EERSTE KAMER AANVAARDT - GODSLASTERINGSWET. VERKEERD BEOORDEELD. VRIJDAG 4 NOVEMBER 1932 RECHTS TEGEN LINKS. VERDEDIGING VAN MINISTER DONNER. EEN AUTOBUSDIENST AMSTERDAM DEN HAAG VEETE UITGEVOCHTEN. GROOTE ZORGEN VOOR DE REGEERING DE LOONSVERLAGINGEN. PHILIPS GLOEILAMPEN. RIJKS BOSCHBOUW PROEFSTATION. DE INDISCHE POSTVLUCHTEN. NEDERLANDERS IN DEN VREEMDE. WIELRIJDER ZONDER LICHT DOODGESCHOTEN Het doodelijk schot niet moed willig gelost. OP AVONTUUR. Aisa«t - - CONFLICT OP DE WESTLANDSCHE VEILINGEN. Het geschil inzake het eenmalige fust. LAMPE TEGEN LAMPE. Een gewetenszaak Voortaan zal art. 147 "W. v. S. in den aan vang luiden Met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste hon derd twintig gulden wordt gestraft: hij, die zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, doof smalende godslasteringen op voor godsdienstige ge voelens krenkende wijze uitlaat. En een nieuw art. 429 bis stelt de zelfde straf voor dengene, „die op eene van den open baren weg zichtbare plaats woorden of afbeel dingen stelt of gesteld houdt. die. als smalen de Godslasteringen, voor godsdienstige gevoe lens krenkend zijn". Klokslag 3 uur nam de Eerste Kamer de wet aan met 28 tegen 18 stemmen, zuiver rechts tegen links. De meerderheid was hier dus veel grooter voor den Minister dan in de Tweede Kamer, waar de wet op 1 Juni 1.1. met 49 tegen 44 stemmen aanvaard werd. Veel nieuws is er gister niet gezegd, noch door vóór- noch door tegenstanders der wet al waren verschillende opmerkingen niet zon der belang. Van beide zijden stond bereids vast, hoe het verloop der stemming zou wezen. Dat de linkerzijde tegen was ook niet heelerharte, althans prof. Kranenburg zei dit uitdrukkelijk voor zich en zijn staatkundige vrienden betreurde mr. van Sasse van IJsselt, die het jammer vond. dat een strafbe paling rechts tegen links tot stand kwam, maar er desniettemin persoonlijk van harte voor stemde. De president van het Bossche Hof legde er den nadruk op, dat het wetsontwerp niet lfet godsdienstig karakter heeft, dat links er aan hecht en herinnerde eraan, dat de rech ters zich zullen hebben te houden aan dat gene wat in de wet staat en dat dus bij even- tueele veroordeeling noodig zal wezen, dat be wezen worde, dat de verdachte heeft willen krenken. Met vrijheid van godsdienst zag de nestor der kamer heeiemaal geen strijd en ten overhoede verklaarde hij, dat de katholieken in Nederland er niet aan denken, daaraan te raken. Het gaat, zooals professor Anema nog eens betoogde, om het scheppen van recht, dat voor allen geldt. Ook „godsdienstige eerbiedwaar digheid", die deze anti-rev. hoogleeraar als een parallel van de openbare eerbaarheid be schouwt, is een beginsel van de openbare orde in strafrechtelijken zin. Wie met deze open bare orde in onduldbaar conflict komt door 't gebruikmaken van zeer bepaalde strijdmiddelen is strafbaar. Dat in ons land tot dusver een soortgelijke strafbepaling ontbrak, schreef prof. Anema toe aan het feit, dat de nu met straf bedreigde krenkingen vroeger bijna niet voorkwamen, maar dat een stelselmatig sacri- legium publicum, waarvoor nu gevaar scheen te bestaan, wel degelijk tegemoet getreden jn9th|Oest worden door het strafrecht. Voor hem Bart dit ontwerp, zoowel door de motieven, wélke den Minister bewogen als door de ver- «Inging, die Heemskerk er in zijn laatste re de voor leverde, een zekere wijding verkregen. Wij vernamen fcrouwenp thans, dat Minister Heemskerk in zijn ambtstijd reeds over ingrij pen had gedacht en In dezen zin opdracht had gegeven aan den huidigen Minister van Justi tie, die togn raad-adviseur op Justitie was. Tegen het ontwerp spraken mevrouw Pot huis en de heeren Droogleever Fortuyn en Wibaut. Wat de laatste spreker beweerde, mocht inderdaad een mengsel heeten van eigengerechtigheid en wanbegrip. De heer Wi baut probeert met quasi dédain over „confes- sioneelen" en niet-eonfessioneelen, over men- schen met en zonder religie te spreken. De laatsten hebben volgens hem opvattingen, die dikwijls veel hooger zijn dan die der geloovi- gen. Zulke beweringen zijn blijkbaar geen tee- ken van eigengerechtigheid in den mond van iemand, die zelfs zijn naaste geestverwanten versteld doet staan over zijn extravagante theorieën op sexueel terrein. En als die geest verwanten van den heer Wibaut geen wetten voor hun opvattingen noodig hebben ep zoo vurig in de kracht van hun ideaal gelooven, waar komt het anti-godsdienstig schrikbewind iri Rusland dan vandaan en wat hebben de in legalen vorm gegoten rooverijen ten nadeele der geloovigen in Frankrijk, Mexico en Spanje dan wel te beteekenen? Blijkbaar neemt niemand in de Kamer de exclamaties van dezen salon-socialist serieus, want er werd niet de minste aandacht aan be steed. De Minister wees er alleen op, dat de wet niet gemaakt wordt door burgers onder ling tegen elkaar, maar door de Overheid, die niet mag toelaten, dat haar onderdanen door anderen in hun heiligste gevoelens worden ge krenkt. De heer Wibaut vond, dat anderen ook wel in hun hoogste gevoelens gekrenkt worden, maar hij heeft vergeten ons mee te deelen, hoe dit geschiedde, wat erg jammer is. Want dan zou men onmiddellijk hebben kunnen aantoo- nen, dat de gevallen waarop hij doelt, heeie maal niet het specifieke karakter dragen, dat overeenkomt met den rechtsgrond der Gods- lasteringswet. Mevrouw Pothuis, die wel religieus voelt, had juist daarom bezwaar. Zij vond de straf baarstelling van Godslastering onzinnig. De Christenen verwekten zelf de goddeloosheid en had Laotse niet gezegd: „Hoe meer over God gesproken wordt, hoe minder God aan wezig is"? Het is duidelijk, dat deze soc. dem.-afgevaar- digde weer hfelemaal redeneerde in de lijn van strafbaarstelling als zoodanig en heeie maal vergat, dat het alleen een ontoelaatbaren vorm van anti-godsdienstige propaganda met straf bedreigt. Men kan geloovigen heel goed hun tekortkomingen verwijten zooals zij dat trouwens gewoonlijk zelf in ruimer mate doen van velen wel vermoeden maar men zal zich hebben te onthouden van smalende uitingen, die in hun vorm op God zelf betrek king hebben. De heer Droogleever vond de schandtaal, naar aanleiding waarvan de wet werd inge diend, inderdaad „hoogst ergerlijke uitlatin gen", maar eenerzijds achtte de Rotterdam- sche burgemeester de delictsomschrijving on voldoende, anderzijds vreesde hij gevaren bij de toepassing. Maar mr. Nauta schreef reeds in het „Weekblad van het Recht", dat „de toe passing van dit artikel in de praktijk niet meer of moeilijker op te lossen juridische puzzle's zal bieden dan zoovele van onze straf wetboekartikelen." En de delictsomschrijving althans in haar geheel genomen, is scherp ge noeg. Wie een vorm van geloofsbestrljding kiest, waarbij hij de gevoelens van anderen als het ware overmeestert, wie God als be staande stelt en dan smaalt, die is strafbaar. De Minister, die kort maar scherpzinnig en waardig de wet verdedigde, heeft een en ander nog eens verduidelijkt. De rechtsgrond van de strafwaardigheid, aldus de bewindsman, die zich in 't bizonder tegen prof. Kranenburg keerde, ligt in het wetsartikel zelf voor ieder een, die geen overspannen opvatting van het strafrechtelijk begrip „opzet" heeft. Met de Grondwet heeft deze wet niets te maken: art. 168 waarborgt godsdienstvrijheid; art. 7 sluit slechts preventieve censuur uit en art. 9 kent ook beperkingen. Zeer juist stelde de Minister tegenover mr. Baelde's, in 't Tijdschrift voor Strafrecht ont wikkelde practische bezwaren in het licht, dat dit artikel te zeer anti-dogmatisch was inge steld en dat het den indruk wekte alsof de godsdienst heeiemaal niet beredeneerd kan worden. Zou men verder een proces voor pro pagandistische doeleinden willen misbruiken- dan kan de president der rechtbank sluiting der deuren gelasten zooals pas te Almelo ge schiedde, waar majesteitsschennis behandeld werd. Men kan overigens, schreef de minister al, zulke bezwaren temperen en onder omstan digheden zelfs van vervolging afzien, maar daarom behoeft de strafbaarstelling niet ach terwege te blijven. Zooals gezegd, rechts tegen links ging de wet er door. Prof. Kranenburg meende, dat Rusland er over zou juichen. Nu, dit bleek heeiemaal niet uit de redevoeringen van de beide communisten in de Tweede Kamer Het duo was mordicus tegen, zij het dan op anderen grond dan de „Nimrod op het gebied der pa- penjacht", zooals dr. Zandt werd betiteld door een der sprekers. Minister Donner verwijderde zich na de stemming zóó vlug, dat hij zich blijkbaar met opzet aan gelukwenschen wilde onttrekken. Voor hem, die dezen keer alle gevoelselement wilde weren dat hij voelde, bleek toch meer dan eens al reeds door zijn gelaatsuitdruk king en die de hoop uitsprak, dat de wet, welke inderdaad waardig behandeld werd, al verkreeg zij dan geen eenstemmigheid, althans nooit toegepast zou behoeven te worden, is in diening en verdediging van dit ontwerp een gewetenszaak geweest. Hij moge er van over tuigd zijn, dat deze daad hem ook de eerbie dige dankbaarheid verzekert van honderddui zenden katholieken in Nederland. Geen nachtelijke „pierewaaiers '-dienst. Voor den Raad van State, afd. geschillen van bestuur, werd Donderdag behandeld het beroep van de Gebr. Robardt tegen de beschikkingen van Ged. Staten van Noord- en Zuid-Holland, waarbij de aanvrage van appellanten tot het in werking brengen van een autobusdienst Am sterdamDen Haag is afgewezen, o.a. op grond dat de bestaande verkeersverbindingen vol doende zijn te achten. De heer Kraak Steeman, secretaris van den Bond van Autobusondernemers, lichtte het be zwaarschrift van appellanten toe. Spr, erkende, dat men hier te lande niet gewend was aan autobusdiensten over 'n afstand van bijv. 60 K.M., gelijk de aangevraagde. Doch deze onder nemers hebben in Engeland hun diensten ver leend aan autobusondernemingen over veel grooter afstanden, zooals bijv. LondenBir mingham (meer dan 100 K.M.). Hier te lande hecht men te zeer aan de belangen van de Spoorwegen, doch deze voorzien niet in een behoorlijke verbinding van de tusschengelegen plaatsen als Hillegom, Lisse, Sassenheim met Den Haag of Amsterdam, zooals de appellanten die wenschen. Deze genoemde, tusschengelegen plaatsen vloeienails 't ware ineen, doch men kan maar éénmaal per dag met den boemeltrein deze plaatsen bereiken of daarvandaan naar Amsterdam of Den Haag komen. Weliswaar is er de tramverbinding, maar daaraan is een of tweemalen overstappen verbonden, zonder dat er een aansluiting in den dienst van de eene op de andere tramwegonderneming bestaat. De Spoorwegen zullen op den duur toch diverse haltes moeten laten vervallen, willen zij tot een vermindering van hun tekorten komen: van lieverlede gaat het dien kant op. Ondanks de protesten der spoorwegen zijn daarnaast toch de' autobusdiensten gekomen en dit is zeer begrijpelijk. Wat nu AmsterdamDen Haag betreft, men heeft soms langer tijd noodig om per tram naar het station te komen, dan voor de geheele rechtstreeksche treinreis. Appellanten willen een autobusdienst zoowel bij dag als bij nacht voornamelijk om alle tus- fchengelegen plaatsen te verbinden. Men heeft hun in overweging gegeven, dezen dienst alleen voor de nachtelijke uren van 124 uur aan te vragen, omdat dan geen concurrentiebezwaar bij de spoorwegen zouden bestaan, doch voor een transport alleen voor pierewaaiers bedan ken zij (gelach). Uit de vervoercijfers blijkt, dat de overgroote meerderheid der passagiers ten plattelande van de autobussen vroeger vrijwel nimmer van de treinverbindingen gebruik maakte. Spr. hoopt dat de Raad van State de Kroon zal adviseerén den aangevraagden autobus dienst alsnog toe te staan. LOONSVERLAGING IN HET BOUWBEDRIJF. Het bestuur van den bond van Ned. bouw ondernemers heeft aan den Minister van Bin- nenlandsche Zaken een adres gezonden, naar aanleiding van den afloop der onderhandelin gen omtrent de loonsverlaging in het bouw bedrijf. Na een uitvoerige toelichting verzoekt het adres den minister te willen bevorderen: dat de door de Regeering beoogde loonsverlaging op andere wijze worde gewaarborgd, dan thans mogelijk is; en dat de door de Regeering be schikbaar te stellen eredieten ten goede komen aan de natuurlijke verzorgers der volkshuis vesting, te weten particulieren. Een der vechtersbazen gewond. Reeds geruimen tijd bestond er een veete tusschen een zekeren L. en van R.. beiden wonende te Bergen-Op-Zoom. Deze veete dateer de van een strafzitting, waarbij van R. als getuige, verklaringen had afgelegd ten nadeele van L. Gisteravond zijn beide personen handgemeen geworden, waarbij de twist zoo hoog liep, dat op een gegeven moment L. een mes trok en van R. eenige ernstige verwondingen toebracht aan gelaat en linkerpols, waarbij een slag ader werd geraakt. Nadat de verwonde op het politiebureau voorloopig was verbonden, werd hij naar het ziekenhuis vervoert. De dader is later in den avond door de politie gearresteerd. Noodtoestand in land- en tuinboutv, uitvoerindustrie en scheept vaartbedrijf. In de Memorie van Antwoord op de Alge meene beschouwingen van Hoofdstuk I der Rijksbegrooting 1933 merkt de Regeering op, na de voornaamste factoren te hebben ge noemd, welke op ons bedrijfsleven een zooda nig zwaren en aanhoudenden druk oefenen, dat te recht van een noodtoestand kan worden gesproken, dat de ernstigste symptomen zich voordoen in den land- en tuinbouw, in de uit- voerindustrieën en in het scheepvaartbedrijf, alsmede in de daarmede nauw verbonden tak ken van nijverheid (scheepsbouw en machine industrie) en hand'èl, welke bronnen van volks welvaart dan ook der regeering groote zorg baren. De omvang van de werkloosheid, die met name de arbeidersklasse teistert, weer spiegelt de diepte der depressie en eischt uit gebreide voorzieningen. Wat daarentegen de loonsverlagingen betreft, kan men in het al gemeen nog niet zeggen, dat de arbeidersklas se hieronder „lijdt". Integendeel zal er voor gewaakt moeten wor den, dat geen mogelijke werkgelegenheid op geofferd wordt aan een verlangen tot handha ving van een bevoorrechte positie door bepaal de groepen. De opmerkingen der leden, die den alge- meenen toestand verwarder en meer gespan nen achtten dan ooit, kan de regeering slechts ten deele onderschrijven. Die toestand laat zeker veel te wenschenmaar het niet te loo chenen feit, dat in het bijzonder ingevolge de langdurige en hevige economische crisis, ook op politiek gebied verwarring en wrijving in bedenkelijke mate zijn toegenomen, mag niet uit het oog doen verliezen, dat daartegenover factoren zijn aan te wijzen, die de politieke consequenties dezer spanningen minder ge vaarlijk maken dan zij eertijds zouden zijn ge weest. Nieuwe mogelijkheden voor den afzet van beeldprojectie- machines. Teneinde na haar bekende Philisonor spreken de film-apparaten ook de afzet van beeld- projectiemachines te entameeren, heeft Philips de verkoop van de door de firma Nitzsche A.G., speciaalfabriek van projectoren te Leipzig, thans gefabriceerde en de in de toekomst uit te bren gen beeldprojectoren, voor over de geheele wereld op zich genomen. De technische ontwikkeling van de sprekende film zal in de toekomst een zeer nauwkeurige aanpassing van de beeldprojectie-machines aan de sprekende film-apparaten noodzakelijk ma ken. Philips, met een ruime ervaring inzake de bij de sprekende film benoodigde versterker- affregaten en mechanische geluids-gedeelten, heeft thans bovendien de beschikking gekregen over de 28-jarige ervaring van de firma Nitzsche op het gebied van projectoren, licht bronnen enz. Deze technische samenwerking heeft reeds geleid tot ontwikkeling van een boyenstaand principe gebouwden nieuwen super projector. het een De „Ijsvogel" vertrokken. Gistermorgen te 6.35 uur is het vliegtuig de „Ijsvogel" van de K. L. M. van Schiphol via Marseille naar Indië vertrokken. De beman ning bestaat uit de heeren P. Soer, eerste be stuurder, J. K. F. Kress, tweede bestuurder, L. C. Stolk, werktuigkundige en A. C. Tolk, radio telegrafist. Aan boord bevindt zich 261, 718 K.G. post, 5,400 K.G. pakketpost en 32,030 K.G. ladhjg. Drie passagiers maken de reis resp. tot Mar seille, Bagdad en Bandoeng mee. De passagier voor Indië is de heer U. F. M. Dellaert, de havenmeester van Schiphol, die de vliegvelden langs de Indië-route zal bestu- deeren. Hij keert met hetzelfde vliegtuig terug. De „Ijsvogel" aangekomen. (uitreis) is gisteren te Rome „De Snip" is g ie teren op uitreis in Rangoon aangekomen. De „Pelikaan" gekomen. (retourreis) is te Cairo aan- Op 1 Januari opgeheven. Men schrijft ons uit Wageningen: Met ingang van 1 Januari a.s. wordt Rijks Boschbouwproefstation alhier, na ruim 10-jarig bestaan opgeheven. Deze opheffing was in het algemeene bezui nigingsplan Weiter voorgesteld en de Regee ring is daarmede accoord gegaan. Er worden op wachtgeld gesteld of ontsla gen: 1 waarnemend directeur, 1 boschbouw- kundige (tijdelijk ambtenaar), 1 ambtenaar van administratie, 1 schrijver 2de klasse, 1 technisch ambtenaar en 1 amanuensis-con cierge. Tot het Boschbouw-proefstation behooren ongeveer 300 proefvelden, te zamen groot 80 H.A. en gelegen onder Wageningen, Amers foort, Stroe, Kootwijk, op het eiland Texel, in de Liesbosch, Gieten, Middachten enz. De proefnemingen van zuiver practisch be lang worden overgebracht naar het Staats- boschbehecsr te Utrecht en zullen onder leiding komen van den heer ir. C. Geerling, waarn. directeur van het Boschbouwproefstation, die aldus overgaat naar het Staatsboschbeheer. Een ander deel gaat over naar de afd. Bosch- bouw van de Landbouwhoogeschool, terwijl de rest der proeven niet wordt voortgezet Willem Andriessen naar Berlijn. Willem Andriessen zal op 24 November a.s. een piano-avond geven in de Bechsteinzaal te Berlijn. Op het programma, dat aanvangt met een variatie-werk van Jan Pzn. Sweelinck, treft men verder aan de Nederlandsche namen van den Sigtenhorst Meyer en Willem Pijper. INVOER FIJNE ZADEN. Het Centraal Bureau voor de Statistiek deelt mede, dat in de maand October 1932 aan fijne zaden werd ingevoerd Maanzaad (papaverzaad)380 461 K.G. Kar- wijzaad: 20 660 K.G. Kanariezaad: 15 945 K.G. Bruin mosterdzaad: 92 108 K.G. Geel mosterd zaad: 30 162 K.G. Hij was geen erg aardige jongen om te zien. Het vlugge, lenige lichaam, dat hij misschien had, werd gecamoufleerd door een lompige jas en een lompige broek, veel te groot en veel te wijd, veel te gerafeld en veel te kapot. Een flauwe mond gaf aan zijn gezicht een uitdruk king van nare goochemheid, maar hij had een paar groote, fluweelige bruine oogen. Hij maakte zoo'n dag, als hij zijn kranten ventte in de straten van het Westend, alle emo ties van den openbaren weg mee: straatmuzi kanten, vechtpartijen tusschen loopjongens, def tige heeren en deftige dames, die in en uit ongelooflijk mooie auto's met nol deftiger gn mooier chauffeurs stapten, een politie-agent, die een schunnig individu tot doorloopen aanmaan de. En tusschen deze en vele andere bedrijven door schreeuwde hij zijn „speshul Edeeshun" (Special Edition en zijn „lajtest noos" (Latest News). Aan het eind van de lange, stille Dorrington street was de lucht vaal-rood gekleurd. Het on bestemde licht van de pas ondergegane zon deed het ongure van zijn kleeding minder uitkomen en verzachtte de scherpe trekken van zijn ge laat. Hij sjokte voort, zijn kranten onder den arm ,en geheel verdiept in het slijpen van een punt aan een boomtak, dien hij juist bij een der squares opgeraapt had. Een heer kwam haastig uit een der huizen, en bonsde tegen hem aan. „Speshul, sir!" riep de jongen bijna automa tisch, terwijl hij terugsprong. De heer keek hem in het schemerig-verlichte gelaat. Hij keek hem aan met een vreemden blik, die hem niet scheen te willen loslaten. „Hoeveel kranten heb je? Ik koop ze alle". „Nou, dat is fijn. Dank u". Hij telde haastig: ,,'t Zijn er dertien". Al sprekend duwde hij zijn pet achterover, en streek zijn bruine haren naar een kant. Hij glimlachte verheugd over de goede zaken, die hij deed, en keek den man, die er chic uitzag en een militaire houding had, recht in de oogen. En de man stamelde: „Mijn hemel!" „Hoe ou ben je en hoe heet je, kereltje?" „Sammy Boulis, meneer". „En hoe oud"? „Twaalf, meneer". „Je ziet er twee jaar jonger uit". De man legde zijn hand op den schouder van den jongen, en herhaalde: „Mijn hemel! Zoo iets heb ik nog nooit gehoord". „Kom mee, ventje". Zij liepen samen de straat af, en kolonel Fraser vernam omtrent Sammy en diens ouders al wat de jongen wilde loslaten, en dat was niet zoo heel veel, want Sammy paste altijd op z'n tellen. Vader was een „ratten vanger" en „flink, hoor!!' maar moeder nou, dat was er een. Schreeuwende Sal werd ze ge noemd, maar ze schreeuwde nooit tegen den rattenvanger. Als ze dat deed, zou er wat voor haar opzitten. En hij zelf? 's Avonds verkocht bij kranten en 's-Zondags, als het regende, ging hij naar de Zondagsschool. Sammy begon vrij uit te spreken en de vriendelijke man keek naar zijn opgeheven snuit met oogen, die vochtig waren. Hij haalde een sleutel uit zijn zak en opende de deur van een groot, voornaam huis. Poch! wat rook het daar deftig! Sammy keek zich de oogen uit in de hall, waar hij wachtte op den terug keer van den heer, die hem daar alleen gelaten had. Daar werden twee zware gordijnen van één geschoven en hij zag zijn beschermer staan met een dame. Beiden namen hem oplettend op. „Breng hem binnen George", zei de dame zacht. En Sammy werd meegenomen, door de gordij nen heen, en over loopers waarin zijn voeten wegzonken, naar een prachtig vertrek, waar een groot vuur brandde Een oude dame zat aan een tafeltje een boek te lezen. In deze warme, fluweelige omgeving scheen Sammy's gelaat zijn scherpe trekken te verlie zen, de goocheme uitdrukking was geweken, en onder den invloed van de mooie, blauwe oogen van mevrouw Fraser nam de natuurlijke open heid van den jongen de overhand. Maar de oude dame aan het tafeltje tante Jane werd zij genoemd scheen er niet mee in te stem men, dat Sammy zoo geliefdkoosd werd. „Jongen", zei de vrouw van den kolonel, „je zult geen kranten meer verkoopen. Ik ga met ja vader en moeder spreken. Je wordt naar school gestuurd. Je moet ons hier vaak komen opzoeken. En later ga je in het leger, om een dapper soldaat te worden, zooals mijn man". Zij keek liefdevol naar den kolonel; toen stond zij op en zei: „Je kunt toch lezen?" „Als de woorden niet te lang zijn mevrouw". Uit een kastje haalde zij een zilveren kinder beker, en terwijl hij het opschrift las, wendde de kolonel zich af, en tranen welden op in de oogen van zijn vrouw. „Je lijkt zoo op hem, en je draagt denzelfden naam", zei ze, en kuste het kind op het voor hoofd. Toen hij thuiskwam lag schreeuwende Sol stomdronken op bed en de rattenvanger had het druk met werktuigen, die veeleer bij het sloten makers beroep passen. Hij nam, toen het later geworden was, den jongen opnieuw mee uit. Dat was niet hun eerste expeditie, neen, lang niet! Het ging naar het Westend.Zij waren geko men in een doodstille achterstraat, met garages aan den eenen kant en een muur, waarachter tuinen lagen, aan den andere. Over dien muur ging het heen, en zij sloopen door den kleinen achtertuin, en toen begon het eigenlijke karwei. Vader sneed een ruit uit; Sammy kroop er door, en opende luiken, en ook de rattenvanger was nu binnenshuis. De kamerdeur was gesloten, maar de sleutel werd met een langen smallen tang geruischloos omgedraaid, en toen ging het doodstil de trap op „Neen, vader, dat met...." „Hou je mond". „Vader, geef mij die kroes. Zet 'm weer op z'n plaats. Geef me dan toch die kroes „Ben je dwaas?" „Geef hier", siste Sammy, en wilde de kroes uit de hand van den rattenvanger rukken. Dez haalde zijn breekijzer uit voor een slag- dook weg, en greep naar de kroes. Maar breekijzer vloog uit de hand van den man e verbrijzelde een vaas. Beiden stonden nu doodstilP 0 se ln2 flitste het electrische licht. „De deftige heerl" riep Sammy u De rattenvanger wilde op den man toesprin gen, maar een schot knalde. „Blijf staan waar je bent als je de lading niet in je maag wilt hebben", zei kolonel Fraser. „De man heeft tien jaar gekregen zeide de kolonel. „Hij was een oude bekende van de justitie. De jongen is naar een rijksopvoedings- geticht gezonden". „Ik wist het wel", zei tante Jane. „Zulk volk kun je nooit vertrouwen. Laat het een les voor je zijn, George". Mrs. Fraser zeide niets, maar haar oogen vulden zich met tranen. B. .(Nadruk verbod aa), Marechaussee voor het Iloog Militair Gerechtshof. Het Hoog Militair Gerechtshof heeft Donder dag behandeld de zaak tegen den marechaussee L. H. P., gedetacheerd te Maastricht. Op Pink ster-Zondagavond van dit jaar zag beklaagde onder Obbicht (Limburg) een wielrijder zonder licht rijden. Hij sommeerde dezen halt te nou- den, waaraan niet voldaan werd. De wielrijder ging er vandoor, waarop de militair een waar schuwingsschot in de lucht loste. Toen de vluch teling ook hierop, niet stilhield, schoot de ma rechaussee nogmaals. Thans werd de wielrijder getroffen en hij stierf aan de gevolgen. Wegens dood door schuld heeft de Krijgsraad den beklaagde veroordeeld tot 3 maanden ge vangenisstraf met verlaging in rang tot soldaat Zoowel de auditeur-militair als de veroordeel de waren in hooger beroep gekomen bij het Hoog Militair Gerechtshof. De President vroeg: Had U dien dag dienst? Beklaagde: Er was mij geen dienst opgedra gen. Het was dien dag omstreeks 10 uur 's-avonds Ik reed met mijn meisje op de fiets. Wij hadden beiden licht op. Ik heb den wielrijder, die zonder licht reed, toegeroepen: Hier, marechaussee, af stappen! Ik kon merken, dat hij mij hoorde. Kans om hem te grijpen had ik niet. Toen ben ik heb achterna gefietst. Drie keer riep ik hem, af te stappen. Ik had hem 3 a 400 meter achter na gereden, toen ik mijn revolver trok. President: Waarom had u dien revolver bji U als U geen dienst had? Beklaagde: Die had mij al dikwijls diensten bewezen. Sinds 1914 droeg ik die bijna steeds bij mij. Er waren 4 patronen in. Dien dag zat er een patroon in den loop. t Was een buiten model revolver, die niet tot den dienst be hoorde. Nadat het eerste schot in de lucht ge lost was, hoorde ik den vluchteling „Verrek" roepen. Het schot gaf een geweldigen knal. Hij moet dit schot gehoord hebben, maar stapte niet af. Toen ben ik afgestapt om te probeeren op het rijwiel te schieten. Met afstappen had ik de revolver in de hand. Toen is het nood lottige schot bij ongeluk afgegaan. De verdediger mr. E. v. Zinnicq Bergmann: Is het niet juist, dat in Limburg de meeste mis drijven gebeuren door menschen die zonder licht fietsen? Beklaagde: Ja. zeker. Als deskundige werd gehoord de kolonel-in specteur der marechaussee J. H. G. Kappelhoff. De President vroeg: Wat denkt U van dit geval? Deskundige: Het schieten kan niet mijn in stemming hebben. Van een vuurwapen mag men alleen gebruik maken als er een ernstig misdrijf op te helderen is. Persoonlijk staat deskundige zeer voorzichtig tegenover het gebruik van het vuurwapen. Nietttemin kan desk. begrijpen, dat beklaagde er toe kwam, een schot in de lucht te lossen. Goed was dit echter niet. De innige overtuiging van deskundige is, dat beklaagde in de volle overtuiging was, zijn plicht te doen. President: Beklaagde is tevens onbezoldigd rijksveldwachter. Mag hij in die functie een bui tenmodel revolver dragen? Deskundige: In geen geval. Beklaagde was in de eerste plaats marechaussee. Hij mocht alleen een modelrevolver hebben. Generaal van Munnekrede, lid van het H. M. G.: De consequentie van hetgeen -u zegt is dan toch dat in zoo'n geval de man had moeten ontsnappen. Deskundige: Het is beter, dat eens een keer iemand ontsnapt dan dat een menschenleven eraan gewaagd wordt. Verdediger: Acht U dezen toeMaagde onge schikt voor den dienst? Dekundigë: Neen, ik zou op behoud van dezen man, voor het Wapen der Marechaussee, beslist prijs stellen. De advocaat fiscaal, mr. Brants, wees erop, dat men hier te doen heeft met een politie-beambte wien het te doen was om iemand, die een over treding begaan had, in handen te krijgen. Men zou nu kunnen vragen of de middelen, die hij gebruikte gerechtvaaardigd waren. Dit punt komt echter te vervallen omdat de beklaagde pertinent ontkent, dat het tweede schot moed willig gelost is. Een ander mogelijkheid kan spr. niet aannemen. Kan hier nu gesproken worden worden van strafbare schuld door een zóó groote mate van onvoorzichtigheid? Deze vraag moet bevestigd worden. Beklaagde kon weten, hoe gemakkelijk een vuurwapen afgaat, want hij had veel ervaring daarmee. Hij zal dus moeten boeten. Een stra als de Krijsgraad oplegde is excessief. Uez® ma" is niet onwaardig om bij het wapen te ien De bestraffing is veel te zwaar. Spr. gai m overweging in ieder geval de bijkoms ig v. verlaging tot soldaat te laten verva en i eg vernietiging van het vonnis en een voorwaar delijke gevangenisstraf van 14 dagen met een proeftijd van 1 jaar. De verdediger, mr. E. van Zmmcq Bergmann wees op de moeilijke omstandigheden, waarin de marechaussees in de grensgebieden zich vaak bevinden. Het is gemakkelijk, achteraf de kwes tie rustig te bekijken. De Hooge Raad eischt grove schuld en onvoorzichtigheid te straffen en die is hier niet aanwezig. De grondslag van be- klaagde's °P treden is rechtmatig. Bovendien staat hij bekend als een bezadigd man. Wanneer iemand in de grensgebieden zonder licht rij at en zich niet stoort aan een ambtenHjk bevel, stelt hij zich aan groot gevaar bloot. Pleiter drong op de uiterste clementie aan. Het Hoog Militair Gerechtshof zal later uit spraak doen. Een fietstochtje naar Kaapstad. Het lijkt ons, dat er een zekere moed toe noodig is om tot zich zelt te zeggen: „Mor gen ga ik per «ete naar Kaapstad". Er zijn menschen, cue, ais ze 's-morgens wak ker worden, zich afviagen: )jWat zunen we nu vandaag '»9 doeu De eene beraamt tijdens zijn ontbijt een roofoverval, de ander vindt het weer buitengewoon geschikt om te gaan visschen, en een derde kijkt op zijn horloge, oordeelt dat het nog vroeg is, neemt fiets en peddelt naarKaapstad. pe drie jongelm, die dezer dagen hun fiets- reis begonnen, schenen te avontuurlijk te zijn aangelegd dan dat zij hun reis met meer voor bereidingen aanvaardden. Jong, gezond en sterk als zij waren hebben zij niet lang ge- zijn peinsd hun fietsen met tenten en pot ten en pannen bepakt, en met een kwantum avontuurlijken durf toegerust, zijn de drie fietsende reizigers, twee Nijmegenaars en een Blericksch jongmensch, van uit Venlo gestart v'h KeulenWeenenBoedapestBoekarest- SaloniklConstantinopel, dwars door Klein- Azië naar Palestina en van Palestina zal het langs voor hen nog blinde wegen verder gaan naar Kaapstad en dan van Kaapstad terug naar Venlo. Per fiets „ins blinde Freie hinein" DE MOTORRACES TE ALPHEN. De Haagsche rechtbank deed Donderdag uit spraak in de zaak tegen den 24-jarigen schilder C. S. te Alphen, tegen wien door het O. M. 6 weken gevangenisstraf was geëischt terzake dat hij tijdens te Alphen op den Kanaalweg gehou den motor wedstrijden een meisje, dat den weg overstak heeft aangereden met doodelijk gevolg, en veroordeelde hem ter zake tot 6 weken hech tenis, met intrekking van het rijbewijs, voor een Donderdag had in Café Restaurant Hollan dais te 's-Gravenhage een druk bezochte verga dering plaats van afgevaardigden en belangstel lenden van bij de Centrale van vereenigingen voor den aardappel-, groenten- en fruithandel aangesloten vereenigingen, welke vergadering geleid werd door den heer H. G. Ruhe, uit Am sterdam, die in zijn openingswoord een over zicht gaf van het z.g. conflict op de veilingen in het Westland. baaruit bleek dat de Centrale toenadering heeft gezocht tot de toporganisatie van den tuinbouw op 19 Maart, 30 Maart, 23 Mei, 13 Juli en 12 September 1932, derhalve 5 maal en dat deze zaak sleept vanaf medio Maart d.i. 7% maand. Bovendien is op 21 September 1932 en 6 October 1932 geconfereerd met den Bond Westland en deze wenschte de onderhan delingen uit te stellen tot Februari a.s., terwijl ln antwoord op het verzoek d.d. 19 Maart 1932 om onderling overleg op 7 April 1932 de prij- zert van het eenmalige fust zonder overleg met de handelsorganisatie werden gedecreteerd. Spr. concludeerde, dat door den handel wel het noo- dige geduld en een zeer groote lankmoedigheid was betoond. Het laatste schrijven van de Centrale luidde als volgt: „Teneinde geen conflict te laten ontstaan Is de handel bereid aan den wensch van den Bond Westland, om voor dit seizoen geen ver andering meer in den toestand te brengen, on voorwaardelijk te voldoen en dus de huidige regelingen, zooals deze op de diverse veilingen gelden, te bestendigen tot 31 December 1932. Evenwel verzoekt de handel daartegen reeds nu inwilliging van zijn verlangen voor het nieuwe seizoen, dus dat vanaf 1 Januari 1933 de eerste soort druiven en tomaten inclusief nieuw uniform (eenmalig) fust zullen worden aange voerd, waarvan de vorm en de datum voor invoering telkens in overleg met de Centrale zal worden vastgesteld, zoodat de handhaving van den eenmaligen hak moet worden veilig gesteld en deze in gelijke mate moet worden aangevoerd als voorheen. De Centrale, als cen traal punt voor den handel, verzoekt den Bond Westland om goedgunstig antwoord uiterlijk Woensdag 2 November 1932. opdat de handel dit in de Donderdag 3 November 1932 te hou den vergadering ter kennis van belanghebben den zal kunnen brengen. Indien de Bond West land dit voorstel nog mondeling mocht willen bespreken, dan verklaart de handel zich daar toe gaarne bereid, hetzij ten kantore van den Bond Westland dan wel ten kantore van de Centrale." Hierop werd nu het volgende antwoord voor gelezen „In antwoord op uw schrijven d.d. 26 October j.l. deelen wij U moede, dat, om verschillende redenen, welke U ook bekend zijn, wij niet in staat zijn u reeds thans mededeelingen te doen van der Bond Westland voor het volgend jaar betreffende een eenmalige verpakking. Immers daarvoor zal de Bond ook haar hou ding moeten bepalen ten opzichte van de lan delijke organisaties, waarvoor ook de veilingen moeten worden gehoord. Het is daarom, dat wij er hij U nogmaals op aandringen, om de thans bestaande regeling voor dit jaar te handhaven, en verklaren ons tevens bereid om in den a.s. winter met den handel ln overleg te treden, hoe deze zaak het beste kan worden geregeld." Na drukke en langdurige besprekingen werd tenslotte met algemeene stemmen, besloten het volgend antwoord tot het Bestuur van oen Bond Westland te richten: „In antwoord op Uw schrijven d.d. 3 Novem ber 1932 deelen wij u mede, dat na behandeling ervan op onze algemeene vergadering van 3 November en in overleg met den Nederl. Bond van Kleinhandelaren het besluit genomen Is, om, uitgaande van den goeden wil van den Bond Westland en aannemende dat er momen teel bezwaren bestaan om direct een inwilligend besluit te nemen, zoo mogelijk langs minne lijken weg tot een oplossing te komen. Onze Centrale wil echter ln elk geval zeker heid hebben, dat voor het seizoen 1933 geen herhaling plaats heeft van de besprekingen van Maart—November van dit jaar, met het gevolg, dat een beslissing op de lange baan geschoven wordt. Unaniem werd op onze vergadering den wensch, zoo niet de eisch naar voren gebracht, dat in 1933 het eenmalig fust inclusief gewicht geveild wordt. Wij stellen U daarom voor, om tegemoetko mend aan uw verlangen, besprekingen te ope nen tusschen Uwen Bond en de Centrale bin nen 6 weken in welke periode U gelegenheid zult hebben Uw houding te bepalen ten opzichte van de landelijke organisaties in overleg met üw veilingen". Tenslotte werden nog verschillende onder- werpen van huishoudelijken aard behandeld, waarna de voorzitter de vergadering sloot. Overtreding der handelsnaamwet De advocaat-generaal bij den Hoogen Raad, mr Besier, nam Donderdag conclusie in de zaak van de N.V. Modemagazijnen v.h. Gebr. Lampa te Rotterdam en de N.V. Dames- en Kindercon- fectie v.h. Gebr. Lampe te 's-Gravenhage. De Haagsche kantonrechter had aan eerstge noemde firma verboden den handelsnaam Lampa te voeren ten aanzien van haar filiaal ,aan den Hofweg te 's-Gravenhage omdat dit verwarring stichtte met de toen reeds in de Spuistraat te 's-Gravenhage gevestigde firma Lampe. Een be drag van 100 zou moeten worden betaald voor iederen dag, waarop het verbod zou worden, overtreden. Nadat de rechtbank dit vonnis had bevestigd, heeft de Hooge Raad hét hiertegen ingestelde cassatie beroep verworpen. Toen de zaak aan den Hofweg te 's-Graven hage geopend was, plaatste de Rotterdamsche firma Lampe in vele niet-Haagsc'ne dagbladen advertenties ten behoeve van haar Haagsch filiaal. De Haagsche firma nam hieraan aanstoot en stelde een vordering in van 60.000 g"lde" schadevergoeding. Het Haagsche Gerechtshof wees in hooger beroep 10.000 toe. De Rotterdamsche firma ging hiervan in cas satie bij den Hoogen Raad. Mr. Besier overwoog o.m., dat het Hof éen der grondslagen van den eisch van Lampe-Rot- terdam niet gemotiveerd heeft verworpen, het beroep n.l. op het verwerkt rijn van 't recht van haar tegenstandster door het gedurende bijkans twee jaren zonder protest toelaten der gewraak te advertenties. Het Hof heeft daaraan geen woord gewijd. Spr. concludeerde tot vernietiging van het arrest en verwijzing der zaak naar een ander Hof. Arrest 22 December. KOLENRELLETJES TE UTRECHT ■Woensdag iis 't te Utrecht opnieuw tot kleine ongeregeldheden gekomen, toen eenige werk- loozen voor het stadhuis demonstreerden ter verkrijging van extra-uitkeering voor kolen. Een opschrift en zelfs een gebarsten potka cheltje werden mee gevoerd om de eischea duidelijker kenbaar te maken. De politie heeft de betoogers uiteengejaagd waarbij het potkacheltje ia dra steak werd gelaten,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 6