EERSTE KAMER AANVAARDT -
GODSLASTERINGSWET.
VERKEERD
BEOORDEELD.
VRIJDAG 4 NOVEMBER 1932
RECHTS TEGEN LINKS.
VERDEDIGING VAN MINISTER
DONNER.
EEN AUTOBUSDIENST AMSTERDAM
DEN HAAG
VEETE UITGEVOCHTEN.
GROOTE ZORGEN VOOR DE
REGEERING
DE LOONSVERLAGINGEN.
PHILIPS GLOEILAMPEN.
RIJKS BOSCHBOUW PROEFSTATION.
DE INDISCHE POSTVLUCHTEN.
NEDERLANDERS IN DEN VREEMDE.
WIELRIJDER ZONDER LICHT
DOODGESCHOTEN
Het doodelijk schot niet moed
willig gelost.
OP AVONTUUR.
Aisa«t - -
CONFLICT OP DE WESTLANDSCHE
VEILINGEN.
Het geschil inzake het eenmalige
fust.
LAMPE TEGEN LAMPE.
Een gewetenszaak
Voortaan zal art. 147 "W. v. S. in den aan
vang luiden
Met gevangenisstraf van ten hoogste drie
maanden of geldboete van ten hoogste hon
derd twintig gulden wordt gestraft: hij,
die zich in het openbaar, mondeling of bij
geschrift of afbeelding, doof smalende
godslasteringen op voor godsdienstige ge
voelens krenkende wijze uitlaat.
En een nieuw art. 429 bis stelt de zelfde
straf voor dengene, „die op eene van den open
baren weg zichtbare plaats woorden of afbeel
dingen stelt of gesteld houdt. die. als smalen
de Godslasteringen, voor godsdienstige gevoe
lens krenkend zijn".
Klokslag 3 uur nam de Eerste Kamer de
wet aan met 28 tegen 18 stemmen, zuiver
rechts tegen links. De meerderheid was hier
dus veel grooter voor den Minister dan in de
Tweede Kamer, waar de wet op 1 Juni 1.1. met
49 tegen 44 stemmen aanvaard werd.
Veel nieuws is er gister niet gezegd, noch
door vóór- noch door tegenstanders der wet
al waren verschillende opmerkingen niet zon
der belang. Van beide zijden stond bereids
vast, hoe het verloop der stemming zou wezen.
Dat de linkerzijde tegen was ook niet
heelerharte, althans prof. Kranenburg zei dit
uitdrukkelijk voor zich en zijn staatkundige
vrienden betreurde mr. van Sasse van
IJsselt, die het jammer vond. dat een strafbe
paling rechts tegen links tot stand kwam, maar
er desniettemin persoonlijk van harte voor
stemde. De president van het Bossche Hof
legde er den nadruk op, dat het wetsontwerp
niet lfet godsdienstig karakter heeft, dat links
er aan hecht en herinnerde eraan, dat de rech
ters zich zullen hebben te houden aan dat
gene wat in de wet staat en dat dus bij even-
tueele veroordeeling noodig zal wezen, dat be
wezen worde, dat de verdachte heeft willen
krenken. Met vrijheid van godsdienst zag de
nestor der kamer heeiemaal geen strijd en ten
overhoede verklaarde hij, dat de katholieken
in Nederland er niet aan denken, daaraan te
raken.
Het gaat, zooals professor Anema nog eens
betoogde, om het scheppen van recht, dat voor
allen geldt. Ook „godsdienstige eerbiedwaar
digheid", die deze anti-rev. hoogleeraar als een
parallel van de openbare eerbaarheid be
schouwt, is een beginsel van de openbare orde
in strafrechtelijken zin. Wie met deze open
bare orde in onduldbaar conflict komt door 't
gebruikmaken van zeer bepaalde strijdmiddelen
is strafbaar. Dat in ons land tot dusver een
soortgelijke strafbepaling ontbrak, schreef
prof. Anema toe aan het feit, dat de nu met
straf bedreigde krenkingen vroeger bijna niet
voorkwamen, maar dat een stelselmatig sacri-
legium publicum, waarvoor nu gevaar scheen
te bestaan, wel degelijk tegemoet getreden
jn9th|Oest worden door het strafrecht. Voor hem
Bart dit ontwerp, zoowel door de motieven,
wélke den Minister bewogen als door de ver-
«Inging, die Heemskerk er in zijn laatste re
de voor leverde, een zekere wijding verkregen.
Wij vernamen fcrouwenp thans, dat Minister
Heemskerk in zijn ambtstijd reeds over ingrij
pen had gedacht en In dezen zin opdracht had
gegeven aan den huidigen Minister van Justi
tie, die togn raad-adviseur op Justitie was.
Tegen het ontwerp spraken mevrouw Pot
huis en de heeren Droogleever Fortuyn en
Wibaut. Wat de laatste spreker beweerde,
mocht inderdaad een mengsel heeten van
eigengerechtigheid en wanbegrip. De heer Wi
baut probeert met quasi dédain over „confes-
sioneelen" en niet-eonfessioneelen, over men-
schen met en zonder religie te spreken. De
laatsten hebben volgens hem opvattingen, die
dikwijls veel hooger zijn dan die der geloovi-
gen. Zulke beweringen zijn blijkbaar geen tee-
ken van eigengerechtigheid in den mond van
iemand, die zelfs zijn naaste geestverwanten
versteld doet staan over zijn extravagante
theorieën op sexueel terrein. En als die geest
verwanten van den heer Wibaut geen wetten
voor hun opvattingen noodig hebben ep zoo
vurig in de kracht van hun ideaal gelooven,
waar komt het anti-godsdienstig schrikbewind
iri Rusland dan vandaan en wat hebben de in
legalen vorm gegoten rooverijen ten nadeele
der geloovigen in Frankrijk, Mexico en Spanje
dan wel te beteekenen?
Blijkbaar neemt niemand in de Kamer de
exclamaties van dezen salon-socialist serieus,
want er werd niet de minste aandacht aan be
steed. De Minister wees er alleen op, dat de
wet niet gemaakt wordt door burgers onder
ling tegen elkaar, maar door de Overheid, die
niet mag toelaten, dat haar onderdanen door
anderen in hun heiligste gevoelens worden ge
krenkt.
De heer Wibaut vond, dat anderen ook wel
in hun hoogste gevoelens gekrenkt worden,
maar hij heeft vergeten ons mee te deelen, hoe
dit geschiedde, wat erg jammer is. Want dan
zou men onmiddellijk hebben kunnen aantoo-
nen, dat de gevallen waarop hij doelt, heeie
maal niet het specifieke karakter dragen, dat
overeenkomt met den rechtsgrond der Gods-
lasteringswet.
Mevrouw Pothuis, die wel religieus voelt,
had juist daarom bezwaar. Zij vond de straf
baarstelling van Godslastering onzinnig. De
Christenen verwekten zelf de goddeloosheid
en had Laotse niet gezegd: „Hoe meer over
God gesproken wordt, hoe minder God aan
wezig is"?
Het is duidelijk, dat deze soc. dem.-afgevaar-
digde weer hfelemaal redeneerde in de lijn
van strafbaarstelling als zoodanig en heeie
maal vergat, dat het alleen een ontoelaatbaren
vorm van anti-godsdienstige propaganda met
straf bedreigt. Men kan geloovigen heel goed
hun tekortkomingen verwijten zooals zij
dat trouwens gewoonlijk zelf in ruimer mate
doen van velen wel vermoeden maar men
zal zich hebben te onthouden van smalende
uitingen, die in hun vorm op God zelf betrek
king hebben.
De heer Droogleever vond de schandtaal,
naar aanleiding waarvan de wet werd inge
diend, inderdaad „hoogst ergerlijke uitlatin
gen", maar eenerzijds achtte de Rotterdam-
sche burgemeester de delictsomschrijving on
voldoende, anderzijds vreesde hij gevaren bij
de toepassing. Maar mr. Nauta schreef reeds
in het „Weekblad van het Recht", dat „de toe
passing van dit artikel in de praktijk niet
meer of moeilijker op te lossen juridische
puzzle's zal bieden dan zoovele van onze straf
wetboekartikelen." En de delictsomschrijving
althans in haar geheel genomen, is scherp ge
noeg. Wie een vorm van geloofsbestrljding
kiest, waarbij hij de gevoelens van anderen
als het ware overmeestert, wie God als be
staande stelt en dan smaalt, die is strafbaar.
De Minister, die kort maar scherpzinnig en
waardig de wet verdedigde, heeft een en ander
nog eens verduidelijkt. De rechtsgrond van de
strafwaardigheid, aldus de bewindsman, die
zich in 't bizonder tegen prof. Kranenburg
keerde, ligt in het wetsartikel zelf voor ieder
een, die geen overspannen opvatting van het
strafrechtelijk begrip „opzet" heeft. Met de
Grondwet heeft deze wet niets te maken: art.
168 waarborgt godsdienstvrijheid; art. 7 sluit
slechts preventieve censuur uit en art. 9 kent
ook beperkingen.
Zeer juist stelde de Minister tegenover mr.
Baelde's, in 't Tijdschrift voor Strafrecht ont
wikkelde practische bezwaren in het licht, dat
dit artikel te zeer anti-dogmatisch was inge
steld en dat het den indruk wekte alsof de
godsdienst heeiemaal niet beredeneerd kan
worden. Zou men verder een proces voor pro
pagandistische doeleinden willen misbruiken-
dan kan de president der rechtbank sluiting
der deuren gelasten zooals pas te Almelo ge
schiedde, waar majesteitsschennis behandeld
werd. Men kan overigens, schreef de minister
al, zulke bezwaren temperen en onder omstan
digheden zelfs van vervolging afzien, maar
daarom behoeft de strafbaarstelling niet ach
terwege te blijven.
Zooals gezegd, rechts tegen links ging de
wet er door. Prof. Kranenburg meende, dat
Rusland er over zou juichen. Nu, dit bleek
heeiemaal niet uit de redevoeringen van de
beide communisten in de Tweede Kamer Het
duo was mordicus tegen, zij het dan op anderen
grond dan de „Nimrod op het gebied der pa-
penjacht", zooals dr. Zandt werd betiteld door
een der sprekers.
Minister Donner verwijderde zich na de
stemming zóó vlug, dat hij zich blijkbaar met
opzet aan gelukwenschen wilde onttrekken.
Voor hem, die dezen keer alle gevoelselement
wilde weren dat hij voelde, bleek toch meer
dan eens al reeds door zijn gelaatsuitdruk
king en die de hoop uitsprak, dat de wet,
welke inderdaad waardig behandeld werd, al
verkreeg zij dan geen eenstemmigheid, althans
nooit toegepast zou behoeven te worden, is in
diening en verdediging van dit ontwerp een
gewetenszaak geweest. Hij moge er van over
tuigd zijn, dat deze daad hem ook de eerbie
dige dankbaarheid verzekert van honderddui
zenden katholieken in Nederland.
Geen nachtelijke „pierewaaiers '-dienst.
Voor den Raad van State, afd. geschillen van
bestuur, werd Donderdag behandeld het beroep
van de Gebr. Robardt tegen de beschikkingen
van Ged. Staten van Noord- en Zuid-Holland,
waarbij de aanvrage van appellanten tot het in
werking brengen van een autobusdienst Am
sterdamDen Haag is afgewezen, o.a. op grond
dat de bestaande verkeersverbindingen vol
doende zijn te achten.
De heer Kraak Steeman, secretaris van den
Bond van Autobusondernemers, lichtte het be
zwaarschrift van appellanten toe. Spr, erkende,
dat men hier te lande niet gewend was aan
autobusdiensten over 'n afstand van bijv. 60
K.M., gelijk de aangevraagde. Doch deze onder
nemers hebben in Engeland hun diensten ver
leend aan autobusondernemingen over veel
grooter afstanden, zooals bijv. LondenBir
mingham (meer dan 100 K.M.). Hier te lande
hecht men te zeer aan de belangen van de
Spoorwegen, doch deze voorzien niet in een
behoorlijke verbinding van de tusschengelegen
plaatsen als Hillegom, Lisse, Sassenheim met
Den Haag of Amsterdam, zooals de appellanten
die wenschen. Deze genoemde, tusschengelegen
plaatsen vloeienails 't ware ineen, doch men kan
maar éénmaal per dag met den boemeltrein
deze plaatsen bereiken of daarvandaan naar
Amsterdam of Den Haag komen. Weliswaar is
er de tramverbinding, maar daaraan is een of
tweemalen overstappen verbonden, zonder dat
er een aansluiting in den dienst van de eene
op de andere tramwegonderneming bestaat.
De Spoorwegen zullen op den duur toch
diverse haltes moeten laten vervallen, willen
zij tot een vermindering van hun tekorten
komen: van lieverlede gaat het dien kant op.
Ondanks de protesten der spoorwegen zijn
daarnaast toch de' autobusdiensten gekomen en
dit is zeer begrijpelijk.
Wat nu AmsterdamDen Haag betreft, men
heeft soms langer tijd noodig om per tram naar
het station te komen, dan voor de geheele
rechtstreeksche treinreis.
Appellanten willen een autobusdienst zoowel
bij dag als bij nacht voornamelijk om alle tus-
fchengelegen plaatsen te verbinden. Men heeft
hun in overweging gegeven, dezen dienst alleen
voor de nachtelijke uren van 124 uur aan te
vragen, omdat dan geen concurrentiebezwaar
bij de spoorwegen zouden bestaan, doch voor
een transport alleen voor pierewaaiers bedan
ken zij (gelach).
Uit de vervoercijfers blijkt, dat de overgroote
meerderheid der passagiers ten plattelande van
de autobussen vroeger vrijwel nimmer van de
treinverbindingen gebruik maakte.
Spr. hoopt dat de Raad van State de Kroon
zal adviseerén den aangevraagden autobus
dienst alsnog toe te staan.
LOONSVERLAGING IN HET
BOUWBEDRIJF.
Het bestuur van den bond van Ned. bouw
ondernemers heeft aan den Minister van Bin-
nenlandsche Zaken een adres gezonden, naar
aanleiding van den afloop der onderhandelin
gen omtrent de loonsverlaging in het bouw
bedrijf.
Na een uitvoerige toelichting verzoekt het
adres den minister te willen bevorderen: dat
de door de Regeering beoogde loonsverlaging
op andere wijze worde gewaarborgd, dan thans
mogelijk is; en dat de door de Regeering be
schikbaar te stellen eredieten ten goede komen
aan de natuurlijke verzorgers der volkshuis
vesting, te weten particulieren.
Een der vechtersbazen gewond.
Reeds geruimen tijd bestond er een veete
tusschen een zekeren L. en van R.. beiden
wonende te Bergen-Op-Zoom. Deze veete dateer
de van een strafzitting, waarbij van R. als
getuige, verklaringen had afgelegd ten nadeele
van L.
Gisteravond zijn beide personen handgemeen
geworden, waarbij de twist zoo hoog liep, dat
op een gegeven moment L. een mes trok en van
R. eenige ernstige verwondingen toebracht
aan gelaat en linkerpols, waarbij een slag
ader werd geraakt. Nadat de verwonde op het
politiebureau voorloopig was verbonden, werd
hij naar het ziekenhuis vervoert.
De dader is later in den avond door de
politie gearresteerd.
Noodtoestand in land- en tuinboutv,
uitvoerindustrie en scheept
vaartbedrijf.
In de Memorie van Antwoord op de Alge
meene beschouwingen van Hoofdstuk I der
Rijksbegrooting 1933 merkt de Regeering op,
na de voornaamste factoren te hebben ge
noemd, welke op ons bedrijfsleven een zooda
nig zwaren en aanhoudenden druk oefenen,
dat te recht van een noodtoestand kan worden
gesproken, dat de ernstigste symptomen zich
voordoen in den land- en tuinbouw, in de uit-
voerindustrieën en in het scheepvaartbedrijf,
alsmede in de daarmede nauw verbonden tak
ken van nijverheid (scheepsbouw en machine
industrie) en hand'èl, welke bronnen van volks
welvaart dan ook der regeering groote zorg
baren. De omvang van de werkloosheid, die
met name de arbeidersklasse teistert, weer
spiegelt de diepte der depressie en eischt uit
gebreide voorzieningen. Wat daarentegen de
loonsverlagingen betreft, kan men in het al
gemeen nog niet zeggen, dat de arbeidersklas
se hieronder „lijdt".
Integendeel zal er voor gewaakt moeten wor
den, dat geen mogelijke werkgelegenheid op
geofferd wordt aan een verlangen tot handha
ving van een bevoorrechte positie door bepaal
de groepen.
De opmerkingen der leden, die den alge-
meenen toestand verwarder en meer gespan
nen achtten dan ooit, kan de regeering slechts
ten deele onderschrijven. Die toestand laat
zeker veel te wenschenmaar het niet te loo
chenen feit, dat in het bijzonder ingevolge de
langdurige en hevige economische crisis, ook
op politiek gebied verwarring en wrijving in
bedenkelijke mate zijn toegenomen, mag niet
uit het oog doen verliezen, dat daartegenover
factoren zijn aan te wijzen, die de politieke
consequenties dezer spanningen minder ge
vaarlijk maken dan zij eertijds zouden zijn ge
weest.
Nieuwe mogelijkheden voor den
afzet van beeldprojectie-
machines.
Teneinde na haar bekende Philisonor spreken
de film-apparaten ook de afzet van beeld-
projectiemachines te entameeren, heeft Philips
de verkoop van de door de firma Nitzsche A.G.,
speciaalfabriek van projectoren te Leipzig, thans
gefabriceerde en de in de toekomst uit te bren
gen beeldprojectoren, voor over de geheele
wereld op zich genomen.
De technische ontwikkeling van de sprekende
film zal in de toekomst een zeer nauwkeurige
aanpassing van de beeldprojectie-machines aan
de sprekende film-apparaten noodzakelijk ma
ken.
Philips, met een ruime ervaring inzake de bij
de sprekende film benoodigde versterker-
affregaten en mechanische geluids-gedeelten,
heeft thans bovendien de beschikking gekregen
over de 28-jarige ervaring van de firma
Nitzsche op het gebied van projectoren, licht
bronnen enz. Deze technische samenwerking
heeft reeds geleid tot ontwikkeling van een
boyenstaand principe gebouwden nieuwen super
projector.
het
een
De „Ijsvogel" vertrokken.
Gistermorgen te 6.35 uur is het vliegtuig de
„Ijsvogel" van de K. L. M. van Schiphol via
Marseille naar Indië vertrokken. De beman
ning bestaat uit de heeren P. Soer, eerste be
stuurder, J. K. F. Kress, tweede bestuurder, L.
C. Stolk, werktuigkundige en A. C. Tolk, radio
telegrafist. Aan boord bevindt zich 261, 718
K.G. post, 5,400 K.G. pakketpost en 32,030 K.G.
ladhjg.
Drie passagiers maken de reis resp. tot Mar
seille, Bagdad en Bandoeng mee.
De passagier voor Indië is de heer U. F. M.
Dellaert, de havenmeester van Schiphol, die
de vliegvelden langs de Indië-route zal bestu-
deeren. Hij keert met hetzelfde vliegtuig terug.
De „Ijsvogel"
aangekomen.
(uitreis) is gisteren te Rome
„De Snip" is g ie teren op uitreis in Rangoon
aangekomen.
De „Pelikaan"
gekomen.
(retourreis) is te Cairo aan-
Op 1 Januari opgeheven.
Men schrijft ons uit Wageningen:
Met ingang van 1 Januari a.s. wordt
Rijks Boschbouwproefstation alhier, na
ruim 10-jarig bestaan opgeheven.
Deze opheffing was in het algemeene bezui
nigingsplan Weiter voorgesteld en de Regee
ring is daarmede accoord gegaan.
Er worden op wachtgeld gesteld of ontsla
gen: 1 waarnemend directeur, 1 boschbouw-
kundige (tijdelijk ambtenaar), 1 ambtenaar
van administratie, 1 schrijver 2de klasse, 1
technisch ambtenaar en 1 amanuensis-con
cierge.
Tot het Boschbouw-proefstation behooren
ongeveer 300 proefvelden, te zamen groot 80
H.A. en gelegen onder Wageningen, Amers
foort, Stroe, Kootwijk, op het eiland Texel, in
de Liesbosch, Gieten, Middachten enz.
De proefnemingen van zuiver practisch be
lang worden overgebracht naar het Staats-
boschbehecsr te Utrecht en zullen onder leiding
komen van den heer ir. C. Geerling, waarn.
directeur van het Boschbouwproefstation, die
aldus overgaat naar het Staatsboschbeheer.
Een ander deel gaat over naar de afd. Bosch-
bouw van de Landbouwhoogeschool, terwijl de
rest der proeven niet wordt voortgezet
Willem Andriessen naar Berlijn.
Willem Andriessen zal op 24 November a.s.
een piano-avond geven in de Bechsteinzaal te
Berlijn.
Op het programma, dat aanvangt met een
variatie-werk van Jan Pzn. Sweelinck, treft
men verder aan de Nederlandsche namen van
den Sigtenhorst Meyer en Willem Pijper.
INVOER FIJNE ZADEN.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek deelt
mede, dat in de maand October 1932 aan fijne
zaden werd ingevoerd
Maanzaad (papaverzaad)380 461 K.G. Kar-
wijzaad: 20 660 K.G. Kanariezaad: 15 945 K.G.
Bruin mosterdzaad: 92 108 K.G. Geel mosterd
zaad: 30 162 K.G.
Hij was geen erg aardige jongen om te zien.
Het vlugge, lenige lichaam, dat hij misschien
had, werd gecamoufleerd door een lompige jas
en een lompige broek, veel te groot en veel te
wijd, veel te gerafeld en veel te kapot. Een
flauwe mond gaf aan zijn gezicht een uitdruk
king van nare goochemheid, maar hij had een
paar groote, fluweelige bruine oogen.
Hij maakte zoo'n dag, als hij zijn kranten
ventte in de straten van het Westend, alle emo
ties van den openbaren weg mee: straatmuzi
kanten, vechtpartijen tusschen loopjongens, def
tige heeren en deftige dames, die in en uit
ongelooflijk mooie auto's met nol deftiger gn
mooier chauffeurs stapten, een politie-agent, die
een schunnig individu tot doorloopen aanmaan
de. En tusschen deze en vele andere bedrijven
door schreeuwde hij zijn „speshul Edeeshun"
(Special Edition en zijn „lajtest noos" (Latest
News).
Aan het eind van de lange, stille Dorrington
street was de lucht vaal-rood gekleurd. Het on
bestemde licht van de pas ondergegane zon deed
het ongure van zijn kleeding minder uitkomen
en verzachtte de scherpe trekken van zijn ge
laat. Hij sjokte voort, zijn kranten onder den
arm ,en geheel verdiept in het slijpen van een
punt aan een boomtak, dien hij juist bij een
der squares opgeraapt had.
Een heer kwam haastig uit een der huizen,
en bonsde tegen hem aan.
„Speshul, sir!" riep de jongen bijna automa
tisch, terwijl hij terugsprong.
De heer keek hem in het schemerig-verlichte
gelaat. Hij keek hem aan met een vreemden blik,
die hem niet scheen te willen loslaten.
„Hoeveel kranten heb je? Ik koop ze alle".
„Nou, dat is fijn. Dank u". Hij telde haastig:
,,'t Zijn er dertien".
Al sprekend duwde hij zijn pet achterover,
en streek zijn bruine haren naar een kant. Hij
glimlachte verheugd over de goede zaken, die hij
deed, en keek den man, die er chic uitzag en
een militaire houding had, recht in de oogen. En
de man stamelde: „Mijn hemel!"
„Hoe ou ben je en hoe heet je, kereltje?"
„Sammy Boulis, meneer".
„En hoe oud"?
„Twaalf, meneer".
„Je ziet er twee jaar jonger uit". De man legde
zijn hand op den schouder van den jongen, en
herhaalde: „Mijn hemel! Zoo iets heb ik nog nooit
gehoord".
„Kom mee, ventje". Zij liepen samen de straat
af, en kolonel Fraser vernam omtrent Sammy en
diens ouders al wat de jongen wilde loslaten,
en dat was niet zoo heel veel, want Sammy
paste altijd op z'n tellen. Vader was een „ratten
vanger" en „flink, hoor!!' maar moeder nou,
dat was er een. Schreeuwende Sal werd ze ge
noemd, maar ze schreeuwde nooit tegen den
rattenvanger. Als ze dat deed, zou er wat voor
haar opzitten. En hij zelf? 's Avonds verkocht
bij kranten en 's-Zondags, als het regende, ging
hij naar de Zondagsschool. Sammy begon vrij
uit te spreken en de vriendelijke man keek naar
zijn opgeheven snuit met oogen, die vochtig
waren.
Hij haalde een sleutel uit zijn zak en opende
de deur van een groot, voornaam huis. Poch! wat
rook het daar deftig! Sammy keek zich de oogen
uit in de hall, waar hij wachtte op den terug
keer van den heer, die hem daar alleen gelaten
had. Daar werden twee zware gordijnen van
één geschoven en hij zag zijn beschermer staan
met een dame. Beiden namen hem oplettend op.
„Breng hem binnen George", zei de dame
zacht.
En Sammy werd meegenomen, door de gordij
nen heen, en over loopers waarin zijn voeten
wegzonken, naar een prachtig vertrek, waar een
groot vuur brandde
Een oude dame zat aan een tafeltje een boek
te lezen.
In deze warme, fluweelige omgeving scheen
Sammy's gelaat zijn scherpe trekken te verlie
zen, de goocheme uitdrukking was geweken, en
onder den invloed van de mooie, blauwe oogen
van mevrouw Fraser nam de natuurlijke open
heid van den jongen de overhand. Maar de
oude dame aan het tafeltje tante Jane werd
zij genoemd scheen er niet mee in te stem
men, dat Sammy zoo geliefdkoosd werd.
„Jongen", zei de vrouw van den kolonel, „je
zult geen kranten meer verkoopen. Ik ga met
ja vader en moeder spreken. Je wordt naar
school gestuurd. Je moet ons hier vaak komen
opzoeken. En later ga je in het leger, om een
dapper soldaat te worden, zooals mijn man".
Zij keek liefdevol naar den kolonel; toen
stond zij op en zei: „Je kunt toch lezen?"
„Als de woorden niet te lang zijn mevrouw".
Uit een kastje haalde zij een zilveren kinder
beker, en terwijl hij het opschrift las, wendde
de kolonel zich af, en tranen welden op in de
oogen van zijn vrouw.
„Je lijkt zoo op hem, en je draagt denzelfden
naam", zei ze, en kuste het kind op het voor
hoofd.
Toen hij thuiskwam lag schreeuwende Sol
stomdronken op bed en de rattenvanger had het
druk met werktuigen, die veeleer bij het sloten
makers beroep passen. Hij nam, toen het later
geworden was, den jongen opnieuw mee uit.
Dat was niet hun eerste expeditie, neen, lang
niet!
Het ging naar het Westend.Zij waren geko
men in een doodstille achterstraat, met garages
aan den eenen kant en een muur, waarachter
tuinen lagen, aan den andere. Over dien muur
ging het heen, en zij sloopen door den kleinen
achtertuin, en toen begon het eigenlijke karwei.
Vader sneed een ruit uit; Sammy kroop er
door, en opende luiken, en ook de rattenvanger
was nu binnenshuis. De kamerdeur was gesloten,
maar de sleutel werd met een langen smallen
tang geruischloos omgedraaid, en toen ging het
doodstil de trap op
„Neen, vader, dat met...."
„Hou je mond".
„Vader, geef mij die kroes. Zet 'm weer op
z'n plaats. Geef me dan toch die kroes
„Ben je dwaas?"
„Geef hier", siste Sammy, en wilde de kroes
uit de hand van den rattenvanger rukken. Dez
haalde zijn breekijzer uit voor een slag-
dook weg, en greep naar de kroes. Maar
breekijzer vloog uit de hand van den man e
verbrijzelde een vaas.
Beiden stonden nu doodstilP 0 se ln2
flitste het electrische licht.
„De deftige heerl" riep Sammy u
De rattenvanger wilde op den man toesprin
gen, maar een schot knalde.
„Blijf staan waar je bent als je de lading niet
in je maag wilt hebben", zei kolonel Fraser.
„De man heeft tien jaar gekregen zeide de
kolonel. „Hij was een oude bekende van de
justitie. De jongen is naar een rijksopvoedings-
geticht gezonden".
„Ik wist het wel", zei tante Jane. „Zulk volk
kun je nooit vertrouwen. Laat het een les voor
je zijn, George".
Mrs. Fraser zeide niets, maar haar oogen
vulden zich met tranen.
B.
.(Nadruk verbod aa),
Marechaussee voor het Iloog Militair
Gerechtshof.
Het Hoog Militair Gerechtshof heeft Donder
dag behandeld de zaak tegen den marechaussee
L. H. P., gedetacheerd te Maastricht. Op Pink
ster-Zondagavond van dit jaar zag beklaagde
onder Obbicht (Limburg) een wielrijder zonder
licht rijden. Hij sommeerde dezen halt te nou-
den, waaraan niet voldaan werd. De wielrijder
ging er vandoor, waarop de militair een waar
schuwingsschot in de lucht loste. Toen de vluch
teling ook hierop, niet stilhield, schoot de ma
rechaussee nogmaals. Thans werd de wielrijder
getroffen en hij stierf aan de gevolgen.
Wegens dood door schuld heeft de Krijgsraad
den beklaagde veroordeeld tot 3 maanden ge
vangenisstraf met verlaging in rang tot soldaat
Zoowel de auditeur-militair als de veroordeel
de waren in hooger beroep gekomen bij het
Hoog Militair Gerechtshof.
De President vroeg: Had U dien dag dienst?
Beklaagde: Er was mij geen dienst opgedra
gen. Het was dien dag omstreeks 10 uur 's-avonds
Ik reed met mijn meisje op de fiets. Wij hadden
beiden licht op. Ik heb den wielrijder, die zonder
licht reed, toegeroepen: Hier, marechaussee, af
stappen! Ik kon merken, dat hij mij hoorde.
Kans om hem te grijpen had ik niet. Toen ben
ik heb achterna gefietst. Drie keer riep ik hem,
af te stappen. Ik had hem 3 a 400 meter achter
na gereden, toen ik mijn revolver trok.
President: Waarom had u dien revolver bji U
als U geen dienst had?
Beklaagde: Die had mij al dikwijls diensten
bewezen. Sinds 1914 droeg ik die bijna steeds
bij mij. Er waren 4 patronen in. Dien dag zat
er een patroon in den loop. t Was een buiten
model revolver, die niet tot den dienst be
hoorde. Nadat het eerste schot in de lucht ge
lost was, hoorde ik den vluchteling „Verrek"
roepen. Het schot gaf een geweldigen knal. Hij
moet dit schot gehoord hebben, maar stapte
niet af. Toen ben ik afgestapt om te probeeren
op het rijwiel te schieten. Met afstappen had
ik de revolver in de hand. Toen is het nood
lottige schot bij ongeluk afgegaan.
De verdediger mr. E. v. Zinnicq Bergmann:
Is het niet juist, dat in Limburg de meeste mis
drijven gebeuren door menschen die zonder
licht fietsen?
Beklaagde: Ja. zeker.
Als deskundige werd gehoord de kolonel-in
specteur der marechaussee J. H. G. Kappelhoff.
De President vroeg: Wat denkt U van dit
geval?
Deskundige: Het schieten kan niet mijn in
stemming hebben. Van een vuurwapen mag men
alleen gebruik maken als er een ernstig misdrijf
op te helderen is. Persoonlijk staat deskundige
zeer voorzichtig tegenover het gebruik van het
vuurwapen. Nietttemin kan desk. begrijpen, dat
beklaagde er toe kwam, een schot in de lucht
te lossen. Goed was dit echter niet.
De innige overtuiging van deskundige is, dat
beklaagde in de volle overtuiging was, zijn plicht
te doen.
President: Beklaagde is tevens onbezoldigd
rijksveldwachter. Mag hij in die functie een bui
tenmodel revolver dragen?
Deskundige: In geen geval. Beklaagde was in
de eerste plaats marechaussee. Hij mocht alleen
een modelrevolver hebben.
Generaal van Munnekrede, lid van het H. M.
G.: De consequentie van hetgeen -u zegt is dan
toch dat in zoo'n geval de man had moeten
ontsnappen.
Deskundige: Het is beter, dat eens een keer
iemand ontsnapt dan dat een menschenleven
eraan gewaagd wordt.
Verdediger: Acht U dezen toeMaagde onge
schikt voor den dienst?
Dekundigë: Neen, ik zou op behoud van dezen
man, voor het Wapen der Marechaussee, beslist
prijs stellen.
De advocaat fiscaal, mr. Brants, wees erop, dat
men hier te doen heeft met een politie-beambte
wien het te doen was om iemand, die een over
treding begaan had, in handen te krijgen. Men
zou nu kunnen vragen of de middelen, die hij
gebruikte gerechtvaaardigd waren. Dit punt
komt echter te vervallen omdat de beklaagde
pertinent ontkent, dat het tweede schot moed
willig gelost is. Een ander mogelijkheid kan spr.
niet aannemen. Kan hier nu gesproken worden
worden van strafbare schuld door een zóó groote
mate van onvoorzichtigheid? Deze vraag moet
bevestigd worden.
Beklaagde kon weten, hoe gemakkelijk een
vuurwapen afgaat, want hij had veel ervaring
daarmee. Hij zal dus moeten boeten. Een stra
als de Krijsgraad oplegde is excessief. Uez® ma"
is niet onwaardig om bij het wapen te ien
De bestraffing is veel te zwaar. Spr. gai m
overweging in ieder geval de bijkoms ig
v. verlaging tot soldaat te laten verva en i eg
vernietiging van het vonnis en een voorwaar
delijke gevangenisstraf van 14 dagen met een
proeftijd van 1 jaar.
De verdediger, mr. E. van Zmmcq Bergmann
wees op de moeilijke omstandigheden, waarin
de marechaussees in de grensgebieden zich vaak
bevinden. Het is gemakkelijk, achteraf de kwes
tie rustig te bekijken. De Hooge Raad eischt
grove schuld en onvoorzichtigheid te straffen en
die is hier niet aanwezig. De grondslag van be-
klaagde's °P treden is rechtmatig. Bovendien
staat hij bekend als een bezadigd man. Wanneer
iemand in de grensgebieden zonder licht rij at
en zich niet stoort aan een ambtenHjk bevel,
stelt hij zich aan groot gevaar bloot.
Pleiter drong op de uiterste clementie aan.
Het Hoog Militair Gerechtshof zal later uit
spraak doen.
Een fietstochtje naar Kaapstad.
Het lijkt ons, dat er een zekere moed toe
noodig is om tot zich zelt te zeggen: „Mor
gen ga ik per «ete naar Kaapstad".
Er zijn menschen, cue, ais ze 's-morgens wak
ker worden, zich afviagen: )jWat zunen we nu
vandaag '»9 doeu De eene beraamt tijdens
zijn ontbijt een roofoverval, de ander vindt
het weer buitengewoon geschikt om te gaan
visschen, en een derde kijkt op zijn horloge,
oordeelt dat het nog vroeg is, neemt
fiets en peddelt naarKaapstad.
pe drie jongelm, die dezer dagen hun fiets-
reis begonnen, schenen te avontuurlijk te zijn
aangelegd dan dat zij hun reis met meer voor
bereidingen aanvaardden. Jong, gezond en
sterk als zij waren hebben zij niet lang ge-
zijn
peinsd
hun fietsen met tenten en pot
ten en pannen bepakt, en met een kwantum
avontuurlijken durf toegerust, zijn de drie
fietsende reizigers, twee Nijmegenaars en een
Blericksch jongmensch, van uit Venlo gestart
v'h KeulenWeenenBoedapestBoekarest-
SaloniklConstantinopel, dwars door Klein-
Azië naar Palestina en van Palestina zal het
langs voor hen nog blinde wegen verder gaan
naar Kaapstad en dan van Kaapstad terug
naar Venlo.
Per fiets „ins blinde Freie hinein"
DE MOTORRACES TE ALPHEN.
De Haagsche rechtbank deed Donderdag uit
spraak in de zaak tegen den 24-jarigen schilder
C. S. te Alphen, tegen wien door het O. M. 6
weken gevangenisstraf was geëischt terzake dat
hij tijdens te Alphen op den Kanaalweg gehou
den motor wedstrijden een meisje, dat den weg
overstak heeft aangereden met doodelijk gevolg,
en veroordeelde hem ter zake tot 6 weken hech
tenis, met intrekking van het rijbewijs, voor een
Donderdag had in Café Restaurant Hollan
dais te 's-Gravenhage een druk bezochte verga
dering plaats van afgevaardigden en belangstel
lenden van bij de Centrale van vereenigingen
voor den aardappel-, groenten- en fruithandel
aangesloten vereenigingen, welke vergadering
geleid werd door den heer H. G. Ruhe, uit Am
sterdam, die in zijn openingswoord een over
zicht gaf van het z.g. conflict op de veilingen in
het Westland. baaruit bleek dat de Centrale
toenadering heeft gezocht tot de toporganisatie
van den tuinbouw op 19 Maart, 30 Maart, 23
Mei, 13 Juli en 12 September 1932, derhalve 5
maal en dat deze zaak sleept vanaf medio Maart
d.i. 7% maand. Bovendien is op 21 September
1932 en 6 October 1932 geconfereerd met den
Bond Westland en deze wenschte de onderhan
delingen uit te stellen tot Februari a.s., terwijl
ln antwoord op het verzoek d.d. 19 Maart 1932
om onderling overleg op 7 April 1932 de prij-
zert van het eenmalige fust zonder overleg met
de handelsorganisatie werden gedecreteerd. Spr.
concludeerde, dat door den handel wel het noo-
dige geduld en een zeer groote lankmoedigheid
was betoond.
Het laatste schrijven van de Centrale luidde
als volgt:
„Teneinde geen conflict te laten ontstaan Is
de handel bereid aan den wensch van den
Bond Westland, om voor dit seizoen geen ver
andering meer in den toestand te brengen, on
voorwaardelijk te voldoen en dus de huidige
regelingen, zooals deze op de diverse veilingen
gelden, te bestendigen tot 31 December 1932.
Evenwel verzoekt de handel daartegen reeds
nu inwilliging van zijn verlangen voor het
nieuwe seizoen, dus dat vanaf 1 Januari 1933 de
eerste soort druiven en tomaten inclusief nieuw
uniform (eenmalig) fust zullen worden aange
voerd, waarvan de vorm en de datum voor
invoering telkens in overleg met de Centrale
zal worden vastgesteld, zoodat de handhaving
van den eenmaligen hak moet worden veilig
gesteld en deze in gelijke mate moet worden
aangevoerd als voorheen. De Centrale, als cen
traal punt voor den handel, verzoekt den Bond
Westland om goedgunstig antwoord uiterlijk
Woensdag 2 November 1932. opdat de handel
dit in de Donderdag 3 November 1932 te hou
den vergadering ter kennis van belanghebben
den zal kunnen brengen. Indien de Bond West
land dit voorstel nog mondeling mocht willen
bespreken, dan verklaart de handel zich daar
toe gaarne bereid, hetzij ten kantore van den
Bond Westland dan wel ten kantore van de
Centrale."
Hierop werd nu het volgende antwoord voor
gelezen
„In antwoord op uw schrijven d.d. 26 October
j.l. deelen wij U moede, dat, om verschillende
redenen, welke U ook bekend zijn, wij niet in
staat zijn u reeds thans mededeelingen te doen
van der Bond Westland voor het volgend jaar
betreffende een eenmalige verpakking.
Immers daarvoor zal de Bond ook haar hou
ding moeten bepalen ten opzichte van de lan
delijke organisaties, waarvoor ook de veilingen
moeten worden gehoord.
Het is daarom, dat wij er hij U nogmaals op
aandringen, om de thans bestaande regeling
voor dit jaar te handhaven, en verklaren ons
tevens bereid om in den a.s. winter met den
handel ln overleg te treden, hoe deze zaak het
beste kan worden geregeld."
Na drukke en langdurige besprekingen werd
tenslotte met algemeene stemmen, besloten het
volgend antwoord tot het Bestuur van oen
Bond Westland te richten:
„In antwoord op Uw schrijven d.d. 3 Novem
ber 1932 deelen wij u mede, dat na behandeling
ervan op onze algemeene vergadering van 3
November en in overleg met den Nederl. Bond
van Kleinhandelaren het besluit genomen Is,
om, uitgaande van den goeden wil van den
Bond Westland en aannemende dat er momen
teel bezwaren bestaan om direct een inwilligend
besluit te nemen, zoo mogelijk langs minne
lijken weg tot een oplossing te komen.
Onze Centrale wil echter ln elk geval zeker
heid hebben, dat voor het seizoen 1933 geen
herhaling plaats heeft van de besprekingen van
Maart—November van dit jaar, met het gevolg,
dat een beslissing op de lange baan geschoven
wordt.
Unaniem werd op onze vergadering den
wensch, zoo niet de eisch naar voren gebracht,
dat in 1933 het eenmalig fust inclusief gewicht
geveild wordt.
Wij stellen U daarom voor, om tegemoetko
mend aan uw verlangen, besprekingen te ope
nen tusschen Uwen Bond en de Centrale bin
nen 6 weken in welke periode U gelegenheid
zult hebben Uw houding te bepalen ten opzichte
van de landelijke organisaties in overleg met
üw veilingen".
Tenslotte werden nog verschillende onder-
werpen van huishoudelijken aard behandeld,
waarna de voorzitter de vergadering sloot.
Overtreding der handelsnaamwet
De advocaat-generaal bij den Hoogen Raad,
mr Besier, nam Donderdag conclusie in de zaak
van de N.V. Modemagazijnen v.h. Gebr. Lampa
te Rotterdam en de N.V. Dames- en Kindercon-
fectie v.h. Gebr. Lampe te 's-Gravenhage.
De Haagsche kantonrechter had aan eerstge
noemde firma verboden den handelsnaam Lampa
te voeren ten aanzien van haar filiaal ,aan den
Hofweg te 's-Gravenhage omdat dit verwarring
stichtte met de toen reeds in de Spuistraat te
's-Gravenhage gevestigde firma Lampe. Een be
drag van 100 zou moeten worden betaald voor
iederen dag, waarop het verbod zou worden,
overtreden.
Nadat de rechtbank dit vonnis had bevestigd,
heeft de Hooge Raad hét hiertegen ingestelde
cassatie beroep verworpen.
Toen de zaak aan den Hofweg te 's-Graven
hage geopend was, plaatste de Rotterdamsche
firma Lampe in vele niet-Haagsc'ne dagbladen
advertenties ten behoeve van haar Haagsch
filiaal. De Haagsche firma nam hieraan aanstoot
en stelde een vordering in van 60.000 g"lde"
schadevergoeding. Het Haagsche Gerechtshof
wees in hooger beroep 10.000 toe.
De Rotterdamsche firma ging hiervan in cas
satie bij den Hoogen Raad.
Mr. Besier overwoog o.m., dat het Hof éen
der grondslagen van den eisch van Lampe-Rot-
terdam niet gemotiveerd heeft verworpen, het
beroep n.l. op het verwerkt rijn van 't recht van
haar tegenstandster door het gedurende bijkans
twee jaren zonder protest toelaten der gewraak
te advertenties. Het Hof heeft daaraan geen
woord gewijd. Spr. concludeerde tot vernietiging
van het arrest en verwijzing der zaak naar een
ander Hof.
Arrest 22 December.
KOLENRELLETJES TE UTRECHT
■Woensdag iis 't te Utrecht opnieuw tot kleine
ongeregeldheden gekomen, toen eenige werk-
loozen voor het stadhuis demonstreerden ter
verkrijging van extra-uitkeering voor kolen.
Een opschrift en zelfs een gebarsten potka
cheltje werden mee gevoerd om de eischea
duidelijker kenbaar te maken.
De politie heeft de betoogers uiteengejaagd
waarbij het potkacheltje ia dra steak werd
gelaten,