m
LEZERS VAN ONS BLAD.
GEADVERTEERDE ARTIKELEN,
DE ACHTERSTELLING VAN HET
PLATTELAND
WATERSTAAT IN DE TWEEDE KAMER
DONDERDAG 15 DECEMBER 1932
MGR. J. P. VAN DEN HEUVEL f.
DE INDISCHE POSTVLUCHTEN.
DE KATHOLIEKE ENCYCLOPAEDIE.
DE AANSLAG OP DEN EX-KEIZER.
WACHTGELD BIJ DE NEDERL
SPOORWEGEN.
Wijziging der regeling voor
ouder personeel.
Van jonger personeel alleen leerlingen
machinist op wachtgeld.
NIEUWE VERKEERSWEG ROTTER-
DAM-GOUDA.
CONFLICT BIJ PALTHE TE ALMELO.
DE VERONGELUKTE BALLON
VAARDER.
DE ROOFOVERVAL TE EELDE.
Zijn verdiende loon.
VERKEER EN VERVOER.
ECONOMISCHE ZAKEN
AANVAARD.
KOLONIËN MOET BEZUINIGEN.
STER VEND IJ MUIDEN'
EEN GESCHENK VOOR MENGELBERG
KERSTGAVE VOOR DE
WERKLOOZEN.
Moderne kooplieden geven door hunne advertentie!»
r in de dagbladen blijk, met hunne aanbiedingen de
concurrentie het hoofd te kunnen bieden.
Zij treden met hunne producten en de prijzen, welke
zij er voor rekenen, openlijk op en leveren hierdoor
het bewijs, aan het publiek de beslissing in daden
van koop te durven overlaten.
De meest geadverteerde goederen vinden den groot
sten aftrek. Zij zijn bijna altijd de beste en de goed
koopste. Koopt dus uitsluitend
Wel zelden is een wetsontwerp niet zoo
veel belangstelling in de Afdeelingen dei-
Tweede Kamer onderzocht als dat waarbij
Minister Donner de opheffing voorstelde
van 7 Rechtbanken en 48 Kantongeiechten;
de uitvoerige besprekingen worden door het
Voorloopig Verslag consciëntieus en minu
tieus weergegeven.
Hoewel het bedrag dat door de voorge
stelde opheffingen zou worden bezuinigd,
in verhouding tot de groote tekorten der
Schatkist, klein is te noemen, erkenden niet
alleen de voorstanders, maar ook de zeer
talrijke tegenstanders dat zij bezuiniging op
de rechtspraak voor mogelijk en voor ge-
wenscht houden.
Tegen de concrete voorstellen van den
Minister werden evenwel talrijke bezwaren
ingebracht, bezwaren van algemeene strek
king, maar niet minder van localen en re
gionalen aard.
Uit de Memorte van Antwoord blijkt, dat
de Minister voor enkele dezer laatste is ge
zwicht, zoodat de voorstellen zijn gewijzigd
en nu betreffen 4 rechtbanken en 40 kan-
tongereck*en'
pe plannen die in den laatsten tijd door
ter zake kundigen werden ontworpen voor
een doelmatige reorganisatie der rechter
lijke indeeling en waardoor een bezuini
ging zou worden bereikt, indien niet' van
geheel denzelfden, dan toch van ongeveer
denzelfden omvang, werden bij de behan
deling in de Afdeelingen naar voren ge
bracht. Door zeer vele leden werd den Mi
nister verzocht de werkwijze der rechter
lijke macht in haar geheel door een com
missie van deskundigen te laten onderzoe
ken, welke commissie dan binnen een half
jaar haar rapport zou hebben in te dienen.
Het antwoord van den Minister op dit
voorstel, n.l. „dat dit niet te aanvaarden
valt, omdat men dan iets reëels zou opge
ven voor een schaduw" is onjuist: De be
doelde commissie zou de realiteit zeer zeker
niet uit het oog behoeven te verliezen.
Wat is nu de toestand bij de gewijzigde
voorstellen van den Minister? Op de eerste
plaats dat de bezuiniging aanmerkelijk
minder wordt dan oorspronkelijk noodig
werd geoordeeld en dus nog gemakkelijker,
volgens de meening van ter zake kundigen,
bij een algeheele reorganisatie bereikt zou
kunnen worden.
Op de tweede plaats en dit is een
quaestie van billijkheid dat de bezui
niging, die nog bereikt wordt, ook zal moe
ten worden gedragen door een nog kleiner
deel van het gemeenebest en wel door het
minst bevoorrechte deel, n.l. door het plat
teland.
Het is een quaestie van billijkheid, zoo
niét van rechtvaardigheid, of nagenoeg al
leen aan de kleinere steden en de grootere
dorpen de rechterlijke ambtenaren gaan
worden ontnomen en dat voor altijd. Het
platteland dat vooral tegenwoordig zooveel
minder aan zijn bewoners bieden kan dan
de groote steden, zal door dezen maatregel
weer opnieuw en hevig worden getroffen,
materieel maar niet minder cultureel.
Men krijgt den indruk, dat de Minister
dit nadeel niet voldoende aanvoelt: In de
kleinere provinciesteden beteekent het op
heffen der rechtbank en het vertrek der
daarbij betrokken gezipnen, dat daardoor
in gevaar geraakt het moeizaam opgebouw
de cultureele leven, zich uitend in inrich
tingen van onderwijs en ontwikkeling, le
zingen, voordrachten, concerten en theater
voorstellingen: dat de aan de streek ge
hechte families bij den achteruitgang van
hun milieu verdwijnen en ondernemingen,
die er zich toe leenen, naar meer bevoor
rechte steden worden overgeplaatst.
Tegen de grief, dat de opheffing van de
kantongerechten een cultureele verarming
van het platteland beteekent, voert de Mi
nister aan, dat vele kantongerechten toch
reeds worden waargenomen door een kan
tonrechter van een nabijgelegen kanton,
woonachtig in een groote gemeente. Indien
deze toestand financieel noodzakelijk is, cul
tureel is hij ongewenscht en instede van
hem te verslechteren en definitief vast te
leggen, zou de Regeering zelfs een verbe
tering kunnen bewerkstelligen.
Dubbel jammer is het daarom, dat de
Minister, zelfs na het verzoek van zeer vele
leden der Tweede Kamer, niet bereid blijkt
naar een betere oplossing van het geheele
probleem te zoeken. In tegenstelling met
zijn ambtgenoot, den Minister van Defensie,
die den weg gezocht en ook gevonden heeft
om de bezuiniging op het leger te bereiken
door inkrimping, doch zonder opheffing
van garnizoenen.
Volgens in het Voorloopig Verslag ge
noemde plannen, zou o.a. bezuiniging te be
reiken zijn door samenvoeging van 't ambt
van rechters en van kantonrechters. Deze
laatste zouden woonachtig wezen in ge
meenten waar een kantongerecht is geves
tigd om gedurende enkele dagen van de
week de Rechtbank te vormen met den
President en den Rechter van Instructie,
die in de hoofdplaats van het Arrondisse
ment wonen.
Op deze wijze wordt inkrimping en daar
mede bezuiniging verkregen, zonder dat 't
platteland zijn rechters en kantonrechters
ziet verdwijnen. Door toepassing van het
uitstervingssysteem, dat met deze methode
goed te vereenigen valt, zou de werkloos
heid worden tegengehouden zonder dat
op den duur de besparing daardoor min
der zou bedragen.
Daar het bü ons, Katholieken, een com
munis opinio is, dat de trek van het platte
land naar de groote steden een groot ge
vaar vormt voor de geheele samenleving,
zouden wij het betreuren indien de Over
heid zelf demonstreert, dat zij concentratie
van de regeeringsorganen naar de groote
steden niet tegen het algemeen belang acht.
Er is daarom voor de leden der Tweede
Kamer alle reden, ernstig te overwegen of
de concessie van den Minister wel voldoen
de beteekenis heeft en of de zaak niet veel
eer een algemeene en grondige oplossing
vraagt.
R.'
Met groot leedwezen vernamen de katholieken
van Tilburg in 1923, dat de deken der stad
Mgr. j. p, van den Heuvel om gezondheidsre
denen ontslag had aangevraagd. Overspannen
en overwerkt verliet de rustelooze priester de
dóór hem, in zyn geboortestad opgerichte pa
rochie, waaraan hij geheel zijn fortuin en al
Zijn krachten had gegeven.
Eèn gedwongèn rust in een zenuwlijdersge-
sticht scheen aanvankelijk het offer te zullen
zijil voor eén rijk en vruchtbaar priesterleven,
tfigar dn sterke natuur van Mgr. v. d. Heuvel,
wièt nog de góesteszwakte te overwinnen, zoo
dat hem. na zijn herstel het rectoraat der Zus
ter van Huize ..Duinendaal" te Boxtel als een
otiijitt cum di8°itate k°n worden toevertrouwd.
In Tilburg echter bleef de gedachte aan deken
v.-d.. Heuvel voortleven zoowel om hetgeen hij
er tót stand bracht, als om zijn invloed op het
sociaal en godsdienstig leven.
Zagen de Tilburgers hem bijna 10 jaar ge
leden met leedwezen heengaan, thans zal het be-
riPht van zijn overlijden er met ontroering wor-
dél» vernome® Tilburg Immers is het groote
®rP*id8veid van Mgr. v. d. Heuvel geweest. In
werd hij in 1864 geboren mt een der
voornaam»te famjiies. Al jong priester, keerde
®r na een'ige jaren met groote toe-
wijamgi d,e functie t-e hebben vervuld van
secretf"® *aa het bisdom. Een grootsche taak
geboortestad op de schouders
gelegd wu hij als &tichter was aangewezen
eenér .nieuwe Parochie. De parochie van st.
Jozef bad z en in d6 ]aatste jargn zóó Uitge
breid, voorat oor vestiging van personeel der
Centrale erp aat^ der Spoorwegen, dat de
voofzichtige ZH'.™rs een zelfstandige parochie
In de nieuwe WU ,.den Begterd" noodzakelijk
inaakte.
Na den houw der m°°ie kerk der H.H. Mar
telaren v*n Gord® stichtte pastoor v. d. Heu
vel in de nieuwe wu t eigen Paroclliesc]1olen
vóór jongens en nieis-)es an toen hij in 1915 alles
voor de eigen parochie gereed ha(j met de toe.
komst voor zich van een gezegonq priesterleven,
toen werd hij tevens als deken der stad benoemd
en zag de belangen der geheele beVolki yan
katholiek Tilburg aan zijn zorgen toevertrouwd.
Deken v. d. Heuvel maakte zich verdieas k
doordat hij de eischen van den nieuWen tjyd
begreep en de noodige maatregelen wist te
treffen.
Onder zijn aanmoediging en door zijn steun
kwam o.a. de stichting „Roomsch Leven" tot
etand, terwijl bij de sociale vraagstukken van
den dag steeds met groot beleid wist op te
lossen.
Om zijn groote verdiensten werd hem door
Z-H- den Paus het purper verleend door de be
noeming van geheim Kamerheer, terwijl hij te-
ven» tot kanunnik van het kathedraal Kapittel
van St. Jan werd aangewezen eu van de re
geering de onderscheiding van Officier van
Oranje Nassau ontving.
Na zijn vertrek uit Tilburg heeft oud-Deken
v. d. Heuvel nog steeds met de grootste belang-
«stelling de ontwikkeling van den toestand in
zijn geboortestad gevolgd en bij iedere gelegen
heid toonde hij deze belangstelling op daad
werkelijke wijze.
Met Mgr. v. d. Heuvel is een eminent pries
ter uit de rijen der Bossche clergó heengegaan.
De „Kwartel" is gisteren in Bagdad aange
komen.
De „Rijstvogel" (heenreis^ Is gisteren te
&lóutt$ geland.
Het tweede prospectus.
Men verzoekt ons mede te deelen:
^De uitgevers van „De Katholieke Eucyclo-
paedie", waarvan binnen eenigen tijd het ver
schijnen van het eerste deel tegemoet kan wor
den gezien, hebben, ongetwijfeld op het psy
chologisch juiste moment, een proeve van be
werking het licht gegeven. Uit deze blijkt wel
heel duidelijk, dat de verwachtingen, welke wij
van „De Katholieke Encyelopaedie" hadden,
geenszins te hoog gespannen waren.
Het boekje geeft, dit is zeker het voornaam
ste, een keurlezing van verschillende artike
len, welke met den naam van den deskundigen
schrijver onderteekend zijn, zooals, naar be
kend is, in de groote uitgave ook geschieden
zal, zoodat de gebruiker van het werk steeds
weet, bij wien hij te rade gaat.
Vervolgens getuigt het prospectus van den
fijnen smaak en de groote zorg, waarmede de
Katholieke Encyelopaedie wordt uitgegeven.
Zorg vooral voor het illustratieve gedeelte!
Men bericht ons, dat niet minder dan
4000 buitentekst-illustraties de uitgave zullen
verluchten, met daarenboven ca. 3000 afbeel
dingen binnen den tekst en ca. 300 gekleurde
buiten den tekst.
De portretten en ln het bijzonder de volledige
lijst van redacteuren en medewerkers ontvou
wen onwillekeurig een grootsch en weidsch
panorama vol verscheidenheid en rijk aan ge
degen bedrijvigheid van eigen wetenschappe
lijk en cultureel kunneu.
Waar wij evenwel ln het bijzonder de aan
dacht op wilden vestigen, is de inleiding van
dit boekje, waarin kort en bondig, zonder om
haal van woorden een zakelijk antwoord wordt
gegeven op de twee vragen:
Waarom een Nederlandsche, en waarom een
Katholieke Encyelopaedie?
Het antwoord op de tweede vraag wordt
vragenderwijze gegeven. Terecht wordt ge
vraagd, of men „neutraal" kan worden voor
gelicht over verschijnselen, die critische be
handeling behoeven, zooals het Spiritisme,
Theosophie, Freudisme, Vrijmetselarij en an
dere. Tallooze verschijnselen zijn niet zonder
vaststaande basis te beoordeelen.
Het eenvoudige Katholieke beginsel in ter
men en begrippen van de economische, maat
schappelijke orde, om te zwijgen over moreele
ethische en wijsgeerige grondbeginselen, is
veel te erg genegeerd in onzen eigen kring.
En al moge het paradoxaal klinken voor
zulk een alzijdig verzamelwerk, De Katholieke
Encyelopaedie kan en zal in dezen nuttig en
noodzakelijk werk doen, juist omdat zij begin-
selsterk, dus niet oppervlakkig is.
Uit tweede prospectus staat ons borg voor
waarde dezer unieke uitgave.
Gelukwensch der Duitsch.nationale.
De Duitsch-nationale fractie in den trr
schen landdag heeft het volgende telegram
ex-keizer Wilhelm te Doorn gezonden:
„De in vergadering hijeen zijnde landdagfrac
tie der Duitsch-nationale volkspartij we
Uwe Majesteit van harte geluk met het
dat de aanslag op Uwe Majesteit niet 1
lukt.
God moge u ook ln de toekomst zegenen,
w.g. Dr. VON WINTERFELD,
Pruisi-
aan
wenscht
feit,
is ge-
Dinsdag heeft een bespreking plaats gehad
tusschen directie en personeelsraad van de
Nederlandsche Spoorwegen betreffende het op
wachtgeld stellen van personeel. De directie
deelde mede, dat zij met het op wachtgeld stel
len van ouder personeel, zooals tot dusverre is
geschied bij het beschikbaar komen van over
compleet personeel, moeilijk op denzelfden voet
kon blijven doorgaan, omdat zij daarmede te
diep zou afdalen, wat tot tweeërlei bezwaren
aanleiding zou geven. Vooreerst, als na niet
al te langen tijd door een opleving in het be
drijf, die de directie meent te mogen verwach
ten tot de aanstelling van nieuw personeel
zou moeten worden overgegaan, zou geld ver
schuldigd blijven aan personen, die met het
oog op hun leeftijd niet voor weder indienst-
stelling in aanmerking zouden komen. Daar
naast brengt doorgaan met het op wachtgeld
stellen van ouderen mede, dat personeel van
ongeveer gelijken leeftijd, voor zoover het
daarvoor in aanmerking zou komen, vroeger
dan op den normalen leeftijd gepensionneerd
zou moeten worden. Dit acht de directie niet
verantwoord tegenover het pensioenfonds.
De directie deelde verder mede, dat zij voor-
loopig, wat de opwachtgeldstelling betreft, al
leen het oog had op een zestigtal jongere lo
comotiefbeambten. In totaal zijn in den loco-
motievendienst ongeveer 250 man overcompleet.
Daarvan heeft men 200 met tewerkstelling aan
anderen arbeid kunnón helpen. Voor ongever
zestig leerlingen-machinist en leerlingen-ma
chinist voor lichten dienst kan evenwel geen
werk meer gevonden worden. Het ligt daarom
in het voornemen hen, die de minste dienstja
ren hebben, op wachtgeld te stellen. Ten aan
zien van jonger personeel bij andere diensten
bestaan nog geen concrete voornemens. Alles
hangt hier af van den toestand.
Gedeelte Moordrecht-Nieuwerkerk
opengesteld.
Gisteren is de nieuwe Rijksweg van Moor
drecht (station) naar Nieuwerkerk aan den
IJssel voor het verkeer opengesteld.
De conferentie mislukt.
Ten gemeentehuize te Hengelo kwamen gis
teren de partijen bijeen betrokken bij het drei
gende conflict bij de firma Palthe te Almelo.
Behalve vertegenwoordigers der drie werk
nemersorganisaties waren er ook twee bestuurs
leden aanwezig van de politiek onafhankelijke
vereeniging van textielarbeiders te Almelo.
Van de firma Palthe, die aangesloten is hij de
Algemeene Werkgeversvereniging, waren eén
tweetal vertegenwoordigers, benevens mr. Mo-
bach en mr. de Graaf aanwezig. Rijksbemidde-
laar 'was mr. Josephus Jitta.
Na langdurige besprekingen is men zonder
resultaat uiteengegaan. Wordt geen oplossing
gevonden, dan zal Maandag de staking ingaan.
Aan zijn wonden bezweken.
In bet R.K. Ziekenhuis aan het Westeinde te
's Gravenhage Is gisteren op 28-jarigen leeftijd
overleden de Duitscher O. F. Gaumnitz, die
Zondagmiddag bij het dalen van een luchtballon
te ICwintsheul door een plotselingen schok uit
de bal Ion mand werd geslingerd en daarbij ern
stige wonden opliep.
De moeder van den ballonvaarder was nog
uit Duitschland overgekomen, doch heeft haar
zoon niet meer hij kennis aangetroffen.
Vandaag zou het stoffelijk overschot naar
Dresden worden getransporteerd.
Toestand van liet slachtoffer ernstig.
Naar we vernemen is de toestand van het
slachtoffer van den roofoverval te Eelde, den
65-jarigen veehouder S. Akker ernstig. De man
heeft veel bloed verloren en is thans zeer
zwak.
Het onderzoek heeft tot heden geen resul
taat opgeleverd.
STERFTE AAN INFLUENZA, BRONCHITIS
EN PNEUMONIE.
Het aantal sterfgevallen aan influenza,
bronchitis en pneumonie in de 46 gemeenten
met meer dan 20.000 zielen, omvattende een
bevolking van 3.928.542 inwoners, voorgeko
men gedurende de week van 4 tot en met 10
December 1932 bedraagt: aan influenza 3, aan
bronchitis (acuta, chronica) 19, aan broncho
pneumonia (capillaire bronchitis) 34, aan lo-
baire pneumonie (croupeuze pneumonie) 8,
aan pneumonie zonder meer 22. Totaal 83.
ProfHermann Abendroth, die,
nu zoowel Mengelberg als Van
Beinum ziek is, de eerstvolgende
concerten van het Concertgebouw
Orkest en Toonkunsfte Am
sterdam zal leiden*.
451. De slechte honden, uitgelaten van
vreugde wegens het vergaan van het lucht
schip, dansen om een vuur.
452. „Zeg, J„ je staart staat in brand", roept
een der honden, en waarlijk, de staart van
den belhamel heeft vlam gevat.
453. Daar snelt hij weg, brullend en huilend
van angst. Zoo wordt de ondeugd van hel
leedvermaak aan dezen booswicht gewroken
Moeilijkheden en critiek
Met zijn vijftien afdeelingen, waaronder
reusachtige bedrijven als het mijnwezen en
het vervoer te land, te water en in de lucht
ressorteert, benevens post- en andere diensten,
vormt Waterstaat met zijn begrooting van
ruim 66 millioen inderdaad een der lastigste
departementen, dat met een reeks moeilijke
vraagstukken tobt. Om maar te zwijgen van
een kein onderdeel als de radio-kwestie, heeft
de leider van dit departement een taak zóó
uitgebreid, dat hij wel een man van zeer uit
zonderlijke gaven moet zijn om niet voortdu
rend min of meer serieuse critiek te beloopen.
Te meer vat heeft die critiek, waar allerlei
raden en adviescolleges bij den allerhoogsten
chef alsmaar rapporten en dossiers deponee-
ren, waarover te beslissen niet steeds gemak
kelijk is, vooral als men bedenkt, dat achter
den toewan besar van hoofdstuk IX het groote
oog waakt van den financieelen leider van
het Kabinet.
Minister Reymer heeft zoowel moeilijkheden
als critiek ruimschoots ondervonden. Al loste
hij dan de radio-kwestie op, althans wat de
zendtijdverdeeling betreft, en al hakte hij den
knoop door voor meer dan één brug, de Kamer
is nog verre van tevreden.
Het voorwerp van de algemeene critiek
vormden de toestanden van vervoer en ver
keer. Een heele reeks afgevaardigden heeft de
veiligheid op den weg aangesneden, al waren
de heeren het lang niet eens over de te nemen
maatregelen.
Van veel grooter omvang is het vervoer-
vraagstuk in zijn geheel bezien. Begrijpelijker
wijze staat hier de zorg over de"S)»oor- en tram
wegen voorop. Hoort men den heer van der
Waerden, dan staan deze bedrijven in nadee-
lige positie ten opzichte van het auto- en bin-
nenseheepvaartverkeer. Precies daartegenover
is de heer Duymaer van Twist overtuigd, dat
de schippers in ongunstiger conditie verkee-
ren. lu elk geval zijn de heeren Keestra en
Ebels eensgezind in de overtuiging, dat het
motorisch verkeer niet door extra belastingen
onderdrukt mag worden. De katholieke afge
vaardigde had daar ook bezwaar tegen, daar
anders het platteland weer nadeel lijdt door
het verdwijnen van goede verkeersmiddelen.
Een gelijkmaking van voorwaarden tusschen
de verschillende vervoermiddelen bepleitte de
antl-rev. mr. Dambrink in zijn maidenspeech.
Als een harmonisch geheel wil hij het verkeer
beschouwd zien en komt zoo in het schuitje
van prof. v. d. Bilt, die droomt van een ver-
voerraad waar ir. v. d. Waerden ook niet af-
keerig van is, terwijl zijn partijgenoot, de heer
van Braambeek nog veel verder grijpt en al
een verkeersmouopolie in het vizier heeft.
Ir. Bongaerts die zijn oude departement niet
zoo denigreerend bespreekt en waarschijnlijk
evenmin met den Lingbeekiaan Peereboom over
de reorganisatie van het Ned. Herv. Kerkge
nootschap denkt als hij zich het vervoerpro
bleem voor oogen stelt, ziet de zaken wat rus
tiger. Met v. d. Waerden acht hij de spoorwe
gen nog niet uit den tijd. Maar hun tekort is
aller plaag. Dit stelt 't heele verkeersvraagstuk
zoo op den voorgrond. Doch het zou er zonder
't tekort ook zijn. Want de spoorwegen hadden
altijd de geduchte waterconcurrentie en zij
lijden nu onder de algemeene malaise, die ook
elders de spoorwegen treft en, zooals de oud
minister aantoonde, in de andere landen nog
ernstiger dan bij ons. Goedkoop vervoer is een
allereerst belang voor een land als het onze en
om dit te bereiken, wil de heer Bongaerts in
de toekomst algemeene regelen voor het ver
keer opstellen en niet incidenteele concessies
hier en daar.
De werkloosheid is een zaak, die Waterstaat
niet direct kan bestrijden, maar waarmee zij
terdege rekening heeft te houden en dit kan
doen door nauw contact te houden met de
afdeeling werkverruiming en werkloosheids
bestrijding van binnenlandsche zaken.
Over drie punten was de heer Bongaerts, die
ook superwaterschappen verlangt om meer
initiatieven te nemen voor afwatering, dijkver-
betering en streekwerken, heelemaal niet te
spreken.
Als wilde hij opzettelijk de aandacht der
Regeering trekken, zoo heeft de heer Bon
gaerts al buiten de orde heel duidelijk ver
klaard, dat er door de Katholieke fractie onder
geen voorwaarde in zal worden berust, dat het
aantal arbeiderscontroleurs in de mijnen
wordt ingekrompen. Deze bezuinigingsmaat
regel van enkele duizenden guldens, waartegen
trouwens de hoofdingenieur der mijnen zelf
heeft gewaarschuwd, schijnt ons werkelijk on-
doorvoerbaar. Indien de Minister op dit punt
geen advies van den Mijnraad overlegt, dat
de zaak dekt, is er naar onze meening geen
schijn van kans, dat het desbetreffende begroo-
tingsartikel er zoo doorgaat. De Minister heeft
in zijn antwoord de zaak, die trouwens onder
een nog niet besproken afdeeling behoort, nog
niet behandeld.
Uit het antwoord van den bewindsman tee
kenden wij o.a. nog aan, dat hij in het ver
voerwezen naar coördinatie streeft, al lijkt
hem die niet zoo vlug bereikbaar, daar hij
heel het verkeer in overgangstoestand ziet.
en het speuren naar een oplossing zooiets als
het zoeken naar den steen der wijzen vindt.
Dat er geen vervoersraad komt, zou men
bijna toejuichen, wanneer men hoort, dat de
commissie tot herziening de Motor- en Rij-
wielwet, welke de Minister nu zelf maar ter
hand wil nemen, al ruim honderd vergaderin
gen heeft gehouden. Inderdaad: men kan het
ook te mooi willen maken.
Intusschen krijgen wij nog een Electrici-
teitsraad. Tenminste als de adviezen.... Ja,
die adviseurs hebben wat op hun geweten!
Excellentie Fock, die met eenige leden zijner
senaatsfractie van de loge uit neerkeek op
Minister Verschuur, die na wat vriendelijke
woorden over puf, snoek, zalm en garnalen,
het „stervend IJmuiden" aanpakte, zal wel
meteen het heilig voornemen hebben gemaakt
deze kwestie maar niet aan te raken in de
Eerste Kamer. Want wie na het geruchtma
kend en in veler oogen voor een Staatsraad
wel een beetje vreemd optreden van mr. Kan
nog zou hebben gedacht, dat de ministerleele
omniarque die Minister Verschuur ls, IJmui
den misschien toch wel een beetje achteloos
had behandeld, zal dit nu niet meer kunnen
volhouden. Zelfs niet aan de hand van dozij
nen artikelen. „Stervend IJmuiden", dat zoo
luid om hulp riep alvorens een dood zeedorp
te willen worden, zal moeite genoeg hebben op
kalme wijze dit verzoek om regeeringssteun te
motiveeren na het requisitoir, dat de regeering
over de daar heerschende toestanden heeft uit
gesproken. De korte strekking van deze akte
van beschuldiging was, dat het visscherijbedrijf
allesbehalve gezond is. Het is ongezond door
de verdeeldheid van de belanghebbenden, door
hun niet in acht nemen van actueele eischen
voor reorganisatie, door hun preferentie voor
consignatie in het buitenland inplaats van
goede voorziening van de binnenlandsche
markt en soortgelijke dingen meer. Als deze
tekorten blijven bestaan, ziet de regeering geen
heil in contingenteering, welke o.a. de heeren
Lockefeer, Schouten en Ch. v. d. Bilt vroegen,
of in andere steunverleening, zelfs al wordt
die aanbevolen in een plan, dat een Staatsraad
onderteekent. Dit plan scheen den Minister al
van zeer geringe beteekenis en er is over de
heele IJmuider zaak geen woord meer gezegd.
Zonder hoofdelijke stemming keurde de Kamer
de heele begrooting van Economische Zaken
en Arbeid goed en daarmee het beleid van
Minister Verschuur, wiens doortastend beleid
aan alle kanten bewondering wekt.
Spotten doet de Minister van Koloniën nooit.
De heer de Graaff is het type van den ambte
naar. Hij weet alles wat op zijn departement
betrekking heeft en waarschijnlijk is het juist
dat wat kamerleden prikkelt. Want deze alles
wetende Minister laat Memories van Antwoord
op zijn begrooting uitgaan met verklaringen,
welke hij zelf hoogstwaarschijnlijk ruim vol
doende vindt en klaar als glas, maar die de
Kamer heelemaal niet bevredigen.
De eerste die zich beklaagde was de heer
Suring. Deze Katholieke afgevaardigde acht
het gewenscht, dat voor de Indische oud-ge-
pensionneerde militairen een steunregeling in
het leven wordt geroepen, overeenkomstig die,
welke door de Stichtingswet voor de Neder
landsche oud-gepensionneerden is tot stand ge
bracht. Hij verdedigde dit desideratum alsnog
en voegde er tevens iets bij. In het Voorloopig
Verslag was n.l. opgemerkt, dat het departe
ment van Koloniën de oud-gepensionneerden,
die om steun komen, niet eerst naar instellin
gen van weldadigheid moet verwijzen. Daarop
repliceerde de Memorie van Antwoord: „Ver
wijzing naar instellingen van weldadigheid
vindt niet plaats."
Doch de heer Suring las een brief voor,
waaruit men het tegendeel kon verstaan van
hetgeen de Minister schriftelijk had geant
woord. Nu vernamen wij, dat de door Suring
geïncrimineerde vragen alleen maar informa-
torische beteekenis hadden. Dat kan wel zijn,
maar dan deed het Departement toch beter zijn
brieven wat duidelijker te redigeeren. Dit
Departement houdt er nog andere onduidelijk
heden op na. De Kamer moest het als 't ware
uit de keel trekken, dat nog drukwerk ge
schiedt buiten het technisch bureau van het
departement om. Dit drukwerk, zoo verklaart
een extra-nota „geschiedt door een particulie
re firma". Mr. Joekes onthulde, dat deze „par
ticuliere firma" bestaat uit een combinatie,
waarin ambtenaren van Koloniën zitten. Deze
heeren schijnen dit extrawerk buiten de dienst
uren te doen en, zijn wij juist ingelicht, in den
kelder van binnenlandsche zaken. Dat de heer
Joekes zulk een combinatie niet beschouwt als
„een particuliere firma", is begrijpelijk en wij
vinden het onbegrijpelijk, dat een zoo hoog
staand man als minister de Graaff niet alleen
zulke dingen toestaat, maar ze ook verdedigt.
Niet alleen in de stukken, maar in de Kamer.
Naar onze meening protesteerde de heer Joe
kes hier terecht en verdient die voorstelling
van zaken in de M. v. A. gegeven, een strenge
re afkeuring dan de minister geliefde te
geven.
Over dat technisch bureau zijn trouwens
heel wat woorden gevallen. Niet alleen naar
aanleiding van het request van een ambtenaar,
die er zich ten onrechte ontslagen acht, maar
vooral over de hooge personeelkosten van dit
bureau, dat ongetwijfeld den indruk maakt,
topzwaar, weelderig en zonderling gecon
strueerd te zijn. Een technische wetenschappe
lijkheid van elf ingenieurs, die een omzet van
nog geen 4 millioen aan regeeringsinkoopen
voor Indië hebben te controleeren, dat was
den heeren Feber en Joekes wel 'n beetje te
kras. Vooral als men bedenkt, hoe onverbid-
dellijk in Indië zelf de bezuiniging woedt. Mr.
Joekes had al een amendement ingediend om
deze personeelkosten te verminderen, maar hij
heeft dit teruggetrokken, toen de minister zich
bereid verklaarde de heele zaak door een des
kundig buitenstaander te laten onderzoeken,
iets, wat in de Memorie van Antwoord nog per
tinent geweigerd was met de woorden: „Waar
de bezetting van het Technisch Bureau de ge
stadige en bijzondere aandacht heeft van den
ondergeteekende persoonlijk, ziet hij voor een
onderzoek geenerlei aanleiding."
Maar de Kamer zag die aanleiding wèl en de
ontslagen ambtenaar zal bij dit onderzoek niet
vergeten worden, conform trouwens aan de
conclusie van de commissie, die het adres on
derzocht van dezen gedupeerde. (Stuk 121).
De heer Wijnkoop heeft hoofdelijke stem
ming gevraagd over de begrooting van Kolo
niën.
Of president van Schaik van harte het re-
geeringsvoorstel deed om minister Donner's
rechtbanken-ontwerp nog vóór Kerstmis te be
handelen en in verband daarmee ook Maandag
en Woensdagavond te vergaderen, weten wij
niet. Maar de Kamer vond het nu welletjes en
wees dit overwerk af. In elk geval kan het
ontwerp, wet geworden, gemakkelijk met 1
April a.s. in werking treden als het dadelijk
na de Kerst-pauze aan de orde komt.
Ergo erravimus. Het „Dagblad van Noord-
Brabant" herinnert er ons aan, dat de inter-
pellatie-Lohman over de onderhandelingen met
België niet plaats had op 14 October 1932, zoo
als wij abusievelijk meenden, maar op 14
October 1931. Daarmee vervalt ons argument,
dat de in ons blad verschenen berichten over
den stand der onderhandelingen voorafgingen
aan de „onthullingen" van het „D. van N. B."
betreffende deze materie zooals ln ons Over
zicht was gezegd.
Een luisteraarster zendt hem
een dirigeerstok.
Willem Mengelberg heeft Dinsdag een dirt
geerstok ten geschenke gekregen van rose
ivoor-hout, de zeldzaamste houtsoort ter we
reld. Dit geschenk kwam van Bruno Lessing,
een Amerikaansch schrijver, die in Parijs
woont.
De echtgenoote van dezen schrijver heeft
het vorig jaar een ongeluk gehad en moest
vele maanden het bed houden. Zij luisterde
gaarne naar door de radio uitgezonden muziek.
In New-York had zij menigmaal de Vijfde van
Beethoven uit hooren voeren onder Mengelberg
en zij wilde er graag nog eens naar luisteren.
Haar man bracht Mengelberg in kennis met
dezen wensch door bemiddeling van kapitein
J. de Koning, een gepensionneerd officier van
de Holland—Amerika Lijn. Een paar dagen
later werd de symphonie onder Mengelberg
uitgezonden tot groote vreugde van de zieke.
De heer Lessing heeft uit liefhebberij een
verzameling aangelegd van zeldzame houtsoor
ten, waarvan hij wandelstokken laat maken.
De collectie omvat 1400 specimina en werd
vaak in Amerika tentoongesteld. Thans is zij
in den plantentuin te New-York.
Van déze houtsoorten is vooral zeldzaam
het rose ivoor-hout uit Zuid-Afrika. Het is
thans haast niet meer te vinden. De oude
Zoeloe-koningen eischten het op als een voor
recht van hun waardigheid en iemand, in
wiens bezit dit hout werd gevonden, werd ter
dood gebracht.
Er is dus wel eenig risico verbonden aan
dit geschenk. Maar wanneer onze dirigent
dat op den koop toe wil nemen, dan heeft hij
thans een dirigeerstok van rose ivoor-hout.
BATAVIA, 14 December (ANETA).
Z. E. de Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië
schonk 3000 als Kerstgave voor de werkloo-
zen aan het Centraal Steuncomité.