ês KEISINDMUKKEN UIT POLEN EN JStsrrdenk6n'dat geio°£ eM kracht mm &SACHT. majria stuart koningin lettekraabsel. VOOR KNUTSELAARS. ZATERDAG 19 NOVEMBER 1932 ALLERLEI. ■ra VAN SCHOTLAND. Haar t laatst© uren. I 8 ft I Oplossing van den vorigen DE NATUUR IN. Van ratten. Tatwcril. WIE KWEELT ER MEE in. x x 1 Juliws Claudius Civilis. lachen 2II r enSaan. Over vroomheid glim- Plicht i eniand. die iets meer doet dan z'n hun onr i"01'1 de deur Tan de kerk p,at" naar zien i p- 611 wordt wor Ailf-zacht aange- die r f K9,00f *s *ets voor oude moedertjes, voor d r ééne been 10 het ®raf staan °f tg b! '|!?aai'ds, die vah de wereld niets meer "e! hopen hebben, de sterken, de kérels, Pen (je j^rk voorbij en storen zich. niet an den godsdienst.... Op het tooneel worden S estelijken en kloostervrouwen als doetjes "aar voren gebracht, eigenlijk te bekrompen met de groote wereld mee te kunnen doen. Het ig beet mogelijk, dat er wel eens zoo'n J'Pe onder de vele duizenden geestelijken is voorgekomen; de geestelijken zelf zouden de eeiMten 2i3n offi BCbik in het seval te hebben 'aar bet gaat niet aan om allen over een- mtden kam te scheren Het zou toch ook aari?aan om te zeggen: „Piet is melig J-, c'aar°m zijn jan en Klaas en Theo het ook", dit Diet alleen van de geestelijkheid wordt v gemonkeld, alle Katholieken krijgen 'n in°S Ui' deze zelfde pan mee. D'r zit geen pit T.f.?en beton "ij voor ons weten wel heter Wij weten eei' goed, dat het nakomen van de zedewet 1 mannelijkheid en een karakter vereischt, 'e b®usch niet voor de poes zijn. Br is niets 1,1 Jesus' Leer, noch in de Leer Zijner Kerk, vat de ontwikkeling van een gezond en spor- mf lichaam in den weg zou staan. Sint Pau- "s kiest zelfs dikwijls zijn heelden nit het 0®lende sportleven van die dagen. Ik zou niet graag durven beweren, dat het Christen dom vöör sportoverdrijving is, doch elsch blijft, dat men zijn lichaam hoede tegen scha de, want het is een tempel van God den H. Geest. Howard Somervell is een der zeer, zeer wei nigen geweest sedert de schepping der wereld, die tot bij den top van den ongenaakbaren Mount Everest (88Ó0 M.) kwamen, 'n sport- Praestatie van den eersten rang Hij werkt *ans in de mjssje van Voor-Indië op dmgspost „l, dokter. mann01176 tlei,1Sen zijn voor bonderd procent a;rdpenn en vrouwen geweest, het zout der a! qi" eerste martelaar, Stefanus, was dit b], nt ^ebastiaan, die de pijlen, die suizende 0 en van den dood, op zich hoorde afko- bl6p. eveneens. Vi,r ?n kracbt'B lichaam kan de grondslag zijn jlf 01 een mooie toekomst. Dat hangt niet ge- van ons zelf af, maar wij dienen te pro beren zoo „fit", mogelijk te zijn. Doch al zijn we dat met de wereldlingen en maken onze voetballers dezelfde goals als zy ook, dan zijn we misschien nog niets meer dan krachtige dieren. Er moet nog iets bij komen: Karakter D'r is méér te doen in het leven dan doelpunten te scoren of wickets te nemen of naar bergtoppen te klimmen. We moeten ons zélf overwinnen, onze opvliegendheid, onze Wade begeerte, onzen trots, onze jaloersch- beid, onze afgunst, het lagere den rug toekee- >'fen en bet mindere overwinnen. Aan zulke meuschen heeft de wereld méér dan aan men- mdt sterke^ kuiten pf/n sterken biceps. Applaus op 'n voetbalveld Is 'n mooi ding. ft aanmoedigend getiltfe der supporters De Vaiskreten der menigte. Zelf heb ik óók wel Wan dansen wanneer we 'n doelpuntje aan e Belgen ontwrongen. De gróótste overwin- 'ngen wor(jen nochtans gescoord zonder pu- '®k en zonder applauB. Op het oogenblik, dat u verkeerde neiging onder de tafel trapten. „Wanneer wordt het doodvonnis uitgevoerd?" vroeg zij. „Morgenochtend om acht uur!" luidde het antwoord. „Waarom heeft men mij zoo laat gewaar schuwd?" klaagde de vorstin. Zelfs haar bede om te Rheims, naast haar moeder begraven te worden werd niet ingewilligd. De Schotsche koningin begon nu aan haar dienaren enkele herinneringen te schenken. Ook schreef zij een brief aan haar zwager, Konink Hendrik III van Frankrijk, hem ver zoekend te waken over haar zoon; tenslotte stelde zij een lang testament op. Daarna legde zij zich op haar rustbed en verzocht Jeanne Kennedy haar enkele bladzijden uit de levens der heiligen te willen voorlezen, vooral van die heiligen die uitgemunt hadden door hun boetvaardigheid. Terwijl zij bad, onbeweeglijk als 'n marmeren beeld op een sarcophaag, scheen de majesteit van den dood haar reeds te be- kleeden. „Het leek net", zei Jeanne Kennedy later „alsof zij glimlachte tegen de Engelen!" Daar binnen in de groote zaal, weerklonken reeds de hamerslagen van de beulsknechten, die het schavot gereed maakte Yaal zonk de morgen in de smalle venster ruiten. De veroordeelde onderbrak een oogen blik haar gebed. Zij koos zich een kanten doek uit. goud-bestikt, om voor haar óogen te binden, wanneer de heul zich schoor zou zetten met zijn zwaard. Dan hervatte zij haar me ditatie, vervuld van de verre fluisteringen der eeuwigheid 'n Bons op de deur. „Het uur der terechtstelling heeft geslagen, meldde de sheriff. ■n k n zen- Het Mausoleum van Lenin op het Roode Plein te Moskou. KALIEF OMAR I, de grootste krijgsman van Arable, die heele landstreken aan zijn macht onderwierp, 1400 moskeeën bouwde en 4000 kerken der niet- Mohammedanen vernielde, stierf in 644. Eens verscheen voor hem een Perzische slaaf, Firoez genaamd. „Heer" zoo zeide hij „mijn meester eischt eiken dag twee drachmen in zilvergeld van me en zooveel kan ik onmogelijk ver dienen!" „Hoeveel vakken oefen je uit?" vroeg Omar. „Architect, timmerman en beeldhouwer!" „Dus drie vakken? Dan zou je meester recht hebben op drie drachmen in plaats van twee!" luidde het antwoord van den vorst. Tenslotte gaf de kalief hem gelegenheid windmolens te timmeren om het koren te hel pen malen. Firoez, in toorn ontstoken, zeide: „Ik zal een molen voor U maken waarover men spreken zal, zoolang de hemelsche molen zal draalen boven de hoofden der stervelin gen!" „Het lijkt wel of die man lete kwaads van zins is!" meende Omar tot zijn hovelingen. Dit vermoeden was juist. Enkele dagen later wist deze slaaf den vorst met zijn dolk te tref fen in het onderlijf; de wond was doodelijk. Drie dagen later stierf Omar er aan, de ver overaar van Perzië, Mesopotamië, Syrië, Pa lestina, Egypte en Tripoli! Zijn lijk werd naast dat van zijn voorganger en van Mohammed te Medina begraven; de geloovigen houden zijn nagedachtenis in hooge eere. De officieren van de lijfwacht probeerden zich van Firoez meester te maken, maar hij wist ze allen van zich af te houden en te ver. wonden. Tenslotte doodde de moordenaar zich zelf. Bp het oogenblik, dat wé niet verder gingen °P een verkeerden weg, maar 'n haak sloegen. Hat waren de mijlpalen langB ons levens- Part; dan toonden wij karakter. De beste ar chitect om 'n karakter op te houwen is Jesus' ?,er' onderwezen door de H. Kerk. Wanneer te wnraVOlsen' zuUen we kracht hekomen om hij ,,'n ]AreratwaA3"t0niUS Van BrUtUS ZeI' Hen 7en Februari 1587, in den namiddag, *atnen te Fotheringay, waar de ongelukkige °niügia van Schotland werd gevangen ge- ?llden> de afgezanten van haar vijandin, ko- a,ngin Elisabeth van Engeland, met het dood- bnis aan. Maria lag ziek te bed. Zij stond op om de hooge heeren te ontvangen. He graaf van Shrewsbury (sjroes-burri) trad op haar toe en ontblootte het hoofd; daarna deed hij voor lezing van het wreede doodvonnis. Hij zei er niet bij, dat Elisabeth den gevangenbewaarder, Sir Paulet, bad opgestookt zijn koninklijke ge' Vangene in het geheim te sluipmoorden, een 'laad, waarvoor deze edelman feestelijk had be dankt. Maria Stuart ontving haar vonnis zonder °®Uige verbazing en zelfs met vreugde, alsof b®t uur harer bevrijding had geslagen! »Heel mijn leven is 'n keten van rampen ge- ■"'feest, ik ben blijdat God's barmhartigheid uit deze kwalen en droefenis verlost door hand mijner vijanden!" Vervolgens hield j? haar onschuld staande en betuigde op bet f4 aWgelie dat 7ii er nooit aan gedacht had ÏT nicht Elisabeth om het leven te laten D6Dge*; dan vroeg zij om haar biechtvader. Pe graat Van Shrewsbury kon dit verzoek niet toestaan; wè, een dominee sturen, ZTrl* koil'nklijke gevang ™es dit aan- geheel van de hand. Maria Stuart. „Vooruit!" zeide de Koningin en verhief zich van haar bidstoel. Al haar hofdames moch ten haar vergezellen. Zij schreed met de ma jesteit die zij steeds had weten te bewaren en liet haar blikken kalm gaan over de aanwe zigen. Paulet bood haar hoofsch den arm hij het bestijgen van het schavot. „Dit is de laatste moeite, die ik U veroorzaak en de aangenaamste dienst, dien Ge mij ooit hebt bewezen!'' dankte de vorstin. Zij vroeg om haai' biechtvader; men zond baar een dominee, die aanstonds begon met een ruwe en heftige vermaning. „Dominee!" zeide Maria Stuart, „ik heb niets met U te maken; indien U Wilt zoüdt U Uw woorden kunnen spareu èn vertrekken! Ik ben niet voornemens naar U te- luisteren." De pre dikant gaf echter geen kamp, zoödat de onge lukkige Koningin haar verzoek nog tweemaal moest herhalen. Met groote innigheid en sterke stem begon zij te bidden; de toeschouwers luisterden grauw-stil naar dit laatste gebed. De beul trad nader 0111 haar te ontkleeden. Zij glimlachte; Laat U mij maar. Ik kan dat beter dan U en'aan zulk een kamerdienaar ben ik heele- maal niet gewoon! Jeanne Kennedy ontdeed hoar weenend van voile en halskraag. Nu knielden de beide scherprechters voor haar neer, naar oud-Engelsche zede, om vergiffenis te vragen. „Ik vergeef U van ganscher harte, want ik vertrouw, dat Gij aan mijn beproevingen een eind zult maken." Nog bleef zij zitten kaarsrecht, want liet was een voorrecht van alle edellieden met het zwaard te worden onthoofd. De kleingeestige Elisabeth had evenwel haar nicht dit voor recht ontzegd. Zij zou met, den bijl terecht ge_ steld worden. Terwijl haar marmeren hoofd op 't houtblok lag, hoorde men nog die kris tal-zuivere stem bidden: „In te Domlne speravi, non confundar in aeternum'' »OP U, Heer, heb lk mijn ver wachting gesteld, in eeuwigheid zal ik niet teleurgesteld worden." Daarboven uit klonk het gesnik der aanwezigen. Nu hief Shrews bury zijn staf en bedekte tegelijkertijd zijn oogen. De bijl van den beul beschreef een halven cirkel in de ruimte; nog eens; en nög eens. Toen pas viel het hofd van Maria Stuart op het schavot. De scherprechter toonde het: „God behoede Koningin Elisabeth!", riep hij uit. „Zoo mogen 't al haar vijanden vergaan!", antwoordde de dominee. „Amen", besloot de graaf van Kent. Aldus eindigde Maria Stuart in den glans van een bewonderenswaardigen dood haar vler- en-veertig-jarig leven. VII. Wie Moskou zegt, zegt Krèmlin en wie Krèmlin zegt, zegt MoskouAls Rome is deze „stad der witte muren" op zeven heuvelen rond dit vesting-dorp gebouwd. Met haar tien tallen kerken, torens, vergulde koepels en In drukwekkende kloosters wordt de bijnaam „het heilige" voor deze plaats aan de Moscowa begrijpelijk. De Franschen, die onder Napoleon in 1812 deze geweldige nederzetting van den Mnsschenberg af aanschouwden, kwamen dan ook niet zoo'n klein beetje onder den indruk Van de huizenzee, die hun den toegang scheen te versperreu. „Boven Moskou gaat alleen nog maar het Kremlin; hoven het Kremlin gaat slechts de hemel!" Hier stond de wieg van het keizerrijk; hier werden de czaren gekroond en dan waren het de klokken van de „Ivan Véliki"-cathedraal („Joannes de Groote"), die het blijde nieuws aan het volk verkondigden. Napoleon heeft hier gewoond. Heiligen der Staatskerk liggen bier begraven. De muren der Godshuizen zijn geheel overtogen met „ex vöto's", dankbare herinneringen van de geloovigen, die hier heil voor hun nooden en kwalen vonden. Eén der vijf toegangspoorten tot dit Kremlin was zóó heilig, dat geen Rus er voorbij kwam zon der zich het hoofd te ontblooten Twee Kilometer in omtrek strekt zich de ongenaakbare Kremlin-muur uit, die heel dit klooster-en-paleizendorp afschut van de eigen lijke stad. en A'e andren moordt, verminkt zichzelf ?vie zichzelf bedwelmt, verminkt zijn geest, het kostelijkst wat hij heeft. De grootste klok ter wereld in 't Kremlin Binnen op een plaats staat de enorme bron zen klok, waarin vier-en-twintig personen zou den kunnen eten. Er is 'n geweldig stuk afge sprongen, dat er naast staat. Keizerin en grootvorstinnen wierpen diamanten in de klokkenspijs; het was een heel vroom gebaar, alleen, óe klank van de klok werd er niet fraaier op. Bij het hijschen van dit kolossale stuk metaal knapten de draden af en heel de metalen stulp verzonk in de diepte. Later werd zij weer te voorschijn gehaald en nu staat zij, als grootste klok der wereld, binnen de veilige muren van het Kremlin Deze vesting van kloosters en kathedralen werd vroeger, vóór den val der czaren (1917), het drukst bezocht tijdens de Goede Week, Dan werd er het heilig Chrysma gewijd, een plechtigheid, welke drie dagen in beslag nam. Op Goeden Vrijdag werd hier het Evangelie In veertien talen gezongen en de graflegging Onzes Heeren herdacht in een nachtmis, welke om één uur begon en te vier uur eindigde. Maar nög plechtiger was de liturgie van Paasch-Zaterdag, wanneer de groote klok van de Ivan Véliki-cathedraal met haar bronzen stem de Verrijzenis uitzong over heel de stad, en al de bijna vijf honderd kerken en kapellen in 't rond antwoordden Het was het uur, waarop de processie haar ommegang begon. Zangers in purper en goud; vaandeldragers; de metropoliet (bisschop) der stad, omgeven door een stoet van rijksgrooten en geestelij- l"sn. „Christus is Verrezen „Christus is waarlijk opgestaan zóó klonk hun lied en hun gebed in telkens herhaalde wisselzangen; de kanonnen bulderden, vuurwerk werd ont stoken, wildvreemde mensclien gaven elkaar den heiligen groet over: „Christus is Verre zen!" „Hij is waarlijk opgestaan! Wie thans de geheel verlaten Ivremlin- kerken bezoekt, kan zich haast niet voorstel len, dat hier ooit de luistpr van den Russi- schen eerddienst werd gevierd. Als museums doen zij aan! Het is alsof de heiligen-figuren weemoedig peinzen over de dagen van weleer, toen geen vreemdeling voorbij de Verlossers poort durfde te gaan zonder eerbiedig het hoofd ontbloot te hebben. Aan enkele koepels wordt gewerkt. Wij zijn het er niet over eens kunnen worden, of er goud werd aangebracht of afgehaald. Mét onbeperkte macht hekleed en haast aan niemand verantwoording verschuldigd, troont thans de nieuwe czaar, de heer Stalin ('n bij naam, van „staal" gevormd) achter de nor- sche Kremlinmuren, ongenaakbaar als 'n In dische maharédjah (grootvorst). Deze mensch zou eerst priester worden en is thans de voorman van de allerplatste beweging der goddeloozen. De communistische regeerders hebben in zijn omgeving hun bureaux. Zoo nu en dan wordt er 'n deel de straat op gestuurd, wanneer dit Stalin gewenscht voorkomt. Er loopen zeker niet minder soldaten ter bewa king rond da ntijdens het czarisme; 'n heele compagnie zagen wij marcheeren op een der ruime binnenplaatsen. Auto's rolden af en aan, dure, glanzende wagens, vol bewondering nagestaard door de minder bedeelde partïj- eenooten. De roode vlag waait op den vóórmuur. Luid wappert zij in den wind, als Wil zij aan alle menschen vertellen, dat de oude heerschers door nieuwe, niet minder geweldig, zijn ver vangen. Des avonds wordt dit gedeelte van het Kremlin verlicht. Dan" laait de oproervlag als 'n vlam tegen de donkere omgeving. Het goud der kerkkoepels heeft zijn glans ver loren; de gloed van de roode bloedvaan heeft het overstraald Des middags, tusschen twee en vier uur, verdringt zich op het Roode Plein, vóór het Kremlin, een dichte menigte van menschen uit alle landstreken der communistische Unie. Roode soldaten in hooge laarzen „Russische laarzen" worden thans meer buiten dan In Rusland gedragen, ze zijn voor de arbeiders te duur en bovendièn haast niet te krijgen menschen met astrakan-mutsen op, vrouwen met geplooide hoofddoeken, „Komsomolzen" (leerling-communisten, die op staatskosten studeeren, loon ontvangen en er keurig uit zien), steppenbewoners uit Azië en boeren uit de Oekraïne. Zij staan in polonaise voor het uiausoleuin (het woord konit van Mausolus, een koning uit de Oudheid, wiens gemalin Ar temisia zóó'n schoon grafmonument voor haar overleden gemaal stichtte (353 v. Chr.), dat bet gerekend wed tot de zeven wereldwonde ren!) van Lenin, Wladimir Iljitsch Uljènow (18701924), „die van de Lena (rivier) komt!" Lenin, in de oogen zijner aanhangers een reus een Goliath, een half-god, een denker eerste klas, een Mozes naar het heerlijke laUd def vrijheid en des overvloeds Lenin, wiens standbeeld, beeltenis, geschriften haast tot in geen enkel Russisch dorp ontbrekenIn de oogen zijner tegenstanders een man van zeer middelmatige gaven, een flauwe echo van den Duitschen socialist Karl Marx, een spuitende bron van troebele redevoeringen, wiens naam zal voortleven zooals ook de naam voortleeft van Eróstrates, die den heerlijken tempel van Diana in brand stak. 'n Man, met wien niet te redenèeren viel, omdat hij slechts één zijde van de dingen kende. Die in 1918 vertelde, dat de wereldrevolutie op komst was, maar in 1920, dat zij verder verwijderd was dan ooit. Die door plassen bloed waadde om zijn doel te hereiken en „vrijheid" 'n vooroordeel noemde, 'n Man, waarvan men hoogstens zeggen mag, dat hij een onbuigzamen wil bezat en een on- tembaren moed, maar die zijn nog geen be wijzen van zedelijke grootheid; het hangt er heelemaal van af, voor welke doeleinden zij gebruikt worden Het is deze mensch vooral geweest, die de drakentanden heeft gezaaid waaruit nog veel onheil zal opbloeien. Het mausoleum is vervaardigd uit rood- granieten blokken, op elkaar gelegd zooals een kind de blokken van z'n bouwdoos rang schikt. De bovenste kubus dient tevens als spreekgestoelte, wanneer er op het Roode plein vergaderingen worden belegd. „Lenin' staat er met groote letters op. Twee soldaten houden hier dag en nacht de wacht. In de middagdren daalt de lange slang van bezoekers af naar den grafkelder van den nieuwen propheet, den nieuwen heilige. Langs den wand 'n thermometer, die de temperatuur aanduidt waarop de door een Franschen scheikundige gebalsemde mummie moet wor den gehouden, wil zij niet den weg van alle vleesch gaan. Er brandt hier en daar 'n wei felend pitje. Wéér 'n soldaat. Nóg een. Einde lijk de kelder zelf. Soldaten, 'n Glazen schrijn, verlicht. In khaki-unlform gekleed, bedekt met de vlag der Parijsche opstandelingen van 1871 (de „Commune"), 'n tengere doode, rosachtig, die schijnt te glimlachen. Lénin. De Fransche schrijver Luc Durtain vertelt in zijn boek ovér Rusland (bladzij 320), als zou hier isïnand liggen tentoongesteld, wiens gelaat nog de edelaardigste karaktertrekken weerspiegelt. Uit eerbied voor een doode zal ik mijn indruk niet weergeven; alleen, hij komt met dien van Durtain niet precies overeen. Ik zie menschen, die een kruis slaan, wanneer zij de mummie passéeren. Zijn de lichamen der heiligen óók niet onverderflijk Wat weten zij van de knappe scheikunde van Fransche geleerden, die een doode kunnen inspuiten als lag hij slechts rustig te slapen Rust hier niet, sinds acht jaren, 'n doode, die geen sporen van ont binding vertoont De nieuwe heilige van Rusland is ontdekt zonder het nadrukkelijk bericht van de Heilige Synode. Maar reeds spoort de schildwacht tot dóór- loopen aan. Stilstaan mag niet. Nog steeds stuwen de pelgrims naar deze heilige Kaaba 1) van het Russische Mekka op DE GESCHIEDSCHRIJVER VAN ALEXANDER DEN GROOTE. Quintus Curtius Rufus, beschrijft ons in tien boeken den veldtocht van den wereldver overaar Alexander den Groote. Toen het Perzisc-he leger onder koning Da- reios gereed stond het leger van Alexander aan te vallen, viel het op, dat d« Perzische soldaten fraai gekleed waren, en rijk-versierde wapens droegen, tferwijl de troepen van hun te genstander er armoedig uitzagen, maar met een krijgshaftige houding. „Aan de eene zijde stonden de krijgers, aan de andel'e de prijs van do overwinning" teekent Quintus Curtius hierbij aan. DE WIJZE NOUSHIRVAN. bijgenaamd: de Rechtvaardige, was Keizer over Perzië omstreeks het jaar 350. Eens, toen hij zich op jacht bevond, kreeg hij ergen honger. Hij verzocht zijn dienaren een maaltijd voor hem klaar te maken van het neergelegde wild. Jammer genoeg was er géén zout bij de hand. Noushirvan gelastte het te gaan halen in het dichtstbij zijnde dorp „maar zwaar zal mijn band op jullie drukken, als jullie het neemt zonder het te betalen!" voegde hij er aan toe. „Wat zon dat nou hinderen, 'n beetje zout te nemen zonder geld?" mopperde een der hovelingen. De rechtvaardige sjah gaf hem ten ant woord: ,Als vandaag de vorst een appel wegplukt uit deu tuin van zijn onderdaan, plunderen morgen zijn hovelingen den heelen boom!" Op zekeren dag kwam men hem melden, dat zijn vijand was overleden. Ze dachten zeker, dat de Sjah dat wel prettig zou vinden, maar ze kregen te hooren: „En ik, ben ik soms on sterfelijk?" HERMANN, DIE VARUS VERSLOEG, wordt d-oor de Duitschers hóóg vereerd we gens 2ija overwihning op de Romeinen in den vermaarden veldvlag bij het Teutoburgerwoud, waar een kolossaal standbeeld, met hóóg uit getogen zwaard, voor dezen vorst der Cherus- ken staat opgericht. Tóch had deze Hermann of Arminius in dienst van den Romeinschen keizer eens den ridder-ring ontvangen en nochtans zag hij er niet tegen op diens stadhouder Varus op ver raderlijke wijze te overvallen. Drie legioenen bleven op het slagveld. De bewering, dat Keizer Augustus met z'n hoofd tegen den muur gerend zou ziju, gillende „Quintili Vare, legiones redde" („Varus, geef mij mijn legioenen terug"), wordt door géén ernstigen geschiedschrijver als waar aangeno men. Zij zou ook weinig in overeenstemming zijn met de grootte en uitgestrektheid yan het Romeinsche wereldrijk. GEDANST WORDT IN DE KATHEDRAAL Van Seivilla, de hoofdstad wan het Spaansc-ho Anidialo-esaë, tijdiens de pdechtigiheden wam de „Seimana Santa", Goede Week. Acht aichteraenjvolgeinde dagem bewegen zich in de kathedraal twee rijen jongens, verkleed ail-s Spaanisöhe mriddeleeuwaohe -rijksgrooten op d-e maat van dein reidans, waar-bij zij een hymne aanheffen en tokikeden met de Castaig- b-etten (k-laippers), otverblij fselem van een vroegeiren voaim van eanedflemst, die te To-ledo nog 'n aparte kapel -heeft (Mosaraibiscb-e kapel) De kardinaal van SevH'la zou den Paus heb ben verzocht dezen -dans te veribied-em. De H Vader zou hem persoonlijk door de jongens hebben laten uitvoeren en toen hebben gezegd „Ze mogen net zoo lang dansen, tot hun kleeren geheel vergieten ziju De voorstanders van. den dans zorgden toen voor de noodige repa ratie en zoo 'heeft zich dlit eigenaardig gebruik tot op deze dagen kunnen handhaven. De zwarte rat, die vroeger véél voorkwam, maar tegenwoordig tamelijk zeldzaam is ge worden, is gemakkelijker te temmen dan de bruine, maar hij is niet zoo sterk als deze, veel slanker en in het bezit van roodacluige pootjes. Z'n ooren zijn gróóter dan die \an zijn bruinen broeder, z'n staart is langer dan z n lichaam bij een bruinen rat is het lichaam langer en ligt meestal in sierlijke kronkels opgerold! De bruine en de zwarte rat zijn eikaars doods vijanden. De eerste is woest, bloeddorstig en lust even graag levend voedsel als rottend. Met één sprong maakt hij zich van den zooveel slan keren zwarten knager meester en begint aan stonds met zijn maaltijd. Eigenlijk is de zwarte sinjeur uit Azië afkomstig en heeft dus al 'n heelen tippel achter den rug, z'n voor vaderen tenminste. Op schepen en scheeps werven heeft de bruine hem nog niej. geheel kunnen uitroeien. De bruine knagers bescha digen per jaar voor een waarde, die alleen in Amerika reeds op 2000 miljoen gulden wordt gesteld, 't Is dus 'n tamelijk kostbare liefheb berij er van dit goedje op na te houden! Deze week lazen we in „De Maasbode", dat die bruine roovers een baby ergens op een woon schuit hadden aangerand en dat zij het leelijk hadden beschadigd, 'n Vriend van mij voelde d'r 's nachts een over z'n neus loopen; hij verjoeg deh inbreker, maar hield er 'n taaie huidziekte van over, want die beesten zitten met d'r vieze snoeten overal in en Infecteeren (besmetten) de gemaakte wonde. Mevrouw Rat schenkt per jaar soms aan vijftig kindertjes het leven! Ze leeft zoo tus schen de vijf en zes jaar, dus haar nakome lingschap is vast niet zoo weinig. Ze hebben uitgerekend, dat één paar ratten in één jaar onder de allergunstigste omstandigheden, dus niet gerekend met ziekte, dood enz., een na komelingschap zou kunnen krijgen van dertigduizend stuks! Gelukkig staan de menschen niet alleen in den strijd tegen dit allerschadelijkst ondier. Haviken, uilen, vossen, dassen, hermelijnen, wezels, katten en bunzings helpen dapper mee! Wanneer zullen we een standbeeld kunnen ont hullen voor den vernietiger van den laatsten bruinen rat? Het geheel bestaat uit elf letters en is de naam van een dorp in Utrecht, bekend om zijn tol Voor deze week brengen wij een paar werk stukjes van takken, geschilde of ongeschilde, dennetakken, eiketakken, doorntakken, alles wat takt Zorg er voor, dat je materiaal of, minder plechtig, je hout, half droog is en smeer bij het spijkeren de spijkers flink met vet in. En dan maar de handen uit den mouw voor stoel of tuinhek I Voor den afgebeelden stoel scharrel je voor pooten en rug takken op, die zoo ongeveer gebogen zijn als de teekening aanduidt. De takken voor de zitting maak je aan den bovenkant met den bijl wat vlak, daarna ver bind je ze op half hout met de achterpooten (leuning), je spijkert er rechte takken op voor de zitting (eerste doormidden splijten) en vult verder de leuning op met dunnere takken. Heb je den stoel klaar, dan is het hekje nog maar 'n peulschilletje X X X X X X X X X 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 1) De Kaaba is eén vierkant gebouwtje in de heiligste moskee (kerk) van het Rome der Mohamedanen, Mekka, waarin een zwarte steen gemetseld is; die steen zou van Hooger- hand daarheen gezonden zijn. Deze Kaaba is het punt, waai nnar de Mohamedanen hun aan gezicht moeten wenden, wanneer zij bidden. 1. Romeinsch cijfers voor het getal 1000. 2. Min of meer diep bekkenvormig vaatwerk van metaal of steen, gebruikt om daarin te koken, te braden enz. 3. Zekere ziekte in het koren, veroorzaakt door een soort van zwam. 4. Vervoerd, opgetogen, bekoord. 5. Ader, die het bloed uit de milt verzamelt en naar de lever voert. 6. Het veelbesproken dorp zelf 7. Mogendheid, gekroond hoofd, heerschzuch- tig iemand. 8. Aan den haal gaan, met de Noorderzon vertrekken. 9. Lieden, die tijdingen of bevelen over brengen, loopers. 10. Scherp werktuig om ermede te hakken. 11, De helft van twee pond 'n Verjaring'n Fartljtje Het is al laat geworden, kijk maar naar de klok, en nog willen de jongens blijven Welk liedje zingen ze Nu nog twee in deze serie en dan zullen we de oplossingen geven en..., verwachten. Denk eens aan, drie prijzen worden verloot..„ zijn naam bewijst genoeg het bondgenoot schap van de Batavieren met de Romeinen was aanvoerder van een afdeeling zijner land- genootén, die het voorrecht bezaten, dat zij alleen aan hun eigen officieren hoefden ta gehoorzamen. Tweemaal valschelijk beschul digd en op het kantje af aan den dood ontko men, vatte hij het voornemen op liever voor da vrijheid zijner stamgenooten dan in dienst der Romeinen zijn leven op het spel te zetten. De bekende opstand werd door Petiliua CerlaUg bedwongen,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 7