1
NAAR NED.-INDIE TE WATER EN
DOOR DE LUCHT.
TWEEDE KAMER AANVAARDT DE
ONDERWIJSBEGROOTING.
EERSTE KAMER AANVAARDT TARIEF-
VERHOOGING EN SUIKERACCIJNS.
VRIJDAG 23 DECEMBER 1932
BEZUINIGINGS-
CENTRALISATIE.
ZIJN VRIJENDEN.
BIJ DE RECHTERLIJKE
MACHT.
REIZEN MET ZEPPELIN-LUCHT-
SCHEPEN.
De exploitatie met zeeschepen,
luchtschepen en vliegtuigen.
&7
Sneeuwballen gooien.
JUBILE BROEDER ILDEFONS TE
HAARLEM.
KOLONEL J. VERMEER f.
DE BOSSCHE KWEEKSCHOOL
OPGEHEVEN.
Vergadering van Donderdag
MINISTER DE GEER'S VER-
DEDIGING.
STEUN AAN DEN TUINBOUW.
Vergadering van Donderdag
CENTRALE COMMISSIE VOOR DE
FILMKEURING.
J
De Kantongerechten.
De minister doet concessies: het voorstel
tot opheffing van de rechtbanken te Alk
maar, Almelo en Roermond wordt voor-
loopig ingetrokken, terwijl de ontwerpen
voorts in zooverre gewijzigd zijn, dat 40 m
stede van 48 kantongerechten worden op-
geheven.
Met bezorgdheid hebben de tegenstanders-
der centralisatie-ontwapen thans af te
wachten, of de leden der Tweede Kamer,
die in het voorloopig verslag aan hun grie
ven uiting hebben gegeven, zich met deze
aalmoes tevreden zullen laten stellen.
Immers blijven in beginsel de bezwaren
tegen de ingediende ontwerpen even ernstig
na als vóór de concessies. Het is ook uit
de Memorie van Antwoord weer sterk ge
bleken dat, al moge dan de bezuinigingsvaan
zijn geheven, hoofddrijfveer is het streven
naar centralisatie. De concessies dragen een
voorloopig karakter en, te meer nu de
weigering der Kamer in 1924 om meerdere
rechtbanken dan Zierikzee en Heerenveen
op te heffen, geen beletsel is gebleken, om
enkele jaren later de opheffing van liefst
zeven rechtbanken voor te stellen, het valt
te duchten, dat de tot centralisatie drijven
de krachten binnen afzienbaren tijd het
offensief op de rechtbanken in de kleine
steden zullen herhalen om dan, als de
rechtbanken tot steeds kleiner aantal zu -
len zijn beperkt, te komen tot het Haagsche
idéaal van één Hof van Appèl in den Haag
ter vervanging van de bestaande vijf Ge
rechtshoven.
Opheffing van 48 kantongerechten be-
teekende opheffing van de helft der be
staande kantongerechten; de thans voor
gestelde opheffing van 40 is dus ook nog
zeer aanmerkelijk. Ten dezen aanzien zou
den wij willen opmerken, dat men vooral
niet moet verwarren opheffing van kanton
gerechten en vermindering van het aantal
kantonrechters. Voor zoover dit laatste
door een betere arbeidsverdeeling mogelijk
is, en dat is het zeker, verdient die ver
mindering van het aantal kantonrechters
niet anders dan instemming; de minister
is overigens reeds ver in deze richting ge
gaan door verschillende vacatures, als wij
wel zijn ingelicht thans ongeveer 20, niet
te vervullen en de niet vervulde plaatsen
telkens te doen waarnemen door den kanton
rechter van een naburig rechtsgebied.
Maar men torne niet aan het aantal
kantongerechten en als er dan met de mo
derne vervoermiddelen, die in 's ministers
gedachtengang een zoo groote rol spelen,
gereisd moet worden, dan moet er gereisd
worden door den kantonrechter.
Wil de minister de inderdaad mogelijke
bezuiniging van eenig belang doen zijn en
gepaard doen gaan aan een reorganisatie,
die tevens verbetering van de kantongerech-
telijke rechtspraak beteekent, dan worde
Art'. 34 R.O. (Wet op de Rechterlijke Orga
nisatie) geschrapt en concentreere men de
kantonrechters in elk arrondissement ter ar-
rondissements-hoofdplaats, waar ook het
Openbare Ministerie overeenkomstig den
reeds bestaanden toestand en wellicht
ook de kantongerechts-griffies kunnen wor
den saamgetrokken.
Aldus wordt door het instituut van den
reizenden kantonrechter dezelfde bezuini
ging bereikt als de minister wil bereiken
door opheffing van kantongerechten, terwijl
ondervangen wordt 't bezwaar, dat de pro
cesvoering zoowel voor justitiabelen als
voor Fiscus aanmerkelijk duurder wordt.
Aldus wordt niet, door 'n al te simpelen en
ondoordachten bezUinigingsrnaatregel, aan
den kantonrechter zijn positie, namelijk te
zijn de locale rechter par excellence, ont
nomen en worden niet de belangen van
tallooze justitiabelen op het platteland op
geofferd; de minister moge (-e dien aan
zien met hooge woorden sprehen Van „ab
soluut ongefundeerde", „niet ter zake die
nende" of „te sterk gekleurde grieven", het
is dan toch wel merkwaardig, dat talloo-
zen die bezwaren als zeer 1 eëel en zeer
principieel gevoelen. Door liet instituut van
den reizenden of „omniegaanden" kanton
rechter, die op gezette tijden zitting heeft
in de hoofdplaats van elk kanton, wordt
ook bereikt, en dit is van zeel veel belang,
dat niet zooals thans een gedeelte der kan
tonrechters te veel leeft aan de uiterste
peripheric van juridische werkzaamheid,
doch dat zij werkzaam zijn in 5uridisché
centra en in contact met hun ambtgenooten
bij kantongerecht en rechtbank, dat zij ge_
bruik kunnen maken van de rechtbank
bibliotheken enz. Met name is dit van be
lang in de arrondissementen van de recht
banken der tweede klasse, waar de ter ar-
rondissements-hoofdplaats samengetrokken
kantonrechters van het arrondissement te
samen met de tot een minimum formatie
teruggebrachte rechtbanken waardevolle
kernen van juridisch leven zullen vormen.
JUDEX.
De aanleg van de kabels voor de autotna-
tische telefoon te Roermond
\oor een stampvolle zaal hebben Donderdag
ni een bijeenkomst, georganiseerd door de afd.
Verkeer en Verkeerstechniek van het Konink
lijk Instituut van Ingenieurs in „De Twee Ste
den Palace" te 's-Gravenhage, onder voorzit
terschap van ir. W. Hupkes, de heeren A. F.
Bronsing, directeur der N.V. Stoomvaartmij.
„Nederland" en voorzitter van het syndicaat
voor luchtschipverkeer met Ned.-Indië, en J.
E. van Tijen, vertegenwoordiger van genoemd
syndicaat, voordrachten met lichtbeelden ge
houden, resp. over „De verbinding met Ned.-
Indië te water en door de lucht: en „Reizen
met Zeppelin luchtschepen".
De voorzitter heette in het bijzonder welkom
generaal J. C. Snijders en voorts de vertegen
woordigers van de ministers van Defensie,
Koloniën en Waterstaat; de directeuren van
nagenoeg alle belangrijke scheepvaartmaat
schappijen, de K. L. M„ het hoofdbestuur van
de Kon. Ned. Vereen, voor Luchtvaart enz.
Inleiding A. F. Bronsing.
De heer A. F. Bronsing, leidde zijn rede in
met een historisch overzicht van de ontwikke
ling van de route naar Ned.-Indië.
Met schepen van 24 mijl zou de reis van
Amsterdam naar Batavia te volbrengen zijn in
ongeveer 14 dagen, indien het traject Amster
damGenua per spoor wordt afgelegd. Wordt
van Amsterdam naar Suez gevlogen en even
eens het traject BelawanBatavia per vlieg
tuig afgelegd, dan zal de reis met een derge
lijk schip 10 dagen duren. Het bouwen van
deze snelle schepen, welke circa 35.000 P.K.
moeten hebben en daardoor, zooals hiervoor
reeds gezegd, aan zekere afmetingen zijn ge
bonden, zal slechts verantwoord zijn indien
het vervoer, in dit geval speciaal het passa
giersvervoer, van een dergelijken omvang is,
dat groote schepen als deze gevuld kunnen
worden. Voorshands is dat niet het geval en
snellere schepen eischen op het oogenblik dus
per se hoogere passages.
Er zijn nog grooter snelheden denkbaar,
maar dan komt men zeker tot grootten, die
ver boven de verkeersdichtheid naar Indië uit
gaan, of, indien men de schepen niet grooter
maakt, tot nadeelige exploitatie-uitkomsten.
Bij een vergelijking met hetgeen de lucht
vaart kan bieden, wees spr. er nog op, dat moge
het zeeschip althans op den duur bet
in snelheid tegen het luchtverkeer moeten af
leggen, dq^eeschepen waarschijnlijk toch nog
een reeks van jaren een comfort kunnen bie
den. dat in het luchtverkeer niet te bereiken
is, zoodat het verweer van het zeeschip tegen
over de luchtvaart dan ook voor een groot
gedeelte gezocht zal moeten worden in een op
voering van het comfort aan boord.
Overgaande tot de behandeling der lucht
schepen, wees spr. erop, dat aannemende, dat
de luchtschepen naar Indië onderweg nog een
steunpunt (tusschenstation) zullen aandoen
voor het bijvullen van brandstof, met een
luchtschip van 200.000 kub. M. inhoud ca. 100
passagiers zullen kunnen worden vervoerd.
Daar de technische moeilijkheden geen be
letsel meer zijn voor een luchtschependienst,
zooals de regelmatige vaarten van de „Graf
Zeppelin" ook reeds bewezen hebben, zal, in
dien de reis van Dr. Eckener aantoont, dat
de meteorologische toestanden geen beletsel
zijn, de financieele kant van het vraagstuk
dus het antwoord moeten geven op de vraag, of
men binnenkort met luchtschepen naar Java
zou kunnen varen.
Spr. gaf daarna aan, welke kapitalen ge
moeid zijn met een dienst op Java met zee
schepen, luchtschepen en vliegtuigen. Het re
sultaat van alle factoren is. dat voor de eerste
klasse passage per zeeschepen, luchtschepen
en vliegtuigen resp. op een bedrag van 1000,
1500 en 2400 wordt gekomen.
Bij deze kostenvergeüjking behandelde spr.
tevens de exploitatie van een speciaal post
vliegtuig. Vliegtuigen, die voor dit doel ge
schikt zijn, bestaan reeds als één-motorige
vliegtuigen, maar met het oog op de op de
Indië-route te overvliegen gebieden is het ge-
wenscht naar Indië met 3-motorige machines
te vliegen en nu is hier in het land het plan
gerezen om te trachten een 3-motorig vliegtuig
te bouwen, dat alleen voor het vervoer van
post zou worden ingericht en dat in verhand
daarmede een maximum snelheid zou kunnen
krijgen van 360 km. per uur en een kruissnel
heid van 300 km. per uur. Dit vliegtuig zou
in 50 uren van Amsterdam naar Batavia
kunnen komen, dus over 4 dagen verdeeld, per
dag 12 uur moeten vliegen, hetgeen overeen
komt met de trajecten AmsterdamCairo, Cairo
Karachi, KarachiRangoon en Rangoon
Batavia.
De rondreis met een dergelijk vliegtuig kost
23.000 tegenover 50.000 voor een passagiers
vliegtuig.
Het tegenwoordige luchtrecht, dat door het
publiek wordt betaald, komt uit op ongeveer
30 a 40 per kg. en de post, die per vlieg
tuig wordt vervoerd, is ongeveer 300 kg. zoo
dat uit en thuis een besomming van ruim
f 20.000 wordt gemaakt.of nagenoeg de kosten
van een rondvlucht. Het vliegtuig kan 500 kg.
dragen, en het is zeer zeker niet ongemotiveerd
te verwachten, dat bij een zoo snel postverkeer
'let aantal brieven voor de luchtpost sterk zal
toenemen.
Het verdient dus zeker aanbeveling de proef
®et een dergelijk snel vliegtuig te nemen, want
indien deze proef slaagt, dan is op het post
vervoer aanstonds een besparing van 27.000
p€r rondreis, f 1.400.000 'sjaars mogelijk
e„n het waarschijnlijk, dat eerder het weke-
lijksche vervoer op 500 kg. komt, hetgeen nog
maals 800.000 meer inkomsten geeft. Dit is
te meer noodzakelijk, omdat ook reeds in En
geland piannen bestaan en zelfs in een ver
gevorderd stadium zijn, om met zulke snelle
vliegtuigen
de post te gaan vervoeren.
Het groote bezwaar van den overgang van
gemengd vervoer naar louter postvervoer is,
dat dan <je j£0Sten van de passagiersvliegtuigen
niet meer gedeeltelijk door bet postvervoer
worden goe<i gemaakt en dus geheel door de
passagiers zouden moeten worden gedragen.
Zelfs al is het vliegtuig vol, dan worden
de kosten niet goed gemaakt. Men zal dus
ernstig moeten overwegen of de mogelijkheid
om in 9 dagen Java te bereiken, deze offers
wettigt.
Hoe overigens de verdere ontwikkeling ook
moge zijn, het is volgens spr. in ieder geval
gewenscht de vertrektijden der Indië-vliegtui-
gen zóó ip richten, dat zooveel mogelijke
aansluiting wordt gegeven op de passagiers
schepen van de Stoomvaart Mij. „Nederland"
en Rotterdamsche Lloyd in Suez. Door die aan
sluiting wordt de gelegenheid geboden voor
hen, die de geheele reis door de lucht te kost
baar of te vermoeiend vinden, om Indië in 14
dagen te bereiken voor een bedrag, dat slechts
enkele honderden guldens boven het eerste
klasse passagetarief, dat zij anders voor de
geheele bootreis zouden moeten betalen behoeft
te liggen en bovendien geeft die verbinding
de gelegenheid om de post, die thans over
Genua gaat, met slechts weinig extra kosten
(10 a 15 ct. per 20 gram) ook in 14 dagen
in Indië te krijgen, dus een algeheele verbete
ring van de postverbinding per schip tusschen
Nederland en koloniën.
Wat luchtschepen aangaat, hebben bereke
ningen aangetoond dat met deze schepen ge
varen kan worden tegen lagere passage-tarie
ven dan met de huidige vliegtuigen. De vraag
rijst dan ook of onze regeering niet verstandig
zal doen indien deskundigen althans tot de
conclusie zouden komen, dat voor het grootste
gedeelte van het jaar ons land zich voor het
landen van luchtschepen zou eigenen een
landingsterrein en een hal voor luchtschepen
te bouwen, zoodra de plannen om met de lucht
schepen op Indië te gaan varen, vaster vorm
zouden gaan aannemen. Is dat het geval en
neemt de Ned. Indische regeering ook een der
gelijk standpunt in, dan behoeven de hallen en
landingsterreinen dus niet alléén door den
dienst tusschen Nederland en Ned. Indië be
kostigd te worden en kan het tarief voor pas
sagiers belangrijk lager worden.
Spr. achtte het van groot belang, dat voor
luchtschepen nauwe samenwerking met bulten-
landsche ondernemingen wordt gezocht.
Wat de zeeschepen aangaat, is het waar
schijnlijk geboden, dat de reeders voorshands
den gang van zaken aanzien en het tijdstip
om nieuwe eenheden te houwen zooveel moge
lijk verschuiven; er zal nog in lengte van jaren
behoefte blijven bestaan aan vervoergeiegen-
heid voor hen, voor wie snelheid niet zoo n
groote factor en het luchtvervoer te kostbaar
is. Spr. concludeerde, dat alle drie genoemde
middelen van vervoer kansen hebben en hou
den om een deel van het post- of passagiers
vervoer tot zich te trekken, maar dat het noo-
dig is dat belanghebbenden ten nauwste voe
ling met elkaar houden, opdat door samenwer
king de grootst mogelijke resultaten kunnen
worden bereikt.
Op de rede van den heer Bronsing volgde
een langdurig en geanimeerd debat. Verschil
lende sprekers voerden het woord en vroegen
allerlei inlichtingen, hoofdzakelijk van prac-
tisch belang.
Inleiding.van Tijen.
In de middagvergadering sprak de heer J.
E. van Tijen.
Aan de hand van lichtbeelden besprak de
heer van Tijen de technische inrichting van
het luchtschip en zette enkele bijzonderheden
van de besturing, motoren en afmetingen uit
een.
Daarna werd een film vertoond van sprekers
reis naar Zuid Amerika, waarbij hij nog en
kele toelichtingen gaf. Het bleek, dat de heer
van Tijen in den laatsten tijd 16 reizen met
de Zeppelin medegemaakt heeft als lid der
bemanning.
Na de film was er gelegenheid tot discussie.
Ten slotte dankte de voorzitter den heer van
Tijen voor zijn voordracht.
Tot nieuwe bestuursleden werden in deze
vergadering gekozen de heeren ir. Driessen en
ir. Verschoor van Sleeuwijk, beiden van de
Nederlandsche Spoorwegen, en dr. ir. Nieuwen-
huys, directeur der R. E. T. te Rotterdam.
W. J- STEENHOFF. t
In het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis te Am
sterdam is gisteren overleden, de heer W. J.
Steenhoff, oud-directeur van het Museum Mes
dag te den Haag en oud-onderdirecteur van
de afdeeling schilderkunst van het Rijksmu
seum to Amsterdam.
De heer Steenhoff, "die zün opleiding als
schilder genoot aan de Academie te Amster
dam, bewoog zich speciaal op het gebied der
kunstcritiek.
W. STREVELS. t
In den ouderdom van 48 jaar ig te 's Hage
overleden de heer W. Strevels, gep. kapi
tein O.I.L. en laatstelijk administrateur der
Nederlandsche Wielren Unie.
469. De eerste sneeuw is gevallen. Max,
Petronella en Jaap zijn aan het sneeuwbal
lengooien. Om den hoek verschijnt Doezele-
moezelepoezeltje.
470. „Jongens", roept Max. „laat ons Doe-
zelemoezelepoezeltje eens bombardeeren!"
En met z'n drieën bekogelen zij den klei
nen kolonel.
471. Maar Doezelemoezelepoezeltje weet
zich te verdedigen, en slaagt er zelfs in zijn
drie tegenstanders op de vlucht te drijven.
Men schrijft ons uit Haarlem:
Op 1 Januari a.s. is het veertig jaar geleden
dat de Eerwaarde Broeder Ildefons zijn intrede
deed in de Congregatie der Broeders van Barm
hartigheid van St. Joannes de Deo.
Om zijn persoonlijkheid en zijn verdiensten
mag deze iférwaarde Broeder met volle recht
een sieraad zijner Congregatie genoemd
worden.
Als „gewoon" religieus, als Overste te Den
Haag, als Novicemeester te 's Hertogenbosch,
als Onder-Overste te Haarlem, welke functie
hij thans bekleedt, overal en in elke bediening
is Broeder Ildefons een voorbeeld van gods
vrucht en stipte plichtbetrachting geweest en
hij is dat, nog.
Een ernstige ziekte deed in het begin van
dit jaar vreezen, dat men Broeder Ildefons
zou verliezen, doch God spaarde hem voor
zijn patiënten en de nog krasse grijsaard
heeft weer met lust én energie zijn gewone be
zigheden hervat. Moge hij nog menig jaar
zijn Medebroeders en allen, die met hem samen
wonen, door zijn piëteit en plichtbesef stichten.
TERUG UIT DE MISSIE
Naar wij vernemen zal de zeereerw. pater
Adolf Gutersohu van de congregatie van Mill
Hill en geboren Nijmegenaar in gezelschap
van father J. Geurts uit Uden voor hersltel
van krachten begin Januari naar het moeder
land terugkeeren. Beide missionarissen hebben
met een korte rustpooze twintig jaar gewerkt
in de missie van den Congo.
In den ouderdom van 83 jaar is gister te
's-Gravenhage in „Maris Stella" aan den Sche-
veningscheweg overleden de heer J. H. Chr.
Vermeer, oud-kolonel hoofdintendant van het
O.-I. Leger.
KAPITEIN W. G. LOEFF t
Woensdag is te 's Hage in den ouderdom
van 64 jaar overleden de gep. kapitein der
genie O.-I. Leger, de heer W. G. Loeff.
L. C. C. M. DE BRUIJNt-
Na een ongesteldheid van slechts een paar
dagen is te Roosendaal vrij plotseling overle
den de heer L. C. C. M. de Bruijn, eigenaar en
bestuurder van de bekende fabriek van kan
toorboeken enz., aldaar.
VOOR BEHOEFTIGE MUSICI.
Men verzoekt ons te melden, dat de trekking
Van de loterij, die oorspronkelijk bepaald was
°P 9 November j.l. en waarvan de opbrengst
ten goede komt aan het Vrijwillig Fonds tot
Ondersteuning van behoeftige Musici (Stich
ting van den Nederlandschen Toonkunstenaars-
bond) gevestigd J. P. Coenstraat 22 te 's Gra-
venhage, thans definitief is bepaald op 25 Ja
nuari 1933. De trekking vindt plaats ten over
staan van den heer A. C. van Mourik Broek-
man. Notaris te 's Gravenhage, Zeestraat 86.
^oor deze loterij zijn 900 prijzen beschikbaar
en 18000 loten mogen worden uitgegeven. Reeds
zijn 15000 loten verkocht. Bij storting van 0.50
°P Postrekening van den administrateur (al
leen vermelden: 40819 P. Blankwaard) wordt
lot toegezonden en op 1 Februari de trek-
kihgsüjst.
De pauze in de Eerste Kamer gaf ons ge
legenheid wederom te genieten van het schouw
spel, hoe de bezuinigers-met-den-mond het aan
leggen, wanneer de regeering niet practische
voorstellen komt.
Ds. Kersten, die het als maar over cumula
tie heeft; de heer Braat, die alle ambtenaren
van de aarde zou willen verdelgen; de Vrij
heidsbond, die steeds het lied der bezuiniging
zingt en daarbij uitsluitend aan arbeidersloo-
nen schijnt te denken; heel de linkerzijde, die
zoo ach en wee roept over de dure onderwijs
wet, kortom socialisten en anti-papisten, com
munisten en vrijheidsbonders stonden als één
man gereed 0111 hun stem te geven aan een
motievan Zadelhoff, die de Bossche Rijks
kweekschool weuschte te handhaven, ofschoon
het zoo vast staat als een paal boven water,
dat met deze opheffing geen enkel reëel be
lang wordt geschaad. Maar blijkbaar wilden
de heeren deze instelling In signum fidei laten
voortbestaan in het katholieke Brabant, dat er
geen behoefte aan heeft, zooals de minister
Dinsdag met duidelijke cijfers bewees. Als een
halsmisdaad beschouwen zij de oprujQ1jng de
zer reliek. De katholieke fractie, welke hoe
genaamd geen bezwaar tegen het voortbestaan
van oude monumenten beeft, zou ook deze
school wel hebben willen handhaven, indien
de minister zich niet zóó heslist voor opheffing
had verklaard. Dies stemde zij tegen de motie,
waarover gisteren de stemmen staakten, doch
welke heden werd verworpen met 46 tegen 47
stemmen. Twee vóór-stemmers van Woensdag,
ds. Langman en dr. Moller, ontbraken heden.
Toen de naam van den laatste werd afgeroe
pen, werd er weer gejoeld van de socialisti
sche banken. Och arme, dr. Moller was naar
de vergadering van B. en W. te Tilburg. Vlak
erna hoorden we, hoe ook in de Eerste Kamer
de vrijheidsbondscbe burgemeester van Rotter
dam zich om soortgelijke redenen had verwij
derd vlak vóór de stemming over de accijns-
verhooging. Maar tot dusver wordt daar nog
niet gejoeld. Het is een prerogatief van de 5.
H- A. p. jjj Tweede Kamer, die daarbij het
voordeel geniet, dat de rechterzijde op dit punt
ingetogener is.
He soc.-dem. fractie heeft zich daarna ook
de weelde veroorloofd met de communistische
en vrijz. dem. fractie tegen de Onderwijsbegro
ting te stemmen. Deze daad motiveerde mej.
Groeneweg met de verklaring, dat de minister
de bezuiniging vooral laat drukken op het
lager onderwijs en het nijverheidsonderwijs.
Het ontbrak er nog maar aan, dat de vrijz.-dem.
fractie hetzelfde zei, nadat de vrijz.-dem. mevr.
van Itallie Dinsdag juist geklaagd had, dat er
in verhouding veel en veel meer op het hooger
onderwijs is bezuinigd.
Als men onthoudt, dat op de heele onder
wijsbegroting een kleine 6 millioen minder
is geraamd, (voor '32 werd toegestaan 165
millioen en voor 1933 geraamd 159 mil
lioen); dat op de 13 millioen van het hoo
ger onderwijs rond l'/2 millioen is bezuinigd;
dat op de 14 millioen van het middelbaar on
derwijs zeer aanzienlijk perspectivisch wordt
bezuinigd (door de begrootingstecliniek is dit
niet precies te becijferen); dat op de 14 mil
lioen voor het Nijverheidsonderwijs 4 ton wordt
bezuinigd en wij dan nog veruit aan de spits
van alle landen staan, kan men berekenen
welke „aanslagen" zijn gepleegd op het lager
onderwijs, dat nog altijd met ruim 100 mil
lioen op de begrooting prijkt.
Indien de katholieken eens zóó onverant
woordelijk te werk gingen, moesten zij heel
zeker tegen de begrooting stemmen, want de
huidige regeling van het bewaarschoolonder-
wijs is voor hen een ramp en de onthouding
van de subsidie aan de Handelshoogeschool te
Tilburg een flagrant onrecht, dat zij,, weerga
vindt in den voortdurenden drang, waarmee
een groot deel der Kamer een groep der leer
krachten van het hun volgens recht en wet
toekomend salaris wil berooven, omdat zij
kloosterling zijn, als zoodanig verdacht wor
den sober te leven en met hun geld te doen,
wat anderen er óók mee doen: besteden naar
eigen inzieht. Maar van de katholieken wordt
nu eenmaal gouvernementeele zin verwacht en
onbegrensde opoffering.. Tegelyk komt de soc.-
dem. onder-voorzitter der Kamer, de heer
Schaper, hun dan nog „inhaligheid" verwijten.
De Kamer heeft voorts een reeks kleine wets
ontwerpen behandeld.
Zoo is dan, dank zij de aaneengesloten rech
terzijde, waarvan tenslotte slechts èèn lid af
week, de veelbestreden accijnsverhooging ook
door de Eerste Kamer aanvaard. Twee spre
kers hebben het ontwerp nog verdedigd en
één heeft het bitter bestreden. De heer Fock
had de „meest ongunstige opinie" over het ont
werp, dait deze oud-gouvernenr-generaai van
Indië wegens de thee-belasting zelfs durfde
qualifioeeren als „onvergeeflijke fout" en er
ger dan welke nationalistische beweging ook.
Mr. van La.nschot zei op vriendelijk-verwij-
tenden toon dat de liberale afgevaardigde zijn
Indisch hart had laten spreken maar daarbij
alle proporties uit het oog had verloren, maar
Minister de Geer sprak terecht een veel on
gunstiger oordeel uit over de naar onze mee
ning wel zeer onvoorzichtige woorden van den
oud-landvoogd De heer Fock kan er op reke
nen, dat zijn uitingen in Indië zullen worden
misbruikt. Het mag ook wel hoogst beden
kelijk heeten, dat deze staatsman liever een
begroting met een tekort van ruim twintig
millioen heeft (bet spoorwegtekort meegere
kend al meer dan 40 millioen) dan voor
één jaar deze hoogere thee belasting toe te
staan.
Mr. Poilema, de Benjamin der Kamer, heeft
niet onjuist gezegd, dat de Geer's grootste
verdienste was, dat men nu nog rdsrtiger over
nieuwe heffingen kon spreken. Alle rust zou
verdwenen zijn als financieele wanorde zou
ontstaan, mede door begrotingstekorten. Dat
heeft de rechterzijde begrepen: zij haalt de
kastanjes voor anderen uit 't vuur, meende mr.
van Lanschot en de Friesche c.h. afgevaardigde
uitte zijn bewondering voor de katholieke
fractie in de Tweede Kamer, welke ondanks
haar zeer ernstige bezwaren vóór de wet stem
de om in dezen abnormalen tijd een regeerings-
crisis te voorkomen.
Deze beide afgevaardigden waren het er
over eens, dat de critiek schromelijk overdre
ven was en dat de kwestie vrijhandel of be
scherming een louter opportunistisch vraag
stuk is geworden. Met een verachting, welke
bij sommige vrijhandelaars de harten zal doen
stilstaan, noemde mr. Poilema de begrippen
van 'vrijhandel en protectie totaal verouderd
en tegen mr. Fock merkte hij op. dat alle ver
anderingen in de wet in het belang van den
handel waren aangebracht en dat de laatste
daad van de Geer was: leenen, juist voor
Indië, dat van ons zijn voorschotten krijgt.
Mr. van Lanschot aanvaardde het ontwerp
als overbruggingsmaatregel. Met 's heeren
IJsselmuiden's belastingplannen was hij het
voor een groot deel eens, maar van de finan
cieele voorstellen van den heer Wibaut had
hij niets vernomen. Deze financieele speciali
teit der S.D.A.P. interrumpeerde toen: „In
komsten en vermogens". Direct antwoordde
van Lanschot: „Uw wenschen zijn voorkomen:
er is 27 millioen meer op belast". En daarop
volgde het ongelooflijk bescheid: „Maak er
57 millioen van". En zulke adviezen geeft de
heer F. M. Wibaut, honoris causa doctor der
Amsterdamsche universiteit. Deze veel ge
roemde financier maakte trouwens ook de
opmerking, dat de Katholieken alleen „In
drukletters" opkomen voor het groote gezin.
De schrijver van „Wordend Huwelijk" moet
waarachtig ook nog optreden als gezinsbe
schermer. Er zijn er velen, die den heer Wi
baut beschouwen als een buitengewoon man:
hij heeft dit dan zeker getoond te Amsterdam
waar hij zóó kapitalistisch regeerde, dat de
bankiers hem bij zijn heengaan unaniem hul
digden, maar wij hebben van die enorme ga
ven in de Eerste Kamer nooit iets bemerkt en
iedereen, die objectief de rede naleest, welke
de heer Wibaut Woensdag hield, zal moeten
toegeven, dat zij beneden het middelmatige
was. Zij was louter negatief, even negatief als
de houding der liberalen, die den Minister van
Financiën voor zijn toegevendheid aan de
vvijhandelarij hebben beloond met tegenstem
men.
Minister de Geer heeft het ontwerp met
overtuiging en tact verdedigd. Het is noodig,
er is geen andere uitweg en het is tijdelijk,
aldus de Minister, die er vanzelfsprekend niet
aan denken kon Fock's advies te volgen en het
begrootingstekort nog gapender te maken. Aan
de „belangwekkende rede" van den heer IJs-
selmuiden, zooals hij haar noemde, heeft mr.
de Geer alle aandacht gewijd. Hij deed 't zelfs
zóó, dat menigeen daarna van opinie zou zijn
veranderd. Niet over de materie van het door
den heer TJsselmuiden verdedigde. Ook de
Miuister acht een omzetbelasting niet direct
verwerpelijk en hij heeft haar ernstig in stu
die, maar de bewindsman wees er de groote
moeilijkheden van aan, nog afgezien van de
vraag of de belasting, bijaldien ze zoo wordt
toegepast als de heer IJsselmuiden wil, meer
zou opbrengen dan de huidige doen. Terecht
wees de Minister er ook op, dat de katholieke
afgevaardigde de accijnzen niet naast het in
dexcijfer mocht zetten, want zij zijn in het
indexcijfer verwerkt en dit laatste is nog
altijd méér gezakt dan het inkomen. Curieus
was wel. dat de protestantsche Minister zich
tegenover den Katholieken spreker, die van
„rechtvaardige verdeeling der lasten" gespro
ken had, ook beriep op „Quadragesimo Anno",
die verbiedt door directe en indirecte belas
tingen de private vermogens uit te putten, en
er aan herinnerde, dat hij nu de directe be
lastingen schier drie maal zoo zwaar trof als
hij ze in 1929 verlichtte, terwijl de indirecte
last voor één jaar weer even zwaar wordt als
toen het geval was.
De heer IJsselmuiden bleek bij de stemming
echter onvermurwbaar. Dit was nie* t geval
met den heer Blomjous. Hoewel deze, zooals
ook nog uit zijn repliek bleek, met zeer be
zwaard gemoed vóór stemde, was hij voor toe
nadering vatbaar, toen de Minister positief
toezei dat het verdrag van Ouchy waar de
heer de Geer ook allesbehalve geestdriftig over
bleek te zijn niet zou worden ondersteund
als Engeland, Duitschland en Frankrijk dit
niet zullen doen en beloofde, dat hij den uiter
sten spoed zou betrachten met de indiening
der door den heer Blomjous gevraagde her
ziening van de Tariefwet.
Toen de Minister een ernstig conflict tus
schen Kabinet en Kamer aankondigde als de
laatste de wet zou verwerpen, begreep ook
de heer ter Haar den ernst van den toestand.
Uitgezonderd de heer IJsselmuiden, die nu
alleen van beide Kamerfracties afweek, stem
de de heele rechterzijde vóór en de heele lin
kerzijde tegen het ontwerp, dat met 25 tegen
21 stemmen aanvaard werd.
Minister de Geer had veel handen te drukken
en de Premier, die alles gevolgd had, stond
met een zucht van verlichting op....
Vooraf heeft de Eerste Kamer nog haar goed
keuring gehecht aan de steunwet ad 5 mil
lioen voor den tuinbouw. Hier kwam de soc.
dem. heer Rugge o.a. voor hooger loonen
der arbeiders en meer rechtst.reekschen steun
uit de schatkist pleiten, terwijl hij daarbij ver
zekerde, dat het brood slechter was geworden
door de Tarwewet. Tegen dit laatste kwam
het nieuwe lid, de heer Ruyter op, die er bij
zei: „Ik ben ook voor hooge loonen, maar
dan moet de heer Rugge aan de consumenten
meedeelen, dat ze meer zullen hebben te beta
len, want de boeren werken nu al met ver
lies".
Op aardige wijze werd de sociaal-democraat
in het zonnetje gezet door Minister Verschuur,
die het „grijpen in de staatskas" herleidde tot
wat het is: grijpen in de zakken der burgers.
Nieuwe samenstelling.
De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft
met ingang van 1 Januari 1933 voor den tijd
van vijf jaar benoemd tot lid van de Centrale
Commissie voor de keuring van films
J. W. v. d. Akker, te 's-Gravenhage; S. Ano-
ma, te Haarlem; IJ. Baan, te Amersfoort; J.
M. Bellinck, te 's-Gravenhage; J. S. H. Bemel-
rnans, te Roermond; dr. L. H. W. Berger, te
's-Gravenhage; mr. F. Bi elders, te Rotterdam;
mevr. G. W. BleuminkLouman, te 's-Graven
hage; mevr. A. v. BlitzBonn, te Amsterdam;
mevr. E. C. M. de BlockRegout, te 's-Graven
hage; L. Brink, te 's-Gravenhage; W. v. d.
Burg, te 's-Gravenhage; G. H. C. Cramer, te
's-Gravenhage; D. van Dam, te Amsterdam;
mevr. P. M. Deckersv. Dijck, te 's-Graven
hage; dr. J. C. v. d. Does, te Amsterdam; mevr.
M. v. EizengaWolbers, te Rotterdam; A. P.
A. Eskens, te Leiden; ds. C. Ferguson, te
's-Gravenhage; mevr. E. J. v. Gaasheekv. d.
Mueren, te Utrecht; dr. J. P. de Gaay Fortman,
te 's-Gravenhage; P. L. Gerritse, te Amster
dam; H. J. ter Hall, te Rijswijk; mevr. J. M.
D. HanauBaesou, te Bussum; L. W. J. v.
Hasselt, te Hilversum; dr. A. v. d. Heide, te
Voorburg; pater H. Hermans, te Rotterdam;
mevr. A. v. HoogstratenSchoch, te Katwijk;
T. Huizinga, te 's-Gravenhage; mevr. E. Joëls
Joëls, te 's-Gravenhage; J. G. Kruis, te
's-Gravenhage; mej. H. S. S. Kuyper, te 's-Gra
venhage; W. J. M. Linden, te 's-Gravenhage;
J. E. Lioni, te Rotterdam; S. F. Louwerens,
te 's-Gravenhage; mr. L. P. J. Michielsen, te
's-Gravenhage; mr. J. W. Notebooin, te 's-Gra
venhage; mr. L. B. J. v. Oppen, te Maastricht;
mevr. J. C. Oud—Fischer, te 's-Gravenhage;
mr. W. H. B. Overbosch, te 's-Gravenhage; D.
Peereboom-Voller, te 's-Gravenhage; G. J. H.
Peters, te 's-Gravenhage; T. Plantenga, te
's-Gravenhage; P. K. Polderman, te Santpoort;
E. Priester, te Utrecht; mej. A. C. Rahusen, te
's-Gravenhage; mevr. H. RauwsDewald, te
's-Gravenhage; prof. dr. A. H. M. J. v. Rooy,
te Amsterdam; mevr. B. J. v. SantenBulk,
te 's-Gravenhage; dr. W. v. d. Slooten, te
's-Gravenhage; mevr. J. E. v. StaverenHaale-
bos, te 's-Gravenhage; Z. Stokvis, te 's-Graven
hage; mr. dr. J. A. v. Thiel, te Amsterdam;
mevr. D. VeenstraHeidstra, te 's-Gravenhage;
A. Verdijk, te Eindhoven; J. C. Vintges, te
Haarlem; J. J. Vorrink, te Amsterdam; mevr.
A. C. WeberEnthoven, te 's-Gravenhage; A.
H. Willemse, te 's-Gravenhage; mevr. S. W.
C. IJzermanBendien, te 's-Gravenhage; J. J.
Zeldenthuis, te Amsterdam.
Tot adviseerend lid van de Centrale Com
missie in voorgenoemd tijdvak is benoemd D.
Hamburger Jr., te Utrecht en tot lid van de
huishoudelijke commissie van de Centrale
Commissie ds. C. Ferguson, te 's-Gravenhage;
P. L. Gerritse, te Amsterdam; pater Hyacinth
Hermans, te Rotterdam en D. Hamburger Jr.,
te Utrecht.
SLACHTOFFERS VAN INFLUENZA EN
BRONCHITIS.
Het aantal sterfgevallen aan influenza, bron
chitis en pneumonie in de 46 gemeenten met
meer dan 20.000 zielen, omvattende op 1 Januari
1932 eene bevolking van 3.928.542 inwoners,
voorgekomen gedurende de week van 11 tot en
met 17 December bedraagt: aa-n influenza 6,
aan bronchitis (acuta, chronica) 19, aan bron-
ehopneumonie (capillaire bronchitis) 39, aan
lobairé pneumonie (croupeuze pneumonie) 10^
en aan pneumonie zonder meer 22. Totaal 90.