mgr. dr. a. h. l. HENSEN t.
1
êtiwM.
MAANDAG 5 DECEMBER 1932
MAX EN ZIJN VBIENBEN.
ONVRUCHTBAAR VERWEER;
BEDENKELIJKE AAN
MOEDIGING.
OUD-HOOGLEERAAR VAN WARMOND
EN OUD-DIRECTEUR VAN HET
NED hist, instituut.
Be aanval afgeslagen.
MGR. DIEPEN DOOR DEN PAUS
ONTVANGEN.
DE H. VADER ZEGENT HET WERK
DER RETRAITEN.
KARD. BOURNE'S ZIEKTE.
Geen levensgevaar aanwezig.
DE WINKELSLUITINGSWET.
Geen juiste uitlegging van het
betreffende artikel
CRISIS-ZUIVEL-CENTRALE EN HET
KERSTFEEST DER ARMEN.
MAURICE CHEVALIER EEN
SPANJAARD.
De staking wordt voort
gezet.
ERNSTIGE TRENBOTSING
OP EEN KRANTENBEZORGER
GESCHOTEN.
FIETSRIJDER DOOR AUTO
GEGREPEN-
„Laïcus" heeft het noodig geacht in een
brochure „Inderdaad de titel is iuist f°T
Communisten" een antwoord te geven op e
boekje van Ernest Michel. (Teulings J g-
Mij., 's Bosch). Wij waardeeren de goeae
bedoeling, maar betwijfelen het nu
lijke nuchtere beschouwinkjes a
richt tegen bodemlooze over r
van E. M. maken op gelukgestemden geen
indruk en lijken ons voor
bodig. Dan was ons liever t felle, striemen
de protest, dat wij uit studentenkring ont
vingen maar dat wij na de veroordeeling
door Mgr. Diepen niet meer hebben
„pnlnatst" Wij achten dergelijke nobele ver
ontwaardiging aan bet boekie van M. ook
eigenlijk niet bestee
Want dit is ons, eerlijk gezegd, vreeselijk
tegengevallen.
Wij hadden tenminste verwacht een
spontane, diep-doorvoelde, bruisende zij het
dan mateloos overdreven verontwaardiging,
een zielekreet en een harteroep, en wij
kregeneen brok literatuur
En-nog niet eens van de best geslaagde.
Neen, dit boek doet heelemaal niet echt
aan: doorloopend voelen wij een zich op
schroeven in een geusurpeerden stijl, die nu
eens in een soort weeë vaderlijkheid, dan
weer tot een zekere pedante naïveteit ver
valt, en die juist in de meest smadelijke
schimppassages nog het meest aan „litera
tuur" denken doet.
Een recensent in het „Vaderland" viel dit
dermate op, dat hij er tot driemaal toe op
terug komt: „Bij Michel is de ruwheid nu
en dan een litterair genre.... Dikwijls
klinkt zijn stem ons te litterair.Er zijn
flinke scheldpartijen, waarbij de litteraire
„Spielerei" wel eens al te zichtbaar wordt".
Vernietigender, fnuikender critiek kon
op een boekje als dat van M. met geen
mogelijkheid worden geleverd.
Gevaarlijker bijna dan het boekje zelf
achten wij dan ook een bespreking, als in
een onzer tijdschriften vóór de publicatie
van de veroordeeling door Mgr. Diepen
verscheen.
Deze komt niet alleen tot een in zekeren
zin te begrijpen verontschuldiging, maar
haar effect kan slechts zijn besliste aan
moediging, ondanks remmende vermanin
gen aan het slot. Wel uiterst gevaarlijk
tegenover een schrijver, wien men tege
lijkertijd „vernietigingswoede"„geringe
zelfbeheersching", „onbeheerschte verbitte-
ring" verwijten moet, en die niet vrij is
van geestelijken hoogmoed, het grond-euvel
van dergelijke naturen, zooals blijkt uit zijn
houding, zoowel vóór de publieke veroor
deeling (die hij had kunnen ontgaan) als
daarna.
Of is het misschien geen gevaarlijke aan
moediging, wanneer men zoo iemand noemt
in één naam met heiligen Iemand die een
Paus, die apert leeft op een wijze, met zijn
hooge waardigheid in strijd, openlijk, voor
de geheele wereld brandmerkt, kan een
heilige zijn. Maar iemand, die praat van de
„baker brie ven" of „sinistre grappen" onzer
bisschoppen en van „clerus-schorem", is dit
zeker niet.
En wanneer men een Michel in één naam
durft noemen met groote ijveraars uit vroe
ger tijden, dan moet men ook zijn „slacht
offers" op één lijn durven stellen met de
hunne. Durft men dit niet aan, dan heeft
men het recht niet dit gevaarlijk verband
te leggen.
Het pijnlijkst van heel het smaadschrift
van Michel is wel, dat een Nederlandsch
Katholiek op dergelijke wijze durfde schrij
ven over onze bisschoppen: dat is verderf -
lijker dan alles wat in dit boekje terecht of
ten onrechte bestreden wordt.
Eerder dan aan heiligen kan men na lezing
van dit geschrift dan ook denken aan
mannen, die begonnen met op de ruwste
wijze in de Kerk te bestrijden het kwaad,
dat zij er in meenden te ontdekken, en die
eindigden huiten de Kerk. En eerder dan
tot aanmoedigende verontschuldiging be
staat er reden voor een gebed.
De Nederlandsche clerus bestaat uit
menschen, en volmaaktheid is uitgesloten;
maar harder dan tegenwoordig heeft hij
zeker nooit gewerkt: misschien dat daar
door degenen, die het nog wat te gemakke
lijk opnemen, te scherper in het oog loopen.
Mogelijk ook, dat er juist onder de
hardste werkers wel zijn, die hun strikt-
geestelijk leven niet geheel op peil houden
en bij hun echt-priesterlijk werk moeten
ondervinden de waarheid van het woord:
Nemo dat quod non habet, Niemand geeft
wat hij niet heeft.
Zoo kan men zelfs met de meest mate-
looze en bodemlooze critiek tot zekere
hoogte zijn voordeel doen.
Maar men blijve ons van het lijf met de
vraag ten opzichte van dezen criticus:
.,Wie heeft het recht dit schurftig schaap te
steenigen
Daarop is sindsdien een duidelijk antwoord
gegeven.
£W tMa
if et nieuwste Amerikaansche luchtschip
tAfaróh", zusterschip van de „Akron",
nadert zijn voltooiing.
Zondagmiddag om kwart vóór vier is mgr.
dr. A. H. L. Hensen, oud-hoogleeraar aan het
seminarie Warmond en oud-directeur van het
Nederlandsch-Historisch Instituut te Rome, op
7S-jarigen leeftijd in zijn woning aan het Be-
zuidenhout 211 te den Haag overleden.
Mgr. Hensen is betrekkelijk kort ziek ge
weest. Zaterdag 26 November gevoelde hij zich
niet erg wel waarom hij dien dag niet als naar
gewoonte de H. Mis in de Diertstichting heeft
gelezen. Toen den volgenden dag zijn gezond
heidstoestand nog wat minder goed was, wist
zijn omgeving hem te overreden, ofschoon mgr.
er aanvankelijk niet van wilde weten, om den
dokter te waarschuwen. Deze constateerde een
ernstige hartzwakte en oordeelde het vooral
met het oog op mgr's hoogen leeftijd gewenscht,
dat hem de laatste I. Sacramenten werden
toegediend. Hetgeen -*n ook geschiedde.
Tot verleden Vrijdag bleef de toestand van
mgr. Hensen vrijwel stationnair. Monseigneur
die steeds zeer helder van geest was en nog
allerlei werkplannen had, hoopte vurig weer
beter te worden. Hij spande zich in om alles te
doen, wat zijn herstel zou kunnen bevorderen.
O. L. Heer heeft het echter anders beschikt.
Vrijdag constateerde de dokter een ernstige in
zinking. Zaterdagmiddag was de pols wel iets
krachtiger, doch deze kleine opleving heeft
geen stand mogen houden. Zondagmiddag
kwam voor monseigneur, die tot het laatste
oogenblik bij kennis was, zacht en kalm het
einde.
IN MEMORIAM.
Wie Monseigneur Hensen alleen in zijn oude,
Haagsche dagen hebben gekend, kunnen zich
geen oordeel aanmatigen over den geheelen
mensch, die een werkzaam leven achter zich
had en daarvan een groot deel binnen semi
narie-muren en later te Rome sleet. Wel heeft
hij uit zijn lange leven dikwijls verteld en er
even eenvoudig als onderhoudend over ge
schreven in de merkwaardige boeken Nova et
Vetera en In den Ilollandschen Tuin, welke
hij in de laatste jaren uitgaf en die heele stuk
ken autobiografie bevatten. Gewerkt heeft
mgr. Hensen tQt het ejnde: de geschiedenis
bleef zijn belangstelling bewaren, al beoefende
hij die eenigszins 0p zijn'wijze. Onder de eer-
ste-rangskrachten zal de overledene zich zelf
wel niet hebben gerangschikt; daarvoor was hij
te disparaat, misschien ook te ongeduldig, ja,
waarom zouden wij het woord niet gebruiken?
te journalistiek. Hij had iets van den echten
journalist. Zijn belangstelling strekte zich veel
verder uit dan zijn vak, hij hield van het volle
leven, van de menschen, van reizen en trek
ken. Hem interesseerden de radio, de politiek,
de belangwekkende, actueele gebeurtenissen.
Met belangstelling zag hij de zon van Musso-
linie rijzen in Italië, waar hij van 1915 tot
1924 do leiding had van het Nederlandsch
Historisch Instituut te Rome. Hij tvas „ro-
mano di Roma". In de Eeuwige Stad had hij
o.a. met Ariëns gestudeerd en hij doctoreerde
er in 1883 aan de „Minerva": Daar toefde hij
in de oorlogsjaren en in dat milieu leerde hij
veel menschen en veel toestanden kennen:
Pastor en Seipel. Duchesne en Pius XI, die
toen nog Achille Ratti heette en bibliothecaris
was, heeft hij er ontmoet. Dat hij de huiten-
gewone persoonlijkheid van den tegenwoordi-
gen Opperpriester doorzag, bewijst het feit,
dat hij diens pauskeuze voorspelde, toen nie
mand er aan dacht. De Paus heeft den Neder-
iandschen priester ook opgemerkt, want toen
deze Rome verliet, schonk hij hem motu
Proprio de hoogste prelatuur. Hij benoemde
dr- Hensen tot apostolisch protonotarius.
Men kon Mgr. Hensen niet meer plagen dan
met de prelatuur en hij was ondeugend ge-
n.oeg om te vertellen, dat hij herhaaldelijk
'JÜh diensten had aangeboden aan „collega
Nolens".
Hant de oude professor, dien men graag
Plaagde, kon er tegen en deed het zelf graag-
Nooit verloochende zich zijn, wat hij zelf
noemde Rotterdamsche gebbetjes-aard, want
hij was de eenvoud zelf. De titels, welke hij
gerechtigd was te dragen, de vele dingen die
hij had beleefd, de uitgebreide studies, welke
hij had gemaakt, hadden den eenvoud niet in
hem gedood. Eerlijk gezegd, was hij in zün
uiterlijk eenvoudig tot op het slordige af- Maar
dat hing samen met zijn echt kinderlijk ka
rakter en daarom kon men hem moeilük iets
verwijten. Want hij was een kind gebleven,
spontaan, frisch, hartelijk, rechtuit en diep
vroom. Wat daarbij opviel voor den nauw-
keurigen waarnemer, was de distinctie, welke
hem als aangeboren scheen, het gemak, waar
mee Mi zich bewoog, de oplettendheid, welke
hij toonde in klein gezelschap.
Hil had zestig jaar bewust het katholieke
even meegeleefd: hij was assistent geweest,
a nel a an, plaatsvervangend pastoor, en bo
emel een lange reeks van jaren hoogleeraar.
1 <lie periode dateert een haast einde-
looze reeks studentikooze en professorale
„moppen". Hr. Hensen was dan ook in
derdaad liet. type van een Professor wat.
de traditionele „dëfauts" betreft: verstrooid,
met wonderlijke eigenaardigheden en buiten-
middenrmntige liebbeliikheden. Maar wie over
het vaak noodlottig effect van die „dëfauts"
heen kon komen en niet in clownerieën bleef
hangen, vond in Hensen een merkwaar
dig hoogleeraar, die zijn studenten niet be
paald in de techniek van zijn vak inwijdde,
maar die hun een echt breeden kijk gaf
op de zoo verrassende wegen, welke de Voor
zienigheid de geschiedenis der Kerk deed vol
gen. De groote keerpunten in die geschiedenis
bij voofkeur kon hij zoo frappant en boeiend
vaak belichten, uitgaande altijd yan de meer
malen met passie voorop gezette stelling, dat
er niets mocht worden verheimelijkt of ver
heeld. Zoo gaf hij velen studenten een visie
mee voor 't leven.
Ten slotte werd hij directeur van het Ne
derlandsch Historisch Instituut te Rome. De
tijdsomstandigheden waren hem niet gunstig.
Zijn groote liefde bleef Rotterdam vasthouden,
welks geschiedenis hij mee beschreef, toestan
den die voor jongeren grijze historie waren.
Zijn herinneringen weken ver terug en waren
scherp. Hij had over de positie der katholie
ken in ons land, over allerlei delicate vraag
stukken van kerkelijk bestuur, over de ver
houding tot protestanten, de politieke evolutie
en heel nieuwe verschijnselen, of die nu Graai
of radio heeten, zijn eigen niet zelden zeer
origineele denkbeelden en hij was niet gewoon
te verzwijgen, wat hij dacht.
En Intusschen werkte hij. Want zijn geschie
denis van katholiek Rotterdam wou hij nog
wel herzien; soms dacht hij nog over een
bundelen van opstellen uit „De Katholiek" en
„De Bijdragen". Maar dan schreef hij weer
voor het „Römische Quartalschrift", voor het
Gildeboek, voor het Jaarboek van het Ned.-
Hist. Instituut, voor „Maasbode", „Zondagscou
rant", en „Tijd". De abdij van Egmond had
zijn belangstelling, het Haarlemsch Archief
meer dan belangstelling alleen, een encyc.lo-
paedie kreeg zijn medewerking en met pater
Kleyntjes was hij nog een boek 't bewerken.
Non recuso laborem scheen de lijfspreuk
van dezen vitalen man, die ondanks zijn otium
cum dignitate zich ook op hoogen leeftijd
graag verplaatste en liefst zoo ver mogelijk.
Het Zuiden had zijn hart en naar Capri was
zijn laatste reis. Toen de dood kwam, vond hij
een man, die nog graag had geleefd, maar
met kinderlijke onderworpenheid den heiligen
wil van God aanvaardde.
Dien wil van God had hij nagespeurd in de
historie en hij zag dien werken in de veie,
merkwaardige menschen met wie hij in zijn
lange leven in aanraking kwam of contact
zocht, van een Toorop af tot heel radicale so
cialisten toe, met wie hij in briefwisseling
stond. Robert Fruin wijdde zijn laatste op.
stel aan den jongen Hensen; de oude priester
is nooit ontrouw geworden aan het historisch
ideaal, dat hij van Fruin had geleerd en waar
van hij altijd de bevestiging vond in Paus
Leo XIII 's groote woord: „Niets zeggen wat
onwaar en niets verzwijgen wat waar is'
Aan het zoeken naar en het leeren van
de waarheid heeft Mgr. Hensen zijn leven
gewijd. Als een der voorbeeldige priesters van
Haarlem, zal zijn nagedachtenis in eere blij.
ven in dit diocees maar ook ver daar buiten,
waar men den voorkomenden en begaafden
man heeft ontmoet.
Moge hij rusten in den vrede van Goa, die
de Waarheid is en in diens liefde, waaraan
hij zijn bijna tachtigjarig leven in eenvoud des
harten heeft gewijd.
Mgr. dr. Antonius Iïubertus Leonardos Hen
sen werd 30 Mei 1854 te Rotterdam geboren.
Hij werd priester gewijd op 17 Augustus 1879.
Op 22 September van ditzelfde jaar werd bij
benoemd tot assistent te Volendam. Na vervol
gens te Aarlanderveen en te Amsterdam onder
de Josephgezellen de zielzorg te hebben uit
geoefend, verkreeg hij op 24 September 1881
eervol ontslag, om naar Rome te vertrekken,
ter voltooiing zijner studies. In 1883 promo
veerde hij daar tot doctor in de theologie.
Daarop keerde hij. naar het vaderland terug
en werd achtereenvolgens benoemd tot assis
tent te Maassluis op 17 September 1884 en
tot kapelaan te 's-Gravenhage (H. Jacobus) op
30 November 1S84. Op 26 October 1886 volgde
zijn benoeming tot professor aan het groot
seminarie te Warmond.
In den zomer van 1915 vertrok mgr. Hensen,
na zijn benoeming tot directeur van het His
torisch Instituut te Rome, als opvolger van
mgr. dr. G. Brom naar de Eeuwige Stad, waar
hij tot 1 Januan 1924, toen hij eervol ontslag
nam als directeur van het Instituut verbleef.
1 Juli van ditzelfde jaar vestigde mgr. Hen-
sen zich te 's-Gra\enhage.
Hooge kerkelijke en wereldlijke onderschei
dingen zijn d«n overledene geschonken. In
1911 werd htj. bijf gelegenheid van zijn 25-jarig
professoraat benoemd tot Geheim Kamerheer
van Z.H. den Paus, terwijl hij ook bij deze
gelegenheid werd benoemd tot ridder in de
orde van den^Ned. Leeuw. 19 Mei 1916 volgde
de benoeming tot Huisprelaat van
wijl hem in 1923 de hooge onderscheiding van
protonotarius apostolicus a.i.p. ten deel vie,
Z.H. Paus Pius XI «telde groote beLngstel-
ling in den historischen arbeid vin m r Hen'
met eenenVergeoudenhT ^heidsaudiëntie
met een gouden ring met amethvst-steen en
nes Vmaan Tn p" bHef Van Patts Johan
nes VIII aan den Bisschop van Keulen
Onder de veie publicaties van mgr Hensen
dienen genoemd: Romeinsche bronnen voor
den Kerkelijken staatkundigen toestand der
Nederlanden in de 16e eeuw; de nieuwe bis
dommen in de Noordelijke Nederlanden 1559
-1661. M! Q~rn„aï
atlas van Nederland); De eerste twee bis-
schoppen van Haarlem in de zestiende eeuw;
de ahdij van Egmond (in medewerking met J.
Stuyt en Th. v. d. Bosch) Nova et vetera
schetsen uit den vreemde; in den Hollandschen
tuin. Verder artikelen in „Bijdragen tot de
Geschiedenis van het bisdom Haarlem" en „De
Katholiek".
Ter gelegenheid van zijn gouden priester-
feest werd hem door mgr. Aengenent namens
liet liuldigingscomite, dat zich had gevormd
een bibliografie zijner werken aangeboden,
welke was samengesteld door pastoor J. C.
van der Loos.
PROF. DR. C- H. H. SPRONCK t
Prof. dr. C. Spronck, oud-hoogleeraar aan
de Rijksuniversiteit te Utrecht, die in binnen-
en huitenlandsehe medisch-wetenschappelijke
kringen groote vermaardheid genoot, is na '11
zieer kort lijden, onverwacht te Zeist! waar hij
de laatste jaren woonde, in 74-ja.rigeu ouder
dom ontslapen.
Naar wij vernemen zal de teraardebestelling
plaats vinden te Beek in Limburg, op Woens
dag aanstaande.
OESTERS UIT IERSEKE.
In de maand November 1931 verzonden de oes-
tei nandelarpn t.e Ierseke totaal 3.651.786 oesters.
Niettegenstaande de vele moeilijkheden op het
gebied van den internationalen handel, konden
in November jl. nog 3.476.524 oesters verzonden
worden, dus geen achteruitgang van beteekenis.
Van laatstgenoemde boeveelheid gingen er naar
Nederland 270.094. België 1.222.975, Duitschland
312.790, Engeland 1.608.320, Frankrijk 52.645, an
dere landen 9.700.
424. Het leger nadert het huis van J.
„Ik zal op verkenning uitgaan", zegt de
kolonel. Zoodra, ik het teeken geef, moet
gij naderbij komen".
425. Als een Indiaan sluipt Doezelemoe-
zelepoezeltje om het huis. „Ik geloof dat
ik de stemmen van Bet en Bert hoor",
prevelt hij, en geeft het teeken.
426. Maar nauwelijks Is het leger den
hoek om, of van uit de vensters klettert
een regen van allerhande voorwerpen op
de dapperen neer. Monsieur Frangois krijgt
een bak water over zich heen. J. werpt een
bloempot naar beneden. „Retireeren", luidt
het bevel van den kolonel.
Z. II. prijst de Missieactie in
Nederland.
Men seint ons uit Rome d.d. 3 December:
Na beëindiging Zijner retraite ontving Z.H.
de Paus hedenmorgen Z. H. Exc. Mgr. A. F.
Diepen in audiëntie. De H. Vader heette Mgr.
als Nederlandsch bisschop, hartelijk welkom.
Toen Mgr. Z. H. sprak over den geestelijken
en godsdienstigen toestand van Zijn Diocees,
sprak de Paus: „Vous avez dans votre Diocese
ie capitalisme spirituel". Met levendige be
langstelling hoorde de Paus naar de bijzonder
heden over de laatste levensdagen van Kar
dinaal van Rossum. Z. H. sprak Zijn tevreden
heid uit over de Missieactie en den Missiegeest
in Nederland en vroeg daaromtrent nadere
inlichtingen. Met vreugde vernam de H. Vader
het overzicht van Mgr. Diepen over de Katho
lieke organisaties en het Katholieke Vereeni-
gingsleven voor de verschillende groepen der
bevolking. De Paus informeerde naar de be
oefening der kerkmuziek en verheugde er zich
over, dat hij plechtigheden in de kerk de ge-
loovigen meezingen. Gaarne gaf Z. II. Zijn
zegen voor het werk der Retraiten, dat moest
geschieden volgens de methode van den H.
Ignatius. Aan het slot der audiëntie mocht
Mgr. Diepen Zijn vier priesterstudenten, de
weleerw. heeren van Miert, Grohsomo, v. d.
Hurk en Janssens aan Z. H. voorstellen.
Kardinaal Bourne, aartsbisschop van West
minster en hoofd van de Katholieke Kerk in
Engeland, bevindt zich, zooals gemeld, te Rome,
waar hij op het oogenblik vertoeft, in het En-
gelsche hospitaal der blauwe zusters, lijdende
aan een ernstigen vorm van buikgriep en een
bronchitis.
De 71-jarige kardinaal heeft Londen verleden
"week verlaten met een ernstige verkoudheid.
Gedurende zijn verblijf te Florence, waar hij
bet klooster der Karthuizers bezocht, heeft
Zijne Eminentie opnieuw koude gevat. Kort
na zijn aankomst te Rome begon zijn tempera
tuur op te loopen en de kardinaal besloot naar
het hospitaal te
gaan. Kardinaal
Bourne staat on
der behandeling
van dr. Bastiniel-
li, den lijfarts van
Mussolini. Don
derdag j.l. sprak
dr. Bastinielli de
vrees uit voor
longontsteking,
daardoor de reeds
bestaande hart
zwakte van den
hoogen lijder nog
zou verergerd
worden. In den
namiddag echter,
was er eenige
verbetering Ia
den toestand van
den kardinaal in
getreden en scheen hij tamelijk opgewekt. Zijn
temparatuur was 39 graden en er waren geen
symptomen, welke wezen op longontsteking.
De Paus, die op het oogenblik in retraite
is, werd van den toestand van den kardinaal
in kennis gesteld na het medisch consult, dat
des middags gehouden werd. De H. Vader
heeft terstond instructie gegeven, dat hij gere
geld van het verloop der ziekte op de hoogte
moet worden gehouden.
Volgens de laatst ontvangen berichten was
de algemeene toestand van kardinaal Bourne
Vrijdagmorgen iets beter. Complicaties, waar
voor men vreesde, hebben zich niet voorgedaan
en indien de hartslag van den kardinaal de
eerstvolgende zes-en-dertig uren niet verzwakt,
is er goede hoop op herstel, ofschoon de dokters
nog niet geheel tevreden zijn.
Tot nog toe zijn bij den hoogen lijder geen
bezoekers toegelaten, doch tal van kerkelijke
hoogwaardigheidsbekleeders en leden van het
corps diplomatique hebben hun kaartjes aan het
hospitaal afgegeven.
De opheffing van het Zondagsregime
in sommige gevallen.
Op de vragen van den heer Smeenk in ver
band met het besluit van sommige gemeentera
den tot opheffing van het Zondagsregime voor
winkels, op grond van art. 9, lid 3 der Winkel
sluitingswet, heeft de heer Verschuur, minister
van Economische Zaken en Arbeid, o.m. ge
antwoord, dat het hem bekend is, dat sommige
gemeenteraden op grond van artikel 9, lid 3,
van de Winkelsluitingswet 1930 (Staatsblad no.
460) besloten hebben het Zondagsregime voor
alle of eenige groepen winkels op verschillende
Zondagen op te heffen.
Naar den minister voorkomt, wordt op deze
wijze inderdaad niet een juiste uitlegging ge
geven aan bovengenoemd wetsartikel. Dit toch
bepaalt, dat de gemeenteraden bevoegd zijn. om
ten hoogste 21 dagen in het jaar aan te wijzen,
waarop de bij deze wet voorgeschreven bepa
lingen omtrent bet sluitingsuur niet zullen gel
den of desgewenscht voor die dagen een later
sluitingsuur, dan bij deze wet aangegeven, te
bepalen. Aangezien de Winkelsluitingswet nu
geen algemeen sluitingsuur op Zondag beeft
vastgesteld, kan, naar de minister meent, arti
kel 9, lid 3, der wet ten deze geen toepassing
vinden voor wat den Zondag betreft. Hij geeft
er echter de voorkeur aan, een beslissing in
deze quaest.ie aan het oordeel van den rechter
over te laten.
Het Algemeen Bestuur van den Koninklijken
Nederl. Middenstandsbond heeft dezer dagen
in een adres aan de Tweede Kamer medege
deeld, dat het met belangstelling heeft kennis
genomen van het initiatief-ontwerp van wet
tot wijziging van eenige bepalingen van de
Winkelsluitingswet-1930.
Zich zijn standpunt omtrent de onderdeden
van dit wetsontwerp voorbehoudend, wenscht
het Bondsbestuur reeds thans bij de Kamer
met klem aan te dringen op een spoedige be
handeling, opdat tegemoet gekomen worde aan
de bezwaren der onderscheiden bedrijfsgroepen,
die door te ver gaande beperking van verkoop
gelegenheid aanzienlijk financieel nadeel onder
vinden.
KardBourne
KERSTMISVIERING OP DE
H. LANDSTICHTING.
De Kerstmisviering zal op de H. Landstich
ting ook dit jaar weer met bijzondere plech
tigheid geschieden. De kerkelijke officiën ge
schieden deels in de Cenakelkerk, deels in de
grot van Bethlehem. Op den vooravond is er
bijzondere rondgang op het terrein.
Tot voorbereiding worden lezingen gegeven
in het Pelgrimshuis „Casa Nova" door den
Zeereerw. Pater van Santé O.P. De pelgrims,
die de Kerstmisviering in haar geheel verlan
gen mee te maken, worden verwacht in het
Pelgrimshuis op Vrijdag 23 December vóór de
Completen die om 5 uur beginnen.
Naar de Spaansche bladen meldden, is men
op het gemeentehuis van Ecija tot de
ontdekking gekomen, dat Maurice Chevalier
in dit stadje het eerste levenslicht aanschouw
de, en eigenlijk Manuel Mora heet.
Op een goeden dag was de artist verdwenen
en eerst veel later werd vernomen, dat hij
dienst had genomen in het Fransche leger.
Zijn oude moeder, aan wlen hij onlangs nog 'n
som gelds en eenige foto's gezonden heeft,
woont thans in Ecija.
Onbelaste margarine en vet.
Bij verschillende weldadigheidsinstellingen
en vereenigingen bestaat de gewoonte om
streeks Kerstmis pakketten met levensmiddelen
uit te reiken als Kerstgave.
Van verschillende zijden bereikten de Crisis-
Zuivel-Centrale aanvragen om voor dat doel
onbelaste margarine en vetten beschikbaar te
stellen.
De Crisis-Zuivel-Centrale verklaart zich be
reid dergelijke verzoeken in welwillende over
weging te nemen en noodigt de vereenigingen
en instellingen, die daarvoor in aanmerking
wenschen te komen, uit op te geven, hoeveel
margarine, hak- en braadvet en ander vet in
andere jaren voor dat doel werd uitgereikt, be
nevens hoeveel thans benoodigd zal zijn, opdat
zij aan de hand van die gegevens de beschik
bare hoeveelheid over de verschillende vereeni
gingen en instellingen kan verdeelen.
Het is de bedoeling, dat zooveel mogelijk de
margarine en andere vetten zullen worden aan
gekocht bij dezelfde leveranciers, van wie zij
de vorige jaren betrokken zijn. Bij de opgave
gelieVe men dus tevens te vermelden, bij welke
leveranciers men de waren wenscht te bestellen.
Opgaven worden ingewacht hij de Crisis-
Zuivel-Centrale, Laan van Meerdervoort 84,
's-Gravenhage, vóór 10 December 1932.
DE STAKING IN HET HAAGSCHE
TAXI-BEDRIJF
Onder leiding van het stakingscomité voor
de Haagsche taxi-ahauffeurs is Zaterdag in de
bovenzaal van „Mille Colonnes" een drukbe
zochte vergadering gehouden ter bespreking
van de situatie, ontstaan door de beslissing
van de besturen der betreffende transportar-
beids-organisaties om de uitkeeringen aan de
stakers na 10 December a.s. te willen beëindi
gen en hun advies om de voorstellen der werk
gevers, zooals die laatstelijk luidden, te aan
vaarden, zoodat de staking zou kunnen wor
den opgeheven.
De voorzitter van het comité de heer Steen
bergen, zeide de overtuiging te hebben dat de
taxi-bedrijven wel een hetere betaling kunnen
garandeeren, wanneer zij een andere tariefs
regeling wilden invoeren.
Spr. besloot met de mededeeling. dat het
stakingscomité adviseerde tot volharding, doch
dat de beslissing uiteraard aan de vergadering
zou worden overgelaten.
Vervolgens gaf de heer Kapits, een van de
andere leden van het stakingscomité een uit
voerige uiteenzetting van den stand van zaken
Sprekers advies luidt doorstaken, omdat an
ders de armoede nog grooter wordt. Wij zul
len zeide spr. een beroep op het publiek moe
ten doen om de stakers te helpen, doch wij
nemen die zware taak op ons, mits de verga
dering haar verlangen daartoe te kennen geeft
en met ons vasthoudt aan den eisch van 18
per week.
Nadat de voorzitter nog had te kennen gege
ven, dat zoo noodig de staking zou worden uit
gebreid tot andere groepen van chauffeurs, in
de eerste plaats die in het luxe-verhuurbedrijf,
werd gelegenheid gegeven tot gedachtenwis-
seling.
Tenslotte werd met 134 stemmen, 16 tegen
en 10 blanco, besloten, de staking voort te
zetten.
Een machinist reed door drie onveilige
seinen
REMMER GEDOOD
's-HERTOGENBOSCH. 4 Dec. Zaterdagnacht
te half vijf heeft te Vught op heit spoor, dat
aansluiting geeft op del ijn naar Eindhoven, 'n
zeer ernstige botsing tusschen twee treinen
plaats gehad, waarvan de remmer v. d. Heuvel
uit 's-Herfcogeubosch het slachtoffer is gewor
den. Deze was gehuwd en vader van twee
kinderen.
De botsing geschiedde tusschen trein No.
4528 uit Tilburg en trein No. 4602 uit Eind
hoven. Laatstgenoemde trein werd door den
Tilburgschen aangereden. Het betreft hier de
zelfde treinenwelke ook op 16 October j.l.
op het emplacement te Den Bosch met elkaar
in botsing zijn gekomen.
Op het oogenblik van de aanrijding bedroeg
de snelheid van beide treinen meer dan 50
K.M. per uur. Verscheidene wagons van den
Eindhovenschen trein werden uit de rails ge
worpen en vernield. De arbeider-remmer v. d.
Heuvel, die in de remkaat van den sluitwagen
van dezen trein was gezeten, werd, doordat de
remkast totaal werd ingedrukt, verpletterd.
Het slachtoffer moet op slag zijn gedood.
Zooals begrijpelijk veroorzaakte het ongeluk
groote consternatie. Het parket te Den Bosch
werd onmiddellijk van het gebeurde in kennis
gesteld en het duurde niet lang of de substi
tuut-officier uit Den Bosch en de hulpofficier,
waren op de plaats van de ramp aanwezig voor
het Instellen van een justitieel onderzoek. Hier
uit is gebleken, dat de machinist van den trein
uit Tilburg, zekere R., door drie onveilige sig
nalen was heen gereden. Eerst op het laatste
oogenblik heeft de man zijn fout ontdekt en
remde hij uit alle macht. Het was echter te
laat. De machinist is gearresteerd. Hij was
reeds gedurende 25 jaar bij de Spoorwegen in
dienst en heeft in dien tijd slechts eenmaal
een geringe geldboete opgeloopen. In het ge
heel werd een zestal wagons vernield.
De treingeleider van den Tilburgenaar, de
heer B. utt Roozendaal, heeft verklaard niets
van de onveilige signalen te hebben bemerkt.
De machinist van den Eindhovensohen trein,
die was aangehouden, is, na te zijn verhoord
weer op vrije voeten gesteld. Ook de machinist
van den anderen trein heeft een verklaring
tegenover de justitie afgelegd.
Het spoorwegverkeer heeft door het ongeluk
geen hinder ondervonden.
Een heetgebakerde douanebeambte.
Zaterdagavond toen een krantenbezorger
vanaf het „Mgr. Mutsaersoord" op de Groote
Heide te Venlo kwam, werd hij aangeroepen
door een douanebeambte en gesommeerd werd
tot afstappen. De bode, die per fiets was, reed
juist de helling van den Herungerberg af,
waardoor hij een vrij groote vaart >had en niet
plotseling durfde te remmen. Eensklaps klonk
een waarschuwingsschot door de beambte in
de lucht afgeschoten, onmiddellijk gevolgd door
een tweede schot, dat rakelings langs den be
zorger heenging, die zich inmiddels van schrik
met zijn fiets had laten omvallen. De beambte
onderzocht de courantentasch en toen bleek,
dat deze geen contrabande bevatte kon de be
zorger zijn weg vervolgen. Dit is de vierde
maal binnen twee weken, dat dezelfde bode
op den Herungerweg door douanebeambten
werd aangehouden. Zelfs het eenvoudige be
roep van krantenbezorger heeft zijn bezwaren
in het onveilig grensgebied.
De halsslagader afgesneden.
Zaterdagmiddag omstreeks kwart over vier
fietste de 26 jarige R van Dommelen, kranten
bezorger, op zijn route op den Utrechtschen weg
tusschen de stichting „Zon en Schild" en het
ziekenhuis de „Lichtenberg" nabij Amersfoort
in de richting Utrecht. Het rijwielpad is daar
links van den weg, achter de hoornen. Vanuit
de richting Utrecht naderde op dat oogenblik
een file auto's, die door de boomen waar
schijnlijk niet door van D. is opgemerkt. Ach
teloos stak hij den weg over, welke verboden
is voor wielrijders. Hij werd gegrepen door den
voorsten auto en dusdanig geraakt, dat de
halsslagader werd afgesneden, waarna de on
gelukkige na enkele oogenblikken overleed.
Geneesheer, politie- en ziekenhuishuip waren
spoedig ter plaatse. Het lijk is naar Amers
foort vervoerd. De man laat vrouw en kind
achter.
GECOMPLICEERDE AANRIJDING.
Uit de richting Dorst bij Breda kwam een
paard niet wagen aangedraafd. Daarachter be
woog zich een „Buick", die van zijn grootere
snelheid gebruik wilde maken, om den wagen
te passeeren. Maar dat ging niet zoo best.
Want juist op het moment van passeeren na
derde van den anderen kant, dus van den
„Driesprong", een tankwagen van Texaco en
een oogenblik later zat de „Buick" stevig tus
schen wagen en tankwagen in geklemd.
Dat was nog niet genoeg. Een naderende
Ford kwam in hotsing met het kluwen en
liep zulke averij op, dat hij naar een naburige
garage moest gesleept worden. De drie andere
wagens konden in min of meer gehavenden
toestand de reis vervolgen. Persoonlijke on
gelukken deden zich niet voor.
NAAR BETERE TIJDEN.
Op Maandag 12 December wordt te Oude
Pekela. de zeer langen tijd reeds stopgezette
cartonfabriek „De Kroon" weer in werking
gehracht.
Al het vroegere personeel wordt weer te werli
gesteld.