ENCYCLIEK DINSDAG 4 OCTOBER 19S'i VAN ONZEN H. VADER PIUS XI, HUM t ONZE POLITIE. DE DUITSCHE INVOER BEPERKINGEN. ITALIAANSCH MISSIECONGRES. STEUN AAN DEN TUINBOUW. Regeeringstoeslag op de veiling- prijzen tot een zekeren richtprijs Regeling geldt voor het geheele loopende jaar. DE WIJZIGING DER L. O.'WET. HET SPOED-ONTWERP BIJ DE TWEEDE KAMER INGE DIEND. de erven de wed. j. van nelle door de Goddelijke Voorzienigheid Paus. Aan onze eerbiedwaardige Broeders de ™rtsbiSSchopp en en bisschoppen van de Vereenigde Staten van Mexico cn undere plaatselijke ordinarii, in lrede en gemeenschap levend met den Apostolischen Stoel. 0VER DEN onrechtvaardigen Toestand van het katho licisme IN DE MEXICAAN- SCHE REPUBLIEK. Eerbiedwaardige Broeders, Heil en Apostolische Zegen. De smartelijke angst, waarmede Wij ten gevolge van den tegenwoordigen allerdroefsten toestand der menschelijke samenleving gekweld worden, kan de geheel bijzondere en diepe bezorgdheid voor Onze beminde Zonen van Mexico en vooral voor U, Eerbiedwaardige Broeders, niet verminderen, die juist daarom Onze Vaderlijke zorg zoo waardig zijt, wijl gij reeds zoo lang aan de ernstigste vervolgingen bloot staat. Daarom hebben Wij van het begin van Ons Pontificaat, hierin het voetspoor van Onzen Voorganger z.g. volgend, cr met alle kracht en ijver voor gewerkt, dat de z.g. „grondwette lijke" bepalingen tot geen rampzalig effect zouden leiden; bepalingen, welke Wij, daar zij de primaire en onschendbare rechten der Kerk met voeten traden, niet konden laten voorbij gaan, zonder ze meerdere malen, als de ge legenheid zich daartoe voordeed, te veroordee- len en af te keuren. Daarom ook hebben Wij er prijs op gesteld, dat Onze Legaat steeds in uw land aanwezig was. Maar terwijl, de laatste jaren, bijna overal de verantwoordelijke leiders der andere staten na bestudeering nieuwe behoeften, concordaten met den H. Stoel hebben wil len sluiten, heeft de regeering der Mexi- caansche republiek voortdurend met alleen den weg van wederzijdsche verzoening en onder handeling afgesneden maar bovendien m strijd met de eerst schriftelijk gegeven belofte, tegen elke verwachting in en met verbreking en schending van de goede trouw waardoor zij Ons duidelijk getoond heeft, welke haar be doelingen en plannen tegenover de Kerk wa ren meerdere malen Onze legaten met ge weld uitgedreven. Zoo is het er ook toe geko men, dat zij art. 130 van de „grondwet" op de scherpste wijze doorvoert; welke wet Wij, als volstrekt vijandig tegenover den Katholieken godsdienst, in de Encycliek Iniquis afflictisque Van 18 November 1926 op de plechtigste wijze hebben moeten veroordeelen. Zeer zwaar zijn de straffen tegen hen, die bedoeld artikel zouden overtreden; en nu is de kerkelijke hiërarchie weder een nieuwe belee- diging aangedaan, doordat bepaald is, dat het aantal priesters, wien machtiging is gegeven, om in het bijzondere leven en in het openbaar hun heilig ambt uit te oefenen, een aantal, dat door de wetgevers van eiken staat is vastge steld, in geen geval mag overschreden worden. Tegenover deze onrechtvaardige en onver draagzame bepalingen, welke de Kerk in Mexico aan het burgerlijk bestuur en aan de enrl^jioUr.Van regeerders, die den Katholieken maken ®ezind ziJn- ondergeschikt j S'j een verbod uitgevaardigd om t, ,ien^. ,in bet openbaar te beoefenen, tegehj kei tijd hebt gij ook alle geloovigen angemaand, om met kracht tegen dergelijke schandelijke bepalingen te protesteeren. Om w apostolischen zielenijver en standvastigheid l)t gij bijna allen uit uw vaderland verbannen, an van verre hebt gij moeten aanschouwen, in diepe bewondering ongetwijfeld, den heiligen strijd en het martelaarschap van uw geestelijk heid en van uw kudde. En de zeer enkelen onder u, die door een bijna wonderbare be schikking in hun diocesen konden blijven, nebben door 't voorbeeld van hun edele stand vastigheid er niet weinig toe bijgedragen om het Christelijke volk in zijn strijd te troosten cn te sterken. <I1Aan„ dit ,aUas bebben Wij in Onze plechtige c es, ,ln nze toespraken, en nog breeder cn uitvoeriger in de reeds vermelde Encycliek F'®ls afflictisque, meerdere malen herinnerd, de W8r daartoe nog aangemoedigd door -i m ln de wereld uitgesproken bewonde- heirf voor den edelen moed, door de geestelijk- betoond bij de toediening van de H. Sacra menten aan de geloovigen, te midden van drei gende gevaren, zelfs voor het eigen leven; be wondering ook voor de niet minder groote heldhaftigheid van de tallooze geloovigen. die ten koste van ongelooflijk en ongehoord lijden, ten koste ook van groote materieele schade! met verheven bereidwilligheid de priesters in de uitoefening van hun heilig ambt bijstonden. Ondertusschen zijn Wij geenszins in Onzen plicht te kort geschoten, om door mondeling en schriftelijk gegeven raadgevingen de priesters en de geloovigen tot een krachtig, wettig en christelijk verzet tegen de onrechtmatige bepa lingen aan te sporen; en hen te gelijkertijd aan te manen door bede en boete de Goddelijke rechtvaardigheid te voldoen, opdat de barm hartige en alwijze God te eerder een einde aan deze zware beproevingen zou stellen. Ook hebben Wij niet opgehouden Onze zonen over de geheele wereld te verzoeken zich met Ons in smeekbeden voor de zoo onwaardig be handelde Mexicaansche broeders te vereenigen. En allen hebben met een bewonderenswaardige Vurigheid aan Onze Vaderlijke uitnoodiging Sehoor gegeven. Ook hebben Wij de menschelijke middelen, ^clke te Onzer beschikking stonden, niet ver waarloosd om aan Onze beminde zonen eenigen j^°°st te brengen. Want terwijl Wij de geheele b 'holieke wereld krachtig aangespoord heb- K<,°m de lijdende broeders der Mexicaansche koJook door financieelen steun, te hulp te Wa hebben Wij de regeeringen der naties, derfde Wij diplomatieke betrekkingen on- niet "den, herhaaldelijk bezworen, dat zij toch zeer ]?°dden weigeren zich het abnormale en treilharde lot van zooveel geloovigen aan te T(wn- at het ?an de regeerders van Mexico zagen, vele v6r achtiS en edelmoedig verzet van zoo- de", gavv°lgde burgers niet gebroken kon wor- Jljke Ver'1.2^ te kennen, dat zij uit de gevaar- ~Je" tot -Wikkelingen, welke zij met de door den ont an toe beproefde methoden niet kon- welke rla' n, wilden geraken, op een wijze, standigbe Zorgvuldig overwegen van alle om- Komst sebph de mogelijkheid van een overeen- Ult een open te houden. En ofschoon Ons men zicjy"a«elijke ervaring gebleken was, dat veilig k0ri p dergelijke beloften niet geheel weging te ten' meenden Wij toch .in over- was of niet0?6.11 nerne". of het wenschelijk eeredienst te 2e' verbod van den openbaren bet interdict ~°en voortduren. Want al had een zeer krachtig verzet tegen de willekeur der regeerders uitgelokt, het kon toch, indien het verlengd werd, groote schade zoowel aan den godsdienst als aan de openbare orde toebrengen. Bovendien bracht het, wat ernstiger was, en Ons door niet weinige mannen van het grootste gezag was medegedeeld, geen gering nadeel aan de geestelijke belangen der geloovigen toe, die, wijl zij van zoovele gees telijke hulpmiddelen van het christelijke leven waren beroofd, en vaak de godsdienstoefenin gen moesten verzuimen, van den echt-christelij- ken geest konden afwijken, zoodat zij van de katholieke priesterschap zouden vervreemden en aldus van de bovennatuurlijke weldaden zou den beroofd blijven. Daar kwam nog bij, dat wijl de bisschoppen zoo lang uit hun diocesen afwezig waren, dit noodzakelijkerwijze tot een verslapping en verzwakking der kerkelijke tucht moest leiden. Wat des te meer te betreu ren was, wijl, bij een dergelijke kwelling voor de Mexicaansche kerk, het christelijke volk en de priesters de leiding en raad ten zeerste noodig hadden van hen, die „de H. Geest als bisschoppen had aangesteld om de Kerk Gods te besturen". (Act. XX. 28). Toen dan ook, in 1929, de president der Mexi caansche republiek in het openbaar verklaarde, d»t het de bedoeling der regeering niet was om door de strenge uitvoering van bedoeld artikel „de identiteit der Kerk" te beperken, noch de kerkelijke hiërarchie te miskennen, hebben Wij, alleen bezorgd voor het heil der zielen, ge meend, dat Wij de gunstige gelegenheid niet mochten laten voorbijgaan, welke de mogelijk heid scheen te openen, dat de kerkelijke hiër archie door de regeering zou erkend worden. Voorts meenden Wij ook in overweging te moe ten nemen, of het niet opportuun was, nu er eenige hoop bestond om aan de ernstigste on heilen te ontkomen, het verbod van den open baren eeredienst op te heffen, wijl toch de voor naamste redenen, welke de bisschoppen tot dit verbod genoopt hadden, weggenomen schenen te worden. Daarbij lag het echter geenszins in Onze be doeling de Mexicaansche wetten inzake den godsdienst te erkennen, of het openbare protest tegen die wetten zoodanig in te trekken, dat tegen die wetten niet langer met alle krachten zou moeten worden gestreden. Het gmg alleen hierom: dat, nu de regeering een gewijzigde gezindheid toonde, de toestand scheen te eischen, dat die middelen van verzet, die steeds meer tot schade der geloovigen zich dreigden te ontwikkelen, door meer met den nieuwen toestand in overeenstemming zijnde methoden zouden worden vervangen. Doch het is allen bekend, dat de zoo lang ver wachte verzoening en vreedzame schikking niet aan Onze wenschen en verlangens hebben beant woord. Want met aparte schennis van de bepa lingen der gesloten overeenkomst heeft men op nieuw bisschoppen, priesters en Chnsten-geloo- vigen vervolgd en met boete en gevangenisstraf getroffen; en tot Ons groot leedwezen hebben Wij gezien, dat niet alleen niet alle bisschoppen uit hun ballingschap zijn teruggeroepen maar dat zelfs verschillende van hen, die nog binnens lands vertoefden, met verkrachting van de wets voorschriften, over de grenzen gezet zijn; dat in niet weinige bisdommen de kerken, semina ries, bisschoppelijke paleizen en andere kerke lijke gebouwen geenszins zijn hersteld in hun vroegere bestemming; en dat ten slotte, ondanks de besliste toezeggingen, vele geestelijken en lee- ken, die het voorvaderlijk geloof met kracht hebben verdedigd, aan den haat en de vijand schap hunner tegenstanders zijn prijsgegeven. Bovendien, nauwelijks was de schorsing van den publieken eeredienst herroepen, of er ont stond aanstonds een snel groeiende misdadige wedijver van verdachtmaking in de pers ten opzichte van de bedienaren van den godsdienst, de Kerk, ja God zelf; en het is allen bekend, dat de Apostolische Stoel het tot zijn taak gere kend heeft een dezer schrifturen die in boos aardigheid en in den duidelijken opzet om door laster haat tegen den godsdienst te prediken alle maat te buiten ging te veroordeelen en af te wijzen. Er komt bij, dat de wet niet alleen verbiedt in de lagere school de voorschriften der Ka- tholeke leer te onderwijzen, maar dat daar zelfs vaak degenen, die zich met het onderricht be lasten, er toe worden gebracht om de jeugdige gemoederen vertrouwd te maken met de dwaal leer der boosheid en de verdorven zeden; wat geen geringe moeilijkheid veroorzaakt aan de Christen ouders, die de ongerepte onschuld van hun kroost beveiligen willen. Daarom betuigen Wij van ganscher harte onze instemming met deze huisvaders en huismoeders en met de onderwijzers en leeraars, die hun daarbij ijverig willen ter zijde staan; doch niet minder vermanen Wij u, eerbiedwaardige broe ders, de seculiere en reguliere geestelijkheid en alle christen geloovigen, met aandrang in den Heer, dat gij niet moogt ophouden naar vermo gen de belangen der lagere scholen en van de opvoeding der jeugd te behartigen, vooral voor oogen houdend de massa des volks, die omdat zij gemakkelijker bloot staat aan de op ruime schaal gepropageerde ideëen van godloochenaars, vrijmetselaars en communisten ook meer uw apostolische toewijding behoeft. Hiervan toch moogt gij u overtuigd houden, dat uw vaderland in de toekomst zonder twijfel aldus zal zijn als gij het, door de jeugd naar behooren op te voe den, zult hebben gevormd. Doch op een punt van nog grooter gewicht, omdat daarmede het leven zelf der Kerk is gemoeid, is verbitterd gestreden Wij hebben het oog op den clerus, de Katholieke hiërarchie met het oogmerk ongetwijfeld om ze uit het verband der republiek langzamerhand te ver wijderen. Want de Grondwet van den Mexicaan- schen Staat mag wel bepalen, dat de burgers volkomen vrij zijn in hun meening, hun denken en hun geloof; maar zooals Wij bh gelegen heid herhaaldelijk hebben betreurd zij schrijft niettedien daarmede in tegenspraak voor, dat de afzonderlijke staten der republiek een be paald aantal vaststellen en bepalen voor de priesters, die niet alleen in de kerkgebouwen doch ook particulier en binnen de huismuren hun heilige bediening mogen uitoefenen en aan het volk de genademiddelen uitdeelen. Welk schromelijk onrecht nog wordt vergroot door de wijze waarop men zulk een wet tot haar doel tracht te leiden. Want indien al de Grondwet bepaalt, dat het aantal priesters een zeker kwantum niet mag overschrijden, zij waakt er ook voor, dat dat aantal in de verschillende landsgebieden niet onevenredig zij met de behoeften van het Ka tholieke volk; en zij schrijft allerminst voor dat in deze aangelegenheid de kerkelijke hiërarchie mag worden uitgeschakeld, gelijk voor het overige in den zoogenaamden modus vivendi uit drukkelijk en uitvoerig is overeengekomen en vastgelegd. Desniettemin is in den staat Michoaca bepaald, dat er slechts één priester mag zijn op 33.000 geloovigen; in Chihuahua één op de 45.000; in Chiapasa één op de 60.000; en ten slotte in Vera Cruz slechts één op de 100.000. Dat het echter op geenerlei wijze mogelijk is, onder zulke dwangmaatregelen, het christenvolk, dat in deze uitgestrekte gebieden in hoofdzaak is gevestigd, de genademiddelen der Kerk toe te dienen, spreekt wel van zelf. Desniettemin zijn de ver volgers, alsof ze spijt hadden van hun goed- geefschheid, tot steeds nieuwe geweldpleging overgegaan; verschillende seminaries zijn door sommige, bestuurders van staten gesloten; paro- chieëie instellingen zijn belastingplichtig ver klaard; en op vele plaatsen hoort men van ker ken, waarin enkele priesters mogen bedienen die door de wereldlijke overheid zijn toegelaten en dan nog slechts binnen een bepaald omschreven territorium. Het feit echter, dat de bestuurders, van enkele staten verklaarden, dat .het wereldlijk gezag, als het volmacht verleent om de kerkelijke be diening uit te oefenen, daarbij geen rekening met de kerkelijke hiërarchie behoeft te houden; dat echter de bisschoppen, en zelfs zij, die als Apostolisch delegaat opgetreden waren, van deze volmacht moesten buitengesloten worden, be wijst overduidelijk, dat die regeerders de Katho lieke Kerk in haar rechten willen beperken en vernietigen. Met enkele woorden hebben Wij, door de voornaamste punten aan le halen, op den ver- schrikkelijken toestand der Mexicaansche kerk willen wijzen, opdat allen, wien de orde en de eendracht der volken ter harte gaan, mogen in zien, dat deze, in enkele staten vooral werkelijk rampzalige vervolging, niet ongelijk is aan die, welke in de donkerste streken van Rusland woedt. En dat zij uit dezen noodlottigen samen hang nieuwen ijver putten, om een dam tegen deze vernietiging van de geheele maatschappe lijke orde op te werpen. U, Eerbiedwaardige Broeders, en onze bemin de zonen van Mexico, wenschen Wil opnieuw Je getuigen van Onze Vaderlijke bezorgdheid, waar mede Wij U allen, die door kommer getroffen zijt, omringen; uit deze, Onze bezorgdheid zijn die voorschriften voortgevloeid, die wij door Onzen beminden Zoon, den Kardinaal-Staatsse cretaris, in Januari j.l. hebben gegeven en die Wij U eveneens door onzen Apostolischen Dele gaat hebben medegedeeld. Daar het immers hier gaat over een zaak, die in allernauwst verband staat met den godsdienst, hebben Wij het recht en den plicht, meer geschikte richtlijnen en voor schriften te bepalen, waaraan een ieder, die nog roemt op den naam van katholiek, zal moeten gehoorzamen.. En het is niet zonder belang, dat Wij hier openlijk verklaren, alle kondgevingen en voorschriften, hetzij van de Kerkelijke Hië rarchie, hetzij van leeken uitgegaan, ernstig en gezet te hebben bestudeerd „alle" zeggen Wij, ook die, welke den terugkeer tot een strengere wijze van weerstand bieden schenen te vragen zooals reeds in 1926 door opnieuw in de ge heele Republiek alle openbare godsdienstoefe ningen op te heffen. Wat derhalve de richtlijn van handelen be treft daar de Priesters in de verschillende ste den niet in dezelfde moeilijkheden verkeeren en niet overal op gelijke wijze afbreuk is gedaan aan bet Sezag en de waardigheid van de Kerke lijke Hiërarchie, volgt hieruit, dat de houding van de Kerk en van de geloovigen niet geheel ge lijk kan zijn, daar deze heillooze decreten ver schillend worden toegepast. Daarom houden Wij het alleszins voor billijk, die Mexicaansche bisschoppen vooral te prijzen, die, naar men Ons bericht heeft, de door Ons opnieuw gegeven voorschriften zoo nauwkeurig mogelijk hebben opgevolgd. Wij stellen er prijs op, dat dit hier openlijk te verklaren; immers, indien sommigen meer gedreven door ijver om hun geloof te bewaren, dan door voorzichtig heid in deze moeilijke omstandigheden in de huishouding der bisschoppen, verschillend naar de plaatselijke omstandigheden, tegenstrijdig heid meenen te zien, dan mogen dezen overtuigd zijn dat deze critiek allen grond mist. Daar echter iedere beperking van het aantal priesters een ernstige schending is van de god delijke rechten, is het dringend noodzakelijk, dat de Bisschoppen, de overige geestelijkheid en de leeken op iedere wettelijke wijze en met alle kracht eischen, dat dit kwaad worde weerstaan en gebrandmerkt. Het moge dan zijn, dat deze eisch op hen, die aan het hoofd van de repu bliek staan, geen indruk maakt, toch geeft het aan de geloovigen, aan de ongeletterden vooral, de overtuiging, dat de burgerlijke overheid door haar handelwijze met voeten treedt de vrijheid der Kerk, waarvan Wij zonder twijfel nimmer afstand kunnen doen, ook al dringen de vervol gers op. Daarom hebben wij tot Onze groote vertroos ting kennis genomen van verschillende eischen die de Bisschoppen en priesters uit de diocesen onder den druk dezer onbillijke wetten hebben gesteld en Wij voegen er den onzen aan toe, openlijk voor de geheele wereld en heel in het bijzonder voor hen, die de leiding der Staten in handen hebben, dat zij eindelijk mogen inzien, dat deze vervolging van het Mexicaansche volk niet alleen een hoogst-ernstige beleediging is voor den eeuwigen God door Zijn kerk te on derdrukken en voor de geloovigen door hen te kwetsen in hun geloof en in hun geweten maar ook een gevaarlijke aanleiding kan vor men voor die staatsomwenteling, waarnaar de godloochenaars en de godshaters uit alle macht streven. Intusschen, om deze rampzalige gevolgen hier van op te vangen en, naarmate het in Onze macht ligt er aan tegemoet te komen, moeten wij noodzakelijk alle middelen, die nog voor handen zijn, aangrijpen, opdat met behoud van den goddelijken eeredienst, overal, waar dit geschieden kan het licht van het geloof en het vuur der goddelijke liefde in het volk niet worde uitgedoofd. Ofschoon het immers, zooals Wij hebben gezegd, hier gaat over goddelooze decreten, die, daaf zij in strijd zijn met de hei ligste rechten van God en van de kerk, door de goddelijke wet te verwerpen zijn, toch lijdt het geen twijfel, dat hij door een ongemotiveerde vrees wordt gedreven, die meent, dat hij de overheid in een onrechtvaardige zaak hulp zal verleenen, wanneer hij, onder den druk van haar kwellingen, van haar de vrijheid vraagt tot het houden van godsdienstoefeningen, en het zich dus ten plicht rekent zich geheel van een dergelijk verzoek te onthouden. Deze dwaling des geestes en deze handelwijze zou, daar zij overal de opheffing der heilige handelingen tot gevolg zou hebben, de grootste schade toebren' gen aan de geheele kudde der geloovigen. Er dient echter te worden opgemerkt, dat het goedkeuren van deze onrechtvaardige wet of het vrijwillig hulp aan haar verleenen zonder twijfel ongeoorloofd is en zeker kwaad dit maakt ech ter een groot verschil met de handelwijze van hem, die tegen zijn wil en ondanks zijn weer stand aan deze onrechtvaardige voorschriften on derworpen wordt, en zich zelfs zoo gedraagt, dat hij het doodelijk effect van deze voorschriften zooveel mogelijk tracht te verminderen. Wanneer een priester nu gedwongen verlof vraagt van de wereldlijke overheid tot het uitoefenen der godsdienstplechtigheden Zon- der welke toestemming hij den goddelijken eere dienst niet kan uitoefenen, ondergaat hij dit slechts door geweld, om een grooter kwaad te vermijden; en tenslotte gedraagt hij zich niet anders dan degene, die, van zijn bezit beroofd gedwongen wordt om aan den onrechtvaardigen roover tenminste het gebruik van zijn bezit te vragen. En bovendien wordt iedere verdenking van wat men noemt „coöperatio formalis" e„ van goedkeuring van de wet uitgesloten door de plechtige en krachtige vertoogen, die n°et al leen van den H. Stoel maar ook van de bis schoppen en van het volk, van de republiek Mexico zijn uitgegaan. Hierbij komt nog de voorzichtige, met geschikte voorzorgsmaatrege len omgeven gewoonte van de priesters om ofschoon door bisschoppelijke volmacht op ca-' eesnte,de heiIige bediening ^aan gesteld, zij het dan ook gedwongen van de burgerlijke overheid verlof te vraeèn tot het vrij uitoefenen van den ee^ediensf Im mers zij keuren de wet niet goed, zij Sn ceen instemming met de voorschriften maar in de b6Ss zn Tet AAf Af" Verwerpen zij zich, zooals zij het uitdrukken, materialiter" aan de onrechtvaardige decreten, om het beletsel uit den weg te ruimen, waardoor zij zouden W°rd1nd!PAAnitAdAUn helIig ambt uit te oefe nen indien dit beletsel niet zou worden ver- r^demake2nUtof TA31 den eredienst onmoge- Ujk maken tot groot nadeel voor de zielen °wifveeremeg,d Jv 6 ,TJZe verschaften zich, zoo- Yn /p beri\tZ n' in de vroeg-christelijke tijden de bedienaars van het heiligdom tegen eenige vergoeding de bevoegdheid om de mar telaars,m den kerker opgesloten, te bezoeken, om hun de sacramenten te kunnen toedienen. Ceen verstandig mensch heeft daarin ooit het '\verk en veilige leer van de ka- th. i Practiseh doorgevoerd, som migen wel eens ooit in zekere dwaling heeft gebracht daawm zal het uw taak zijn, eerbied- waa2 lf® "f®1 hun de leer, door Ons voor gronden, met allen ijver en klaarheid uiteen te zetten. Indien iemand, ook nadat Ons gevoelen door u Vs M-fft vnm j?ardnekkig in dergelijke dwa- "t An Y°l n- moge hij weten, dat hij en verstoktheid! gaat Va" weerspannigheid Allen mogen dus blijven volharden in dien wedijv n gehoorzaamheid en eensgezind- m' „niA" J3 meermalen ,tot Onze innige voldoening, m de geestelijkheid hebben gepre zen. E de priesters mogen met opzij zetting van alle aarzeling of angst, die bij het ontbran den van de vervolgen mochten zijn ontstaan, b""™'1 versterken om aUes, wat ook. kloek moedig te doorstaan, en hun herderlijke zorg voor de hun toevertrouwden nog hooger op- voeren, vooral voor de jeugd en voor de volks klasse. En zij zullen gevoelens van rechtvaar digheid, eendracht en liefde ook trachten te wekken bij hen, die daarom de kerk bestrijd omdat zij haar niet voldoende kennen. Wij kunnen in dit verband niet nalaten, nog eens datgene aan te bevelen, wat Wij, zooals g'J ,w?' '"het harte dragen, dat n.l. de Ka tholieke Actie, overeenkomstig die aanwijzin- ge". °°b de Epist. Apost. „Paterna sane sollicitudovan 2 Febr. 1926), welke Wij door Onzen Apostolischen Delegaat hebben kenbaar gemaakt, overal worde ingericht en dagelijks moge uitgroeien. Wij weten, dat dit werk vooral in zijn aanvang en in deze omstandigheden hoogst moeilijk is; Wij weten, dat dit werk niet immer snelle vrucht oplevert; maar Wij i" «r Op de begraafplaats te Bilthoven is Zater dag een grafsteen onthuld op het graf van Evert Cornells, in leven directeur der Utrechtsche Orkest-Vereen. weten ook, dat het noodzakelijk is en meer effectvol dan al het andere, zooals de onder vinding heeft geleerd bij al die volken, die soortgelijke beproevingen hebben moeten door staan. Wij sporen ook Onze geliefde zonen van het Mexicaansche volk zoo krachtig mogelijk in den Heer aan tot die innige eensgezindheid, waardoor zij uitschitteren, met onze moeder de H. Kerk en met haar Hiërarchie, zoodaj zij van ganscher harte aan de gegeven richtlijnen en voorschriften gevolg geven. Dat zij geen gelegenheid verzuimen om de Sacramenten, die bronnen van goddelijke genade en christelijke deugd, te ontvangen; op de leer van den gods dienst moeten zij zich met ijver toeleggen; van den Vader der barmhartigheden den vrede en voorspoed afbidden voor hun beproefde vaderland, en het zich tot eer en plicht rekenen in het heir der Katholieke Actie den bedienaars van het heiligdom tot hulp te zijn. Hen echter, zoowel uit de beide takken der geestelijkheid als uit de rangen van het ge wone volk, die uit ijver voor den godsdienst en uit aanhankelijkheid aan dezen Apostoli schen Stoel, onvergetelijke daden hebben ge steld, in de contemporaine historie van het Mexicaansche volk op te teekénen, prijzen Wij met den hoogsten lof. En Wij bezweren hen met allen aandrang in den Heer, dat zij niet ophouden zich met al hun krachten te blijven geven aan de verdediging van de hoogheilige rechten der kerk, met dat edelmoedig door staan van druk en smart, waarvan zij tot heden zoo'n edel voorbeeld hebben gegeven. Doch Wij kunnen dezen brief niet eindigen zonder aan u, Eerbiedwaardige Broeders, ge trouwe vertolkers van Onzen geest op bijzon dere wijze onze gedachten te openbaren, en u te bekennen, dat Wij te inniger met u vereenigd zijn en Ons met U verbonden gevoelen, naar mate gij met zwaarderen druk te worstelen hebt bij het uitoefenen van uw apostolisch ambt. En Wij zijn er zeker van, dat gij uit de overtui ging één te zijn van geest met den Plaatsbe- kleeder van Jesus Christus, troost zult putten en bemoediging om u iederen dag met te meer ijver toe te leggen op het zoo moeilijke, maar ook zoo heilige werk, de u toevertrouwde kudde te leiden naar de haven van het eeuwig heil. Opdat echter de hulp der goddelijk genade steeds uw deel moge zijn, en de goddelijke barmhartigheid u moge bemoedigen, geven Wij H. Eerbiedwaardige Broeders en beminde zo nen, uit de volheid van ons vaderhart, den a5>ostolischen zegen,als onderpand van de he- melsche gaven. Gegeven te Rome bii St. Pieter, 29 Septem ber, feestdag van de Kerkwijding van den H. Aartsengel Michaël, in het jaar Onzes Heeren 1932, het elfde van Ons pausschap. P1US P.P. XI. Met welke elementen onze politie heden te doen heeft, blijkt wel overduidelijk uit dit fraaie stuk, dat zekere heer Salomon Tas schrijft in „De Fakkel" van 27 Septem ber: Tenslotte nog één opmerking: ik heb één geval bijgewoond, waar de politie terugge dreven werd. Dat was in Gouda en de oor zaak hiervan was de aanwezigheid der com munistische arbeidersiyeer. Het is toen ge bleken dat op deze opgehitste politie-agenten, Wier radelooze angst tot redelooze mèp-maar- raak-durf overslaat, niets zoo'n indruk maakt als geüniformeerd en gedisciplineerd op treden. Onze arbeidersweer wordt steeds meer een actueel vraagstuk. Tot slot kame raden: ge weet dat van het slagen van uw arbeid alles afhangt zorgt voor de disci pline naar binnen en werkt met al uw krachten aan de voorbereiding van het mas sale gedisciplineerde optreden naar buiten. „Wij van de O- S. P. weten, dat op ons de uiteindelijke taak rust de afrekening met de bourgeoisie te houden". Dit voor de politie even lasterlijk als voor de openbare orde allergevaarlijkst geschrijf verscheen op den dag, toen in Den Haag de door een sluipmoordenaar gevallen agent Baas werd begraven. Raddraaiers als deze heer Tas dragen de groote verantwoordelijkheid van door blinde volgelingen begane buitensporigheden. En zelf blijven ze meestal buiten schot. De houding van het Comité voor Economisch Verweer en de centrale industrieele- organisaties TEGEN AANKOOP VAN DUITSCHE ARTIKELEN. Het Comité voor Economisch Verweer waarbij zijn aangesloten de Alg. Nederl. Zui- velbond, de Bond van Kaasproducenten, de Chr. Boeren- en Tuindersbond in Nederland, de Kath. Nederl. Boeren- en Tuindersbond. het Koninklijk Nederl. Landbouw-Comité, de Ne derl. Pluimveefederatie en de Nederl. Tuin- bouwraad hield gisteren met de vertegenwoor digers der centrale industrieele organisaties, t.w. de Alg. R. K- Werkgeversvereeniging, de Nederl. Maatschappij voot Nijverheid en Han del, het Verbond van Nederl. Werkgevers en de Vereeniglng van Chr. Werkgevers en Groot handelaars in Nederland, een vergadering in Den Haag, waarin ter sprake kwamen de jongste maatregelen van de Duitsche regee ring om tot contingenteering over te gaan van den invoer van verschillende artikelen, voor namelijk op het gebied van den land- en tuin- bouw en de zuivel-industrie. Men was eenstemmig van meening dat hierdoor de Nedertendsche export opnieuw ernstig wordt bedreigd. Een commissie van 3 leden werd aangewe zen, welke tot opdracht kreeg, op korten ter mijn de middelen te beramen, die er toe zouden kunnen leiden dat Duitschland meer dan tot dusver gedrongen zou worden, Nederlandsche producten te koopen. In de opdracht aan deze commissie is ook betrokken het overwegen van de wenschelijk- heid om den aankoop van Duitsche artikelen te mijden en van de mogelijkheid om dezen te centraliseeren. De vergadering was zeer sterk onder den indruk van deze Duitsche voornemens tot con tingenteering. Zij was van gevoelen, dat mid delen, weike tot dusverre ongebruikelijk wa ren, thans in ernstige overweging dienden te worden genomen, wijl land- en tuinbouw en zuivel-industrie met een catastrofale ontwik keling der exportmogelijkheden moeten reke ning houden. De onderhandelingen in Den Haag. In aansluiting aan het bericht omtrent de Nederlandsch-Duitsche onderhandelingen verna men wij gistermiddag nog, dat de Duitsche gedelegeerden, die reeds Zaterdagavond in Den Haag zijn aangekomen, in de vergadering van gistermorgen de opvattingen en plannen der Duitsche regeering hebben uiteengezet. Daarna pleegden de Nederlandsche gedele geerden nader overleg, waarna in den namiddag de besprekingen op Buitenlandsohe Zaken zou den worden voortgezet. De Duitsche gezant in Den Haag heeft aan alle gedelegeerden gistermiddag een lunch in het legatiegebouw aangeboden. Nederlandsche onderhandelaars Van Nederlandsche zijde wordt aan de onder handelingen deelgenomen 'door dr. Nederbragt en mr. Schaepman van het departement van Buitenlandsche Zaken, door dr. Hirschfeld, ir. Mansholt en ir. Benthuis van het departement van Economische Zaken en Arbeid door mr. Ries en den heer Meyers van het departement van Financiën en den heer Lamping, 'directeur van den Econ. Voorlichtingsdienst, terwijl ook onze gezant te Berlijn, graaf van Limburg Stirum, bij de conferentie tegenwoordig was. Wijlen kard. v- Rossum herdacht. Men meldt ons uit Rome: Op het eerste Itaiiaansche missie-congres, dat op 29 September in tegenwoordigheid van 22 bisschoppen en meer dan 3000 geloovigen in de basiliek van „Santo" in Padua is begonnen, heeft mgr. Salotti, secretaris van de Propagan da Fide, wijlen kardinaal van Rossum her dacht, dien hij den besten medewerker van Paus Pius XI noemde. Met recht, aldus sprak mgr. Salotti in zijn rede, zou deze groote kar dinaal de „missie-kardinaal" genoemd kunnen worden. Mgr. Salotti bracht ook de laatste levens dagen van kardinaal van Rossum in herinne ring, die eigenlijk in den dienst van de missie is gestorven, daar hij zich bij zijn verre reis naar Denemarken te veel vermoeid heeft. De laatste ambtelijke daad van den „missie-kardi naal" heeft ook in dienst van de missie ge staan, namelijk de wijding van een nieuwen jlederlandschen missie-bisschop. Onze Haagsche redacteur meldt: Naar wij vernemen, zal binnenkort een rege ling afkomen, waarbij Regeeringssteun aan den tuinbouw zal worden verleend. Deze steun zal bestaan in een toeslag op de opbrengst der over de velingen verkochte producten, en wel in die mate, dat een door de Regeering vast te stellen richtprijs voor de verschillende producten wordt bereikt. Deze regeling zal gelden voor het geheele loopende jaar en is dus van terugwerkende kracht tot 1 Januari 1932. Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp ingediend tot wijziging der Lager Onderwijs wet. In de Memorie van Toelichting wordt o.m. opgemerkt: Nu het wel uitgesloten schijnt, dat het op 10 September j.l. ingediende wetsontwerp tot wijziging der L. O. wet op 1 Januari 1933 reeds het Staatsblad zal hebben- bereikt en anderzijds de toestand van 's Lands geldmid delen verder uitstel van de beoogde besparing op de Rijksuitgaven voor het lager onderwijs niet gedoogt, zijn de voornaamste bepalingen, welke tot die besparing kunnen leiden, samen gevat in het thans ingediende afzonderlijk wetsontwerp, dat haar de regeering vertrouwt een spoediger behandeling van de betreffende bepalingen mogelijk zal maken. Voor de toelichting der bepalingen verwijst de minister naar die van het vorig ontwerp. Thans wordt voorgesteld te herzien de be palingen betreffende het getal onderwijzers, dat aan de openbare en gesubsidieerde bijzon dere scholen voor gewoon en voor uitgebreid lager onderwijs ten minste moet verbonden zijn, het recht van gemeenten en schoolbestu ren op rijksvergoeding, het recht van de on derwijzers op wachtgeld alsmede de termijnen vervat in art. 191 eerste lid en art. 193 vijfde lid, van welke termijnen wordt voorgesteld ze te verlengen tot een nader bij de wet te bepalen tijdstip. LOONSVERLAGING BIJ DE NEDERL. SPOORWEGEN. Met 1 Januari a.s. opnieuw 5 pet. De Directie der Ned. Spoorwegen heeft zich met onderstaand schrijven tot den Personeel- raad gewend; Bij de besprekingen met Uwen Raad in Juni van dit jaar, die tot de U bekende korting van 5 pet. op de bezoldigingen enz. en de verlaag de verblijfkostenregeling leidden, spraken wij de vrees uit, dat in het najaar wel zou blijken dat verdergaande maatregelen niet te ontgaan zouden zijn. De feiten hebben helaas onze som bere verwachting maar al te zeer bevestigd. Het vervoer per spoorweg is sedert in steeds toenemende mate teruggeloopen; maandelijks moeten thans achteruitgangen van ongeveer 3 millioen geconstateerd worden. De voorloo- pige bedrjjfsuitkomsten tot en met Augustus doen een tekort van rond 12 millioen over de eerste acht maanden van het loopende jaar ver wachten. Onder deze omstandigheden gevoelen wij ons, mede gelet op het peil, waarop de kosten van levensonderhoud allengs zijn afgezakt, tot ons leedwezen niet verantwoord de uit de dienstbetrekking verkregen inkomsten van het personeel op de thans geldende hoogte te hand haven. In aansluiting aan ons aanvankelijke denk beeld om de bezoldigingen, toelagen, premiëa enz. geleidelijk, n.l. in twee etappes, met 10 pet. te verminderen, overwegen wij daarom ingaan de 1 Januari a.s. de dienstinkomsten van het personeel, gerekend op de basis van het vóór de 5 pet. korting genoten bedrag, andermaal een verlaging van 5 pet. te doen ondergaan. Wij stellen ons voor, dat dit zou kunnen ge schieden door de thans geldende loon-, toelage-* en premiën- enz. regelingen (de beide laatste, voorzoover ze niet automatisch tengevolge van loonsverlaging met een gelijk percentage als het loon naar beneden gaan en behoudens nog nader in détails te bekijken wijzigingen) met ingang van 1 Januari a.s. algemeen met een be drag van 10 pet. te verlagen en dienovereen komstig, in plaats van de thans toegepaste 9 pet. korting, ook de individueel genoten bezol digingen, toelagen, premiën, enz. van dien da tum af met een gelijk percentage te verminde ren. Een uitzondering hierop vormt de verblijf kostenregeling. aangezien deze toelage reeds irt Juli j.l. op een verminderd bedrag is vastge steld en voorshands daarin geen verdere ver mindering geboden schijnt. Wanneer wij hierbij deze aangelegenheid aan de orde stellen, doen wij dat niet zonder tevens te verklaren, dat het daaromtrent verkrijgen van overeenstemming in onderling overleg met Uw College door ons op prijs gesteld zou wor den Mocht Uw Raad aan eenige andere, voos ons'aannemelijke regeling, die tot ongeveer de zelfde besparing op de personeelsuitgaven leidt de voorkeur geven, dan zult U ons ter wille van het overleg tot medewerking bereid te vinden. Het zal ons aangenaam zijn met Uwe ziens wijze binnenkort op de hoogte gesteld te wor den Indien Uw Raad daarover een bespreking wenscht, dan zijn wij daarvoor beschikbaar. DE INDISCHE TENTOONSTELLING GESLOTEN. Circa 470.000 bezoekers passeerden de loketten Zondagavond vond de sluiting plaats van de Indische tentoonstelling, welke van 14 Mei j.l, af in het Westbroekpark te Den Haag werd ge houden. De tentoonstelling heeft op een bijzon dere wijze bijgedragen tot het beter leeren ken nen van ons Insulinde en daardoor tenzee ste medegewerkt den band tusschen moederland en koloniën te versterken. Groot was dan ook de belangstelling en ook de daadwerkelijke steun, welken men vooral van de zijde der hoogwaar- digheidsbekleeders mocht ondervinden Intotaal werden c.a. 470.000 entree-kaarten verkocht. Dit den c.a. 470.000 entree-kaarten verkocht Dit groote aantal belangstellenden voor wat de kolo niën voor ons land zijn, mag verheugend wor den genoemd, al zouden de bedrijfsresultaten vanzelfsprekend gunstiger zijn geweest, indien b.v. toestemming was verleend tot vermaak hetgeen echter in strijd zou zijn geweest met den cultureelen opzet. MUUR- EN WANDTEGELS. De Minister van Economische Zaken en Arbeid heeft, gezien het Kon. Besluit van 10 Augustus j.l. dat regeling van den invoer van porselein, fijn- en sanitair-aardewerk en muur- en wandtegels, de omschrijving, yan muur- en wand tegels gegevens in zijn desbetreffende ■beschikking van 11 Augustus d.a.v. ingetrok ken en ibepaald, dat onder muur. en wandtegels ■bedoeld in voormeld Kon. Besluit vallen: Tegels (steenen of platen, waarin één der. grootste of beide grootste vlakken voorzien zijn een <dazuurlaag), waarvan de dikte minder is dan 20 mum. (ongeacht de oppervlakte) ol waarvan de oppervlakte van grond- of hoven- Vlak; minder is dan 400 c.M.2 (ongeacht de dikte). Naar wij vernemen zal de fa. die Erven de Wed. J. van Nolle, welke op 9 October a.s. 150 jaren zal bestaan, in verband met de tijds omstandigheden, van een feestelijke herdenking in eigen kring afgezien en wil zij diien dag ook in elk ander opzicht ongemerkt laten voor bijgaan. Zij zal het ten zeerste op prijs stellen, als door belangetellenden van dit verlangen nota zal worden genomen. Bij gelegenheid van de inbedrijfstelling van de nieuwe stoompont bij de Hem' brug werd te Zaandam een bloemencorstj georganiseerd. ^..J

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 5