Ft
BIJ DOLLY RÜDEMAN.
EEN ECONOMISCH
BRIEFJE.
KUNT U MIJ OOK
ZEGGEN.
ARMHARTIGHEID EN
BARMHARTIGHEID.
HANDWERKRUBRIEK.
MODEPRAATJES.
NOVEMBER-MENU'S.
ZATERDAG 5 NOVEMBER 1932
DE HOEDENMODE;
EEN GOEDE GEDACHTE VOOR
ELKEN DAG.
NIEUWE BOEKEN.
DE KNAPPE ONTWERPSTER VAN
FILM-AFFICHES.
geneAw TUde men er hler ^n.
«Pi
G. R.
't Is ons heel wat gemakkelijker èn voor-
deeliger, dus meer economisch om langs
U aan de verschillende dames, die ons per
soonlijk schreven naar aanleiding van ons
artikel over de nieuwe richting in den R. K.
Vrouwenbond een uniform en gedrukt briefje
te sturen. Wellicht is het tegelijk een antwoord
op meerdere vragen van deze of gene. tj, G. R.,
vindt dit bij wijze van uitzondering wel goed?
Tot allen zouden we (turven zeggen: leest
ons artikel nog eens rustig over, hèrleest ook
de pittige, duidelijke artikeltjes van mevr. S.
en tevens de brochure van Z. F. En dan wagen
wij het te zeggen, dat het zijn nut zou hebben,
wanneer voorloopig over de kwestie niet meer
werd geschreven. Nu moet er eerst gestudeerd
en gehandeld worden. Laat de commissie stu-
deeren en laat elke afdeeling op simpele wijze*
aan het werk gaan. Dan groeit alles van zelf.
Op simpele wijze: we herhalen, wat we schre
ven: de nieuwe richting van groepsvorming
enz. moet nü nog niet ineens toegepast worden
.op de heele massa. Volgens onze bescheiden
meening moet men met één of meerdere groep
jes. beginnen, dan is men georiënteerd, als de
K. J. V.'ers en Graal-meisjes „afgestudeerd",
zijn. Over de heele linie, èn overal èn op alle
aangeslotenen, de groepsvorming voor allen, nu
doorzetten, wordt zeker op veel plaatsen
we denken ook aan dorpen een fiasco van
je welste. Daar kunnen alle aangeslotenen van
thans zich toch niet voor geven. En we missen
toch ook voldoende leidsters.
Dit Is onze meening en tegelijk een antwoord
aan de dames, die ons een brief schreven om
uitleg. Laat ik er echter bij zeggen, dat ik tot
heden niet heb bemerkt, de gave der onfeilbaar
heid te bezitten.
Aan mevr. S. onze hulde. Moge haar ener
giek initiatief beloond worden. Al hebt U,
mevrouw, zich wel een tikje vergist met uw
veronderstelling, dat wij ons vergisten, wat
overigens van zeer ondergeschikt belang is,
met U zal zieh hopelijk de nieuwe richting niet
vergissen.
Mevrouw, onze artikelen hebben elders pers
pectieven open gestooten. Laten wij ons er over
verheugen: ons eerste doel is bereikt. Er komt
opleving in onzen zin over de heele linie, bij
alle afdeelingen.
Met dank.
Babberich.
P. DAMASUS, O.M. Cap.
(Biermede wordt de gedachtenicisseling ge
sloten. Red. Maasbode").
Wat is 't jammer, dacht ik dezer dagen, dat
je het mooie woord barmhartigheid zoo heel
gemakkelijk verminken kunt en er iets heel
leelijks armhartigheid voor in de plaats krijgt.
Enhoe menigmaal ontmoet men men-
schen, die aan het euvel van armoede van hart
te lijden hebben.
't Zijn stakkerds, die waarlijk vergeten 2ijn,
dat ze 'n hart bezitten die enkel en alleen
den mammon en 't nuchter verstand volgen,
waarheen die beiden ook leiden mogen.
Van barmhartig tot armhartig, 't is maar een
lettertje verschil en toch, hoe hemelsbreed lig
gen deze beide polen van elkaar.
Wat zijn ze koud, kil, stroef en strak degenen,
die arm, doodarm zijn aan warme impulsies
die nooit weten te doen wat 't hart haar ingeeft,
omdat ze 't niet hebben, omdat het tot 'n steen
verhard haar als lood in de ziel drukt.
Maat wat zijn zij begenadigd, die een warm,
echt-menschelijk, diep-voelend harte mededra-
gen, die zelf moeten getuigen „ja, als je geen
tart had, maar ach ik kan niet weigeren de
ellende van anderen niet aanzien. Al was 't
mijn laatste cent, ik moet geven".
Gelukkig, het geslacht der impulsieve, groot
moedige zielen is nog niet uitgestorven.
Vaak is fiasco, is hoon haar deel. Wordt haar
waarachtige Zielegrootheid, die zichzelve niet
zoekt, maar zoo altruïstisch mogelijk handelt,
uitgelachen en bespottelijk gemaakt. Het men-
schelijk opzicht valt haar van alle zijden aan,
om, helaas, dikwijls de schoonste bloemen van
menschenmin en naastenliefde te vernielen.
Anderen geven niet om wat de wereld zegt
„Lach maar, t kan me niet schelen, ik doe
wat m'n hart me ingeeft, en daarmee basta,
kome wat komt". Dat zijn van die „heilige
proletariërs", die alles en alles voor het heil
van den evenmensch over hebben.
En 't zijn zulken, die wij noodig hebben.
Zeker, de algemeens liefdadigheid moet nood
zakelijkerwijze in bepaalde banen geleid worden,
maar daarnaast moeten wij allen een weelde
van barmhartigheid uitoefenen en niet moede
worden die te bewijzen.
Velen en velen zijn noodlijdend, missen het
allernoodigste. Groot en machtig zij de hulp en
de steun, die wij vereend en in comité's den
armen brengen. Daarnaast zij ons aller hart
rijk en groot te allen tijde, bereid te helpen en
te verlichten zooveel in ons vermogen is.
Maar niet alleen met geld en stoffelijke waar
den. Er zijn er zoovelen, die behalve dèt, een
woord van troost en opbeuring, een blijk van
sympathie en van begrijpen méér noodig hebben
dan brood en kleeding. Een woord, 'n blik, 'n
gebaar, 'n impuls kunnen wonderen verrichten,
en anderen op hun niveau houden, kunnen hun
het besef bijbrengen, dat zij ondanks tegenslag
niets minder zijn in anderer achting.
Nooit was de ellende grooter, dringender de
nood. Maar ook nooit moge ons hart zich edel
moediger en barmhartiger betoonen dan dezen
winter.
„If winter comes, spring can 't be for be
hind
Een lente van hernieuwde charitas van hen,
die niet armhartig, maar, rijk aan liefde en
erbarmen, alles en alles eigen gemak, weelde,
comfort offeren willen om de arme medeschep
selen te helpen.
Een gebarste Japansche theepot.
Wanneer de Haagsche abonnée dezen pot niet
gebruikt voor warme thee doch slechts voor
decoratie op de theetafel, zoude zij zich vele
ongemakken besparen.
Met tenastirtine, 'n soort cement van buiten
gestreken zal 't lang, heel lang houden, doch is
zichtbaar. Men kan het bijverven, doch zoo'n
theepot moet zoo dikwijls gereinigd worden,
dat men op n goeden of liever kwaden dag,
toch voor nieuwen breuk komt te staan.
Gewoon gips kunt U ook probeeren, doch
of t voor altijd houdt, is een vraag, die wij
niet durven beantwoorden.
Een lederen autojasje.
De lezeres uit Laren, die zich beklaagde over
de ruwe plekken aan de mouwen van de jas,
kan dit op verschillende wijzen zelf veroor
zaken.
Rusten de armen misschien op ruwe be-
standdeelen, 'n hakerig trijp, chauffeurt de
dame zelf en zijn de mouwen aan wrijving
langs het stuur onderhevig?
Zijn er misschien slechte deelen in het
leder? Als het aan verwaarloozing lag, zouden
niet enkel de mouwen dit euvel vertoonen.
Behandelt U de plekken eens met een zachte
witte ledercrême. Helpt dit niet, richt U zich
dan tot de firma waar U de jas van betrok.
Mogelijk kan deze U helpen en in 't euvel
voorzien. Wat het schoonmaken van de kraag
betreft, neemt U wat gezuiverde benzine of
tetra, steeds met 'n nieuw lapje uitwrijven,
tot u zich geen kringen meer vertoonen.
Echter niet te sterk, daar de kraag allicht
te veel dan bij de jas afsteekt.
Motten in vloerkleed.
Hoe kan ik motten verdelgen in een vast
vloerkleed vraagt een lezeres uit Lisse.
Wanneer U dit zelf wilt verhelpen, kunf U
de bewuste plekken het best bespuiten met
ons onvolprezen Hollandsch preparaat Shell-
tox, of wel met Rids, eveneens van Vaderland-
schen bodem. Het eulaniseeren is ook een pri
ma middel, doch dit moet door een goede in
richting geschieden. Geregeld besproeien met
witte terpentijn, die men laat verdampen is
een ouderwetsch maar wel beproefd middel.
Vooral letten op de z.g. zandkorreltjes in de
spijkergaatjes; dit zijn meestal moteieren.
W agensmeer-vlekken.
Uit Bieda bereikte ons een klacht over wa
gensmeer-vlekken in 'n witte gummiregenjas.
robeert U eerst het wagensmeer met ver
warmde witte terpentijn er uit te wrijven.
Voorzichtig de terpentijn in een pannetje met
kokend heet water warmen, niet op 't vuur.
Daarna legt U de jas op een tafel en borstelt
deze met een borsteltje met lauw zeepsop af.
Niet te nat maken, dan smelt de gummi. Droog
afwrijven en buiten drogen op 'n hangertje.
Kousen-verven.
Abonné te Utrecht wil zelf bruin wollen kou
sen zwart verven. Wij raden U dit ten zeerste
af, daar de wol er dunner van worden zal. Geef
de kousen liever aan 'n goede inrichting, dan
blijven ze soepel en krimpen niet.
Op vraag 2 en vraag 3 kunnen wij U geen
antwoord geven. U kunt dit 't beste aan kios
ken of bij een groot advertentiebureau aan
vragen.
Vetvlek in schoen.
Uit Hillegersberg klinkt een noodkreet over
'n vetvlek in een nieuwe bruine schoen.
't Beste is de vlekken uit te wrijven met
watjes, gedoopt in benzine of tetrachloorkool-
stof. Telkens schoone watjes nemen. Nawrij-
ven met crème in de kleur van het leder.
HUISMOEDER
Voor Sint Nicolaas.
Sint-Nicolaas-tijd is de tijd van het verzenden
van pakjes. En dit weten we allen, is niet zoo
eenvoudig. Waar Is het touw? De schaar?
Een actueel modesnufjeeen jo-jo-dames-
taschje met sg. trek- of bliksemsluiting.
Links het taschje gesloten, rechts geopend.
Het taschje door een Dordtsche firma ge
lanceerd is geheel Nederlandsch fabrikaat
Waar de lijm? Is er geen lak? enz. Het heele
huis staat op zijn kop voor één onnoozel pakje.
En toch kan alles zoo eenvoudig gemaakt
worden, als U een handig gereedschapmandje
hebt, waar alles netjes bij elkaar in ligt, zooals
hieronder beschreven wordt.
Men neemt een oud mandje, b.v: kersen
mandje, en beitst dit twee keer; eerst met
bruine beits en daarna met wasbeits. (Als men
geen mandje heeft, neemt men een oud kistje.)
In dit mandje kan men nu al de gereedschap
pen leggen, die men noodig heeft voor het ver
zenden van een pakje, waaronder: een potje
gluton, tube syndeticon, touw, een kaars in een
kandelaartje, doosje lucifers, lak, stempel, pot
lood, paknaald, vrachtbrieven, postpakketfor
mulieren, adreskaarten, een doosje met spijkers,
één met punaises, schaar, schroevendraaier,
breekijzer, hamer en nijptang. Door al deze
laatste voorwerpen is het mandje tegelijkertijd
een timmermandje geworden.
Natuurlijk zou het al heel gauw een rommel
worden in ons mandje, als we deze voorwerpen
zoo maar los er in legden. Daarom voeren we
het mandje met een vroolijke gekleurde cre
tonne; liefst dubbel, eh tiisschen de vocrtmr
doen we dan karton, zoodat het steviger wordt.
Op de voering van den opstaanden kant naaien
we groote en kleine zakjes, en verder lusjes;
deze laatste naait men ook op het dekel.
In de lusjes gaan nu de schaar, paknaald,
stempel, lak, potlood, vrachtbrieven, enz. In de
zakjes de doosjes met punaises, spijkers, luci
fers, syndeticon, enz., de rest legt men op den
bodem van het mandje. Het touw doet men
liefst in een doosje met een gat in den voorkant,
waardoor het afwikkelt (een soortgelijk doosje
als in het Zondagochtendblad van 16 October
voor wol is beschreven). En het postpakket
mandje, tevens timmermandje, is gereed. Wan
neer men nu steeds daarbij netjes pakpapier
bewaart, is, indien men een pakje heeft te ver
sturen, dit voortaan in een wip de deur uit.
TANTE TOET.
Weliswaar zijn we nog
lang niet tot de lange coif
fure teruggekeerd, madr
toch imiteert men vaak het
toetjedoor het haar naar
achter te schikken en het
met gespen in den hals bij
een te houden. Vooral jonge
dames prefereeren het lange
haar boven polka of bobbed.
Dit heeft een oorzaak. De
hoedenmode is zich aan het
wijzigen.
..Momenteel wordt met
deze verandering nog
slechts betrekkelijk weinig
geëxperimenteerd, maar het
laat zich aanzien, dat bin
nen korten tijd de „bewe
ging" algemeen zal zijn.
Meer en meer toch ko
ut en hoeden in zwang, die
hoog op de kruin van het
hoofd worden gezet. Zij slui
ten niet meer den hals af,
zooals voorheen, en dit
maakt het noodig de toijze
van opmaken van het haar
te veranderen.
Daarbij komt, dat de
nieuwe mode de hoeden niet
meer achter doch voor op
het hoofd pllo/sf.
De toques van 1900, zij
het dan in gemoderniseer-
den vorm, zijn bezig op
nieuw burgerrecht te ver
krijgen, sommige er van
herinneren sterk aan Russische toques. Ze wor
den, teneinde de gelijkenis te accentueeren,
dikwerf een beetje Schotsch opgemaakt.
Van de modellen, die nu eens in fluweel, dan
weer in licht vilt of zelfs in bont zijn uitge
voerd, treden de baret en de tricorne het meest
op den voorgrond.
De baret, draagt men het liefst naar voren,
soms zelfs zooals een pet, dus minder op zij,
maar des te meer uit den hals.
De actueele markiezen hoedjes en de tricor-
nes zijn zeer elegant, meestal klein en met 'n
sterk geaccentueerde voorste punt.
liij een tulband behoort altijd een zeer ge
kleed toilet en daarom wordt zoo'n hoedje
gaarne met een aigrette of 'n versiersel van
staal gegarneerd. I
Overigens houdt men vast aan garneeringen
van stof: dikke koorden, galons, dofjes en
knoopen op fluweel, of metalen motieven op
vilt. Deze laatste verheugen zich op het oogten-
blik in een groote belangstelling. Men geeft ei-
de meest verschillende vormen aan; modellen
met Tn mon°oram, of lange Engelsche
spelden met een teekeningetje in het midden,
n Ander complement van den hoed is op dit
oogenblik het hangend voiltje met meer of min
der groote bolletjes van fluweel of kant.
Resumeerend constateeren we, dat de hoe
denmode van vandaag in alle opzichten vrou
welijk, gevarieerd en meestal zeer bekoorlijk
ils. De verscheidenheid, welke er bestaat, stelt
iedere vrouw in staat den vorm te kiezen, welke
haar het beste bevalt. v
PARIJS, 2 November 1932.
Het viel te verwachten, dat er na den zond
vloed van matte crêpes, die sedert enkele sei
zoenen zich deed gelden en in de laatste maan
den nog onverminderd aanhield, een zekere
reactie zich voor zou doen ten gunste van de
glanzende stoffen. Ze
ker de matte stoffen
zijn nog alles behalve
vergeten; integendeel
Maar van tijd tot tijd
verschijnt een discreet
glanzend detail, bijv.
een robe uitgevoerd in
gekeerde crêpe-satin en
versierd met applicaties
uit den glanzenden kant
van de stof.
Daar komt bij, dat
de crêpe-satin een
elegante en sobere stof
is, van groote practi-
scbe waarde tijdens het
winterseizoen, vooral
de meer gekleede mid
dagtoiletten.
Deze middagtoiletten
blijven over 't algemeen
heel sober van model,
de mode heeft op het
oogenblik zich afge
keerd van alle volant
effecten, basques, pan-
neaux en meer derge
lijke versieringen. Hoog
stens veroorlooft zij
enkele tuniek-effecten.
Het hiernaast weer
gegeven model geeft die
sobere tendenz uitmuntend weer. De middag
robe is van zwart crêpe-satin. Zij vertoont een
zeer aantrekkelijke princesse-model; de regel
matige tuniek loopt tot op de helft van den
rok door, maar kan ook nog wat lager vallen.
Men draagt de tunieken ook wel los van het
toilet, zoodat men aan het toilet twee aspecten
kan geven.
Het corsage ls versierd met een dubbele, ge-
plisseerde jabot van crêpe-georgette, welk dé
tail ook onder aan de mouwen voorkomt. Drie
gouden balletjes garneeren heel koket eiken
schouder.
Wie kan 't gebeteren -
droomt
Zondag.
dat hij van de sterren
J. v. d. VONDEL.
Maandag.
Een edel mensch trekt edele menschen
aan.
Dinsdag
VVeet dat in dit sterfelijk leven zal geen
sterveling een onvermengde aardsche vreugde
genieten.
Uwe vrede hange niet af van den mond der
menschen doch van uw geweten.
Donderdag.
Het verlangen naar roem is het laatste
verlangen dat zelfs de wijze heeft te over
winnen.
Vrijdag.
De man is priester in het gezin de vrouw
zij de schoonste offerande.
Zaterdag.
In de ziel van ons kind moeten wij den
mensch weten te wekken die daar sluimert.
M. MONTESSORI.
„De winter nake
maar liefde wake".
HELLENEN.
In de serie „Weten en Kunnen" (uitgave der
Mij. „Kosmos" te Amsterdam) verscheen als
no. 155 in tweeden druk: ,J)e behandeling on
zer cactussen en andere succulenten van
maand tot maand", door G. D. Duursma. Een
116-tal afbeeldingen sieren het practische boekje.
Voor de zooveelste maal dienstweigering aan
„gemeente-telefoon"!
Ge</a schijn van kans om verbinding te krij
gen met Dolly Rüdeman, de eerste en eenige
Hollandsche vrouw, die film-affiches teekent.
En, als je dan zit te springen op nieuw in
terview-materiaal, ben je wel gedwongen om
erop uit te trekken.' Dus met maximum-snelheid
naar het atelier Boetzelaerlaan!
Een bof, wordt direct opengedaan Boven
aan de trap een vragend meisjesgezicht. Of
Juffrouw Rüdeman me misschien even zou
kunnen ontvangen?
Het antwoord komt verrassend vlug, want
dat donkere meisje met de groote grijze oogen
is niemand anders dan de teekenares zelf!
Na eerste kennismaking sla ik bijna den
flater eruit te flappen, dat lk zoo half en half
een groote, strenge man-vrouw verwacht had
en zeker niet zoo'n pittig, vlot jong meisje.
Een vergissing, die op rekening geschoven
moet worden van verschillende mannelijk-for-
sche affiches, in sterke, felle kleuren en mar-
kante lijnen! Gelukkig slik ik deze voorbarige
ontboezeming nog juist bijtijds in om er pas
later mee op de proppen te komen.
En toen te hooren, dat zij in het begin van
haar loopbaan in het meerendeel der kritieken
voor een „hij" werd uitgemaakt!
Toen we gezellig geïnstalleerd waren in het
ruime, met bloemen overladen atelier, omringd
door velerlei lekkernijen, sloegen we aan den
babbel.
„Laten we maar niet te lang over mijn
werk zeuren! Ik zit er dag aan dag tot over de
ooren in eh ben dus blij. als ik eens even uit
die sfeer kom. Daarom ga ik ook maar liever
niet met kunstenaars om."
Op de éénige schildersezel in het gezellige
werk-hol prijkt het ontwerp voor „Het blauwe
licht", een nieuwe film van het ski-wonder
Leni Riefenstahl.
„Zoo'n plaat moet ik gewoonlijk als maan
den tevoren inleveren. Eerst krijg ik het scena
rio te lezen en wat foto's van de meest sensa-
tioneele fragmenten. Gewoonlijk inspireeren
die me niet in het minst en ben ik dus gedoemd
naar het tijdroovend „proefdraaien" te gaan.
De drawback van het reclame-teekenen is, dat
je niet alleen rekening te houden hebt met het
publiek, maar ook met je opdrachtgevers! Of
schoon ik, om eerlijk te zijn, op dat punt geen
klagen hebIk werk nu zes jaar voor de
Nederlandsche Bioscoop-Trust en van weers
zijden geven en nemen we wat"
Zou het wel eens voorkomen, dat twee Hol
landers een uur met elkaar praten zonder op
wederzijdsche vrienden te stuiten?
Wij waren binnen een kwartier al zoo ver en
toen was ik er meteen achter dat het „buur-
meiske" van een héél dierbaar oud familie
vriend en „Dolly Rüdeman" één en dezelfde
waren. Wat verhalen kreeg ik indertijd niet te
slikken over haar gevaarlijke capriolen op
Harley Davidson en A. J. S.
„Bezit u het A.J.S.-je nog?"
Haar oogen tintelen bij de herinnering aan
zoo menigen dollen rit om eens fijn uit te
waaien na ingespannen arbeid. Maar ze is eer
lijk genoeg om te erkennen, dat motorrijden
toch eigenlijk volmaakt ongeschikt is voor
vrouwen. Net zoo goed om de grooter gevaren;
die voortvloeien uit onvoldoende lichaams
kracht als om redenen van physieken aard.
„In het begin was ik er verrukt over!
Maar dat begon al te luwèn na mijn eerste
buiteling. Natuurlijk een gevolg van slippen en
niet sterk genoeg zijn om den motor baas te
blijven. Toen ik na een paar jaar kans kreeg
om „plofje" voor eigen koopprijs van de hand
te doen, was ik gauw besloten.
Wat een hof hè? Zooals lk eigenlijk zoo dik
wijls in mijn leven geboft heb!"
En nu komt een uitspraak, die Dolly Rüde
man wèl teekent.
„Ik schrijf minstens 90 van mijn succes
toe aan geluk! Er loopen er een massa, rond, die
veel knapper zijn dan ik en toch maar niet aan
slag kunnen komen. De groote genieën mis
schien niet meegerekend, hebben we toch alle:
maal iemand noodig, die ons den eersten stoot
naar boven geeft.
Nog maar heel jong ik had pas mijn mid
delbaar teekenen gehaald ging lk naar
Engeland om daar het lllustreeren te leeren.
Wat me eigenlijk niet eens zoo bijzonder trok,
want het is me veel te pietepeuterig. Ik werkte
hij den beroemden illustrator Oromby, die o.a.
voor „Nash" en „Strand" teekent. Ik geloof,
dat er nergens zooveel voor illustratie-werk
betaald wordt als in Engeland. Vandaar dat
men zich daar de luxe van „levend model" kan
permitteeren. Wat duidelijk zichtbaar ls aan de
illustraties, want de détails kunnen dan juister
en beter verzorgd worden. Weer terug In Hol
land illustreerde lk alles wat los en vast was
en gaf ook lessen. Waartoe ik overigens niet
de minste roeping gevoel! Toch heb ik geen
spijt van mijn studie, want-ik betwijfel hard,
«of ik anders wel ooit zoo grondig anatomie en
perspectief geleerd zou hebben.
In dien tijd werkte ik ook voor „de Auto" en
teekende dikwijls bij verhalen van den heer
Lugard! En dat zou mijn geluk worden, want
toen hij kort daarop directeur van de „Trust"
werd, gaf hij mij opdracht voor „Potemkin".
Hij moest niets hebben van de smakelooze
„Posters", die in dien tijd opgeld deden. Mijn
eerste affiche werd, goddank, een succes. Ik
had een uitstekende pers. Toen volgde een be
hoorlijk contract voor het geregeld teekenen
van film-affiches en ik wès, waar ik altijd zoo
graag had willen komen. Het is zoo rustig
werken met den financieelen ruggesteun van
een vast contract.
Wat heb ik een medelijden met degenen, die
om hun gezin te kunnen onderhouden, gedwon
gen zijn onder de markt te werken ofwel op
drachten, die hun bepaald tegenstaan, töch te
aanvaarden. Van den anderen kant word ik
dikwijls gedwongen om haastwerk te maken.
Kan me de luxe van op inspiratie te wachten
niet permitteeren. Nu hoor ik „Kunstenaars"
met een grpote „K" al hoonlachen Zij schat
ten de reclame-kunst niet erg hoog. Ofschoon
dat toch al langzamerhand heter wordt en een
Willy Sluiter, Piet van der Hem en Han van
Meegeren er niet langer den neus voor opha
len.
Natuurlijk sla ik zelf het teekenen van affi
ches ook vrij wat lager aan. Wij liggen altijd
aan banden. Hoe vaak is het me niet over
komen, dat ik graag gen forschen, sterken
mannenkop zou willen brengen. Maar terwille
van het publiek omzwaai naar een mooi vrou
wengezicht! Het aantal platen, dat afgenomen
wordt is een betrouwbare barometer voor den
smaak van het publiek."
Boven een lage boekenkast hangt een snoezig
kinderportret. Een klein, héél boos meisje!
„Misschien wel van haar", doorflitst het mijn
brein. Hoewel het er toch niet goed bij me
inwil, dat de teekenares van de felle realiteit
zóó'n fijn kinderkopje gemaakt zou hebben.
Een teer pastelportret op triplex! Een procédé,
dat het bijzonder goed doet. De nerf van het
hout geeft een speciale levendigheid aan het
portret.
„Een vrij bewerkelijke manier van teeke
nen, vertelt Dolly. Eerst maak ik een schets,
die lk daarna op het hout overbreng en lichte
lijk tint met gewoon pastel-potlood. Dan ga ik
het geheel vernissen, waardoor de kleuren hee-
lemaal In het hout trekken en er alleen maar
een flauwe contour overblijft. Ik moet daarna
dus als het ware opnieuw beginnen, terwijl
ieder streepje raak moet zijn, want anders is
het portret bedorven. Als lk klaar ben, vernis
Ik het riog eens over en daardoor gaat het zoo
op een paneeltje lijken!."
Deze techniek is eigen vinding en volg®113
de kritieken, die ik opdiepte uit het ,,KniPsel'
boek", ziet men in Dolly Rüdeman een knap
portret-teekenares. Verschillenden zouden zelfs
graag zien, dat zij wat meer deze richting ult"
ging!
Dat knipselboek! Het vertelde me heel wat
meer dan Dolly zelf! Al bladerende vond ik
kritieken over de restauratie van „Cinema
Palace" te Groningen. Onverdeeld gunstig 6n
dat terwijl de jonge kunstenares nog nooit iets
op het gebied van decoratie-kuns gepresteerd
had.
„Het was wel een brutaal stukje; Ma-
het aanbod was ook zoo veI euelijk; Ik voel
me nu eenmaal altijd Ee '0l ien t0j. tigroop>
•werk.
Langs de muren d® 1eveliUgs-af f ;ckeg van de
artiste, waaronder „C reus van Chaplin. Naast
den grooten, suggestieven kop yan Chaplln z}en
we Charley nog 0 u't> angstig balancee-
rend op het slaPP® koord.
„In Ik was toen sterk
onder invloed a3sandre. Kijk maar naar
den kop van pIn. 200 weinig mogelijk
lijnen on a Cassandre hem niet sober
genoeg- Jn I0' 00D-kringen werd deze „poster"
lang niet g?e. on'vangen, in tegenstelling met
de kunstkritieken Van enkele vooraanstaande
bladen. adat het boekje van „Ambacht s-
Njjver unst" er een beschouwing over ge-
den F verschillende sublieme werken
^an ranschen grootmeester van de affiche-
"nrt 6n' b0n tocl1 geen onverdeeld be-
wo eraarster van hem! Zijn „étoile du Nord"
Mn^eWi?'d'e en heeft zel*s „school" gemaakt!
et „Nenijto-biljet" werd al héél ongun-
beoordeeld! En toch kreeg hij er een prijs
voor» die geen enkel Hollander zou durven
viagen! Ik ken tenminste geen voorbeeld van
duizend gulden voor één ontwerp! Weet je hoe
Cassandre werkt? Eerst teekent hij het voor
werp tot in alle finesses. Iedere vezel van het
hout; iedere draad van het weefsel; de spijkers
en schroefjes, waarmee Iets in elkaar zit! En
dan neemt hij een stuk vlakgom en witte dek
verf en houdt groote schoonmaak. Alleen de
onderdeelen, die hijzonder sterk tot hem spre
ken, mogen blijven staan."
Toekomstplannen
Natuurlijk koestert Dolly Rüdeman ze hij
bosjes! Maar hoewel lk van een en ander op de
hoogte ben, offer lk met liefde een journalis
tieke primeur op aan mijn reputatie, dat ik op
zijn tijd zwijgen kan! Vraag niet met hoeveel
moeite!
Den Haag, 4 November '32. C. V.
I. Macaroni met ham en kaas:
blinde vinken, gestoofde andijvie, aardappelen;
fruit.
2- Pouletsoep;
gebraden haas, appelmoes, aardappelen;
ananaspudding.
3- Magere selderijsoep
gekookte schelvisch met botersaus,
worteltjes, aardappelen;
appelbeignets.
4. Rolpens, stamppot van zoete en zure
appelen en aardappelen;
rijstebrij.
5. Gestoofde paling, aardappelpurée, sla;
broodpudding.
6. Zuurkool met spek en knakworstjes;
trommelkoek met stroop.
7. erwtensoep met varkenskluif en worst;
riz-glacé met vanillesaus.
8. Stokvisch met aardappelen, rijst,
gefruite uien en mosterdsaus;
maizenaïia m«t abnïaÏOn.
9. Gebraden runderrib, bruine boonen,
aardappelen;
appelbollen.
10. Bruine boonensoep;
groene savoye kooltjes m. gehakt, aardappelen;
fruit.
II. Varkenscöteletten, witte boonen
met tomaten*, aardappelen;
wentelteefjes met jam
12. Kerrysoep;
kalfsoesters, witlof, aardappelen;
vruchten taart.
Selderijsoep.
Een kleine knolselderij, 1% L. water, 50 gr.
j1ei,npeterselie.b0ter' Z°Ut' BtukjeS foelie'
J**4* selderii in dunne reepjes of netto
met d r lne blokjes, wasch ze en laat ze
boter gaaT k°ken ln het water- Meng
toe 611 bl0em dooreen- voeg het selderijvocht
en Iaat het tot een gebonden soep door-
®n. Maak deze af met het el, de fijngehakte
Peterselie en de stukjes selderij.
Witte boonen met tomaten.
250 gr. witte boonen, 2 uien, 500 gr. tomaten
of klein busje tomatenpurée, 50 gr. boter, wat
zout.
Week de eewasschen witte boonen een nacht
in ruim water, kook ze in hetzelfde water gaar
met wat zout. Smoor Intusschen de fijngehakte
uien gaar met de boter en de in stukken ge-
sneden tomaten. Schep met een schuimspaan
de gaargekookte boonen bij de tomaten en laat
alles nog even doorstoven.
Wentelteefjes met Jam.
Bak op de gewone manier wentelteefjes; leg
op leder een lepeltje jam (niet uitstrijken) en
strooi er wat poedersuiker over.
M. M.
Dolty Rüdeman op haar atelier*