TIJDELIJKE VERHOOGING
VAN INVOERRECHTEN.
m
NEGENDE DIES DER R. K. UNIVERSITEIT.
SU "»k0Ch'
KABOUTER
GEEN HEFFING INEENS
DINSDAG 18 OCTOBER 1932
PLECHTIGE VIERING EN VEEL
BELANGSTELLING.
BELASTING BETALEND NEDERLAND
DE LOONSVERLAGING IN DE
BOUWVAKKENN.
DWAZE LEUGENS.
INDISCHE POSTVLUCHTEN.
DE TWEEDE KAMER-VACATURE-AMENT-
NEDERLANDERS IN DEN VREEMDE.
GEEN VOETBALWEDSTRIJD OP ZONDAG
te veere.
duitscbe inbreker gegrepen.
DOOR EEN AUTO GEDOOD.
VERDRONKEN.
MET EEN HAMER OP HET HOOFD
GESLAGEN
Professor Jirandsma over het
„Godsbegrip".
Voor de eerste maal sinds het bestaan der
R.K. Universiteit is aan de Dies Natalis-viering
een meer luisterrijke tint gegeven. Door het
geheele land waren uitnoodigingen tot het bij
wonen der Dies-plechtigheden rondgestuurd en
deze plechtigheden zelf droegen ook een feeste
lijker en sprekender karakter dan wij tot nu
toe gewend waren geweest.
En al moesten H.H. Excellenties, de ver
schillende bisschoppen der Nederlandsche dio
cesen één voor één wegens andere bezigheden
voor de hun gezonden uitnoodigingen bedanken,
de belangstelling uit alle streken van het land,
belangstelling vooral ook van officieels zijde
betoond, bleek zoo groot, dat wij gerust kunnen
zeggen, dat de verjaardag van de keizer Karei-
Universiteit door heel katholiek Nederland is
meegevierd.
Dat is dan ook de bedoeling, die bij de or
ganiseering van den Dies Natalis in dezen trant
heeft voorgezeten: één keer per jaar zal de
R.K. Universiteit voortaan uit de sfeer van haar
*ustigen studiearbeid moeten treden om open-
Hik en voor héél het katholieke volk van haar
bloei en groei getuigenis af te leggen, opdat
hare belangrijkheid steeds sterker tot iedereen
zal gaan spreken.
Dat de studenten èn door hun talrijke deel
name èn door hun ihdrukwekkend vlagvertoon
deze diesviering zoo krachtig gesteund hebben,
stemt tot vreugde, omdat daaruit blijkt,.hoe het
studentenleven te Nijmegen organisch met het
doel en streven der Universiteit zelf begint sa
men te groeien.
Dat het „pièce de résistance" dezer eerste
meer luisterrijke diesviering: de prachtige rede
van prof. Brandsma niet alleen een zeer oor
spronkelijk stuk wetenschappelijk denkwerk
kon zijn, maar ook richtgevende lijnen kon
trekken voor de taak van den katholiek en den
katholieken intellectueel vooral in de moderne
maatschappij, is een tweede lichtpunt, van nog
grooter beteekenis dan het eerste.
Plechtige ff. Mis.
Te half 11 gisterenmorgen werd door prof.
dr. R. L. Jansen O.P., met assistentie van Eerw.
Paters Dominicanen in de St. Augustinuskerk
en solemneele H. Mis opgedragen volgens den
Dominicaansehen ritus. Een koor van studen
ten zong onder leiding van prof. D. Fran-
ses O.F.M. de tweede Gregoriaansche Mis.
De St. Augustinuskerk was tot de laatste
plaats bezet. Een ongekend groot aantal studen
ten woonde de plechtigheid bij. Een eerewacht
met de vlaggen van het studentencorps en de
talrijke onderafdeelingen was rechts en links
voor het altaar opgesteld. Alle professoren in
ambtsgewaad, de lectoren, assistenten en de
bibliothecaris der universiteit dr. A. Cornelis-
sen waren ook aanwezig.
Onder de H. Mis hield prof. dr. Jac. van
Ginneken S.J., een toespraak, waarin hij op het
thema. „Wachter, wat is er van den nacht" den
grootschen strijd schilderde dien het Europee-
sche katholicisme te voeren zal hebben tegen
het Aziatisch communisme en de Amerlkaan-
sche plutocratie om de wereldheerschappij.
Tijdens de Consecratie brachten de vaandel
dragers der studentencorporaties den vaandel-
groet.
De middagvergadering.
üopfPht® Aulagebouw der Universiteit aan den
Bijleveldsingel heeft gisterenmiddag onder zeer
groote belangstelling de Rector-magnificus prof.
..jj£n Titus Brandsma O.Carm. een rede uitge
spelen over het „Godsbegrip", die tot de beste
behoort, welke bij verschillende gelegenheden
hier zijn Uitgesproken.
Rede Prof. Dr. Titus Brandsma.
Spr. begon met zich de vraag te stellen,
waarom de mensch van heden, trotsch op zijn
vooruitgang zich in zoo grooten getale afkeert
van God. In dezen tijd van gedachteverwarring
op allerlei gebied, zijn er wel geen ontzettender
tegenstellingen dan in de gedachten omtrent
God. Het is niet
mijn bedoeling,
zegt spr., het
Godsbegrip te
verdedigen, er is
apologie te veel.
Meer dan den
weg van afweer
en weerlegging te
gaan, hebben wij
tot taak het
Godsbegrip te
doen kennen on
der geheel nieuwe
vormen, het aan
te passen aan de
huidige kuituur.
Er is zulk een
rijkdom in het
Godsbegrip, dat
wij er ons voor
n j moeten wachten
Prof. dr. Titus Brandsma de traditioneele
O. Carm. voorstellingen
voldoende te ach
ten. Nieuwe tij
den vragen nieuwe vormen, Door een overzicht
te geven van de wisselingen, welke het Gods
beeld in den loop der eeuwen in ons vaderland
onderging, wil spr. doen zien, hoe ook onze
tijd zijn eigen Godsbeeld hebben moet.
In het eerste tijdperk van opkomende kui
tuur en ontworsteling aan het heidendom, zien
wij een beeld, dat aan dat der heidensche be
woners van ons vaderland nog eenigszins ver
want is.
God leefde in de voorstelling van den machti
gen Strijder, den Sterke, tegen wien de land-
goden niets vermochten.
Uit deze eerste leidende voorstelling ontwik
kelt zich een tweede, die de eerste verdiept en
veredelt. De Godsgedachte wordt meer ver
innerlijkt. In den tijd van diepere wijsgeerige
scholing, van weidsche idealen (de Graalsagen
de kruistochten) en mystieke bezieling wordt
God op de eerste plaats de Bron van verlich
ting en bezieling, het edelst voorwerp van de
Minne, hoog en boven alles goed en beminnens
waard.
Dan begint in de twaalfde, dertiende en veer
tiende eeuw het Platoonsche standpunt in de
wetenschap verlaten te worden voor het Aris
totelische: het verbeeldings-element werd niet
langer in tegenstelling gezien met het begrip
en men begon God meer te zien in het werk
Zijner handen. Het is de tijd van de mooie,
d iep-godsdienstige en toch zoo naief-mensche-
lijke middeleeuwsche kunst.
God is de God met ons, in wiens mensch-
wording wij het beeld hebben, waarnaar wij ons
moeten vormen.
Dit Aristotelische standpunt sloot een gevaar
in, dat vooral in de vijftiende eeuw tot een al
te uiterlijke voorstelling van God heeft gevoerd.
Als een reactie komt in een nieuw tijdperk
weer een meer innerlijk en geestelijk Gods
begrip op. Niet de dienst van God staat meer
op den voorgrond, maar het geloof in hem. Het
Goddelijke wer^l minder gemeenzaam, meer ver
heven gezien.
Dit begrip van de Goddelijke natuur, gesteund
door de Cartesiaansche wijsbegeerte, werd ver
drongen door een scherp tegengesteld, maar
niettemin uit hetzelfde Cartesiaansche stand
punt voortvloeiend begrip. Hierbij trad de na
tuur in de plaats van God, werd al het boven
natuurlijke natuurlijk verklaard. God leeft voor
den mensch slechts in en door de natuur, Zijn
wezen is onbereikbaar en onkenbaar. Het is de
Eeïstische voorstelling, het Godsbeeld der Auf-
klarung, het standpunt der abstractie van God,
zonder dat men hem ontkent, een aanbidding
van God in de natuur, die tenslotte tot natuur
aanbidding wordt. Godsdienst wordt op de eerste
plaat* veredeling van den mensch,
Vooral onder den invloed der kantiaansche
wijsbegeerte ontwikkelde zich dit Godsbegrip
steeds meer in monistischen zin. Het persoon
lijk karakter geraakte in dit Godsbeeld op den
achtergrond. Het oneindige openbaart zich in
de wisselende vormen van het eigene: God wordt
cedaent in de voortdurende wisseling van het
leven en met hem wisselt de waarheid en de
godsdienst in den loop van den tijd. Het Gods
begrip werd hoe langer hoe meer beschouwd
als een product van den menschelijken geest.
Wij mogen deze twee laatste phazen in de ont
wikkeling van het Godsbegrip vrij een ernstige
crisis noemen.
Spr. stelt zich nu twee vragen. De eerste: wat
is het Godsbeeld, dat wij dragen welk is het
Godsbegrip van onzen tijd
De tweede: welk Godsbegrip heeft deze tijd in
het bijzonder noodig en dient dus ontwikkeld te
worden
Wanneer we vragen, welke Godsvoorstelling
in de huidige samenleving de geesten leidt en
beheerscht, dan lijkt die vraag haast niet te
beantwoorden. Maar toch zijn er tendenzen,
richtingen in de ontwikkeling der gedachten,
die in groote trekken weergeven, wat in het
huidige Godsbeeld op den voorgrond treedt, wat
er vooral in over het hoofd gezien wordt.
Op de eerste plaats is er een drang naar
meer metaphysisch inzicht, die spr. o.a. tot uit
drukking ziet komen in de „Wesenschau" van
Husserl. Een tweede distinctief in de moderne
gedachte is het intuïtieve karakter, dat aan het
menschelijke denken wordt toegekend. Van Max
Scheler tot Bergson is er een rijk-gevarieerde
opvatting van dit intuïtieve karakter.
Allernauwst is hiermede een derde merkwaar
dige karaktertrek der moderne gedachte verbon
den, welke spr. de fragmatistische zou willen
noemen.
Al deze drie wijzigingen in de gedachteoriën-
teering worden gelijkelijk omvat door nog een
ander kenmerk: dat de gedachte niet langer
uitsluitend subjectief gericht is, maar een meer
objectieve richting zich steeds sterker aftee-
kent.
Wij moeten allereerst God zien als den
diepsten grond van ons wezen, na eerste bere
deneering duidelijk kenbaar, daarna bij ge-
-regelde instelling daarop als bij intuïtie te ken
nen, zoodat wij ons zien in voortdurende
schouwing Gods en Hem niet slechts aanbidden
in ons eigen wezen, maar evenzeer in alles wat
bestaat. Die inwoning en inwerking Gods moet
vervolgens zich ten volle in ons leven open
baren.
In de voorbereiding en ontwikkeling van dit
Godsbegrip schuilt juist in deze donkere tijden
een bijzonder lichtpunt: de godsdienst wordt in
dezen strijd om God ontegenzeglijk verdiept
en verinnigd. En het is in niet geringe mate
verheugend, dat uit dezen strijd der gedachte
dit mooie Godsbeeld tot nieuw leven schijnt te
worden gewekt.
Het fragmatistisch-intuïtief karakter van het
Godsbeeld openbaart zich niet het minst in den
grooten afval van God, welke tegelijk demon
streert hoe velen niet begrijpen, onder welke
vormen men nu vooral God zoekt. Het vele on
recht, dat in de wereld geschiedt en als met
de natuur overeenkomend wordt voorgesteld,
weerhoudt duizenden om in de natuur God te
zien.
Waar het menschelïjk denken zoo is georiën
teerd, daar kan men wel van een ziekelijke
instelling spreken, maar dat ontheft niet van de
verplichting, daarmee rekening te houden, wil
men de Godsgedachte weer verspreiden en in
gang doen vinden. Daarom moeten wij God
vragen voor dezen tijd mannen en vrouwen op
te wekken van heldhaftige deugd, die door hun
daad tot den uitroep dwingen: dat doet het on
geloof niet na. Er moet iets uitgaan van het
Godsbegrip op de samenleving. Gelukkig wordt
dit meer en meer begrepen. Er komt, vooral
onder de jongeren, een jeugdige geestdrift om
het geloof in God fier en openlijk in daden te
belijden.
Daarbij moeten wij dezen tijd verstaan en ons
niet buiten zijn invloed plaatsen. Wij moeten
het feit, dat het Godsbegrip van dezen tijd
naast het fragmatistisch nog een intuïtief ka
rakter heeft ook berusten, om den intuïtieven
mensch God te leeren zien.
Spreker wil nog met een enkel woord wijzen
op het groote voordeel in de verspreiding van
dit Godsbegrip gelegen voor het herstel der
schonden maatschappelijke orde, omdat het den
mensch uit zijn isolement haalt en hij zich
door God vereenigd en in betrekking ziet met
alle andere menschen. Dat bewustzijn van on
derlinge afhankelijkheid en ordening tot elkan
der is wel het mooiste dat ter redding uit den
huldigen nood kan worden gedacht. Hoe mooi
intusschen dit Godsbeeld is, de geschiedenis
leert ons, dat wij het niet al te eenzijdig mogen
prediken en verspreiden. De intuïtie leide den
geest niet af van de beredeneeruig des ver
stands die er den grondslag van moet blijven.
Geen alogisme doch gezonde redeneering en
wetenschap moeten het Godsbegrip voeden en
ontwikkelen.
Spreker spreekt in dit verband zijn groote
blijdschap uit over 't bezit van onze eigen Uni
versiteit.
Een ander gevaar is, dat de fragmatistische
interpretatie van dit Godsbegrip kan leiden
tot uiterlijkheid. Wij moeten daarom open
oogen houden voor de dringende noodzakelijk
heid der innerlijke bezieling.
Spreker besluit zijn rede met een fraaie
peroratie.
De middagvergadering bij de Diesviering der
R.-K. Universiteit te Nijmegen was zoo druk
bezocht, dat de nieuwe aula nauwelijks in staat
bleek allen aanwezigen plaatsen te verschaffen.
De curatoren en professoren werden bij het
binnentreden voorafgegaan door een lange rij
vlaggen van het studentencorps en zijn vele
clubs en disputen.
Bij de binnenkomst der professoren werd het
universiteitslied gezongen.
Na de diësrede van den rector-magnificus.
prof. Brandsma deelde deze mede. dat door den
heer Aug. Falize aan de universiteit ten ge
schenke is gegeven een borstbeeld van H. M. de
Koningin. Spr. brengt hiervoor aan den schen
ker dank namens rector en senaat, curatorium
en bestuur der St. Raclboudstichting.
Het beeld is geplaatst in de hal der nieuwe
aula en H. M. de Koningin is mededeeling van
de plaatsing gedaan.
Hierop werd door alle aanwezigen staande het
Wilhelmus gezongen, gevolgd door het Io vivat.
Na afloop der vergadering had er een recep
tie plaats in de ontvangzaal van het gebouw,
waar eveneens een ongekende drukte heerschte.
Dr. WILLEM MENGELBERG.
NED. AUTOMOBILISTEN IN BELGIE
GEHANDICAPT.
Bij gelegenheid van den internationalen voet
balwedstrijd te Brussel waren Zaterdag talrijke
automobilisten uit Nederland naar het Zuiden
gereden, terwijl ook vele touringcars scharen
supporters naar de Belgische hoofdstad vervoer
den. Hevig werden ze op den hoofdweg tusschen
Mechelen en Brussel gehandicapt daar bij de
gemeente Vie/lvoye de rijksweg bleek opgebro
ken te zijn. De versperring was te voren onvol
doende aangewezen en men was genoodzaakt
zij- en landwagen be nemen om verder te
geraken. Deze wegen verkeerden door de ongun
stige weersomstandigheden in zeer slechten
staat. Verschillende wagens zakten tot de as in
de modder, langen tijd kon er geen voor- of
achteruit. Br ontstond een ware paniek. Uren
lang is men bezig geweest om de wagens uit
het slijk te trekken in den donkeren regen
avond. Verschillende auto's kwamen eerst ver
na middernacht te Brussel aan, er waren zelfs
touringcars die inplaats van Zaterdagavond pas
Zondagmiddag omstreeks half drie hun doel
bereikten.
Te begrijpen valt, dat er heel wat ontstem
ming heersohte onder de Nederlandsche auto
mobilisten, die Zondag den voetbalwedstrijd te
Brussel bezochten.
Buitengewoon senator van de Duitsche
academie.
MiiNCHEN, 17 October. (V.D.) Binnen het
kader van het Congres der Duitsche Academie
werd Zaterdagmiddag in het „Bayerische Hof"
een feestelijke bijeenkomst gehouden, waarin
o.a. ex-kroonprins Ruprecht van Beieren aan
wezig was. De president der Academie, Geheim-
rat Friedrich von Müller hield een rede, waarin
hij o.a. mededeelde wie door den Senaat met
een bijzondere benoeming waren vereerd. Een
zestal bekende personen uit wetenschappelijke,
technische en industrieele kringen werden be
noemd tot gewoon Senator, terwijl tot buiten
gewoon Senator werden benoemd Mevrouw
Elisa Brandström-Ulig te Dresden, de bekende
econoom Prof. Gustaf Cassel te Stockholm, de
dirigent Wilhelm Furtwangler te Berlijn, de di
rigent Arturo Toscanini, de dirigent Dr. Willem
Mengelberg, te Amsterdam en de directeur van
de Duitsche Rijksradio-omroep dr. Kurt Magnus.
Tot correspondeerend eerelid werd o.a. benoemd
Dr. Rabindranath Tagore van de universiteit
van Calcutta.
Inkomens gedaald tot beneden
het jaar 1915.
In verband met de vele verzoeken om inlich
tingen, die hieromtrent bij het Centraal Bureau
voor de Statistiek binnenkomen, zijn in de zoo
juist verschenen September-aflevering van het
Maandschrift van genoemd Bureau reeds en
kele voorloopige totaalcijfers betreffende de
statistiek der Rijksinkomsten- en Vermogensbe
lasting opgenomen voor het belastingjaar
1931/1932.
Uit deze voorloopige gegevens, die in verge
lijking worden gebracht met de overeenkom
stige gegevens van 1 Mei 1915 af, blijkt, dat het
bedrag der zuivere inkomens vóór den kinder
aftrek voor het belastingjaar 1930/1931 het
hoogst is geweest, n.l. 4.367 millioen en dat
daarop als gevolg van de In 1929 opnieuw in
getreden economische crisis een teruggang is
gevolgd tot 4.207 millioen, welke daling 3,68
pet. uitmaakt van het topjaar 1930/1931. Het
gemiddeld inkomen per aangeslagene bedroeg
over 1931/1932 2.253, en bereikte over dit
jaar het laagste punt van alle vergeleken jaren.
De aandacht zij erop gevestigd, dat het be
drag der inkomens in het algemeen betrek
king heeft op de inkomsten, genoten ln het
voorgaande kalenderjaar, zoodat bovengenoemd
bedrag van 4.207 millioen de inkomsten be
treft over het kalenderjaar 1930.
Het bedrag der ln de vermogensbelasting
vallende vermogens bereikte het hoogste punt
over het belastingjaar 1929/1930, n.l. 15.666
millioen, waarop een teruggang is gevolgd tot
14.299 millioen over 1931/1932 (daling 3,68
pet.) Het gemiddeld vermogen per aangesla
gene was van alle vergeleken jaren het laagst
over de belastingjaren 1924/1925 en 1931/1932,
n.l. 74.000. Opgemerkt zij, dat deze bedragen
den toestand aangeven bij den aanvang van het
belastingjaar op 1 Mei.
Voor meer uitvoerige gegevens zij naar het
Maandschrift verwezen.
Controle van regeeringswege.
Naar wy vernemen, hebben thans de meeste
organisaties van arbeiders betrokken bij het
bouwbedrijf de verlaging van de contractloonen
aanvaard.
Ook de landelijke Federatie van bouwvakar
beiders, die niet bij het contract betrokken is,
heeft zich met de loonsverlaging vereenigd.
Zooals bekend bestaat er bij de Regeering,
indien uit anderen hoofde daartegen geen be
denkingen bestaan geen bezwaar de beschik
baarstelling van bouwcredieten te bevorderen.
Van Regeeringswege zal er controle worden
uitgeoefend op de wérkelijk uitbetaalde loonen.
In de bestekken voor den bouw van woningen
met Rijkssteun zal de bepaling moeten worden
opgenomen, dat de aannemer op verzoek opga
ve moet verstrekken van de werkelijk uitbe
taalde loonen.
LOONSVERLAGING BIJ DE PAPIER
FABRIEKEN TE VELSEN
De directie der Ver Kon. Papierfabrieken der
firma Van Gelder Zonen heeft aan de werk
nemers een circulaire doen uitreiken, waarin
zij met voorstellen tot salaris- en loonsverla
ging komt.
De vakbonden staan afwijzend tegenover de
voorstellen, omdat zij meenen. dat de zaak zeer
gezond is en door rationalisatie het aantal ar
beiders in de laatste jaren al sterk vermin
derd is.
Er gaan den laatsten tijd allerlei fantastische
geruchten over salarissen, die toegekend zou
den zijn aan functionarissen, betrokken bij de
uitvoering van diverse crisismaatregelen. Van
één werd gezegd, dat hij 24.000 gulden salaris
genoot, en van een ander, dat hij zich 20.000
gulden toegewezen zag.
Zoowel het een als het ander is grove leugen
aldus de a.r. „Standaard".
„In het eerste geval wordt, maar dit alleen
voor de dagen dat hij buiten zijn woonplaats
moet verblijven, 20 gulden per dag toegekend.
Dat is alles. En daarvan moet hij dan zijn hotel
en andere verblijfkosten betalen.
Het tweede geval betreft iemand, die buiten
Den Haag woont, doch veelvuldig in de Resi
dentie moet vertoeven, en daarvoor dus kosten
moet maken. Ter bestrijding van die kosten ge-
geniet hij 1500 gulden voor een heel jaar. Aan
salaris geen cent.
Hoe deze leugenachtige berichten,in de we
reld komen, weten wij niet. Maar de bedoeling
is duidelijk. Er moet verbittering worden ge
kweekt en daarvoor kan elke leugen dienen.
Wij mogen van onze menschen verlangen dat
men aan zulke verhalen geen geloof hecht".
De „Ibis" is gisteren te Bandoeng aangeko
men.
De „Oehoe" (thuisreis) is gisteren te Jodphur
geland.
De „Pelikaan" is in Djask aangekomen.
TARIEF VOOR UITVOER VAN AARDAP
PELEN VOOR BELGIë.
De Minister van Economische Zaken en Ar
beid, heeft bepaald, dat de verklaringen van
gezonde herkomst voor zendingen aardappelen
naar België slechts mogen worden afgegeven,
nadat de zendingen door of vanwege den Plan-
tenziektenkundigen Dienst zijn geïnspecteerd en
dat voor deze inspectie berekend wordt het ta
rief, zooals dat is vastgesteld bij ministerieele
beschikking d.d. 10 October 1929, Directie van
den Landbouw, afdeeling II, no. 101 P.D.
Dividend- en tantième- en
successie-belasting niet
verhoogd.
Belasting op radio-toestellen
De voorzitter van het Centraal Stembureau
voor de verkiezing van de leden der Tweede Ka
mer heeft thans in de vacature-Ament tot lid
dier Kamer benoemd verklaard den heer P. W.
■M. t*
COUPONBELASTING IN ERNSTIGE
OVERWEGING.
Aan de Memorie van Antwoord inzake het
wetsontwerp tot tijdelijke heffing van opcenten
op alle invoerrechten en op den accijns op bier,
alsmede herziening van het tarief, wordt het
volgende ontleend:
Het onderhavig ontwerp beoogt slechts, uit
een onbelemmerden invoer tijdelijk een iets
hoogere bate voor den fiscus te verkrijgen. Het
heeft derhalve slechts een accijns-strekking en
zal gelijk gezegd, wat de helft der opbrengst
aangaat, zelfs zuiver als een accijns werken.
Bovendien weet men in het buitenland zeer
goed, dat de Nederlandsche Regeering bereid is
zich zelfs van fiscale voorstellen, welke beoogen
de grenzen te sluiten en aansturen op autarkie,
te onthouden, ja haar bestaande fiscale rechten
op een lager niveau te brengen, indien hierdoor
een betere geest bevorderd en het noodlottig
handelspolitiek streven van vele landen door
broken kan worden. Indien dit doel wezenlijk
kan worden bereikt, is dit een offer, ook een
fiscaal offer, alleszins waard.
Landbouw en industrie.
Dat de lanwbcwwproducten tot dusver in
grootere mate vrij binnenkwamen dan de indus
trieele producten, zal vermoedelijk zijn oorzaak
vinden in het feit, dat onder de eerste veel
export-artikelen voorkwamen en daarnaast veel
eerste levensbenoodigdheden. Aan een opzette
lijke achterstelling van de landbouwproducten
als zoodanig kan bezwaarlijk worden gedacht.
Dat in ons tarief een niet voldoende onder
scheid gemaakt wordt tusschen grondstoffen,
halffabrikaten en eindprodukten, en evenmin
tusschen waren, waaraan werkelijke behoefte
bestaat en andere, welker invoer als niet nood
zakelijk kan worden beschouwd, is uiteraard te
bepleiten. Dat hier echter sprake zou zijn van
een zóó algemeen erkende fout van de Tarief-
wet, dat om die reden de aanhangige, gedu
rende één jaar te heffen, opcenten zouden moe
ten worden ontraden, is weinig waarschijnlijk.
Immers in dat geval zou men niet nagelaten
hebben, deze fout bij de technische herziening
van 1925 te verbeteren.
Geen tariefsherziening.
De Regeering vraagt zich af, of hetgeen in
het voorloopig verslag ter zake van het tarief
van invoerrechten wordt aanbevolen, wel ge
heel in de lijn ligt van de ernstige bedenkin
gen, door dezelfde leden tegen het wetsont
werp aangevoerd. Zij meent die vraag ontken
nend te moeten beantwoorden en heeft dan ook
niet zonder eenige bevreemding van dit betoog
kennis genomen.
Intusschen meent de regeering op dit oogen-
blik niet in een beoordeeling van het aanbe-
volene te moeten treden, omdat voor haar daar
tegen het praealabele bezwaar geldt, dat het ver
uit gaat buiten de zeer tijdelijke fiscale herzie
ning, welke thans aan de orde is.
Buiten een wijziging van het tariet van In
voerrechten zijn nog eenige andere maatregelen
ter vervanging van het aanhangige ontwerp
aan de hand gedaan.
Daaromtrent moge het volgende worden op
gemerkt.
Tabaksaccijns.
Een verhooging van de tabaksbelasting, voor
zoover sigaren en rooktabak betreft, is destijds
overwogen, toen de opcenten op den sigaretten-
accijns werden ingevoerd.
Dat er destijds van is afgezien en er ook
thans nog niet toe wordt overgegaan, vindt zijn
oorzaak in de bijzondere toestanden, welke in
de sigarenindustrie heersehen en welke een
opcentenheffing daar zwaarder zullen doen
treffen dan in de sigarettenindustrie.
Dat een voorstel tot zulk een verhooging nooit
komen zal, zegt de regeering op dit oogenblik
niet. Maar als het komt, zal de opbrengst
bij een heffing van 30 opcenten te ramen op
ongeveer ƒ4 millioen niet aan de gewone
middelen, maar aan het Leeningsfonds 1914, ten
goede moet enkomen, d.w.z. ter dekking van de
crisisuitgaven strekken.
Couponbelasting-
De invoering van een couponbelasting is sinds
eenigen tijd bij den minister van Financiën in
ernstige overweging. Wordt er toe overgegaan,
dan zal, ten einde dubbele belasting te voor
komen. de contribuabele de bevoegdheid moe
ten hebben, de betaalde belasting af te trekken
van zijn aanslag in de inkomstenbelasting.
Niettemin zullen drie voordeelen verkregen kun
nen worden. Vooreerst zal de kans op fraude
worden verminderd. Bij de aangifte voor de
inkomstenbelasting is het vooral de aangifte der
inkomsten uit effecten veel meer dan die uit
grond en hypotheek welke soms aan een
nauwkeurige controle ontsnapt.
Indien het gelukt, ten dezen een doeltreffende
regeling in een couponbelasting te maken, zal
derhalve, ook al wordt billijkheidshalve aftrek
toegestaan, een bate verkregen worden, welke
thans nu en dan aan den fiscus ontgaat. In de
tweede plaats zullen bezitters van z.g. goederen
in de doode hand, welke onder het bestaande
recht voor hun onroerend bezit wel grondbelas
ting betalen, maar voor hun effectenbezit ge
heel vrijloopen, ook ten aanzien van dit laatste
in een zakelijke belasting worden getroffen.
Mits evenals trouwens bij de grondbelasting
geschiedt de noodige uitzonderingen worden
gemaakt, ligt hierin uiteraard een voordeel.
In de derde plaats zal de couponbelasting ge
heven kunnen worden van Nederlanders, die
Nederlandsche effecten bezitten en wegens ver
blijf in het buitenland niet in de inkomsten
belasting worden aangeslagen.
Gelijk gezegd, is de aangelegenheid bij den
minister in overweging. Een eventueel ontwerp
zal echter in geen geval vóór 1 Januari 1934
in werking kunnen treden. In verband met den
toegestanen aftrek van den aanslag ln de in
komstenbelasting zal een bepaalde raming van
de opbrengst ook dan niet kunnen worden ge
geven.
Dividend- en tantième-be
lasting.
Opcenten op de dividend- en tantième-belas
ting worden reeds geheven ten behoeve van het
Leeningfonds 1914 en van de gemeenten tezamen
tot een getal van 81. Verhooging daarvan ware,
vooral op dit oogenblik, kwalijk te verantwooi-
den' de
Inzake een belasting op de goederen m
doode hand wordt verwezen naar wat om
de couponbelasting werd opgemerkt.
Successiebelasting.
De successie-belasting leent zich niet vo°i
een tijdelijke verhooging, omdat deze - g
niet, zooals elke andere draagkrach g,
ieder jaar betaald wordt door alle c
len die daarvoor in aanmerking komaar
slechts door een zeer klein deel zoo
dat het onbillijk ware, juist dat deel dat in
zeker jaar aan de beurt is, hooger e belasten.
Bovendien is verhooging van de successie
belasting tot dekking van gewone uitgaven
waarom het hier gaan zou verwerpelijk, daar
immers de successie-belasting reeo.s op zich zelve,
naar het inzicht van bevoegde beoordeelaars,
lijf ten onrechte hiervoor wordt betiewè,
Rijwielbelasting.
Wat de verhooging der rijwielbelasting be
treft, reeds vroeger heeft de minister van
Financiën opgemerkt, dat op belastinggebied
hetgeen voorgesteld wordt, veelal minder aan
trekkelijk is en meer aan bezwaren onderhevig
wordt geacht dan wat niet voorgesteld wordt
en dat, indien dit laatste in concreten vorm ter
tafel komt, het vaak zijn aantrekkelijkheid ver
liest. Hij vreest dat, indien thans een verhooging
der rijwielbelasting werd voorgesteld, dit ver
schijnsel zich op sprekende wijze zou herhalen,
afgezien nog van de omstandigheid dat de
rijwielbelasting een der middelen van het wegen
fonds is en dus niet kan dienen om de gewone
uitgaven te dekken.
Radio-belasting.
Een belasting op radio-toestellen zal in de
aanhangige weeldeverteringsbelasting kunnen
worden opgenomen en daar kunnen strekken
ter opvanging van wat ten gevolge van de ge
wijzigde tijdsomstandigheden de opbrengst be
neden de destijds gemaakte raming zou blijven.
De minister van Financiën heeft dit punt bij det
betreffende commissie aanhangig gemaakt.
Progressie gemeentefonds
belasting.
Een vroeger beginnende piogressie bij de
voorgestelde opcenten op de gemeentefondsbe
lasting zonder een algemeene omwerking van
het ontwerp, waartegen bezwaar bestaat zou
de opbrengst dier opcenten met verhoogen maar
verminderen. Immers, ef" vroeger begin
nende progressie zou iu het stelsel van het ont
werp beteekenen, dat voor alle inkomens bene
den ƒ30.000 een lager aantal opcenten dan 30
geheven zou worden. Indien de progressie bijv.
bij 20.000 in plaats van bij 30.000 zou aanvan
gen, dan zouden de belastingplichtigen met een
inkomen beneden ƒ20.000 slechts twintig opcen
ten te dragen hebben: die tusschen ƒ20 en
30.000 alle minder dan dertig.
De ontmunting van het zilvergeld en de ver
vanging daarvan door nikkel is een aangelegen
heid, die te veel kanten heeft dan dat zij in
deze memorie ook maar eenigszins tot haar
recht zou kunnen komen.
A uto. onder deelen.
Het is de Regeering niet duidelijk, hoe het
euvel van den toenemenden invoer van auto
mobielen in onderdeelen afdoende zou kunnen
worden tegengegaan zonder die onderdeelen in
elk geval te belasten. Door de voorgestelde hef
fing van invoerrecht op onderdeelen, voor wat
in het Verslag een bonafide autoconstructiebe
drijf genoemd wordt, gaat met het geheel ver
loren, dat het gevolg is van de bestaande tarief
wetgeving. Behalve motoren en frames worden
de meeste onderdeelen van automobielen slechts
belast met 7.8 percent van de waarcle tegen
complete motorrijtuigen met 19.5 percent. Daar
bij komt, dat de waarde der gezamenlijke onder
deelen lager moet zijn dan de waarde van den
completen automobiel en dit verschil grooter is,
naarmate die onderdeelen hier te lande, voordat
zij in een automobiel kunnen worden aange
wend, nog verschillende bewerkingen moeten
ondergaan. Voegt men daarbij nog, dat de mo
gelijkheid niet uitgesloten schijnt, dat verschil
lende onderdeelen tegen concurreerende prijzen
uit Nederlandsche fabrieken kunnen worden be
trokken, waardoor dus een voorsprong van 19%
pet. op de waarde dier onderdeelen zou worden
bereikt, dan springt in het oog, dat het voort
bestaan van een lichaam, als in het voorl. ver
slag genoemd, allerminst wordt bedreigd. De
voorgestelde heffing komt slechts hierop neer,
dat de bestaande voorsprong van 15 pet. voor
sommige onderdeelen (motor en frame) vervalt,
voor andere wordt gereduceerd tot 11.7 pot.,
terwijl voor onderdeelen, die hier te lande wor
den gemaakt de marge stijgt tot 19.5 pet.
De Regeering kan dan ook geen aanleiding
vinden de voorgestelde heffing op automobiel-
onderdeelen te wijzigen.
Suiker.
Ook de Regeering verwacht, dat de 30 op
centen op het compenéeerend invoerrecht van
sommige soorten van suiker voor de schatkist
geenbelangrijke baten zullen opleveren. Zij
heeft echter gemeend dit recht niet anders te
moeten behandelen dan overeenkomstige rech
ten, welke van andere accijnsgoederen worden
geheven. De zeer geringe prijsverhooging (0,7
cent per kilogram), welke de opcentenheffing
ten gevolge zal kunnen hebben, schijnt haar toe
niet als een ernstig bezwaar te kunnen gelden.
Overigens zal deze prijsverhooging onder be
paalde omstandigheden automatisch in minde
ring komen op den aan de verbouwers van sui
kerbieten te verleenen steun.
Met het oog op het karakter van het ontwerp
bestaat er bezwaar tegen het belasten van ruwe
suiker met een invoerrecht thans in geding te
brengen.
De Regeering verwacht, dat de verhooging van
het compenseerend Invoerrecht op suiker geen
belangrijke wijziging zal brengen in de verhou
ding tusschen den invoer van witte suiker
de
dien van ruwe suiker, zulks op grond van
omstandigheid, dat het compenseerend inV°eCn
recht bij het tegenwoordig bedrag reeds ee.
voldoende winstmarge inhoudt om het rate
ren van ruwe suiker hier te lande l°°npeStaat
maken en er kennelijk een afspraak hier
tusschen de groepen van belanghebben de elke
te lande nopens het percentage, waart"^ witte
groep in de binnenlandsche behoeft®^ gefakrj_
suiker zal voorzien. De hier te lajLgen in het
ceerde suiker zal door de verhoog pr;js kun-
binnenland tegen den iets hooger exPort wordt
nen worden afgezet. De afzet v°° t invoerrecht
uiteraard door verhooging van
niet beïnvloed.
p0 navordering.
„„ordering tot hetgeen
Beperking van de nav ingevoerd dan in
door den importeur m^ k van de vorige
dU d, .xpedltaa» "nZS'f""
reeds nu dekken ttó d sed nsolvabih-
teit van hen voor in «S 29 Septem
ber
bar jTvoo\\Vav0ora^g%^merking komen!
de goederen hebb/m is begrijpelijk
en redelijk. Een 1 flle in dit opzicht
tegenover den eXpC?„M Jeen renteverlies of
risico wil dragen za, dien expediteur over-
risico wil drag«** expeaneur ovei-
een moeten komen M or een bankgarantie
nf m andere wy«sen schade te vrijwaren.
Gelukt d^ngeven hij 2elf de S°ederen
lv^ee"xPedi*ew°i^"der tusschenpersoon komt
als aan^g~
aazijn de goederen bij den invoer nog niet ver
kocht en 1S ae importeur dus de eenig aan
sprakelijke persoon, dan zullen, bij wanbetaling,
alle later door hem ingevoerde goederen aan
inbeslagneming en executie bloot staan. Ook
zal het hier wel zelden om belangrijke partijen
2 eXEv".uaMiuciiyciauuu
aangpver s' voor de navordering in
Kroonprins Gustaaf Adolf van Zweden en
prinses Syb\llia van Saksen-Coburg.Gotha,
die Donder dag a.s. in het huwelijk treden.
BESTELLINGEN WORDEN AAN
HUIS OPGENOMEN
Margarinesmokkel aan de Belgische
grens.
Men schrijft ons van de Limburgsch-Belgi-
sche grens:
Door de hooge boterprijzen hier te lande ia
langs de Nederlandsch-Belgische grens een le
vendige handel ontstaan in boter speciaal mar
garine, die uit België wordt binnengesmokkeld.
Men gaat de winkels en ook het publiek af om
te noteeren hoeveel men deze week zal kunnen
gebruiken. De beste Belgische margarine kost
daar momenteel 40 cent per kilo.
Ook de goedkoope Belgische suiker is nog
steeds een dankbaar smokkelobject.
Daarentegen profiteeren de Belgien gaarne
van ons goedkoope varkensvleesch en gaan de
biggen in groote kwantums de Belgische grens
over, waar die ongeveer het dubbele kosten van
den prijs hier te lande.
Meester cursus Julia Culp.
Julia Culp, die haar domicilie in Tsjecho-
Slowakije heeft, zal met medewerking van haar
zuster Betsy Rijkers-Culp uit Amsterdam, dis
de begeleiding zal verzorgen, een meester-cur-
sus in"den liederzang geven gedurende de maan
den Januari en Februari 1933 in Weenen.
VERDUURZAAMD VLEESCH.
De minister van Staat, minister van Binnen
landsche Zaken, heeft bepasiid, dat door drogen
verduurzaamde magen, darmen en blazen kun-
nen worden beschouwd als verduurzaamd
vleesch, bedoeld in art. 4, onder b, van hét XJ
B. van 6 Juni 1922, laatstelijk gewijzigd bij K. B.
van 13 Juni 1931, en derhalve mogen worden in
gevoerd.
De gemeenteraad va"^fer.e besloot met 4
tegen 3 stemmen af^fe d t® beschikken op
het verzoek der v°® tbai weri.t ng om op het
sportterrein een voetbalwedstrijd op Zondag
te mogen houden-
pe nioigenstoud heeft goud in
den mond.
g0ndagmorgen om half zes is te Zeist in de
sl°tlaazo iiritrpl, ?ie„ïrlbraak gepleegd door een
ruim Duitscber, die een uur later
t.eeds achter slot en grendel zat.
De man had met een steen een groote win
kelruit van het City-magazijn van den heer
Koetsveld stukgeslagen en door het groote gat,
dat was ontstaan een aantal horloges, en*, bij-
een gegraaid.
Op zijn vlucht was hij echter gezien door
7"d matineus Slotlaanbewoner aan de over-
'J die de politie kon waarschuwen. Een
weetal agenten trok er per fiets op uit en wist
den man in het Kerckeboschkwartier aan te
houden. Hij was nog in het bezit van een hor
loge met prijskaartje, dat hij voorgaf te heb
ben gevonden. Bij zijn verhoor bleef de dader
ontkennen, doch later werd ook een pet met
horloges gevonden, waarvan hij zich op zijn
Vlucht blijkbaar heeft ontlast.
Gistermorgein is te Hoogezand de 61-jarige wilei»
rijidier Ridderbos van Borgweg dooir een lux*
auto overeden en gedood. Den autobestuurder
treft geen schuld.
Od de Alexander Nuimian,skade te Utrecht id
Zaterdagmiddag een zesjarig jongetje, dSl-miet
zijn kameraadjes eifkeils zocht, te wateir geraakt
en verdronken.
Toen de vriendjes thuis vertelden, dat de jon
gen ln het water lag, is die politie gaan dreg
gen. Zij slaagde erin in den loop van den avond,
het lijkje op te halen.
Bieraccijns.
Het wil de regeering voorkomen, dat de
donkere schildering, die verschillende leden
geven van de verwachte gevolgen der voor
gestelde verhooging van den bieraccijns, goeden
grond mist. Stelt men den gemiddelden bier-
acciins op 7 cent per liter (het juiste bedrag
hangt af van de dichtheid van het wort waaruit
het bier is vervaardigd), dan zal de voorgestel
de verhooging 2.1 cent per liter beloopen, of
Per glas van 1/3 liter: 0.7 cent. Wordt dus de
prijs van het bier per glas met slechts 1 cent
verhoogd (voor licht bier per glas met een
prijsverhooging van cent per glas zou kun
nen worden volstaan), dan is de accijnsverhoo-
ging volledig gedekt.
JONGETJE OVERREDEN.
Te Midwolda (Oldambt) is Siriermiddag het
6-jarig zoontje van den faBrieksar 1 Kan-
ninga, dat op een wagen gek101 daar
af gevallen en door den wage"verled dca' Kor"
ten tijd daarna is de jongen en.
Te IJzendijke kregen Maandagmorgen twee
personen hooggaande ruzie. De een sloeg den
ander met ee» ijzeren hamer op het hoofd,
waardoor een schedelbreuk ontstond.
sier
VERDUISTERING.
Te Maastricht Is ten nadeel© van den gros-
in suikerwerken J. S., door diens relzi-
i0i gedrag van 650 var-luiitord.
VOORZIET u VAN GOEDE
HULP. HOUDT ST&EDS EEN
a BIJ de HAND BS