TIJDELIJKE VERHOOGING VAN INVOERRECHTEN. m NEGENDE DIES DER R. K. UNIVERSITEIT. SU "»k0Ch' KABOUTER GEEN HEFFING INEENS DINSDAG 18 OCTOBER 1932 PLECHTIGE VIERING EN VEEL BELANGSTELLING. BELASTING BETALEND NEDERLAND DE LOONSVERLAGING IN DE BOUWVAKKENN. DWAZE LEUGENS. INDISCHE POSTVLUCHTEN. DE TWEEDE KAMER-VACATURE-AMENT- NEDERLANDERS IN DEN VREEMDE. GEEN VOETBALWEDSTRIJD OP ZONDAG te veere. duitscbe inbreker gegrepen. DOOR EEN AUTO GEDOOD. VERDRONKEN. MET EEN HAMER OP HET HOOFD GESLAGEN Professor Jirandsma over het „Godsbegrip". Voor de eerste maal sinds het bestaan der R.K. Universiteit is aan de Dies Natalis-viering een meer luisterrijke tint gegeven. Door het geheele land waren uitnoodigingen tot het bij wonen der Dies-plechtigheden rondgestuurd en deze plechtigheden zelf droegen ook een feeste lijker en sprekender karakter dan wij tot nu toe gewend waren geweest. En al moesten H.H. Excellenties, de ver schillende bisschoppen der Nederlandsche dio cesen één voor één wegens andere bezigheden voor de hun gezonden uitnoodigingen bedanken, de belangstelling uit alle streken van het land, belangstelling vooral ook van officieels zijde betoond, bleek zoo groot, dat wij gerust kunnen zeggen, dat de verjaardag van de keizer Karei- Universiteit door heel katholiek Nederland is meegevierd. Dat is dan ook de bedoeling, die bij de or ganiseering van den Dies Natalis in dezen trant heeft voorgezeten: één keer per jaar zal de R.K. Universiteit voortaan uit de sfeer van haar *ustigen studiearbeid moeten treden om open- Hik en voor héél het katholieke volk van haar bloei en groei getuigenis af te leggen, opdat hare belangrijkheid steeds sterker tot iedereen zal gaan spreken. Dat de studenten èn door hun talrijke deel name èn door hun ihdrukwekkend vlagvertoon deze diesviering zoo krachtig gesteund hebben, stemt tot vreugde, omdat daaruit blijkt,.hoe het studentenleven te Nijmegen organisch met het doel en streven der Universiteit zelf begint sa men te groeien. Dat het „pièce de résistance" dezer eerste meer luisterrijke diesviering: de prachtige rede van prof. Brandsma niet alleen een zeer oor spronkelijk stuk wetenschappelijk denkwerk kon zijn, maar ook richtgevende lijnen kon trekken voor de taak van den katholiek en den katholieken intellectueel vooral in de moderne maatschappij, is een tweede lichtpunt, van nog grooter beteekenis dan het eerste. Plechtige ff. Mis. Te half 11 gisterenmorgen werd door prof. dr. R. L. Jansen O.P., met assistentie van Eerw. Paters Dominicanen in de St. Augustinuskerk en solemneele H. Mis opgedragen volgens den Dominicaansehen ritus. Een koor van studen ten zong onder leiding van prof. D. Fran- ses O.F.M. de tweede Gregoriaansche Mis. De St. Augustinuskerk was tot de laatste plaats bezet. Een ongekend groot aantal studen ten woonde de plechtigheid bij. Een eerewacht met de vlaggen van het studentencorps en de talrijke onderafdeelingen was rechts en links voor het altaar opgesteld. Alle professoren in ambtsgewaad, de lectoren, assistenten en de bibliothecaris der universiteit dr. A. Cornelis- sen waren ook aanwezig. Onder de H. Mis hield prof. dr. Jac. van Ginneken S.J., een toespraak, waarin hij op het thema. „Wachter, wat is er van den nacht" den grootschen strijd schilderde dien het Europee- sche katholicisme te voeren zal hebben tegen het Aziatisch communisme en de Amerlkaan- sche plutocratie om de wereldheerschappij. Tijdens de Consecratie brachten de vaandel dragers der studentencorporaties den vaandel- groet. De middagvergadering. üopfPht® Aulagebouw der Universiteit aan den Bijleveldsingel heeft gisterenmiddag onder zeer groote belangstelling de Rector-magnificus prof. ..jj£n Titus Brandsma O.Carm. een rede uitge spelen over het „Godsbegrip", die tot de beste behoort, welke bij verschillende gelegenheden hier zijn Uitgesproken. Rede Prof. Dr. Titus Brandsma. Spr. begon met zich de vraag te stellen, waarom de mensch van heden, trotsch op zijn vooruitgang zich in zoo grooten getale afkeert van God. In dezen tijd van gedachteverwarring op allerlei gebied, zijn er wel geen ontzettender tegenstellingen dan in de gedachten omtrent God. Het is niet mijn bedoeling, zegt spr., het Godsbegrip te verdedigen, er is apologie te veel. Meer dan den weg van afweer en weerlegging te gaan, hebben wij tot taak het Godsbegrip te doen kennen on der geheel nieuwe vormen, het aan te passen aan de huidige kuituur. Er is zulk een rijkdom in het Godsbegrip, dat wij er ons voor n j moeten wachten Prof. dr. Titus Brandsma de traditioneele O. Carm. voorstellingen voldoende te ach ten. Nieuwe tij den vragen nieuwe vormen, Door een overzicht te geven van de wisselingen, welke het Gods beeld in den loop der eeuwen in ons vaderland onderging, wil spr. doen zien, hoe ook onze tijd zijn eigen Godsbeeld hebben moet. In het eerste tijdperk van opkomende kui tuur en ontworsteling aan het heidendom, zien wij een beeld, dat aan dat der heidensche be woners van ons vaderland nog eenigszins ver want is. God leefde in de voorstelling van den machti gen Strijder, den Sterke, tegen wien de land- goden niets vermochten. Uit deze eerste leidende voorstelling ontwik kelt zich een tweede, die de eerste verdiept en veredelt. De Godsgedachte wordt meer ver innerlijkt. In den tijd van diepere wijsgeerige scholing, van weidsche idealen (de Graalsagen de kruistochten) en mystieke bezieling wordt God op de eerste plaats de Bron van verlich ting en bezieling, het edelst voorwerp van de Minne, hoog en boven alles goed en beminnens waard. Dan begint in de twaalfde, dertiende en veer tiende eeuw het Platoonsche standpunt in de wetenschap verlaten te worden voor het Aris totelische: het verbeeldings-element werd niet langer in tegenstelling gezien met het begrip en men begon God meer te zien in het werk Zijner handen. Het is de tijd van de mooie, d iep-godsdienstige en toch zoo naief-mensche- lijke middeleeuwsche kunst. God is de God met ons, in wiens mensch- wording wij het beeld hebben, waarnaar wij ons moeten vormen. Dit Aristotelische standpunt sloot een gevaar in, dat vooral in de vijftiende eeuw tot een al te uiterlijke voorstelling van God heeft gevoerd. Als een reactie komt in een nieuw tijdperk weer een meer innerlijk en geestelijk Gods begrip op. Niet de dienst van God staat meer op den voorgrond, maar het geloof in hem. Het Goddelijke wer^l minder gemeenzaam, meer ver heven gezien. Dit begrip van de Goddelijke natuur, gesteund door de Cartesiaansche wijsbegeerte, werd ver drongen door een scherp tegengesteld, maar niettemin uit hetzelfde Cartesiaansche stand punt voortvloeiend begrip. Hierbij trad de na tuur in de plaats van God, werd al het boven natuurlijke natuurlijk verklaard. God leeft voor den mensch slechts in en door de natuur, Zijn wezen is onbereikbaar en onkenbaar. Het is de Eeïstische voorstelling, het Godsbeeld der Auf- klarung, het standpunt der abstractie van God, zonder dat men hem ontkent, een aanbidding van God in de natuur, die tenslotte tot natuur aanbidding wordt. Godsdienst wordt op de eerste plaat* veredeling van den mensch, Vooral onder den invloed der kantiaansche wijsbegeerte ontwikkelde zich dit Godsbegrip steeds meer in monistischen zin. Het persoon lijk karakter geraakte in dit Godsbeeld op den achtergrond. Het oneindige openbaart zich in de wisselende vormen van het eigene: God wordt cedaent in de voortdurende wisseling van het leven en met hem wisselt de waarheid en de godsdienst in den loop van den tijd. Het Gods begrip werd hoe langer hoe meer beschouwd als een product van den menschelijken geest. Wij mogen deze twee laatste phazen in de ont wikkeling van het Godsbegrip vrij een ernstige crisis noemen. Spr. stelt zich nu twee vragen. De eerste: wat is het Godsbeeld, dat wij dragen welk is het Godsbegrip van onzen tijd De tweede: welk Godsbegrip heeft deze tijd in het bijzonder noodig en dient dus ontwikkeld te worden Wanneer we vragen, welke Godsvoorstelling in de huidige samenleving de geesten leidt en beheerscht, dan lijkt die vraag haast niet te beantwoorden. Maar toch zijn er tendenzen, richtingen in de ontwikkeling der gedachten, die in groote trekken weergeven, wat in het huidige Godsbeeld op den voorgrond treedt, wat er vooral in over het hoofd gezien wordt. Op de eerste plaats is er een drang naar meer metaphysisch inzicht, die spr. o.a. tot uit drukking ziet komen in de „Wesenschau" van Husserl. Een tweede distinctief in de moderne gedachte is het intuïtieve karakter, dat aan het menschelijke denken wordt toegekend. Van Max Scheler tot Bergson is er een rijk-gevarieerde opvatting van dit intuïtieve karakter. Allernauwst is hiermede een derde merkwaar dige karaktertrek der moderne gedachte verbon den, welke spr. de fragmatistische zou willen noemen. Al deze drie wijzigingen in de gedachteoriën- teering worden gelijkelijk omvat door nog een ander kenmerk: dat de gedachte niet langer uitsluitend subjectief gericht is, maar een meer objectieve richting zich steeds sterker aftee- kent. Wij moeten allereerst God zien als den diepsten grond van ons wezen, na eerste bere deneering duidelijk kenbaar, daarna bij ge- -regelde instelling daarop als bij intuïtie te ken nen, zoodat wij ons zien in voortdurende schouwing Gods en Hem niet slechts aanbidden in ons eigen wezen, maar evenzeer in alles wat bestaat. Die inwoning en inwerking Gods moet vervolgens zich ten volle in ons leven open baren. In de voorbereiding en ontwikkeling van dit Godsbegrip schuilt juist in deze donkere tijden een bijzonder lichtpunt: de godsdienst wordt in dezen strijd om God ontegenzeglijk verdiept en verinnigd. En het is in niet geringe mate verheugend, dat uit dezen strijd der gedachte dit mooie Godsbeeld tot nieuw leven schijnt te worden gewekt. Het fragmatistisch-intuïtief karakter van het Godsbeeld openbaart zich niet het minst in den grooten afval van God, welke tegelijk demon streert hoe velen niet begrijpen, onder welke vormen men nu vooral God zoekt. Het vele on recht, dat in de wereld geschiedt en als met de natuur overeenkomend wordt voorgesteld, weerhoudt duizenden om in de natuur God te zien. Waar het menschelïjk denken zoo is georiën teerd, daar kan men wel van een ziekelijke instelling spreken, maar dat ontheft niet van de verplichting, daarmee rekening te houden, wil men de Godsgedachte weer verspreiden en in gang doen vinden. Daarom moeten wij God vragen voor dezen tijd mannen en vrouwen op te wekken van heldhaftige deugd, die door hun daad tot den uitroep dwingen: dat doet het on geloof niet na. Er moet iets uitgaan van het Godsbegrip op de samenleving. Gelukkig wordt dit meer en meer begrepen. Er komt, vooral onder de jongeren, een jeugdige geestdrift om het geloof in God fier en openlijk in daden te belijden. Daarbij moeten wij dezen tijd verstaan en ons niet buiten zijn invloed plaatsen. Wij moeten het feit, dat het Godsbegrip van dezen tijd naast het fragmatistisch nog een intuïtief ka rakter heeft ook berusten, om den intuïtieven mensch God te leeren zien. Spreker wil nog met een enkel woord wijzen op het groote voordeel in de verspreiding van dit Godsbegrip gelegen voor het herstel der schonden maatschappelijke orde, omdat het den mensch uit zijn isolement haalt en hij zich door God vereenigd en in betrekking ziet met alle andere menschen. Dat bewustzijn van on derlinge afhankelijkheid en ordening tot elkan der is wel het mooiste dat ter redding uit den huldigen nood kan worden gedacht. Hoe mooi intusschen dit Godsbeeld is, de geschiedenis leert ons, dat wij het niet al te eenzijdig mogen prediken en verspreiden. De intuïtie leide den geest niet af van de beredeneeruig des ver stands die er den grondslag van moet blijven. Geen alogisme doch gezonde redeneering en wetenschap moeten het Godsbegrip voeden en ontwikkelen. Spreker spreekt in dit verband zijn groote blijdschap uit over 't bezit van onze eigen Uni versiteit. Een ander gevaar is, dat de fragmatistische interpretatie van dit Godsbegrip kan leiden tot uiterlijkheid. Wij moeten daarom open oogen houden voor de dringende noodzakelijk heid der innerlijke bezieling. Spreker besluit zijn rede met een fraaie peroratie. De middagvergadering bij de Diesviering der R.-K. Universiteit te Nijmegen was zoo druk bezocht, dat de nieuwe aula nauwelijks in staat bleek allen aanwezigen plaatsen te verschaffen. De curatoren en professoren werden bij het binnentreden voorafgegaan door een lange rij vlaggen van het studentencorps en zijn vele clubs en disputen. Bij de binnenkomst der professoren werd het universiteitslied gezongen. Na de diësrede van den rector-magnificus. prof. Brandsma deelde deze mede. dat door den heer Aug. Falize aan de universiteit ten ge schenke is gegeven een borstbeeld van H. M. de Koningin. Spr. brengt hiervoor aan den schen ker dank namens rector en senaat, curatorium en bestuur der St. Raclboudstichting. Het beeld is geplaatst in de hal der nieuwe aula en H. M. de Koningin is mededeeling van de plaatsing gedaan. Hierop werd door alle aanwezigen staande het Wilhelmus gezongen, gevolgd door het Io vivat. Na afloop der vergadering had er een recep tie plaats in de ontvangzaal van het gebouw, waar eveneens een ongekende drukte heerschte. Dr. WILLEM MENGELBERG. NED. AUTOMOBILISTEN IN BELGIE GEHANDICAPT. Bij gelegenheid van den internationalen voet balwedstrijd te Brussel waren Zaterdag talrijke automobilisten uit Nederland naar het Zuiden gereden, terwijl ook vele touringcars scharen supporters naar de Belgische hoofdstad vervoer den. Hevig werden ze op den hoofdweg tusschen Mechelen en Brussel gehandicapt daar bij de gemeente Vie/lvoye de rijksweg bleek opgebro ken te zijn. De versperring was te voren onvol doende aangewezen en men was genoodzaakt zij- en landwagen be nemen om verder te geraken. Deze wegen verkeerden door de ongun stige weersomstandigheden in zeer slechten staat. Verschillende wagens zakten tot de as in de modder, langen tijd kon er geen voor- of achteruit. Br ontstond een ware paniek. Uren lang is men bezig geweest om de wagens uit het slijk te trekken in den donkeren regen avond. Verschillende auto's kwamen eerst ver na middernacht te Brussel aan, er waren zelfs touringcars die inplaats van Zaterdagavond pas Zondagmiddag omstreeks half drie hun doel bereikten. Te begrijpen valt, dat er heel wat ontstem ming heersohte onder de Nederlandsche auto mobilisten, die Zondag den voetbalwedstrijd te Brussel bezochten. Buitengewoon senator van de Duitsche academie. MiiNCHEN, 17 October. (V.D.) Binnen het kader van het Congres der Duitsche Academie werd Zaterdagmiddag in het „Bayerische Hof" een feestelijke bijeenkomst gehouden, waarin o.a. ex-kroonprins Ruprecht van Beieren aan wezig was. De president der Academie, Geheim- rat Friedrich von Müller hield een rede, waarin hij o.a. mededeelde wie door den Senaat met een bijzondere benoeming waren vereerd. Een zestal bekende personen uit wetenschappelijke, technische en industrieele kringen werden be noemd tot gewoon Senator, terwijl tot buiten gewoon Senator werden benoemd Mevrouw Elisa Brandström-Ulig te Dresden, de bekende econoom Prof. Gustaf Cassel te Stockholm, de dirigent Wilhelm Furtwangler te Berlijn, de di rigent Arturo Toscanini, de dirigent Dr. Willem Mengelberg, te Amsterdam en de directeur van de Duitsche Rijksradio-omroep dr. Kurt Magnus. Tot correspondeerend eerelid werd o.a. benoemd Dr. Rabindranath Tagore van de universiteit van Calcutta. Inkomens gedaald tot beneden het jaar 1915. In verband met de vele verzoeken om inlich tingen, die hieromtrent bij het Centraal Bureau voor de Statistiek binnenkomen, zijn in de zoo juist verschenen September-aflevering van het Maandschrift van genoemd Bureau reeds en kele voorloopige totaalcijfers betreffende de statistiek der Rijksinkomsten- en Vermogensbe lasting opgenomen voor het belastingjaar 1931/1932. Uit deze voorloopige gegevens, die in verge lijking worden gebracht met de overeenkom stige gegevens van 1 Mei 1915 af, blijkt, dat het bedrag der zuivere inkomens vóór den kinder aftrek voor het belastingjaar 1930/1931 het hoogst is geweest, n.l. 4.367 millioen en dat daarop als gevolg van de In 1929 opnieuw in getreden economische crisis een teruggang is gevolgd tot 4.207 millioen, welke daling 3,68 pet. uitmaakt van het topjaar 1930/1931. Het gemiddeld inkomen per aangeslagene bedroeg over 1931/1932 2.253, en bereikte over dit jaar het laagste punt van alle vergeleken jaren. De aandacht zij erop gevestigd, dat het be drag der inkomens in het algemeen betrek king heeft op de inkomsten, genoten ln het voorgaande kalenderjaar, zoodat bovengenoemd bedrag van 4.207 millioen de inkomsten be treft over het kalenderjaar 1930. Het bedrag der ln de vermogensbelasting vallende vermogens bereikte het hoogste punt over het belastingjaar 1929/1930, n.l. 15.666 millioen, waarop een teruggang is gevolgd tot 14.299 millioen over 1931/1932 (daling 3,68 pet.) Het gemiddeld vermogen per aangesla gene was van alle vergeleken jaren het laagst over de belastingjaren 1924/1925 en 1931/1932, n.l. 74.000. Opgemerkt zij, dat deze bedragen den toestand aangeven bij den aanvang van het belastingjaar op 1 Mei. Voor meer uitvoerige gegevens zij naar het Maandschrift verwezen. Controle van regeeringswege. Naar wy vernemen, hebben thans de meeste organisaties van arbeiders betrokken bij het bouwbedrijf de verlaging van de contractloonen aanvaard. Ook de landelijke Federatie van bouwvakar beiders, die niet bij het contract betrokken is, heeft zich met de loonsverlaging vereenigd. Zooals bekend bestaat er bij de Regeering, indien uit anderen hoofde daartegen geen be denkingen bestaan geen bezwaar de beschik baarstelling van bouwcredieten te bevorderen. Van Regeeringswege zal er controle worden uitgeoefend op de wérkelijk uitbetaalde loonen. In de bestekken voor den bouw van woningen met Rijkssteun zal de bepaling moeten worden opgenomen, dat de aannemer op verzoek opga ve moet verstrekken van de werkelijk uitbe taalde loonen. LOONSVERLAGING BIJ DE PAPIER FABRIEKEN TE VELSEN De directie der Ver Kon. Papierfabrieken der firma Van Gelder Zonen heeft aan de werk nemers een circulaire doen uitreiken, waarin zij met voorstellen tot salaris- en loonsverla ging komt. De vakbonden staan afwijzend tegenover de voorstellen, omdat zij meenen. dat de zaak zeer gezond is en door rationalisatie het aantal ar beiders in de laatste jaren al sterk vermin derd is. Er gaan den laatsten tijd allerlei fantastische geruchten over salarissen, die toegekend zou den zijn aan functionarissen, betrokken bij de uitvoering van diverse crisismaatregelen. Van één werd gezegd, dat hij 24.000 gulden salaris genoot, en van een ander, dat hij zich 20.000 gulden toegewezen zag. Zoowel het een als het ander is grove leugen aldus de a.r. „Standaard". „In het eerste geval wordt, maar dit alleen voor de dagen dat hij buiten zijn woonplaats moet verblijven, 20 gulden per dag toegekend. Dat is alles. En daarvan moet hij dan zijn hotel en andere verblijfkosten betalen. Het tweede geval betreft iemand, die buiten Den Haag woont, doch veelvuldig in de Resi dentie moet vertoeven, en daarvoor dus kosten moet maken. Ter bestrijding van die kosten ge- geniet hij 1500 gulden voor een heel jaar. Aan salaris geen cent. Hoe deze leugenachtige berichten,in de we reld komen, weten wij niet. Maar de bedoeling is duidelijk. Er moet verbittering worden ge kweekt en daarvoor kan elke leugen dienen. Wij mogen van onze menschen verlangen dat men aan zulke verhalen geen geloof hecht". De „Ibis" is gisteren te Bandoeng aangeko men. De „Oehoe" (thuisreis) is gisteren te Jodphur geland. De „Pelikaan" is in Djask aangekomen. TARIEF VOOR UITVOER VAN AARDAP PELEN VOOR BELGIë. De Minister van Economische Zaken en Ar beid, heeft bepaald, dat de verklaringen van gezonde herkomst voor zendingen aardappelen naar België slechts mogen worden afgegeven, nadat de zendingen door of vanwege den Plan- tenziektenkundigen Dienst zijn geïnspecteerd en dat voor deze inspectie berekend wordt het ta rief, zooals dat is vastgesteld bij ministerieele beschikking d.d. 10 October 1929, Directie van den Landbouw, afdeeling II, no. 101 P.D. Dividend- en tantième- en successie-belasting niet verhoogd. Belasting op radio-toestellen De voorzitter van het Centraal Stembureau voor de verkiezing van de leden der Tweede Ka mer heeft thans in de vacature-Ament tot lid dier Kamer benoemd verklaard den heer P. W. ■M. t* COUPONBELASTING IN ERNSTIGE OVERWEGING. Aan de Memorie van Antwoord inzake het wetsontwerp tot tijdelijke heffing van opcenten op alle invoerrechten en op den accijns op bier, alsmede herziening van het tarief, wordt het volgende ontleend: Het onderhavig ontwerp beoogt slechts, uit een onbelemmerden invoer tijdelijk een iets hoogere bate voor den fiscus te verkrijgen. Het heeft derhalve slechts een accijns-strekking en zal gelijk gezegd, wat de helft der opbrengst aangaat, zelfs zuiver als een accijns werken. Bovendien weet men in het buitenland zeer goed, dat de Nederlandsche Regeering bereid is zich zelfs van fiscale voorstellen, welke beoogen de grenzen te sluiten en aansturen op autarkie, te onthouden, ja haar bestaande fiscale rechten op een lager niveau te brengen, indien hierdoor een betere geest bevorderd en het noodlottig handelspolitiek streven van vele landen door broken kan worden. Indien dit doel wezenlijk kan worden bereikt, is dit een offer, ook een fiscaal offer, alleszins waard. Landbouw en industrie. Dat de lanwbcwwproducten tot dusver in grootere mate vrij binnenkwamen dan de indus trieele producten, zal vermoedelijk zijn oorzaak vinden in het feit, dat onder de eerste veel export-artikelen voorkwamen en daarnaast veel eerste levensbenoodigdheden. Aan een opzette lijke achterstelling van de landbouwproducten als zoodanig kan bezwaarlijk worden gedacht. Dat in ons tarief een niet voldoende onder scheid gemaakt wordt tusschen grondstoffen, halffabrikaten en eindprodukten, en evenmin tusschen waren, waaraan werkelijke behoefte bestaat en andere, welker invoer als niet nood zakelijk kan worden beschouwd, is uiteraard te bepleiten. Dat hier echter sprake zou zijn van een zóó algemeen erkende fout van de Tarief- wet, dat om die reden de aanhangige, gedu rende één jaar te heffen, opcenten zouden moe ten worden ontraden, is weinig waarschijnlijk. Immers in dat geval zou men niet nagelaten hebben, deze fout bij de technische herziening van 1925 te verbeteren. Geen tariefsherziening. De Regeering vraagt zich af, of hetgeen in het voorloopig verslag ter zake van het tarief van invoerrechten wordt aanbevolen, wel ge heel in de lijn ligt van de ernstige bedenkin gen, door dezelfde leden tegen het wetsont werp aangevoerd. Zij meent die vraag ontken nend te moeten beantwoorden en heeft dan ook niet zonder eenige bevreemding van dit betoog kennis genomen. Intusschen meent de regeering op dit oogen- blik niet in een beoordeeling van het aanbe- volene te moeten treden, omdat voor haar daar tegen het praealabele bezwaar geldt, dat het ver uit gaat buiten de zeer tijdelijke fiscale herzie ning, welke thans aan de orde is. Buiten een wijziging van het tariet van In voerrechten zijn nog eenige andere maatregelen ter vervanging van het aanhangige ontwerp aan de hand gedaan. Daaromtrent moge het volgende worden op gemerkt. Tabaksaccijns. Een verhooging van de tabaksbelasting, voor zoover sigaren en rooktabak betreft, is destijds overwogen, toen de opcenten op den sigaretten- accijns werden ingevoerd. Dat er destijds van is afgezien en er ook thans nog niet toe wordt overgegaan, vindt zijn oorzaak in de bijzondere toestanden, welke in de sigarenindustrie heersehen en welke een opcentenheffing daar zwaarder zullen doen treffen dan in de sigarettenindustrie. Dat een voorstel tot zulk een verhooging nooit komen zal, zegt de regeering op dit oogenblik niet. Maar als het komt, zal de opbrengst bij een heffing van 30 opcenten te ramen op ongeveer ƒ4 millioen niet aan de gewone middelen, maar aan het Leeningsfonds 1914, ten goede moet enkomen, d.w.z. ter dekking van de crisisuitgaven strekken. Couponbelasting- De invoering van een couponbelasting is sinds eenigen tijd bij den minister van Financiën in ernstige overweging. Wordt er toe overgegaan, dan zal, ten einde dubbele belasting te voor komen. de contribuabele de bevoegdheid moe ten hebben, de betaalde belasting af te trekken van zijn aanslag in de inkomstenbelasting. Niettemin zullen drie voordeelen verkregen kun nen worden. Vooreerst zal de kans op fraude worden verminderd. Bij de aangifte voor de inkomstenbelasting is het vooral de aangifte der inkomsten uit effecten veel meer dan die uit grond en hypotheek welke soms aan een nauwkeurige controle ontsnapt. Indien het gelukt, ten dezen een doeltreffende regeling in een couponbelasting te maken, zal derhalve, ook al wordt billijkheidshalve aftrek toegestaan, een bate verkregen worden, welke thans nu en dan aan den fiscus ontgaat. In de tweede plaats zullen bezitters van z.g. goederen in de doode hand, welke onder het bestaande recht voor hun onroerend bezit wel grondbelas ting betalen, maar voor hun effectenbezit ge heel vrijloopen, ook ten aanzien van dit laatste in een zakelijke belasting worden getroffen. Mits evenals trouwens bij de grondbelasting geschiedt de noodige uitzonderingen worden gemaakt, ligt hierin uiteraard een voordeel. In de derde plaats zal de couponbelasting ge heven kunnen worden van Nederlanders, die Nederlandsche effecten bezitten en wegens ver blijf in het buitenland niet in de inkomsten belasting worden aangeslagen. Gelijk gezegd, is de aangelegenheid bij den minister in overweging. Een eventueel ontwerp zal echter in geen geval vóór 1 Januari 1934 in werking kunnen treden. In verband met den toegestanen aftrek van den aanslag ln de in komstenbelasting zal een bepaalde raming van de opbrengst ook dan niet kunnen worden ge geven. Dividend- en tantième-be lasting. Opcenten op de dividend- en tantième-belas ting worden reeds geheven ten behoeve van het Leeningfonds 1914 en van de gemeenten tezamen tot een getal van 81. Verhooging daarvan ware, vooral op dit oogenblik, kwalijk te verantwooi- den' de Inzake een belasting op de goederen m doode hand wordt verwezen naar wat om de couponbelasting werd opgemerkt. Successiebelasting. De successie-belasting leent zich niet vo°i een tijdelijke verhooging, omdat deze - g niet, zooals elke andere draagkrach g, ieder jaar betaald wordt door alle c len die daarvoor in aanmerking komaar slechts door een zeer klein deel zoo dat het onbillijk ware, juist dat deel dat in zeker jaar aan de beurt is, hooger e belasten. Bovendien is verhooging van de successie belasting tot dekking van gewone uitgaven waarom het hier gaan zou verwerpelijk, daar immers de successie-belasting reeo.s op zich zelve, naar het inzicht van bevoegde beoordeelaars, lijf ten onrechte hiervoor wordt betiewè, Rijwielbelasting. Wat de verhooging der rijwielbelasting be treft, reeds vroeger heeft de minister van Financiën opgemerkt, dat op belastinggebied hetgeen voorgesteld wordt, veelal minder aan trekkelijk is en meer aan bezwaren onderhevig wordt geacht dan wat niet voorgesteld wordt en dat, indien dit laatste in concreten vorm ter tafel komt, het vaak zijn aantrekkelijkheid ver liest. Hij vreest dat, indien thans een verhooging der rijwielbelasting werd voorgesteld, dit ver schijnsel zich op sprekende wijze zou herhalen, afgezien nog van de omstandigheid dat de rijwielbelasting een der middelen van het wegen fonds is en dus niet kan dienen om de gewone uitgaven te dekken. Radio-belasting. Een belasting op radio-toestellen zal in de aanhangige weeldeverteringsbelasting kunnen worden opgenomen en daar kunnen strekken ter opvanging van wat ten gevolge van de ge wijzigde tijdsomstandigheden de opbrengst be neden de destijds gemaakte raming zou blijven. De minister van Financiën heeft dit punt bij det betreffende commissie aanhangig gemaakt. Progressie gemeentefonds belasting. Een vroeger beginnende piogressie bij de voorgestelde opcenten op de gemeentefondsbe lasting zonder een algemeene omwerking van het ontwerp, waartegen bezwaar bestaat zou de opbrengst dier opcenten met verhoogen maar verminderen. Immers, ef" vroeger begin nende progressie zou iu het stelsel van het ont werp beteekenen, dat voor alle inkomens bene den ƒ30.000 een lager aantal opcenten dan 30 geheven zou worden. Indien de progressie bijv. bij 20.000 in plaats van bij 30.000 zou aanvan gen, dan zouden de belastingplichtigen met een inkomen beneden ƒ20.000 slechts twintig opcen ten te dragen hebben: die tusschen ƒ20 en 30.000 alle minder dan dertig. De ontmunting van het zilvergeld en de ver vanging daarvan door nikkel is een aangelegen heid, die te veel kanten heeft dan dat zij in deze memorie ook maar eenigszins tot haar recht zou kunnen komen. A uto. onder deelen. Het is de Regeering niet duidelijk, hoe het euvel van den toenemenden invoer van auto mobielen in onderdeelen afdoende zou kunnen worden tegengegaan zonder die onderdeelen in elk geval te belasten. Door de voorgestelde hef fing van invoerrecht op onderdeelen, voor wat in het Verslag een bonafide autoconstructiebe drijf genoemd wordt, gaat met het geheel ver loren, dat het gevolg is van de bestaande tarief wetgeving. Behalve motoren en frames worden de meeste onderdeelen van automobielen slechts belast met 7.8 percent van de waarcle tegen complete motorrijtuigen met 19.5 percent. Daar bij komt, dat de waarde der gezamenlijke onder deelen lager moet zijn dan de waarde van den completen automobiel en dit verschil grooter is, naarmate die onderdeelen hier te lande, voordat zij in een automobiel kunnen worden aange wend, nog verschillende bewerkingen moeten ondergaan. Voegt men daarbij nog, dat de mo gelijkheid niet uitgesloten schijnt, dat verschil lende onderdeelen tegen concurreerende prijzen uit Nederlandsche fabrieken kunnen worden be trokken, waardoor dus een voorsprong van 19% pet. op de waarde dier onderdeelen zou worden bereikt, dan springt in het oog, dat het voort bestaan van een lichaam, als in het voorl. ver slag genoemd, allerminst wordt bedreigd. De voorgestelde heffing komt slechts hierop neer, dat de bestaande voorsprong van 15 pet. voor sommige onderdeelen (motor en frame) vervalt, voor andere wordt gereduceerd tot 11.7 pot., terwijl voor onderdeelen, die hier te lande wor den gemaakt de marge stijgt tot 19.5 pet. De Regeering kan dan ook geen aanleiding vinden de voorgestelde heffing op automobiel- onderdeelen te wijzigen. Suiker. Ook de Regeering verwacht, dat de 30 op centen op het compenéeerend invoerrecht van sommige soorten van suiker voor de schatkist geenbelangrijke baten zullen opleveren. Zij heeft echter gemeend dit recht niet anders te moeten behandelen dan overeenkomstige rech ten, welke van andere accijnsgoederen worden geheven. De zeer geringe prijsverhooging (0,7 cent per kilogram), welke de opcentenheffing ten gevolge zal kunnen hebben, schijnt haar toe niet als een ernstig bezwaar te kunnen gelden. Overigens zal deze prijsverhooging onder be paalde omstandigheden automatisch in minde ring komen op den aan de verbouwers van sui kerbieten te verleenen steun. Met het oog op het karakter van het ontwerp bestaat er bezwaar tegen het belasten van ruwe suiker met een invoerrecht thans in geding te brengen. De Regeering verwacht, dat de verhooging van het compenseerend Invoerrecht op suiker geen belangrijke wijziging zal brengen in de verhou ding tusschen den invoer van witte suiker de dien van ruwe suiker, zulks op grond van omstandigheid, dat het compenseerend inV°eCn recht bij het tegenwoordig bedrag reeds ee. voldoende winstmarge inhoudt om het rate ren van ruwe suiker hier te lande l°°npeStaat maken en er kennelijk een afspraak hier tusschen de groepen van belanghebben de elke te lande nopens het percentage, waart"^ witte groep in de binnenlandsche behoeft®^ gefakrj_ suiker zal voorzien. De hier te lajLgen in het ceerde suiker zal door de verhoog pr;js kun- binnenland tegen den iets hooger exPort wordt nen worden afgezet. De afzet v°° t invoerrecht uiteraard door verhooging van niet beïnvloed. p0 navordering. „„ordering tot hetgeen Beperking van de nav ingevoerd dan in door den importeur m^ k van de vorige dU d, .xpedltaa» "nZS'f"" reeds nu dekken ttó d sed nsolvabih- teit van hen voor in «S 29 Septem ber bar jTvoo\\Vav0ora^g%^merking komen! de goederen hebb/m is begrijpelijk en redelijk. Een 1 flle in dit opzicht tegenover den eXpC?„M Jeen renteverlies of risico wil dragen za, dien expediteur over- risico wil drag«** expeaneur ovei- een moeten komen M or een bankgarantie nf m andere wy«sen schade te vrijwaren. Gelukt d^ngeven hij 2elf de S°ederen lv^ee"xPedi*ew°i^"der tusschenpersoon komt als aan^g~ aazijn de goederen bij den invoer nog niet ver kocht en 1S ae importeur dus de eenig aan sprakelijke persoon, dan zullen, bij wanbetaling, alle later door hem ingevoerde goederen aan inbeslagneming en executie bloot staan. Ook zal het hier wel zelden om belangrijke partijen 2 eXEv".uaMiuciiyciauuu aangpver s' voor de navordering in Kroonprins Gustaaf Adolf van Zweden en prinses Syb\llia van Saksen-Coburg.Gotha, die Donder dag a.s. in het huwelijk treden. BESTELLINGEN WORDEN AAN HUIS OPGENOMEN Margarinesmokkel aan de Belgische grens. Men schrijft ons van de Limburgsch-Belgi- sche grens: Door de hooge boterprijzen hier te lande ia langs de Nederlandsch-Belgische grens een le vendige handel ontstaan in boter speciaal mar garine, die uit België wordt binnengesmokkeld. Men gaat de winkels en ook het publiek af om te noteeren hoeveel men deze week zal kunnen gebruiken. De beste Belgische margarine kost daar momenteel 40 cent per kilo. Ook de goedkoope Belgische suiker is nog steeds een dankbaar smokkelobject. Daarentegen profiteeren de Belgien gaarne van ons goedkoope varkensvleesch en gaan de biggen in groote kwantums de Belgische grens over, waar die ongeveer het dubbele kosten van den prijs hier te lande. Meester cursus Julia Culp. Julia Culp, die haar domicilie in Tsjecho- Slowakije heeft, zal met medewerking van haar zuster Betsy Rijkers-Culp uit Amsterdam, dis de begeleiding zal verzorgen, een meester-cur- sus in"den liederzang geven gedurende de maan den Januari en Februari 1933 in Weenen. VERDUURZAAMD VLEESCH. De minister van Staat, minister van Binnen landsche Zaken, heeft bepasiid, dat door drogen verduurzaamde magen, darmen en blazen kun- nen worden beschouwd als verduurzaamd vleesch, bedoeld in art. 4, onder b, van hét XJ B. van 6 Juni 1922, laatstelijk gewijzigd bij K. B. van 13 Juni 1931, en derhalve mogen worden in gevoerd. De gemeenteraad va"^fer.e besloot met 4 tegen 3 stemmen af^fe d t® beschikken op het verzoek der v°® tbai weri.t ng om op het sportterrein een voetbalwedstrijd op Zondag te mogen houden- pe nioigenstoud heeft goud in den mond. g0ndagmorgen om half zes is te Zeist in de sl°tlaazo iiritrpl, ?ie„ïrlbraak gepleegd door een ruim Duitscber, die een uur later t.eeds achter slot en grendel zat. De man had met een steen een groote win kelruit van het City-magazijn van den heer Koetsveld stukgeslagen en door het groote gat, dat was ontstaan een aantal horloges, en*, bij- een gegraaid. Op zijn vlucht was hij echter gezien door 7"d matineus Slotlaanbewoner aan de over- 'J die de politie kon waarschuwen. Een weetal agenten trok er per fiets op uit en wist den man in het Kerckeboschkwartier aan te houden. Hij was nog in het bezit van een hor loge met prijskaartje, dat hij voorgaf te heb ben gevonden. Bij zijn verhoor bleef de dader ontkennen, doch later werd ook een pet met horloges gevonden, waarvan hij zich op zijn Vlucht blijkbaar heeft ontlast. Gistermorgein is te Hoogezand de 61-jarige wilei» rijidier Ridderbos van Borgweg dooir een lux* auto overeden en gedood. Den autobestuurder treft geen schuld. Od de Alexander Nuimian,skade te Utrecht id Zaterdagmiddag een zesjarig jongetje, dSl-miet zijn kameraadjes eifkeils zocht, te wateir geraakt en verdronken. Toen de vriendjes thuis vertelden, dat de jon gen ln het water lag, is die politie gaan dreg gen. Zij slaagde erin in den loop van den avond, het lijkje op te halen. Bieraccijns. Het wil de regeering voorkomen, dat de donkere schildering, die verschillende leden geven van de verwachte gevolgen der voor gestelde verhooging van den bieraccijns, goeden grond mist. Stelt men den gemiddelden bier- acciins op 7 cent per liter (het juiste bedrag hangt af van de dichtheid van het wort waaruit het bier is vervaardigd), dan zal de voorgestel de verhooging 2.1 cent per liter beloopen, of Per glas van 1/3 liter: 0.7 cent. Wordt dus de prijs van het bier per glas met slechts 1 cent verhoogd (voor licht bier per glas met een prijsverhooging van cent per glas zou kun nen worden volstaan), dan is de accijnsverhoo- ging volledig gedekt. JONGETJE OVERREDEN. Te Midwolda (Oldambt) is Siriermiddag het 6-jarig zoontje van den faBrieksar 1 Kan- ninga, dat op een wagen gek101 daar af gevallen en door den wage"verled dca' Kor" ten tijd daarna is de jongen en. Te IJzendijke kregen Maandagmorgen twee personen hooggaande ruzie. De een sloeg den ander met ee» ijzeren hamer op het hoofd, waardoor een schedelbreuk ontstond. sier VERDUISTERING. Te Maastricht Is ten nadeel© van den gros- in suikerwerken J. S., door diens relzi- i0i gedrag van 650 var-luiitord. VOORZIET u VAN GOEDE HULP. HOUDT ST&EDS EEN a BIJ de HAND BS

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 6