouwgordijnen spelen
onrustige schaduwen haar vreemd spel van
licht en donker en vormen grillige beelden in
den schijn van de zwart omfloerste lamp.
Dan is er even het zwakke geluid van een
rozenkrans en buiten in de steenen gang gaan
de zachte stappen voorbij van een ziekenzuster.
Dit herinnert weer aan het leven dat buiten
door is gegaan, dat altijd doorgaat bij sterven
en geboorte, bij komen en gaan.
Hier aan het doodsbed van den Prefect van
de Congregatie der Propaganda Fide, die zijn
volle, groot© en werkende liefde gaf als men-
schelijke medewerking in het gebed, dat God
zelf den menschen geschonken heeft, ,,Ajdvendat
regnum tuum", voelt men dien wonderen band
tussehen alle leden van Gods Kerk.
Hier in de rust van de doodenkapel, waar de
ballast van het dageiijksohe leven 'n moment
schijnt weg te vallen, voelt de gewone, tobben
de sterveling ineens, dat de boordevolle pries
terlijke ijver van dezen mensch ons geholpen
heeft en helpen zal in de moeizame dingen van
alledag.
Deze wondere band van onderlinge liefde
werkt wederzijds en in deze overtuiging bidt
dan thans de levende mensch voor den doode;
bidt de levende, dóe het brood zijner allerdaags
heid voelt verkruimen tussehen zijn vingers,
voor den mensch die is heengegaan, maar die
in zijn leven het heilig brood van zijn priester
lijke bediening zoo hoog ophief voor de men.
schen.
Zoo bidt de levende: „Heer, geef Hem de
eeuwige rust".
Onderhoud met secretaris
drs. J, L. Moonen.
Giterenmiddag hadden wij in 't Bisschoppe
lijk Paleis te Roermond met den ZeerEerw.
Heer drs. J, L. Moonen, secretaris van Z.H.
Exc. Mgr. J. H. G. Hemmens, Bisschop van
Roermond, een onderhoud over de wijze waar
op Mgr. Lemmens kennis had gekregen van het
overlijden van Kardinaal van Rossum.
Gisterenmorgen circa zeven uur zou Mgr.
Lemmens zich per auto naar Tongerle begeven,
maar daar hij vernomen had dait Kardinaal
van Rossum in het ziekenhuis Calvariënberg
was opgenomen, besloot Mgr. dadelijk een om-
weg te maken over Maastricht om den hoogen
lijder aan het ziekbed te bezoeken. Er was toen
nog geen bericht binnengekomen dat de Kair-
dinaal reeds was overleden.
Overigens was het bericht, dat Kardinaal
Van Rossum in het ziekenhuis was opgenomen,
voor Mgr. geen verrassende mededeeling. Reeds
bij de plechtige wijding van Mgr. Joosten in
Vugbt, welke plechtigheid door den Kardinaal
was verricht, had men kunnen oonstateeren,
dat de gezondheidstoestand van Z. Eminentie
reden tot bezorgdheid ggt. Nauwelijks was de
plechtigheid dan ook algeloopan, of Kardinaal
van Rossum maakte eenige zeer slechte oogen-
blikken door. Uitermate vermoeid door de
langdurige plechtigheden verloor de grijze
Kardinaal zelfs een oogenblik het bewustzijn.
De aanwezigen, die getuigen waren van dit
droeve voorval, verleenden dadelijk alle moge
lijke hulp zoodat Zijne Eminentie later wel
weer in staat bleek de reis naar het klooster te
Wittem per auto te ondernemen. Deze reis
maakte den toestand inmiddels niet beter en
toen men in Wittem arriveerde, was de Kar
dinaal zelfs zoo verzwakt, dat Hij slechte met
hulp van anderen den auto kon velaten.
Deze dingen hadden gemaakt dat Mgr. Lem
mens niet verrast was toen hij kennis nam van
het bericht dat de Kardinaal in het ziekenhuis
te Maastricht moest worden opgenomen.
Een uur nadat de bisschop was afgereisd,
kwam aan het paleis in Roermond het telegram
binnen dat den dood van onzen Nederlandschen
Kardinaal meldde.
Toen wij dit onderhoud met den ZeerEerw.
heer Moonen hadden, was Mgr. Lemmens nog
niet teruggekeerd, zoodat wij later op den
avond een telefonisch onderhoud met den se
cretaris hadden, waarbij deze ons mededeelde,
hoe Monseigneur van de droeve tijding kennis
had genomen.
Toen de bisschop aan het ziekenhuis Calva
riënberg arriveerde, waar men op zijn komst
niet was voorbereid, trof hij den HoogEerw.
Pater Wouters, Provinciaal der Redemptoris
ten, en den secretaris van den Kardinaal dr.
Lijdsman, die den bisschop met het droeve ge
beuren in kennis stelden.
Dadelijk begaf Mgr. zich naar de kleine ka
mer waar het stoffelijk overschot van Kardi
naal van Rossum voorloopig was opgebaard.
Wat Mgr. Lemmens daar bovenmate trof, was
de eenvoud, dien hij zag. „Wanneer Kardinaal
van Rossum in Italië, was gestorven, aldus
Mgr., dan zou hij dadelijk met alle pracht en
praal zijn omgeven. Hier lag het lichaam van
den grooten en beminden Kerkvorst zoo kalm
en eenvoudig als iemand, die juist even is in
geslapen".
De Aartsbisschop draagt de
II. Mis van Requiem op.
Naar wij vernemen, zal de plechtige uitvaart
dienst in de St. Servatiuskerk te Maastricht
worden opgedragen door Z.H. Exc. MgT. J. H.
G. Jansen, Aartsbisschop van Utrecht.
Mgr. J. H. G. Lemmens zal hedenavond bij
het overbrengen van het stoffelijk overschot
naar de St. Servatiuskerk aanwezig zijn, ter
wijl hij naar alle waarschijnlijkheid de plech
tigheden bij de teraardebestelling te Wittem zal
verrichten.
Naar wij vernemen, zal Z.Em. Kardinaal van
Roey, van Mechelen, den plechtige Uitvaart
dienst, welke zal worden opgedragen door den
Aartsbisschop, komen bijwonen.
De lijkrede *zal worden gehouden door Prof.
Dr. Féron van het groot-seminarie te Roer
mond.
De begrafenisplechtigheid, welke Zaterdag
middag om 4 uur te Wittem zal plaats hebben-
zal geleid worden door Z. H. Exc. Mgr. J. H.
G. Lemmens, Bisschop van Roermond.
Van de universiteitegebouwen en de studen
tensociëteit te Nijmegen hingen gisteren de
vlaggen halfstok als teeken van rouw over den
dood van den Beschermheer der universiteit
Z.Em. Kardinaal van Rossum.
In verband met het overlijden van den Kardi
naal W. van Rossum hing ook de pauselijke
vlag van de Internuntiaituur aan het Bezui-
denhout te Den Haag gisteren halfstok.
Gisteren had in het departement van Econo.
mische zaken en Arbeid te 's Gravenhage van
4 uur tot 7.20 uur de aangekondigde bespre,
king plaats van den Rijksbemiddelaar mr. S.
de Vries Ozn. ten eerste met den Bond van
Werkgevers in de Koopvaardij en daarna met
de contactcommissie, gevormd uit den Cen-
tralen 'Bond van Transportarbeiders en de
Centrale van officieren ter koopvaardij.
Op het voorstel van den rijksbemiddelaair,
dat partijen weder met elkander aan de con.
ferentietafel zouden plaats nemen, teneinde
te komen tot een nieuwe arbeidsovereenkomst
stelde de contactcommissie daarvoor de vol
gende zes voorwaarden:
le. erkenning van de contactcommissie ais
zoodanig;
2e verlenging van den status quo met twee
maanden;
3e ten aanzien van de Ujnvaajrt handhaving
van de loonen der afgeloopen coll. arbeids
overeenkomst;
4e ten aanzien van de vrachtvaart verklaar,
de de contactcommissie zich bereid, te onder,
handelen over loonsverlaging in overleg met
de Regeering;
5e de belofte der reederijen, bij eventueels
mislukking der onderhandelingen verder col
lectief (gesloten) op te treden;
6e ongedaan maken van de maatregelen be.
treffende het s.s, Noor dhol land" van de
Scheepvaart- en Steenkolen verben igi ng.
Vervolgens had nog een korte bespreking
plaats met de besturen van de Chr. en R. K.
Transportarbeidersbonden.
Aangezien de contactcommissie niet bereid
was, met genoemde bonden gezamenlijk te ver.
gaderen, zal de rijksbemiddelaar desgewenscht
deze organisaties nog afzonderlijk hooren ea
haar eventueel met het bestuur van den Bond
van Werkgevers in contact brengen.
Totruuto© waren afzonderlijke ooi loc tie ve
contracten gesloten tussehen den Bond vaa
Werkgevers en de Koopvaardij eener- en de
Centrale van Officieren ter koopvaardij, en de
R. K. en Chr. Transportarbeidersbonden ieder;
afzonderlijk anderzijds.
Voorstel van den rijks
bemiddelaar
In e|en gemeenschappeüijke samenkomst,
welke daarna werd gehouden met de contact
commissie en het bestuur van den Bond vaa
Werkgevers, resumeerde de rijksbemiddelaar
dat de eerste beide voorwaarden door de con.
tactoommissie gesteld van primordiaal belang
waren ten einde tot gemeenschappelijk overleg
te komen, en dat de vier andere punten onder,
werp van dat gemeenschappelijk overleg zou
kunnen zijn.
Hij stelde tenslotte vooir, dat heide partijen
in haar organisaties zouden verdedigen: hand-
having van den status quo gedurende de maand
September, dat het bestuur van den Bond vaa
Werkgevers zich bereid zou verklaren, de con.
taotcommissie als zoodanig te erkennen ea
dat de laatste vier voorwaarden zouden worden
verwezen naar de onderhandelingen tussehen
partijen.
Beide partijen zullen dit voorstel In hua
organisaties teir tafel brengen en zoo spoedig
mogelijk van hun beslissing bericht aan den
rijksbemiddelaar doen toekomen.
Het bestuur van den bond van werkgevers
maakte zich reeds sterk, dat de Bond vaa,
werkgevers deze yooïrstellen zou aannemen.
Er zijn optimisten, die probeer en ons te
doen gelooven, wat wij allen zoo vurig wen-
schen en die in een vleugje opleving reeds
de schemering begroeten van een nieuwe
welvaarts-periode. Wij behoeven elkander
den moed niet te ontnemen en kunnen open
oog houden voor den psychologischen kant
der wereldcrisis zonder aan profetieën ais
deze overdreven waarde te hechten. Wan
neer de hopeloosheid van menschelijk inzicht
en ondernemen ooit klaar aan den dag is
getreden, dan zeker in dit tijdsgewricht, dat
tegelijk de macht en de onmacht van Gods
redelijk schepsel demonstreert.
Er worden aan allen kant lessen in nede
righeid uitgedeeld. Mogen zij ook begrepen
worden en moge het tot alle gezaghebbers
dezer tobbende wereld eindelijk doordringen,
dat het lot der volken berust in Gods mach
tige hand, waaronder allen zooveel zij
zijn en zoo groot zij van zichzelf denken
zich hebben te vernederen.
Het is ook alleen door Hem, dat de ko
ningen en rijksbestuurders regeeren. Wij
overdenken het zonder zorg of angst in het
harte, nu wij op den troon der Nederlanden
weten eene Vrouw, in Wie de belijdenis de
zer waarheid vleesch en bloed werd en die
daarom niet schroomt de vervulling van
Haar hoogen ambtsplicht te schragen door
een Christelijken levenswandel, zich prac-
tisch openbarend door medeleven en mede
lijden in den nood der tijden, welke ook Haar
onderdanen niet ongemoeid liet.
Voor min of meer pompeus feestvertoon
leemen zich onze dagen niet. Maar ons past
heden een dankbaar gedenken, bij de
ontplooiing van ons vaderlandsch rood-wit-
en-blauw, gepaard aan de aloude bede, welke
zegen en wijsheid afroept over Haar, die bij
Gods genade de draagster is van het wereld
lijk gezag in deze lage landen.
Domine, salvam fac Reginam nostraml
Deelneming van Z. H. den Paus.
Men seint ons uit Rome:
Het bericht van het overlijden van Z. Em.
W. Kardinaal van Rossum werd door de Con
gregatie de Propaganda Fide waarvan da
overleden Kardinaal Prefect was, aan Z. H.
den Paus medegedeeld.
De Paus, zeer onder den indruk, heeft den
Generaal der Redemptoristen zijn deelneming
■betuigd met het groote verlies.
In tegenwoordigheid van den Generaal wer.
den de vertrekken van den Kardinaal in het
Paleis der Propaganda verzegeld.