ês
KEISINDMUKKEN UIT POLEN EN
JStsrrdenk6n'dat geio°£ eM kracht
mm
&SACHT.
majria stuart koningin
lettekraabsel.
VOOR KNUTSELAARS.
ZATERDAG 19 NOVEMBER 1932
ALLERLEI.
■ra
VAN SCHOTLAND.
Haar t laatst© uren.
I 8 ft I
Oplossing van den vorigen
DE NATUUR IN.
Van ratten.
Tatwcril.
WIE KWEELT ER MEE
in.
x
x
1
Juliws Claudius Civilis.
lachen 2II r enSaan. Over vroomheid glim-
Plicht i eniand. die iets meer doet dan z'n
hun onr i"01'1 de deur Tan de kerk p,at" naar
zien i p- 611 wordt wor Ailf-zacht aange-
die r f K9,00f *s *ets voor oude moedertjes,
voor d r ééne been 10 het ®raf staan °f
tg b! '|!?aai'ds, die vah de wereld niets meer
"e! hopen hebben, de sterken, de kérels,
Pen (je j^rk voorbij en storen zich. niet
an den godsdienst.... Op het tooneel worden
S estelijken en kloostervrouwen als doetjes
"aar voren gebracht, eigenlijk te bekrompen
met de groote wereld mee te kunnen doen.
Het ig beet mogelijk, dat er wel eens zoo'n
J'Pe onder de vele duizenden geestelijken is
voorgekomen; de geestelijken zelf zouden de
eeiMten 2i3n offi BCbik in het seval te hebben
'aar bet gaat niet aan om allen over een-
mtden kam te scheren Het zou toch ook
aari?aan om te zeggen: „Piet is melig
J-, c'aar°m zijn jan en Klaas en Theo het ook",
dit Diet alleen van de geestelijkheid wordt
v gemonkeld, alle Katholieken krijgen 'n
in°S Ui' deze zelfde pan mee. D'r zit geen pit
T.f.?en beton
"ij voor ons weten wel heter Wij weten
eei' goed, dat het nakomen van de zedewet
1 mannelijkheid en een karakter vereischt,
'e b®usch niet voor de poes zijn. Br is niets
1,1 Jesus' Leer, noch in de Leer Zijner Kerk,
vat de ontwikkeling van een gezond en spor-
mf lichaam in den weg zou staan. Sint Pau-
"s kiest zelfs dikwijls zijn heelden nit het
0®lende sportleven van die dagen. Ik zou
niet graag durven beweren, dat het Christen
dom vöör sportoverdrijving is, doch elsch
blijft, dat men zijn lichaam hoede tegen scha
de, want het is een tempel van God den H.
Geest.
Howard Somervell is een der zeer, zeer wei
nigen geweest sedert de schepping der wereld,
die tot bij den top van den ongenaakbaren
Mount Everest (88Ó0 M.) kwamen, 'n sport-
Praestatie van den eersten rang Hij werkt
*ans in de mjssje van Voor-Indië op
dmgspost „l, dokter.
mann01176 tlei,1Sen zijn voor bonderd procent
a;rdpenn en vrouwen geweest, het zout der
a! qi" eerste martelaar, Stefanus, was dit
b], nt ^ebastiaan, die de pijlen, die suizende
0 en van den dood, op zich hoorde afko-
bl6p. eveneens.
Vi,r ?n kracbt'B lichaam kan de grondslag zijn
jlf 01 een mooie toekomst. Dat hangt niet ge-
van ons zelf af, maar wij dienen te pro
beren zoo „fit", mogelijk te zijn.
Doch al zijn we dat met de wereldlingen en
maken onze voetballers dezelfde goals als
zy ook, dan zijn we misschien nog niets meer
dan krachtige dieren. Er moet nog iets bij
komen:
Karakter D'r is méér te doen in het leven
dan doelpunten te scoren of wickets te nemen
of naar bergtoppen te klimmen. We moeten
ons zélf overwinnen, onze opvliegendheid, onze
Wade begeerte, onzen trots, onze jaloersch-
beid, onze afgunst, het lagere den rug toekee-
>'fen en bet mindere overwinnen. Aan zulke
meuschen heeft de wereld méér dan aan men-
mdt sterke^ kuiten pf/n sterken biceps.
Applaus op 'n voetbalveld Is 'n mooi ding.
ft aanmoedigend getiltfe der supporters De
Vaiskreten der menigte. Zelf heb ik óók wel
Wan dansen wanneer we 'n doelpuntje aan
e Belgen ontwrongen. De gróótste overwin-
'ngen wor(jen nochtans gescoord zonder pu-
'®k en zonder applauB. Op het oogenblik, dat
u verkeerde neiging onder de tafel trapten.
„Wanneer wordt het doodvonnis uitgevoerd?"
vroeg zij.
„Morgenochtend om acht uur!" luidde het
antwoord.
„Waarom heeft men mij zoo laat gewaar
schuwd?" klaagde de vorstin. Zelfs haar bede
om te Rheims, naast haar moeder begraven te
worden werd niet ingewilligd.
De Schotsche koningin begon nu aan haar
dienaren enkele herinneringen te schenken.
Ook schreef zij een brief aan haar zwager,
Konink Hendrik III van Frankrijk, hem ver
zoekend te waken over haar zoon; tenslotte
stelde zij een lang testament op. Daarna legde
zij zich op haar rustbed en verzocht Jeanne
Kennedy haar enkele bladzijden uit de levens
der heiligen te willen voorlezen, vooral van
die heiligen die uitgemunt hadden door hun
boetvaardigheid. Terwijl zij bad, onbeweeglijk
als 'n marmeren beeld op een sarcophaag, scheen
de majesteit van den dood haar reeds te be-
kleeden.
„Het leek net", zei Jeanne Kennedy later
„alsof zij glimlachte tegen de Engelen!" Daar
binnen in de groote zaal, weerklonken reeds
de hamerslagen van de beulsknechten, die het
schavot gereed maakte
Yaal zonk de morgen in de smalle venster
ruiten. De veroordeelde onderbrak een oogen
blik haar gebed. Zij koos zich een kanten doek
uit. goud-bestikt, om voor haar óogen te
binden, wanneer de heul zich schoor zou zetten
met zijn zwaard. Dan hervatte zij haar me
ditatie, vervuld van de verre fluisteringen der
eeuwigheid
'n Bons op de deur.
„Het uur der terechtstelling heeft geslagen,
meldde de sheriff.
■n
k
n zen-
Het Mausoleum van Lenin op het Roode Plein te Moskou.
KALIEF OMAR I,
de grootste krijgsman van Arable, die heele
landstreken aan zijn macht onderwierp, 1400
moskeeën bouwde en 4000 kerken der niet-
Mohammedanen vernielde, stierf in 644.
Eens verscheen voor hem een Perzische
slaaf, Firoez genaamd.
„Heer" zoo zeide hij „mijn meester
eischt eiken dag twee drachmen in zilvergeld
van me en zooveel kan ik onmogelijk ver
dienen!"
„Hoeveel vakken oefen je uit?" vroeg Omar.
„Architect, timmerman en beeldhouwer!"
„Dus drie vakken? Dan zou je meester recht
hebben op drie drachmen in plaats van twee!"
luidde het antwoord van den vorst.
Tenslotte gaf de kalief hem gelegenheid
windmolens te timmeren om het koren te hel
pen malen. Firoez, in toorn ontstoken, zeide:
„Ik zal een molen voor U maken waarover
men spreken zal, zoolang de hemelsche molen
zal draalen boven de hoofden der stervelin
gen!"
„Het lijkt wel of die man lete kwaads van
zins is!" meende Omar tot zijn hovelingen.
Dit vermoeden was juist. Enkele dagen later
wist deze slaaf den vorst met zijn dolk te tref
fen in het onderlijf; de wond was doodelijk.
Drie dagen later stierf Omar er aan, de ver
overaar van Perzië, Mesopotamië, Syrië, Pa
lestina, Egypte en Tripoli! Zijn lijk werd naast
dat van zijn voorganger en van Mohammed te
Medina begraven; de geloovigen houden zijn
nagedachtenis in hooge eere.
De officieren van de lijfwacht probeerden
zich van Firoez meester te maken, maar hij
wist ze allen van zich af te houden en te ver.
wonden. Tenslotte doodde de moordenaar zich
zelf.
Bp het oogenblik, dat wé niet verder gingen
°P een verkeerden weg, maar 'n haak sloegen.
Hat waren de mijlpalen langB ons levens-
Part; dan toonden wij karakter. De beste ar
chitect om 'n karakter op te houwen is Jesus'
?,er' onderwezen door de H. Kerk. Wanneer
te wnraVOlsen' zuUen we kracht hekomen om
hij ,,'n ]AreratwaA3"t0niUS Van BrUtUS ZeI'
Hen 7en Februari 1587, in den namiddag,
*atnen te Fotheringay, waar de ongelukkige
°niügia van Schotland werd gevangen ge-
?llden> de afgezanten van haar vijandin, ko-
a,ngin Elisabeth van Engeland, met het dood-
bnis aan.
Maria lag ziek te bed. Zij stond op om de
hooge heeren te ontvangen. He graaf van
Shrewsbury (sjroes-burri) trad op haar toe
en ontblootte het hoofd; daarna deed hij voor
lezing van het wreede doodvonnis. Hij zei er
niet bij, dat Elisabeth den gevangenbewaarder,
Sir Paulet, bad opgestookt zijn koninklijke ge'
Vangene in het geheim te sluipmoorden, een
'laad, waarvoor deze edelman feestelijk had be
dankt.
Maria Stuart ontving haar vonnis zonder
°®Uige verbazing en zelfs met vreugde, alsof
b®t uur harer bevrijding had geslagen!
»Heel mijn leven is 'n keten van rampen ge-
■"'feest, ik ben blijdat God's barmhartigheid
uit deze kwalen en droefenis verlost door
hand mijner vijanden!" Vervolgens hield
j? haar onschuld staande en betuigde op bet
f4 aWgelie dat 7ii er nooit aan gedacht had
ÏT nicht Elisabeth om het leven te laten
D6Dge*; dan vroeg zij om haar biechtvader.
Pe graat Van Shrewsbury kon dit verzoek niet
toestaan; wè, een dominee sturen,
ZTrl* koil'nklijke gevang ™es dit aan-
geheel van de hand.
Maria Stuart.
„Vooruit!" zeide de Koningin en verhief
zich van haar bidstoel. Al haar hofdames moch
ten haar vergezellen. Zij schreed met de ma
jesteit die zij steeds had weten te bewaren en
liet haar blikken kalm gaan over de aanwe
zigen. Paulet bood haar hoofsch den arm hij
het bestijgen van het schavot.
„Dit is de laatste moeite, die ik U veroorzaak
en de aangenaamste dienst, dien Ge mij ooit
hebt bewezen!'' dankte de vorstin.
Zij vroeg om haai' biechtvader; men zond
baar een dominee, die aanstonds begon met
een ruwe en heftige vermaning.
„Dominee!" zeide Maria Stuart, „ik heb niets
met U te maken; indien U Wilt zoüdt U Uw
woorden kunnen spareu èn vertrekken! Ik ben
niet voornemens naar U te- luisteren." De pre
dikant gaf echter geen kamp, zoödat de onge
lukkige Koningin haar verzoek nog tweemaal
moest herhalen. Met groote innigheid en sterke
stem begon zij te bidden; de toeschouwers
luisterden grauw-stil naar dit laatste gebed.
De beul trad nader 0111 haar te ontkleeden.
Zij glimlachte;
Laat U mij maar. Ik kan dat beter dan U
en'aan zulk een kamerdienaar ben ik heele-
maal niet gewoon! Jeanne Kennedy ontdeed
hoar weenend van voile en halskraag. Nu
knielden de beide scherprechters voor haar
neer, naar oud-Engelsche zede, om vergiffenis
te vragen.
„Ik vergeef U van ganscher harte, want ik
vertrouw, dat Gij aan mijn beproevingen een
eind zult maken."
Nog bleef zij zitten kaarsrecht, want liet was
een voorrecht van alle edellieden met het
zwaard te worden onthoofd. De kleingeestige
Elisabeth had evenwel haar nicht dit voor
recht ontzegd. Zij zou met, den bijl terecht ge_
steld worden. Terwijl haar marmeren hoofd
op 't houtblok lag, hoorde men nog die kris
tal-zuivere stem bidden:
„In te Domlne speravi, non confundar in
aeternum'' »OP U, Heer, heb lk mijn ver
wachting gesteld, in eeuwigheid zal ik niet
teleurgesteld worden." Daarboven uit klonk
het gesnik der aanwezigen. Nu hief Shrews
bury zijn staf en bedekte tegelijkertijd zijn
oogen. De bijl van den beul beschreef een
halven cirkel in de ruimte; nog eens; en nög
eens. Toen pas viel het hofd van Maria Stuart
op het schavot. De scherprechter toonde het:
„God behoede Koningin Elisabeth!", riep
hij uit.
„Zoo mogen 't al haar vijanden vergaan!",
antwoordde de dominee.
„Amen", besloot de graaf van Kent.
Aldus eindigde Maria Stuart in den glans
van een bewonderenswaardigen dood haar vler-
en-veertig-jarig leven.
VII.
Wie Moskou zegt, zegt Krèmlin en wie
Krèmlin zegt, zegt MoskouAls Rome is
deze „stad der witte muren" op zeven heuvelen
rond dit vesting-dorp gebouwd. Met haar tien
tallen kerken, torens, vergulde koepels en In
drukwekkende kloosters wordt de bijnaam
„het heilige" voor deze plaats aan de Moscowa
begrijpelijk. De Franschen, die onder Napoleon
in 1812 deze geweldige nederzetting van den
Mnsschenberg af aanschouwden, kwamen dan
ook niet zoo'n klein beetje onder den indruk
Van de huizenzee, die hun den toegang scheen
te versperreu.
„Boven Moskou gaat alleen nog maar het
Kremlin; hoven het Kremlin gaat slechts de
hemel!"
Hier stond de wieg van het keizerrijk; hier
werden de czaren gekroond en dan waren het
de klokken van de „Ivan Véliki"-cathedraal
(„Joannes de Groote"), die het blijde nieuws
aan het volk verkondigden. Napoleon heeft
hier gewoond. Heiligen der Staatskerk liggen
bier begraven. De muren der Godshuizen zijn
geheel overtogen met „ex vöto's", dankbare
herinneringen van de geloovigen, die hier
heil voor hun nooden en kwalen vonden. Eén
der vijf toegangspoorten tot dit Kremlin was
zóó heilig, dat geen Rus er voorbij kwam zon
der zich het hoofd te ontblooten
Twee Kilometer in omtrek strekt zich de
ongenaakbare Kremlin-muur uit, die heel dit
klooster-en-paleizendorp afschut van de eigen
lijke stad.
en
A'e andren moordt, verminkt zichzelf
?vie zichzelf bedwelmt, verminkt zijn geest, het
kostelijkst wat hij heeft.
De grootste klok ter wereld in 't Kremlin
Binnen op een plaats staat de enorme bron
zen klok, waarin vier-en-twintig personen zou
den kunnen eten. Er is 'n geweldig stuk afge
sprongen, dat er naast staat. Keizerin en
grootvorstinnen wierpen diamanten in de
klokkenspijs; het was een heel vroom gebaar,
alleen, óe klank van de klok werd er niet
fraaier op. Bij het hijschen van dit kolossale
stuk metaal knapten de draden af en heel de
metalen stulp verzonk in de diepte. Later werd
zij weer te voorschijn gehaald en nu staat zij,
als grootste klok der wereld, binnen de veilige
muren van het Kremlin
Deze vesting van kloosters en kathedralen
werd vroeger, vóór den val der czaren (1917),
het drukst bezocht tijdens de Goede Week,
Dan werd er het heilig Chrysma gewijd, een
plechtigheid, welke drie dagen in beslag nam.
Op Goeden Vrijdag werd hier het Evangelie In
veertien talen gezongen en de graflegging
Onzes Heeren herdacht in een nachtmis, welke
om één uur begon en te vier uur eindigde.
Maar nög plechtiger was de liturgie van
Paasch-Zaterdag, wanneer de groote klok van
de Ivan Véliki-cathedraal met haar bronzen
stem de Verrijzenis uitzong over heel de stad,
en al de bijna vijf honderd kerken en kapellen
in 't rond antwoordden Het was het uur,
waarop de processie haar ommegang begon.
Zangers in purper en goud; vaandeldragers;
de metropoliet (bisschop) der stad, omgeven
door een stoet van rijksgrooten en geestelij-
l"sn. „Christus is Verrezen „Christus is
waarlijk opgestaan zóó klonk hun lied en
hun gebed in telkens herhaalde wisselzangen;
de kanonnen bulderden, vuurwerk werd ont
stoken, wildvreemde mensclien gaven elkaar
den heiligen groet over: „Christus is Verre
zen!" „Hij is waarlijk opgestaan!
Wie thans de geheel verlaten Ivremlin-
kerken bezoekt, kan zich haast niet voorstel
len, dat hier ooit de luistpr van den Russi-
schen eerddienst werd gevierd. Als museums
doen zij aan! Het is alsof de heiligen-figuren
weemoedig peinzen over de dagen van weleer,
toen geen vreemdeling voorbij de Verlossers
poort durfde te gaan zonder eerbiedig het
hoofd ontbloot te hebben. Aan enkele koepels
wordt gewerkt. Wij zijn het er niet over eens
kunnen worden, of er goud werd aangebracht
of afgehaald.
Mét onbeperkte macht hekleed en haast aan
niemand verantwoording verschuldigd, troont
thans de nieuwe czaar, de heer Stalin ('n bij
naam, van „staal" gevormd) achter de nor-
sche Kremlinmuren, ongenaakbaar als 'n In
dische maharédjah (grootvorst). Deze mensch
zou eerst priester worden en is thans de
voorman van de allerplatste beweging der
goddeloozen. De communistische regeerders
hebben in zijn omgeving hun bureaux. Zoo nu
en dan wordt er 'n deel de straat op gestuurd,
wanneer dit Stalin gewenscht voorkomt. Er
loopen zeker niet minder soldaten ter bewa
king rond da ntijdens het czarisme; 'n heele
compagnie zagen wij marcheeren op een der
ruime binnenplaatsen. Auto's rolden af en
aan, dure, glanzende wagens, vol bewondering
nagestaard door de minder bedeelde partïj-
eenooten.
De roode vlag waait op den vóórmuur. Luid
wappert zij in den wind, als Wil zij aan alle
menschen vertellen, dat de oude heerschers
door nieuwe, niet minder geweldig, zijn ver
vangen. Des avonds wordt dit gedeelte van
het Kremlin verlicht. Dan" laait de oproervlag
als 'n vlam tegen de donkere omgeving. Het
goud der kerkkoepels heeft zijn glans ver
loren; de gloed van de roode bloedvaan heeft
het overstraald
Des middags, tusschen twee en vier uur,
verdringt zich op het Roode Plein, vóór het
Kremlin, een dichte menigte van menschen
uit alle landstreken der communistische Unie.
Roode soldaten in hooge laarzen „Russische
laarzen" worden thans meer buiten dan In
Rusland gedragen, ze zijn voor de arbeiders te
duur en bovendièn haast niet te krijgen
menschen met astrakan-mutsen op, vrouwen
met geplooide hoofddoeken, „Komsomolzen"
(leerling-communisten, die op staatskosten
studeeren, loon ontvangen en er keurig uit
zien), steppenbewoners uit Azië en boeren uit
de Oekraïne. Zij staan in polonaise voor het
uiausoleuin (het woord konit van Mausolus,
een koning uit de Oudheid, wiens gemalin Ar
temisia zóó'n schoon grafmonument voor haar
overleden gemaal stichtte (353 v. Chr.), dat
bet gerekend wed tot de zeven wereldwonde
ren!) van Lenin, Wladimir Iljitsch Uljènow
(18701924), „die van de Lena (rivier) komt!"
Lenin, in de oogen zijner aanhangers een reus
een Goliath, een half-god, een denker eerste
klas, een Mozes naar het heerlijke laUd def
vrijheid en des overvloeds Lenin, wiens
standbeeld, beeltenis, geschriften haast tot in
geen enkel Russisch dorp ontbrekenIn de
oogen zijner tegenstanders een man van zeer
middelmatige gaven, een flauwe echo van den
Duitschen socialist Karl Marx, een spuitende
bron van troebele redevoeringen, wiens naam
zal voortleven zooals ook de naam voortleeft
van Eróstrates, die den heerlijken tempel van
Diana in brand stak. 'n Man, met wien niet
te redenèeren viel, omdat hij slechts één zijde
van de dingen kende. Die in 1918 vertelde,
dat de wereldrevolutie op komst was, maar in
1920, dat zij verder verwijderd was dan ooit.
Die door plassen bloed waadde om zijn doel te
hereiken en „vrijheid" 'n vooroordeel noemde,
'n Man, waarvan men hoogstens zeggen mag,
dat hij een onbuigzamen wil bezat en een on-
tembaren moed, maar die zijn nog geen be
wijzen van zedelijke grootheid; het hangt er
heelemaal van af, voor welke doeleinden zij
gebruikt worden Het is deze mensch vooral
geweest, die de drakentanden heeft gezaaid
waaruit nog veel onheil zal opbloeien.
Het mausoleum is vervaardigd uit rood-
granieten blokken, op elkaar gelegd zooals
een kind de blokken van z'n bouwdoos rang
schikt. De bovenste kubus dient tevens als
spreekgestoelte, wanneer er op het Roode
plein vergaderingen worden belegd. „Lenin'
staat er met groote letters op. Twee soldaten
houden hier dag en nacht de wacht.
In de middagdren daalt de lange slang van
bezoekers af naar den grafkelder van den
nieuwen propheet, den nieuwen heilige. Langs
den wand 'n thermometer, die de temperatuur
aanduidt waarop de door een Franschen
scheikundige gebalsemde mummie moet wor
den gehouden, wil zij niet den weg van alle
vleesch gaan. Er brandt hier en daar 'n wei
felend pitje. Wéér 'n soldaat. Nóg een. Einde
lijk de kelder zelf. Soldaten, 'n Glazen schrijn,
verlicht.
In khaki-unlform gekleed, bedekt met de
vlag der Parijsche opstandelingen van 1871
(de „Commune"), 'n tengere doode, rosachtig,
die schijnt te glimlachen. Lénin. De Fransche
schrijver Luc Durtain vertelt in zijn boek
ovér Rusland (bladzij 320), als zou hier isïnand
liggen tentoongesteld, wiens gelaat nog de
edelaardigste karaktertrekken weerspiegelt.
Uit eerbied voor een doode zal ik mijn indruk
niet weergeven; alleen, hij komt met dien van
Durtain niet precies overeen. Ik zie menschen,
die een kruis slaan, wanneer zij de mummie
passéeren. Zijn de lichamen der heiligen óók
niet onverderflijk Wat weten zij van de
knappe scheikunde van Fransche geleerden,
die een doode kunnen inspuiten als lag hij
slechts rustig te slapen Rust hier niet, sinds
acht jaren, 'n doode, die geen sporen van ont
binding vertoont De nieuwe heilige van
Rusland is ontdekt zonder het nadrukkelijk
bericht van de Heilige Synode.
Maar reeds spoort de schildwacht tot dóór-
loopen aan. Stilstaan mag niet. Nog steeds
stuwen de pelgrims naar deze heilige Kaaba 1)
van het Russische Mekka op
DE GESCHIEDSCHRIJVER VAN
ALEXANDER DEN GROOTE.
Quintus Curtius Rufus, beschrijft ons in
tien boeken den veldtocht van den wereldver
overaar Alexander den Groote.
Toen het Perzisc-he leger onder koning Da-
reios gereed stond het leger van Alexander
aan te vallen, viel het op, dat d« Perzische
soldaten fraai gekleed waren, en rijk-versierde
wapens droegen, tferwijl de troepen van hun te
genstander er armoedig uitzagen, maar met
een krijgshaftige houding. „Aan de eene zijde
stonden de krijgers, aan de andel'e de prijs
van do overwinning" teekent Quintus Curtius
hierbij aan.
DE WIJZE NOUSHIRVAN.
bijgenaamd: de Rechtvaardige, was Keizer
over Perzië omstreeks het jaar 350.
Eens, toen hij zich op jacht bevond, kreeg
hij ergen honger. Hij verzocht zijn dienaren
een maaltijd voor hem klaar te maken van
het neergelegde wild. Jammer genoeg was er
géén zout bij de hand.
Noushirvan gelastte het te gaan halen in
het dichtstbij zijnde dorp „maar zwaar zal mijn
band op jullie drukken, als jullie het neemt
zonder het te betalen!" voegde hij er aan
toe.
„Wat zon dat nou hinderen, 'n beetje zout
te nemen zonder geld?" mopperde een der
hovelingen.
De rechtvaardige sjah gaf hem ten ant
woord:
,Als vandaag de vorst een appel wegplukt
uit deu tuin van zijn onderdaan, plunderen
morgen zijn hovelingen den heelen boom!"
Op zekeren dag kwam men hem melden, dat
zijn vijand was overleden. Ze dachten zeker,
dat de Sjah dat wel prettig zou vinden, maar
ze kregen te hooren: „En ik, ben ik soms on
sterfelijk?"
HERMANN, DIE VARUS VERSLOEG,
wordt d-oor de Duitschers hóóg vereerd we
gens 2ija overwihning op de Romeinen in den
vermaarden veldvlag bij het Teutoburgerwoud,
waar een kolossaal standbeeld, met hóóg uit
getogen zwaard, voor dezen vorst der Cherus-
ken staat opgericht.
Tóch had deze Hermann of Arminius in
dienst van den Romeinschen keizer eens den
ridder-ring ontvangen en nochtans zag hij er
niet tegen op diens stadhouder Varus op ver
raderlijke wijze te overvallen.
Drie legioenen bleven op het slagveld. De
bewering, dat Keizer Augustus met z'n hoofd
tegen den muur gerend zou ziju, gillende
„Quintili Vare, legiones redde" („Varus, geef
mij mijn legioenen terug"), wordt door géén
ernstigen geschiedschrijver als waar aangeno
men. Zij zou ook weinig in overeenstemming
zijn met de grootte en uitgestrektheid yan
het Romeinsche wereldrijk.
GEDANST WORDT IN DE KATHEDRAAL
Van Seivilla, de hoofdstad wan het Spaansc-ho
Anidialo-esaë, tijdiens de pdechtigiheden wam de
„Seimana Santa", Goede Week.
Acht aichteraenjvolgeinde dagem bewegen zich
in de kathedraal twee rijen jongens, verkleed
ail-s Spaanisöhe mriddeleeuwaohe -rijksgrooten
op d-e maat van dein reidans, waar-bij zij een
hymne aanheffen en tokikeden met de Castaig-
b-etten (k-laippers), otverblij fselem van een
vroegeiren voaim van eanedflemst, die te To-ledo
nog 'n aparte kapel -heeft (Mosaraibiscb-e kapel)
De kardinaal van SevH'la zou den Paus heb
ben verzocht dezen -dans te veribied-em. De H
Vader zou hem persoonlijk door de jongens
hebben laten uitvoeren en toen hebben gezegd
„Ze mogen net zoo lang dansen, tot hun kleeren
geheel vergieten ziju De voorstanders van.
den dans zorgden toen voor de noodige repa
ratie en zoo 'heeft zich dlit eigenaardig gebruik
tot op deze dagen kunnen handhaven.
De zwarte rat, die vroeger véél voorkwam,
maar tegenwoordig tamelijk zeldzaam is ge
worden, is gemakkelijker te temmen dan de
bruine, maar hij is niet zoo sterk als deze,
veel slanker en in het bezit van roodacluige
pootjes. Z'n ooren zijn gróóter dan die \an zijn
bruinen broeder, z'n staart is langer dan z n
lichaam bij een bruinen rat is het lichaam
langer en ligt meestal in sierlijke kronkels
opgerold!
De bruine en de zwarte rat zijn eikaars doods
vijanden. De eerste is woest, bloeddorstig en
lust even graag levend voedsel als rottend. Met
één sprong maakt hij zich van den zooveel slan
keren zwarten knager meester en begint aan
stonds met zijn maaltijd. Eigenlijk is de
zwarte sinjeur uit Azië afkomstig en heeft dus
al 'n heelen tippel achter den rug, z'n voor
vaderen tenminste. Op schepen en scheeps
werven heeft de bruine hem nog niej. geheel
kunnen uitroeien. De bruine knagers bescha
digen per jaar voor een waarde, die alleen in
Amerika reeds op 2000 miljoen gulden wordt
gesteld, 't Is dus 'n tamelijk kostbare liefheb
berij er van dit goedje op na te houden! Deze
week lazen we in „De Maasbode", dat die
bruine roovers een baby ergens op een woon
schuit hadden aangerand en dat zij het leelijk
hadden beschadigd, 'n Vriend van mij voelde
d'r 's nachts een over z'n neus loopen; hij
verjoeg deh inbreker, maar hield er 'n taaie
huidziekte van over, want die beesten zitten
met d'r vieze snoeten overal in en Infecteeren
(besmetten) de gemaakte wonde.
Mevrouw Rat schenkt per jaar soms aan
vijftig kindertjes het leven! Ze leeft zoo tus
schen de vijf en zes jaar, dus haar nakome
lingschap is vast niet zoo weinig. Ze hebben
uitgerekend, dat één paar ratten in één jaar
onder de allergunstigste omstandigheden, dus
niet gerekend met ziekte, dood enz., een na
komelingschap zou kunnen krijgen van
dertigduizend stuks!
Gelukkig staan de menschen niet alleen in
den strijd tegen dit allerschadelijkst ondier.
Haviken, uilen, vossen, dassen, hermelijnen,
wezels, katten en bunzings helpen dapper mee!
Wanneer zullen we een standbeeld kunnen ont
hullen voor den vernietiger van den laatsten
bruinen rat?
Het geheel bestaat uit elf letters en is de
naam van een dorp in Utrecht, bekend om
zijn tol
Voor deze week brengen wij een paar werk
stukjes van takken, geschilde of ongeschilde,
dennetakken, eiketakken, doorntakken, alles
wat takt Zorg er voor, dat je materiaal of,
minder plechtig, je hout, half droog is en
smeer bij het spijkeren de spijkers flink met
vet in. En dan maar de handen uit den mouw
voor stoel of tuinhek I
Voor den afgebeelden stoel scharrel je voor
pooten en rug takken op, die zoo ongeveer
gebogen zijn als de teekening aanduidt.
De takken voor de zitting maak je aan den
bovenkant met den bijl wat vlak, daarna ver
bind je ze op half hout met de achterpooten
(leuning), je spijkert er rechte takken op voor
de zitting (eerste doormidden splijten) en vult
verder de leuning op met dunnere takken.
Heb je den stoel klaar, dan is het hekje nog
maar 'n peulschilletje
X
X
X
X
X
X
X
X
X
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1) De Kaaba is eén vierkant gebouwtje in
de heiligste moskee (kerk) van het Rome der
Mohamedanen, Mekka, waarin een zwarte
steen gemetseld is; die steen zou van Hooger-
hand daarheen gezonden zijn. Deze Kaaba is
het punt, waai nnar de Mohamedanen hun aan
gezicht moeten wenden, wanneer zij bidden.
1. Romeinsch cijfers voor het getal 1000.
2. Min of meer diep bekkenvormig vaatwerk
van metaal of steen, gebruikt om daarin te
koken, te braden enz.
3. Zekere ziekte in het koren, veroorzaakt
door een soort van zwam.
4. Vervoerd, opgetogen, bekoord.
5. Ader, die het bloed uit de milt verzamelt
en naar de lever voert.
6. Het veelbesproken dorp zelf
7. Mogendheid, gekroond hoofd, heerschzuch-
tig iemand.
8. Aan den haal gaan, met de Noorderzon
vertrekken.
9. Lieden, die tijdingen of bevelen over
brengen, loopers.
10. Scherp werktuig om ermede te hakken.
11, De helft van twee pond
'n Verjaring'n Fartljtje Het is al laat
geworden, kijk maar naar de klok, en nog
willen de jongens blijven Welk liedje zingen
ze
Nu nog twee in deze serie en dan zullen
we de oplossingen geven en..., verwachten.
Denk eens aan, drie prijzen worden verloot..„
zijn naam bewijst genoeg het bondgenoot
schap van de Batavieren met de Romeinen
was aanvoerder van een afdeeling zijner land-
genootén, die het voorrecht bezaten, dat zij
alleen aan hun eigen officieren hoefden ta
gehoorzamen. Tweemaal valschelijk beschul
digd en op het kantje af aan den dood ontko
men, vatte hij het voornemen op liever voor da
vrijheid zijner stamgenooten dan in dienst der
Romeinen zijn leven op het spel te zetten. De
bekende opstand werd door Petiliua CerlaUg
bedwongen,