HET LEEKENTOONEEL. LEZERS VAN ONS BLAD. GEADVERTEERDE ARTIKELEN. TWEEDE KAMER AANVAARDT WATERSTAAT DINSDAG 20 DECEMBER 1432 MAX EN ZIJN VRIENDEN. WEGEN NAAR EEN ORGANISCHEN OPBOUW. PHOHI-ZENDER. Met Kerstklanken geopend. KERSTPAKKETTEN NAAR DUITSCHLAND. NIEUWE RIJKSWEG TUSSCHEN OVERSLAG EN DELFT. WINKELSLUITINGSWET EN WERKTIJDENBESLUIT. VOOR DE KERSTMIS-PERIODE EN OUDEJAAR. WINKELSLUITING. ARBEIDS- EN RUSTTIJDEN AUTOMAAT DIE GEEN AUTOMAAT IS Jodocws. BEGROOTING WEGENFONDS 1933 Zooveel mogelijk dienstbaar aan de werkloosheidbestrijding. MIJNBEGROOTING EN TWENTE- RIJN-KANAAL. DIPHTERITIS. Moderne kooplieden geven door hunne advertentiën in de dagbladen blijk, met hunne aanbiedingen de concurrentie het hoofd te kunnen bieden. Zij treden met hunne producten en de prijzen, welke zij er voor rekenen, openlijk op en leveren hierdoor het bewijs, aan het publiek de beslissing in daden van koop te durven overlaten. De meest geadverteerde goederen vinden den groot sten aftrek. Zij zijn bijna altijd de beste en de goed koopste. Koopt dus uitsluitend II (slot.) De uitgave van bruikbare speelteksten is voorwaarde om tot goed leekentooneel te ko men, maar het is daarmee nog met meteen verkregen. Er doemt daarachter nog een klei ne reeks kwesties op, die eerst om oplossing vragen: de vorming n.l. van spelleiders, spelers en publiek. Niet ahijd zal de auteur lust en geschiktheid bebben om zich met de spelleiding in te laten en strikt genomen reikt zijn taak ook niet zoo ver. Hij kan zich beperken tot tèoneel-aanwij zingen, hij kan verder gaan en pogen den regis seur van zijn denkbeelden voor de opvoering te doordringen. Voor de practijk van de spel leiding zelf zal hij niet altijd geroepen zijn. Gaan zijn aspiraties toch uit naar meer ac tieve deelname in de scenische uitwerking, dan is eèn nauw contact tusschen auteur en regis seur ideaal, vooral indien eventueel een musi cus, een beeldend kunstenaar, een volksdans- leider mede de opvoering helpen tot stand brengen. De verschillende elementen van het spel hebben elk hun recht en'evenmin als de tekst, mag de kleur of de beweging als bij komstig worden behandeld. Juist in de vervol maakte harmonie van de samenstemmende deelen moet de schoonheid gezocht worden. Het spelen is dus al evenmin eenvoudig als het schrijven, de practijk van het leekentooneel vraagt nog moeizaam pionierswerk, waar niet te licht over gedacht moet worden. Dat één jèugdörganisatie als door een wonder dingen tot stand wist te brengen, die anders eerst na vele jaren van zoeken en probeeren plegen bereikt te worden, wil nog niet zeggen, dat het nu overal manna zal gaan regenen. Het is hier een kwestie van talent en middelen, die allebei even zeldzaam zijn. In het algemeen zal het leekentooneel gelei delijk moeten groeien, liefst in verspreide cen tra, waar de condities aanwezig zijn voor eenige bewegingsvrijheid. Het is geen zaak om acceptabele speelteksten nu ook maar meteen, mir nichts dir nichts, links en rechts ter be schikking te stellen, maar het gaat erom ze allereerst dèAr uit te brengen, waar een opvoe ring van kwaliteit tot de mogelijkheden be hoort. Dit klinkt eenigszins hard tegenover een fi guur, dien we zullen noemen: den zwoegenden kapelaan. De zwoegende kapelaan op een klei ne plaats, die met zijn tooneelclub een avond moet geven en snakt naar een behoorlijk stuk, dient de belangstelling te hebben en te hou den. Maar het is de vraag of hij nu reeds ge holpen kan worden, het is de vraag of een beter genre stukken kan worden toevertrouwd aan speelgroepen, die er nog niet rijp voor zijn. Wij meenen, dat een te groote toeschietelijk heid op dit punt noodlottig kan worden en de leekenspel-beweging kan schaden. Het is beter dat er een slechte tekst verknoeid wordt dan een goede; een publiek moet niet bij voorbaat afkeerig gemaakt worden van het nieuwe door het te geven in een onbevredigenden on-adae- quaten vorm. De zwoegende kapelaan is dus voor het oogenblik nog niet te helpen (in het algemeen gesproken), hoe jammer dat ook voor hem is. De belangen van de beweging als geheel vragen een zekere concentratie van krachten en t.z.t. een bescherming van de speelteksten buiten de bevoegde milieu's. Organische opbouw van het leekentooneel brengt mee, dat de ontwikkeling van bepaalde centra uitgaat, waar dan de krachten uit de kleinere plaatsen en uit de kringen met ge ringere hulpmiddelen door „zien" en mee maken kunnen worden op weg geholpen en gevormd. Door navolging en overname kunnen zij aldus vooruitkomen. Want dat zij een lei ding vinden die zelfstandig met hen tot daden komt (zooals Joep Nicolas met zijn dorpelin gen) zal uitzondering blijven. Een algemeens adviseerende en leiding-ge vende- instantie kan voor het leekenspel zonder twijfel nuttig werk doen. Maar meer dan van een „werkgemeenschap" die het geheele land zou hebben te overzien, verwachten wij van arbeidskernen, die plaatselijk werkzaam zijn en hun activiteit over een ruira gebied laten uitstralen. Deze arbeidskernen dienen gevormd te worden uit kunstenaars (schrijvers, schil ders, architecten, musici, ook gymnastiek- en sportleiders), die zich aan dat werk willen ge ven en er de geschiktheid voor hebben. Zij. zullen het vruchtbaarst kunnen werken als zij verbonden zijn aan de groote organisaties of daar zijn in-gebouwd. Met deze organisaties zjjn alleen die van jongeren bedoeld, want het lijkt ons niet waarschijnlijk dat met de vol wassenen op dit gebied nog iets te bereiken valt. Daarvoor zou een strijd en inspanning ge. vorderd worden die beter in andere richting kan worden aangewend. Deze plaatselijke ar- :-S Rouivvuantje van Joanna Wichmann, op de tentoonstelling in het Instituut voor Kerkelijke Kunst te Amsterdam, beidskernen, die hun invloed streeksgewijze laten gelden, kunnen onderling contact vinden in een raadgevend lichaam voor het heele land. Met deze actieve centra is het best die bodem verbondenheid gewaarborgd, die wij voor het leekenspel van zeer groote beteekenis achten. Ideaal is inderdaad dat de schrijver de troep kent waarvoor hij schrijft, dat de musicus het ensemble kent waarvoor hij componeert, dat de schilder het tooneel kent waarop zijn decors het zullen moeten doen, dat zij alle drie (vier, vijf) ingeburgerd zijn in een stad, in een streek, in een vereeniging, dat zij de menschen ken nen met wie en vóór wie zij werken en aldus van nature den „toon" weten te vatten die een zeker publiek noodzakelijk treffen moet. Deze bekendheid met milieu en sfeer werkt ook creatief sterk stimuleerend. Dit wil niet zeggen, dat een goed stuk ook niet elders en onder andere leiding kan wor den gespeeld. Integendeel, het is heel goed denkbaar, dat een voorstelling, na betaald leer geld, bij overplanting nog winnen zal. Ook is een algemeene, reizende troep een zeer waar deerlijk bezit, om nu hier, dan daar, leering te geven, een model te bieden, richting te wij zen. Maar een eerste sprong zal telkens het veiligst genomen worden in de centra, waar de condities het gunstigst zijn. Op het aldus bereikte kan gemakkelijk elders worden voort gebouwd. Tot slot de vraag: zullen de organisaties dezen weg op willen Het zal afgewacht moe ten worden. Wij hebben vertrouwen in den natuurlijken wedijver, die het léekenspel voor uit moet brengen, en in de waaksche en Scher pe critlek, die het onwaardige langzamerhand moet doen sterven aan eigen belachelijkheid. Kesumeerende komen we dus tot de volgende punten: Wil het leekenspel boven een particuliere liefhebberij uitkomen, dan zal het door de groote organisaties, vooral van Jongeren, be oefend moeten worden. Daartoe hebben zij de hulp van kunstenaars, op de eerste plaats van schrijvers noodig, die zich liefst plaatselijk in nauw contact met de organisaties groepeeren. Vanuit deze centra wordt geleidelijk ingewerkt op de tooneelbeoefening van een geheele streek. De aldus gevormde arbeidskernen staan In contact met een meer algemeen organisme (van een „werkgemeenschap" is gesproken), dat ad- viseerend en leidend optreedt. Een troep lee- kenspelers ter beschikking van deze hoogere instantie kan met in vollen zin voorbeeldige opvoeringen stimuleerend en richtinggevend werken. Deze punten zouden nog een nadere uitwer king behoeven dan er hier aan gegeven kon worden. Daarmee zou echter het kader van een dagblad-beschouwing al te zeer worden over schreden. JAN N. Zaterdag zal de Phoni-zender, na de tot stand gekomen overeenkomst tusschen regee ring en omroepen, wederom in gebruii^yor- den genomen. Bij deze eerste uitzending zal bet Kerstcon cert, dat de heer J. Vincent 's avonds van 9 tot 10 uur op het Paleiscarillon in Amsterdam geeft, worden uitgezonden naar Oost- en West- Indië. Mogen het voor den zender symbolische klanken zijn. I Denkt om het invoerrecht. In verband met de naderende feestdagen zul len weder vele postpakketten naar Duitschland worden verzonden. Voor zoover deze pakketten tabakswaren of genaaide geweven goederen (zooals geheel of gedeeltelijk afgewerkte kle dingstukken, sofakussens, theemutsen, hand werken e.d.) bevatten, wordt de aandacht erop gevestigd, dat voor deze artikelen in Duitsch land een hoog Invoerrecht wordt geheven voor 54 per kg. en voor genaaide goederen van 24 per kg. Deze invoerrechten komen bij franco-verzen ding ten laste van den afzender, zoodat deze achteraf nog een belangrijk bedrag mpet bij passen en in de andere gevallen voor rekening van den geadresseerde die op deze wijze voor het pakket soms meer dan de waarde moet be talen. Men zal derhalve goed doen met deze om standigheden terdege rekening te houden. Voor het verkeer opengesteld. De nieuwe rijksweg tusschen Overslag, nabij de Zwet en Delft, zal Dinsdagmorgen om 10 nur voor het verkeer worden opengesteld. Voor lopig mag de weg alleen gebruikt worden in de richting van Rotterdam naar Delft. ONZE PRIJSPUZZLE. de opgave van de puzzle 27 (Zuid-Holland- Pizzle) is nr. 34 (horizontaal) onder plaatsen Plaats van onder wateren verzeild geraakt. bepaling „nabij Gouda" blijft gehand haafd. DE TOESTAND IN DEN SCHOENHANDEL I" Den Haag had onder voorzitterschap van den heer Polak, leider van het Crisis In- en Uitvoerbureau, een bespreking plaats waarbij aanwezig waren de heeren Jos. de Pont, voor zitter, C. Raming (Timtur) en J. Warners (Hevea), bestuurderen der Federatie van Ned. Schoenfabrikanten, alsmede M. Drukker en J. A. Melhado, bestuurderen van de Ned. Ver. van grossiers en agenten in buitenlandsch schoenwerk. In den breede werden besproken de diverse bepalingen in verband met de contingentee- rine alsook de verschillende artikelen. Ook werd gewezen op het feit, dat alleen de agen- en in buitenlandsch schoenwerk de dupe v ordeti Van (je COntingenteeringsmaatregelen. Verder werd de toestand in de schoenbranche besproken, terwijl in principe wérd besloten o samenwerking ter verkrijging van een be teren toestand in den schoenhandel. FRITS MONDRIAAN t- De „N.R.Ct." meldt het overlijden van Frits Mondriaan, den schilder van landschappen en binnenhuizen in den trant van de Haagsche School, Frits Mondriaan is in 1853 in Den Haag geboren en woonde te Rijswijk. In verband met het naderen van Kerstmis en Oudejaar wordt onder de aandacht van belanghebbenden gebracht, dat voor het win kelbedrijf dan de volgende regelingen zullen gelden Van 18 tot en met 24 December mogen alle winkels geopend zijn tot 10 uur n.m. Tweede Kerstdag (26 December) valt op Maandag en mogen de winkels dus den geheelen dag, tot 8 uur n.m. geopend zijn. Bovendien mogen bloemenwinkels op 130 December tot 10 uur n.m. geopend zijn. In afwijking van de regeling, welke gedu rende vorige jaren onder het oude Winkel werktijdenbesluit gold, kan thans gebruik ge maakt worden van de volgende faciliteiten, welke het nieuwe Werktijdenbesluit toestaat: In afwijking van den normalen arbeidstijd van 9 hit uur per dag en 53 uren per 'week, mag In winkels door winkelpersoneel van 18 jaar of ouder arbeid verricht worden gedurende 11 uren per dag en 62 uren per week op alle werkdagen in het tijdvak van 18 tot en met 24 December. Een verplichte nachtrust van minstens 9 uren moet daarbij in acht genomen worden. Tevens mag in hetzelfde tijdvak voor deze arbeiders afgeweken worden van het verbod van arbeiden na 8% uur n.m.. mits niet later wordt gewerkt dan een half uur na het tijd stip, waarop de winkels voor het publiek ge sloten moeten zijn (dat is dus niet later dan half 11). Personen beneden den leeftijd van 18 jaar mogen echter geen arbeid verrichten vóór 8 uur v.m. en na 8 uur n.m. Winkelpersoneel boven 18-jarigen leeftijd mag bovendien, in afwijking van de normale arbeids- en rusttijdregeling, in de ondergenoerpde bran ches arbeid verrichten als volgt Winkels in brood, banket, suikerwerk en chocolade. op 24- December gedurende ten hoogste 14 uren per dag, op 31 December gedurende ten hoogste 13 uren en in de week, waarin 31 December valt, gedu- rende ten hoogste 62 uren. Bloemenwinkels. op 22, 23, 24 en 30 December gedurende ten hoogste 14 uren per dag, en in de week, waarin 30 December valt, gedu rende ten hoogste 62 uren. Vischwinkels. op 30 December gedurende ten hoogste 11 uren, op 31 December gedurende ten hoogste 14 uren, en in de week, waarin 31 December valt, gedu rende ten hoogste 62 uren. Slagerswinkels. op 31 December gedurende ten hoogste 11 uren (dit geldt ook voor winkels in vleesch- waren). Bijzondere administratieve voorschriften. Tijdelijke afwijkingen van de arbeidslijst, in verband met vorenstaande uitzonderingsrege ling, kunnen ingevolge artikel 25 van het Win-, keiwerktijdenbesluit worden aangegeven door vermelding van de voor die dagen geldende regeling op een geschrift, dat door den patroon of den bevoegden chef wordt onderteekend en naast de arbeidslijst wordt gehangen. Inzending van nieuwe arbeidslijsten voor die enkele dagen is dus overbodig. Afschrift van het zoo juist genoemde geschrift behoeft niet aan de Ar beidsinspectie te worden gezonden. Het geval Jamin te 's-Gravenliage. De Hooge Raad heeft gisteren behandeld het cassatie beroep van den heer Jamin, die terecht heeft gestaan voor den Kantonrechter te 's Gra ven hage wegens het op Zondagmiddag om 4 uur geopend hebben van liet filiaal in de Vla mingstraat te 's Gravenhage, in strijd met een gemeentelijke verordening, die krachtens art. 9 der Winkelsluitingswet bepaalt dat Koek- en banketwinkels in 's Gravenhage des Zondags alleen geopend mogen zijn van io tot 2 uur. Art. 4 der wet bepaalt, dat deze winkels op Zondag geopend mogen zijn tusschen 9 en 8 uur gedurende 4 achtereen volgende uren. Art. 9 geeft echter aan de gemeenten het recht rege len te stellen indien bijzondere omstandigheden afwijkingen van art. 4 gewenscht maken. De Haagsche raad heeft art. 9 toegepast, doclh vol. gens verdachte ten onrechte omdat het motief daartoe was het bestaan in Den Haag van zoo vele filialen, hetgeen voigens verdachte geen bijzondere omstandigheid is, doch één die zich in alle groote gemeenten voordoet. De Kantion reel: (ter veroordeelde verdachte tot i boete, doch de rechtbank ontsloeg hem van rechtsvervolging, tegen welk vonnis de officier van Justitie cassatie aanteekende. Mr. Hoogeweegen uit Rotterdam sprak heden voor den Hoogen Raad dit beroep tegen. De Procureur-Generaal bij den Hoogen Raad wees op een belangrijke vormfout in het vonnis van de rechtbank en zeide ten aanzien van liet princiepe, dat hij het eens is met den Offi cier van Justitie. Blijkens mededeeling van den minister in de Tweede Kamer moet de toe passing van art. 9 ruim opgevat worden. Het is niet noodig, dat bij toepassing daarvan zich een exceptioneel geval voordoet in dien zin dat dit geval zich elders niet kan voordoen. Werd art. 9 hier niet toegepast, dan zou een bepaald win kelbedrijf den geheelen dag open kunnen zijn. De proe. generaal concludeerde tot vernietiging van het vonnis en tot verwijzing der zaak naar het gerechtshof te 's Gravenhage. De Hooge Raad zal op 16 Januari arrest wij- Sigaretten op den loopenden band. De sigarenwinkelier v. R. in de Wagenstraat te 's Gravenhage bediende zijn klanten in sluitingstijd door doosjes sigaretten op een loo penden band te plaatsen en zoodoende de klan ten, die buiten de deur bleven, bereikte. Kan tonrechter zoowel als rechtbank te 's Graven hage maakten uit, dat dit toestel geen auto maat is en veroordeelden v. R. tot een geld boete. De procureur-generaal bij den Hoogen Raad concludeerde gisteren tot verwerping. Arrest 2 Januari. P. J. ARENDZEN t. Gemeld wordt, dat te Londen op 86-jarigen leeftijd is overleden de destijds ook hier zeer bekende etser P. J. Arendzen. In Amsterdam geboren vertrok hij in 1873 naar Engeland waar hij zich vestigde. Zijn bekende etsen ondervonden groote belangstel ling. Zijn werk is o.a. geplaatst in het Bucking ham Fa&ce en het Windsor Castle. 460. Allen zijn nu zooveel beter, dat zij in bed mogen opzitten, ook J. Deze trekt een erg berouwvol gezicht. 461. Opeens zegt hij tot Petronella: „Je 462. Allen juichen hem om dit goede be- bent zoo vriendelijk voor mij geweest. Ik sluit hartelijk toe. Laat ons hopen dat het zal mijn leven verbeteren, en een brave, niet bij het voornemen blijft. Maar een hond trachten te worden." hond, die Jodoeus heet, kon niet altijd slecht blijven. Aanleg van groote wegen vooreerst in het Westen en midden van het land. Aan de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer wordt het volgende ontleend: Het is de bedoeling, zoodra de tegenwoor dige economische moeilijkheden zullen zijn overwonnen, de bijdragen aan het Wegen fonds weer te verhoogen tot een bedrag, dat als normaal kan worden beschouwd; bovendien kan hetgeen thans, naar moet worden aange nomen, te weinig aan het Wegenfonds wordt uitgekeerd, in volgende jaren aan het fonds worden vergoed. Voor zooveel den aanleg van groote wegen betreft is de aandacht in de eerste plaats ge vestigd op het Westen en het midden van het land. Naast deze groote werken worden echter allerwegen in het land verbeterings- werken aan bestaande wegen uitgevoerd en de minister is gaarne bereid te bevorderen, dat deze werken zooveel mogelijk dienstbaar zul len worden gemaakt aan bestrijding van werk loosheid. De uit deze wijze van werken voortvloeiende verhooging van kosten zal echter niet mogen komen ten laste van het-Wegenfonds, doch moeten worden gedragen door het departement van Binnenlandsche Zaken. Bij de uitvoering van het Rijkswegenplan streeft de minister er naar in de eerste plaats die werken uit te voeren, welke in verhouding tot de daaraan te besteden kosten het meeste nut afwerpen. Daaronder valt zeker de ver vanging van verschillende gelijkvloersche krui singen met druk bereden spoorwegbaanvak ken door viaducten of onderdoorgangen. Het ligt in het voornemen bij den aanleg van primaire wegen gelijkvloersche kruisingen met spoorwegen en andere wegen, indien de inten siteit. en de aard van het verkeer daartoe aan leiding geven, zooveel mogelijk te vermijden. Het dichte net van wegen in Nederland en de gesteldheid van den bodem maken echter, dat gelijkvloersche kruisingen met gewone wegen op verschillende plaatsen noodig blijven, wil men geen onevenredig hooge kosten besteden. Klinker- en asfaltwegen. Wat de kosten bij de keuze tusschen klin ker- en asfaltverbarding betreft, deelt de mi nister de meening, dat uit dat oogpunt bij de tegenwoordige prijzen in het algemeen asfalt de voorkeur zou verdienen boven klinkers. Er doet zich echter bij den wegenaanleg door het Rijk de bijzondere omstandigheid voor, dat op het in den aanvang van 1931 met de N.V. de Vlamovenstraatklinker gesloten contract voor levering van ten minste 25 millioen klinkers Per jaar in de jaren 1931 tot en met 1934 en in 1932 een aanzienlijke prijsvermindering kon worden verkregen, indien de in de jaren 1932 tot en met 1934 aan te schaffen minimum hoe veelheid van 75 millioen klinkers kon worden verhoogd tot 130 millioen. Door deze regeling, welke in een contract wijziging is vastgelegd kon de vermeerdering met 55 millioen klinkers voor een prijs wor den verkregen, waardoor in verschillende ge vallen klinkerverharding wat de kosten aan gaat gelijk aan of lager zou zijn dan asfaltver- harding. Op geheel nieuw aan te leggen wegen wordt klinkerbestrating ook voor den nieuwen prijs in het algemeen duurder dan cementbeton of asfaltbeton en dit verschil wordt grooter als de klinkerverharding, zooals op een nieuwen weg wenschelijk is, op fundeering wordt aan gelegd. Hoewel de prijs van deze verharding aanmerkelijk hooger is dan die van een weg dek van grof asfaltbeton op fundeering of een van cementbeton, moet het als nuttig worden beschouwd, dat thans omtrent het gedrag, de rijkwaliteiten en den te verwachten levens duur van een met groote zorg aangelegde ge fundeerde klinkerverharding op een belang rijken doorgaanden verbindingsweg een oordeel zal worden verkregen. De minister acht voorloopige voortzetting van onderhoud, verbetering en"aanleg van klin kerverhardingen, onder de bovengeschetste daarvoor passende omstandigheden, financieel en technisch verantwoord. Verbinding van wegen buiten Rotterdam. Een verbinding «n de wegen ten noorden en ten zuiden van Rotterdam buiten die stad om, is in studie. Deze verbinding zal echter voor het verkeer slechts van beteekenis wor den, v%nneer tevens de brug over de Nieuwe Maas bij Rotterdam zal zijn gebouwd. De Regeering wil de werkverruiming zoo veel mogelijk bevorderen door die werken te doen uitvoeren, welke zij economisch verant woord acht. Als zoodanig werd genoemd ver dere versnelling van den brugbouw over de groote rivieren. Zij heeft hierbij in het bijzon der op het oog de bruggen te Moerdijk, Dor drecht en Rotterdam voor de verbinding van Zuid-Holland met Noord-Brabant en Zeeland en de brug over de Noord voor de verbinding aan het groote wegennet van den Alblasser- waard. Nu het steeds moeilijker dreigt te worden uit de schatkist voorschotten aan het wegen fonds te geven, zou vermindering van de uit het wegenfonds te financieren werken naast verkleining der werkgelegenheid ook ten ge volge hebben, dat de oriënteering der zuidelijke provinciën op het overig Nederland belangrijk minder zou worden bevorderd dan bij bespoe digden brugbouw. De Regeering zoekt daarom een oplossing, waarbij voorloopig een kleiner beroep op het Wegenfonds wordt gedaan en waarbij de rente op de voor den bouw noodige meerdere geiden wordt gevonden uit een tolheffing. De ministerheeft dit vraagstuk in studie genomen en den uitslag van deze studie zal binnen niet te langen tijd aan de Kamer worden voorgelegd. Met Minister Reijmer valt te praten. Hij zou te goed van hart zijn om Financiën te be- heeren, want het doet deze excellentie te schrikkelijk zeer als de afgevaardigden teleur gestelde gezichten zetten. En als zij dan zóó somber kijken als ir. Albarda en met een motie komen of zóó dreigend spreken als ir. Bongaerts, dan schijnt Minister Reijmer te denken: „wat heb ik aan al die narigheid? De heeren doen net of ze alles beter weten dan ik en al mijn knappe departementale koppen, welnu, ze zullen hun zin hebben". En dan lacht de Kamer: „Alweer gelukt", knikken de leden elkaar toe en de Minister lacht op zijn beurt en zal wel denken: „wat zijn de lui toch lastig en hoe krijg ik 't eindcijfer van mijn begrooting toch kloppend Daar was vooreerst bij het mijnwezen de vermindering van het aantal arbeiderscontro leurs van 5 op 3. Ir. Bongaerts had er al tegen gewaarschuwd, de heeren Hermans en Drop deden het vanmiddag ook. In hoever de vei ligheid werkelijk wint bij de aanwezigheid van controleurs uit de arbeiders gekozen, is moei lijk te zeggen. De hoofdingenieur van het staatstoezicht achtte, blijkens een brief dien hij in het orgaan van den katholieken mijn- werkersbond schreef, de inkrimping gevaar lijk. Maar het gevaarlijke van het voorstel schijnt vooral van psychologischen aard te zijn: de mijnwerkers stellen nu eenmaal veel vertrouwen in hun controleerende collega's. En in hun gevaarlijk beroep is dat vertrouwen een geweldige factor. Men kan niet alles opofferen aan bezuini ging. Tot in zijn Memorie van Antwoord hield de Minister stand, maar, begrijpend, dat de Kamer de gevraagde inkrimping niet zou dulden, ging hij in een tweede nota van wijzi ging over stag. Zeer wijs in de gegeven om standigheden, maar de vraag rijst: Wie ad- viseeren toch zulke ondoorvoerbare dingen Zelfs in Duitschland heeft men, naar wij hoor den. aan zulke bezuinigingen niet gedacht. En daar Is het alles behalve pluis Duizenden zijn ontslagen en alleen in het Roergebied werden 113 mijnen stilgelegd. Henri Hermans gaf deze cijfers en wees er op, hoe ook ons mijnbedrijf volgens de M. v. A. op de be grooting hadden de Staatsmijnen op 1 Nov. j.l. 20.157 arbeiders in dienst blijvende belang stelling noodig heeft. Contingenteering van kolen vroeg deze afgevaardigde en de c.-h. heer Krijger dacht er evenzoo over. De heer Drop was minder zeker: hij moet rekening houden met de vrijhandelaars In de S.D.A.P. èn met de roode mijnwerkersorganisatie, die op dit punt immers van meening verschillen. Drop meende ook, dat de Nederlandsche mij nen in Frankrijk dumpten, maar ir. Bongaerts, die behalve lid van den Mijnraad tevens in Noord-Frankrijk goed bekend is, ontkende dit ten stelligste en wees er op, dat onze mijnen bij den verkoop een geweldigen voorsprong hebben door haar prima outillage, die haar tot goedkoope productie in staat stelt. Deze katholieke afgevaardigde zag voor de mijnen heil, iintdiien zij eigen verbinding met het water kregen en niet op genade of ongenade aan de spoorwegen waren overgeleverd. Bo vendien informeerde de heer Bongaerts be langstellend naar onze toekomstige export mogelijkheid naar Duitschland, terwijl Her mans, die ln de mijndirecties prijst, wat prij zenswaardig is, het terecht een beetje gek vond, dat in de huidige omstandigheden de contactcommissie gedurende 8 maanden niet vergaderde Ja, dit laatste vond de Minister ook vreemd. Veel meer kon hij er al niet van zeggen, daar hij geen rechtstreeksch zeggenschap over dit sociale instituut heeft. Loonsverlaging in de mijnen wordt nu niet overwogen; wel acht men meer Feierschichten voor de arbeiders nadeeliger dan loonsverla gingen. Vermoedelijk zuilen deze verklaringen moeten worden bezien in het licht der alge meene onzekerheid omtrent de toekomst van het mijnbedrijf dat momenteel nog vrij goed gaat, maar over welks toekomst men aller minst eensgezind optimistisch denkt. Nog dreigde een botsing tusschen Kamer en Regeering bij den kapitaaldienst voor Water staat. Hier was ook al bezuiniging de oorzaak van meeningsverschil en hier haalde de Mi nister eveneens bakzeil. Ir. Bongaerts had bij de algemeene beschouwingen reeds ernstig ge waarschuwd tegen een bezuiniging op de Twente-kanalen, waar de Minister een millioen wilde minderen, o.a. door 4% ton uit te spa ren op de sluizen, welke men kleiner zou aan leggen. De heer Bongaerts vond dat beslist verkeerd: dan liever in langzamer tempo werken, was zijn advies. Gisteren kwamen er van alle kanten nog meer protesteerders en de heer Albarda had al een amendement ingediend om de bespa ring in den voorgestelden vorm af te stemmen. Zonder twijfel zou dit amendement zijn aan genomen en daarom sloeg de Minister den door Ir. Bongaerts voorgestelden weg in. Hij beloofde het oorspronkelijk plan te handhaven, maar de verzekering dat de post niet verhoogd zou worden, houdt in, dat het werk dan ook in trager tempo uitgevoerd zal worden. Ir. Bongaerts heeft tenslotte nog willen zeg gen, dat de kanaalverbetering in Zuid-Beve land zeker geen verplichting ten opzichte van België beteekende. Maar, vroeg deze afgevaar digde, die de uitgaven daar nog al royaal vond. de werken hebben toch geen verdere strekking? De oud-Minister dacht blijkbaar aan de Antwerpen-Rijnverbinding. De Minister scheen het verband niet aan te nemen; in elk geval achtte de heer Krijger de uitgave, onaf hankelijk van een eventueele regeling met België, volkomen gerechtvaardigd. De begrooting van Waterstaat c.a. werden z.h.s. aangenomen. Dat mocht ook wel, nu de Minister zoo coulant was geweest. Nog even werd bij de Mijnbegrooting door den heer Krijger en den Minister wijlen Mgr. Nolens ge memoreerd. Het wetsontwerp der conventie, waarvoor Mgr. te Genève het laatst 't woord voerde, bereikte dezer dagen de Kamer. Hr. Ms. VAN NES. Blijkens een bij het Departement van De fensie ontvangen bericht is Hms. „Van Nes" onder bevel van den luitenant ter zee der le klasse J. C. A. Scholte den 16en dezer van de oefeningsreis In Curacao teruggekeerd. DE „GOUDEN LEEUW". Hr. Ms. „Gouden Leeuw", ouder bevel van den luitenant ter zee der le klasse J. J. A. van Staveren, is gisteren van Algiers vertrokken fer voortzetting van de reis naar Oost-Indië. „LLOYD RAPIDE" De boottrein van het m.s. Indrapoera, dat hedenmorgen te 7 uur in Marseille werd ver wacht, zal morgen om 7.16 uur in Roosendaal, 8.51 uur te Rotterdam D. P. en 9.28 uur tg 's Gravenhage (H.S.M.) arriveeren. Te Weert Is ook diphterltis uitgebroken. Er kwamen nog geen sterfgevallen voor. Tenslott# zijn alle voorzorgsmaatregelen door de over heid getroffen. Alle scholen zijn vanaf heden gesloten. Autoriteiten aan boord van den nieuwen Amsterdamschen ijsbreker „Ijsbeer" -tij- dens den proeftocht.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 5