II
GODSLASTERINGSWET IN DE EERSTE KAMER
DONDERDAG 3 NOVEMBER Ï932
T T~
PROF. LOHMAN VERDEDIGT
HET ONTWERP.
EEN JUFFROUW ONDER DE VERF.
BIETENSTEUN
GERUCHTMAKENDE NAAI-
MACHINE ZWENDEL TE LEIDEN
JONGETJE OVERREDEN.
MOTOR TEGEN EEN BOOM.
ZWENDEL IN DUITSCHE
OBLIGATIES?
NOTARIS VOOR DE RECHTBANK
GEDAAGD
Verdachte blijft ondanks nasporingen
zoek.
EEN BOEK „VAN" EN VOOR DE
JONGE GENERATIE
De anthithese weer springlevend
POLITIEK EN THEOLOGIE
Niet alleen de Kamer maar ook heel de pers
tribune geboeid houden door een rede, over
een onderwerp, dat hij terecht „volkomen dood-
gepraat en doodgeschreven" noemde, dit kuns-
stuk heeft gisteren prof. de Savornin Lohman
volbracht, toen hij in een werkelijk schitte
rend betoog het zoogenaamde godslasterings-
ontwerp verdedigde ln 's lands eerste verga
derzaal.
Met den gloed van een geloóvig christen
maar ook met al de wapenen, die een wel ge
schoold juridisch brein hem verschaffen, heeft
de Utrechtsche hoogleeraar het wetsontwerp
verdedigd in een rede zóó goed als wij over
het onderwerp niet hebben gehoord en met
een vuur, dat zelfs bij den temperamentvollen
Lohman zeldzaam mag heeten. Was de hoog
leeraar geprikkeld door het voor een jurist
wel buitengewoon primitieve betoog, dat mr.
Hendels vlak vóór hem had geleverd? Zeker
is, dat de christelijk-historische afgevaardigde
geen stuk heel liet van mr. Mendels' rede en
dat hij al diens interrupties opving en raak
beantwoordde.
Bon sang ne peut mentir en alhoewel de
Savornin Lohman geen behoefte had aan theo
logische bespiegelingen en niet ter zake doen
de uitingen des gevoels, heeft hij toch sober
verklaard, dat voor hem God de bron van alle
recht is, dat onze Staat geen état athée is en
dat hij er niet aan dacht de geloofsovertuigin
gen van ons volk straffeloos te laten krenken
door de Aziaten, die nu een vijfjarenplan tegen
den godsdienst op hun program hebben staan en
Wier actie wel degelijk stelselmatig is en door
hun aanhangers hier met systematiek wordt
gevoerd. Juist daarom aanvaardde Lohman de
nu voorgestelde wet. Zij is inderdaad gelegen
heidswetgeving, maar zij is wel degelijk in
abstracto te rechtvaardigen in een staatsbestel
als het onze iets wat ziin vrijz. dem. collega
prof. Kranenburg loochende omdat de gods
lastering inderdaad een species is van het
genus inbreuk maken op de openbare orde en
omdat de „weerzinwekkende geschriften", die
aanleiding gaven tot het optreden der regee
ring deze qualificaties leverde prof. Kranen
burg van dien aard zijn, dat concreet ingrij
pen van den strafwetgever gerechtvaardigd is,
ondanks technische moeilijkheden of proces
sueels bezwaren, welke worden opgeroepen.
Ook mr. Heerkens Thijssen verdedigde in
een kort maar helder betoog het ontwerp. Het
ontwerp, dat zich op politioneel standpunt
stelt, brengt geen nieuws: wie andermans
godsdienstige gevoelens opzettelijk in het open
baar krenkt, stelt de openbare orde in gevaar
en deze wet doet niets anders dan zulk optre
den onder strafbedreiging verbieden.
Beide sprekers antwoordden op prof. Kranen
burg, die het ontwerp bestreed, maar op waar
dige wijze tegemoet trad, dat naar hun mee
ting hij (of zij) die de strafbare daad stelt,
zelf niet behoeft te geloovèn: niet de smalen
de godslastering als zoodanig is immers het
constitutief bestanddeel van de strafbare daad,
dqch heel het wetsontwerp is opgetrokken op
het krenken van andermans godsdienstige ge
voelens omtrent God. En of de beleedigde nu
Katholiek of Israëliet, trinitariër of unitariër
is, doet niets terzake. Niet „de" godslastering
wordt strafbaar gesteld: zij strekt zich immers
veel wijder uit dan het wetsontwerp bedoelt.
Dit stelt het misdrijf niet in de sfeer van het
heilige dat doet/de oppositie voortdurend
maar treft de krenking. En consequent was
Lohman dan ook, toen hij zei, juist daarom als
christ'elijk-historicus uit heeler hart vóór te
kunnen stemmen, wijl hij juist tegen strafbaar
stelling „als zoodanig bezwaren zou hebben
moeten maken van wege zijn opvatting der
godsdienstvrijheid. Dat geen spitsvondigheden
noodig zullen zijn, noch dubieuse gevallen zul
len worden gedagvaard en dus onverkwikke
lijke tooneelen zullen plaats hebben, iets wat
prof. Kranenburg vooral vreesde, maar dat ons
met het oog op het voorgestelde weinig angst
inboezemt, daarvoor kan 't O.M. waken, werd
terloops opgemerkt door de anti-rev. mr. de
Veer, die het ontwerp ook verdedigde. Boven
dien is er nog altijd een president met bevoegd
heden tegen verdachten en verdedigers.
De heer Mendels had een zeer slechten dag:
hij liet zijn luisteraars van de eene verbazing
in de andere vallen en de gansch niet aristo
cratische maar wel professorale afstraffing:
„de heer Mendels kent het wetsontwerp niet
en de memorie van toelichting niet", was ver
diend. Voortdurend redeneerde deze marxist
alsof godslastering als zoodanig strafbaar werd
gesteld. Hij scheen, wat nu gebeurt, niet wijd
verspreid genoeg te vinden om strafrechtelijk
op te treden. Want hoe lang had 't niet
geduurd eer de wet-Aalberse een eind probeer
de te maken aan de oneerlijke concurrentie?
Het is juist de vraag, of het jonge katholieke
Kamerlid zijns ondanks niet te laat met zijn
initiatief voorstel kwam.
Voor den heer Mendels is Nederland geen
état athée, maar een leekenstaat. De afgevaar
digde bleek over den inhoud van beide begrip
pen een private meening te hebben. Volgens
hem is het argument, dat de eed in ons staats
recht bestaat heelemaal geen reden om te zeg
gen, dat Nederland God erkent, want men
mag den eed immers ook niet afleggen. Maar
bestaat daarom de eed niet? En is heel ons
recht ér niet van doortrokken? De heer Men
dels moest de rede eens nalezen, welke Mod
derman in 1880 in de Tweede Kamer hield.
Dat zou de heer Koster ook moetèn doen: bei
de begrepen dan allicht, hoe Lohman niets
paradoxaals beweerde, toen hij zei, dat ook een
liberaal de godslastering strafbaar zou kun
nen stellen.
Een sterk staal van mr. Mendels' kennis was
zeker, dat hij de voorstelling van God als Per
soon identificeerde met een anthropomorfische
voorstelling 1 En dan kregen wij nog een staal
tje Bijbel-exegese. De Staten-vertaling (die in
dit geval nu juist een van litterair-critisch
standpunt beschouwde onjuiste lezing geeft) ci
teerend; herinnerde de soc-dem. afgevaardigde
aan de passage in St. Lucas (9, 52 v.v.) waar de
Goddelijke Meester Zijn leerlingen berispt, die
vunr wilden vragen uit den hemel om de Sa
maritanen te verdelgen. En daaruit trok de
soc.-dem. spreker heel dapper dè conclusie, dat
de christenen, die krenkende Godslastering
strafbaar stellen, hun Meester toch maar slecht
volgen.
Helaas voor onzen geïmproviseerden nieuw-
testamenticus, die blijkbaar den Bijbel al even
slordig leest als hem onwelgevallige wetsont
werpen, de tekst zou waren wij op talmud
sche spitsvondigheden belust misschien eer
der vóór het wetsontwerp kunnen pleiten. Want
zooals de geleerde commentator Lagrange op
merkt, Jesus veroordeelt in principe heelemaal
niet de verontwaardiging der leerlingen, maar
wel een verontwaardiging, waarbij het wraak
instinct zich mengt met den Ijver voor het
recht. De Heer passeert hier een land van Sa
maritanen, die zich niet tegen Hem persoonlijk
keeren. Maar de Joden, die dit laatste wèl
doen worden door Christus Zelf wel degelijk
met straf bedreigd. Wat de Evangelie-plaats
echter rechtstreeks met het voorgestelde wets
ontwerp te maken heeft, is ons volkomen duis
ter.
Wij raakten onwillekeurig in de theologie,
maar dat komt door de oppositie zelf, die voort
durend deze richting indrijft. Ten onrechte,
maar het is nu eenmaal zoo. En Lohman's voor
spelling de wet zal rechts tegen links wor
den aangenomen zal in vervulling gaan, al
vindt ir. Koster dat een schande.
Vreemd zei de heer Mendels tijdens Loh
man's rede niet per interruptie, dat de heele
rechterzijde „uit elkaar" lag Er schijnen dan
toch telkens weer van die onderwerpen te zijn,
die de dikwijls dood verklaarde antithese op
eens springlevend doet worden. Ze raken altijd
weer het godsdienstig terrein en, of 't zoo we
zen moet, De Bruyn en Serrarens zijn 't dan
heelemaal eens met De Savornin Lohman en
Van Citters, terwijl Wibaut en Mendels op stap
gaan met Koster en Fock.
Troelstra zag toch diep, toen hij in December
1904 in de Tweede Kamer verklaarde „Een li
berale Regeering zal hier in het vervolg steeds
moeten steunen voor een belangrijk deel op de
sociaal-democraten." Hij wist wat wereldbe
schouwing beteekent in de politiek. Ook wie
geen politieke munt uit dit wetsontwerp wil
slaan en op dat standpunt staan ook wij,
omdat het tegenovergestelde ons inderdaad on
heilig lijkt kan aan dezen gedachtengang
toch niet ontkomen als hij het gehoorde rustig
overweegt.
rajfcg £V':'-5
Utrecht zeehaven. Met motorschip Apollinaris III, dat in het M er wede-kanaal
met een lading anthraciet van over-zee arr iveerde.
Naar men ons mededeelt is er tengevolge
van den grooten bietenoogst per H.A. een
ongewenschte handel in garantie van den
regeeringssteun voor het telen van suikerbie
ten ontstaan.
De commissie inzake steun aan de suikerbie
tenteelt, heeft nu een waarschuwing gepubli
ceerd tegen dezen handel, die bij vele land
bouwers terecht een zeer onaangenamen indruk
maakt. De commissie deelt in deze publicatie
mede, den minister van Economische Zaken
en Arbeid te zullen advlseeren in een even-
tueele steunregeling van het jaar 1933 de be
paling op te nemen, dat zij van wie blijkt, dat
zij in 1932 handel in garantie hebben gedreven,
van den steun voor 1933 zullen worden uit
gesloten.
Het is te hopen, dat deze maatregel der Com
missie het gewenschte effect zal hebben, de
telers hun kalmte zullen bewaren en niet door
een paniekstemming den bovenbedoelden mis-
plaatsten handel te hunnen nadeele zullen be
vorderen.
INSCHRIJVING VOOR DEN DIENSTPLICHT
De Minister van Defensie deelt mede dat
voor de vraag, of te Antwerpen en Luik woon
achtige jongelieden voor Inschrijving voor den
dienstplicht ln aanmerking komen, bij de be
rekening van den afstand, bedoeld in de artt.
6 en 7 der Dienstplichtwet, behoort te wor
den genomen, de afstand naar hemelsbreedte
tussehen de twee het minst van elkaar ver
wijderde punten van de Belgische of Dultsche
gemeentegrens en de Nederlandsche grens.
Aangezien mij gebleken is, dat de afstand
van de het dichtst bij de Nederlandsche grens
gelegen punten van de gemeenten Antwerpen
en Luik minder dan 15 km. hemelsbreed be
draagt, moeten de Nederlanders, die in ge
noemde gemeenten woonplaats hebben, voor
den dienstplicht worden ingeschreven, zoo zij
ook overigens ingevolge de artt. 6 en 7 der
Dienstplichtwet voor die inschrijving in aan
merking komen.
Deze wijze van berekening van den afstand
tot de Nederlandsche grens geldt ook voor de
afstandberekening met betrekking tot de vrij
stelling van herhalingsoefeningen, vermeld in
art. 12, onder b. van het Dienstplichtbesluit.
STORMSCHADE IN WILLEMSTAD.
De brug in tweeën gebroken.
WILLEMSTAD, 2 November (ANETA).
Als gevolg van het passeeren van een mati
gen orkaan ten N. van Curacao stond vannacht
een sterke Zuidenwind op de havenmonding,
hetgeen gepaard ging met hevige regens.
Alhoewel de brug was opengedraaid, is deze
toch in twee stukken gebroken, waardoor het
brugverkeer waarschijnlijk voor veertien dagen
zal zijn gestremd. Verder is weinig schade aan
gericht. De pier van Bonaire is beschadigd. Op
Aruba werd geen schade aangericht.
BELANGRIJKE VERDUISTERING.
SOEKABOEMI. 2 November. (ANETA).
De wedana van Soekaradja is verdwenen
zonder orde op zijn zaken te stellen. Zijn ad
ministratie wordt thans onderzocht. Voors
hands is een tekort geconstateerd van 4000.
Mgr, Mangers met Mgr. Snoeys (links)
en mgr. Irgens (rechts) bij zijn aankomst
I te Oslo,
LIJK OPGEHAALD.
Uit het Spaarne, nabij de Veerpolderstraat
te Haarlem i3 Woensdag het lijk opgehaald van
den 78-jarigen J. A. J. uit Haarlem, die sinds
een tiental dagen vermist werd.
De oude man was bijziende, zoodat aan een
ongeluk wordt gedacht.
sen
Loop niet onder een ladder door.
Die dingen gebeuren anders alleen maar in
films en dan vindt iedereen het grappig. Denk
maar eens hoe leuk het is als iemand een pot
met verf op zijn hoofd heeft gekregen en dan
met zijn vingers zijn oogen schoonveegt.
Er dient evenwel bij verteld, dat iedereen
hevig teleurgesteld was, toen de juffrouw, aan
wie dit geval te Utrecht overkwam, den humor
niet snapte en kwaad werd. Die opvoedende
waarde van de film is dus ook maar weer larie.
De zaak is, dat er ergens een schilder van
een ladder viel en nog juist op een zonne
scherm kon springen. Zijn verfpot schoot even
wel ook naar beneden en goot den inhoud net
over het hoofd van een juffrouw, die onder
de ladder doorliep.
Tóen de schilder door het zonnescherm op
den beganen grond was aangekomen, kon hij
zich met de geverfde dame gaan bemoeien.
Volgens de film had de juffrouw nu den
schilder in een gracht moeten gooien, waarna
de schilder de juffrouw weer
Ach, het was geen film en dies werden ze
het eens over de onkosten van stoomen van
den mantel.
Dat was alles. Sommige menschen weten
eenvoudig niet wat leuk ls.
Op slag gedood.
Aan den Frieschen Straatweg te Groningen,
nabij den spoorwegovergang, is gisterenmiddag
het 8-jarig zoontje van den heer Roelsema on
der een met bieten geladen vrachtauto geraakt.
Het kind werd op slag gedood.
De politie stelt een onderzoek in naar de
oorzaak van het ongeval.
Bij het oversteken van den weg.
Woensdagmiddag omstreeks drie uur is in
de Wilhelminastraat te Haarlem, nabij het
Wilsonsplein, de 5-jarige P. L., die plotseling
de straat overstak door een luxe-auto, bestuurd
door A. IC, uit Haarlem overreden. In het zie
kenhuis is de kleine aan de bekomen verwon
dingen overleden. Den autobestuurder treit
geen schuld.
Woensdagmiddag is op den Handweg te Bo
venkerk zekere S. uit Zwammerdam vermoe
delijk tengevolge van de gladheid van den weg
met zijn motor komen te slippen en tegen een
boom terecht gekomen. De man bekwam een
ernstige schedelfractuur en werd na ter plaatse
verbonden te zijn naar de Luthersche zieken-
inrichting te Amsterdam overgebracht.
BETONVLOER NAAR BENEDEN
GESTORT.
Gisterenmiddag schoot in de Helmerstraat te
Maastricht bij een nieuwbouw een betonvloer
naar beneden.
De 26-jarige opperman A. M. geraakte onder
de neerstortende puinstukken en werd met ern
stige inwendige kneuzingen naar Calvarien-
berg overgebracht.
BEIDE BEENEN GEBROKEN.
Nabij Zwanenburg in de Haarlemmermeer is
Woensdagmiddag, bij het bieten rijden, de land
bouwersknecht C. de G., uit Haarlemmerliede
van den bok van den wagen gevallen, waarbij
beide wielen hem over de beenen gingen. Een
ontboden geneesheer constateerde, dat beide
beenen op verschillende plaatsen gebroken
waren.
BRANDSTICHTING.
De Rotterdamsche rechtbank heeft den 29-ja-
rigen metaalbewerker C. G. te Krimpen a. d.
IJssel veroordeeld tot 3 maanden gevangenis
straf wegens brandstichting door schuld, ge
pleegd in een hooischelf onder Stolwijk.
Door het O. M. bij de rechtbank was tegen
G. wegens opzettelijke brandstichting, drie jaar
gevangenisstraf geëischt. Het Haagsche Hof
bevestigde thans het vonnis der Rechtbank.
GEEN MEINEED.
P. G. van den B. en A. van den K., zijn door
de Rotterdamsche rechtbank ter zake van mein
eed in een strafzaak, ieder veroordeeld tot zes
maanden gevangenisstraf.
Bedde verdachten werden gisteren door het
Haagsche Gerechtshof vrijgesproken.
OPLICHTING.
De gewezen beheerder van het filiaal eener
bankinstelling te 's Gravenhage is door de
Haagsche rechtbank ter zake van oplichting
veroordeeld tot I jaar en zes maanden gevan
genisstraf.
Deze straf werd gisteren door het Haagsche
Hof verminderd tot negen maanden.
VERMIST MEISJE TERECHT
Maandagavond laat is in de ouderlijke wo
ning te Kerkrade teruggekeerd het 18-jarige
meisje N. V., dat sinds vorige week Maandag
vermist werd. Het meisje was te voet via Aken
naar Keulen geloopen en ls daar Zaterdag aan
gekomen. Daar heeft ze zich gemeld bij den
Nederlandschen consul, die haar reisgeld heeft
verstrekt tot het grensstation Herzogenrath.
ONGENOODE GASTEN
Te Beek onder Princenhage is ingebroken
in het huis van J. R„ tijdens afwezigheid der
bewoners. De inbrekers verschaften zich toe
gang door een ruit te verbrijzelen en door
zochten alles zeer grondig tot zelfs het bedde-
goed. Een bedrag van ongeveer 70.wordt
vermist.
Advocaat-generaal Mr. Brants vraagt
terugwijzing der zaak naar de
instructie.
Men herinnert zich hoe ten vorigen jare de
Sleutelstad in beroering werd gebraccht door
het aan het licht komen van een zwendel op
groote schaal in naaimachines, ten nadeele van
een Zweedsche Maatschappij de „Husqvarna*
welke hier te lande in eenige groote -steden
filialen heeft.
Uit een door de Leidsche recherche ingesteld
onderzoek was komen vast te staan, dat de
naaimachines bij tientallen waren afgeleverd
volgens het huurkoopsysteem aan personen, die
niet alleen niet credietwaardig waren, doch die
daarenboven door vertegenwoordigers der Maat
schappij waren aangezet om telkens opnieuw
hetzij onder eigen, hetzij onder anderer naam
huurkoopcontracten te teekenen, waarbij zij zich
verbonden om de koopwaarde van deze machi
nes, welke ongeveer 200 bedroeg in kleine
termijnen ad 1 per week of ongeveer
te voldoen.
Door deze agenten werd dan tevens bij de
aflevering der machines aan de „klanten" een
adres opgegeven, alwaar zij de in huurkoop
afgeleverde machines voor 50 weer van de
hand konden doen.
Zoo kon het gebeuren, dat een oud moedertje
uit 'n onaanzienlijke buurt in het bezit kwam
van een half dozijn Husqvarna nuAimachines
die in de origineele fabrieksverpakking den dag
na de aflevering wederom werden weggehaald
door een naaimachinehandelaar.
Zooals tijdens de behandeling in eerste in
stantie voor de rechtbank te 's Gravenhage
door den officier van justitie jhr. mr. van Asch
van Wijclc werd opgemerkt, had deze een zeer
groot aantal personen, die zich op deze wijze aar.
oplichting hadden schuldig gemaakt voor het
gerecht kunnen dagen. Het O.M. had er de
voorkeur aangegeven slechts de raddraaiers in
deze kwestie voor te brengen in den persoon van
een 44-jarigen ex-reiziger en een gewezen naai
machinehandelaar, die tenslotte bij vonnis van
voormelde rechtbank tot gevangenisstraffen
van resp. 1 jaar en 6 maanden en 1 jaar werden
veroordeeld.
Bij de behandeling in hooger beroep voor het
Haagsch Gerechtshof waren door het O. M. de
zelfde getuigen als voor de rechtbank gehoord,
gedagvaard.
Jhr. Mr. Von Weiier, vice-president, leidde de
zitting, raadsheeren waren mr. Warren en mr.
Bijnen.
De advocaat-generaal, mr. Brants, nam het
O. M. waar, terwijl als verdedigers voor de ver
dachten, die meenden te zwaar te zijn gestraft,
waar anderen ook schuldig waren, optraden mr,
Bodenhausen uit Den Haag en mr. Nord Thom
son, uit Leiden.
Onder de gehoorde getuigen was ook de ge-
wezen-chef van het filiaal Leiden der Mij. Hus
qvarna J. S„ die alvorens hij zijn verklarin
gen aflegde, door den president op het gewicht
van den eed en op de gevolgen van meineed
werd gewezen, met het oog op de rol door hem
in deze zaak gespeeld, en zooals de president te
kennen gaf een beetje verdacht was, om
het maar eens zacht uit te drukken, voegde hij
er aan toe.
Het was speciaal deze getuige die door mr.
Bodenhausen scherp werd ondervraagd en wiens
verklaringen herhaaldelijk door den advocaat-
generaal aan de hand van de feiten uit het dos
sier werden bestreden.
Mr. Bodenhausen deed ook, met verlof van
het Hof een 5-tal gewezen vertegenwoordigers
(colporteurs) van het Leidsche filiaal hooren,
wier verklaringen lijnrecht in strijd waren met
die van getuige S.
Mr. Bodenhausen constateerde o.a., dat zoo
deze getuige barheid sprak, drie van de getui
gen a décharge zich aan opzettelijken meineed
zouden hebben schuldig gemaakt.
Een en ander was voor den adv.-gen. Mr.
Brants, aanleiding om na het uitvoerig getui
genverhoor het Hof te verzoeken de zaak in
haar geheel terug te verwijzen naar de instruc
tie, daar 't Z.E.A. noodzakelijk voorkwam, een
grondig onderzoek te doen instellen naar de ge
dragingen van alle daarbij betrokken personen,
en voorts om de ter sprake gebrachte meineed
kwestie te doen onderzoeken.
Mr. Bodenhausen zeide daarop, dat hij met
betrekking tot dit laatste verklarenderwijze had
gesproken en het niet noodig vond, dat van een en
ander proces verbaal zou worden opgemaakt,
waarop de adv.-gen. te kennen gaf in deze rich
ting geen verdere stappen te zullen doen.
Zoowel mr. Bodenhausen als mr. Nord Thom
son, drongen er alsnog op aan, dat een recias-
seeringsrapport omtrent hun cliënte, zou wor
den ingewonnen, doch de adv.-gen., die ondanks
herhaalde daartoe door hem gedane pogingen
van den tweeden verdachte geen positieve be
kentenis van schuld kon loskrijgen (wel zeide
deze, dat hij achteraf schuld inzag) meende ten
aanzien van hem daartoe geen aanleiding te
kunnen vinden. Na eenigen tijd in raadskamer
te hebben vertoefd, deelde de president mede,
dat het Hof de behandeling dezer zaak schorste
en haar terugverwees naar den rechter-com-
missaris, teneinde een geheel nieuw onderdoe
in deze in te stellen.
KON. NED. POLITIEHONDEN
VEREENIGING.
De Kon. Ned. Politiehonden Vereeniging
vierde op 1 November haar 25-jarig bestaan.
Zij werd in 1907 opgericht onder den naam
van Nederlandsche Politiehonden Vereeniging
en verwierf in 1912 het praedicaat „Konink-
iijk".
Gedurende haar bestaan kende de vereeni
ging rond 1200 certificaten toe. Zij telt thans
provinciale afdeelfngen en ruim 1600 leden.
Ter gelegenheid van het jubileum geeft de
vereeniging een feestnummer uit van haar
orgaan „De politiehond". In dit extra-nummer
wordt de ontwikkeling van de politiehonden-
dressuur in Nederland in beknoptea vorm
Eenige maanden geleden werd te Amsterdam
een notaris gearresteerd; hij werd er van ver
dacht o.a. een aantal valsche ambt-eedige ver
klaringen inzake een effecten-transactie to
hebben afgelegd.
Hij legaliseerde n.l. een verklaring d.d. 18
Febr. 1927 van een weduwe en een desbetref
fende verklaring d.d. 18 Maart 1927 van een
inmiddels gefailleerden bankier, als zou de
overleden echtgenoot van de weduwe op 3
Dec. 1919 gekocht hebben voor M. 298.000 aan-
deelen Keulsche stadsleening.
Deze verklaringen hadden ten doel, dat bezit
te doen erkennen als „oud bezit" in den geest
van de Duitsche wet van 16 Juni 1925, dus
als bezit, verkregen vóór 1 Juli 1920. Bij „oud
bezit" kreeg de houder n.l. „Ablösungsleihe
mit Auslosungsrechten" tot een bedrag van
2% pCt. van het ingeleverde nominale bedrag,
welke „Anleihe" aflosbaar was binnen 30 jaar
door uitloting met het vijfvoudige van het no
minaal bedrag, vermeerderd met 5 pet. rente
voor elk jaar, dat de stukken niet afgelost
waren. Ingeval van „nieuw bezit" ontving de
houder echter niet rentedragende stukken,
groot 2!4 pCt. van liet ingeleverde nominale
bedrag, welke stukken eerst aflosbaar zijn, na
dat Duitschland aan zijn verplichtingen inzake
de herstelbetalingen zal hebben voldaan. De
„Ablösungsanleihe mit Auslosungsrechten"
heeft een beurswaarde van 46 pCt. met het
vijfvoudige nominale bedrag, die zonder
„Auslosungsrecht" slechts van 4 pCt. van het
nominale bedrag.
De bankbediende, die in dienst was bij de
nu failleerde bankiersfirma Roozen Co, heeft
reeds eenige maanden geleden in verband met
dezen zwendel in Duitsche gemeente-obligaties,
terecht gestaan wegens valschheid in geschrif
te. Hij werd toen veroordeeld tot een gevan
genisstraf van acht maanden. Tijdens deze zit
ting heeft de Officier van Justitie mr. Van
Dullemen gezegd, dat hij ook d®n bankier en
den notaris graag tegelijkertijd in het ver
dachtenbankje had gezien. „De bankier is
echter naar het buitenland gevlucht en de
notaris weet door allerlei rechtsmiddelen zijn
zaak steeds uitgesteld te krijgen", zoo zeide
de Officier toen, „maar hij kan er op rekenen,
dat zijn tijd oolc aanbreekt". De notaris dien
de naar aanleiding van dit gedeelte van het
requisitoir zelfs een klacht tegen den Offi
cier in.
De verdachte zoek!
Gisteren zou voor de rechtbank de Amster-
damsche notaris terecht staan, verdacht van
valschheid in geschrifte. Toen de -zitting zou
beginnen, bleek, dat de notaris, die kort na
zijn arrestatie tegen borgstelling in vrijheid
werd gesteld, niet was verschenen. De Officier
van Justitie mr. Van Dulleman begon met te
zeggen, dat verd. wel een held is in het vin
den van spitsvondigheden, doch niet om zich
ter zitting te verdedigen. De Officier vorderde
op grond van het nieuwe artikel 272 Strafvor
dering de medebrenging van verd. te gelasten.
Na in raadkamer te zijn geweest besloot de
rechtbank hiertoe. De zitting werd een uur
geschorst om den notaris met den sterken arm
ter zitting te doen verschijnen.
De belangstelling voor deze zaak is zeer
groot, de publieke tribune is tot in de uiterste
hoeken gevuld en ook de balie is goed verte
genwoordigd. Óe spanning stijgt, naarmate
het later wordt en noch de uitgestuurde agen
ten noch de notaris verscheen. Tegen twaalf
uur is de rechtbank nog steeds in raadkamer
en de voorspelling van den Officier, dat de ver
dachte binnen het uur ter zitting zou zijn ge
bracht was niet bewaarheid. De wildste ge
ruchten deden, naarmate het later werd de
ronde. Zoo werd verteld, dat een ander, die
sprekend op den notaris leek, was aangehou
den. Hij w'iwst zich echter te legitiimeeren en
mocht zijn wandeling door Amsterdam vervol
gen. Uit gesprekken in de .wandelgangen"
bleek ons, dat de notaris sedert Dinsdag door
rechercheurs werd geschaduwd, toen n.l. liep
het gerucht reeds, dat verd. niet ter zitting zou
verschijnen.
Dinsdagmiddag maakte hij, met een paar
rechercheurs op de hielen een wandeling door
de stad en naar het IJ-bosch.
Ook Woensdagmorgen werd zijn woning door
twee rechercheurs, vanaf den overkant van de
gracht bewaakt. Toen het bevel tot medebren
ging was afgegeven, bleek de notaris "le
thuis; in weerwil van de bewaking was he
hem gelukt ongezien uit te gaan.
Alle politieposten werden onmiddelitm ge
waarschuwd., doch tot kwart over twaa uas
het succes nog nihil. In groepjes staan c e m"
sterdamsche advocaten bijeen en besP1® n het
geval, de rechtbank vertoeft s s 'h
raadkamer
De geruchten over den niet verschenen no
taris werden steeds romantischer: „hij ZOu
wel over de grenzen zijn getrokken ^en de jus
titie zou het nakijken hebben
Van andere zijde werd weer aangevoerd:
„hij zal naar Diemen züD Diemen le
vert niet uit, maar er wordt een ultimatum
naar die buurgemeente veizonden".
Er waren er, di® c e °®sing dichter bij
huis zochten: „b'i ,ie,e„ ®etl rijksdaalder in
het kringlijntje om >(- S. gestort en wacht
tot dat geld is ven-den.
Met deze etl eHjke veronderstellingen
kortten getuig^ en oalie den tijd.
Eindelijk precies te een uur kwam de recht
bank weer bi""en.'
Deurwaarder, is je verdachte verschenen?"
aldus de P^ent.
Deurwaarder Harshagen: „Neen meneer de
president, nog steeds niet".
pres. mr. HuySjnga; pan zullen we de zit
ting schorsen tot drie uur vanmiddag en de
rechtbank gelast opnieuw de medebrenging
van verdachte.
Aldus eindigde deze bewogen ochtendzitting
zonder verdachte.
De notaris blijft onvindbaar.
Te drie uur is de belangstelling weer zeer
groot, de publieke tribune is tot op de laatste
P'aats bezet.
Te kwart over drie is verdachte nog steeds
Piet gevonden. Enkele dagen geleden heeft hij
nog een bezwaarschrift aan de rechtbank in
gediend, waarin hij president mr. Huysinga
wraakt, omdat deze zou hebben toegelaten, dat
de officier van justitie in een verwante zaak
die eenige maanden geleden werd behandeld
en waarin verdachte getuige was voor hem,
verdachte onaangename en beleedigende dingen
zeide. Voorts deelde verdachte aan de recht
bank mede, dat hij strijdensmoe is en niet meer
van zins zich te verdedigen, Ook voerde ver
dachte in dit bezwaarschrift nog aan, dat de
dagvaarding tegen hem werd uitgebracht, zon
der dat de sluiting van de instructie in kracht
van gewijsde was gegaan.
Te kwart voor vier kwam de rechtbank weer
binnen en deelde mede, dat verdachte niet was
««Kpcheneo. De rgahthanlr stelt er échter grjis I
„Nul komma nul", Roman van eert
Nederlandschen jongen door C. P,
M. Hazelzet.
Bij al zijn bescheidenheid is deze schrijver
niet van allen reclamezin ontbloot. Want hij
heeft bij zijn pas kersversch verschenen boek
een prospectus laten drukken, dat wel in staat
is om de aandacht te trekken.
„Waarom een Nederlandsche Jongen in Italië
fascist werd", een boek voor eiken Nederlan
der, die dezen tijd begrijpt. Zij, die stoutmoe
dige daden stellen, worden ook door de jeugd
verafgood, vooral als die jeugd om zich weinig
anders ziet dan inertie, dadenloosheid, behoud
zucht en vrees voor het nieuwe".
Daarom leest dit boek „Nul komma Nul", ro
man van een Nederlandschen jongen.
Om U maar dadelijk voor te lichten, lezer, dit
„Nul komma Nul" wil zeggen en beduiden, aat
't bij ons thuis óók niet alles is.
Hazelzet is geen literator, hij is en blijft een
kundig en boeiend journalist, hij schrijft wat
hij noemt een roman, maar hij is geen roman
cier, maar dit laatste kan hij misschien nog
worden, want dit boek .ziet er uit, dat 't nog
vervolgen krijgt en dan tot een werkelijken
roman kan uitgroeien, wat ons verheugen zal.
Janie heeft op de H. B. S. een communisti-
schen leeraar, een onmogelijken paedagoog, die
met zijn leerlingen op school discussieert over
de verkiezingen en zich hatelijk uitlaat over
den achterstand van cultuur bij de Katholieken.
Eigenlijk had de man wel gelijk, denkt Janie
achteraf, want alle dichters en schrijvers, die
hij kende en met graagte las waren ook zeker
niet katholiek, als Adama van Scheltema, Her
man Gorter, Henriette Roland Holst.
De brave Guido Gezelle wordt door dezen
representant der jonge generatie maar alweer
naar zijn vergeten hoekje gedrongen.
„Een mensch heeft lucht noodig!" zoo staat
Dostojewski's woord als uitbundig motto boven
Hazelzet's boek. Janie hield niet van benauwde
luchtjes en armeluisvertrekken en binnen
kamertjes.
Lucht happen doet Janie anders genoeg. Eert
groot deel van dit boek wordt dan ook inge
nomen door beschrijvingen van vaar- en boot
tochten.
Janie West haalt echt zij hart op in het
leven aan boord. Dit is toch wat anders dan
het muffe leven in een provinciestad in het
kleinburgerlijk Holland met al zijn sleur en
conventie. Hij vermeldt zelfs, hoe laat precies
de hofmeester met koffie en bouillon met kaak
jes rondkwam.
Dat vindt hij blijkbaar nog zeer interessant
en niet kleinburgerlijk van visie. Janie ziet da
conventie, de doodgewone dagelijksche gebeur
tenissen aan boord als een nieuwe levensopen
baring.
Hij ziet nu opeens anders dan thuis en lrt
het vaderland, waar toch 's morgens tegen elven
ook gewoonlijk de koffie met koekjes wordt
geserveerd
,,'t Viel hem op", de auteur van de jonge
generatie erkent 't zelf, „dat hij in deze om
geving anders begon te denken, alles veel o-
mantischer ging zien. Thuis zou hij officieren
hoogstens het odium van sabelsleeper en be
roepsmoordenaar hebben toegekend. Maar hier
onbegrijpelijk, zonder een bewuste vooralgaan-
de verandering in zijn denken, waardeerde hij
de dingen heel anders".
Als Janie te Napels aankomst, dan gaat 't ook
hem, zooals 't ook vroeger ons allen verging
bij de aankomst in een vreemd land of een
onbekende stad.
„Janie keek uit naar zijn bullen. Het scheen
oppassen te zijn, al hadden die kakelende kerels
dan allemaal een nummer op hun buik.
„Wie van die wachtenden op den wal zou
naar hem uitki'ken? Zou men hem herkennen?
Als ze elkander nu maar niet misten. Dat ZOU
vervelend zijn in zoo'n vreemde «tod.
niet alleen vervelend, maar eigenlijk ellendig".
Zoo piekerde Janie, die ons een hemelbestor
mer en een wereldhervormer moet zijn.
Maar 't is waar ook, Janie was maar een
doodgewone jongen.
Maar stop! zijn wij als recensent van oudere
generatie niet bezig al te pietepeuterig op de
kleintjes te letten en op alle tegenkomende
slakjes zout te leggen?
Maar komt dit misschien juist niet, omdat er
te weinig compositie is in dit boek, dat de
auteur zelf zich teveel laat gaan in allerlei
details en bijkomstigheden, die het geheel van
den opzet schaden?
Hazelzet de j°nSf is teveel journalisttiek
camera-man, hij mist de kunst van montage,
hij heeft nog niet. den moed om te juister tijd
de schaar te zetten in de uitbundige reeks van
zijn beelden en opnamen.
En toch ondanks de herhaalde inzinkingen,
die zijp. conceptie voelbaar drukken, hebben wij
heel zijn mm met oprechte belangstelling in
een stuk aan door het projectie-apparaat van
onze aandacht gedraaid.
En als wij dan aan de schrik niet, 't is maar
„par manère de dire" aan de 23e acte komen,
begint onze belangstelling, onze aandacht weer
aanmerkelijk te klimmen.
aar komt opeens een heel andere operateur
aan 't roer, met goed begrepen tempo en raak
gevoeld thythme.
De nachtelijke opmarsch der fascisten naar
Rome, de honderdduizenden die uit alle stre
ken van Italië op Rome samentrekken, dat is
knap, boeiend, suggestief geschreven.
Wij marcheeren mee het Janie en zijn vrien
den.
Reportage? Goed, maar dan reportage ge
heven in de sfeer van kunst en literatuur.
Hier is Hazelzet op z'n best. Hier is Hazelzet
geen Janie meer. Janie is fascist geworden.
Natuurlijk hoe kan 't ook anders bij zooveel
élan, zooveel bruisend leven, en dat onder
Italiaansche lucht, op klassieken bodem.
Bij den Tiber ontwaarde hij een koepel, die
niets anders kon zijn dan die van de Sint
Pieter te Rome.
„Een nauwe straat voerde er recht heen. Zijn
hart begon te kloppen, zooals den nacht te vo
ren, en de ontroering welde hem naar de keel.
Ginds in die leege school, tussehen zijn kame
raden van enkele uren had hij iets weggewor
pen, maar hier doemde Iets nieuws voor hem
op, even waardevol, waardevoller. Hier stond
hij niet als een vreemdeling. Dat kruis boven
op de knoepel electrtiseerde hem, net ais de
wapperende vlaggen. Hij had nu niet het ge
voel, er toch eigenlijk niet bij te nooren, en
de zekerheid, dat hij het zijn heele leven trouw
kon blijven, er voor leven kon, werken en des
noods vechten.
„Voor den eersten keer ver van hu s ont
waarde hij iets volkomen vertrouwds, iets van
thuis, iets, waaraan hij zich volkomen en zon
der reserve overgeven kon.
„En de groote kolonnaden sloten zich als
moederlijke armen om hem heen
Hier voelen wij Hazelzet, hier voelen wij ons
allen terug, wij, Katholieken, ouderen en jonge
ren, met onze „deux patries", het kleine, vaak
verkleineerde Holland, en ons „Roma aeterna",
„Roma patiens, quia aeterna".
En wij zijn blij en dankbaar dit boek gelezen
te hebben, onze verwachtingen gaan uit naar
Cees Hazelzet van de toekomst, en wij worden
toch weer nieuwsgierig, wat er ook van Janie
nog worden zal.
P. H. H.
op de zaak in tegenwoordigheid van verdachte
te behandelen.
Derhalve wordt de zaak geschorst tot Maan
dagmorgen te negen uur. Het bevel tot mede
brenging zal opnieuw worden uitgevaardigd.
Gisteravond laat wist de politie nog nie^
waar de verdwenen notaris zich ophield.