wm
ALS DINGEN KONDEN SPIEKEN.
PUBLIEKE WELVOEG
LIJKHEID.
HANWERKRUBRIEK.
DE MAASBODE
KUNT U MIJ OOK
ZEGGEN.
DE SCHOLEN BEGINNEN
HET GELUK EENER
MOEDER.
LEKKERE HAPJES.
ZATERDAG 3 SEPTEMBER 1932
EEN GOEDE GEDACHTE VOOR
ELKEN DAG.
GROOTE MARKT 30
HET MANTELKLEED.
YO YO.
.HET NIEUWE SPEL".
BEKEERDE HEIDENEN OVER DE
EUROPEESCHE VROUWEN.
Onder dezen titel gaf het Ochtendblad van
de liberale „Avondpost" een niet zuinig ge
zouten philippics ten beste, ten opzichte van
de gemengde zonnebaden te Scheveningen.
De„Maasbode", andere Katholieke bladen
en de C.-H. Nederlander gaven hun instem
ming te kennen.
Het is alles volkomen waar wat de „Avond
post" schrijft over de publieke welvoeglijkheid,
die zoozeer in het gedrang raakt.
Wanneer wij sommige modeplaten zien, waar
het strandcostuum tot bijna nihil is terugge
bracht, vragen wü ons af: „waar is de kuische
charme en de charmante kuischheid gebleven?"
Blijft het, om van andere hoogere overwegin
gen nog even te zwijgen, dan niet langer waar:
dat de naakte waarheid iets hards, iets crü's
bevat? En is gevoileerde schoonheid niet on
eindig bekoorlijker dan de brutale opdringerige
schoonheidsetalage? Is de gedrapeerde Venus
niet lieflijker dan de gedurfde godin, die slechts
gesierd is met hare juweelen?
Bah! Waar gaat het heen? Hoe komt toch
die verwording tot stand; zien onze vrouwen
en meisjes dan de grenzen niet meer?
De „Avondpost" zegt terecht, zij 't dan met
andere woorden, dat het succes der vrijma
king ons naar 't hoo,*d is gestegen, bedwelmd
door de oprechtheid, zijn wij al te vrij gewor
den, al te oprecht. Daar zit de fout: het kame
raadschappelijke heeft onloochenbaar z'n gren
zen. Er zal altijd een oogenblik komen, dat de
sekse zich doet gelden en wij moeten inzien
te vèr te zijn gegaan in onzen drang naar vrij
heid en gelijkgerechtigheid.
De beschroomdheid, dat lieflijk waas, gesym
boliseerd in krans en sluier der bruid, wat
heeft die nog voor waarde voor 't jonge en
moderne meisje, dat zich vóór en tijdens de
-verloving meer dan half ontkleed aan den
verloofde en overigens aan iedereen vertoont?
Met recht schreef ook de „N. R. Crt", dat
het gewenscht ware, om en nabij zekere zwem-
gelegenheden te Rotterdam groote spiegels te
plaatsen; menigeen zou na één blik zich dood
schamen en nooit meer zonder badmantel, mis
schien heelemaal niet terugkomen.
iDat er zooveel vrouwelijk leelijk op de we-
TeiS bestond, hebben wij nooit geweten. En
met walging hebben wij ons afgewend van
sommige vrouwen, dien naam niet langer
waardig.
't Is jammer, doodjammer! Maar die vrou
wen en meisjes beseffen blijkbaar niet, wat
zij verspelen. Want dat zij op deze wijze heur
charme in de oogen der mannen verhoogen,
maak dat de poes wijs.
Eén man moge 'n glimlach, 'n grapje over
hebben voor vreemde gedurfde en gewaagde
mode-excessen, van de eigene vrouw, het be
loofde meisje eischen zij en verwachten zij,
kuischheid, reinheid, ingetogen charme.
1Wij mogen daarvoor dankbaar zijn en dit op
prijs stellen.
De .Avondpost" merkt nog op: de handha
ving der publieke welvoeglijkheid hangt aller
eerst af van de vrouw. En wij voegen er bij:
het bankroet dier welvoeglijkheid heeft de
vrouw bewerkt, doordat zij haar houding heefï
verloren, onvast besluiteloos en willoos zich
door de tyrannic der mode her en derwaarts
laat drijven.
Terug dan! Blijven wij gereserveerd ten op
zichte van de decadente uitwassen der zgn.
moderniteit. Het is een geestelijk verlies, dat
de vrouw lijdt; wanneer zij in den roes der
vrijheidsbedwelming de oude vormen en de
zoo lieftallige kuische charme prijsgeeft.
"Waar m-pet het heen? Hét gaat van de vrouw
op 't meisje, van 't meisje op 't kind, van de
hoogere op de minderen over. En, wat God ver
hoede, eens zou de dag kunnen aanbreken, dat
geen tien onschuldigen zouden te vinden zijn!
Gelukkig zien de autortleiten in, hoezeer het
peil der moderne beschaving is gedaald, en
verscherpen zij de maatregelen, door alle wei
denkenden en welwilienden gewaardeerd.
Misschien zal eenmaal een der modekoningen
een kleeding creëeren, die bekoorlijk maar
tevens zedig, de hoogste triomf der vrouwe
lijke charme doet herleven.
Aan ons. ouders, de dure verplichting te wa
ken dat het teeder waas van onschuld en rein
heid niet verscheurd, bezoedeld, onteerd worde.
HELLENEN.
Zondag.
Het waarachtig genie keert altijd tot het
essentieele menschelijke terug.
Maandag.
Iedere hervorming hoe noodzakelijk die ook
moge zijn, wordt door zwakke geesten overdre
ven tot een exces, dat zelf weer hervorming
noodig heeft.
Dinsdag.
Ware vriendschap is nog zeldzamer dan
ware liefde. Stelt ze op prijs, zoo gij ze aan
treft.
Woensdag.
"Wij moeten niet alleen boekhouden zooals
gewoonlijk van onvervulde hoop maar ook
van onvervulde vreeze.
Donderdag.
De natuur waardeert men het beste alleen
het leven in gemeenschap met anderen.
Vrijdag.
De domheid plaatst zich op den voorgrond
om gezien te worden, de wijsheid op den ach
tergrond om te zien.
Zaterdag.
Verstandig is hij die altijd op den juisten
tijd komt maar nog verstandiger hij, die het
juiste tijdstip kiest van heen te gaan.
Uit senterre e pensieri
NIOOLO PERSICHETTI.
Wollen kindermutsje.
Mevrouw v. d. L. te A. vraagt een mutsje,
passend bij het jurkje waarvan het patroon
19 Juni in onze' courant stond.
Afbeelding 1 is een
gebreid mutsje, dat van
onderen 40 c.M. wijd is.
Men begint van bo
ven met 4 naalden in
de rondte te breien en
zet 8 steken op.
Ie toer gewoon rechts.
2e toer breit men in
lederen steek 2 steken.
3e toer gewoon rechts.
4e toer 2 steken in den eersten steek, dan I
steek rechts, daarna weer 2 steken in 1 steek,
weer 1 steek rechts, enz.
5e toer gewoon rechts.
6e toer, in den eersten steek weer 2 steken,
daarna 2 steken gewoon rechts, in den 4en steek
2 steken breien, weer 2 steken gewoon rechts,
enz.
7e toer gewoon rechts.
8e toer 2 steken in den eersten steek, daar
na 3 steken rechts, 2 steken in den 5en steek,
enz.
9e toer gewoon rechts.
10e toer weer meerderen, enz.
Zoo ontstaan in het breiwerk 8 punten, die
zich langzamerhand verbreeden. Men meerdert
tot dat elke punt 16 steken breed is, zoodat
men dan in het geheel 128 steken heeft.
Nu volgen, zonder meerderen, nog 3 toeren
rechts, daarna vijf maal 1 toer links, 4 toeren
rechts en tenslotte voor den rand 12 toeren:
1 steek links, 1 steek rechts; waarna afgekant
wordt.
Met den opzet-draad boven middenin, haakt
mén een eindje losse steken, waarop men een
vaste steek terughaakt. Hiervan maakt men
een strikje of een paar losse lusjes, die men
midden op het mutsje bevestigt als afwerking.
Afbeelding 2 is een heel eenvoudig, maar
allerliefst gehaakt mutsje.
Men begint met den
rand, dus bij het wijd
ste gedeelte, zet zoo
veel losse steken op,
als voor de wijdte van
het kinderkopje noo
dig is.
Op dien ring van los
se steken haakt men
zooveel vaste toeren
(steeds op de achterste
lussen van den vorigen toef) tot men de hal
ve hoogte heeft.
Dan mindert men door op regelmatige af
standen steeds een steek over te slaan. Zoo
gaat men door tot men ongeveer 15 steken
overhoudt; door welke steken dan een draad
van dezelfde wol wordt gehaald en vast
gehecht.
De rand van het mutsje wordt even omge
slagen.
Gehaakte wollen pelerine.
Op verzoek van mevrouw K. te H. volgt
hieronder het patroon van een wollen pelerine
voor een oude dame.
Men begint met de halswijdte en zet onge
veer 50 losse steken op; dit hangt af van de
dikte van de wol en ook van het vast of los
haken (hoe losser, hoe mooier het patroon
wordt).
Ie toer: Men haakt 3 stokjes in den 48en
lossen steek, 1 vaste in den 47en lossen steek,
3 Onkies in den 46en h St., 1 vaste in den 45en
1 st enz., tot het einde van den toer.
2e toer-' eerst 2 losse steken, daarna 1 vaste
in helmiddelste stokje van de laatste 3 stok
jes, 3 stokjes in den eerstvolgenden vasten
steek, 1 vaste in het middelste van de 3 vol
gende stokjes, enz.
3e en 4e toer als 2e toer.
5e toer als 2e toer, maar met dit verschil,
dat men nu niet telkens 3 stokjes haakt op
1 vasten steek; nu haakt men den vasten steek
tusschen het 2e en 3e stokje van elke 4 stok-
jes in.
9e, 10e, lie en 12e toer haakt men in plaats
van 4 stokjes telkens 5 stokjes.
13e, 14e, 15e en 16® toer haakt men in plaats
van 5 stokjes, 6 stokjes.
Is de pelerine dan nog met lang genoeg,
dan gaat men op dezelfde wijze door.
Om den halsrand af te werken, haakt men
eerï op de opzetsteken 1 toer vaste steken,
dan 1 gaatjes-toer, bestaande uit 1 dubbel stok
je, 2,e losse steken, 1 dubbel stokje, 2 losse ste
ken, enz., en voor afwerking 1 toer bestaan
de uit: 1 vaste steek op het dubbel stokje dan
5 stokjes in het gaatje tusschen de dubbele
Sl Door den gaatjes-toer wordt een koord of
lint gebaald als sluiting.
TANTE TOET.
DAGSLAD VOOR NEDERLAND
SS met GEÏLLUSTREERDE si
OCHTEND- EN AVONDEDITIE
B
SI
bureau te
ROTTERDAM
B
SI
TELEFOONNUMMER 26HOO
(7 LIJNEN) S3
Hef mantelkleed behoudt nog steeds een
plaats in de garderobe, omdat het zulke goede
diensten kan bewijzen tot de dagen, waarop het
koud wordt, en de mantel voor den dag wordt
gehaald.
De mantel-robe moet gemakkelijk te dragen
zijn, en daar zij meestal uit wol is vervaar
digd en de snit eenvoudig en strak is, wordt
zij ook door iedereen geapprecieerd.
Doorgaans vindt men in de kleeding van het
demi-saison dezelfde kenmerken terug, welke
in het hoog-seizoen en vogue waren; dit 6e-
teekent dus, dat ze nooit aan belangrijke ver
anderingen onderhevig is. Snit en lijn zijn der
halve ook op het huidige oogenblik vrijwel
stationnair.
Rokken van middelmatige lengte en wijdte,
en van eenvoudigen rechten vorm, zijn momen
teel het meest gangbaar; daarentegen wordt
het bovengedeelte steeds meer met fantasieën
versierd en winnen de mouwen door toepassing
van nieuwe vindingen aan aantrekkelijkheid.
Nochtans verdient het aanbeveling, niet in
overdadige effecten élégance te zoeken.
Wat het materiaal betreft: er is zulk een
verscheidenheid in wollen stoffen, dat het niet
moeilijk is een kleuze te doen. Dikke crêpes
bouclé, natté, zwakke of meer geaccentueerde
strepen, ribs en jerseystoffen leenen zich alle
voor de robe-manteau.
..In overeenstemming met het karakter van
het mantel-kleed, moeten de kleuren zijn. Het
is begin herfst, m$n bepale zich daarom in
hoofdzaak tot de thans door de mode gewilde
rossige tinten, dus de nuances tusschen kastan
je-bruin en rood-bruin.
Concepties van zivart fluweel zijn altijd ele
gant en practisch. Men zie bijvoorbeeld naar
het eerste onzer modellen, icaarvan het lijf met
een breeden overslag sluit en dat gegarneerd
is met een rij vierkante metalen knoopen, welke
de somberheid van dit ensemble wegnemen.
Een fluiceelen hoed met metalen gespen, com
pleteert het geheel.
De tweede robe is eveneens van zeer een
voudige makelij. Ze is gemaakt van dikke
kastanje-bruine toile de laine en wordt ge
completeerd door een gilet van wit, met ge
stikte naden bewerkt laken of velours.
Ten slotte nog een sober ontwerp van groe
ne gestreepte crêpe. De mouwen blousen van
den elleboog, de rok heeft als versiering een
geplisseerd paneel. Deze robe kan met of zon
der bont gedragen worden. De afgebeelde sjaal
is uitgevoerd in bruin astrakan, baar gelang
de temperatuur kan men dit aardige comple
ment thuis laten of gebruiken.
6. Een Zandvoortsche Badstoel.
Ik geloof wel, dat Zandvoort een unicum is
op dit gebied. Nergens anders heb ik tenminste
nog twee-persoons-badstoelen aangetroffen
Ik ben er zoo eentje. Veel gezelliger dan die
saaie één-persoontjes, die als een nonnenkap
ieder uitzicht op je buurman(vrouw) benemen
en een ideaal voor verliefde stellen en moeders
met kinderen. Over de eerste categorie, de stel
len, zou ik te veel kunnen vertellen, ik zou er
minstens een heel Zondagsblad aan moeten wij
den. Dus zial ik een greep doen uit de tweede
categorie, de moeder en kind-groep, en bij
voorbeeld neerschrijven wat ik Zondag aïzoo
meemaakte.
Om elf uur ongeveer word ik verhuurd aan
een pa, een ma en een kindje. Ma zegt (badstoe
len zijn niet goedkoop in Zandvoort), dat zij
geen stoel noodig heeft, ja, zelfs veel liever op
liet zand zit. Wat nhtuurlijk hierop neerkomt,
dat pa zich op het strand neervlijt en ma en
kind in mij verdwijnen. Het kindje wordt aan
stonds in badpak gestoken, waarschijnlijk het
kleinste maatje badpak dat bestaat „Baby"
zegt pappa, als hij haar naast zich in het zand
zet, „gia nu maar lief spelen, dan mag je over
een uurtje met pap en mam in zee".
Baby, als had ze 't verstaan, kijkt eens rond,
slaat haar armpjes wijd uit, als wilde ze het
heele strand en de groote zee omvatten, en
gaat dan spelen met emmer en schopje.
Maar nu komen ook de bewoners van de an
dere strandstoelen los.
„Och kaak daar is I" begint een oma, „wat
een dot van een kind, om op te eten, hé, mee
dat kleine swempakkie an Héé, sussie, kom is
bij opoe Baby, die altijd meer verstaat dan
je als badstoel zou denken, dribbelt opoe-waarts.
Ze wordt geknuffeld en verwend, en komt, met
twee chocolaatjes tot smeltens toe in haar
kleine knuisten geklemd, weer bij mamma en mij
terug. Triomfantelijk toont ze haar zwarte
handjes, en als een kleine liefkoozing veegt zij
ze af aan mamma's toen nog spierwitte japon-
Einde van het eerste bedrijf, denk ik bij me
zelf. Het lijkt me een blijspel in vele bedrijven
te zullen worden
En jawel, het scherm gaat al heel gauw
weer op.
„Wat een lekker fentje bewondert een an
dere buurdame.
„Ach, sufferd, 't is geen fentje, 't is een sus
sie lacht een tweede. „Kom eens hier, sus,
kom maar bij tante
Ook deze tamte wordt door baby onmiddellijk
geadopteerd.
„Kêk se het költjes!" juicht tante, „Kêk
dan Saar, se het költjes in d'r wiangen as s®
lacht
„Achotnogantoe prijst Saar, „wat een lek
kere meid Wil sussie is snoepe van tante
Weer wordt een snoepje, zuurtjes ditmaal, iu
baby's kleverige handjes gelegd. Mamma holt er
op af, knikt eens vriendelijk naar de tantes, die
het toch zoo goed meenen, en neemt haar kleine
allemanslief de versnaperingen af. Ze wordt
weer op het zand gezet, waar pappa zandtaarten
zal bakken. Deze edele sport vermag haar be
langstelling echter maar matig te boeien, en
als een harmonicaman onder groot gejuich van
de menigte zijn „O Kbvacs" inzet, springt ze
als geëlectriseerd op en begint op liet kleine
stukje strand, dat mensck- en stoelloos is, haar
danskunst te vertoonen. Nu kent het enthou
siasme van de omzittenden geen grenzen meer.
Baby, de bewondering blijkbaar voelend,
geeft al dansende liaar liefste lachjes ten beste,
en de harmonicaman krijgt van de trotsclie
ouders een extra-fooi.
Zoo wordt het 1 uur, en als baby haar melk
en boterhammen, benevens veel aanklevend
zand naar binnen heeft gespeeld, meent mamma
dat het haar tijd wordt voor een siësta. Te dien
einde wordt ik op mijn rug gegooid, badman
tels worden in mij uitgespreid, een kussentje
wordt aan mijn hoofdeind gelegd, en in dit
geïmproviseerd bed slaapt baby, moe van de
sterke zeelucht, onmiddellijk in. Een heerlijk
uur voor mij Als ze wakker wordt, gaat het
edele drietal me verlaten om te baden.
Daarna werd ik verhuurd aan n beele kleine
dikke dame en een heelen langen, mageren
meneer, die samen precies in me pasten. Watt
en half Watt. Om den Zondagsvrede niet te
verstoren zal ik het geruzie van dit stel maar
niet weergeven. Van die twee menschen, dat
merk je als badstoel gauw, was zij Watt en hij
heelemaal niets.
Tot mijn groote woede namen zij mij voor
den heelen verderen dag in gebruik. Dat wil
zeggen, zij zat in al haar breedte in me, en hij
kroop ergens rond in mijn schaduw. En daar
zijn wij, gezellige two-seaters, toch niet vo ir
gemaakt
Tenzij ge niet wordt ais de kinderen®n
waarlijk het heeft er veel van of we terug
gaan naar onze kindsheid. De buitenlandsche
badplaatsen zijn overstroomd, met het z.g. Yo
Yo spel!
Twee houten gepolijste schijven waartusschen
een touw is gewonden.
De kunst!! is het schijfje met zooveel veer
kracht te laten afwinden, dat het terzelfder
tijd weer omhoog vliegt zich zelf aldus weer
opwindt. Het wordt allerwegen als „ie dernier
eri" verkocht tot onzen spijt moeten wij
echter mededeelen dat het met St. Nicolaas
1931 reeds hier in Holland in de groote speel
goedzaken verkrijgbaar was.
Doch van af Augustus maakt het simpe
speelgoedstukje een triomftocht langs de Fran-
sche en Zuidelijk© strand^n^
Eerstdaags zal het wel z'n triomf langs onze
Noordelijke kust gaan vieren.
Het is een leuke „passé temps" eerst kijk.
men z'n oogen uit als we papa's-mama's
zelfs ouderen er mede bezig te zien harts
tochtelijk verdiept zij moeten t immers
eerst probeeren en vinden t z en
en misschien krijgen de kleintjes ook een
beurt. Laten wij ons verheugen wij zijn op
den goeden weg tenzij gij niet
CRONICA.
VeTleden jaar nu kwamen 'n viertal oudere
lui van Tanimbar bij mij op bezoek, 't Was de
eerste maal, dat zij Amboine bezochten. Daar ik
vroeger hun missionaris geweest was, gingen
de tongen los. Alles is nieuw en wonderlijk
voor hen: de lange bootreis, de betonnen stei
ger, de vele menschen, de karren, fietsen, rij
tuigen, auto's, de groote en mooie huizen, het
electrisch licht, qnz. enz. Maar de Europeesche
vrouwen! wat vonden ze die schandelijk ge
kleed en of de Kom pan ie (de regeering) dat
zoo maar toeliet, en of 't wel echte chi isten-
vrouwen waren, en onder elkaar hoorde ik ze
daarover verder boomen en vergelijkingen ma
ken en conclusies trekken, dat ik er van schrok.
Het waren pas bekeerden, doch die wel blijk
gaven van een goed inzicht in zake welvoege-
lijkheid. Onder den invloed der genade heeft
hun gedachtengang zich veredeld en verchris-
telijkt."
Mevr W M- L. vraagt een middel om het
wegglijden van kleine kleedjes op gewreven of
parketvloeren te voorkomen.
..Antwoord. Courantenpapier gelegd onder de
kleedjes, voorkomt het gevaarlijke wegglijden.
Ook kan men in de vier hoeken stukjes rub
ber hechten, van oude fiets- of binnenbanden
van auto's. Dit is zeer voordeelig.
Er bestaan tegenwoordig ook procédés
voering uit rubber en staniool geweven, waar
mede men de kleedjes voert dit is echter vrij
kostbaar.
Mej. L. v. d. W„ te P. vraagt of zij haar kas
ten in haar toekomstig huis ouderwetsch met
papier en kastranden moet versieren, of kast-
kleedjes. j
Antwoord. Tegenwoordig schildert men de
kasten in dezelfde tint als de buitenkant, zoo
deze niet behangen is, of in een lichte tint.
Op de planken brengt men een sterk afste
kende kleur aan, of bekleedt deze met fluweel
pluche linoleum.
De voorkant maakt men dofgoud of zilver
gebronsd naar keuze.
Het effect is smaak- en stijlvol.
HUISMOEDER.
Pater Cappers, missionaris in Ned.-Indie
schrijft in „Mannenadei en Vrouweneer
Christen worden was voor hen ook het aan
nemen van 'n meer zedelijke en welgevoegeiijke
kleeding De missionarissen hebben in dezen
meer te'remmen gehad dan te gebieden.
't Is opvallend, hoe de christenen zich stem
mig en kiesch weten voor te doen, en hoe ze
wel degelijk onderscheid weten te maken tus
schen 't betamelijke en 't onbetamelijke.
Ik zal nooit vergeten wat ik als pastoor van
Amboina eens meemaakte.
Amboina is de hoofdplaats der Molukken,
zetel van het bestuur. Er wonen Europeanen
en met hen gelijkgestelden, die ook zooveel
mogelijk de Europeesche mode volgen. Vanzelf
komen naar Ambon de b—oners der verder af
gelegen eilanden.
Zoo ooit, dan hebben onze kinderen wel een
zomertje gehad om nieuwe krachten en levens
lust te garen. Zelfs de armsten hebben voiop
kunnen genieten: men behoefde maar som
mige braakliggende terreinen in en buiten bet
centrum der steden gade te* slaan om te zien,
hoe 't volkskind z'n eigen bad- en strandoord
schept, z'n sportterrein weet uit te kiezen en
al z'n jonge levensvreugde weet uit te vieren-
't Kan niet anders, of 'n leger bruin en rood
verbrande snuitjes zal de volgende week de
school bestormen., wat zeg ik, foei wie is er
nu blij als de vacantie uit is.... Toch wel:
de jeugd begint vanzelf te verlangen; in de
laatste vacantieweek, vooral als 't eens re
gent, komt langzaam de verveling aansluipen
en de trek naar school.
Het is maar goed ook en veler hartje staat
in lichte laaie van goede voornemens en hun
kert naar het geestelijk voedsel.
Dan zijn er, ach, die voor 4® eerste maal
schoolwaarts gaan.
Moeders, weet ge 't nog, die vreeselijke mor
gen, toen ge uw oudste meisje of jongen weg
bracht?
't Kleine ding trotsch op de mooie tasch en
alle schatten .daarin vervat, had zich dagen
lang verheugd en toen de morgen daar was?
Geen zin om op te staan, onwillig, kribbig;
'k wil niet naar school.
Moeders, weet ge 't nog hoe ge radeloos
stond; ge wist 't, krachtig ingrijpen zou de
zaak verergeren, toegeven? Dat nooit. Hoe, en
waarmede wist ge later zelf niet, maar 't kw^m
toch zoover, dat „mammie me brengen" de
eenige uitkomst bleek. Trouwens, ge had dit
toch gedaan.
Dan liep ge schijnbaar opgewekt te praten,
't kleintje gaf vage antwoorden, liep langzaam,
trok u eerder achter- dan vooruit. Het kleine
handje, anders zoo frisc'h of gloeiend van tin
telend leven, voelde klam en koud. Arm dierke.
't Was zwaar, niet moeders, die gang.
Toch ging ge verder, 't viel mee 't naar bin
nen gaan. De zuster nam de kleine over
even een pakkert: „Dag schat". „Dag mam
mie". Dan gauw weg, maar niet voorgoed.
Even later kwaamt ge terug om heel behoed
zaam in de klas te gluren. Meestal zat t
kleintje al te spelen, te praten, soms stil voor
zich uit te zien, verloren en verlaten
Moeders, wat ging er in u om? Voeldet ge 't
niet: nu was uw kindje niet meer alleen van
u, allemanskindje geworden.
Bijna deed 't u leed, dat 't zich voor goed
schikte, waart ge afgunstig op die vreemde,
die nu al 't liefs van uw kindje mocht ge
nieten
„Kom". En ge hebt u vermand, stil zijt ge
heen gegaan, mischien even 'n weemoeds-
traantje weggepinkt, thuis hebt ge met geweld
den morgen omgejakkerd en lang* vóór 12
waart ge alweer daar om uw lieveling te halen.
Na eenige dagen wendde ge er aan en be
speurde ge den goeden invloed van de onder
wijzeressen, en ook hoe anderer voorbeeld
soms ten kwade heeft gewerkt: woordjes
manleren.... 't Is onontkoombaar, moeders.
Moeders met groote gezinnen ervaren dit
telkens opnieuw; 't is ^ets wat nooit went
en des te dieper gevoeld wordt naarmate de
grooteren naar pensionaat of elders gaan.
Ziet, deze kwade dagen zijn nabij, en Tc kan
niet anders dan alle moeders kracht, sterkte
en berustende blijmoedigheid toewenschen,
haar en de delinquenten tot steun.
En avant, l'heure fatale t'approche, courage.
HELLENEN.
Een uitvinding voor de practisclie huis
vrouw: naald met naaldhouder voor het
doorzakken van den draad.
Is er wel een grooter geluk voor 'n moeder
dan haar Ikind aan God te mogen toewijden
Geen toekomst zoo schitterend, geen huwelijk
zoo gelukkig, geen bediening zoo veredelend
als wel dienaar zijn van God, plaatsvervanger
van Jesus Christus, priester van zijn H. Kerk.
De moeder van den vermaarden Kardinaal
Vaughan, aartsbisschop van Westminster, had
geen vuriger begeerte dan haar kinderen te
zien toegewijd aan den dienst des Heeren.
Daar ze wel wist dat de geestelijke roeping 'n
genade is, nam ze zich voor, lederen dag één
uur aanbidding te doen vóór ihet H. Sacrament,
om van Gods goedheid deze groote gratie voor
haar kinderen af te smeeken. Dertig jaar jbielii
ze vol, en haar bede werd verhoord. Haar vijf
dochters trokken alle naar het klooster. Zes
van haar acht zonen werden priester; een van
hen werd kardinaal en twee anderen aarts
bisschop.
Die edele familie is voorzeker een zeldzame
uitzondering, en weinig moeders zullen zulk
een sacrificie gedaan hebben en zulk een
troost gesmaakt. Maar mochten vele brave
moeders bidden, vurig bidden, en edelmoedig
bezorgen de opvoeding van haar kinderen,
zouden ze ook die groote eer niet bekomen,
moeder van een ipriester te zijn
Gamalenragout (4 personen).
y2 L. kokend water met 2 Maggi's bouillon
blokjes, 50 G. (5 afgestreken eetlepels) bloem,
50 G. (2% afgestreken eetlepel) boter, 400
G. (4 ons) gepelde garnalen, 1 eetlepel gehakte
peterselie, 1 ei.
Verwarm roerende de boter met de bloem,
giet er onder voortdurend roeren langzamer
hand den bouillon hij en laat het mengsel even
doorkoken tot een stevig gebonden saus. Roer
er de gepelde garnalen door en laat die mee
warm worden (niet koken!); vermeng de
ragoüt voorzichtig met het goed geklopte ei,
roer er ook peterselie door en breng dan het
gerecht over op een vleeschschotel.
Leg er als omranding driehoekige stukjes
brood omheen die in wat boter aan weerskan
ten goudbruin zijn gebakken.
Gevulde meloen.
1 middelmatige meloen;
wat versche vruchten b,v. druiven, frambo
zen,perziken, pruimen, bananen, sinaasappe
len, peren en/of blikvruchten b.v. ananas enz.
suiker;
citroensap;
slagroom.
Snijd een tamelijk groote deksel van den me
loen af. Hol hem voorzichtig uit, snijd het
vruchtvleesch in stukjes en vermeng het met
de overige in stukjes gesneden en schoonge
maakte vruchten. Vang het sap op; maak hst
op smaak af met suiker, citroensap en des ver
kiezende wat witte wijn. Doe de vruchtens'»
met het sap terug in den meloen en garneer mei
slagroom en mooie stukjes teruggehouden fruit
M. M.