4
I
M
8
•ftft üï-asss - srssz
1
1
as
w&f r BJSsa
klingelfeeeN.
HONDSDOLHEID.
^5denepVing Ï°d°-dS ^rb^rnfe,
U» - te
Si Sopt*.
MAJEUR-MINEUR-
MA JEUR.
MUZELMANSCIIE
WOENSDAG 30 NOVEMBER 1032
- -
-
malle gevallen in de politiek
KRUISWOORDRAADSELS.
s
Zoo op het oog zou.men er niet aan getwijfeld
hebben, of mijn vriend Freddy was sinds hij
nu een half jaar getrouwd was, de gelukkigste
aller mannen. Ze hadden een aardig huisje, een
auto, niet te veel en niet te weinig geld. veel
vrienden en alles wat er nog meer kan zijn om
een jonggehuwd stel te doen beweren, dat de
man, die de aarde een tranendal noemde, er
volkomen naast was. Maar ik, als insider, wist
meer dan de argelooze buitenstaander kon ver
goeden: er ontbrak iets aan.
Freddy n.l. was een van die mannen, die,
vóór ze hun hart plotseling en voorgoed aan
een vrouw cadeau doen, dit instrument geheel
verpand hadden aan alles wat samenhing met
het cWor velen verwenschte vehikel: de motor
fiets. Nooit zag je hem te voet of in tram, goed
°f slecht weer, regen of sneeuw, Freddy zat
°P zijn motor. Jaren was dat zoo geweest, toen
ontmoette hij Puck.
Kennelijk gewend aan vaart en snelheid was
den dag na die ontmoeting verloofd, en twee
agen later zag ik hem door de stad.... wande-
e'\»r lo°Pen als ieder ander mensch!
Wanneer de Graf Zeppelin aan mijn beschei-
en radio-antenne was geland, of als ik op mijn
^Veep-stake-ticket een paard had getrokken zou
biet zoo vreemd hebben staan te kijken als
ana 'l feiL dat Freddy zijn voeten voor iets
i°ets gebruikte dan voor 't aantrappen van
'Ja m°tor.
s]n °fb, ik wat van den schrik bekomen was,
"°P ik Voorzichtig naderbij om te zien of ik
•wis ^erkeli->k niet vergist had. Nee hoor, hij
naA?a110"' zei hij, „zeg, héb je wat?" Dit was
moedIr3leiding van miin op dat 00genblik ver"
king Jk zeer schaapachtige gelaatsuitdruk-
kereb'Y
„Nou'
riee.
3e
lóópt';»
begon ik aarzelend, „maar,
is ie
soms niét?3tWoordde bÜ wrevelig, „mag dat
zinnig aan tS dat een reden om me zoo kranK-
„Ja, eh staren?"
motor in pu;n nee» natuurlijk niet, maar
Weten, dat P, A was bijgekomen, had van
..fat Vref0Puck een dusdanige" a« dat hij
moest kip!' VUlle. knetterende d en zqu
rolletjes te gaan" Maar als ik hem ontmoette of
eens bij hem aanliep, tien tegen een, dat hij
binnen de 5 minuten, tenminste als zijn vrouw
er niet bij was, begon te lamenteeren over het
onderwerp, dat hem nog altijd zoo na aan het
hart lag. „Man", was 't dan, „je weet niet hoe
ik me voel, als ik aan 't stuur van die belache
lijke auto zit. Als ik nu een oude man was zou
ik zeggen: best, ik zit hier lekker droog en
warm, rijen maar! Maar, een man van 2(i
jaar; 't is om je dood te ergeren".
U zult dan ook begrijpen dat ik stom-verbaasd
as toen ik gisterenavond in 't rustig lezen van
3U->n krantje gestoord werd door een luidruch-
i!g geknal en getoeter, en ik naar buiten kijkend
Ufddy ontwaardde, trotsch gezeten op een fon-
fi/!Ieuwen motor!
>NS een kind zoo blij kwam hij binnen.
»Halio-i0.]0| wat zeg je daarvan hè? Dat zijn
ilen' meneertje! Is-tie-even
..Maar Freddy" onderbrak ik zijn geloei en
«achtte te ontkomen aan de nogal met kracht
v.nl 3mende kappen op mijn schouder, „ik
vind t geweldig voor je, gefeliciteerd en zoo,
he maar h°e Ineens gekomen?"
nis" 55 ik vertellen, een heele geschiede-
beetje tot Smg ziUen en kwam gelukkig een
ernstig toen*hh 2®1£s stond ziin g6Z1£
heid is?» J vroeg;. „Weet jij wat hondsdol-
gaat: jedhlbthpld?l N°u- ik geloof, dat het zoó
je. in je been" koncl» clle wordt dol en die bijt
Je het". ergens anders en dan h
O"
b'et zoo nrp'1'' nadenkend, „kijk, dat wist ik
eb dat heeft CrfS' £k versta er iets anders onder
wil zeggen bek: die is absoluut hondsdol, dat
er dol van' |6 's do1 op honden en ik wordt
straat en ie voor: ie loopt met haar op
ster> keer P ptsehng slaakt ze een gil. Den eer-
Wat is ok ik me gek. „Allemachtig kind,
rDóaD dój,»°e? ik"
zou nl. r!ep ze opgewonden.
niptand °ncierUurkik net als ik denken, dat er
s te zien. 6en £ram lag of zoo, maar er was
••Maar
-1 dat alles gebei" f°ch?" vroeg ik ongeduldig,
Jeans lieper, door rf® terwijl we ieder oogenblik
kels te worden langs ons snorrende vehi-
..Och nee krl Pletterd-
Hónnig toch eens, is 't geen schat?
T°en werd hè?"
Je 't in me te machtig. „Over wie heb
Ze k g°dsnaam?"
keek Aarn weer tot de werkelijkheid terug en
®k bay verbaasd aan.
hariofl Wi*? Natuurlijk over die éénige ruw
harige fox-terrier daar!"
Jn'°en begon het: „Hè Freddy, ik zou toch
dat? jaf"3aS Z°°n beestje wiUen hebben- Mag
„In geen honderd jaar", zei ik, „in mijn hui,
geen honden". Ik heb niets tegen honden/ lichtte
by toe, heelemaal niets, soms vind ik ze zelf,
aardig, maar, op een afstand, zie je.
ha'ahf11111"' ging hb verder, „dat grapje her-
WeG z'cb minstens eens per dag en altijd
z0o?r kwam de vraag: „mag ik nu heusch niet
togjJ1 hef klein....". Toen vond ik de oplossing:
»haar.?e weer vroeg ze ik: „nou, vooruit, dan
„tya" "Hoera", riep ze, en viel om mijn hals.
Voorvvcht even, niet zoo voorbarig, ik stel één
motora^ïde: JÜ krijgt je hond. maar dan ik mijn
kwam' gevolg was een klein drama en er
Dat kfen bond en geen motor",
is ongpi ef zo°. totdat Woensdag ineens alles
toen 1 Weet je nog. dat je Woensdagavond,
de bio ck met haar bridge-vriendinnen naar
„Ik !??op ging, bij me bent geweest?"
Waar- 1 4 booit vergeten", zei ik en dat was
Wep"1 8 bur was ik gekomen, na wat heen
ik1 tl ui gepraat kwam hij op hét onderwerp,
bem I1" Was b'J er nog over bezig, toen was
SepMisschfmeei"d-
bield". grf/1 -heb je je toen niet erg geamu-
ïijk8eWerk?nikte bij, „maar je hebt daardoor
Trjekv'estjeaan de oplossing van deze belang-
ging h ie
dacht Iv vertrokken, kwam ze binnen en
„Zeg Löaarrand van mijn stoel zitten. Zoo,
film' v„p redclv 6 jc 't gezeur om het hondje,
ren. ik o'begon ze. „En hoe was de
graa'e "wel ^'ste?1 1 bonden-gesprek te coupee-
't wel hTZ e^b m!3ns". zei ze, „als je zoo heel
dacht m=°r' En i>ot,0r wilt hebben, dan mag je
daar i »ar Zo°'n t3eb er nog eens over nage-
daar zal ik niet meh°bd is werkelijk erg lastig,
»Hoe komt dat n?,r.°ver
n "»ci- zeuren,
„m verte'de ze rtz°o ineens?" vroeg ik.
b een of andere redél die bioscoop-bezoekery
bieLWk6r naar buis cnm,et was doorgegaan. Ze
-Je bedoelt: re PratS'
Wer°ok al goed. In'iédlr''0" praten"-
geweest zyn", antwoordde Uw
is®::,»:
ilMH
Mpi
„Y Oh VERWACHTING klopt ons H:art\ De genoeglijkste onzer wintersche feestdagen la weer dn aantocht en de etalages der
winkels trekken weer veel bekijks. Belangstelling voor de Zeppelin Pooltocht in een der Bijenkorf-magazijnen
He stad, waarin de groote Henry Ford ge
boren werd, Dearborn in den staat Michigan
heeft bij de laatste Amerikaansche verkiezing
gen een motie van wantrouwen aangenomen
tegen haar beminden zoon en wel in den vorm
van een verkiezingsuitslag, die voordeelig was
voor de democraten en onvordeelig voor de re
publikeinen, de kampioenen bij uitstek van
Ford's welvaartstheorie. In de nederlaag der re
publikeinen kan Ford een minder opwekkend
compliment aan zijn adres zien.
Toch is het hem niet zoo vergaan als den
overwinnaar Roosevelt. Die^ behaalde in heel het
land een geweldig succes, maar in zijn geboor
teplaats Hyde Park in den staat New York kreeg
Hoover 1007 stemmen en hij slechts 870 stem
men. In Warm Springs, jn den staat Georgië,
waar Roose velt meestal z'n vacantie door
brengt en men hem waarschijnlijk niet zoo goed
kent, behaalde hij een flinke stemmenmeerder-
heid. Intusschen, dat meer of minder goed be-
kend zijn heeft ten aanzien van Hoover geen
invloed gehad. Terwijl deze heele gebieden ver
loor, die absoluut safe leken, stemde zijn ge
boorteplaats West Branch in den staat Iowa
resoluut voor hem en zijn vacantieoord, Palo
Alto in Californië, deed insgelijks.
DE EZEL KRIJGT DEN EZ EL STRAP
De democratische partij wordt in de Veree-
nigde Staten gewoonlijk gesymboliseerd met een
ezel, in tegenstelling met de republikeinsche, die
als de „Grand Old Partij", den olifant tot sym
bool heeft.
Dat dé democraten zich tot dusver met den
ezel hebben vergenoegd, zit hem hierin, dat ze
dit dier zien als een geduldig wezen, dat gestaag
werkt en van groot nut is voor de maatschappij
De republikeinen intusschen beweren, dat de
democratische ezel verzinnebeeldt, hoe de de
mocratische partij altijd achter de dingen aan
loopt en dom genoeg is, te meenen, dat de meer
derheid der Amerikanen haar ooit aan het be
wind zal brengen.
Nu hebben de republikeinen vooral in deze
eeuw tamelijk succes gehad en de ezel had niet
veel reden tot juichen. Het symbool werd daar
door meer dan dat. En velen meenden, den ezel
onder dergelijke omstandigheden niet meer als
symbool te kunnen aanvaarden. Het is ook wel
OVerih°edig, een dergelijk symbool te aan-
vaarden. Maar als men steeds klappen krijgt.
mans hebben de democraten het weer eens
geA,°n"e" en Mr. Josephus Daniels, een voor
man, reeds Uit de dagen van Wilson, tevens
krantenkoning heeft een groote campagne in-
fifrhê partifi 6261 als symbool van de democra-
nehalnL vervangen door den haan.
De haan is, zoo betoogt hij in zijn bladen, van
de„ aanvang af het ^Xol der democraten ge-
weest, toieen poPulair caricaturist er in slaag
de z'J" !f£ ;.e PoPulariseeren en aan de demo
craten als Ware °P te dringen.
Den, lij/ 2?° lanS heeft dienst gedaan,
wil hij I1U e? trap geven om er den haan,
een kraaienden haan, voor in de plaats te stel
len.
Waar komt het vischmeel vandaan?
°lgens een bericht in e
Maasbode" ivorden in Dene-
marken levende guste koelen
door middel van een destruc-
tor tot Vischmeel verwerkt.
Wie onzer heeft nu ooit gedacht
Dat zoo iets kon geschieden
En men 'n geprepareerde koe
Voor vischmeel aan kon bieden.
Dit is weer iets Phenomenaals
Met reuze-perspectieven,
Dit 's werken met de materie
Naar keur en naar believen
Komt, laten wij te zamen eens
Heel even fantaseeren
En de gevolgen dier techniek
Dnszelf realiseeren.
We krijgen straks, als 't goed wil gaan,
k Zou zeggen, 't kan niet missen,
onzen varkens levertraan
vleeschmeel van de visschen.
Ee,i biefstuk van een oude haai
^al men naar binnen werken
Eoo fijn gemetamorfoseerd
Hat men T niets aan kan merken.
Ven zal 'n rijksdaalder of zoo iets
00r 'n stukje zalm besteden
looit vermoeden dat dit uit
Farken werd gesneden.
is
zet
En
Een
Het
's weer eens een mooie
r/Pr'°Urnahstelingen,
JiJ hebben blijkbaar veel plezier
Mii?geIijke dingen.
Doch S'ng bet per ongeluk
't is
Slppu, miJ om het even;
Heeft Vast staat: Pater Hyacinth
stukje niet geschreven.
GERARD VAN HATERT.
™mw'iïkmdot!r tooSn™ '"'8 ,en h,,s
hangen foxterrier gekocht had".
P.
{NADRUK, VS&SOtiüBUk
„Dromm
De rest van het niet erg damesachtige woord
bestierf op Betty Wray's frissche lippen, toen zjj
in den anderen hoek van den coupé hoorde la
chen. Zij keek verschrikt op van haar kruis
woordraadsel, en zag in de grijze, glimlachende
oogen van den medereiziger, wiens tegenwoor
digheid zij vergeten had.
„Een cross-word, natuurlijk 1" zei de vreemde.
Hij legde iets den nadruk op de eerste letter
greep 1) en Betty lachte hartelijk om de woord
speling.
,,'t Is ook erg vervelend verontschuldigde zij
zich. „Op vijf na heb ik alle woorden, en een
van die vijf is vast de sleutel tot de rest. Een
metaal-oxydeheel gemakkelijk misschien
voor een scheikundige, maar voor mij
De jonge man boog zich een weinig in haar
richting
„Misschien kan ik U helpen. Hoeveel letters
En het malste is, dat het begint met een y."
„Een metaal-oxyde van zes letters 1 Wat zoudt
U van „yttria" denken
„Lieve help Wilt U dat eens voor mij spellen?"
Hij voldeed aan haar verzoek, zij vulde de let
ters in, en na nog eenige minuten gepuzzeld te
hebben keek zij op, haar bruine oogen stralend
van voldoening.
„Hoera riep ze uit. „Ik dank U wel, hoor."
Het ijs was gebroken en het gesprek kwam
van kruiswoordraadsels op belangwekkende on
derwerpen. Betty vond in hem een type, dat
nieuw voor haar was een krachtig, ernstig ge
zicht, maar vol leven in de oogen, iets, dat ge
tuigde van een gevoel voor humor.
Zij schoten voortreffelijk met elkaar op, tot
Betty hem vertelde, waar zij- heen gingTre-
garth Hall. Toen werd hij plotseling strakker, en
het gesprek vlotte niet meer. Zij ging lezen in
een tijdschrift, niet begrijpend waarom hij zoo
stil geworden was en de wenkbrauwen fronste.
Eensklaps vroeg hij
„Kent U de Wofldleighs al lang
„Ik ken ze in 't geheel niet. Ik ben tvpiste. De
dokter had mij wegens overspanning aangeraden
naar buiten te gaan, maar ik kon het niet be
talen. Woodleigh adverteerde om een secreta
resse en ik schreef er op. Kent U de Woodleighs?"
„Zoon beetje. Ik woonhii tJ%ar-
zelen - op Tregarth-Farm. Mr. Woodleigh heeft
de Hall gemeubileerd gehuurd voor korten tijd.
De eigenaar is in het buitenland. Mr Woodleigh
woont met zijn neef en nicht. Maar hier is het
station. Ik zal voor uw bagage zorgen, 'tls maar
tien minuten naar Tregarth
slaapkamer in haar
overweldigd geweest door VTeekte die fn het
landhuis heerschte. Zij was natuurlijk vervuld
van haar nieuwe omgeving, en dacht ook over
na, welke diensten men van haar verlangen zou,
maar ook met haar reisgenoot hield haar brein
zich bezig. Waarom zou hii <sfi 1 E
zijn naam bij het afscheid toch l
dat Jim, de chauffeur, vertrouwd koif torden
Betty's werkzaamheden waren licht ZH had
enkele brieven per dag te tikkln, en verder een
merkwaardige verzameling papieren te catalogi
seeren en te klapperen.. 5
Mr. Woodleigh was een echt
neef en de nicht zag zij zoo goed all nooit Zij
had een hekel aan Simons den h„<? fA
koude, stekende oogen, maar zi, h mf T
mand iets te makel, want haar Z'
bruikte zij op haar kamer "^.^MHjden ge-
bibliotheeken prachtig aangelegde gronl™!
en ontspanning. r0nDe'1 genot
Na een week bracht zij haar
de naburige stad. Het was een heerlijke2'middag
en zij had het aanbod, om van V i
te maken, afgesiagen.' Toen^j tn wfnk'ef to-
nengmg, botste zij bijna tegen Stephan Carr aan
Door de wandeling was een gloeilndl blos over
haar wang gekomen en Stephan keek haar aan
met onverholen bewondering
„Nog meer kruiswoordraadsels vroeg hij na
de eerste begroetingen. J
„O ja, een heel mooi zelfs
Zij haalde eenige papieren uit haar mantelzak
te voorschijn, en, terwijl zy' met haar gehandr
schoende vingers naar het uitknipsel zocht liet
zy een bundeltje banknoten vallen. Juist kwam
een klant den winkel binnen, en door den wind
dwarrelden de billetten over den vloer
„Foei, U moet ze niet zoo slordig bii U draeen'"
beknorde Stephan haar, terwijl hij de banknoten
opraapte. Hoeveel waren er
„Tien."
;,,Een( twee drie, vier Plotseling hield
ny op met tellen, en keek haar aan met een on
derzoekenden blik, dien zij niet begreep Toen
telde hij verder.
„Het is in orde zei hij, haar het bundeltje
teruggevend. Maar zijn stem klonk vreemd.
Zij kocht eenige briefkaarten, en hierop stelde
Stephan haar voor thee te gaan drinken in het
oude, typische koffiehuis van het stadje. Het
was een gezellig uurtje. Hij»was de eerste, met
wien zij eens babbelen kon over het huishouden
van Tregarth en over haar werk.
Even voor zij opstonden zei hij
„Ik heb geen klein geld, Miss Wray. Zoudt U
mij die tien billetten willen geven in ruil voor
twee vijfpondnoten
„Zeker mr. Carrantwoordde ze een beetje
verbaasd.
Dien avond, op haar kamer, dacht zij hierover
nog na. Ook herinnerde zij zich, dat hij haar bij
het tellen der billetten zoo vreemd aangekeken
had. Daarna zette zij zich aan haar kruiswoord
raadsel. Een voorwereldlijk retiel! Zij herin
nerde zich de namen van verscheidene prae-
liiatoxiscljc r&Qnsters. -raar waren-» rïi xsjotislen
„In de bibliotheek zal ik het wel kunnen na
slaan" dacht zij.
Het was een groot vertrek, dat uitkwam op het
terras. De volle maan overgoot de tuinen met
een zacht licht, en zij ging voor de tuindeur
staan. Maar plotseling week zij terug. Een man
naderde snel, zich in de schaduw der struiken
houdend. Het was Stephan Carr. Hij kwam re
gelrecht op de tuindeur af.
Zij verborg zich achter een groote kast in het
duistere deel van het vertrek. Zij hoorde een
sleutel in het slot steken even later sloop Ste
phan binnen. Even keek hij om zich heen. Toen
liep hij naar een deel van den wand, waar zij
een sierlijk bewerkt paneel zag. Opnieuw hoorde
zij het geluid van een slot, dat geopend werd.
Het paneel bleek een safe te bedekken, en
daaruit haalde Carr na eenig zoeken een kleine
metalen plaat. Hij bekeek deze met blijkbare vol
doening in het maanlicht. Toen sloot hij de safe
en verliet het vertrek door de tuindeur.
Betty, bevend van aandoening en smart, sloop
terug naar haar kamer. Een dief, een gewone dief,
hij, de man, dien zij bewonderde enbeminde.
Versuft, wezenloos, vechtend met haar tranen,
bleef zij zitten op den rand van haar bed
een uur of langer.
Daar werd zij opgeschrikt door het knarsen
van autobanden over het kiezel. Zij hoorde de
luide en opgewonden stem van mr. Woodleigh,
en daarna voetstappen van eenige menschen, die
snel de trap opklommen.
Er werd hard op de deur geklopt.
„Wie is dat vroeg bij verschrikt.
„Bent U nog wakker, miss Wray Het was de
stem van miss Woodleigh. „Wilt U mij die bil
letten geven, die U vanmorgen van oom ont
vangen hebt U krijgt er een cheque voor in de
plaats."
„Zeker, miss Woodleigh" antwoordde zij opge
lucht, en de deur openend bood zij haar twee.
vijfpondsbiljetten aan.
„Die niet 1" zei de ander, ze ruw wegduwend,
„ik bedoel de pondsbilletten."
Tot haar ontsteltenis zag Betty de beide Wood
leighs en de butler voor de deuropening.
„Ik heb ze gewisseld 1" antwoordde zij flauw.
Met een verwensching trad de butler op haarj
toe, greep haar op pijnlijke wijze bij de armen
en zei dreigend
„Wie heeft ze Zeg het vlug of je zult er van
lusten."
Zij antwoordde niet en hij schudde haar ruw
heen en weer.
Het snelle en herhaalde getoeter van een auto
bracht ontsteltenis onder de indringers te weeg.
Zij snelden de gang in. Betty hoorde een hevige
worsteling, en het geluid van slagen. Maar toen
moet zij flauwgevallen zijn, want verder her
innerde zij zich niets, dan dat zij door een paar
sterke armen opgetild werd en dat de stem van
Stephan Carr fluisterde„Ze hebben je toch
geen pijn gedaan, lieveling
Hij vertelde haar, dat de banknoten, dié hij
opgeraapt had, alle hetzelfde nummer vertoon
den, dat hij ze, om te voorkomen, dat Betty ze
zou uitgeven, geruild had voor twee vijfponds-
billetten, en dat hij, na eenig nadenken, aange
nomen had, dat de plaat, waarmee de afdrukken
gemaakt werden, zich bevond in de geheime
safe van de bibliotheek.
,,'t Was werkelijk een interessant kruiswoord
raadsel", zeide hij.
„Ben je dan detective, Stephen?" vroeg Betty
Hij lachte. „Neen. Maar ik had omtrent de
Woodleighs berichten ontvangen, die mij aanlei
ding "-ven hen te wantrouwen"
„Maar als je geen detective bent, Stephen,
dan.
„Dan kan ik toch wel de eigenaar van Tre
garth Hall zijn, lieveling? Zeg. wil jemede-
eigenares worden?"
1) Cros-word r= kruiswoord; cross word
boos, of leelijk woord.
Peter was romanticus, maar trachtte dit zorg
vuldig te verbergen voor de spottende wereld.
Als de collega's van kantoor hem vroegen,
waarom hij steeds door de Mauritslaan naar z'n
eenzame kamer liep inplaats van den kortsten
weg door de Nieuwstraat te nemen, antwoordde
hij lachend dat z'n eksteroogen 't gladde pla
veisel van de laan verkozen boven de Nieuw-
straatsche hobbelsteentjes. Waarheid was, dat
hij iederen avond genoot van den warm-gouden
lichtschijn in de zitkamers van diverse families,
die met onverantwoordelijke nonchalance ver
gaten de gordijnen goed te sluiten. De Nieuw-
I straat bezat weinig gele of oranje lampekappen
en daarom, werkelijk maar daarom, liep Peter
iederen avond klokslag zes uur door de Maurits
laan. Dat aan 't eind van die laan 'n apotheek
was, waarin 'n knap assistentje den scepter
zwaaide, dat was 'n aangename bijkomstigheid.
I Tijdens de zeldzame oogenblikken, waarop 'n
mensch volkomen eerlijk is tegenover zichzelf,
bekende Peter rouwmoedig, dat de bijkomstig
heid meer en meer hoofdzaak voor hem werd.
Als 't carillon zes uur klingelde, stond voor de
l apotheek 'n donkere gedaante, die alle etalage
waren begeerde en slechts blikken had voor t
blonde meisje in de blanke jas. Peter zon op
middelen om met z'n verre prinses in contact
te komen; hij voorzag zich van asperin, leuko
plast. likdoorntinctuur, hoestsiroop en 'n medi
cijnglaasje, maar kreeg geen kans de conver
satie bij de verschillende bezoeken, waarmee hij
de apotheek vereerde, verder te brengen dan:
„Mag 'k nu nog 'n ons gomballen? Alstublieft,
dank U wel!"
Twee ontdekkingen haddden de kostbare visites
hem opgeleverd: 't blonde meisje droeg geen ver
lovingsring en heette Tiny.
Nu wachtte hij met smart op het oogenblik.
waarop hij 'n behoorlijk gesprek zou kunneh
openen, nadere kennismaking zou volgen, en
dandan werd alles nevelig in Peter's her
sens, maar de nevel werd doorgloord met het
gouden licht van 'n huiskamer, waarin twee
gelukkige jonge menschen
Toen de hospita hem driemaal gevraagd had, 1
waar ze al die doosjes en fleschjes moest laten,
nam Peter 'n kloek besluit; hij had gezien, dat
Tiny 'n verband legde om 'n verbranden vinger,
hier lag de weg naar 't begeerde contact, hij
zou 't bereiken, al moest er bloed vloeien! Ter
wijl 't carillon speelde, vloeide het bloed, Peter
gaf zich met z'n zakmes 'n snee in den linker
pink. Een minuut later stond hij in de apotheek.
„Komt u maar hier", noodde Tiny vriende
lijk.
„Achter de toonbank?!" 't Klonk als 'n juich
kreet.
„Achter de werktafel" verbeterde Tiny waar
dig, ,,'k Zal de wond even uitwasschen, 't is 'n
flinke jaap."
„Dat had 'kniet bedoeld" wilde Peter zeggen,
maar hij slikte 't nog juist bijtijds in.
„U zult 't wel vervelend vinden als de men
schen u dergelijke diensten komen vragen", be
gon hij zenuwachtig, „verder lijkt 't werk in
de apotheek me erg aardig voor 'n meisje: den
geheelen dag 'n beetje goochelen met geheim
zinnige fleschjes en spelen met 'n miniatuur
weegschaaltje."
„Heel veel respect hebt u niet voor ons vak",
lachte Tiny, ,,'t verbandje is klaar. Nee, u be
hoeft niets te betalen."
Peter kreeg 'n prachtig idee.
„U wilt me zeker wel toestaan 'n klein
cadeautje te sturen als bewijs van dankbaar
heid?"
Tiny trachtte 'n beleefde weigering te beden
ken, maar Peter suggereerde: „Dat is dus af
gesproken" en ging er haastig van door.
Hij kocht 'n buitensporig dure doos bonbons
en maakte z'n hospita tureleurs door driemaal
de keuken binnen te dringen om haar critiek
te hooren over 'n bestudeerde kleuren-combi-
natie costuum-das-sokken. Hij wilde tegen slui
tingstijd de apotheek binnenstappen, z'n cadeau
aanbieden, en 't er voorzichtig op aanleggen, dat
Tiny hem toestond de zware doos voor haar
naar huis te brengen.
Toen hij om kwart voor negen bij den hoek
van de Mauritslaan arriveerde, kreeg hij een
schok van schrik, 't figuurtje bij de tramhalte,
dat haar hand opstak om den aansuizenden
wagen te doen stoppen, was Tiny! Peter rende
naar de halte, juist te laat, de tram zette zich
in beweging, met 'n laatste krachtsinspanning
sprong hij op 't middenbalcon van den bijwagen.
Hijgend doorliep hij 't voorste gedeelte van de
tram om 'n vreeselijke ontdekking te doen: wat
hij voor 'n bijwagen had gehouden, was de
motorwagen van 'n andere lijn! Hij vatte post
naast den bestuurder en tuurde wanhopig naar
't roode achterlicht van de tram, waarin Tiny
zat.
"Is deze motor minder goed? Die wagen daar
voor ons rijdt veel harder." probeerde hij.
„Die vrind hep zeker zin in 'n rustig oogen-
blikkie hij 't eindpunt!" grinnikte de bestuurder.
Peter weerhield met moeite 'n verwensching.
Plotseling sloeg de stemming om: in de verte
was 'n redding brengende verkeersopstopping!
Iedere seconde verminderde de afstand tusschen
z'n kloppend hart en 't roode licht. Hij volbraeht
met succes 'n tweede spurt en voelde zich jube
lend gelukkig bij 't beklimmen van Tiny's
tramDe ontgoocheling was des te dieper.
Tiny zat op 'n twee-persoonsbankje en dat zou
Peter 'n volmaakten toestand hebben gevonden
als er niet 'n jongmensch naast haar gezeten had,
waarmee zij blijkbaar voortreffelijk kon op
schieten.
Peter zocht 'n plaats in 't uiterste hoekje van
de tram. Toen 't tweetal den wagen verliet, bleef
hij zitten, onverschillig, rampzalig, hij had ge
hoord met wat 'n warmen klank in haar stem
zy haar begeleider „boy" noemde....
De tram zette zich met 'n ruk in beweging, van
't bankje, waarop Tiny gezeten had, viel 'n para-
pluietje op den grond.
„Alweer 'n vergeten spuit", mopperde de
conducteur.
't Was alsof Peter geëlectrificeerd werd. „Stop!"
schreeuwde hij, „geef hier dat ding, 'k breng
'm terug aan de jongedame, 'k ken haar!"
Hijgend rende hij achter 't tweetal aan en
verbaasde zich, dat hij blij was, dat ze niet ge
armd liepen, alsof dit nog verschil voor hem
maakte! Toen hij hen bijna had ingehaald, zonk
hem de moed in de schoenen, hij bleef vijf meter
achter hen Ioopen en had 'n gevoel alsof hij ten
eeuwigen dage zoo zou moeten wandelen: haar
bonbondoos en haar tompouce tegen z'n hart
gedrukt.
Tiny's begeleider stond stil en haalde 'n sleutel
te voorschijn.
„Nu of nooit", dacht Peter en deed dapper
'h stap naar voren.
Tiny schrok van de plotseling opduikende
gedaante en had moeite iets te begrijpen van
't verhaal, dat handelde over 'n verbonden vinger
bonbons, 'n verkeerde tram en haar tompouce.
„Misschien wilt u met m'n broer en mij mee
naar binnen gaan en 'n kopje thee drinken,
Moeder zal graag gastvrijheid verleenen aan
iemand, die zich voor mij buiten adem heeft
gerend."
Peter keek dankbaar naar 't verbandje om z'n
pink en zette den eersten stap op den weg, die
naar 'n eigen thuis zou voeren.
J. Dg.
(Nadruk yerhoden), j
Toen in Gonstantinopel de sultan uit zijn
harem was verjaagd en de nieuwe tijd met
het jonge Turkije een aanvang nam, moest
er natuurlijk de telefoon komen. In de stra
ten, waar tot voor kort het bloed had ge
vloeid van de honderden, die op bevel van
Abdoel Ilamid in koelen bloede werden af-
gemaaikt, zou de tram gaan rijden. Die
straten zouden eleotrisoh verlicht worden.
Kortom, Gonstantinopel, dat tegenwoordig
Stamboel heet, werd gemoderniseerd cn een
telefoondienst mocht natuurlijk niet ont
breken.
De eerste telefoonjuffrouwen van
Constantino pel in 1914.
Een Fransbh'EngelsdhAmerikaansche
combinatie kreeg toestemming, zoo'n dienst
te organiseeren en in 1014 bad Constanli-
nopel een zij het dan niet groot, dan toch
goed werkend telefoonnet. Het was geen ge
makkelijk karwei geweest.
En één der grootste moeilijkheden zat in
de telefoonjuffrouwen. Niet, dat die' fosfig
waren. Integendeel, ze waren volgens haar
directrice buitengewóón goede leerlingen ge
weest, begaafd met een bijzondere intelligen
tie en een oncvertrefbaren werklust, en ze
bleken perfect de drie talen te kennen, die
in Gonstantinopel algemeen gesproken wor
den: Turksch, Grieksdh en Fransch.
Maar in die dagen bestond in Turkije nog
het strenge Mohammedaansche voorschrift,
waarbij het vrouwen verboden was, zonder
sluier te gaan. Nu konden de telefoonjuf
frouwen van Constantinopel moeilijk met
een sluier en andere voor een Mohamme-
daansch meisje voorgeschreven kleeding-
stukken den dienst verrichten.
En het was een ware revolutie, toen ze
zich in Europeesche kleederen staken en
zich niet alleen in het telefoonkantoor, maar
ook daarbuiten zonder sluier lieten zien.
Hoe ze er uitzagen, ziet men op boven
staande foto. Ze hebbep er zich rond de En-
gelsche directrice geschaard, die zoo over
haar tevreden was. Nu, menige lezer zal over
deze Muzelnmnsche Klingelfeeën eveneens
heel goed te spreken zijn.
HOOVER BLIJFT IN HET WITTE HUIS
Ja, Hoover blijft in het Witte Huis. althans
Ike Hoover, Herbert Hoover verdwijnt. Hij is
er vier jaar lang heer en meester geweest, maar
moet het nu verlaten. En Ike, de nederige Ike,
blijft. Dit is geen speling van het noodlot, maar
iets heel doodgewoons.
Ike Hoover immers, officieel Isaac Hoover be
hoort tot het Witte Huispersoneel en is chef van
de boodschappenjongens. Het was slechts een
toeval, dat een der presidenten, onder wie hij
diende, ook Hoover heette. Met al de andere
heeft hij in dit opzicht geen last gehad.
Ike is sinds jaren in het Witte Huis en kwam
er in 1893. Hij is een gemoedelijk en plichtsge
trouw man, tevens kordaat en flink. Hieraan
dankte hij het, dat hü spoedig tot chef van de
boodschappenjongens werd benoemd. President
Cleveland, een der weinige echt flinke en bijna
dictatoriale presidenten, die de Vereenigde Sta
ten hebben gehad, kon flinkheid en kordaat
heid apprecieeren.
In de dagen, dat Ike zijn eerste jaar in het
Witte Huis doorbracht, was electrisch licht een
nieuwigheidje. Ook het Witte Huis kreeg een
electrische lichtinstallatie. Maar de meeste men
schen waren huiverig, die geheimzinnige en naar
hun meening gevaarlijke afsluiters aan te raken.
Ike toonde geen vrees. Hij draaide zonder eenige
aarzeling aan afsluiters en drukte op electrische
knoppen. En hij werd chef en weet het als zoo
danig langer in het Witte Huis uit te houden
dan zijn beroemde naamgenoot.