mgr. dr. a. h. l. HENSEN t. 1 êtiwM. MAANDAG 5 DECEMBER 1932 MAX EN ZIJN VBIENBEN. ONVRUCHTBAAR VERWEER; BEDENKELIJKE AAN MOEDIGING. OUD-HOOGLEERAAR VAN WARMOND EN OUD-DIRECTEUR VAN HET NED hist, instituut. Be aanval afgeslagen. MGR. DIEPEN DOOR DEN PAUS ONTVANGEN. DE H. VADER ZEGENT HET WERK DER RETRAITEN. KARD. BOURNE'S ZIEKTE. Geen levensgevaar aanwezig. DE WINKELSLUITINGSWET. Geen juiste uitlegging van het betreffende artikel CRISIS-ZUIVEL-CENTRALE EN HET KERSTFEEST DER ARMEN. MAURICE CHEVALIER EEN SPANJAARD. De staking wordt voort gezet. ERNSTIGE TRENBOTSING OP EEN KRANTENBEZORGER GESCHOTEN. FIETSRIJDER DOOR AUTO GEGREPEN- „Laïcus" heeft het noodig geacht in een brochure „Inderdaad de titel is iuist f°T Communisten" een antwoord te geven op e boekje van Ernest Michel. (Teulings J g- Mij., 's Bosch). Wij waardeeren de goeae bedoeling, maar betwijfelen het nu lijke nuchtere beschouwinkjes a richt tegen bodemlooze over r van E. M. maken op gelukgestemden geen indruk en lijken ons voor bodig. Dan was ons liever t felle, striemen de protest, dat wij uit studentenkring ont vingen maar dat wij na de veroordeeling door Mgr. Diepen niet meer hebben „pnlnatst" Wij achten dergelijke nobele ver ontwaardiging aan bet boekie van M. ook eigenlijk niet bestee Want dit is ons, eerlijk gezegd, vreeselijk tegengevallen. Wij hadden tenminste verwacht een spontane, diep-doorvoelde, bruisende zij het dan mateloos overdreven verontwaardiging, een zielekreet en een harteroep, en wij kregeneen brok literatuur En-nog niet eens van de best geslaagde. Neen, dit boek doet heelemaal niet echt aan: doorloopend voelen wij een zich op schroeven in een geusurpeerden stijl, die nu eens in een soort weeë vaderlijkheid, dan weer tot een zekere pedante naïveteit ver valt, en die juist in de meest smadelijke schimppassages nog het meest aan „litera tuur" denken doet. Een recensent in het „Vaderland" viel dit dermate op, dat hij er tot driemaal toe op terug komt: „Bij Michel is de ruwheid nu en dan een litterair genre.... Dikwijls klinkt zijn stem ons te litterair.Er zijn flinke scheldpartijen, waarbij de litteraire „Spielerei" wel eens al te zichtbaar wordt". Vernietigender, fnuikender critiek kon op een boekje als dat van M. met geen mogelijkheid worden geleverd. Gevaarlijker bijna dan het boekje zelf achten wij dan ook een bespreking, als in een onzer tijdschriften vóór de publicatie van de veroordeeling door Mgr. Diepen verscheen. Deze komt niet alleen tot een in zekeren zin te begrijpen verontschuldiging, maar haar effect kan slechts zijn besliste aan moediging, ondanks remmende vermanin gen aan het slot. Wel uiterst gevaarlijk tegenover een schrijver, wien men tege lijkertijd „vernietigingswoede"„geringe zelfbeheersching", „onbeheerschte verbitte- ring" verwijten moet, en die niet vrij is van geestelijken hoogmoed, het grond-euvel van dergelijke naturen, zooals blijkt uit zijn houding, zoowel vóór de publieke veroor deeling (die hij had kunnen ontgaan) als daarna. Of is het misschien geen gevaarlijke aan moediging, wanneer men zoo iemand noemt in één naam met heiligen Iemand die een Paus, die apert leeft op een wijze, met zijn hooge waardigheid in strijd, openlijk, voor de geheele wereld brandmerkt, kan een heilige zijn. Maar iemand, die praat van de „baker brie ven" of „sinistre grappen" onzer bisschoppen en van „clerus-schorem", is dit zeker niet. En wanneer men een Michel in één naam durft noemen met groote ijveraars uit vroe ger tijden, dan moet men ook zijn „slacht offers" op één lijn durven stellen met de hunne. Durft men dit niet aan, dan heeft men het recht niet dit gevaarlijk verband te leggen. Het pijnlijkst van heel het smaadschrift van Michel is wel, dat een Nederlandsch Katholiek op dergelijke wijze durfde schrij ven over onze bisschoppen: dat is verderf - lijker dan alles wat in dit boekje terecht of ten onrechte bestreden wordt. Eerder dan aan heiligen kan men na lezing van dit geschrift dan ook denken aan mannen, die begonnen met op de ruwste wijze in de Kerk te bestrijden het kwaad, dat zij er in meenden te ontdekken, en die eindigden huiten de Kerk. En eerder dan tot aanmoedigende verontschuldiging be staat er reden voor een gebed. De Nederlandsche clerus bestaat uit menschen, en volmaaktheid is uitgesloten; maar harder dan tegenwoordig heeft hij zeker nooit gewerkt: misschien dat daar door degenen, die het nog wat te gemakke lijk opnemen, te scherper in het oog loopen. Mogelijk ook, dat er juist onder de hardste werkers wel zijn, die hun strikt- geestelijk leven niet geheel op peil houden en bij hun echt-priesterlijk werk moeten ondervinden de waarheid van het woord: Nemo dat quod non habet, Niemand geeft wat hij niet heeft. Zoo kan men zelfs met de meest mate- looze en bodemlooze critiek tot zekere hoogte zijn voordeel doen. Maar men blijve ons van het lijf met de vraag ten opzichte van dezen criticus: .,Wie heeft het recht dit schurftig schaap te steenigen Daarop is sindsdien een duidelijk antwoord gegeven. £W tMa if et nieuwste Amerikaansche luchtschip tAfaróh", zusterschip van de „Akron", nadert zijn voltooiing. Zondagmiddag om kwart vóór vier is mgr. dr. A. H. L. Hensen, oud-hoogleeraar aan het seminarie Warmond en oud-directeur van het Nederlandsch-Historisch Instituut te Rome, op 7S-jarigen leeftijd in zijn woning aan het Be- zuidenhout 211 te den Haag overleden. Mgr. Hensen is betrekkelijk kort ziek ge weest. Zaterdag 26 November gevoelde hij zich niet erg wel waarom hij dien dag niet als naar gewoonte de H. Mis in de Diertstichting heeft gelezen. Toen den volgenden dag zijn gezond heidstoestand nog wat minder goed was, wist zijn omgeving hem te overreden, ofschoon mgr. er aanvankelijk niet van wilde weten, om den dokter te waarschuwen. Deze constateerde een ernstige hartzwakte en oordeelde het vooral met het oog op mgr's hoogen leeftijd gewenscht, dat hem de laatste I. Sacramenten werden toegediend. Hetgeen -*n ook geschiedde. Tot verleden Vrijdag bleef de toestand van mgr. Hensen vrijwel stationnair. Monseigneur die steeds zeer helder van geest was en nog allerlei werkplannen had, hoopte vurig weer beter te worden. Hij spande zich in om alles te doen, wat zijn herstel zou kunnen bevorderen. O. L. Heer heeft het echter anders beschikt. Vrijdag constateerde de dokter een ernstige in zinking. Zaterdagmiddag was de pols wel iets krachtiger, doch deze kleine opleving heeft geen stand mogen houden. Zondagmiddag kwam voor monseigneur, die tot het laatste oogenblik bij kennis was, zacht en kalm het einde. IN MEMORIAM. Wie Monseigneur Hensen alleen in zijn oude, Haagsche dagen hebben gekend, kunnen zich geen oordeel aanmatigen over den geheelen mensch, die een werkzaam leven achter zich had en daarvan een groot deel binnen semi narie-muren en later te Rome sleet. Wel heeft hij uit zijn lange leven dikwijls verteld en er even eenvoudig als onderhoudend over ge schreven in de merkwaardige boeken Nova et Vetera en In den Ilollandschen Tuin, welke hij in de laatste jaren uitgaf en die heele stuk ken autobiografie bevatten. Gewerkt heeft mgr. Hensen tQt het ejnde: de geschiedenis bleef zijn belangstelling bewaren, al beoefende hij die eenigszins 0p zijn'wijze. Onder de eer- ste-rangskrachten zal de overledene zich zelf wel niet hebben gerangschikt; daarvoor was hij te disparaat, misschien ook te ongeduldig, ja, waarom zouden wij het woord niet gebruiken? te journalistiek. Hij had iets van den echten journalist. Zijn belangstelling strekte zich veel verder uit dan zijn vak, hij hield van het volle leven, van de menschen, van reizen en trek ken. Hem interesseerden de radio, de politiek, de belangwekkende, actueele gebeurtenissen. Met belangstelling zag hij de zon van Musso- linie rijzen in Italië, waar hij van 1915 tot 1924 do leiding had van het Nederlandsch Historisch Instituut te Rome. Hij tvas „ro- mano di Roma". In de Eeuwige Stad had hij o.a. met Ariëns gestudeerd en hij doctoreerde er in 1883 aan de „Minerva": Daar toefde hij in de oorlogsjaren en in dat milieu leerde hij veel menschen en veel toestanden kennen: Pastor en Seipel. Duchesne en Pius XI, die toen nog Achille Ratti heette en bibliothecaris was, heeft hij er ontmoet. Dat hij de huiten- gewone persoonlijkheid van den tegenwoordi- gen Opperpriester doorzag, bewijst het feit, dat hij diens pauskeuze voorspelde, toen nie mand er aan dacht. De Paus heeft den Neder- iandschen priester ook opgemerkt, want toen deze Rome verliet, schonk hij hem motu Proprio de hoogste prelatuur. Hij benoemde dr- Hensen tot apostolisch protonotarius. Men kon Mgr. Hensen niet meer plagen dan met de prelatuur en hij was ondeugend ge- n.oeg om te vertellen, dat hij herhaaldelijk 'JÜh diensten had aangeboden aan „collega Nolens". Hant de oude professor, dien men graag Plaagde, kon er tegen en deed het zelf graag- Nooit verloochende zich zijn, wat hij zelf noemde Rotterdamsche gebbetjes-aard, want hij was de eenvoud zelf. De titels, welke hij gerechtigd was te dragen, de vele dingen die hij had beleefd, de uitgebreide studies, welke hij had gemaakt, hadden den eenvoud niet in hem gedood. Eerlijk gezegd, was hij in zün uiterlijk eenvoudig tot op het slordige af- Maar dat hing samen met zijn echt kinderlijk ka rakter en daarom kon men hem moeilük iets verwijten. Want hij was een kind gebleven, spontaan, frisch, hartelijk, rechtuit en diep vroom. Wat daarbij opviel voor den nauw- keurigen waarnemer, was de distinctie, welke hem als aangeboren scheen, het gemak, waar mee Mi zich bewoog, de oplettendheid, welke hij toonde in klein gezelschap. Hil had zestig jaar bewust het katholieke even meegeleefd: hij was assistent geweest, a nel a an, plaatsvervangend pastoor, en bo emel een lange reeks van jaren hoogleeraar. 1 <lie periode dateert een haast einde- looze reeks studentikooze en professorale „moppen". Hr. Hensen was dan ook in derdaad liet. type van een Professor wat. de traditionele „dëfauts" betreft: verstrooid, met wonderlijke eigenaardigheden en buiten- middenrmntige liebbeliikheden. Maar wie over het vaak noodlottig effect van die „dëfauts" heen kon komen en niet in clownerieën bleef hangen, vond in Hensen een merkwaar dig hoogleeraar, die zijn studenten niet be paald in de techniek van zijn vak inwijdde, maar die hun een echt breeden kijk gaf op de zoo verrassende wegen, welke de Voor zienigheid de geschiedenis der Kerk deed vol gen. De groote keerpunten in die geschiedenis bij voofkeur kon hij zoo frappant en boeiend vaak belichten, uitgaande altijd yan de meer malen met passie voorop gezette stelling, dat er niets mocht worden verheimelijkt of ver heeld. Zoo gaf hij velen studenten een visie mee voor 't leven. Ten slotte werd hij directeur van het Ne derlandsch Historisch Instituut te Rome. De tijdsomstandigheden waren hem niet gunstig. Zijn groote liefde bleef Rotterdam vasthouden, welks geschiedenis hij mee beschreef, toestan den die voor jongeren grijze historie waren. Zijn herinneringen weken ver terug en waren scherp. Hij had over de positie der katholie ken in ons land, over allerlei delicate vraag stukken van kerkelijk bestuur, over de ver houding tot protestanten, de politieke evolutie en heel nieuwe verschijnselen, of die nu Graai of radio heeten, zijn eigen niet zelden zeer origineele denkbeelden en hij was niet gewoon te verzwijgen, wat hij dacht. En Intusschen werkte hij. Want zijn geschie denis van katholiek Rotterdam wou hij nog wel herzien; soms dacht hij nog over een bundelen van opstellen uit „De Katholiek" en „De Bijdragen". Maar dan schreef hij weer voor het „Römische Quartalschrift", voor het Gildeboek, voor het Jaarboek van het Ned.- Hist. Instituut, voor „Maasbode", „Zondagscou rant", en „Tijd". De abdij van Egmond had zijn belangstelling, het Haarlemsch Archief meer dan belangstelling alleen, een encyc.lo- paedie kreeg zijn medewerking en met pater Kleyntjes was hij nog een boek 't bewerken. Non recuso laborem scheen de lijfspreuk van dezen vitalen man, die ondanks zijn otium cum dignitate zich ook op hoogen leeftijd graag verplaatste en liefst zoo ver mogelijk. Het Zuiden had zijn hart en naar Capri was zijn laatste reis. Toen de dood kwam, vond hij een man, die nog graag had geleefd, maar met kinderlijke onderworpenheid den heiligen wil van God aanvaardde. Dien wil van God had hij nagespeurd in de historie en hij zag dien werken in de veie, merkwaardige menschen met wie hij in zijn lange leven in aanraking kwam of contact zocht, van een Toorop af tot heel radicale so cialisten toe, met wie hij in briefwisseling stond. Robert Fruin wijdde zijn laatste op. stel aan den jongen Hensen; de oude priester is nooit ontrouw geworden aan het historisch ideaal, dat hij van Fruin had geleerd en waar van hij altijd de bevestiging vond in Paus Leo XIII 's groote woord: „Niets zeggen wat onwaar en niets verzwijgen wat waar is' Aan het zoeken naar en het leeren van de waarheid heeft Mgr. Hensen zijn leven gewijd. Als een der voorbeeldige priesters van Haarlem, zal zijn nagedachtenis in eere blij. ven in dit diocees maar ook ver daar buiten, waar men den voorkomenden en begaafden man heeft ontmoet. Moge hij rusten in den vrede van Goa, die de Waarheid is en in diens liefde, waaraan hij zijn bijna tachtigjarig leven in eenvoud des harten heeft gewijd. Mgr. dr. Antonius Iïubertus Leonardos Hen sen werd 30 Mei 1854 te Rotterdam geboren. Hij werd priester gewijd op 17 Augustus 1879. Op 22 September van ditzelfde jaar werd bij benoemd tot assistent te Volendam. Na vervol gens te Aarlanderveen en te Amsterdam onder de Josephgezellen de zielzorg te hebben uit geoefend, verkreeg hij op 24 September 1881 eervol ontslag, om naar Rome te vertrekken, ter voltooiing zijner studies. In 1883 promo veerde hij daar tot doctor in de theologie. Daarop keerde hij. naar het vaderland terug en werd achtereenvolgens benoemd tot assis tent te Maassluis op 17 September 1884 en tot kapelaan te 's-Gravenhage (H. Jacobus) op 30 November 1S84. Op 26 October 1886 volgde zijn benoeming tot professor aan het groot seminarie te Warmond. In den zomer van 1915 vertrok mgr. Hensen, na zijn benoeming tot directeur van het His torisch Instituut te Rome, als opvolger van mgr. dr. G. Brom naar de Eeuwige Stad, waar hij tot 1 Januan 1924, toen hij eervol ontslag nam als directeur van het Instituut verbleef. 1 Juli van ditzelfde jaar vestigde mgr. Hen- sen zich te 's-Gra\enhage. Hooge kerkelijke en wereldlijke onderschei dingen zijn d«n overledene geschonken. In 1911 werd htj. bijf gelegenheid van zijn 25-jarig professoraat benoemd tot Geheim Kamerheer van Z.H. den Paus, terwijl hij ook bij deze gelegenheid werd benoemd tot ridder in de orde van den^Ned. Leeuw. 19 Mei 1916 volgde de benoeming tot Huisprelaat van wijl hem in 1923 de hooge onderscheiding van protonotarius apostolicus a.i.p. ten deel vie, Z.H. Paus Pius XI «telde groote beLngstel- ling in den historischen arbeid vin m r Hen' met eenenVergeoudenhT ^heidsaudiëntie met een gouden ring met amethvst-steen en nes Vmaan Tn p" bHef Van Patts Johan nes VIII aan den Bisschop van Keulen Onder de veie publicaties van mgr Hensen dienen genoemd: Romeinsche bronnen voor den Kerkelijken staatkundigen toestand der Nederlanden in de 16e eeuw; de nieuwe bis dommen in de Noordelijke Nederlanden 1559 -1661. M! Q~rn„aï atlas van Nederland); De eerste twee bis- schoppen van Haarlem in de zestiende eeuw; de ahdij van Egmond (in medewerking met J. Stuyt en Th. v. d. Bosch) Nova et vetera schetsen uit den vreemde; in den Hollandschen tuin. Verder artikelen in „Bijdragen tot de Geschiedenis van het bisdom Haarlem" en „De Katholiek". Ter gelegenheid van zijn gouden priester- feest werd hem door mgr. Aengenent namens liet liuldigingscomite, dat zich had gevormd een bibliografie zijner werken aangeboden, welke was samengesteld door pastoor J. C. van der Loos. PROF. DR. C- H. H. SPRONCK t Prof. dr. C. Spronck, oud-hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, die in binnen- en huitenlandsehe medisch-wetenschappelijke kringen groote vermaardheid genoot, is na '11 zieer kort lijden, onverwacht te Zeist! waar hij de laatste jaren woonde, in 74-ja.rigeu ouder dom ontslapen. Naar wij vernemen zal de teraardebestelling plaats vinden te Beek in Limburg, op Woens dag aanstaande. OESTERS UIT IERSEKE. In de maand November 1931 verzonden de oes- tei nandelarpn t.e Ierseke totaal 3.651.786 oesters. Niettegenstaande de vele moeilijkheden op het gebied van den internationalen handel, konden in November jl. nog 3.476.524 oesters verzonden worden, dus geen achteruitgang van beteekenis. Van laatstgenoemde boeveelheid gingen er naar Nederland 270.094. België 1.222.975, Duitschland 312.790, Engeland 1.608.320, Frankrijk 52.645, an dere landen 9.700. 424. Het leger nadert het huis van J. „Ik zal op verkenning uitgaan", zegt de kolonel. Zoodra, ik het teeken geef, moet gij naderbij komen". 425. Als een Indiaan sluipt Doezelemoe- zelepoezeltje om het huis. „Ik geloof dat ik de stemmen van Bet en Bert hoor", prevelt hij, en geeft het teeken. 426. Maar nauwelijks Is het leger den hoek om, of van uit de vensters klettert een regen van allerhande voorwerpen op de dapperen neer. Monsieur Frangois krijgt een bak water over zich heen. J. werpt een bloempot naar beneden. „Retireeren", luidt het bevel van den kolonel. Z. II. prijst de Missieactie in Nederland. Men seint ons uit Rome d.d. 3 December: Na beëindiging Zijner retraite ontving Z.H. de Paus hedenmorgen Z. H. Exc. Mgr. A. F. Diepen in audiëntie. De H. Vader heette Mgr. als Nederlandsch bisschop, hartelijk welkom. Toen Mgr. Z. H. sprak over den geestelijken en godsdienstigen toestand van Zijn Diocees, sprak de Paus: „Vous avez dans votre Diocese ie capitalisme spirituel". Met levendige be langstelling hoorde de Paus naar de bijzonder heden over de laatste levensdagen van Kar dinaal van Rossum. Z. H. sprak Zijn tevreden heid uit over de Missieactie en den Missiegeest in Nederland en vroeg daaromtrent nadere inlichtingen. Met vreugde vernam de H. Vader het overzicht van Mgr. Diepen over de Katho lieke organisaties en het Katholieke Vereeni- gingsleven voor de verschillende groepen der bevolking. De Paus informeerde naar de be oefening der kerkmuziek en verheugde er zich over, dat hij plechtigheden in de kerk de ge- loovigen meezingen. Gaarne gaf Z. II. Zijn zegen voor het werk der Retraiten, dat moest geschieden volgens de methode van den H. Ignatius. Aan het slot der audiëntie mocht Mgr. Diepen Zijn vier priesterstudenten, de weleerw. heeren van Miert, Grohsomo, v. d. Hurk en Janssens aan Z. H. voorstellen. Kardinaal Bourne, aartsbisschop van West minster en hoofd van de Katholieke Kerk in Engeland, bevindt zich, zooals gemeld, te Rome, waar hij op het oogenblik vertoeft, in het En- gelsche hospitaal der blauwe zusters, lijdende aan een ernstigen vorm van buikgriep en een bronchitis. De 71-jarige kardinaal heeft Londen verleden "week verlaten met een ernstige verkoudheid. Gedurende zijn verblijf te Florence, waar hij bet klooster der Karthuizers bezocht, heeft Zijne Eminentie opnieuw koude gevat. Kort na zijn aankomst te Rome begon zijn tempera tuur op te loopen en de kardinaal besloot naar het hospitaal te gaan. Kardinaal Bourne staat on der behandeling van dr. Bastiniel- li, den lijfarts van Mussolini. Don derdag j.l. sprak dr. Bastinielli de vrees uit voor longontsteking, daardoor de reeds bestaande hart zwakte van den hoogen lijder nog zou verergerd worden. In den namiddag echter, was er eenige verbetering Ia den toestand van den kardinaal in getreden en scheen hij tamelijk opgewekt. Zijn temparatuur was 39 graden en er waren geen symptomen, welke wezen op longontsteking. De Paus, die op het oogenblik in retraite is, werd van den toestand van den kardinaal in kennis gesteld na het medisch consult, dat des middags gehouden werd. De H. Vader heeft terstond instructie gegeven, dat hij gere geld van het verloop der ziekte op de hoogte moet worden gehouden. Volgens de laatst ontvangen berichten was de algemeene toestand van kardinaal Bourne Vrijdagmorgen iets beter. Complicaties, waar voor men vreesde, hebben zich niet voorgedaan en indien de hartslag van den kardinaal de eerstvolgende zes-en-dertig uren niet verzwakt, is er goede hoop op herstel, ofschoon de dokters nog niet geheel tevreden zijn. Tot nog toe zijn bij den hoogen lijder geen bezoekers toegelaten, doch tal van kerkelijke hoogwaardigheidsbekleeders en leden van het corps diplomatique hebben hun kaartjes aan het hospitaal afgegeven. De opheffing van het Zondagsregime in sommige gevallen. Op de vragen van den heer Smeenk in ver band met het besluit van sommige gemeentera den tot opheffing van het Zondagsregime voor winkels, op grond van art. 9, lid 3 der Winkel sluitingswet, heeft de heer Verschuur, minister van Economische Zaken en Arbeid, o.m. ge antwoord, dat het hem bekend is, dat sommige gemeenteraden op grond van artikel 9, lid 3, van de Winkelsluitingswet 1930 (Staatsblad no. 460) besloten hebben het Zondagsregime voor alle of eenige groepen winkels op verschillende Zondagen op te heffen. Naar den minister voorkomt, wordt op deze wijze inderdaad niet een juiste uitlegging ge geven aan bovengenoemd wetsartikel. Dit toch bepaalt, dat de gemeenteraden bevoegd zijn. om ten hoogste 21 dagen in het jaar aan te wijzen, waarop de bij deze wet voorgeschreven bepa lingen omtrent bet sluitingsuur niet zullen gel den of desgewenscht voor die dagen een later sluitingsuur, dan bij deze wet aangegeven, te bepalen. Aangezien de Winkelsluitingswet nu geen algemeen sluitingsuur op Zondag beeft vastgesteld, kan, naar de minister meent, arti kel 9, lid 3, der wet ten deze geen toepassing vinden voor wat den Zondag betreft. Hij geeft er echter de voorkeur aan, een beslissing in deze quaest.ie aan het oordeel van den rechter over te laten. Het Algemeen Bestuur van den Koninklijken Nederl. Middenstandsbond heeft dezer dagen in een adres aan de Tweede Kamer medege deeld, dat het met belangstelling heeft kennis genomen van het initiatief-ontwerp van wet tot wijziging van eenige bepalingen van de Winkelsluitingswet-1930. Zich zijn standpunt omtrent de onderdeden van dit wetsontwerp voorbehoudend, wenscht het Bondsbestuur reeds thans bij de Kamer met klem aan te dringen op een spoedige be handeling, opdat tegemoet gekomen worde aan de bezwaren der onderscheiden bedrijfsgroepen, die door te ver gaande beperking van verkoop gelegenheid aanzienlijk financieel nadeel onder vinden. KardBourne KERSTMISVIERING OP DE H. LANDSTICHTING. De Kerstmisviering zal op de H. Landstich ting ook dit jaar weer met bijzondere plech tigheid geschieden. De kerkelijke officiën ge schieden deels in de Cenakelkerk, deels in de grot van Bethlehem. Op den vooravond is er bijzondere rondgang op het terrein. Tot voorbereiding worden lezingen gegeven in het Pelgrimshuis „Casa Nova" door den Zeereerw. Pater van Santé O.P. De pelgrims, die de Kerstmisviering in haar geheel verlan gen mee te maken, worden verwacht in het Pelgrimshuis op Vrijdag 23 December vóór de Completen die om 5 uur beginnen. Naar de Spaansche bladen meldden, is men op het gemeentehuis van Ecija tot de ontdekking gekomen, dat Maurice Chevalier in dit stadje het eerste levenslicht aanschouw de, en eigenlijk Manuel Mora heet. Op een goeden dag was de artist verdwenen en eerst veel later werd vernomen, dat hij dienst had genomen in het Fransche leger. Zijn oude moeder, aan wlen hij onlangs nog 'n som gelds en eenige foto's gezonden heeft, woont thans in Ecija. Onbelaste margarine en vet. Bij verschillende weldadigheidsinstellingen en vereenigingen bestaat de gewoonte om streeks Kerstmis pakketten met levensmiddelen uit te reiken als Kerstgave. Van verschillende zijden bereikten de Crisis- Zuivel-Centrale aanvragen om voor dat doel onbelaste margarine en vetten beschikbaar te stellen. De Crisis-Zuivel-Centrale verklaart zich be reid dergelijke verzoeken in welwillende over weging te nemen en noodigt de vereenigingen en instellingen, die daarvoor in aanmerking wenschen te komen, uit op te geven, hoeveel margarine, hak- en braadvet en ander vet in andere jaren voor dat doel werd uitgereikt, be nevens hoeveel thans benoodigd zal zijn, opdat zij aan de hand van die gegevens de beschik bare hoeveelheid over de verschillende vereeni gingen en instellingen kan verdeelen. Het is de bedoeling, dat zooveel mogelijk de margarine en andere vetten zullen worden aan gekocht bij dezelfde leveranciers, van wie zij de vorige jaren betrokken zijn. Bij de opgave gelieVe men dus tevens te vermelden, bij welke leveranciers men de waren wenscht te bestellen. Opgaven worden ingewacht hij de Crisis- Zuivel-Centrale, Laan van Meerdervoort 84, 's-Gravenhage, vóór 10 December 1932. DE STAKING IN HET HAAGSCHE TAXI-BEDRIJF Onder leiding van het stakingscomité voor de Haagsche taxi-ahauffeurs is Zaterdag in de bovenzaal van „Mille Colonnes" een drukbe zochte vergadering gehouden ter bespreking van de situatie, ontstaan door de beslissing van de besturen der betreffende transportar- beids-organisaties om de uitkeeringen aan de stakers na 10 December a.s. te willen beëindi gen en hun advies om de voorstellen der werk gevers, zooals die laatstelijk luidden, te aan vaarden, zoodat de staking zou kunnen wor den opgeheven. De voorzitter van het comité de heer Steen bergen, zeide de overtuiging te hebben dat de taxi-bedrijven wel een hetere betaling kunnen garandeeren, wanneer zij een andere tariefs regeling wilden invoeren. Spr. besloot met de mededeeling. dat het stakingscomité adviseerde tot volharding, doch dat de beslissing uiteraard aan de vergadering zou worden overgelaten. Vervolgens gaf de heer Kapits, een van de andere leden van het stakingscomité een uit voerige uiteenzetting van den stand van zaken Sprekers advies luidt doorstaken, omdat an ders de armoede nog grooter wordt. Wij zul len zeide spr. een beroep op het publiek moe ten doen om de stakers te helpen, doch wij nemen die zware taak op ons, mits de verga dering haar verlangen daartoe te kennen geeft en met ons vasthoudt aan den eisch van 18 per week. Nadat de voorzitter nog had te kennen gege ven, dat zoo noodig de staking zou worden uit gebreid tot andere groepen van chauffeurs, in de eerste plaats die in het luxe-verhuurbedrijf, werd gelegenheid gegeven tot gedachtenwis- seling. Tenslotte werd met 134 stemmen, 16 tegen en 10 blanco, besloten, de staking voort te zetten. Een machinist reed door drie onveilige seinen REMMER GEDOOD 's-HERTOGENBOSCH. 4 Dec. Zaterdagnacht te half vijf heeft te Vught op heit spoor, dat aansluiting geeft op del ijn naar Eindhoven, 'n zeer ernstige botsing tusschen twee treinen plaats gehad, waarvan de remmer v. d. Heuvel uit 's-Herfcogeubosch het slachtoffer is gewor den. Deze was gehuwd en vader van twee kinderen. De botsing geschiedde tusschen trein No. 4528 uit Tilburg en trein No. 4602 uit Eind hoven. Laatstgenoemde trein werd door den Tilburgschen aangereden. Het betreft hier de zelfde treinenwelke ook op 16 October j.l. op het emplacement te Den Bosch met elkaar in botsing zijn gekomen. Op het oogenblik van de aanrijding bedroeg de snelheid van beide treinen meer dan 50 K.M. per uur. Verscheidene wagons van den Eindhovenschen trein werden uit de rails ge worpen en vernield. De arbeider-remmer v. d. Heuvel, die in de remkaat van den sluitwagen van dezen trein was gezeten, werd, doordat de remkast totaal werd ingedrukt, verpletterd. Het slachtoffer moet op slag zijn gedood. Zooals begrijpelijk veroorzaakte het ongeluk groote consternatie. Het parket te Den Bosch werd onmiddellijk van het gebeurde in kennis gesteld en het duurde niet lang of de substi tuut-officier uit Den Bosch en de hulpofficier, waren op de plaats van de ramp aanwezig voor het Instellen van een justitieel onderzoek. Hier uit is gebleken, dat de machinist van den trein uit Tilburg, zekere R., door drie onveilige sig nalen was heen gereden. Eerst op het laatste oogenblik heeft de man zijn fout ontdekt en remde hij uit alle macht. Het was echter te laat. De machinist is gearresteerd. Hij was reeds gedurende 25 jaar bij de Spoorwegen in dienst en heeft in dien tijd slechts eenmaal een geringe geldboete opgeloopen. In het ge heel werd een zestal wagons vernield. De treingeleider van den Tilburgenaar, de heer B. utt Roozendaal, heeft verklaard niets van de onveilige signalen te hebben bemerkt. De machinist van den Eindhovensohen trein, die was aangehouden, is, na te zijn verhoord weer op vrije voeten gesteld. Ook de machinist van den anderen trein heeft een verklaring tegenover de justitie afgelegd. Het spoorwegverkeer heeft door het ongeluk geen hinder ondervonden. Een heetgebakerde douanebeambte. Zaterdagavond toen een krantenbezorger vanaf het „Mgr. Mutsaersoord" op de Groote Heide te Venlo kwam, werd hij aangeroepen door een douanebeambte en gesommeerd werd tot afstappen. De bode, die per fiets was, reed juist de helling van den Herungerberg af, waardoor hij een vrij groote vaart >had en niet plotseling durfde te remmen. Eensklaps klonk een waarschuwingsschot door de beambte in de lucht afgeschoten, onmiddellijk gevolgd door een tweede schot, dat rakelings langs den be zorger heenging, die zich inmiddels van schrik met zijn fiets had laten omvallen. De beambte onderzocht de courantentasch en toen bleek, dat deze geen contrabande bevatte kon de be zorger zijn weg vervolgen. Dit is de vierde maal binnen twee weken, dat dezelfde bode op den Herungerweg door douanebeambten werd aangehouden. Zelfs het eenvoudige be roep van krantenbezorger heeft zijn bezwaren in het onveilig grensgebied. De halsslagader afgesneden. Zaterdagmiddag omstreeks kwart over vier fietste de 26 jarige R van Dommelen, kranten bezorger, op zijn route op den Utrechtschen weg tusschen de stichting „Zon en Schild" en het ziekenhuis de „Lichtenberg" nabij Amersfoort in de richting Utrecht. Het rijwielpad is daar links van den weg, achter de hoornen. Vanuit de richting Utrecht naderde op dat oogenblik een file auto's, die door de boomen waar schijnlijk niet door van D. is opgemerkt. Ach teloos stak hij den weg over, welke verboden is voor wielrijders. Hij werd gegrepen door den voorsten auto en dusdanig geraakt, dat de halsslagader werd afgesneden, waarna de on gelukkige na enkele oogenblikken overleed. Geneesheer, politie- en ziekenhuishuip waren spoedig ter plaatse. Het lijk is naar Amers foort vervoerd. De man laat vrouw en kind achter. GECOMPLICEERDE AANRIJDING. Uit de richting Dorst bij Breda kwam een paard niet wagen aangedraafd. Daarachter be woog zich een „Buick", die van zijn grootere snelheid gebruik wilde maken, om den wagen te passeeren. Maar dat ging niet zoo best. Want juist op het moment van passeeren na derde van den anderen kant, dus van den „Driesprong", een tankwagen van Texaco en een oogenblik later zat de „Buick" stevig tus schen wagen en tankwagen in geklemd. Dat was nog niet genoeg. Een naderende Ford kwam in hotsing met het kluwen en liep zulke averij op, dat hij naar een naburige garage moest gesleept worden. De drie andere wagens konden in min of meer gehavenden toestand de reis vervolgen. Persoonlijke on gelukken deden zich niet voor. NAAR BETERE TIJDEN. Op Maandag 12 December wordt te Oude Pekela. de zeer langen tijd reeds stopgezette cartonfabriek „De Kroon" weer in werking gehracht. Al het vroegere personeel wordt weer te werli gesteld.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 5