ZIJN EMINENTIE WILLEM KARDINAAL VAN ROSSUM OP ZIJN DOODSBED. Kard. v. ROSSUM t KONINGINNEDAG. WOENSDAG 31 AUGUSTUS 1932 DE STAKING IN DE SCHEEPVAART. DOODENWAKE IN DE CHAPELLE ARDENTE. IN DE CHAPELLE ARDENTE. DE INDRUK OP MGR. DR. J. H. G. LEMMENS. BESPREKING MET DEN RIJKS- BEMIDDELAAR. Op weg naar een nieuwe arbeidsovereenkomst Foto en cliché ons welwillend verstrekt door de Limburger Koerier te Maastricht, Er zijn sterken, in wier leven tot in hoo- gen ouderdom de geestdrift der jeugd bezie ling went. Hun sterven is als een slag, die dreunt in onze ooren. Zij vallen niet, moe en vaal, als een verschrompeld blad, dat zich niet meer vastklemmen kan aan den levenden boom. Zij worden geveld als de eik, de kruin nog vol groen loof, door de bijlslagen van den houthakker; zij vallen machtig en vol majesteit. Een dier sterken is van ons heengegaan, wier leven tot het einde toe is als het gouden lioht eener lamp; het licht wordt dieper van gloed en helder der van glans, naarmate de olie mindert, totdat plotseling het licht voor onze oogen kwijnt en verdwijnt. Zoo rustig en stil, als of 't werd weggenomen door een groote Hand, om elders voort te branden.... Voor ons is nu de aardsche schijn van dit groote licht gedoofd. Sinds 1911 vlamde zijn roode gloed te Rome en drie maal na de verheffing tot het Kardinalaat, tijdens het groote congres te Amsterdam en bij het gou den priesterfeest schitterde het verblin dend over het lage land, waaraan hij zich gebonden voelde met al zijn vezelen en dat hem niet alleen bewonderde, maar liefhad. Aan maar weinigen in dit land, dat door een anti-katholieke traditie beheerscht werd de allerlaatste eeuwen, ontging de beteeke- nis van dezen man, die zulk een ontzagwek kende positie innam in het wereldbestuur der Katholieke Kerk, Niemand is ontgaan, hoe spoedig na Kar dinaal van Rossum's "verheffing, aan het „missie-land" Nederland een eind werd ge maakt, of liever: de Kerkprovincie, die nog kort geleden als „pars infidelium" te boek stond in Rome's annalen, werd ingeschakeld in het reusachtige werk der geloofsuitbrei- ding, waarover eenige jaren later de zorg aan Kardinaal van Rossum werd opgedra gen door Paus Benedictus XV z.g. Wij weten, hoe sindsdien de Missie-actie met een vaart voortgang vond in Nederland en wij ontwaarden, hoe tientallen Nederlan ders tot de bisschoppelijke waardigheid wer den verheven om als delegaat of bisschop de Kerk te dienen in Afrika en Skandinavie, in Finland en op den Balkan, in Perzië en Mon golië, in China en de Indiën, die van Londen en den Haag uit worden geregeerd. Hij had ons volk lief: de Nederlander, die in Rome kwam, voelde zich thuis bij den Kardinaal en geen goed werk door een Ne derlander ondernomen, dat niet mocht reke nen op zijn aanmoediging, zijn lof en zijn zegen. Wie zal de brieven vol vaderlijke liefde en toewijding tellen, welke hij richtte aan zoo velen, die hem belangstelling vroegen voor een boek, een brochure, een tijdschrift, een tentoonstelling, een vereeniging? Hem was niets gering; hij werd niet moe te bemoedi gen en te zegenen. En men wist, hoe hij rechtvaardig was en met macht en gezag kon optreden, wanneer de omstandigheden dat vorderden. Dan was hij eerst recht de Nederlander, die, eenmaal na rijp beraad een besluit genomen hebbend, zijn weg ging en onverstoorbaar recht deed. Wie meende, dat deze man met zijn zachte stem en vrien delijken oogopslag niet doortastend kon op treden en met ijzeren drang voortgaan, die heeft zich wel vergist in de ascetische onbe wogenheid, welke dezen hoogepriester eigen was geworden. Willem Kardinaal van Rossum was als de weelde van Katholiek Nederland: hij was 't symbool van de wederopstanding van het Nederlandsche Katholicisme. In hem scheen zich als het ware al onze kracht te concen- treeren: hij was de incarnatie van het va- derlandsche geloof. In hem vonden wij ons zelf terug. De beste karaktertrekken van ons volk leefden in den Kardinaal en zij waren door hem gesublimeerd in een leven van hooge spiritualiteit en in een omgeving, waar al deze gaven op een bijzondere wijze tot haar recht kwamen. Hij had den moed, den ondernemingszin, de tact, de voorzichtigheid, de volharding en het uithoudingsvermogen, dat den Nederlan der kenmerken en dat hem zoo geschikt maakt in internationale millieus. Hij vestigde ongewild de aandacht op zich, door zijn zeer bijzonderen arbeid als religieus te Rome en hij was zelf 't meest verwonderd, toen Pius X hem, Nederlandsche Redemptorist, in het heilig College der Kardinalen opnam Wat hij als lid van tal van congregaties heeft gedaan en als protector van zoovele kloosterfamilies, is bijna niet aan de open baarheid prijs gegeven. Maar wanneer wij het enorme werk zien van den prefect der Congregatie tot Voortplanting des Geloofs. dan treft de moed, waarmee hij organiseer de, reorganiseerde, centraliseerde; waar mee hij prefectuur na prefectuur, vicariaat na vicariaat, missie na missie stichtte. De globe schijnt niet stilgestaan te hebben voor zijn blik: voortdurend trok zijn hand nieu we lijnen, zocht zijn oog nieuwe leiders en peinsde zijn geest over de groote problemen, die inhaerent zijn aan het moderne Mis siewerk: de vraagstukken van nationaliteit, centralisatie, acclimatisatie. En wij denken aan de kwestie van den inheemschen olerus, aan de bekende encycliek „Maximum illud", die Benedictus XV nog teekende Hij was legaat geweest, toen de Habsburg- sche monarchie nog al haar glorie uitscheen over het Eucharistisch Congres te Weenen Toen kwam hij weer tot ons als Legaat. De bonte Julidag was vol vlag gen en wimpels, en om het schip van den Kardinaal dobberden de botters uit Volen- dam. Zoo werd deze sterke en trouwe Neder lander begroet door het beste van ons volk en ons ras: karig van woorden, trouw als goud, God in de blinkende oogen, God in het stille hart. Vader knielde met moeder neer op het dek van den wiegelenden bot ter, de knechtjes en de meisjes er naast, en ze sloegen een kruis, starend naar die ranke en hooge gestalte, die met trillende, maar onbezweken stem telkens weer zegen de, zegende In die dagen heeft Nederland zijn Kardinaal 't meest yan nabij gezien. Door alle grootschheid van het Eucharis tisch Congres, die op hem afstraalde en van hem uitstraalde, bleef hij echter, wat hij ook bij uitstek wilde zijn: een priester, een vaderlijke vriend van zijn volk. Onder den mantel van kardinaalsrood meenden wij steeds den versleten toog van den Redemp torist te zien; zijne vermaningen hadden den sterken en teederen toon der missiepredi kers; en de zachte, doorzichtige, doorglans de oogen peilden de zielen als een biecht vader, die de ellende der zondaren in zijn wijd hart bedelven wil onder de stroomen der Goddelijke liefde. Dit was het geheim der jeugd van kar dinaal Van Rossum. Hij was niet ouder geworden, sedert hij de zalving des pries terschaps ontving. Pater Van Rossum, die predikte en biecht hoorde, was niet veran derd in kardinaal Van Rossum, prefect der Propaganda en legaat van Zijne Heiligheid den Paus. Rhythme en stijl van dit groote leven werden altoos beheerscht door dien onmeetlijken dorst naar de zielen, die voor Gods eer moesten worden gezocht en op gejaagd. Want als voor den Meester was ook voor den dienaar het liefste lam, dat wat in de doornstruiken was verward Hij scheen niet te verzwakken: met ver wondering las men, hoe de bijna tachtig jarige weer naar het Noorden trok dat hooge Noorden had zijn hart en van Ko penhagen via Amsterdam en een reeks an dere steden, te Vught een nieuwen Neder- landschen Missie-bisschop zou consacreeren. Daar hebben wij Z.Em. het laatst gezien en even de hand mogen drukken, maar daar sloop ook een angstig voorgevoel in ons, toen wij even gelaat en oogen zagen van hem, die zichzelf „meer stervend dan levend" noemde. Wij hadden waargenomen, hoe de kardi naal met de uiterste krachtsinspanning de consecratie van Monseigneur Joosten had be ëindigd en hoe alleen zijn ijzeren onverzette lijkheid het lichaam dwong te blijven staan Z.Em. weigerde uitdrukkelijk te gaan zit ten toen God werd dank gebracht in het Te Deum na de wijding. Hoe teekenend voor zijn aard en afkomst, voor zijn natuurlijk en bovennatuurlijk leven, is toch dit sterven! Ver van Rome, ver van de Vaticaansche Stad, wier burger hij was. is kardinaal van Rossum op Nederlandschen grond overleden. Zooals Aartsbisschop van de Wetering al wijdend ongesteld werd om vlak daarop te sterven, zooals Mgr. Nolens doodziek terugkwam van Genève, om hier spoedig te overlijden, zoo is kardinaal van Rossum's laatste daad geweest om, met in spanning van al zijn krachten, de volheid van zijn priesterschap mee te deelen aan een landgenoot, die bestemd is den Missie-arbeid voort te zetten in China. „Heer, laat nu Uw dienaar gaan in vrede", mocht de groote grijsaard zeggen, die werkte zoolang het dag was. Maar wij weten en dit is ook de troost welke uitgaat naar de familie van den kar dinaal dat dit sterven geen verliezen is Wij danken God, die ons bijna tachtig jaar dit schopne leven liet genieten, Mgr. Jansen celebreert de H. Mis van Requiem. Maastricht, 30 Augustus 1932. Heden, Dinsdagmiddag, zijn we nogmaals naar Calvariënberg gegaan om te bidden bij de doodsbaar van Kardinaal van Rossum, wiens stoffelijk overschot inmiddels is overgebracht naar de gereed gekomen rouwkapel. Zes zus ters Franciscanessen van O. L. Vrouw, Soeurs Franeiseaines de Marie, houden hier om beur- ten de doodenwake bij den dierbaren afgestor vene. De overledene was nog gehuld in het een voudige witte gewaad, waarin wij hem des ochtends in de sterfkamer hadden aangetroffen en de blanke rozen sierden nog steeds de baar, door flikkerend kaarslicht bestraald, met het ebbenhouten crucifix aan het hoofdeinde en het gewijde palmtakje met wijwater aan de voeten van den overledene. En terwijl wij wachtten op nadere berichten omtrent de plechtige overbrenging van het stoffelijk overschot naar de Sint Servaas, kwa men en gingen voortdurend tal van bezoekers van alle rangen en standen die beurtelings neerknielden voor een kort gebed en hun na men schreven in het rouwregister. De overbrenging van het stoffelijk overschot. Omtrent de plechtigheden van bedien, Woensdag, vernamen wij het volgende: Des middags om kwart voor zes zal het stof felijk overschot in vol kardinaalsornaat wor den gekleed en in een open kist door de Broe ders van O. L. Vrouw Onbevlekte Ontvangenis worden overgedragen naar de Zuider portiek van de St. Servaaskerk waar het ter bezichti ging en vereering der geloovigen zal worden uitgesteld. Tal van hoogwaardiigheidsbekleeders worden verwacht en de geestelijkheid van Maastricht zal in kasuifel of superpli met het kruis voorop den grooten doode, psalmen zingend, vergezel len, onder klokgelui van alle kerken en kapel len der stad. Kardinaal van Roey zal waarschijnlijk van Mecheleu overkomen om zijn overleden ambt genoot eer te bewijzen. Reeds heden wapperden de vlaggen halfstok aan den gevel van Calvariënberg, morgen re kent men terecht op een algemeen rouwbetoon van de geheele burgerij. Een onzer redacteuren seint ons nog: Door de wat nauwe en donkere straten, die om Calvariënberg liêgen, bereikten wij giste renavond het ziekenhuis, waar het stoffelijk overschot van Kardinaal van Rossum is opge baard. In de lange, rechte gangen van het kranken- huis zijn de lichten reeds gedempt. Wit staan enkele brancards aan weerszijden en in het halfduister gaat, onhoorbaar bijna, een stille gestalte van een ziekenzuster, overhuifd door de groote witte kap. In de hall, vlak onder de chapelle ardente staan enkele palmen en wat eenvoudige bloe men, terwijl van de omgangen een paar tapij ten neerhangen. Dan staan wfl Ja etn/fyt waar het stoffelijk overschot van Kardinaal van Rossum ligt opgebaard. Dadelijk bij het binnenkomen treft ons de stille, witte figuur van den Kardinaal. Het gelaat is zoo rustig, zoo wit in de sombere omgeving van de kapel. Br staan wat kleine palmen, er flakkeren wat kaarsen en over de doodensponde liggen bijna achteloos wat witte lozen gespreid. Om het doodsbed knielen vier zwarte gestal ten van Zusters meer. Het is zoo intens stil, dat de spelende vlammen der kaarsen wel rhyth. me schijnen te geven aan de geluidloosheid om dit doodembed. Tegen het zwart der rouwgordijnen spelen onrustige schaduwen haar vreemd spel van licht en donker en vormen grillige beelden in den schijn van de zwart omfloerste lamp. Dan is er even het zwakke geluid van een rozenkrans en buiten in de steenen gang gaan de zachte stappen voorbij van een ziekenzuster. Dit herinnert weer aan het leven dat buiten door is gegaan, dat altijd doorgaat bij sterven en geboorte, bij komen en gaan. Hier aan het doodsbed van den Prefect van de Congregatie der Propaganda Fide, die zijn volle, groot© en werkende liefde gaf als men- schelijke medewerking in het gebed, dat God zelf den menschen geschonken heeft, ,,Ajdvendat regnum tuum", voelt men dien wonderen band tussehen alle leden van Gods Kerk. Hier in de rust van de doodenkapel, waar de ballast van het dageiijksohe leven 'n moment schijnt weg te vallen, voelt de gewone, tobben de sterveling ineens, dat de boordevolle pries terlijke ijver van dezen mensch ons geholpen heeft en helpen zal in de moeizame dingen van alledag. Deze wondere band van onderlinge liefde werkt wederzijds en in deze overtuiging bidt dan thans de levende mensch voor den doode; bidt de levende, dóe het brood zijner allerdaags heid voelt verkruimen tussehen zijn vingers, voor den mensch die is heengegaan, maar die in zijn leven het heilig brood van zijn priester lijke bediening zoo hoog ophief voor de men. schen. Zoo bidt de levende: „Heer, geef Hem de eeuwige rust". Onderhoud met secretaris drs. J, L. Moonen. Giterenmiddag hadden wij in 't Bisschoppe lijk Paleis te Roermond met den ZeerEerw. Heer drs. J, L. Moonen, secretaris van Z.H. Exc. Mgr. J. H. G. Hemmens, Bisschop van Roermond, een onderhoud over de wijze waar op Mgr. Lemmens kennis had gekregen van het overlijden van Kardinaal van Rossum. Gisterenmorgen circa zeven uur zou Mgr. Lemmens zich per auto naar Tongerle begeven, maar daar hij vernomen had dait Kardinaal van Rossum in het ziekenhuis Calvariënberg was opgenomen, besloot Mgr. dadelijk een om- weg te maken over Maastricht om den hoogen lijder aan het ziekbed te bezoeken. Er was toen nog geen bericht binnengekomen dat de Kair- dinaal reeds was overleden. Overigens was het bericht, dat Kardinaal Van Rossum in het ziekenhuis was opgenomen, voor Mgr. geen verrassende mededeeling. Reeds bij de plechtige wijding van Mgr. Joosten in Vugbt, welke plechtigheid door den Kardinaal was verricht, had men kunnen oonstateeren, dat de gezondheidstoestand van Z. Eminentie reden tot bezorgdheid ggt. Nauwelijks was de plechtigheid dan ook algeloopan, of Kardinaal van Rossum maakte eenige zeer slechte oogen- blikken door. Uitermate vermoeid door de langdurige plechtigheden verloor de grijze Kardinaal zelfs een oogenblik het bewustzijn. De aanwezigen, die getuigen waren van dit droeve voorval, verleenden dadelijk alle moge lijke hulp zoodat Zijne Eminentie later wel weer in staat bleek de reis naar het klooster te Wittem per auto te ondernemen. Deze reis maakte den toestand inmiddels niet beter en toen men in Wittem arriveerde, was de Kar dinaal zelfs zoo verzwakt, dat Hij slechte met hulp van anderen den auto kon velaten. Deze dingen hadden gemaakt dat Mgr. Lem mens niet verrast was toen hij kennis nam van het bericht dat de Kardinaal in het ziekenhuis te Maastricht moest worden opgenomen. Een uur nadat de bisschop was afgereisd, kwam aan het paleis in Roermond het telegram binnen dat den dood van onzen Nederlandschen Kardinaal meldde. Toen wij dit onderhoud met den ZeerEerw. heer Moonen hadden, was Mgr. Lemmens nog niet teruggekeerd, zoodat wij later op den avond een telefonisch onderhoud met den se cretaris hadden, waarbij deze ons mededeelde, hoe Monseigneur van de droeve tijding kennis had genomen. Toen de bisschop aan het ziekenhuis Calva riënberg arriveerde, waar men op zijn komst niet was voorbereid, trof hij den HoogEerw. Pater Wouters, Provinciaal der Redemptoris ten, en den secretaris van den Kardinaal dr. Lijdsman, die den bisschop met het droeve ge beuren in kennis stelden. Dadelijk begaf Mgr. zich naar de kleine ka mer waar het stoffelijk overschot van Kardi naal van Rossum voorloopig was opgebaard. Wat Mgr. Lemmens daar bovenmate trof, was de eenvoud, dien hij zag. „Wanneer Kardinaal van Rossum in Italië, was gestorven, aldus Mgr., dan zou hij dadelijk met alle pracht en praal zijn omgeven. Hier lag het lichaam van den grooten en beminden Kerkvorst zoo kalm en eenvoudig als iemand, die juist even is in geslapen". De Aartsbisschop draagt de II. Mis van Requiem op. Naar wij vernemen, zal de plechtige uitvaart dienst in de St. Servatiuskerk te Maastricht worden opgedragen door Z.H. Exc. MgT. J. H. G. Jansen, Aartsbisschop van Utrecht. Mgr. J. H. G. Lemmens zal hedenavond bij het overbrengen van het stoffelijk overschot naar de St. Servatiuskerk aanwezig zijn, ter wijl hij naar alle waarschijnlijkheid de plech tigheden bij de teraardebestelling te Wittem zal verrichten. Naar wij vernemen, zal Z.Em. Kardinaal van Roey, van Mechelen, den plechtige Uitvaart dienst, welke zal worden opgedragen door den Aartsbisschop, komen bijwonen. De lijkrede *zal worden gehouden door Prof. Dr. Féron van het groot-seminarie te Roer mond. De begrafenisplechtigheid, welke Zaterdag middag om 4 uur te Wittem zal plaats hebben- zal geleid worden door Z. H. Exc. Mgr. J. H. G. Lemmens, Bisschop van Roermond. Van de universiteitegebouwen en de studen tensociëteit te Nijmegen hingen gisteren de vlaggen halfstok als teeken van rouw over den dood van den Beschermheer der universiteit Z.Em. Kardinaal van Rossum. In verband met het overlijden van den Kardi naal W. van Rossum hing ook de pauselijke vlag van de Internuntiaituur aan het Bezui- denhout te Den Haag gisteren halfstok. Gisteren had in het departement van Econo. mische zaken en Arbeid te 's Gravenhage van 4 uur tot 7.20 uur de aangekondigde bespre, king plaats van den Rijksbemiddelaar mr. S. de Vries Ozn. ten eerste met den Bond van Werkgevers in de Koopvaardij en daarna met de contactcommissie, gevormd uit den Cen- tralen 'Bond van Transportarbeiders en de Centrale van officieren ter koopvaardij. Op het voorstel van den rijksbemiddelaair, dat partijen weder met elkander aan de con. ferentietafel zouden plaats nemen, teneinde te komen tot een nieuwe arbeidsovereenkomst stelde de contactcommissie daarvoor de vol gende zes voorwaarden: le. erkenning van de contactcommissie ais zoodanig; 2e verlenging van den status quo met twee maanden; 3e ten aanzien van de Ujnvaajrt handhaving van de loonen der afgeloopen coll. arbeids overeenkomst; 4e ten aanzien van de vrachtvaart verklaar, de de contactcommissie zich bereid, te onder, handelen over loonsverlaging in overleg met de Regeering; 5e de belofte der reederijen, bij eventueels mislukking der onderhandelingen verder col lectief (gesloten) op te treden; 6e ongedaan maken van de maatregelen be. treffende het s.s, Noor dhol land" van de Scheepvaart- en Steenkolen verben igi ng. Vervolgens had nog een korte bespreking plaats met de besturen van de Chr. en R. K. Transportarbeidersbonden. Aangezien de contactcommissie niet bereid was, met genoemde bonden gezamenlijk te ver. gaderen, zal de rijksbemiddelaar desgewenscht deze organisaties nog afzonderlijk hooren ea haar eventueel met het bestuur van den Bond van Werkgevers in contact brengen. Totruuto© waren afzonderlijke ooi loc tie ve contracten gesloten tussehen den Bond vaa Werkgevers en de Koopvaardij eener- en de Centrale van Officieren ter koopvaardij, en de R. K. en Chr. Transportarbeidersbonden ieder; afzonderlijk anderzijds. Voorstel van den rijks bemiddelaar In e|en gemeenschappeüijke samenkomst, welke daarna werd gehouden met de contact commissie en het bestuur van den Bond vaa Werkgevers, resumeerde de rijksbemiddelaar dat de eerste beide voorwaarden door de con. tactoommissie gesteld van primordiaal belang waren ten einde tot gemeenschappelijk overleg te komen, en dat de vier andere punten onder, werp van dat gemeenschappelijk overleg zou kunnen zijn. Hij stelde tenslotte vooir, dat heide partijen in haar organisaties zouden verdedigen: hand- having van den status quo gedurende de maand September, dat het bestuur van den Bond vaa Werkgevers zich bereid zou verklaren, de con. taotcommissie als zoodanig te erkennen ea dat de laatste vier voorwaarden zouden worden verwezen naar de onderhandelingen tussehen partijen. Beide partijen zullen dit voorstel In hua organisaties teir tafel brengen en zoo spoedig mogelijk van hun beslissing bericht aan den rijksbemiddelaar doen toekomen. Het bestuur van den bond van werkgevers maakte zich reeds sterk, dat de Bond vaa, werkgevers deze yooïrstellen zou aannemen. Er zijn optimisten, die probeer en ons te doen gelooven, wat wij allen zoo vurig wen- schen en die in een vleugje opleving reeds de schemering begroeten van een nieuwe welvaarts-periode. Wij behoeven elkander den moed niet te ontnemen en kunnen open oog houden voor den psychologischen kant der wereldcrisis zonder aan profetieën ais deze overdreven waarde te hechten. Wan neer de hopeloosheid van menschelijk inzicht en ondernemen ooit klaar aan den dag is getreden, dan zeker in dit tijdsgewricht, dat tegelijk de macht en de onmacht van Gods redelijk schepsel demonstreert. Er worden aan allen kant lessen in nede righeid uitgedeeld. Mogen zij ook begrepen worden en moge het tot alle gezaghebbers dezer tobbende wereld eindelijk doordringen, dat het lot der volken berust in Gods mach tige hand, waaronder allen zooveel zij zijn en zoo groot zij van zichzelf denken zich hebben te vernederen. Het is ook alleen door Hem, dat de ko ningen en rijksbestuurders regeeren. Wij overdenken het zonder zorg of angst in het harte, nu wij op den troon der Nederlanden weten eene Vrouw, in Wie de belijdenis de zer waarheid vleesch en bloed werd en die daarom niet schroomt de vervulling van Haar hoogen ambtsplicht te schragen door een Christelijken levenswandel, zich prac- tisch openbarend door medeleven en mede lijden in den nood der tijden, welke ook Haar onderdanen niet ongemoeid liet. Voor min of meer pompeus feestvertoon leemen zich onze dagen niet. Maar ons past heden een dankbaar gedenken, bij de ontplooiing van ons vaderlandsch rood-wit- en-blauw, gepaard aan de aloude bede, welke zegen en wijsheid afroept over Haar, die bij Gods genade de draagster is van het wereld lijk gezag in deze lage landen. Domine, salvam fac Reginam nostraml Deelneming van Z. H. den Paus. Men seint ons uit Rome: Het bericht van het overlijden van Z. Em. W. Kardinaal van Rossum werd door de Con gregatie de Propaganda Fide waarvan da overleden Kardinaal Prefect was, aan Z. H. den Paus medegedeeld. De Paus, zeer onder den indruk, heeft den Generaal der Redemptoristen zijn deelneming ■betuigd met het groote verlies. In tegenwoordigheid van den Generaal wer. den de vertrekken van den Kardinaal in het Paleis der Propaganda verzegeld.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 5