allerheiligen
öruKKtn
1
DAGBLAD VOOR SCHIEDAM EN OMSTREKEN
STADSNIEUWS
OPRUIMING VAN AL ONZE ARTIKELEN
HOOGSTRAAT 39-99
GEBR. BEAUSAR
DE H. LIDUINA VAN SCHIEDAM.
55ste JAARGANG
MAANDAG 31 OCTOBER 1932
No. 16477
MM 1
BUREAU KOEMARKT 4, SCHIEDAM
TELEFOON INTERCOMM. No. 68085
HET STEDELIJK MUZIEKKORPS
Feestconcert in den „Bond"
ENKELE DAGEN NOG - SPOTPRIJZEN
de rotterdamsche dijk
ROTTERDAMSCH PHILHARMONISCH
ORKEST.
EEN BLIK OP HARE BETEEKENIS.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN. I
NOTEERING MOUTWIJN EN
SPIRITUS
p, ABONNEMENTSPRIJS van da NIEUWE
SCHIEDAMSCHE COURANT bedraagt, tranco
bt) vooruitbetaling:
Per drie maanden S.25; per maand L10,
per week 25 cent.
Bt) bezorging franco per post bedraagt de
abonnementsprijs per drie maanden ƒ3.75,
vooruitbetaling.
LOSSE EXEMPLAREN zijn steeds aan ons
bureau Koemarkt 4 verkrijgbaar ft 6 cent
oer stuk.
POSTCHEQUE- en GIRODIENST No. 81440.
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt.
Voor 1—6 regels 1.65 elke regel meer 25 ct.
EU contract aanzienlijke reductie.
Geen prijs verhooging voor den Zaterdagavond.
Reclames tusschen den tekst dubbel adv.tariet.
Liefdadigheidsadv. half tarief. Voor Liefdadig-
heidsadv. worden geen contraeten afgesloten.
Kabouter-advertenties: 6 regels 0.60; 10
regels ƒ1.—. 15 regels ƒ1.60, b!3 vooruit
betaling. Porto voor opzending van brieven
gelieve men bij te voegen.
r O allen verzekering ƒ500.- bij overlijden door een ongeval; 500.- bij verlies van beide handen, voeten of oogen; ƒ250.- bij verlies van één hand, één voet of één oog; 150.- bij verlies van een duim; 75— bij verlies van
ratis- ngev verlies van twee yo ledematen alle vingers van een hand; 25.- bij verlies van eiken anderen vinger. - De Verzekering loopt op de voorwaarden als eenmaal per maand in dit blad worden afgedru t.
een wijsvingerJ J
De Nieuwe Schiedamsche Courant zal
morgen 1 November, den feestdag van
Allerheiligen, verschijnen waartoe Zijne
_w £XCCllentie de Bisschop van Haarlem
dispensatie heeft verleend.
P DE DIRECTIE
Gelukwenschen en bloemen
Ter gel es eenheid van zijn zilveren bestaans-
fe«st heeft het Stedelijk Muziekkorps Zaterdag
avond een feestcancert gegeven. Een gToot
aantal belangstellenden was naar den R. K.
Volksbond getogen. Op de eerste rij hadden o.a.
plaatsgenomen de heer H. Stulemeijer burge
meester van Schiedam en voorzitter 'van de
Commissie voor bat Stedelijk Muziekkorps; de
heeren B. A. J. Wittkampf en ir. C. Houtman,
leden der commissie, en wethouder J. Dimke-
lajr.
Nadat het korps de jubileummarsch van
Eurgdorffer geblazen had, werd er gelegenheid
tot compllmemleeren gegeven. Het eerst be
steeg de heer Stulemeijer het podium. Hij
wenschite het jubileerende corps van harte ge
luk. Bewondering koesterde hij voor de leden,
daar zij een waardig feest organiseerden on-
daznka die tijdsomstandigheden. ALs goede mu
Bici zijt gij dus optimisten en menechen, ie
van doorzetten wetein! Eigenlijk had le
mijn plaats de heer v. Waas moeten st^n, die
25 jaar in de commissie zitting heeft, doch on
gesteldheid verhinderde hem. Veel is te da,nken
aan de tact en het beleid van den directeur,
doch aan den beer v. Waas is het korps even
eens veel verschuldigd. Hij wist conflicten te
vermijden. Daarom hebben we sinds 1920 maar
één conflict gehad.
II hebt heel veel gedaan, zoo ging die burger
vader voort, om muzikaal Schiedam op thooger
peil te brengen. Vandaar die groote toeloop en
algemeene waardeering, waarin het korps zich
mag verheugen. Gij beoefent de kunst niet om
de kumst, maar stelt haar dikwerf in dienst der
liefdadigheid en wel in samenwerking met bot
verdienstelijke tooneelgezelschap „Utile Dulci".
Spr. hoopte, dalt het korps steeds die offervaar
digheid moge blijven betioonen en zich in alle
opzichten handhaven als een schoone parel aan
do. kroon der sitad Schiedam.
Nadat de burgemeester namens de commissie
een bloemenmand had aangeboden, huldigde hij
de vijf zilveren jubilarissen, namelijk de hee-
ren Th. Bokhorst, P. Duk, J. Muis Sr., C. Krom
menhoek en A. de Lange. Allen vijf werd een
herinneringsmedailie op de borst gespe op
deze penning staat een afbeelding van oancta
Caecilia met de lier en aan de achterzijde et
inschrift „Stedelijk Muziekkorps, Schiedam,
1907—1932".
De heer H. H. van Vleuten, directeur van het
korps, betuigde zijn dankbaarheid voor de blij
ken van waardeering en den ondervonden
steun, zoowel van de zijde der oommissie als
van die van den Raad. Hij beloofde, dat be'
korps steeds zijn uiterste best zal doen.
Hierop bood die heer J. Krabbendam „namens
een groot aantal ingezetenen" een tuescheo
bloemen opgesteld beeld van Beethoven aan.
Voort» werd een gelukwensch geuit en een
bloemstuk geoffeerd door mir. Visser al» voor
zitter van Utile Dulci. Deze memoreerde de
voortdurende vruchtbare samenwerking tus
schen zijn en de jubileerende vereeniging Da
serenade, welke het korps het vorig jaar aan
(j. D. bracht, was spr. nog niet vergeten
Daarna voerde de voorzitter der vereen Ieins
van leden van het Stedelijk Mutóekkoros w
woord- Hij zei o.a dat de verhouding tZm,™
den directeur en de leden opperbest ls
vereerde den leider met een ets van hèt
huis. Ook de jubilarissen kregen een 'Btff
geschenke, op den oudsten na, die een kto
sigaren ontving.
Een gelukwensch van de dochter van
vorigen directeur, den heer C. K. L. Bmt"
dorffer, werd door haar echtgenoot, den h
Kreulen, overgebracht Een bloemstuk
ze-Me de felicitatie.
Daarna boden bloemen en gelukwensollen
aan: de toeeren Staatmams namens O.B.K., a. v
Seben namens het Gemengd Koor, a. Vrau.
deunt voor de muziek vereeniging Gusto, y
Pelt als vertegenwoordiger van „Harpe Davids-
en een tweetal bestuursleden van het muziek-
gezelschap Juliana" te Hillegersberg.
De heer van Vleuten sprak hierop een saitnien.
vattend dankwoord. Erkentelijk was hij ook
jegieiBS de leden zelf. Gedurende 18 jaar mocht
hij dlit. corps els directeur leiden, na eenige
jaren onderdirecteur geweest te zijn. Spr. jaa
nog een telegram voor van den heer Honnerla.ge
Grete te Breda, oud-burgemeester en oud-voor-
zibter der commissie.
Daaina ging toet. corus voort met de afwer.
king van het programma. Dit vermeldde nog:
Ouverture Hans Sachs van A. Lontzing: Ge-
echlctoten aus dem Wiener Wald van Johan
Strauss; Harmonie van C. K. L. Buigdoiffer;
Concertino van F. L. Hermann (dit werd door
de clarinettisten P. Russeler en J. Senten uit
gevoerd) on een Feestmarech van H. H. van
Vleuten. De verschillende nummers werden,
zooals te verwachten viel, met veel succes ver
tolkt.
Na d® pauze maakte de muze Euterpe voor
hare zuster Thalia plaats: de toonkunst werd
door de vroolijke tooneelkunst vervangen. Uti e
Dulci kwam met de één-acters „De Hoteldief
vara Jan van Lumey en „Pak Idylle" van Chari-
varius". Het strijkje van den heer P- Maas
Geestieranus werkte mee.
ORGELBESPELING
Op Donderdag 3 November a.s. des avonds te
8 uur geeft de orgelist der Julianakerk de heer
W. A. Houtman een orgelbespeling in d:it ge
bouw, aan de Burg. KnapperUaam
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie).
DE ARME GORZEN
Van verschillende Schiedammers heb ik mo-
Ren hoorpn Hat hét artikeltje, door mij ge-
schreven, bij het aanvaarden van mijn pasto
raat in de H Hartkerk, bijzonder op prijs is
gesteld: „nu w'ist men tenminste wie die nieuwe
pastoor in de Gorzen was Dat complimentje
heb ik heel tevreden, in myn zak gestoken Of
1K' neel mijn zak gestoken heb? B.v
versnc0h1llmder kleine of grootere bijdragen voor
m^in arme kerk die daarna zijn ingekomen? Ja,
te»u het wel- Willen verzwijgen, maar de ver-
zou net wei he(. hart; Ik wild da.
het wafr was". Weet u wat ik voor mijn kerk
Z°Ikebégrüp het heel goed, daar is geen onwil
in het spel, de tijden zijn nu. eenmaal slecht, dè
zaken loopen slecht en bij velen kan er van
geven, ook zelfs voor een arme kerk. geen
sprake meer zijn. Toch geloof ik vast, dat er
anderen zullen zijn, die bij het lezen van deze
regels zullen zeggen: „Och, dat is waar ook, ik
was van plan dien Pastoor wat voor zijn kerk
te sturen, maar 't is mij geheel en al door 't
hoofd gegaan".
Of ik dat erg vind? Weineen, volstrekt niet,
nicicir ik zou zeggen, om het weer niet te ver-
geten, doe het dan spoedig, doe het nu. Mijn
adres is bekend: Lekstraat 55, gironummer
144299.
Misschien mag ik de jeugd van Schiedam wel
vragen, mij eens te helpen. Vader heeft het
natuurlijk druk met allerlei zaken, maar her
inner n hem nu nog eens aan die arme kerk
van pastoor Vis en wat nog edeler is zon
der van uw eigen zakcenten iets af voor de,
lasten van het arme Godshuis in de Gorzen te
helpen verlichten. Doen jullie het? God zal er
U voor zegenen.
Intusschen ik moeteerlijk blijven het
zou kunnen zijn, dat iemand iets extra aan een
mijner zelatrices gegeven heeft; daar ben ik
dan erg dankbaar voor.
Nog iets anders. Er wordt zooveel gesproken
en zelfs geschreven over de schilderingen in de
Gorzenkerk. Heeft u dat artikeltje gelezen in
de N. Sch. Courant met de zeer waardeerende
aanhalingen uit het Rotterd. Nieuwsblad? Inte
ressant, niet? Laat ik echter een scheef oordeel
even recht zetten. Men zou kunnen denken:
Waarom zich de weelde van schildering geper
mitteerd, als er nog zooveel financieele lasten
op de kerk drukken. Welnu, die schildering is
een cadeau geweest van den vorigen pastoor bil
gelegenheid van zijn 25-jarig priesterfeest. Maar
luist, omdat ik vermoed, dat nu bij zeer vele
menschen belangstelling is gewekt voor die
schildering, waarvan zij misschien wel iets ge
hoord, maar nog nooit iets gezien hebben, mag
ik l wel in herinnering brengen, dat op den
aag te allen tijde de kerk geopend is, zoodat u
dus gelegenheid geboden wordt om van die
schildering kennis te nemen. U is van harte
welkom.
En vergeet vooral niet het eerste gedeelte van
dit artikeltje.
TH. A. VIS, Pastoor.
DE LICHTSTOET DER GR AALMEISJES
Voordat de lichitshoeit hedenavond door de
stad zal trekken, wonen de Graalmielsjes te
half 8 een Lof bij in <)e Frankelandsche kerk.
De weleerw. heer A. Raaffels zal dian een predi
katie houden.
Het eindpunt is de Havenkerk. waar de leden
ongeveer te half 10 zullen bijeenkomen om ge
zamenlijk eenige stukken uit het Pinksterspel
en het Kruiskoor te reciteeren.
Met ingang van vanmorgen is het vorkeer,
dat uit Rotterdam komt, over 't nieuwe straat
gedeelte van den Rotterdamschedijk ter Noor
den van de trambaan geleid, zoodat de passage
van het Roods Hek tot het Ko-emarktplein voor
dit verkeer belangrijk gemakkelijker is gewor
den.
DE BAZAR VAN O. B. K-
Zaterdagmiddag om vijf uur heeft de voor
zitter van het Harmoniegezelschap „Oefening
baart Kunst" in gebouw Musis Saorum den
bazar geopend, welke daar tot en met van
avond gehouden wordt ter stij ving van het
1 ns trujiu enten fonds.
De iheer Straatman/s heette de vele genoo-
digden hartelijk welkom, dankte de medewer.
benden voor het tot stand brengen van den
'ba-zar, in het bijzonder magazijn Rosa voor
'8 bioeme-nversiering en magazijn het Licht-
Punt voor de verlichting, terwijl ook den heer
^lendijk dank werd gebracht, daar hij zorg-
voor een SpWia]6 verrassing.
ef. bezoek was reeds den eersten avond
ij zonder groot. De muziek van een Ibamd,
samengesteld d-cor leden van O. B. K., ver-
i°°.go nog prettige stemming.
BURGERLIJKE STAND
Aangiften van 28—29 October.
urG^fHREN: ^°bannes Wilhelm, zoon van J.
W. Muller en J. t. van Vliet, Fabristraat 37.
Johannes Matthijs, zoon van M. Stam en J.
C. Jochems, Snelliussingel 30. Een als le-
venloos aangegeven kind van R. Scheper en C.
van Dommele, Mariastraat 123.
BELEEDIGING VAN POLITIE
COMMISSARIS
C. F. te Schiedam, die op een communistische
vergadering te Eindhoven den commissaris van
politie H. Sirks te Rotterdam beleedigd had,
werd door de Bossche rechtbank overeenkomstig
den elsch veroordeeld tot 1 maand gevangenis
straf.
SCHEEPVAART
SCHIEDAM, 29 Oct. Vertrokken: Eng. Ss.
Penverme, met graan naar Rotterdam; Deensch
m.b. Trianon, met stukgoed naar Tsingtao via
Hamburg; Braziiliaansch s.s. Almirante Alexan
drine, met stukgoed naar Hamburg; Fransch
s.s. Yang Tse, met stukgoed naar Haiphong vj3
Londen.
SCHIEDAM, 30 Oct. Aangekomen: Finsch
s.s. Hollaing, van Calais om kolen te bunkeren;
Eng. s.s. City of Khartoum, met stukgoed an
Pernis in de Wilhelminahaven.
SCHIEDAM, 31 Oct. Aangekomen: Eng. s,s_
Lahore met stukgoed van Calcutta via Ant
werpen in de Wilhelminahaven.
Coba Reineke speelt Debussy en
Saint Saens.
De programmasamenstelling was ditmaal
wel zoo „model", dat er weinig of niets 0p
aan te merken valt; Roussel, Debussy, Saint-
Saens en Ravel ïijn figuren, die werkelijk wei
in combinatie kunnen gebracht worden, daar
ieder voor zich den „esprit gaulois" op zoo'n
bijzonder interessante wijze heeft weten aan
te voelen en weer aan anderen kenbaar doen
worden.
Voorts bracht dit 2e concert van het seizoen
al weer twee le uitvoeringen voor Rotterdam,
n.l. Roussel's eendeelig symphonietje „Pour
une fête de Printemps" en Debussy's „fanta
sie" voor piano en orkest. De programsarnen-
steller maakte zich niet aan zelfoverschatting
schuldig, waar hij schreef, dat het R.Pb.O.
een factor van beteekenis wil zijn in het
Rotterdamsche muziekleven. Wij willen wel
positief verklaren, dat dit door Flipse steeds
hooger opgevoerde ensemble thans reeds een
factor van beteekenis is in 't Maasstadleven.
Alles is nog niet volmaakt, alles is zelfs ook
nog niet goed, (wat de techniek betreft)
maar er zijn in dit orkest eigenschappen aan
te wijzen waarmee bij ernstige studie en
knappe leiding prestaties kunnen geleverd
worden, waarop menig apparaat jaloersch zou
kunnen zijn. De uitvoering bijv. van Roussel's
onbekende werk getuigde van veel gevoel voor
■melodieuze fijnheid, harmonischen durf. pak
kende rhythmen en actieve tempi Menige
passage was doorzichtig teer en het geheel
stond ontegenzeggelijk op voornaam peil.
Debussy's fantasie kwam er minder geluk
kig af: nogal eens wat rommelig en hard
soms, zeker ten opzichte van de solo-pianiste.
Coba Reineke, die slechts weinig gelegenheid
kreeg, om uit te komen. Haar toon ls niet
groot, haar toucher wel goed, maar er zit
blijkbaar niets meer onder, men hoort geen
voldoende „fond". Bijzondere verdiensten
hebben \rij in dit werk niet kunnen ontdek
ken: t is nogal eens inspiratieloos, er komen
gedeelten in, waarvan de „portée" niet duide
lijk doordringt, maar het beste kwam 't werk
tot zijn recht, als de piano geen taak had. De
vlooien braken haar toon 'n enkele maal te
spoedig af en eenige inzetten van het lichte
„blaas" waren te hoorbaar.
Beter kwam de pianiste tot haar recht in
Salnt-Saens 4e concert voor piano en orkest,
waarin haar klanken helderder werden en
haar fraseering duidelijker. Het orkest was in
dit werk blijkbaar ook op meer bekend ter
rein: het geheel deed bewuster, meer gedurfd
aan.
Dan nog .„rhythmerhythme...-
tot het een obcessie wordt".; d.w.z. Ravel's
Bolero sloot den middag. Prachtwerk
De bisschopsgraven te Roermond worden
voor Allerzielen in orde gemaakt.
Bij het naderend vijfde eeuwfeest van
haar zaligen dood. Ij
In de „Nederl. Katholieke stemmen"
(firma Waanders Zwolle) publiceert
de Z. E. P. J. L. Jansen C.ss.R. een
belangrijk artikel over de -i. Liduina
van Schiedam, wier vijfde eeuwfeest
het volgend jaar April met luisterrij
ke plechtigheid zal gevierd worden.
Dit artikel zal aan alle Bisschoppen
der kerk worden toegezonden, om al
dus de devotie tot de H. Liduina over
de geheele wereld te verspreiden en
een actie te ontplooien om ue H. Li
duina op haar eeuwfeest tot Patrones
van alle lijdenden te doen uitroepen.
Wij bevelen de lezing en overweging
van dit artikel ten warmste aan.
Het was voor Gods Kerk een droevige tijd,
toen Liduina ter wereld kwam. Het heillooze
Westersche Schisma, een van Gods vreese-
lijkste strafgerichten over de zonden der
Christenen richtte groot verwoestingen aan.
De kerkelijke tucht, de kerkelijke geest leden
ontzettend; de glans en de kracht van het pau-
selijK gezag werd verduisterd en verzwakt;
hoe diep het verval van den Clerus was, kan
men lezen in de Dialogen der H. Catharina
van Siëna. Zij was eene dier zielen, door
Christus in dien vreeselijken tijd opgewekt,
om slachtoffers te worden tot boete voor de
zonden, tot eerherstel jegens God, tot redding
van zoovelen, die dreigden ten gronde te gaan.
In hetzelfde jaar waarin Catharina stierf,
1380, na haar leven in bijna voortdurend con
tact met het pauselijk hof te hebben doorge
bracht, kwam in het verre Nederland het kind
ter wereld, dat de taak van Catharina van
Siëna zou voortzetten, de taak van boete, eer
herstel en zielenredding; zonder ooit hare ge
boortestad te verlatenwerkend enkel door
een mateloos lijden van acht-en-dertig jaren,
door haar gebed en zelfopoffering, en door hare
hulpvaardige goedheid jegens allen die in
nood van ziel of lichaam waren; steeds aan
haar ziekbed gekluisterd, in haar armelijke
woning opgesloten; en toch eene vermaard
heid genietend, waarvan men reeds in haar
leven eenigszins zeggen kon: „in omnem ter-
ram exivit sonus ejus''; eene vermaardheid
die na haren dood in breede verhouding zoo
is toegenomen, dat men thans zeggen kan:
„in fines orbis terrae verba ejus", haar woor-(
den, haar daden, haar voorbeeld, hare hulp,
hare verheerlijking.
Weldra zal het 500 jaren geleden zijn, dat
deze martelares haar oogen sloot.
Terwijl de woorden der pauselijke Ency:
cliek: Miserentissimus Redemptor van 8 Mei
1928, waarin met zooveel nadruk op boete en
eerherstel wordt aangedrongen, nog met volle
kracht in onze ooren klinken; woorden, die
nooit kunnen uitsterven, wijl de adem des hei
ligen Geestes ze draagt, rijst bij dit vijf
eeuwen omspannend Jubilé de groote figuur
van Liduina in drievoudigen glans voor ons
aller oogen; in den glans harer heiligheid, als
het levende beeld van Jesus den Gekruiste,
met Hem confixa cruci, gelijk het Jubilé-schrift
haar teekent; in den glans der glorie, die God
haar in haar apostolaat op aarde schonk en
thans voltooit in perpetuas aeternitates; in
den glans tevens van providentieele belicha
ming der pauselijke encycliek; en dit laatste
met des te meer kracht, naarmate in den loop
dezer vijfhonderd jaren, tegen alle mensche-
lijke berekening in, haar naam, in hetgeen zij
voor Jesut en de zielen leed altijd meer en
meer het merk draagt van Jesus' woord tot
Maria Magdalena: „Amen dico vobis: „ubi-
cumque praedicatum fuerit Evangelium istud
in toto mundo, et quod fecit haec, narrabitur
in memoriani ejus". (Marc. 14.9.)
Daardoor is zij feitelijk geworden de Aposto-
ta per eminentiam van hetgeen Z. H. de Paus
in zijne Encycliek heeft verkondigd. En nu wij
haar jubilé gaan vieren, zullen wij, Katholie
ken, zorgen, nu de ontelbare verkeersmid
delen eene mondiale verbreiding zoo gemakke
lijk maken, dat met het machtige woord der
Encycliek, ook het verheerlijkte beeld van de
ze liefde- er lijdensapostel in de geheele hei
lige Roomsch Katholieke Kerk op eminente
wijze werkelijk zij reeds op aarde, wat
Christus van eiken uitverkorene zegt: „Tune
justi fulgebunt sicut sol in Regno Patris
eorum" (Matth. 13, 43)ja, in Gods Rijk op
aarde, in de heilige Roomsch-Katholieke Kerk,
zal Liduina's beeld hoe langer zoo meer zijn
Selijk de in glorie steeds rijzende zon, naar het
triomfeerende woord der groote prophetes der
oude tijden Debbora: „Qui autem diligunt Te,
Quasi sol in ortu suo splendet, ita rutilent"
Jud. 5, 31)maar eene zon, die niet haar
eigen glans ten toon spreidt, doch waaruit
het beeld van Jesus Crucifixus, het beeld van
zijn boorboorde Hart, welks gapende wonde
om boete, eerherstel en troostende liefde
vraagt, ons tegenstraalt; het beeld van Jesus
Crucifixus, naar het woord van Zacharias:
..aspicient ad me, quem confixerunt" (Zach.
12, 10), met wien Liduina acht-en-dertig jaren
lang confixa cruci was; in zulk een mate, of
liever in zulk een volheid als na de Moeder
van Smarten maar zéér zelden aan een hei
lige is gegeven; zoodat Benedictus XIV niet
aarzelde met volle instemming het getuigenis
na te schrijven, wat drie honderd jaar geleden
Cornells a Lapide in zijn commentaar op Lu
cas (c. 16) voor alle landen der heele wereld
en voor alle toekomstige eeuwen over Liduina
gaf„Voluit Deus Lazarum, Job, Tobiam, Li-
duinam omnibus soeculis stauere aeprotis et
afflictis in speculum et exemplar patientiae".
(De Serv. Dei beat. lib. Ill c. 30, n. 7).
Daar wordt dan Liduina's naam in één
adem genoemd met die dier grootsche lijdens-
gestalten der Oude en Nieuwe Openbaring; ge
stalten, door den H. Geest als toonbeelden voor
alle Christenen geijlct; voor allen die zich op
de gelijkvormigheid met Jsus, en dien Ge
kruist! moeten toeleggen; en wie moet dat
niet? Toonbeelden, die ons het beeld van Je
sus Crucifixus meer nabij brengen; in hunne
meer gewoon-menschelijke vormen ons de na
volging van dat beeld meer bereikbaar voor-
stellen, alsof uit elk dier toonbeelden het
woord van Paulus klinkt: „Imitatores mei
estote"dan zult ge van zelf navolgers van
den Gekruiste zijn: „sicut et ego Christi" (1
Coh 11, 1); en anders dan Crucifixus kende
Paulus Christus niet.
Zulk een toonbeeld, een dier eerbiedwaar
digste, meest indrukwekkende, tot allen luide
sprekende, was dan ook de nederige Maagd
Liduina.
En nu bij haar vijfde eeuwfeest de werking
der pauselijke encycliek over de waarde van
lijden en bidden tot eerherstel voor de ge
kwetste eer van God, voor de verguizing zijner
gekruiste liefde, voor de redding der zielen,
waar Zijn Hart naar smacht, nog in volle
kracht is, komt de viering van haar liefde-,
lijdens- en gebedsleven die werking van des
Pausen woord versterken en bestendigen. In
haar beeld, met zulk een rijkdom van trekken
en lijnen geteekend, straalt ons de geheele leer
der encycliek als met goddelijke letteren ge
schreven, in de oogen en het hart; de prak
tische toepassing dier leer zien we in de rijke
schakeering van alles wat in acht-en-dertig ja
ren de Schiedamsche maagd uit liefde voor
den gekruiste, tot heil van haar medemenschen
heeft doorstaan. „Sicut sol in ortu suo splendet
ita rutilentIs die schittering van Li
duina niet reeds in haar leven, verborgen in
angulo terrae, begonnen? Is zij niet in grootsche
verhoudingen toegenomen onmiddellijk na haar
dood? Kwam men niet toen reeds uit België,
Frankrijk, Duitschland, Engeland naar haar
armelijke woning? Was haar naam en faam
niet heinde en verre met groote eere bekend
tot zelfs in de Kronieken van dien tijd, nog
tijdens haar leven? Men leze de biographieën
der Heilige, vooral de laatste door P. Meuffels
C. M. (N. K. St. 1926, p. 378; 2929, p. 32)2) Zegt
het overgroote aantal harer biographieën in
allerlei talen, de vermelding en bespreking van
haar lijden en werken in boeken en tijdschriften
van allerlei soort niet overluid, hoe zeer in
haar het woord, dat wij reeds aanhaalden; „in
omnem terram, in fines orbis terrae" verwezen
lijkt werd in de eeuwen, die na haren dood ver
liepen en waarin, menschelijker wijze gespro
ken, de herinnering aan het Schiedamsche
meisje had te niet moeten gaan? Zorgde Gad
niet dat mannen van grooten naam in werken,
die voor de geheele Kerk waren bestemd, en
ook over de geheele aarde verspreid, haar na
gedachtenis vierden, maar ook zetelkens op
nieuw voorstelden als toonbeeld voor al de ge
slachten die elkaar van eeuw tot eeuw en tot
nu zijn opgevolgd? Wij noemen hier enkel de
namen der Bollandisten, die in hun Acta Sancto
rum van April torn. II, uitgegeven in 1675, aan
de bespreking van Liduina's leven, die toen
nog enkel door den mond der geloovigen heilig
genoemd werd, niet minder dan honderd-en-één
bladzijden groot-in-folio aan de nagedachtenis
en de vereering der nederige maagd hebben
gewijdwij noemen hier ook wederom den naam
van Cornelius a Lapide; meer nog dien van
Paus Benedictus XIV en dien van den H. Alfon-
sus M. de Liguori, die evenmin als Cornelius
h Lapide, niet aarzelde haar in den geijkten
zin, heilig te noemen, een titel, dien S. Alfonsus
in zijn overal verspreide werken, tot tienmalen
aan Liduina zeer nadrukkelijk toekent. Des te
meer is dit opmerkelijk, als men in aanmerking
neemt, dat in de 17e eeuw Zuid Italië zich nog
zeer stark van het buitenland hield afgesloten;
en terecht hechtte men, toen het proces van Li
duina te Rome werd gevoerd, aan het getuigenis
van den Kerkleeraar groot gewicht.
Als een getuigenis van veel nieuweren datum
en tevens van hoog gezag om dengene, die het
getuigenis neerschreef, verdient hier bijzondere
vermelding, wat dr. Franz Kaulen in een uit
voerig artikel der tweede uitgave van het als
klassiek erkende Kirchenlexikon v. Wetzer u.
W^elte (Herder 1891 Bd. 7. S. 1974) schreef:
„Liduina, die Heilige, ist in der Kirche des
Reuen Testamentes ein ebenso classisches Bei-
spiel heldenmütiger Geduld und Ergebung ge
worden, wie Job im Alten Testamente" 3)
Door die onafzienbare reeks van getuigenis
sen, loopend van haar laatste levensjaren (iq
de Munstersche Kroniek van Ficker) 4) al de
volgende vijf eeuwen door, is Liduina „de
heilige lijderes, het toonbeeld van geduld en
opofferende liefde, voor God en den naaste"
geweest en gebleven; maar in steeds stijgende
verhouding in onzen tijd, waarin alle bijzonder
heden van haar lijden in ziel en lichaam meer
in het volle licht zijn geplaatst meer van nabij
beschouwd en ontleed zijn; en in ons vader
land bijzonder door de goedkeuring van hare
vereering door Z. H. Leo XIII den 14 Maart
1890. Wel mocht reeds het ziekenapostolaat (N.
K. St. 1931 p. 131) Liduina tot beschermster
en toonbeeld kiezen en daardoor heeft de her
innering aan haar met de uitbreiding van dat
apostolaat in verschillende landen nog grooter
omvang gekregen 5).
Maar vooral is zij bijzonder een heilige van
onzen tijd voor de geheele wereld geworden,
door het dieper indringen der geloovigen in
de groote beteekenis van het lijden, gelijk ook
in het Ziekenapostolaat geschiedt. Die groote
beteekenis bestaat in het feit., waarvan de
grond ligt in de Communio Sanctorum, „de ge-
meenschap der heiligen" welke uit de mystieke
eenheid van allen met Christus volgt en waarbij
Gods bedoeling is, dat door het lijden van den
eene, voor de zonde van den andere worde ge
boet; en voor de oneer welke de zonde van
den eene God aandoet, vergoeding en eerher
stel door den andere worde gegeven. Is dit feit
doorloopend in de geschiedenis van het Verlos
singswerk, telkens, bij groote geestelijke
nooden der menschheid, in tijden, waarin de
ongerechtigheid haar triomphen vierde, heeft
God bijzondere zielen opgewekt, om op groote
schaal die bedoeling Gods te vervullen, door
een groote deelgenootschap aan hetgeen de God-
mensch tot voldoening voor de zonde en het
herstel van Gods eer heeft gedaan. Ook hierin,
wil God het woord des H. Geestes door Paulus
uitgesproken: „Dei sumus adjutores" (1. Cor.
3, 9) op grootsche wijze verwezenlijkt zien; Hij
wil In dit opzicht de glorie der Verlossing,
welke aan Jesus toekomt, met zijne trouwe
dienaren en dienareseen, die heilige uitverko
renen, dcelen. Reeds wezen wij erop, dat er
IJl 'ut
Verwacht wordt: Meest matige, later afne
mende wind uit Westelijke richtingen, aanvan
kelijk gedeeltelijk bewolkt, later weer toene
mende bewolking, weinig of geen regen, aan
vankelijk iets kouder.
Lichten op van 's avonds 5.01 tot 's morgens
6.27.
A fry
1 Nov.: Tivoli Schouwburg, lm weissen Rössl
(Rott. Operette Gezelschap v. Aerschot en Bos
kamp) 8.15 uur (voor volwassenen) Groote
Schouwburg, Voor zonsondergang (Rott. Hof-
stadtooneel) 8.15 uur (voor volwassenen).
3 Nov.: Mathenesserkerk. Orgelconcert Jac.
de Graaf en Jac. Caro 8 uur. Kerk Bree-
plein, Chr. Oratoriumvereen. „Rotterdam-Zuid"
(„Die Jahreszeiten") 8 uur.
5 Nov.: Nutszaal. Het Rotterdamsch Trio,
(le volksconcert) 8 uur. Groote Schouwburg
Manon (Italiaansche Opera) 8 uur (voor vol
wassenen)
Bioscopen: goedgekeurde programma's tot
en met Donderdag 3 November in: Studio 32
A nous la liberté (voor volwassenen); Olympia,
Hoe Slim Summerville vader werd (voor vol
wassenen); Royal, Wie geeft mij een baantje?
(voor volw.); Corso, Madchen in Uniform (voor
volwassenen); Colosseum, Madchen zum Hei
raten (voor volwassenen); Oostertheater, Hans
de Overwinnaar (voor volwassenen).
SCHIEDAM, 31 October. Officieele noteering
van de commissie uit de Kamer van Koophan
del.
Moutwijn
Moutwijn per H.L. ad 46 pet. 8.50.
Spoeling
Spoeling 0.80 a 0.90.
weinig heiligen in die deelname aan Jesus
boete- en herstellingslijden zoo hoog staan als
de heilige Liduina 6); allereerst voor den tijd
waarin zij leefde, maar als voorbeeld en vooi-
spreekster en bevorderaarster in die richting
ook evengoed voor onze dagen; en nu die vie
ring van haar vijfde eeuwfeest in zoo krachti-
gen toon van zelf zich aansluit bij s Pausen
Endycliek over boete en eerherstel, mogen
wij daarin geen wenk zien van Gods Voorzie
nigheid, dat het „propter quod et Deus exal-
tavit Ilium", Illum, wiens in- en uitwendig
evenbeeld zij ook in dit opzicht in de ruimste
mate was, ook op haar zal worden toegepast,
door Hem die gesproken heeft: „Quicumque
glorificaverit me, gloricabo eum? (1- Reg-
30). Zal, niet enkel door haar voojbeeld en
door haar machtig gebed bij God, met onze
smeekingen vereenigd, maar bijzonder dooi
hare grootere verheerlijking, waarin God om
hare volmaakte gelijkvormigheid „imagini Fün
sui" een onmetelijk behagen schept, ook r e
vruchtbaarheid der pauselijke Eucycliek niet
in hoogere mate stijgen en bevestigd worden
Zal daardoor Jesus Crucifixus, gekruisigd voor
al geestelijkerwijze in zijn Goddelijk Hart, de
volheid van boetende, eerherstellende en smee-
kende liefde, welke Hem toekomt en welke zijn
Plaatsbekleeder zoo dringend vraagt, niet vee
spoediger verkrijgen?
Stijge dan in deze maanden van voorberei
ding tot Liduina's vijfde eeuwfeest in geheel
het vaderland met aandrang ons gebed ten
hemel, waar Liduina in glorie en vreugde
troont. Zij troont daar met Hem allerinnigst
vereenigd, wier evenbeeld zij op aarde
wiens lijdende liefde zij op aarde verheerlijkt
heeft door haar liefde, lijden en gebed. Zij is
daar met Hem vereenigd, die er prijs op stelt
de glorie waarmede Hij haar reeds op aarde,
en verre buiten de enge grenzen van haar ge
boortegrond, omgaf, nog in de ruimste mate en
steeds meer te doen toenemen over de geheele
wereld, waar in alle landen haar naam ge
noemd wordt; haar glorie, d.i.: de macht van
haar liefde-, lijdens- en gebedsapostolaat;
mits wij Hem daarom bidden. Dan zal dit rijfde
eeuwfeest worden wat het zijn moet: een
grootsche, de wereld omspannende verheerlij
king van Liduina, de „Sponsa Sanguinum
Ejus".
J. L. JANSEN, C.ss.R.
1) Gaarne verwijzen wij hier ook naar het
tijdschr.: „Sancta Liduina". Gewijd aan de
voorbereiding tot het 5de eeuwfeest. UI tg. S.
Liduina-Comité, Administr. Nassaulaan 53,
Schiedam. Het eerste no. verscheen met een
„Ter Inleiding", van Z. H. E. Mgr. Aengenent,
bissch. v. Haarlem.
2) Wij bevelen deze biographie dringend
aan. Verkrijgbaar bij Mosmans, 's Bosch.
3) Dit getuigenis van den Scripturist Dr.
Kaulen, op zich reeds veelzeggend, stijgt nog in
waarde, als men denkt aan de woorden waar
mede in andere -boeken der H. Schrift, buitent
Boek Job om, de groote beteekenis var. den H.
Lijder als voorbeeld en voorspreker wordt ge
schetst en als een de geschiedenis der Kerk
van de beide Testamenten beheerschende figuur
wordt voorgesteld Tob. 2; 12, 15. Ezech. 14, 14;
en bijz. Jacob. 5, U.
4) Vgl. Meuffels blz. 150.
5) In Noord-Amerika bestaat een Zieken-
vereeniging van 8000 leden, die de H. Liduina
tot patrones heeft.
6) Liduina zeide eens tot Jesus: „Heer,
wreek op mij de beleedigingen, die worden
aangedaan, en zend mij nieuwe smarten". (S.
Liduina. 15 Febr. blz. 70).