HET LEEKENTOONEEL.
LEZERS VAN ONS BLAD.
GEADVERTEERDE ARTIKELEN.
TWEEDE KAMER AANVAARDT WATERSTAAT
DINSDAG 20 DECEMBER 1432
MAX EN ZIJN VRIENDEN.
WEGEN NAAR EEN ORGANISCHEN
OPBOUW.
PHOHI-ZENDER.
Met Kerstklanken geopend.
KERSTPAKKETTEN NAAR
DUITSCHLAND.
NIEUWE RIJKSWEG TUSSCHEN
OVERSLAG EN DELFT.
WINKELSLUITINGSWET EN
WERKTIJDENBESLUIT.
VOOR DE KERSTMIS-PERIODE
EN OUDEJAAR.
WINKELSLUITING.
ARBEIDS- EN RUSTTIJDEN
AUTOMAAT DIE GEEN AUTOMAAT IS
Jodocws.
BEGROOTING WEGENFONDS 1933
Zooveel mogelijk dienstbaar aan de
werkloosheidbestrijding.
MIJNBEGROOTING EN TWENTE-
RIJN-KANAAL.
DIPHTERITIS.
Moderne kooplieden geven door hunne advertentiën
in de dagbladen blijk, met hunne aanbiedingen de
concurrentie het hoofd te kunnen bieden.
Zij treden met hunne producten en de prijzen, welke
zij er voor rekenen, openlijk op en leveren hierdoor
het bewijs, aan het publiek de beslissing in daden
van koop te durven overlaten.
De meest geadverteerde goederen vinden den groot
sten aftrek. Zij zijn bijna altijd de beste en de goed
koopste. Koopt dus uitsluitend
II (slot.)
De uitgave van bruikbare speelteksten is
voorwaarde om tot goed leekentooneel te ko
men, maar het is daarmee nog met meteen
verkregen. Er doemt daarachter nog een klei
ne reeks kwesties op, die eerst om oplossing
vragen: de vorming n.l. van spelleiders, spelers
en publiek.
Niet ahijd zal de auteur lust en geschiktheid
bebben om zich met de spelleiding in te laten
en strikt genomen reikt zijn taak ook niet zoo
ver. Hij kan zich beperken tot tèoneel-aanwij
zingen, hij kan verder gaan en pogen den regis
seur van zijn denkbeelden voor de opvoering
te doordringen. Voor de practijk van de spel
leiding zelf zal hij niet altijd geroepen zijn.
Gaan zijn aspiraties toch uit naar meer ac
tieve deelname in de scenische uitwerking, dan
is eèn nauw contact tusschen auteur en regis
seur ideaal, vooral indien eventueel een musi
cus, een beeldend kunstenaar, een volksdans-
leider mede de opvoering helpen tot stand
brengen. De verschillende elementen van het
spel hebben elk hun recht en'evenmin als de
tekst, mag de kleur of de beweging als bij
komstig worden behandeld. Juist in de vervol
maakte harmonie van de samenstemmende
deelen moet de schoonheid gezocht worden.
Het spelen is dus al evenmin eenvoudig als
het schrijven, de practijk van het leekentooneel
vraagt nog moeizaam pionierswerk, waar niet
te licht over gedacht moet worden. Dat één
jèugdörganisatie als door een wonder dingen
tot stand wist te brengen, die anders eerst na
vele jaren van zoeken en probeeren plegen
bereikt te worden, wil nog niet zeggen, dat het
nu overal manna zal gaan regenen. Het is hier
een kwestie van talent en middelen, die allebei
even zeldzaam zijn.
In het algemeen zal het leekentooneel gelei
delijk moeten groeien, liefst in verspreide cen
tra, waar de condities aanwezig zijn voor
eenige bewegingsvrijheid. Het is geen zaak om
acceptabele speelteksten nu ook maar meteen,
mir nichts dir nichts, links en rechts ter be
schikking te stellen, maar het gaat erom ze
allereerst dèAr uit te brengen, waar een opvoe
ring van kwaliteit tot de mogelijkheden be
hoort.
Dit klinkt eenigszins hard tegenover een fi
guur, dien we zullen noemen: den zwoegenden
kapelaan. De zwoegende kapelaan op een klei
ne plaats, die met zijn tooneelclub een avond
moet geven en snakt naar een behoorlijk stuk,
dient de belangstelling te hebben en te hou
den. Maar het is de vraag of hij nu reeds ge
holpen kan worden, het is de vraag of een
beter genre stukken kan worden toevertrouwd
aan speelgroepen, die er nog niet rijp voor zijn.
Wij meenen, dat een te groote toeschietelijk
heid op dit punt noodlottig kan worden en de
leekenspel-beweging kan schaden. Het is beter
dat er een slechte tekst verknoeid wordt dan
een goede; een publiek moet niet bij voorbaat
afkeerig gemaakt worden van het nieuwe door
het te geven in een onbevredigenden on-adae-
quaten vorm.
De zwoegende kapelaan is dus voor het
oogenblik nog niet te helpen (in het algemeen
gesproken), hoe jammer dat ook voor hem is.
De belangen van de beweging als geheel vragen
een zekere concentratie van krachten en t.z.t.
een bescherming van de speelteksten buiten de
bevoegde milieu's.
Organische opbouw van het leekentooneel
brengt mee, dat de ontwikkeling van bepaalde
centra uitgaat, waar dan de krachten uit de
kleinere plaatsen en uit de kringen met ge
ringere hulpmiddelen door „zien" en mee
maken kunnen worden op weg geholpen en
gevormd. Door navolging en overname kunnen
zij aldus vooruitkomen. Want dat zij een lei
ding vinden die zelfstandig met hen tot daden
komt (zooals Joep Nicolas met zijn dorpelin
gen) zal uitzondering blijven.
Een algemeens adviseerende en leiding-ge
vende- instantie kan voor het leekenspel zonder
twijfel nuttig werk doen. Maar meer dan van
een „werkgemeenschap" die het geheele land
zou hebben te overzien, verwachten wij van
arbeidskernen, die plaatselijk werkzaam zijn
en hun activiteit over een ruira gebied laten
uitstralen. Deze arbeidskernen dienen gevormd
te worden uit kunstenaars (schrijvers, schil
ders, architecten, musici, ook gymnastiek- en
sportleiders), die zich aan dat werk willen ge
ven en er de geschiktheid voor hebben. Zij.
zullen het vruchtbaarst kunnen werken als zij
verbonden zijn aan de groote organisaties of
daar zijn in-gebouwd. Met deze organisaties
zjjn alleen die van jongeren bedoeld, want het
lijkt ons niet waarschijnlijk dat met de vol
wassenen op dit gebied nog iets te bereiken
valt. Daarvoor zou een strijd en inspanning ge.
vorderd worden die beter in andere richting
kan worden aangewend. Deze plaatselijke ar-
:-S
Rouivvuantje van Joanna Wichmann, op
de tentoonstelling in het Instituut voor
Kerkelijke Kunst te Amsterdam,
beidskernen, die hun invloed streeksgewijze
laten gelden, kunnen onderling contact vinden
in een raadgevend lichaam voor het heele
land.
Met deze actieve centra is het best die bodem
verbondenheid gewaarborgd, die wij voor het
leekenspel van zeer groote beteekenis achten.
Ideaal is inderdaad dat de schrijver de troep
kent waarvoor hij schrijft, dat de musicus het
ensemble kent waarvoor hij componeert, dat
de schilder het tooneel kent waarop zijn decors
het zullen moeten doen, dat zij alle drie (vier,
vijf) ingeburgerd zijn in een stad, in een streek,
in een vereeniging, dat zij de menschen ken
nen met wie en vóór wie zij werken en aldus
van nature den „toon" weten te vatten die een
zeker publiek noodzakelijk treffen moet. Deze
bekendheid met milieu en sfeer werkt ook
creatief sterk stimuleerend.
Dit wil niet zeggen, dat een goed stuk ook
niet elders en onder andere leiding kan wor
den gespeeld. Integendeel, het is heel goed
denkbaar, dat een voorstelling, na betaald leer
geld, bij overplanting nog winnen zal. Ook
is een algemeene, reizende troep een zeer waar
deerlijk bezit, om nu hier, dan daar, leering
te geven, een model te bieden, richting te wij
zen. Maar een eerste sprong zal telkens het
veiligst genomen worden in de centra, waar
de condities het gunstigst zijn. Op het aldus
bereikte kan gemakkelijk elders worden voort
gebouwd.
Tot slot de vraag: zullen de organisaties
dezen weg op willen Het zal afgewacht moe
ten worden. Wij hebben vertrouwen in den
natuurlijken wedijver, die het léekenspel voor
uit moet brengen, en in de waaksche en Scher
pe critlek, die het onwaardige langzamerhand
moet doen sterven aan eigen belachelijkheid.
Kesumeerende komen we dus tot de volgende
punten:
Wil het leekenspel boven een particuliere
liefhebberij uitkomen, dan zal het door de
groote organisaties, vooral van Jongeren, be
oefend moeten worden. Daartoe hebben zij de
hulp van kunstenaars, op de eerste plaats van
schrijvers noodig, die zich liefst plaatselijk in
nauw contact met de organisaties groepeeren.
Vanuit deze centra wordt geleidelijk ingewerkt
op de tooneelbeoefening van een geheele streek.
De aldus gevormde arbeidskernen staan In
contact met een meer algemeen organisme (van
een „werkgemeenschap" is gesproken), dat ad-
viseerend en leidend optreedt. Een troep lee-
kenspelers ter beschikking van deze hoogere
instantie kan met in vollen zin voorbeeldige
opvoeringen stimuleerend en richtinggevend
werken.
Deze punten zouden nog een nadere uitwer
king behoeven dan er hier aan gegeven kon
worden. Daarmee zou echter het kader van een
dagblad-beschouwing al te zeer worden over
schreden.
JAN N.
Zaterdag zal de Phoni-zender, na de tot
stand gekomen overeenkomst tusschen regee
ring en omroepen, wederom in gebruii^yor-
den genomen.
Bij deze eerste uitzending zal bet Kerstcon
cert, dat de heer J. Vincent 's avonds van 9
tot 10 uur op het Paleiscarillon in Amsterdam
geeft, worden uitgezonden naar Oost- en West-
Indië.
Mogen het voor den zender symbolische
klanken zijn.
I
Denkt om het invoerrecht.
In verband met de naderende feestdagen zul
len weder vele postpakketten naar Duitschland
worden verzonden. Voor zoover deze pakketten
tabakswaren of genaaide geweven goederen
(zooals geheel of gedeeltelijk afgewerkte kle
dingstukken, sofakussens, theemutsen, hand
werken e.d.) bevatten, wordt de aandacht erop
gevestigd, dat voor deze artikelen in Duitsch
land een hoog Invoerrecht wordt geheven voor
54 per kg. en voor genaaide goederen van
24 per kg.
Deze invoerrechten komen bij franco-verzen
ding ten laste van den afzender, zoodat deze
achteraf nog een belangrijk bedrag mpet bij
passen en in de andere gevallen voor rekening
van den geadresseerde die op deze wijze voor
het pakket soms meer dan de waarde moet be
talen.
Men zal derhalve goed doen met deze om
standigheden terdege rekening te houden.
Voor het verkeer opengesteld.
De nieuwe rijksweg tusschen Overslag, nabij
de Zwet en Delft, zal Dinsdagmorgen om 10
nur voor het verkeer worden opengesteld. Voor
lopig mag de weg alleen gebruikt worden in
de richting van Rotterdam naar Delft.
ONZE PRIJSPUZZLE.
de opgave van de puzzle 27 (Zuid-Holland-
Pizzle) is nr. 34 (horizontaal) onder plaatsen
Plaats van onder wateren verzeild geraakt.
bepaling „nabij Gouda" blijft gehand
haafd.
DE TOESTAND IN DEN SCHOENHANDEL
I" Den Haag had onder voorzitterschap van
den heer Polak, leider van het Crisis In- en
Uitvoerbureau, een bespreking plaats waarbij
aanwezig waren de heeren Jos. de Pont, voor
zitter, C. Raming (Timtur) en J. Warners
(Hevea), bestuurderen der Federatie van Ned.
Schoenfabrikanten, alsmede M. Drukker en
J. A. Melhado, bestuurderen van de Ned. Ver.
van grossiers en agenten in buitenlandsch
schoenwerk.
In den breede werden besproken de diverse
bepalingen in verband met de contingentee-
rine alsook de verschillende artikelen. Ook
werd gewezen op het feit, dat alleen de agen-
en in buitenlandsch schoenwerk de dupe
v ordeti Van (je COntingenteeringsmaatregelen.
Verder
werd de toestand in de schoenbranche
besproken, terwijl in principe wérd besloten
o samenwerking ter verkrijging van een be
teren toestand in den schoenhandel.
FRITS MONDRIAAN t-
De „N.R.Ct." meldt het overlijden van Frits
Mondriaan, den schilder van landschappen en
binnenhuizen in den trant van de Haagsche
School, Frits Mondriaan is in 1853 in Den Haag
geboren en woonde te Rijswijk.
In verband met het naderen van Kerstmis
en Oudejaar wordt onder de aandacht van
belanghebbenden gebracht, dat voor het win
kelbedrijf dan de volgende regelingen zullen
gelden
Van 18 tot en met 24 December mogen alle
winkels geopend zijn tot 10 uur n.m. Tweede
Kerstdag (26 December) valt op Maandag en
mogen de winkels dus den geheelen dag, tot
8 uur n.m. geopend zijn.
Bovendien mogen bloemenwinkels op 130
December tot 10 uur n.m. geopend zijn.
In afwijking van de regeling, welke gedu
rende vorige jaren onder het oude Winkel
werktijdenbesluit gold, kan thans gebruik ge
maakt worden van de volgende faciliteiten,
welke het nieuwe Werktijdenbesluit toestaat:
In afwijking van den normalen arbeidstijd
van 9 hit uur per dag en 53 uren per 'week, mag
In winkels door winkelpersoneel van 18 jaar
of ouder arbeid verricht worden gedurende 11
uren per dag en 62 uren per week op alle
werkdagen in het tijdvak van 18 tot en met
24 December. Een verplichte nachtrust van
minstens 9 uren moet daarbij in acht genomen
worden.
Tevens mag in hetzelfde tijdvak voor deze
arbeiders afgeweken worden van het verbod
van arbeiden na 8% uur n.m.. mits niet later
wordt gewerkt dan een half uur na het tijd
stip, waarop de winkels voor het publiek ge
sloten moeten zijn (dat is dus niet later dan
half 11).
Personen beneden den leeftijd van 18 jaar
mogen echter geen arbeid verrichten vóór 8
uur v.m. en na 8 uur n.m.
Winkelpersoneel boven 18-jarigen leeftijd mag
bovendien, in afwijking van de normale arbeids-
en rusttijdregeling, in de ondergenoerpde bran
ches arbeid verrichten als volgt
Winkels in brood, banket,
suikerwerk en chocolade.
op 24- December gedurende ten hoogste 14
uren per dag,
op 31 December gedurende ten hoogste 13
uren en
in de week, waarin 31 December valt, gedu-
rende ten hoogste 62 uren.
Bloemenwinkels.
op 22, 23, 24 en 30 December gedurende ten
hoogste 14 uren per dag, en
in de week, waarin 30 December valt, gedu
rende ten hoogste 62 uren.
Vischwinkels.
op 30 December gedurende ten hoogste 11
uren,
op 31 December gedurende ten hoogste 14
uren, en
in de week, waarin 31 December valt, gedu
rende ten hoogste 62 uren.
Slagerswinkels.
op 31 December gedurende ten hoogste 11
uren (dit geldt ook voor winkels in vleesch-
waren).
Bijzondere administratieve
voorschriften.
Tijdelijke afwijkingen van de arbeidslijst, in
verband met vorenstaande uitzonderingsrege
ling, kunnen ingevolge artikel 25 van het Win-,
keiwerktijdenbesluit worden aangegeven door
vermelding van de voor die dagen geldende
regeling op een geschrift, dat door den patroon
of den bevoegden chef wordt onderteekend en
naast de arbeidslijst wordt gehangen. Inzending
van nieuwe arbeidslijsten voor die enkele dagen
is dus overbodig. Afschrift van het zoo juist
genoemde geschrift behoeft niet aan de Ar
beidsinspectie te worden gezonden.
Het geval Jamin te 's-Gravenliage.
De Hooge Raad heeft gisteren behandeld het
cassatie beroep van den heer Jamin, die terecht
heeft gestaan voor den Kantonrechter te 's Gra
ven hage wegens het op Zondagmiddag om 4
uur geopend hebben van liet filiaal in de Vla
mingstraat te 's Gravenhage, in strijd met een
gemeentelijke verordening, die krachtens art.
9 der Winkelsluitingswet bepaalt dat Koek- en
banketwinkels in 's Gravenhage des Zondags
alleen geopend mogen zijn van io tot 2 uur.
Art. 4 der wet bepaalt, dat deze winkels op
Zondag geopend mogen zijn tusschen 9 en 8 uur
gedurende 4 achtereen volgende uren. Art. 9
geeft echter aan de gemeenten het recht rege
len te stellen indien bijzondere omstandigheden
afwijkingen van art. 4 gewenscht maken. De
Haagsche raad heeft art. 9 toegepast, doclh vol.
gens verdachte ten onrechte omdat het motief
daartoe was het bestaan in Den Haag van zoo
vele filialen, hetgeen voigens verdachte geen
bijzondere omstandigheid is, doch één die zich
in alle groote gemeenten voordoet.
De Kantion reel: (ter veroordeelde verdachte
tot i boete, doch de rechtbank ontsloeg hem
van rechtsvervolging, tegen welk vonnis de
officier van Justitie cassatie aanteekende.
Mr. Hoogeweegen uit Rotterdam sprak heden
voor den Hoogen Raad dit beroep tegen.
De Procureur-Generaal bij den Hoogen Raad
wees op een belangrijke vormfout in het vonnis
van de rechtbank en zeide ten aanzien van
liet princiepe, dat hij het eens is met den Offi
cier van Justitie. Blijkens mededeeling van
den minister in de Tweede Kamer moet de toe
passing van art. 9 ruim opgevat worden. Het is
niet noodig, dat bij toepassing daarvan zich een
exceptioneel geval voordoet in dien zin dat dit
geval zich elders niet kan voordoen. Werd art.
9 hier niet toegepast, dan zou een bepaald win
kelbedrijf den geheelen dag open kunnen zijn.
De proe. generaal concludeerde tot vernietiging
van het vonnis en tot verwijzing der zaak naar
het gerechtshof te 's Gravenhage.
De Hooge Raad zal op 16 Januari arrest wij-
Sigaretten op den loopenden band.
De sigarenwinkelier v. R. in de Wagenstraat
te 's Gravenhage bediende zijn klanten in
sluitingstijd door doosjes sigaretten op een loo
penden band te plaatsen en zoodoende de klan
ten, die buiten de deur bleven, bereikte. Kan
tonrechter zoowel als rechtbank te 's Graven
hage maakten uit, dat dit toestel geen auto
maat is en veroordeelden v. R. tot een geld
boete.
De procureur-generaal bij den Hoogen Raad
concludeerde gisteren tot verwerping. Arrest
2 Januari.
P. J. ARENDZEN t.
Gemeld wordt, dat te Londen op 86-jarigen
leeftijd is overleden de destijds ook hier zeer
bekende etser P. J. Arendzen.
In Amsterdam geboren vertrok hij in 1873
naar Engeland waar hij zich vestigde. Zijn
bekende etsen ondervonden groote belangstel
ling. Zijn werk is o.a. geplaatst in het Bucking
ham Fa&ce en het Windsor Castle.
460. Allen zijn nu zooveel beter, dat zij
in bed mogen opzitten, ook J. Deze trekt
een erg berouwvol gezicht.
461. Opeens zegt hij tot Petronella: „Je 462. Allen juichen hem om dit goede be-
bent zoo vriendelijk voor mij geweest. Ik sluit hartelijk toe. Laat ons hopen dat het
zal mijn leven verbeteren, en een brave, niet bij het voornemen blijft. Maar een
hond trachten te worden." hond, die Jodoeus heet, kon niet altijd
slecht blijven.
Aanleg van groote wegen vooreerst
in het Westen en midden van
het land.
Aan de Memorie van Antwoord aan de
Tweede Kamer wordt het volgende ontleend:
Het is de bedoeling, zoodra de tegenwoor
dige economische moeilijkheden zullen zijn
overwonnen, de bijdragen aan het Wegen
fonds weer te verhoogen tot een bedrag, dat
als normaal kan worden beschouwd; bovendien
kan hetgeen thans, naar moet worden aange
nomen, te weinig aan het Wegenfonds wordt
uitgekeerd, in volgende jaren aan het fonds
worden vergoed.
Voor zooveel den aanleg van groote wegen
betreft is de aandacht in de eerste plaats ge
vestigd op het Westen en het midden van
het land. Naast deze groote werken worden
echter allerwegen in het land verbeterings-
werken aan bestaande wegen uitgevoerd en de
minister is gaarne bereid te bevorderen, dat
deze werken zooveel mogelijk dienstbaar zul
len worden gemaakt aan bestrijding van werk
loosheid.
De uit deze wijze van werken voortvloeiende
verhooging van kosten zal echter niet mogen
komen ten laste van het-Wegenfonds, doch
moeten worden gedragen door het departement
van Binnenlandsche Zaken.
Bij de uitvoering van het Rijkswegenplan
streeft de minister er naar in de eerste plaats
die werken uit te voeren, welke in verhouding
tot de daaraan te besteden kosten het meeste
nut afwerpen. Daaronder valt zeker de ver
vanging van verschillende gelijkvloersche krui
singen met druk bereden spoorwegbaanvak
ken door viaducten of onderdoorgangen.
Het ligt in het voornemen bij den aanleg van
primaire wegen gelijkvloersche kruisingen met
spoorwegen en andere wegen, indien de inten
siteit. en de aard van het verkeer daartoe aan
leiding geven, zooveel mogelijk te vermijden.
Het dichte net van wegen in Nederland en de
gesteldheid van den bodem maken echter, dat
gelijkvloersche kruisingen met gewone wegen
op verschillende plaatsen noodig blijven, wil
men geen onevenredig hooge kosten besteden.
Klinker- en asfaltwegen.
Wat de kosten bij de keuze tusschen klin
ker- en asfaltverbarding betreft, deelt de mi
nister de meening, dat uit dat oogpunt bij de
tegenwoordige prijzen in het algemeen asfalt
de voorkeur zou verdienen boven klinkers. Er
doet zich echter bij den wegenaanleg door het
Rijk de bijzondere omstandigheid voor, dat op
het in den aanvang van 1931 met de N.V. de
Vlamovenstraatklinker gesloten contract voor
levering van ten minste 25 millioen klinkers
Per jaar in de jaren 1931 tot en met 1934 en
in 1932 een aanzienlijke prijsvermindering kon
worden verkregen, indien de in de jaren 1932
tot en met 1934 aan te schaffen minimum hoe
veelheid van 75 millioen klinkers kon worden
verhoogd tot 130 millioen.
Door deze regeling, welke in een contract
wijziging is vastgelegd kon de vermeerdering
met 55 millioen klinkers voor een prijs wor
den verkregen, waardoor in verschillende ge
vallen klinkerverharding wat de kosten aan
gaat gelijk aan of lager zou zijn dan asfaltver-
harding.
Op geheel nieuw aan te leggen wegen wordt
klinkerbestrating ook voor den nieuwen prijs
in het algemeen duurder dan cementbeton of
asfaltbeton en dit verschil wordt grooter als
de klinkerverharding, zooals op een nieuwen
weg wenschelijk is, op fundeering wordt aan
gelegd. Hoewel de prijs van deze verharding
aanmerkelijk hooger is dan die van een weg
dek van grof asfaltbeton op fundeering of een
van cementbeton, moet het als nuttig worden
beschouwd, dat thans omtrent het gedrag, de
rijkwaliteiten en den te verwachten levens
duur van een met groote zorg aangelegde ge
fundeerde klinkerverharding op een belang
rijken doorgaanden verbindingsweg een oordeel
zal worden verkregen.
De minister acht voorloopige voortzetting
van onderhoud, verbetering en"aanleg van klin
kerverhardingen, onder de bovengeschetste
daarvoor passende omstandigheden, financieel
en technisch verantwoord.
Verbinding van wegen buiten
Rotterdam.
Een verbinding «n de wegen ten noorden
en ten zuiden van Rotterdam buiten die stad
om, is in studie. Deze verbinding zal echter
voor het verkeer slechts van beteekenis wor
den, v%nneer tevens de brug over de Nieuwe
Maas bij Rotterdam zal zijn gebouwd.
De Regeering wil de werkverruiming zoo
veel mogelijk bevorderen door die werken te
doen uitvoeren, welke zij economisch verant
woord acht. Als zoodanig werd genoemd ver
dere versnelling van den brugbouw over de
groote rivieren. Zij heeft hierbij in het bijzon
der op het oog de bruggen te Moerdijk, Dor
drecht en Rotterdam voor de verbinding van
Zuid-Holland met Noord-Brabant en Zeeland
en de brug over de Noord voor de verbinding
aan het groote wegennet van den Alblasser-
waard.
Nu het steeds moeilijker dreigt te worden
uit de schatkist voorschotten aan het wegen
fonds te geven, zou vermindering van de uit
het wegenfonds te financieren werken naast
verkleining der werkgelegenheid ook ten ge
volge hebben, dat de oriënteering der zuidelijke
provinciën op het overig Nederland belangrijk
minder zou worden bevorderd dan bij bespoe
digden brugbouw.
De Regeering zoekt daarom een oplossing,
waarbij voorloopig een kleiner beroep op het
Wegenfonds wordt gedaan en waarbij de rente
op de voor den bouw noodige meerdere geiden
wordt gevonden uit een tolheffing.
De ministerheeft dit vraagstuk in studie
genomen en den uitslag van deze studie zal
binnen niet te langen tijd aan de Kamer worden
voorgelegd.
Met Minister Reijmer valt te praten. Hij zou
te goed van hart zijn om Financiën te be-
heeren, want het doet deze excellentie te
schrikkelijk zeer als de afgevaardigden teleur
gestelde gezichten zetten. En als zij dan zóó
somber kijken als ir. Albarda en met een
motie komen of zóó dreigend spreken als ir.
Bongaerts, dan schijnt Minister Reijmer te
denken: „wat heb ik aan al die narigheid? De
heeren doen net of ze alles beter weten dan
ik en al mijn knappe departementale koppen,
welnu, ze zullen hun zin hebben". En dan
lacht de Kamer: „Alweer gelukt", knikken de
leden elkaar toe en de Minister lacht op zijn
beurt en zal wel denken: „wat zijn de lui toch
lastig en hoe krijg ik 't eindcijfer van mijn
begrooting toch kloppend
Daar was vooreerst bij het mijnwezen de
vermindering van het aantal arbeiderscontro
leurs van 5 op 3. Ir. Bongaerts had er al tegen
gewaarschuwd, de heeren Hermans en Drop
deden het vanmiddag ook. In hoever de vei
ligheid werkelijk wint bij de aanwezigheid van
controleurs uit de arbeiders gekozen, is moei
lijk te zeggen. De hoofdingenieur van het
staatstoezicht achtte, blijkens een brief dien
hij in het orgaan van den katholieken mijn-
werkersbond schreef, de inkrimping gevaar
lijk. Maar het gevaarlijke van het voorstel
schijnt vooral van psychologischen aard te
zijn: de mijnwerkers stellen nu eenmaal veel
vertrouwen in hun controleerende collega's.
En in hun gevaarlijk beroep is dat vertrouwen
een geweldige factor.
Men kan niet alles opofferen aan bezuini
ging. Tot in zijn Memorie van Antwoord hield
de Minister stand, maar, begrijpend, dat de
Kamer de gevraagde inkrimping niet zou
dulden, ging hij in een tweede nota van wijzi
ging over stag. Zeer wijs in de gegeven om
standigheden, maar de vraag rijst: Wie ad-
viseeren toch zulke ondoorvoerbare dingen
Zelfs in Duitschland heeft men, naar wij hoor
den. aan zulke bezuinigingen niet gedacht. En
daar Is het alles behalve pluis Duizenden
zijn ontslagen en alleen in het Roergebied
werden 113 mijnen stilgelegd. Henri Hermans
gaf deze cijfers en wees er op, hoe ook ons
mijnbedrijf volgens de M. v. A. op de be
grooting hadden de Staatsmijnen op 1 Nov. j.l.
20.157 arbeiders in dienst blijvende belang
stelling noodig heeft. Contingenteering van
kolen vroeg deze afgevaardigde en de c.-h.
heer Krijger dacht er evenzoo over. De heer
Drop was minder zeker: hij moet rekening
houden met de vrijhandelaars In de S.D.A.P.
èn met de roode mijnwerkersorganisatie, die
op dit punt immers van meening verschillen.
Drop meende ook, dat de Nederlandsche mij
nen in Frankrijk dumpten, maar ir. Bongaerts,
die behalve lid van den Mijnraad tevens in
Noord-Frankrijk goed bekend is, ontkende dit
ten stelligste en wees er op, dat onze mijnen
bij den verkoop een geweldigen voorsprong
hebben door haar prima outillage, die haar
tot goedkoope productie in staat stelt. Deze
katholieke afgevaardigde zag voor de mijnen
heil, iintdiien zij eigen verbinding met het
water kregen en niet op genade of ongenade
aan de spoorwegen waren overgeleverd. Bo
vendien informeerde de heer Bongaerts be
langstellend naar onze toekomstige export
mogelijkheid naar Duitschland, terwijl Her
mans, die ln de mijndirecties prijst, wat prij
zenswaardig is, het terecht een beetje gek
vond, dat in de huidige omstandigheden de
contactcommissie gedurende 8 maanden niet
vergaderde
Ja, dit laatste vond de Minister ook vreemd.
Veel meer kon hij er al niet van zeggen, daar
hij geen rechtstreeksch zeggenschap over dit
sociale instituut heeft.
Loonsverlaging in de mijnen wordt nu niet
overwogen; wel acht men meer Feierschichten
voor de arbeiders nadeeliger dan loonsverla
gingen. Vermoedelijk zuilen deze verklaringen
moeten worden bezien in het licht der alge
meene onzekerheid omtrent de toekomst van
het mijnbedrijf dat momenteel nog vrij goed
gaat, maar over welks toekomst men aller
minst eensgezind optimistisch denkt.
Nog dreigde een botsing tusschen Kamer en
Regeering bij den kapitaaldienst voor Water
staat. Hier was ook al bezuiniging de oorzaak
van meeningsverschil en hier haalde de Mi
nister eveneens bakzeil. Ir. Bongaerts had bij
de algemeene beschouwingen reeds ernstig ge
waarschuwd tegen een bezuiniging op de
Twente-kanalen, waar de Minister een millioen
wilde minderen, o.a. door 4% ton uit te spa
ren op de sluizen, welke men kleiner zou aan
leggen. De heer Bongaerts vond dat beslist
verkeerd: dan liever in langzamer tempo
werken, was zijn advies.
Gisteren kwamen er van alle kanten nog
meer protesteerders en de heer Albarda had
al een amendement ingediend om de bespa
ring in den voorgestelden vorm af te stemmen.
Zonder twijfel zou dit amendement zijn aan
genomen en daarom sloeg de Minister den
door Ir. Bongaerts voorgestelden weg in. Hij
beloofde het oorspronkelijk plan te handhaven,
maar de verzekering dat de post niet verhoogd
zou worden, houdt in, dat het werk dan ook
in trager tempo uitgevoerd zal worden.
Ir. Bongaerts heeft tenslotte nog willen zeg
gen, dat de kanaalverbetering in Zuid-Beve
land zeker geen verplichting ten opzichte van
België beteekende. Maar, vroeg deze afgevaar
digde, die de uitgaven daar nog al royaal
vond. de werken hebben toch geen verdere
strekking? De oud-Minister dacht blijkbaar
aan de Antwerpen-Rijnverbinding. De Minister
scheen het verband niet aan te nemen; in elk
geval achtte de heer Krijger de uitgave, onaf
hankelijk van een eventueele regeling met
België, volkomen gerechtvaardigd.
De begrooting van Waterstaat c.a. werden
z.h.s. aangenomen. Dat mocht ook wel, nu de
Minister zoo coulant was geweest. Nog even
werd bij de Mijnbegrooting door den heer
Krijger en den Minister wijlen Mgr. Nolens ge
memoreerd. Het wetsontwerp der conventie,
waarvoor Mgr. te Genève het laatst 't woord
voerde, bereikte dezer dagen de Kamer.
Hr. Ms. VAN NES.
Blijkens een bij het Departement van De
fensie ontvangen bericht is Hms. „Van Nes"
onder bevel van den luitenant ter zee der le
klasse J. C. A. Scholte den 16en dezer van de
oefeningsreis In Curacao teruggekeerd.
DE „GOUDEN LEEUW".
Hr. Ms. „Gouden Leeuw", ouder bevel van
den luitenant ter zee der le klasse J. J. A. van
Staveren, is gisteren van Algiers vertrokken fer
voortzetting van de reis naar Oost-Indië.
„LLOYD RAPIDE"
De boottrein van het m.s. Indrapoera, dat
hedenmorgen te 7 uur in Marseille werd ver
wacht, zal morgen om 7.16 uur in Roosendaal,
8.51 uur te Rotterdam D. P. en 9.28 uur tg
's Gravenhage (H.S.M.) arriveeren.
Te Weert Is ook diphterltis uitgebroken. Er
kwamen nog geen sterfgevallen voor. Tenslott#
zijn alle voorzorgsmaatregelen door de over
heid getroffen.
Alle scholen zijn vanaf heden gesloten.
Autoriteiten aan boord van den nieuwen
Amsterdamschen ijsbreker „Ijsbeer" -tij-
dens den proeftocht.