i
MIISINBKUKKEN BIT POLEN EN
MUSLANB.
lk
de juweelen van het
ALLERLEI.
ONDERGANG van
DE „POLEY".
2es maanden lm open zee!
.NIEUWE SERIE".
VQQM KNUTSELAARS.
'n Schemerlampje.
1
2
3
5
6
9
ZATERDAG 5 NOVEMBER 1932
HijGnT6theeft dat zo°gewiId' Voor
n
Oplossing van den vorigen
rebus.
LEED!
CIJFEKKUNSTJE!
7
8
10
11
U
13
Ut
15
16
KLEUBPLAAT.
li
schreven Mauheüs heeft ergens ge-
Jesus navolgend °nS m°eten °Pnem6n
dwaalt6 "Navolging van Christus" staat, dat hij-
van k' i6ts anders zoekt dan het dragen
Slecht IU-Sen' Geen Pittige boodschap, hè?
zelfs nieUws! Ik denk van niet. Ik geloof
slecht bet 1 beste nieuws is" Maal' is het
Ik h hDieUws' dan kan ik'het no§ niet helpen,
heeft r die regels niet neergeschreven. Dat
j,. God gedaan. En Die zal wel weten wat
k y doet- Hij is Liefde en wij, wij zijn Zijn
nderen. Wanneer Hij ons Zijn pad toont en
«wars over dat pad valt de schaduw van het
rujs, dan moet het tóch het goéde pad zijn
al zien wij dat niet zoo dadelijk.
WhLr»Zit weinig anclers op dan dezen hoogen
V®?'6 aanvaarden. Jesus heeft hem ook aan
hecht. r^-WaSl.de Z°°n Yan God- Wij zün
hts God s schepselen, en dus niets te goed
j.p aveheens een kruis op onze schouders te
krept^ T kan zeer genoeg doen. Op Golgotha
de Schrift13 ',Inet groote stem" verhaalt
met ons les „1 anders- hegint al vroeg
doorkruist Pm Wil te Seven: daarom
slag en i. 3 °ok onze jonge jaren met tegen-
buiten To eVing< ln huis, op school, daar
keien ?a°d die later over de hobbelige
Hij 1 het leven zijn weg moet vinden, zou
hem i n heelea slechten dienst bewijzen door
t 11 zil'n jeugd over niets dan Perzische
Pijten te laten wandelen. De biggetjes ln de
ei denken aan niets dan eten en drinken en
nooit komen zij tekort; de vlinder stoeit tus
schen de plooien van den zonnewaaier door;
egenslag kennen ze niet. Het eind van de eer-
s eh ig fjg slager en van den tweede de dood
Da Paar dagen; voor langer, verder, voor
oeuwig bestaan zijn die niet bestemd.
mopperen wel eens onder al die krulg-
I68' Dat deden de Joden ook, toen ze met Mo-
zes veertig jaar door de brandende woestijnen
trokken. Pas toen ze in het Beloofde Land kwa
then, werd het hun duidelijk, dat diezelfde
zengende zon ondertussclien den overvloed sen
koren en ooft had rijp gestoofd!
kruisjes zijn lessen, levenslessen 6"
d*t je nóóit meer eens zou kunnen 3 °°r'
..Ik zon of A ,Unnen zeSSen
je
zou dit graag of dat willen hebben" dat
r al,es maar zoudt kunnen hZ 7 -
in de «tstalkasten zag, dan ZOn T T
die dikke vètheuvels van 3 gfanAl'3ken
die óók alles maar voor 't h",h
van de eene ondeued in a 3Tlen bebben en
op die vogels van Nieuw l andere Va"en' °f
evenmin tegenslag ah Zee]and. Die kennen
hegeert, vinden ze Wat d'r harfje maar
hosschen. FPPn st en te keur in de
dorst. A11pqTt*- rhanden. Geen honger. Geen
zoo'n levenf °Zen?eiIr on maneschijn. FlJn. hè,
duur eon 'e' eens even! Ze hebben het
Dinem g moeten hekoopen. die kiwi's, die
P "gains, die kakapo's! D'r vleugels zijn af
stompt, „rudimentair", geworden! Nooit
meer vliegen! Altijd aan den grond gebonden!
°0't de wijde lucht en de lokkende verte en
"lot Ultgespre'de vlerken om het hardst uit
komen, tegen de zilveren zeilen der wolken!
Bidden wij. dat God's genade ons tegenheden
Schenke, opdat wij onze ziele-vleugels mogen
behouden voor de hooge vlucht naar het ver
Baimenland!
e giu
h>e „Poiiy" was een stevig zeilschip, dat in
Qe maand December 1811 de Noord-Amerikaan-
sche haven Boston verliet met bestemming
oor Santa Cruz. De schuit had gezouten
eesch aan boord en bouwmateriaal. Kapitein
as Cazneau, de bemanning bestond uit '11
uurman, vier matrozen, den kok, en twee
Passagiers: meneer Hunt en 'n negerinnetje
van negen jaar oud!
Sanfn „Was nog 200wat 'n week zeilen van
°Pst 1 UZ verwBdefd, toen een hevige bries
Er ok' dle het vaartuig geducht toetakelde,
de brit een lek en het durde niet lanS- of
k°hden\beg0n Water te maken- He matrozen
onder h 0p bet dek niet meer uithouden en,
hnn h et gebulder van den Btorm, zochten zij
s°beepje ,in het want. De orkaan hulde het
heer HUn, een wolk van schuim, sloeg den
b°rRont overboord en deed de masten bijna
te kappe^. Bggen. De kapitein gaf order deze
veel tijd V brik heeft slechts twee masten,
kon de sehu'6rde dat werk dus niet. Gelukkig
hout. niet zinken door haar lading
.Toen de 0rK
het negerinetj® n bad u!tgeraasd, vonden ze
het ruim vischtB0,lsedeerd in de hut terug. Uit
vleesch op en hp01611 'n paa" bI1kken gezouten
Wen; 'n vuur v°n dit goedje rauw te veror-
BaB na twaalf ,i °n n 7°rden aangemaakt.
eciT.J J daeen lukte het den Indiaan-
Wen kok, door twee stukken hout tegen
entaar te wrijven, >n vlammetje te voorsch«n
Je brengen; daarmee werd de kachel jf
'Ohibuis aangestoken en kon men het Pt
etwat smakelijker bereiden.
veertig dagen duurde de vaart reeds. Het
gezouten vleesch was op. De brik raakte het
W kwijt en werd naar alle windrichtingen
geen fe8Inakt door de rustelooze golven. Zetf8
°m hmPr00Vers vertoonden zich in de buurt
terwijl hètlartuig bun aandacht te schenken,
Piraten we in de Caraïbische zee van
kracht van zlin' k>e stuurman, een man in de
dertig stierfY^unelijke jaren vijf-en-
avontuur. Er ware»611 vijftigsten dag van het
leven, 'n Week later vtoeri nog zes man in
6rwisseide de jonge ma
troos Howe het tijdelijke met het eeuwige. Net
omstreeks dit voorval gelukte het de beman-
ning een haai te vangen, waarmede zij haar
eigsten honger kon stillen. Het meest leed zij
nog onder het gebrek aan drinkwater. Maar
oe nood scherpt het menschelijk verstand! De
matrozen namen een theeketel en zetten den
loop van 's kapiteins pistool op de tuit. Dit
heele gevalletje werd heen en weer bewogen
over een met zeewater gevulden ketel, die door
de kombuiskachel werd verwarmd. Op deze
wijze verkreeg men een draaglijk soort gedis
tilleerd drinkwater, dat zich uit den revolver
loop verbizonderde; per neus werden eiken
dag 'n paar lepeltjes verstrekt.
De kok stierf. Krankzinnige gedachten kwa
men bij de anderen op, gedachten aan men-
schen-eterij. maar zij lieten déze gelukkig los.
Des eenen dood is vaak des anderen brood; ze
zaagden den dooden 'n been af en hingen dit
uit als lokaas Voor de haaien. Zoo wisten zij
nóg zoo'n roofvisch te bemachtigen en daar
door konden zij den dood nog 'n wijle van den
valreep houden. Maar twee weken later zette
hij toch weer voet aan boord; 'n oudere ma
troos overleed en werd begraven in het wijde
zeemansgraf.
Het werd April en de brik Polly zonder mas
ten, zonder roer, kwam ln de Sargésso-zee
terecht. Deze „drijvende weide" bevat zeer veel
zeewier (sargassum), afkomstig van de Ame-
rikaansche kust en de Bermudas; de branding
slaat deze planten los en de stroom voert haar
mee. De vaartuigjes van Columbus werden in
deze Sargasso-zee, het verderf der zeilschepen,
twee welden lang opgehouden! De schipbreu
kelingen wisten hier veel visch te verschalken
en Weekdieren ookde haken maakten zij van
kromgeslagen spijkers en een sim van uitge
rafeld touw. Zóó overvloedig was de vangst,
dat zij zelfs een voorraad konden drogen en
Polly" in nood.
zouten; van gewoon bewaren kon natuurlijk
in deze warme 'luchtstreken geen sprake zijn.
Toch leden de opvarenden nog gebrek genoeg
door de eentonigheid van het menu en zoo kon
het niet uitblijven, o£i de dood klampte het
wrak wederom aan; pu bleven alleen nog de
kapitein,één matroos!, en het kleine 'zwartje
over .ik ..lees tenminste nergens, dat zij om
kwam, al Wordt van haar verder in dö „zee
lore" geen gewag gemaakt. („Lore" als in
„folk-lore" (volkskennis) en „Sea-lore" (Zee
kennis) beteekent eigenlijk: wetenschap, leer;
van dit laatste woord Is het familie!).
Hoe verlangend zullen deze menschen over
de reeling hebben uitgezien naar een reddend
zeil aan den horizon! Dat zeil, het verscheen
niet gedurende heèl de lange, lange maand
van Mei, ofschoon, toen de „Polly" de Sargas
so-zee uit dreef, de kans op redding grooter
werd. Maar welk schip had nu erg in dat lage
wrak-hout, hulpeloos overgeleverd aan het spel
der golven?
Het werd Juni en eindelijk, eindelijk kwa
men drie schepen in zicht, die merkten wat
er aan t handje was. Het Engelsche vaartuig
„Fame", uit Huil, zotte 'n boot uit en deze
haalde de Robinsons van hun schuit. Latei-
werden zij opgenomen door een brik, die be
stemming had naar Amerika. Zij herstelden
van het doorgestane leed en verhaalden gaarne
van een der merkwaardigste avonturen, die
ooit op zee werden beleefd.
UITSLAG DER VERLOTING.
Het lot heeft heslist, dat de prijzen voor de
„nieuwe serie" moeten worden toegezonden
aan: Dirk v. N., Schagen, en aan: J. T., Pas
no. 62, Wychen.
De inzendersprijs wordt gedeeld tusschen:
J. J., Arnhem en Corry S. ten H„ Pensionaat,
Oisterwijk; G. N. V., Utrecht; Alphons V.,
Lange Hilleweg 162 en Miep de H., Meidoorn
straat 72b, heiden te Rotterdam, gaan met 'n
zeer eervolle vermelding strijken.
Sommigen zonden de oplossing van een rebus
eveneens in; dat is heel gezellig, maar voor
meeloten komt dat niet in aanmerking.
Het tweede plaatje der „Wie kweelt er mee?"
serie is onderweg verongelukt! Het komt nu
volgende week.
Een overtuiging, hoe uitnemend ook, is ge-
ieo zonder waarde, totdat zij zich in een daad
beeft uitgedrukt.
c<wB
Het vroegere czarendorp te MoskouKre mlin genaamd.
XI.
Het wordt langzamerhand tijd Leningrad
vaarwel te zeggen de nieuwe hoofdstad, Mos-
cou, roept ons. Wij kunnen den indruk niet
uitwisschen, dat de vroègere grootheid van Sint
Petersburg deerlijk getaand is. De stad schijnt
een stervende, of is zij op sterven na dood
Haar bevolking liep terug tot 'n derde van
vóór den oorlog. Haar verlaten rivier, „moe
dertje Newa", nog slechts bevaren door 'n paar
oorlogsschepen, schijnt tot zwembassin alléén
te dienen. Haar paleizen en villa's zinken door
de verwaarloozing onverbiddelijk weg in den
modder, è.1 dieper en disper zelfs de heerlijke
kathedraal van den heiligen Izaak van Dalma
tië ontkomt niet aan dit lot. Leningrad is het
stiefkind onder de Russische steden. Naar Mos
kou gaat de aandacht van allen uit Het is,
alsof met den ondergang van het tsarenhuis
Rornanoff óók de ondergang van hun vroegere
residentie werd bezegeldof zouden de com
munisten er tóch nog in slagen het verval te
stuiten
De autobussen komen voor. Wij nemen
afscheid van het hötel aan den Newa-oever, een
der beste hótels, die wij op onze reis zouden
aantreffen de „borscht", de beroemde Russi
sche koolsoep met tomaten en, zoowaar, kleine
schilfertjes en draadjes vleesch erin, smaakte
verrukkelijk het brood was niets zuurder dan
elders het bedlinnen vertoonde geen bloedige
sporen van de gluiperige aanvallen der Russi
sche bruinhemden de glaasjes „tsjai" (thee)
in Leningrad wordt meer koffie dan thee
gedfonken door invloed van de Duitschers
overal elders is thee de nationale lijfdrank
smaakten er naar méér We hotsten en botsten
over het straatpuin naar het grauwe station,
waar het aantal ontredderde en verslagen
reizigers, die het voorplein en de wachtzalen
vulden, nog niet was geslonken. Er bleken
voor ons twee aparte wagens besteld, op de
bekende wijze ingericht als slaapwagen vóór
in den trein bevond zich, als 'n vlag op 'n
modderschuit, een wagon der vermaarde slaap
wagen-maatschappij, van alle gemakken voor
zien de hooge oomes der communistische
partij, des daags zoo vol zorgen voor de be
langen van volk en staat, kunnen hier hun
moede hoofd aangenaam ter ruste vlijen.
Het traject LeningradMoskou is als langs
een liniaal getrokken. De tsaar wou dat zoo,
dan duurde de reis korter Of er rechts en
■links van de lijn al plaatsen lagen die óók
belang bij den spoorweg hadden, kwam er min
der op aan nitchéwó Of leert de wiskunde
soms niet, dat dfe rechte lijn de kortste afstand
tusschen twee punten ls 0 zoo We komen
langs bosschen, bosschen en nog eens bosschen.
Haast één derde van de „Unie" der communis
tische republieken is met wouden bedekt. Toch
worden de schoolkinderen vermaand vooral
geen kerstboomen te hakken, zuinig te zijn
met het hout, want dat kon tot allerlei narig
heid- voor het klimaat, de gezondheid, de rivie
ren en nog 'n heele boel dingen meer lelden
Het is toch eigenlijk veel leuker met de Kerst
dagen een tooneelvoorstelling te bezoeken dan
rond zoo'n boom te zitten, die niets zegt
Het moét er nu nog mooiér zijn, in die bosschen,
dan van den zomer, nu het goud van de herfst
bladeren den bodem versiert en de beekjes hun
water driftiger voortstuwen. Op den duur doet
dit landschap wat eentonig aan en wij nemen
een hoek ter hand om ons wat te verstrooien,
„Russische Toestanden" omstreeks 1900. Er
staat in hoe de vermoorde tsaar Nicolaas II
eens een bezoek bracht aan een dorp ten Z.O.
van Moskou. Bij die gelegenheid moesten 20.000
mannen en vrouwen, in rijke kleedij, langs den
weg staan om jubelkreten aan te heffen Het
was jufst in het drukst van den landarbeid.
Uitgebreide maatregelen waren getroffen om
den vorst tegen een moordaanslag of bom te
beschermen. Alle gebouwen langs den weg moes
ten nauwkeurig onderzocht worden en ver
zegeld. Vier en twintig uur vóór het voorbij
komen van Zijne Majesteit werden twee gehei
me agenten in iedere woning ingekwartierd.
Alle op den weg uitkomende vensters en
openingen werden dichtgespijkerd. Al het vee
moest naar binnen worden gedreven en alle
honden moesten worden vastgelegd. De men
schen mochten slechts op 25 M. afstand staan
van den te volgen weg. Zij kregen verlof eere
poorten aan te brengen en hun huizen met
groen en guirlanden te versieren. Hun werd
verboden bij het voorbijrijden van „Vadertje"
den tsaar te knielen- om smeekschriften- aan
te bieden. De laatste bepaling van dien 3en
Juli 1903 luidde „Personen, die op de wegen
ontmoet worden en pakjes bij zich mochten
hebben, worden aangehouden en de pakjes in
het veld, op 50 M. van den weg, bij elkaar
gestapeld, terwijl het teruggeven ervan eerst
kan geschieden nadat het laatste rijtuig van
den stoet uit het gezicht verdwenen is". Zóó
verkeerde „batoeskje" de tsaar onder zijn volk,
De schemering daalt. De reizigers op het dak
van den wagon schijnen nog behoefte aan 'n
straatje óm te gevoelen men hoort ze ten
minste tippelen. De verlichting vertikt het.
„Nitchéwó" zegt onze sympathieke geleider
„dat is niets De Rus gelooft vast en zeker
aan het noodlot soedba en hij wenscht
dat niet in de kaken te grijpen berusten komt
hem minder inspannend voor De „ijzeren
kanselier" van Duitschland, Bismarck, ging te
S. Petersburg, tijdens zijn verblijf als gezant
aldaar, 's winters dikwerf op de berenjacht.
Eens gebeurde het dat hij, ln een „troïka"
(slede) op een slechten weg rijdende, verschil
lende keeren met slede en al omkieperde De
koetsier trok zich hiervan weinig aan en zeide
telkens slechts „nitchéwó tot niet geringe
ergernis van Bismarck. „Nitchéwó!" herhaalt
ook ónze „voerman" en hij steekt 'n kaarslan
taarn aan in de coupé. Deze wordt het sein tot
slapen-gaan. Verschillende relsgenooten komen
mijn flit-spult voor alle zekerheid nog even
1 eenen, hier en daar is een levendig twistge
sprek aan den gang over de zegeningen van
het communisme, maar de nacht valt en daar
mee de lust tot verdere debatten.
Zoo tegen het spookuur word ik gewekt door
een IJselijk gegil heneden me, op den beganen
grond ik lig n.l. met m'n neus zoowat tegen
de zoldering, langs een open raam. Het ls de
Duitsche studente, die onder mijn divan haar
rustkoets heeftZéér verontwaardigd is ze,
bepaald hoosIk informeer, wat er aan 't
handje is
„Ik ben toch niet naar Rusland gekomen om
me van de wandluizen op te laten eten
gilt ze uit. Ik plof de diepte in, en bezie haar
arm. Groote, witte zwellingen van boven naar
beneden, zooiets als de Utrechtsche heuvelrij
De wandpiepers hebben blijkbaar ergen honger
gehad Ik moet nochtans met de hand op m'n
hart verklaren, dat inderdaad het Fraulein niet
naar de Unie is gekomen als voer voor deze
„punaises" zooals de Franschen ze noemen
en deel dus haar verontwaardiging. Wij lich
ten in de kieren en reten van den wand, maar
zoo'n platte sinjeur ls zoo bang voor licht als
'n slak voor zout niets te zien Het Frduleln
jammert aldoor. De gids, stootbrigadier Coplak,
'n paar étages verder, zaagt den slaap des
rechtvaardigen hij is al veel jaren aan méér
jammer gewoon. Het Fraulein vindt dit bar
onridderlijk zoo'n houding is beneden peil
terwijl zij wordt opgegeten, snurkt de „oedhr-
nik" Coplak dóór Zij trekt hem aan z'n arm
zij rukt zij sleurtDe brave Coplak hoort
even haar klacht aan
„Wantzen Die gibt es liberal!,(„er
komen overal wandluizen voor") in Ber
lijn, in Parijs, in Londen" hij ziet mij aan
komen „in Amsterdam, overal Mét draait
hij zich om en vervolgt zijn eentonigen roffel.
Ik trek mij voorzichtig terug in mijn opperzaal,
al voel ik de blikken van het zwaar gegriefde
Fraulein steken. De wagon dondert door. De
allerhoogste klasse, op het dak, heeft haar
getippel gestaakt. Tegen den middag loopt de
trein het station van de heilige stad Moskou
binnen. Het is Zondag, tenminste voor de
hijgeloovige touristen uit het Westen Hier
bespeurt men daar niets van. Gehamer, gehol,
gedraaf, getoet van vrachtauto's en alles van
den werkdag. Er staan glanzend-nieuwe Lin-
coln-auto's, eigendom van het Rijk, die ons naar
het hotel „Novo Moskovskaja" brengen. Bij onze
nadering, berg ik gauw mijn flit-spuit weg van
mijn handkoffer 't is 'n sjieke boel hier Er
is overigens op onze komst niet gerekend. We
Worden voorloopig met z'n drie, vieren op 'n
kamertje gestopt pas tegen tien uur 's avonds
De Verlosserspoort van het Kremlin te
Moskou.
wordt uitgemaakt, wie daar blijven kunnen
of niet. Ik voor mij heb dat voor mezelf maar
beslist mijn kamergenooten zochten een goed
plekje elders en, nadat zij waren vertrokken,
(leed ik mijn deur op 't nachtslot en dat bleef
zoo, ondanks alle gebons en geroep Alleen
'n paar Duitsche studenten, die het wachtwoord
wisten, deed lk open. We schikten ons rond
mijn primuskoker, die gezellig snorde, en ge
noten een fijn bakje koffie-met-room „aus Hol
land Intusschen hadden we van uit de ven
sters een loonend .gezicht op de huizenzee, op
de ontelbare torens en gouden koepels, als
bloembollen, op het Kremlin en op de hooge
fabrieksgebouwen, die hier door de communis
ten zijn gesticht.
De parels worden duur betaald. De meeste
visschers zijn doof en enkelen blind; anderen
lijden aan longen en hart. Wanneer zij de rot
sen afzoeken, dragen zij een soort vingerhoed
aan hun wijsvinger, om de oesters, in wier
lijf de parel zich misschien bevindt, af te ruk
ken; hun neus klemmen zij. dicht met een
soort waschknijper. Na veel oefening gelukt
het hun twee, tot twee en halve minuut onder
water te blijven; half uitgeput worden zij met
kabels naar boven getrokken, 'n Enkelen keer
wordt 'n oester open gemaakt, die een parel
van groote waarde bevat, waarvoor de juwe
liers tienduizenden guldens betalen; in 1929
werd een „loe-loe" (Arabisch voor „parel") ge
vonden, die een vermogen waard bleek te
zijn, 150.000! Van de opbrengst krijgen de
eigenlijke duikers het minste. Al worden er
soms millioenen en millioenen verdiend
in 1929 voor 38 millioen uit de Perzische
Golf! de visschers blijven straatarm, ree-
ders en handelaars gaan met de winst schui
ven, en keeren geen rechtvaardig loon uit.
Het water verbergt voor de visschers tal van
vijanden. De druk ervan is zóó hevig, dat som
migen met gedeeltelijk gebarsten longen boven
komen en veel bloed verliezen. Haaien zoeken
hen te verslinden of armen of beenen af te
scheuren. Electrisch geladen vlsschen veroor
zaken hevige wonden. Zaagvlsschen,, die tij
gers der warme zeeën, zagen hun de handen af.
Vergiftige roggen maken eveneens slacht-,
offers. Om dit alles worden de parels de ju-^
weelen van het leed genoemd!
GEVAARLIJKE REIZEN.
Een reisgezelschap van niet minder dan hon
derd personen, maakte een tocht d-oor Noord-
Griekenland. Ze werden bij de stad Trikkala
overvallen dooT een rooversbende onder aan
voering van den beruchten Balkan-roover
Tzatzas.
Niettevreden met den buit, namen de roe
vers drie leden van' het gezelschap gevangen
en vroegen hiervoor een losgeld van vier
millioen drachmen.
Dan maak ik maar liever een tochtje met
de Lekboot of de Fop Smit en jullie
DE MAGISTRAATBANK.
Een jong timmerman was bezig voor een
Magistraat een bank te bewerken, waarop deze
hooge mijnheer ln de kerk wenschte te zitten.
„Waarom besteedt gij zooveel moeite aan
die bank vroeg men den timmerman.
„Omdat ik die gemakkelijk wensch te ma
ken, tegen den tijd, dat ik er zelf op zal
zitten", antwoordde de knecht.
Het duurde niet vele jaren, of hij zat er ook
inderdaad.
TOCH WAT.
„Mag lk u 'ns wat laten zien vroeg de
hoopvolle handelsreiziger aan den winkelier.
„Zeker", antwoordde deze en keek belang
stellend toe bij het uitpakken van 'n massa
artikelen.
Toen alles op de toonbank lag en aange
prezen was, zeide de winkelier: „d'r ls één
ding, dat ik wel graag
Dadelijk haalde de reiziger zijn notitieboekje
voor den dag.
„En dat is....
„Ik zou wel graag willen zien, hoe n al
dien rommel weer in dat koffertje krijgt".
BOERHAAVE.
De Leidsche geneesheer, die zoo vermaard
was, dat een brief, uit verre landen hem toe
gezonden, met het enkele adres „Aan Boer-
haave Europa" behoorlijk terecht kwam, was
niet minder gezind Armen dan Rijken hulp
te bieden. Hij was gewoon te zeggen: „Ar
men zijn steeds mijn beste betalers, want God
is hun borg
Deze woorden herinneren aan een puntdicht
van Huygheus:
„Weet gij een woekering, waar God geval aan
heeft
Het is wanneer gij Hem uw geld op rente
geeft
Zijt gij verlegen, hoe 't ten Hemel in zal,
raken
Geeft het den armen, maardie zullen 't
overmaken".
Een dichter uit lateren tijd zegt:
„Wie 't goed, dat hij op aard bezat,
Ook graag nog in den Hemel had
Die geef maar aan den Armen wat".
TRAPPEN VAN VERGELIJKING.
Wisten jullie, dat 't woord „zoet" acht trap
pen van vergelijking heeft Luister maar:
zoet, zoeter, zoetst, zoetster (vrouw die iets
zoet maakt), Zoetérmeer, Zoetêrmeerdermeer,
ZoetemeerdèrmeesterZoetermeerderboven
mééster.
BRUGMANS.
Bij 'n inspectie van het hospitaal te Helder
stelde Brugmans het personeel aan den com
missaris voor: „rnr. A., administrateur; mr.
B., controleur; mr. C., inspecteur; mr. D..
docteur,
,,Bur, eur, eur", bromde de Franschman,
„tous ces eurs sont des voleurs".
„Vous avez radson, monseigneur!" stemde
Brugmans toe en legde wat veel klemtoon op
het laaitste „eur".
EEN GROOT GETAL.
Wie rekent even voor me uit 9.9.9. Neen, er
staat niiet 999 maar negen tot de negende, tot
de negende.
Eerst dus 9.9. 9x9X8X'X9X9X
9X9X9-
Dat is 387420489. Reken maar na.
Nu krijgen we nog 3874204899 dus 887420489
X 387420489 X enz-
Dat wordt een aardig getalletje.
Het is 1845 K.M. lang, als je tenminste zoo
klein schrijft, dat er twee cijfers per c.M. ko
men. Je krijgit 373.000.000 cijfers. Je bent er dus
zoo maar niet mee klaar. Als je vandaag nog
begint en je schrijft iedere seconde twee cij
fers, dan ben Je er zoo ongeveer mee klaar in
1990. Zie maar: Een Jaar heeft 60 X 60 X 24
X 365 31.536.000 seconden. 373.000.000 ge
deeld door 31.536.000 geeft 120 en omdat je 2
cijfers in een seconde schrijft doe je er dus
120 2 60 jaar over. Maar dan moet je
zonder rusten nacht en dag doorschrijven.
PUNTDICHT.
't Vernuftig antwoord dat de vrouw van
Hugo de Groot aan den Loevestednschen slot
voogd gaf, toen zij haren man in een boeken
kist had doen ontvluchten, is door den dichter
Westerbaen in een aardig puntdicht gebracht!]
„Vrouw Reigersberg zei tot den kastelein.
Den slotvoogd van het sterke Loevestein:
Wat hebt gij toch zoo over mij te klagen,
Dat ik mijn man heb uit het fort doen dragen^
Dank mij veeleer, dan dat ge mij beticht:
Gij hadt den Huig en dien heb ik gelicht."
EEN JONGEDAME VAN SAINT-CYR.
moest in het drama van Racine, Ester ge
naamd, de rol van Elise spelen. De Koning
en Racine zelf waren bij de uitvoering tegen
woordig. Op een gegeven moment bleef da
jeugdige tooneelspeelster in haar rol steken.
„Maar juffrouw!" riep Racine uit, „U doet
mijn stuk onrecht aan!" De juffrouw begon
bij dit standje te schreien. Aanstonds ging de
dichter naar haar toe, nam zijn zakdoek, droog
de haar tranen af en begon zelf te schreien!.
\ijllM77tm
UidlM.
l 'ULL
Voor de jongens, die al met stijgend succes
schaaf en beitel hanteeren, geven we deze
week 'n schemerlampje, althans: den voet er
van! 't Lijkt erg simpel, maar er zal stram
en strak gewerkt moeten worden om er iets
aannemelijks van te maken.
Drie vlerkante plankjes worden op elkaar
gelijmd, vier pootjes er onder en erop een
balkje van 10.5 c.M., dat je er iets in laat ver
zinken. Middendoor loopt een opening voor het
snoer. De timmerman speelt dat in 'n hand
omdraai klaar; zoo voor de slöjdles valt het
biet mee die opening te maken.
Alle maten staan in millimeters aangeduid.
Het kapje komt volgende week! Dat wordt
dan iets waar ook de figuurzaag bij te pas
komt!
Even geduld dus!
Onderstaand vierkant bevat 16 vakjes, ieder
met 'n getal. Deze getallen moeten nu zóó
verplaatst worden, dat zij bij optelling hetzij
loodrecht of horizontaal of langs de diagonalen
altijd dezelfde som tot uitkomst geven.
Oplossing komende week.
Gebruik vooral heldere, sprekende kleuren!.
H5i"
«K A J*