HET RIJK VOL GLORIE
DE ALLERHEILIG EN TOCHTEN VAN
DE GRAAL.
psIp
Dr. johan wagenaar.
Vier menschenlevens
verloren
V
DINSDAG 1 NOVEMBER 19S2
HET WATER WAST.
MGR. TH. VAN ROOSMALEN.
In ons land aangekomen.
VARA-HOOGTIJDAG VIA LEUVEN?
TE ROTTERDAM.
RADIO-UITZENDINGEN DER
VRIJDENKERS.
TE DELFT.
HET RESIDENTIE-ORKEST.
Incidenten op de Haagsche
concerten.
DOORBRAAK VAN DEN ZEGENDIJK
WORDT GEVREESD.
UITVOER BOTER EN VLEESCH NAAR
BELGIE EN LUXEMBURG.
HET VERSCIIE KADETJE.
DR. VAN ANROOY BEKLAAGT ZICH.
DE AFSLUITDIJK DER VOORMALIGE
ZUIDERZEE.
DE NATTE MOESSON BEGONNEN.
Een gelukwensch bij zijn 70sten
verjaardag.
IN INTIEMEN KRING.
DE INDISCHE POSTVLUCHTEN.
"its
HÉ
MAANDSCHRIFT „ROEPING".
„Vidi turbam magnam, guam
dinumerare nemo poterat
„Ik zag een groote menigte, die
niemand kon tellen
Als het kleine kind dadelijk na dei ge
^oorte naar de doopvont gebracht
sPreekt de priester het aan met den naam
Van een heilige. En later zal de Bisschop
dat wéér doen, als de jongen en het meisje
tot het dienend en strijdend ridderschap
Christi worden gevormd.
De kerk zelf heeft haar patroon, ramen
en muren staan vol heiligen. Heiligen waken
ever iedere stad en iedere streek en ieder
land. Vereenigingen en gilden hebben hun
heilige beschermers, ambten en beroepen
verden door een heilige gewijd. Koene
reizigers gaven den naam van een heilige
aan verre gebieden. Voor alle nooden en
kwalen des levens is een heilige als toe
vlucht gesteld, onverschillig of het gaat om
het lijden der menschen, om de verschrik
kingen der natuurverschijnselen, om mis
gewas of de ziekten van het vee. Zoo is heel
onze aardsche pelgrimstocht door de heiligen
begeleid en tot in het laatste uur is ons
rog een patrones gegeven tegen den ramp
spoed van een haastigen en onvoorzienen
dood.
Zoo is het geweest, zoo is het nog, zoo wil
bet de Kerk altijd. De heiligen zullen met
ons zijn en wij met hen. We zullen onze
schamele menschelijkheid opheffen aan hun
triomf; hun machtige waakzaamheid moet
ons beschermen in de duizend gevaren naar
lichaam en ziel; hun voorspraak aanvullen
vat ons gebed ontbeert aan kracht en vurig-
teid.
De Kerk wil het zoo. Bij ieder morgen
offer laat zii eerst priester en volk ook aan
de heiligen schuld belijden, en voor en na
het ontzaglijk oogenblik van de trans-
substantiate vereenigt zij zich met de heili
gen, ze noemend bij name. lederen dag van
het liturgisch jaar viert zij haar heiligen en
Wekt zy ons tot vereering op; teeder be
schermt zij de vrome gebruiken van de
Volksdevotie als het om de heiligen gaat. En
eens in het jaar viert zij het hoogfeest van
sllen samen en zingt zij den lof van het
onmetelijk rijk der Geteekenden.
Zien moeten wij het, zien, hoe ook de
luister sterfelijke oogen verblindt. De negen
korenEngelen, Aartsengelen, Tronen en
Heerschappijen, Vorstendommen en Mach
ten, Krachten der Hemelen, Cherubijnen en
Serafijnen, heel den hofstoet van God den
Z. H. PAUB PIUS. XI bij de opening der Vati-
caansdbe Pinalkotheek. Op den voorgrond Kar.
dinaal Frühwirth.
zondere beschermers over het menschelijk
leven te waken hebben, maar ook als zoo
danig aanspraak mogen maken op bijzon
dere vereering. Zoo grijpen de schakels van
dezen keten ineen, zoo bevestigt zich over
en weer de band van genade, die ons in
Christus met den Vader bindt. Zoo is al in
dit leven een voorsmaak geschonken van
het jubelend samenzijn, dat de Kerk in
heilig ongeduld haar kinderen voor oogen
voert en in klank en kleur genieten laat
„O, hoe vol glorie is het rijk....'
Heer. Dan de uitverkorenen
van Israël,
Fatriarchen en Profeten en heilige Wetge
leerden. Eindelijk de Apostelen, alle Marte
laren van Christus, heilige Belijders, Maag
den des Heeren, Kluizenaars der eenzaam
heid, uit alle stammen en volkeren en
talen. In een zee van licht wuiven de palmen
der overwinning, gloeit het rood van ge
offerd bloed en smetteloos straalt het wit
Van ongerepte onschuld. Hier werden folter
Werktuigen tot eereteekenen, ketenen zijn
sieraden geworden, de distels der woestijn
zijn aan het bloeien gegaan en de scheld
woorden van smaad en vervolging verkeer
den in een zoete melodie. En verzonken in
de beschouwing van dit hemelsch visioen
loeptdeKerk in vervoering uit: „O, hoe vol
glorie is het rijk, waarin zich met Christus
alle Heiligen verheugen, en in witte ge
waden gekleed, het Lam volgen overal waar
het gaat".
Dit is wat de heiligen ons te zeggen heb
ben, altijd en heden meer dan ooit: het
Lam volgen. Het Lam volgen in de verlaten
heid, in de duizend nooden van het leven,
in het moedig offer zonder klacht. Zij waren
eenmaal als wfj, menschen klein en bang,
temidden van gevaren en onzekerheid, on
bekend met den dag van morgen en niet
wetend wat een donkere toekomst voor de
wereld verborgen hield. Maar zij waren als
wij: niet alleen. Hun aanwezigheid is ook
voor ons een teeken van genade, door God
geschonken, in Christus verdiend en stroo-
tnend door heel het mystieke lichaam van
zijn Kerk. Vraagloos hebben zij op die ge
nade vertrouwd, heldhaftig beantwoord aan
de goddelijke inspraken en zichzelf offerend
aan Christus gelijk gemaakt. Dat is hun
eenige en eindelooze roem en tot vreugde
roept de Kerk ons op, thans op dit gemeen
schappelijk feest van hun heerlijke uit
verkiezing,
Maar wat blijft ons van dit vervoerend
visioen van den jubeldag, straks in de einde
looze reeks Van kleine plichten en be
kommernissen? Hit: voorbeeld en voor
spraak.
En hierin treedt de volle menschelijkheid
der heiligen ons troostend tegemoet, behept
zij ook met alle ^genheden van een ge
vallen natuur. Het blijft het tekort van veel
goedbedoelde hagiografie, dat zjj dit al te
schroomvallig heeft erkend in een bange
lijke voorzichtigheid tegenover het leven.
Het is daardoor dat haar gestalten zijn ver-
ij ld en de eindelooze verscheidenheid van
het persoonlijk karakter te zeer verloren
hebben. En juist hierm gaat hun voorbeeld
zoo rechfstreeks en menschelijk spreken: in
de opvliegendheid die werd getemd, in de
genotzucht die werd uitgeroeid, in het onge
duld dat werd bedwongen, in het lichaam dat
Werd stilgemaakt, in den hoogmoed die ver
nederd werd, in den angst, die in held
haftigheid verkeerde, in het ik dat zich
vreugdevol in het Al verloor. En deze lange
en steile weg naar de heiligheid werd afge
legd in alle omstandighe(jen des ieVens, in
rijkdom en armoede, in macht en dienst
baarheid, in de kloosters, in het huisgezin
en in volle eenzaamheid, in een bestaan vol
zeldzame daden en uitzonderlijke teekenen,
maar ook in een verscholen hoekje, onop
gemerkt, in nauwgezette getrouwheid aan
kleinen dagelij kschen plicht. Ieder bestaan,
in iederen,tijd en op iedere plek van den
aardbol heeft zijn kans tot de universeele
grootheid, die de heiligheid is. En deze over-
groote rijkdom van in den vollen zin voor
beeldige levens houdt de Kerk ons voor,
opdat we ons dit altoos bewust zouden zijn.
Voorbeeld en voorspraak.
Hoe vreemd, dat aan het aanroepen der
heiligen ooit aanstoot genomen wordtHet
js waar, dat de volksdevotie op dit punt wel
eens tot excessen geleid heeft, maar hoe
menschelijk en vanzelfsprekend is ook deze
band van de gemeenschap der heiligen. Het
zoeken van hulp en bemiddeling is een
behoefte van de menschelijke natuur en,
zooals alles, weet de Kerk ook deze neiging
van ons wezen te leiden, te benutten en
heilzaam te maken voor het leven der ziel.
Zij geeft ons de heiligen als middelaars en
voorsprekers bij God, zij deelt ze kwistig
toit, patronen en patronessen, die als b&-
Men meldt ons uit Amsterdam:
Zondagmiddag is Mgr. Th. v. Roosmalen
C.s.s.R. Apostolisch Vicaris van Suriname met
het s.s. „Stuyvesant" van Suriname te Am
sterdam aangekomen.
Aanstonds werd naar de pastorie der Re
demptoristen, Keizersgracht 218 gereden, waar
Mgr. door de communiteit werd verwelkomd.
Het bezoek houdt verband met de viering van
het tweede eeuwfeest van de Congregatie der
Redemptoristen, dat van 9 November 1932 tot
9 November 1933 wordt gevierd.
Gistermorgen heeft Mgr. in de kerk van O.
L. Vrouw een stille H. Mis opgedragen.
Tegen 4 uur gistermiddag is Mgr. naar „de
Sionsberg", het klein seminarie der Redempto
risten te Nijmegen, vertrokken.
Het verblijf van Mgr. in Nederland zal min
stens een half jaar duren.
Een fier beleden God's overtuiging is het
geworden, gisteravond, toen „de Graal" onze
katholieke meisjesbeweging erop uittrok om
met waardigheid en heilig enthousiasme een
inzet te geven van het feest van Allerheiligen,
dat wij heden in de kerkelijke 1 iturgic her
denken. Wars van elke propagandistische ten-
denz is de avond van gisteren geweest, een
feest van kleur en vorm, een lichtende stoet,
welke een innerlijke kracht demonstreerde van
een waar beleden geloof in de gemeenschap der
Heiligen.
Met velen stonden ze langs den weg de Rot
terdammers, om de honderden Graalmeisjes in
haar kleurrijke kleederdracht te zien voorbij
trekken. „Allerheiligen" en in de stilte des
harten trok men door Rotterdam's wijdsche
straten. De stilte des harten werd slechts al
leen onderbroken door het regelmatig gestap en
het geknetter der fakkels, afgewisseld door
het zachte schijnsel der lampions, waarmede
de innerlijke kracht werd gedemonstreerd eigen
aan de fine fleur onzer katholieke meisjes
jeugdbeweging.
Vanuit het Graalhuis aan de Mathenesserlaan
trok de kleurige en fleurige stoet naar de kerk
van den H. Willibrordus, waar een devote hulde
werd 'gebracht aan het Sanctissimum. Na deze
toewijding aan den Christus-Eueharisticus trok
men door de donkerte van den avond langs
de zwarte en sombere huizen-nederzetting, om
met allen eenvoud te getuigen van wat er leeft
in jeugdige meisjesharten.
In tegenstelling met het vorig jaar werd de
stoet gesloten door de moeders van onze katho
lieke meisjes-jeugd om des te meer te onder-
streepen, dat dit lichtend avond-festijn niet is
bedoeld als een propaganda, maar als een al-
gemeene inzet van een kerkelijk feest.
Even over negen zette de stoet zich in be
weging om langs Beukelsdijk, Burg. Meinesz-
plein, Burg. Meineszlaau, Heemraadsingel, Beu
kelsdijk,. Henegouwerplein, 's Gravendijkwal,
Schietbaanlaan, Heemraadsingel Mathenesser
laan, te belanden in de kerk van de H. Elisa
beth, waar de stille hulde aan de zegenvierende
Kerk in een spreekkoor haar einde vond.
Ook in het Noorden van onze stad werd een
lichtende hulde gebracht aan God's lieve Hei
ligen. Daar kwamen de Graalleden tezamen
in de kerk aan den Bergsingel, om na een
hulde aan den Christus-Koning in devotelijken
eenvoud en waren offerzin, als levende guir
landes van licht zich te slingeren langs den
Bergweg, Noordsingel, Teilingerstraat, Schie-
kade, Heulbrug, Walenburgerweg, Spoorsingel,
Provenierssingel, waar in de kerk van O. L.
Vrouw na een opwekkend woord van den pas
toor der parochie, de Allerheiligen-inzet werd
besloten.
Het heerlijk initiatief van een vorig jaar
ondervond een machtige reprise, welke onge-
Oerstroomingsgevaar tusschen Holten
en Bathmen.
Mededeeling van den voorzitter
der Vara.
De voorzitter van de V. A. R. A. heeft, vol
gens de „N. R. Ct." voor de microfoon het vol
gende medegedeeld naar aanleiding van de ge
weigerde aanvrage tot ruiling van de zend
uren op 8 November:
„De V. A. R. A. heeft zijn protest bij den
minister ingediend. Mocht de minister zijn be
slissing handhaven., dan zullen we technische
hulpmiddelen te baat nemen om het Neder-
landscbe volk toch te laten hooren wat er in
Den Haag gezegd wordt."
De voorzitter van de V. A. R. A. doelt hier
blijkbaar op een uitzending van Leuven
(België) uit. Op Dinsdag 8 November heeft
namelijk de Soc. Arb. Radio Omroep-Vereeni
ging in België de beschikking over den
Vlaamschen zender te Leuven.
Hiervoor heeft de V. A. R- A. echter een
telefoonlijn noodig van Den Haag (waar de
S.-D. protestbetooging gehouden wordt) naar
Leuven. Deze lijn die ressorteert onder den
minister van Waterstaat zou zij van het
rijk moeten huren
twijfeld hij de duizenden een indruk heeft na
gelaten welke niet gemakkelijk kan worden
uitgewischt
In (le Zuidcrstad.
Ook de Zuiderstad had dit jaar voor het
eerst haar Graalmanifestatie, die treffend
slaagde.
De inzet van den tocht vormde hier een
plechtig Dof in de O. L. Vrouw van Lourdes-
kerk op het Noordereiland, welke zeer dicht
met geloovigen uit alle deelen van den Linker
Maasoever was bezet. Kapelaan Sondaal hield
onder het Lof een enthousiaste predicatie naar
aanleiding van de tekstwoorden „Omne quod
manifestatur lumen est" over de Helden-Hei
ligen en de noodzakelijkheid van hun navolging,
vooral door liefde en daad.
Dan maakte de stoet van ongeveer 300 Graal
leden en een 50-tal moeders zich gereed om
uit te trekken.
Het was zeer druk op de Prins Hendriklaan
van de honderden belangstellenden. Er beersch-
te aanvankelijk nog wat rumoer, maar weldra
maakten de 350 vrouwen en meisjes in het licht
van flambouwen en fakkels, stil voorttrekkend
met langzamen pas dwars door wat nog aan
stadsdrukte heerschte, zulk een indruk, dat de
geruchten verstomden en in wijden kring rond
om een weldadige rustige sfeer kwam te han
gen.
De menigte langs de wegen der genomen route
was lang niet algemeen doordrongen van de
beteekenis van dezen avond, maar eerbied
dwongen de manifestanten terdege en te
recht af.
De Delftsche Graal heeft op den vooravond
van Allerheiligen een Stillen Omgang gehou
den van de St. Hippolytuskerk op de Voor
straat naar de H. Sacramentskerk.
Om half S trokken de Graalmeisjes van het
St. Aioysiuspatrouaat naar de St. Hippolytus
kerk aan de Voorstraat, waar kapelaan Bijl
het Lof deed en een korte toespraak hield. Dat
het initiatief bij de geloovigen met enthousias
me werd begroet, bleek uit het overvolle kerk
gebouw.
Na afloop van de godsdienstoefening, liepen
de Graalleden, ieder met een lampion, terwijl
de leidsters een flambouw droegen, langs een
grooten omweg en onder groote belangstelling
van het Delftsche publiek naar de H. Sacra
mentskerk in de Simonstraat, waar de licht-
stoet met een spreekkoor en enkele gezangen
werd besloten. Zeer vele vrouwen hadden zich
met lampions bij den liichtstoet aangesloten.
Gelijkertijd had Delft bezoek van de Haag-
sche Graal, die een plechtig Lof in de St. Jo
zefkerk aan den Burgwal bijwoonde, en den
Iichtstoet maakte naar de kerk van de H. Nico-
laas en Gezellen aan de Raamstraat.
Onze correspondent te Deventer meldt:
Het ziet er verre van rooskleurig uit in de
omstreken van Holten en Bathmen. Brak Za
terdag niet groot geweld een gat in den dam
tusschen het Ilolterbroek en de nieuwe Schip
beekbedding, thans dreigt het gevaar, dat ook
de z.g.n. werkput aan de Wippertstuw onder
water gezet zal worden. De damwanden zijn
dermate week geworden, dat zij eenigen druk
van beteekenis niet meer zullen kunnen door
staan. De rijksstraatweg onder Dijkerhoek be
hoort ook reeds tot de bedreigde punten. Bij
het station Dijkerhoek is de toegangsweg reeds
overstroomd.
Gisterenmiddag hebben we ons nog eens op
de hoogte gesteld van den toestand rondom
Bathmen. Het ziet er daar somber en trooste
loos uit, vooral de bewoners van de buurtschap
Loo hebben het hard te verantwoorden.
School en winkels zijn hier al volmaakt geïso
leerd. Angstvallig wordt de zegendijfc bewaakt.
Indien deze dijk geen weerstand aan het op
stuwende water kan bieden zal zeker een hon
derdtal woningen in het water worden gezet.
In het Holterbroek zal men naar alle waar
schijnlijkheid een twintigtal boerderijen moe
ten ontruimen.
Het werkloozenkamp bij de Schoolderbrug
is totaal onbewoonbaar.
De IJssei te Deventer begint ook al kuren te
vertoonen. Hoewel de toestand nog verre van
onrustbarend is heeft de rivier toch reeds de
oeverweilanden onder water gezet. Ook een
deel der Bolwerksweide is ondergeloopen.
Hoog water tusschen A'dam
en Utrecht.
Reizende van Amsterdam naar Utrecht,
staat men versteld van het hooge water aan
weerszijden van den spoordijk. Heele stukken
van de weilanden staan volkomen onter wa
ter en alleen de hier en daar boven komende
grassprietjes toonen aan, dat het verdronken
land is. Op de kleinere stukken bouwgrond is
het water tusschen de kooien komen staan
en ergens stapt een man met groote waterlaar
zen aan over zijn natte landje om de veldpio-
ducten in veiligheid te brengen.
Het ziet er nog al schrikwekkend uit hier
en daar en derhalve hebben wij enkele inlich
tingen gevraagd hij de ir. A. A. Mussert, hoofd
ingenieur van den Prov. Waterstaat te Utrecht
die ons, welwillend als altijd, van dienst was.
De zaak is, dat de ondergeloopen landen be-
hooren tot den Amsterdamschen boezem, wel
ke moet afwateren op het Noordzeekanaal.
Daar dit evenwel niet door kanalen, maar
door gewoon spuien geschiedt is men afhan
kelijk van een bepaalde waterhoogte van het
Noordzeekanaal. En daar deze op het oogen
blik zeer hoog staat door den aanhoudenden
Westenwind is het onmogelijk het water af te
voeren.
Voor de streken om Utrecht staat het er heel
anders voor. Doordat de Zuiderzee thans is
afgesloten, is het water van de Vecht op een
volkomen normale hoogte, zoodat de afwate
ring daarop, ook zonder bemaling, gewoon kan
plaats vinden. Al is het water hooger dan
anders, gevaar of last%is er niet van te duchten.
Protest der Kath. Radiohonden.
Namens de diocesane Kath. Radiobonden
werd tot den Minister van Waterstaat het vol
gend verzoek gericht:
Roermond, 28 October 1932,
Aan Zijne Excellentie den Minister van
Waterstaat 's Gravenhage.
Namens de leden van de vijf dioéesane Ka
tholieke Radiobonden der Bisdommen Utrecht,
Haarlem, Breda, Den Bosch en Roermond pro
testeeren ondergeteekenden bij uwe Excel
lentie tegen de uitzendingen van den Vrijden
kers-Radio-Omroep waardoor Katholieken zich
beleedigd achten in hun diepste gevoelens.
Zij geven Uwe excellentie beleefd in overwe
ging maatregelen te willen nemen, waardoor
dergelijke uitzendingen in de toekomst worden
voorkomen.
't Welk doende, in opdracht van de besturen
der vijf Diocesane Bonden,
De Katholieke Radiohond in het Bisdom
Roermond
De voorzitter H. SCHMIDT.
De Secretaris, H. STEEGMANS.
Certificaten van oorsprong niet
meer noodig.
De minister van Economische Zaken en Ar
beid heeft bepaald, dat met ingang van 1 No
vember 1932 geen certificaten van oorsprong
meer zullen benoodigd zijn voor den uitvoer
naar België en Luxemburg van: boter, rund-
vleesch en levende runderen, varkensvleesch en
levende varkens.
Nog geen beslissing.
De I loo ge Raad deed gister bij vervroeging
uitspraak in de zaak van J. F. S., directeur
van hotel Suisse te Amsterdam, die in de hotel
keuken s ochtends vroeg brood hadden ge
bakken en dit vóór 10 uur had afgeleverd aan
de gasten.
In hooger beroep was de heer S. door de
Amsterdamsche rechtbank ontslagen van rechts
vervolging, tegen welk vonnis de officier van
Justitie in cassatie ging.
Op grond van onvoldoende motiveering heeft
de Hooge Raad dit vonnis vernietigd en de
zaak verwezen naar liet Gerechtshof te Amstei-
dam.
Hiermede is dus nog geen principieele be
slissing ln deze zaak verkregen,
A
Het noodweer de oorzaak-
Betreffende het auto-ongeluk bij Ilpendam
kan nog het volgende worden medegedeeld:
De heer J. Smit was Zaterdag met zijn
nieuwe Nash naar Beemster gereden om met
zijn familie zijn schoonouders te bezoeken en
keerde Zondagmiddag naar Rotterdam terug.
Ter plaatse was hij zeer goed bekend en dat
een kalm autorijder als de heer Smit daar zóó
verongelukte kan alleen worden toegeschreven
aan het noodweer, den gevaarlijken toestand
van den asfaltweg en de nog gevaarlijker bocht,
waar reeds zooveel ongelukken plaats hadden.
Juist het feit. dat de heer Smit als een be
zadigd automobilist bekend stond, heeft groote
ontroering gewekt onder de vele vrienden, die
hij met zijn auto-zaak had verworven. Menige
onervaren automobilist heeft een aanmaning
tot voorzichtigheid van hem meegekregen. Zon
dag 23 dezer had hij zijn veertigsten verjaar
dag gevierd.
Het vierde slachtoffer de heer P. Hellung-
man was een zwager van den heer Smit.
Kranig optreden van pas-
seerende hengelaars.
Van andere zijde vernemen wij nog:
Het ongeluk werd opgemerkt door den land
bouwer J. de Ruijter en diens huisgenooten,
wier woning ter plaatse gelegen is en voorts
door een juist passeerenden ^vrachtauto met
hengelaars uit Amsterdam. Doordat de lichten
van den auto onder water waren blijven bran
den kon men onmiddellijk vaststellen waar de
auto lag. Drie van de Amsterdamsche visschers
gingen onmiddellijk gekleed te water en heb
ben pogingen in het werk gesteld om de por
tieren te openen, echter zonder resultaat. Het
water is ter plaatse zeer diep en men kon
niets beginnen zonder doeltreffend materiaal.
De omstanders moesten het dus aanzien, dat
de slachtoffers in hun bijzijn verdronken.
Zoo spoedig als mogelijk was heeft men red
dingsmateriaal uit Purmerend laten aanruk
ken, dat zeer spoedig tegelijk met den zieken
wagen arriveerde. Met man en macht toog men
toen aan het werk onder leiding -van een
voorman-arbeider, die bij de hengelaars was.
Eerst om half zeven gelukte het den wagen
op het droge te brengen en konden de inmid
dels gearriveerde doktoren Meijer, van der
Werf en Rijpma uit Purmerend en een dokter
uit Ilpendam slechts den dood bij de vier
slachtoffers constateeren.
Op last van den burgemeester van Ilpendam,
den heer A. Peereboom, werden de lijken naar
het ziekenhuis in Purmerend gevoerd, waar
ook de identiteit kon worden vastgesteld. Het
is niet met zekerheid te zeggen, wie den wagen
reed.
Een gevaarlijke bocht.
Dit vreeselijke auto-ongeluk zet wel de kroon
op de serie ongevallen, welke bij de Vurige
Staart in den loop van den laatsten tijd heb
ben plaats gehad. Op 30 Juli was dr. E. uit
Hoogkarspel nog het slachtoffer, toen hij met
zijn wagen in volle vaart tegen de boomen
hotste en met zijn echtgenoote ernstig gewond
in het ziekenhuis te Purmerend moest worden
opgenomen. Eerst dezer dagen is dr. E. naai
zijn huis vervoerd kunnen worden. Nadien
hebben er wederom ongevallen plaats gehad,
zij het dan zondèr persoonlijke offers te vra
gen. De weg is ter plaatse een betrekkelijk
smalle asfaltweg met aan weerszijden boomen.
De bocht, welke de weg daar vormt, is scherper
dan waarop men rekent terwijl de scherpte
bovendien grooter schijnt te zijn dan waarop
men bij het asfalteeren eveneens schijnbaar
gerekend heeft. Men moet heel voorzichtig
rijden andera slipt mem heel gauw, getuige het
groot aantal ongelukken dat daar den laatsten
tijd heeft plaats gehad.
Beide concerten, dat van Zaterdagavond, ge
geven door het Concertgebouworkest uit Am
sterdam onder leiding van Dr. Willem Mengel
berg, en het tweede middagconcert van het
Residentieorkest onder leiding van Dr. Peter
van Anrooy, werden gekenmerkt- door inciden
ten.
Het eerste op Zaterdagavond was van vrij
tragischen aard. Een der eerste violisten werd
onder het spelen van het derde deel der vierde
symphonie van Mahler onwel, bezwijmde en
moest worden weggedragen. Het orkest speelde
evenwel door. Wij vernamen intusschen, dat de
ongesteldheid van den violist van voorbijgaan-
den aard is geweest, zoodat hij later in den
avond weer naar Amsterdam kon worden ge
bracht.
Van meer penibelen aard was het incident
dat aan het middagconcert van het Residentie
orkest voorafging.
Dr. van Anrooy heeft een toespraak gehouden
die i-uim een half uur in beslag nam. Eerst
wees hij op den financieel labielen toestand van
het Residentieorkest (waarover men dezer
dagen het communiqué kon lezen) en riep de
daadwerkelijke belangstelling en medewerking
in van het publiek en van de pers, om het in
stituut in stand te kunnen houden.
Aan die medewerking van de pers knoopte
Dr. van Anrooy een lange heftige philippica
vast tegenover de Haagsche bladen vooral. Hij
schroomde niet, man en paard te noemen en
viel vooral uit tegen de critici van „Het Vader-
land" De Avondpost" (wiens naam hij zelfs
in het geding bracht) en van „De Residentie-
b°Wij' behoeven uiteraard geen partij te kiezen
in deze kwestie, maar het publiek deed zulks
wel vooral toen Dr. van Anrooy openlijk het
voornemen te kennnen gaf, lieter vandaag dan
morgen zijn post te zullen verlaten, indien hij
zou moeten aannemen, dat de meerderheid van
het publiek op de hand van die critici was. Het
orkest stond als één man overeind, het over-
groote deel van het publiek applaudisseerde
zeer nadrukkelijk. Dr. van Anrooy zeide, dat
hij deze adhaesie niet had willen uitlokken!
Men begrijpt, dat dit muisje nog wel een
staart zal hebben.
Wervelwinden en hun gevolgen.
BATAVIA, 31 October. (ANETA.)
Verschillende berichten toonen aan, dat de
natte moeson is begonnen. Uit Buitenzorg
wordt een spoorstremming gemeld als gevolg
van omgewaaide hoornen. Uit Solo wordt be
richt dat een wervelwind in het Wonogirische
tot gevolg had dat 12 tabaksloodsen van de
onderneming Temoeloes van de Landbouw
Maatschappij Temoeloes zijn omgewaaid. In de
dessa Neromke zijn 7, in Mantjasan 7, Doe-
ren 32, Bintahan 3 en in Gedangan 7 woningen
omgewaaid. Tevens Werden 30 bouws tabaks-
aahplant van de onderneming Temoeloes ver
nield. Zes personen werden gewond. Zondag is
een tabaksloods van deze onderneming, welke
door den bliksem werd getroffen, afgebrand,
Vandaag verheugt zich héél de Nederland-
sche muzikale familie! De „pater familias n.
is z'n één en zeventigste levensjaar ingetreden.
En al hangen nu niet alom de vlaggen uit, er
is toch vreugde bij
allen wien de muziek in
Nederland ter harte
gaat. Aan deze Noor
derstranden pleegt men
alléén de vlag te doen
wapperen op de sche
pen, wat een trotseh
symbool is; verder hij
verjaardagen van leden
van 't koninklijk huis,
wat passend is; en ove
rigens bij eerbetoon
van fiets-, boks-, spring-,
hardloopende-, goochel-
toerende-, en chanson
neerende lieden, wat
kindsch aandoet
Wagenaar's feest dus. Dr. Joh- Wagenaar
is een intieme herden
king, en het geeft in ieder geval voldoening
te w-eten, dat Ieder lid der Nederlandsche mu
zikale gemeenschap met dezen naam even ver
trouwd is, als met de namen van vorstelijke
personen.
Maar velen kennen méér dan den naam:
ouden Utrechtenaren staat nog levendig het
Bach-spel op het groote orgel der Domkerk
van den jongen Waéenaar voor den geest;
ieder Hagenaar kent Wagenaar, als directeur
van het Koninklijk Conservatorium; de vak
man kent hem als de meester van een jongere
componisten-generatie w.o. Pijper, Goudoever.
Voormolen e.a.; en de leek kent tenminste zijn
bekendste werken bij naam.
Indien een componist in dit land op z'n
zeventigste jaar over zóóveel geloofsbrieven
beschikt, dan is er wel reden tot blijdschap.
Dit wordt overduidelijk als men b.v. de plaats
vergelijkt, die de genius Diepenbroek bij zijn
dood in de Nederlandsche gemeenschap innam:
als men aanschouwt hoeveel vernedering door
nièt-kennen, welk een negatie door afwezigheid
van iedere officleele erkenning, hij heel zijn
leven door heeft moeten ondervinden dan
eerst blijkt, dat de positie van den eere-doctor
der Utrechtsche Universiteit, den componist
Wagenaar, een bevoorrechte mag genoemd
worden.
Maar als wij op dezen dag den deken van het
Nederlandsche componistengilde een wensch
mogen doen toekomen dan is het deze, dat d8
Nederlandsche muziekgemeenschap niet alleen
zijn werken bij name: in de toekomst moge
kennen, maar bij de muziek zelf. Want een
componist leeft eerst dan in het volk, in een
nationale eenheid, hij is eerst dan een deel
dier eenheid zelf, als zijn muziek het levend
bezit er van is.
Het werkelijke bezit van den geest ls geen
kennis van namen en jaartallen; de geest is
geen cataloguskamer, maar een vuurhaard die
alleen door het wezen der dingen zelf in
casu: muziek kan branden. Niet de veel
weterij beschaaft, maar wel de innerlijke be
leving!
Indien men den gemiddelden concertbezoe-
ker eens de vraag zou voorhouden, die Wage
naar zelf eens een critikaster stelde: „Laat mij
maar eens het hoofdthema uit mijn Cyrano-
ouverture hooren", dan zou eerst blijken
hoe weinigen zelfs onder de „vak-studee-
renden" men 'eenig bewustzijn der muziek
van eigen bodem zou mogen toekennen; want
kennis van muziek staat niet in drukletters,
ook zelfs niet in notenbeelden, maar in klan
ken, in voor den geest levend geluid.
De Waterloo/.itig.
Naar aanleiding van berichten omtrent den
toestand van den afsluitdijk der voormalige
Zuiderzee, waarin men scheuren zou hebben
gezien, hebben wij ons tot den directeur-gene
raal der Zuiderzeewerken gewend en nadere
inlichtingen verzocht
De directeur-generaal verklaarde, dat ei
hem van scheuren in de sluizen niets bekend
is. Wel heeft hij, dadelijk na de bedoelde publi
catie, 'n onderzoek ter plaatse doen instellen
en de resultaten daarvan had hij nog niet ver
nomen. Maar hij verklaarde met grooten na
druk dat er geen enkel gevaar te duchten was
met betrekking tot den betonbouw der sluizen.
Wat voorts de waterloozing betreft deelde
ir. de Blocq van Kuffeler mede, dat in de hul
digen regenval er natuurlijk overlast van water
is, dit is een toestand, welke steeds in het na
jaar optreedt, doch dit jaar in buitengewonen
omvang aanwezig is.
Van de zijde der Zuiderzeewerken wordt al
het mogelijke gedaan om tegemoet te komen
aan dezen water-overlast. Er is opdracht ge
geven met de grootst mogelijke capaciteit te
spuien en de directeur-generaal heeft giste
ren opdracht gegeven, in het belang der water
loozing, enkele werkzaamheden aan de slui
zen voorloopig stop te zetten, ,.,t jmgQfc, i
De „KwarteF op Schiphol
Het vliegtuig de „Kwartel" dat Zondag
morgen om 7.55 uur uit Leipzig was vertrok
ken kwam om 10.50 uur op Schiphol aan.
De bemanning van het toestel bestond uit
de heeren: Geysendorffer, eerste bestuurder
v. d. Feyst, tweede bestuurder, Bruinestein
mecanicien en van Straten, marconist. Aan
boord van het vliegtuig bevond zich bovendien
nog één passagier n.l. de heer F. A. Smits uit
Enschede, welke de reis van Medau af mee
maakte.
De „Snip" is Zondag in Bagdad aangekomen
De ".Pelikaan" is Zondag op de thuisreis in
Calcutta geland.
De „Pelikaan" (thuisreis) is gisteren te
Jodhpur aangekomen.
Blijkens mededeelingeu van de Indische Post
administratie heeft het retourvliegtuig „Peli
kaan" 195 K.G. post aan boord, bestemd voor
Nederland, benevens één postpakket met een
gewicht van 1 K.G. 150 gram.
De „Snip" is van Bagdad te Djask aangeko
men.
Het heeft geen zin Wagenaar's werk nog»
maals te karakteriseerendaar is reeds zoo
veel over geschreven en men heeft er zooveel
over gelezen, dat men nu niets anders dan de
klanken uit zijn werken zelf, zou.willen hoo»
ren.
Al rondblikkend wat er in den lande aan
herdenkingen plaats vindt, kan men zeggen
dat er gegeven de tijdsomstandigheden en
de nuchterheid der lieve landgenooten een
ongewone eer aan Wagenaar wordt bewezen.
Geen enkel behoorlijk orkestdirigent, of bil
steekt zich Cyrano's panache op den hoed en
poogt er op eigen manier goeden sier mee te
maken.
Ook de pers in dag-, week-, maandbladen,
huldigt hem in beeld en geschrift; maar het
feestgedruisch zal in ieder geval tot de intimi
teit van onze eigen Nederlandsche muzikale
familié moeten beperkt blijven, want zóóver
is de muziekcultuur in ons land nog niet ge
vorderd, dat overheidsorganen voor de ver
breiding of „uitzending" (in dubbele beteeke
nis) van geestescreaties in den vreemde zorg
draagt; zelfs niet ten opzichte van iemand die,
onder allen, het meest en voortdurend in con
tact staat tot de officleele instanties in de
Residentie!
Noch op 't Ministerie van Buitenlandsche
Zaken, noch op dat van Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen, noch op de overigens goed-
geoutilleerde buitenlandsche consulaten, wordt
ooit een dergelijk initiatief ondernomen. Wel
heeft men daar adviseurs, experts, en consu-
lenten die met den export van landbouwpro
ducten zich dagelijks onledig houden; maar
zóóver is het besef nog niet gerijpt om een
realiteit als een koe te erkennen, dat de eer
en de standing van een land beter gediend is
met de verbreiding in de wereld van geestes
producten, dan die van landbouw of veeteelt.;
Welk een voornaam gebaar b.v. had de Ne
derlandsche regeering niet dezer dagen in het
buitenland kunnen maken, en hoe had het
Nederlandsch volk zelf niet uiting aan haar
nationaal bewustzijn kunnen geven, nu e
300 jaar geleden is dat een der meest rePre"
sentatieve schilders der Nederlandsche school
en stellig één der meest karakteristieke artis-
ten der Europeesche kunstgeschiedenis, bijna
achteloos wordt voorbijgegaan.
Hoe 't ook zij: de componist Joh. Wagenaar
wordt thans „in zijn eigen land geeerd
ondanks alles, houdt deze paradox een welge-
meenden gelukwensch in.
MARIUS MONNIKENDAM.
Naar wij uit Den Hpag vernemen, ls dé
heer dr. J. Wagenaar, directeur van het Ivon.
Conservatorium voor Muziek heden, den da*
van zijn 70en verjaardag, uitstedig.
Er bestaat echter gelegenheid hem op Zon-
dagmiddag 6 November in het Conservatorium-
gebouw Korte Beestenmarkt 7, te complimen»
teeren. i
JOH. II ER BB CU LEB is heden 40 jaar bij het
Concertgebouw
Uitbreiding van de redactie.
Naar wij vernemen is er met den nieuwen,
elfden jaargang van het maandschrift „Roe
ping" eenige ■wijziging gekomen in de redactie.
Toegetreden zijn Louis de Bourbon en pater
R. S. van Santé O.P.
Het tijdschrift zal ook een nieuwe typogra-
fische verzorging ondergaan.