1 NAAR NED.-INDIE TE WATER EN DOOR DE LUCHT. TWEEDE KAMER AANVAARDT DE ONDERWIJSBEGROOTING. EERSTE KAMER AANVAARDT TARIEF- VERHOOGING EN SUIKERACCIJNS. VRIJDAG 23 DECEMBER 1932 BEZUINIGINGS- CENTRALISATIE. ZIJN VRIJENDEN. BIJ DE RECHTERLIJKE MACHT. REIZEN MET ZEPPELIN-LUCHT- SCHEPEN. De exploitatie met zeeschepen, luchtschepen en vliegtuigen. &7 Sneeuwballen gooien. JUBILE BROEDER ILDEFONS TE HAARLEM. KOLONEL J. VERMEER f. DE BOSSCHE KWEEKSCHOOL OPGEHEVEN. Vergadering van Donderdag MINISTER DE GEER'S VER- DEDIGING. STEUN AAN DEN TUINBOUW. Vergadering van Donderdag CENTRALE COMMISSIE VOOR DE FILMKEURING. J De Kantongerechten. De minister doet concessies: het voorstel tot opheffing van de rechtbanken te Alk maar, Almelo en Roermond wordt voor- loopig ingetrokken, terwijl de ontwerpen voorts in zooverre gewijzigd zijn, dat 40 m stede van 48 kantongerechten worden op- geheven. Met bezorgdheid hebben de tegenstanders- der centralisatie-ontwapen thans af te wachten, of de leden der Tweede Kamer, die in het voorloopig verslag aan hun grie ven uiting hebben gegeven, zich met deze aalmoes tevreden zullen laten stellen. Immers blijven in beginsel de bezwaren tegen de ingediende ontwerpen even ernstig na als vóór de concessies. Het is ook uit de Memorie van Antwoord weer sterk ge bleken dat, al moge dan de bezuinigingsvaan zijn geheven, hoofddrijfveer is het streven naar centralisatie. De concessies dragen een voorloopig karakter en, te meer nu de weigering der Kamer in 1924 om meerdere rechtbanken dan Zierikzee en Heerenveen op te heffen, geen beletsel is gebleken, om enkele jaren later de opheffing van liefst zeven rechtbanken voor te stellen, het valt te duchten, dat de tot centralisatie drijven de krachten binnen afzienbaren tijd het offensief op de rechtbanken in de kleine steden zullen herhalen om dan, als de rechtbanken tot steeds kleiner aantal zu - len zijn beperkt, te komen tot het Haagsche idéaal van één Hof van Appèl in den Haag ter vervanging van de bestaande vijf Ge rechtshoven. Opheffing van 48 kantongerechten be- teekende opheffing van de helft der be staande kantongerechten; de thans voor gestelde opheffing van 40 is dus ook nog zeer aanmerkelijk. Ten dezen aanzien zou den wij willen opmerken, dat men vooral niet moet verwarren opheffing van kanton gerechten en vermindering van het aantal kantonrechters. Voor zoover dit laatste door een betere arbeidsverdeeling mogelijk is, en dat is het zeker, verdient die ver mindering van het aantal kantonrechters niet anders dan instemming; de minister is overigens reeds ver in deze richting ge gaan door verschillende vacatures, als wij wel zijn ingelicht thans ongeveer 20, niet te vervullen en de niet vervulde plaatsen telkens te doen waarnemen door den kanton rechter van een naburig rechtsgebied. Maar men torne niet aan het aantal kantongerechten en als er dan met de mo derne vervoermiddelen, die in 's ministers gedachtengang een zoo groote rol spelen, gereisd moet worden, dan moet er gereisd worden door den kantonrechter. Wil de minister de inderdaad mogelijke bezuiniging van eenig belang doen zijn en gepaard doen gaan aan een reorganisatie, die tevens verbetering van de kantongerech- telijke rechtspraak beteekent, dan worde Art'. 34 R.O. (Wet op de Rechterlijke Orga nisatie) geschrapt en concentreere men de kantonrechters in elk arrondissement ter ar- rondissements-hoofdplaats, waar ook het Openbare Ministerie overeenkomstig den reeds bestaanden toestand en wellicht ook de kantongerechts-griffies kunnen wor den saamgetrokken. Aldus wordt door het instituut van den reizenden kantonrechter dezelfde bezuini ging bereikt als de minister wil bereiken door opheffing van kantongerechten, terwijl ondervangen wordt 't bezwaar, dat de pro cesvoering zoowel voor justitiabelen als voor Fiscus aanmerkelijk duurder wordt. Aldus wordt niet, door 'n al te simpelen en ondoordachten bezUinigingsrnaatregel, aan den kantonrechter zijn positie, namelijk te zijn de locale rechter par excellence, ont nomen en worden niet de belangen van tallooze justitiabelen op het platteland op geofferd; de minister moge (-e dien aan zien met hooge woorden sprehen Van „ab soluut ongefundeerde", „niet ter zake die nende" of „te sterk gekleurde grieven", het is dan toch wel merkwaardig, dat talloo- zen die bezwaren als zeer 1 eëel en zeer principieel gevoelen. Door liet instituut van den reizenden of „omniegaanden" kanton rechter, die op gezette tijden zitting heeft in de hoofdplaats van elk kanton, wordt ook bereikt, en dit is van zeel veel belang, dat niet zooals thans een gedeelte der kan tonrechters te veel leeft aan de uiterste peripheric van juridische werkzaamheid, doch dat zij werkzaam zijn in 5uridisché centra en in contact met hun ambtgenooten bij kantongerecht en rechtbank, dat zij ge_ bruik kunnen maken van de rechtbank bibliotheken enz. Met name is dit van be lang in de arrondissementen van de recht banken der tweede klasse, waar de ter ar- rondissements-hoofdplaats samengetrokken kantonrechters van het arrondissement te samen met de tot een minimum formatie teruggebrachte rechtbanken waardevolle kernen van juridisch leven zullen vormen. JUDEX. De aanleg van de kabels voor de autotna- tische telefoon te Roermond \oor een stampvolle zaal hebben Donderdag ni een bijeenkomst, georganiseerd door de afd. Verkeer en Verkeerstechniek van het Konink lijk Instituut van Ingenieurs in „De Twee Ste den Palace" te 's-Gravenhage, onder voorzit terschap van ir. W. Hupkes, de heeren A. F. Bronsing, directeur der N.V. Stoomvaartmij. „Nederland" en voorzitter van het syndicaat voor luchtschipverkeer met Ned.-Indië, en J. E. van Tijen, vertegenwoordiger van genoemd syndicaat, voordrachten met lichtbeelden ge houden, resp. over „De verbinding met Ned.- Indië te water en door de lucht: en „Reizen met Zeppelin luchtschepen". De voorzitter heette in het bijzonder welkom generaal J. C. Snijders en voorts de vertegen woordigers van de ministers van Defensie, Koloniën en Waterstaat; de directeuren van nagenoeg alle belangrijke scheepvaartmaat schappijen, de K. L. M„ het hoofdbestuur van de Kon. Ned. Vereen, voor Luchtvaart enz. Inleiding A. F. Bronsing. De heer A. F. Bronsing, leidde zijn rede in met een historisch overzicht van de ontwikke ling van de route naar Ned.-Indië. Met schepen van 24 mijl zou de reis van Amsterdam naar Batavia te volbrengen zijn in ongeveer 14 dagen, indien het traject Amster damGenua per spoor wordt afgelegd. Wordt van Amsterdam naar Suez gevlogen en even eens het traject BelawanBatavia per vlieg tuig afgelegd, dan zal de reis met een derge lijk schip 10 dagen duren. Het bouwen van deze snelle schepen, welke circa 35.000 P.K. moeten hebben en daardoor, zooals hiervoor reeds gezegd, aan zekere afmetingen zijn ge bonden, zal slechts verantwoord zijn indien het vervoer, in dit geval speciaal het passa giersvervoer, van een dergelijken omvang is, dat groote schepen als deze gevuld kunnen worden. Voorshands is dat niet het geval en snellere schepen eischen op het oogenblik dus per se hoogere passages. Er zijn nog grooter snelheden denkbaar, maar dan komt men zeker tot grootten, die ver boven de verkeersdichtheid naar Indië uit gaan, of, indien men de schepen niet grooter maakt, tot nadeelige exploitatie-uitkomsten. Bij een vergelijking met hetgeen de lucht vaart kan bieden, wees spr. er nog op, dat moge het zeeschip althans op den duur bet in snelheid tegen het luchtverkeer moeten af leggen, dq^eeschepen waarschijnlijk toch nog een reeks van jaren een comfort kunnen bie den. dat in het luchtverkeer niet te bereiken is, zoodat het verweer van het zeeschip tegen over de luchtvaart dan ook voor een groot gedeelte gezocht zal moeten worden in een op voering van het comfort aan boord. Overgaande tot de behandeling der lucht schepen, wees spr. erop, dat aannemende, dat de luchtschepen naar Indië onderweg nog een steunpunt (tusschenstation) zullen aandoen voor het bijvullen van brandstof, met een luchtschip van 200.000 kub. M. inhoud ca. 100 passagiers zullen kunnen worden vervoerd. Daar de technische moeilijkheden geen be letsel meer zijn voor een luchtschependienst, zooals de regelmatige vaarten van de „Graf Zeppelin" ook reeds bewezen hebben, zal, in dien de reis van Dr. Eckener aantoont, dat de meteorologische toestanden geen beletsel zijn, de financieele kant van het vraagstuk dus het antwoord moeten geven op de vraag, of men binnenkort met luchtschepen naar Java zou kunnen varen. Spr. gaf daarna aan, welke kapitalen ge moeid zijn met een dienst op Java met zee schepen, luchtschepen en vliegtuigen. Het re sultaat van alle factoren is. dat voor de eerste klasse passage per zeeschepen, luchtschepen en vliegtuigen resp. op een bedrag van 1000, 1500 en 2400 wordt gekomen. Bij deze kostenvergeüjking behandelde spr. tevens de exploitatie van een speciaal post vliegtuig. Vliegtuigen, die voor dit doel ge schikt zijn, bestaan reeds als één-motorige vliegtuigen, maar met het oog op de op de Indië-route te overvliegen gebieden is het ge- wenscht naar Indië met 3-motorige machines te vliegen en nu is hier in het land het plan gerezen om te trachten een 3-motorig vliegtuig te bouwen, dat alleen voor het vervoer van post zou worden ingericht en dat in verhand daarmede een maximum snelheid zou kunnen krijgen van 360 km. per uur en een kruissnel heid van 300 km. per uur. Dit vliegtuig zou in 50 uren van Amsterdam naar Batavia kunnen komen, dus over 4 dagen verdeeld, per dag 12 uur moeten vliegen, hetgeen overeen komt met de trajecten AmsterdamCairo, Cairo Karachi, KarachiRangoon en Rangoon Batavia. De rondreis met een dergelijk vliegtuig kost 23.000 tegenover 50.000 voor een passagiers vliegtuig. Het tegenwoordige luchtrecht, dat door het publiek wordt betaald, komt uit op ongeveer 30 a 40 per kg. en de post, die per vlieg tuig wordt vervoerd, is ongeveer 300 kg. zoo dat uit en thuis een besomming van ruim f 20.000 wordt gemaakt.of nagenoeg de kosten van een rondvlucht. Het vliegtuig kan 500 kg. dragen, en het is zeer zeker niet ongemotiveerd te verwachten, dat bij een zoo snel postverkeer 'let aantal brieven voor de luchtpost sterk zal toenemen. Het verdient dus zeker aanbeveling de proef ®et een dergelijk snel vliegtuig te nemen, want indien deze proef slaagt, dan is op het post vervoer aanstonds een besparing van 27.000 p€r rondreis, f 1.400.000 'sjaars mogelijk e„n het waarschijnlijk, dat eerder het weke- lijksche vervoer op 500 kg. komt, hetgeen nog maals 800.000 meer inkomsten geeft. Dit is te meer noodzakelijk, omdat ook reeds in En geland piannen bestaan en zelfs in een ver gevorderd stadium zijn, om met zulke snelle vliegtuigen de post te gaan vervoeren. Het groote bezwaar van den overgang van gemengd vervoer naar louter postvervoer is, dat dan <je j£0Sten van de passagiersvliegtuigen niet meer gedeeltelijk door bet postvervoer worden goe<i gemaakt en dus geheel door de passagiers zouden moeten worden gedragen. Zelfs al is het vliegtuig vol, dan worden de kosten niet goed gemaakt. Men zal dus ernstig moeten overwegen of de mogelijkheid om in 9 dagen Java te bereiken, deze offers wettigt. Hoe overigens de verdere ontwikkeling ook moge zijn, het is volgens spr. in ieder geval gewenscht de vertrektijden der Indië-vliegtui- gen zóó ip richten, dat zooveel mogelijke aansluiting wordt gegeven op de passagiers schepen van de Stoomvaart Mij. „Nederland" en Rotterdamsche Lloyd in Suez. Door die aan sluiting wordt de gelegenheid geboden voor hen, die de geheele reis door de lucht te kost baar of te vermoeiend vinden, om Indië in 14 dagen te bereiken voor een bedrag, dat slechts enkele honderden guldens boven het eerste klasse passagetarief, dat zij anders voor de geheele bootreis zouden moeten betalen behoeft te liggen en bovendien geeft die verbinding de gelegenheid om de post, die thans over Genua gaat, met slechts weinig extra kosten (10 a 15 ct. per 20 gram) ook in 14 dagen in Indië te krijgen, dus een algeheele verbete ring van de postverbinding per schip tusschen Nederland en koloniën. Wat luchtschepen aangaat, hebben bereke ningen aangetoond dat met deze schepen ge varen kan worden tegen lagere passage-tarie ven dan met de huidige vliegtuigen. De vraag rijst dan ook of onze regeering niet verstandig zal doen indien deskundigen althans tot de conclusie zouden komen, dat voor het grootste gedeelte van het jaar ons land zich voor het landen van luchtschepen zou eigenen een landingsterrein en een hal voor luchtschepen te bouwen, zoodra de plannen om met de lucht schepen op Indië te gaan varen, vaster vorm zouden gaan aannemen. Is dat het geval en neemt de Ned. Indische regeering ook een der gelijk standpunt in, dan behoeven de hallen en landingsterreinen dus niet alléén door den dienst tusschen Nederland en Ned. Indië be kostigd te worden en kan het tarief voor pas sagiers belangrijk lager worden. Spr. achtte het van groot belang, dat voor luchtschepen nauwe samenwerking met bulten- landsche ondernemingen wordt gezocht. Wat de zeeschepen aangaat, is het waar schijnlijk geboden, dat de reeders voorshands den gang van zaken aanzien en het tijdstip om nieuwe eenheden te houwen zooveel moge lijk verschuiven; er zal nog in lengte van jaren behoefte blijven bestaan aan vervoergeiegen- heid voor hen, voor wie snelheid niet zoo n groote factor en het luchtvervoer te kostbaar is. Spr. concludeerde, dat alle drie genoemde middelen van vervoer kansen hebben en hou den om een deel van het post- of passagiers vervoer tot zich te trekken, maar dat het noo- dig is dat belanghebbenden ten nauwste voe ling met elkaar houden, opdat door samenwer king de grootst mogelijke resultaten kunnen worden bereikt. Op de rede van den heer Bronsing volgde een langdurig en geanimeerd debat. Verschil lende sprekers voerden het woord en vroegen allerlei inlichtingen, hoofdzakelijk van prac- tisch belang. Inleiding.van Tijen. In de middagvergadering sprak de heer J. E. van Tijen. Aan de hand van lichtbeelden besprak de heer van Tijen de technische inrichting van het luchtschip en zette enkele bijzonderheden van de besturing, motoren en afmetingen uit een. Daarna werd een film vertoond van sprekers reis naar Zuid Amerika, waarbij hij nog en kele toelichtingen gaf. Het bleek, dat de heer van Tijen in den laatsten tijd 16 reizen met de Zeppelin medegemaakt heeft als lid der bemanning. Na de film was er gelegenheid tot discussie. Ten slotte dankte de voorzitter den heer van Tijen voor zijn voordracht. Tot nieuwe bestuursleden werden in deze vergadering gekozen de heeren ir. Driessen en ir. Verschoor van Sleeuwijk, beiden van de Nederlandsche Spoorwegen, en dr. ir. Nieuwen- huys, directeur der R. E. T. te Rotterdam. W. J- STEENHOFF. t In het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis te Am sterdam is gisteren overleden, de heer W. J. Steenhoff, oud-directeur van het Museum Mes dag te den Haag en oud-onderdirecteur van de afdeeling schilderkunst van het Rijksmu seum to Amsterdam. De heer Steenhoff, "die zün opleiding als schilder genoot aan de Academie te Amster dam, bewoog zich speciaal op het gebied der kunstcritiek. W. STREVELS. t In den ouderdom van 48 jaar ig te 's Hage overleden de heer W. Strevels, gep. kapi tein O.I.L. en laatstelijk administrateur der Nederlandsche Wielren Unie. 469. De eerste sneeuw is gevallen. Max, Petronella en Jaap zijn aan het sneeuwbal lengooien. Om den hoek verschijnt Doezele- moezelepoezeltje. 470. „Jongens", roept Max. „laat ons Doe- zelemoezelepoezeltje eens bombardeeren!" En met z'n drieën bekogelen zij den klei nen kolonel. 471. Maar Doezelemoezelepoezeltje weet zich te verdedigen, en slaagt er zelfs in zijn drie tegenstanders op de vlucht te drijven. Men schrijft ons uit Haarlem: Op 1 Januari a.s. is het veertig jaar geleden dat de Eerwaarde Broeder Ildefons zijn intrede deed in de Congregatie der Broeders van Barm hartigheid van St. Joannes de Deo. Om zijn persoonlijkheid en zijn verdiensten mag deze iférwaarde Broeder met volle recht een sieraad zijner Congregatie genoemd worden. Als „gewoon" religieus, als Overste te Den Haag, als Novicemeester te 's Hertogenbosch, als Onder-Overste te Haarlem, welke functie hij thans bekleedt, overal en in elke bediening is Broeder Ildefons een voorbeeld van gods vrucht en stipte plichtbetrachting geweest en hij is dat, nog. Een ernstige ziekte deed in het begin van dit jaar vreezen, dat men Broeder Ildefons zou verliezen, doch God spaarde hem voor zijn patiënten en de nog krasse grijsaard heeft weer met lust én energie zijn gewone be zigheden hervat. Moge hij nog menig jaar zijn Medebroeders en allen, die met hem samen wonen, door zijn piëteit en plichtbesef stichten. TERUG UIT DE MISSIE Naar wij vernemen zal de zeereerw. pater Adolf Gutersohu van de congregatie van Mill Hill en geboren Nijmegenaar in gezelschap van father J. Geurts uit Uden voor hersltel van krachten begin Januari naar het moeder land terugkeeren. Beide missionarissen hebben met een korte rustpooze twintig jaar gewerkt in de missie van den Congo. In den ouderdom van 83 jaar is gister te 's-Gravenhage in „Maris Stella" aan den Sche- veningscheweg overleden de heer J. H. Chr. Vermeer, oud-kolonel hoofdintendant van het O.-I. Leger. KAPITEIN W. G. LOEFF t Woensdag is te 's Hage in den ouderdom van 64 jaar overleden de gep. kapitein der genie O.-I. Leger, de heer W. G. Loeff. L. C. C. M. DE BRUIJNt- Na een ongesteldheid van slechts een paar dagen is te Roosendaal vrij plotseling overle den de heer L. C. C. M. de Bruijn, eigenaar en bestuurder van de bekende fabriek van kan toorboeken enz., aldaar. VOOR BEHOEFTIGE MUSICI. Men verzoekt ons te melden, dat de trekking Van de loterij, die oorspronkelijk bepaald was °P 9 November j.l. en waarvan de opbrengst ten goede komt aan het Vrijwillig Fonds tot Ondersteuning van behoeftige Musici (Stich ting van den Nederlandschen Toonkunstenaars- bond) gevestigd J. P. Coenstraat 22 te 's Gra- venhage, thans definitief is bepaald op 25 Ja nuari 1933. De trekking vindt plaats ten over staan van den heer A. C. van Mourik Broek- man. Notaris te 's Gravenhage, Zeestraat 86. ^oor deze loterij zijn 900 prijzen beschikbaar en 18000 loten mogen worden uitgegeven. Reeds zijn 15000 loten verkocht. Bij storting van 0.50 °P Postrekening van den administrateur (al leen vermelden: 40819 P. Blankwaard) wordt lot toegezonden en op 1 Februari de trek- kihgsüjst. De pauze in de Eerste Kamer gaf ons ge legenheid wederom te genieten van het schouw spel, hoe de bezuinigers-met-den-mond het aan leggen, wanneer de regeering niet practische voorstellen komt. Ds. Kersten, die het als maar over cumula tie heeft; de heer Braat, die alle ambtenaren van de aarde zou willen verdelgen; de Vrij heidsbond, die steeds het lied der bezuiniging zingt en daarbij uitsluitend aan arbeidersloo- nen schijnt te denken; heel de linkerzijde, die zoo ach en wee roept over de dure onderwijs wet, kortom socialisten en anti-papisten, com munisten en vrijheidsbonders stonden als één man gereed 0111 hun stem te geven aan een motievan Zadelhoff, die de Bossche Rijks kweekschool weuschte te handhaven, ofschoon het zoo vast staat als een paal boven water, dat met deze opheffing geen enkel reëel be lang wordt geschaad. Maar blijkbaar wilden de heeren deze instelling In signum fidei laten voortbestaan in het katholieke Brabant, dat er geen behoefte aan heeft, zooals de minister Dinsdag met duidelijke cijfers bewees. Als een halsmisdaad beschouwen zij de oprujQ1jng de zer reliek. De katholieke fractie, welke hoe genaamd geen bezwaar tegen het voortbestaan van oude monumenten beeft, zou ook deze school wel hebben willen handhaven, indien de minister zich niet zóó heslist voor opheffing had verklaard. Dies stemde zij tegen de motie, waarover gisteren de stemmen staakten, doch welke heden werd verworpen met 46 tegen 47 stemmen. Twee vóór-stemmers van Woensdag, ds. Langman en dr. Moller, ontbraken heden. Toen de naam van den laatste werd afgeroe pen, werd er weer gejoeld van de socialisti sche banken. Och arme, dr. Moller was naar de vergadering van B. en W. te Tilburg. Vlak erna hoorden we, hoe ook in de Eerste Kamer de vrijheidsbondscbe burgemeester van Rotter dam zich om soortgelijke redenen had verwij derd vlak vóór de stemming over de accijns- verhooging. Maar tot dusver wordt daar nog niet gejoeld. Het is een prerogatief van de 5. H- A. p. jjj Tweede Kamer, die daarbij het voordeel geniet, dat de rechterzijde op dit punt ingetogener is. He soc.-dem. fractie heeft zich daarna ook de weelde veroorloofd met de communistische en vrijz. dem. fractie tegen de Onderwijsbegro ting te stemmen. Deze daad motiveerde mej. Groeneweg met de verklaring, dat de minister de bezuiniging vooral laat drukken op het lager onderwijs en het nijverheidsonderwijs. Het ontbrak er nog maar aan, dat de vrijz.-dem. fractie hetzelfde zei, nadat de vrijz.-dem. mevr. van Itallie Dinsdag juist geklaagd had, dat er in verhouding veel en veel meer op het hooger onderwijs is bezuinigd. Als men onthoudt, dat op de heele onder wijsbegroting een kleine 6 millioen minder is geraamd, (voor '32 werd toegestaan 165 millioen en voor 1933 geraamd 159 mil lioen); dat op de 13 millioen van het hoo ger onderwijs rond l'/2 millioen is bezuinigd; dat op de 14 millioen van het middelbaar on derwijs zeer aanzienlijk perspectivisch wordt bezuinigd (door de begrootingstecliniek is dit niet precies te becijferen); dat op de 14 mil lioen voor het Nijverheidsonderwijs 4 ton wordt bezuinigd en wij dan nog veruit aan de spits van alle landen staan, kan men berekenen welke „aanslagen" zijn gepleegd op het lager onderwijs, dat nog altijd met ruim 100 mil lioen op de begrooting prijkt. Indien de katholieken eens zóó onverant woordelijk te werk gingen, moesten zij heel zeker tegen de begrooting stemmen, want de huidige regeling van het bewaarschoolonder- wijs is voor hen een ramp en de onthouding van de subsidie aan de Handelshoogeschool te Tilburg een flagrant onrecht, dat zij,, weerga vindt in den voortdurenden drang, waarmee een groot deel der Kamer een groep der leer krachten van het hun volgens recht en wet toekomend salaris wil berooven, omdat zij kloosterling zijn, als zoodanig verdacht wor den sober te leven en met hun geld te doen, wat anderen er óók mee doen: besteden naar eigen inzieht. Maar van de katholieken wordt nu eenmaal gouvernementeele zin verwacht en onbegrensde opoffering.. Tegelyk komt de soc.- dem. onder-voorzitter der Kamer, de heer Schaper, hun dan nog „inhaligheid" verwijten. De Kamer heeft voorts een reeks kleine wets ontwerpen behandeld. Zoo is dan, dank zij de aaneengesloten rech terzijde, waarvan tenslotte slechts èèn lid af week, de veelbestreden accijnsverhooging ook door de Eerste Kamer aanvaard. Twee spre kers hebben het ontwerp nog verdedigd en één heeft het bitter bestreden. De heer Fock had de „meest ongunstige opinie" over het ont werp, dait deze oud-gouvernenr-generaai van Indië wegens de thee-belasting zelfs durfde qualifioeeren als „onvergeeflijke fout" en er ger dan welke nationalistische beweging ook. Mr. van La.nschot zei op vriendelijk-verwij- tenden toon dat de liberale afgevaardigde zijn Indisch hart had laten spreken maar daarbij alle proporties uit het oog had verloren, maar Minister de Geer sprak terecht een veel on gunstiger oordeel uit over de naar onze mee ning wel zeer onvoorzichtige woorden van den oud-landvoogd De heer Fock kan er op reke nen, dat zijn uitingen in Indië zullen worden misbruikt. Het mag ook wel hoogst beden kelijk heeten, dat deze staatsman liever een begroting met een tekort van ruim twintig millioen heeft (bet spoorwegtekort meegere kend al meer dan 40 millioen) dan voor één jaar deze hoogere thee belasting toe te staan. Mr. Poilema, de Benjamin der Kamer, heeft niet onjuist gezegd, dat de Geer's grootste verdienste was, dat men nu nog rdsrtiger over nieuwe heffingen kon spreken. Alle rust zou verdwenen zijn als financieele wanorde zou ontstaan, mede door begrotingstekorten. Dat heeft de rechterzijde begrepen: zij haalt de kastanjes voor anderen uit 't vuur, meende mr. van Lanschot en de Friesche c.h. afgevaardigde uitte zijn bewondering voor de katholieke fractie in de Tweede Kamer, welke ondanks haar zeer ernstige bezwaren vóór de wet stem de om in dezen abnormalen tijd een regeerings- crisis te voorkomen. Deze beide afgevaardigden waren het er over eens, dat de critiek schromelijk overdre ven was en dat de kwestie vrijhandel of be scherming een louter opportunistisch vraag stuk is geworden. Met een verachting, welke bij sommige vrijhandelaars de harten zal doen stilstaan, noemde mr. Poilema de begrippen van 'vrijhandel en protectie totaal verouderd en tegen mr. Fock merkte hij op. dat alle ver anderingen in de wet in het belang van den handel waren aangebracht en dat de laatste daad van de Geer was: leenen, juist voor Indië, dat van ons zijn voorschotten krijgt. Mr. van Lanschot aanvaardde het ontwerp als overbruggingsmaatregel. Met 's heeren IJsselmuiden's belastingplannen was hij het voor een groot deel eens, maar van de finan cieele voorstellen van den heer Wibaut had hij niets vernomen. Deze financieele speciali teit der S.D.A.P. interrumpeerde toen: „In komsten en vermogens". Direct antwoordde van Lanschot: „Uw wenschen zijn voorkomen: er is 27 millioen meer op belast". En daarop volgde het ongelooflijk bescheid: „Maak er 57 millioen van". En zulke adviezen geeft de heer F. M. Wibaut, honoris causa doctor der Amsterdamsche universiteit. Deze veel ge roemde financier maakte trouwens ook de opmerking, dat de Katholieken alleen „In drukletters" opkomen voor het groote gezin. De schrijver van „Wordend Huwelijk" moet waarachtig ook nog optreden als gezinsbe schermer. Er zijn er velen, die den heer Wi baut beschouwen als een buitengewoon man: hij heeft dit dan zeker getoond te Amsterdam waar hij zóó kapitalistisch regeerde, dat de bankiers hem bij zijn heengaan unaniem hul digden, maar wij hebben van die enorme ga ven in de Eerste Kamer nooit iets bemerkt en iedereen, die objectief de rede naleest, welke de heer Wibaut Woensdag hield, zal moeten toegeven, dat zij beneden het middelmatige was. Zij was louter negatief, even negatief als de houding der liberalen, die den Minister van Financiën voor zijn toegevendheid aan de vvijhandelarij hebben beloond met tegenstem men. Minister de Geer heeft het ontwerp met overtuiging en tact verdedigd. Het is noodig, er is geen andere uitweg en het is tijdelijk, aldus de Minister, die er vanzelfsprekend niet aan denken kon Fock's advies te volgen en het begrootingstekort nog gapender te maken. Aan de „belangwekkende rede" van den heer IJs- selmuiden, zooals hij haar noemde, heeft mr. de Geer alle aandacht gewijd. Hij deed 't zelfs zóó, dat menigeen daarna van opinie zou zijn veranderd. Niet over de materie van het door den heer TJsselmuiden verdedigde. Ook de Miuister acht een omzetbelasting niet direct verwerpelijk en hij heeft haar ernstig in stu die, maar de bewindsman wees er de groote moeilijkheden van aan, nog afgezien van de vraag of de belasting, bijaldien ze zoo wordt toegepast als de heer IJsselmuiden wil, meer zou opbrengen dan de huidige doen. Terecht wees de Minister er ook op, dat de katholieke afgevaardigde de accijnzen niet naast het in dexcijfer mocht zetten, want zij zijn in het indexcijfer verwerkt en dit laatste is nog altijd méér gezakt dan het inkomen. Curieus was wel. dat de protestantsche Minister zich tegenover den Katholieken spreker, die van „rechtvaardige verdeeling der lasten" gespro ken had, ook beriep op „Quadragesimo Anno", die verbiedt door directe en indirecte belas tingen de private vermogens uit te putten, en er aan herinnerde, dat hij nu de directe be lastingen schier drie maal zoo zwaar trof als hij ze in 1929 verlichtte, terwijl de indirecte last voor één jaar weer even zwaar wordt als toen het geval was. De heer IJsselmuiden bleek bij de stemming echter onvermurwbaar. Dit was nie* t geval met den heer Blomjous. Hoewel deze, zooals ook nog uit zijn repliek bleek, met zeer be zwaard gemoed vóór stemde, was hij voor toe nadering vatbaar, toen de Minister positief toezei dat het verdrag van Ouchy waar de heer de Geer ook allesbehalve geestdriftig over bleek te zijn niet zou worden ondersteund als Engeland, Duitschland en Frankrijk dit niet zullen doen en beloofde, dat hij den uiter sten spoed zou betrachten met de indiening der door den heer Blomjous gevraagde her ziening van de Tariefwet. Toen de Minister een ernstig conflict tus schen Kabinet en Kamer aankondigde als de laatste de wet zou verwerpen, begreep ook de heer ter Haar den ernst van den toestand. Uitgezonderd de heer IJsselmuiden, die nu alleen van beide Kamerfracties afweek, stem de de heele rechterzijde vóór en de heele lin kerzijde tegen het ontwerp, dat met 25 tegen 21 stemmen aanvaard werd. Minister de Geer had veel handen te drukken en de Premier, die alles gevolgd had, stond met een zucht van verlichting op.... Vooraf heeft de Eerste Kamer nog haar goed keuring gehecht aan de steunwet ad 5 mil lioen voor den tuinbouw. Hier kwam de soc. dem. heer Rugge o.a. voor hooger loonen der arbeiders en meer rechtst.reekschen steun uit de schatkist pleiten, terwijl hij daarbij ver zekerde, dat het brood slechter was geworden door de Tarwewet. Tegen dit laatste kwam het nieuwe lid, de heer Ruyter op, die er bij zei: „Ik ben ook voor hooge loonen, maar dan moet de heer Rugge aan de consumenten meedeelen, dat ze meer zullen hebben te beta len, want de boeren werken nu al met ver lies". Op aardige wijze werd de sociaal-democraat in het zonnetje gezet door Minister Verschuur, die het „grijpen in de staatskas" herleidde tot wat het is: grijpen in de zakken der burgers. Nieuwe samenstelling. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft met ingang van 1 Januari 1933 voor den tijd van vijf jaar benoemd tot lid van de Centrale Commissie voor de keuring van films J. W. v. d. Akker, te 's-Gravenhage; S. Ano- ma, te Haarlem; IJ. Baan, te Amersfoort; J. M. Bellinck, te 's-Gravenhage; J. S. H. Bemel- rnans, te Roermond; dr. L. H. W. Berger, te 's-Gravenhage; mr. F. Bi elders, te Rotterdam; mevr. G. W. BleuminkLouman, te 's-Graven hage; mevr. A. v. BlitzBonn, te Amsterdam; mevr. E. C. M. de BlockRegout, te 's-Graven hage; L. Brink, te 's-Gravenhage; W. v. d. Burg, te 's-Gravenhage; G. H. C. Cramer, te 's-Gravenhage; D. van Dam, te Amsterdam; mevr. P. M. Deckersv. Dijck, te 's-Graven hage; dr. J. C. v. d. Does, te Amsterdam; mevr. M. v. EizengaWolbers, te Rotterdam; A. P. A. Eskens, te Leiden; ds. C. Ferguson, te 's-Gravenhage; mevr. E. J. v. Gaasheekv. d. Mueren, te Utrecht; dr. J. P. de Gaay Fortman, te 's-Gravenhage; P. L. Gerritse, te Amster dam; H. J. ter Hall, te Rijswijk; mevr. J. M. D. HanauBaesou, te Bussum; L. W. J. v. Hasselt, te Hilversum; dr. A. v. d. Heide, te Voorburg; pater H. Hermans, te Rotterdam; mevr. A. v. HoogstratenSchoch, te Katwijk; T. Huizinga, te 's-Gravenhage; mevr. E. Joëls Joëls, te 's-Gravenhage; J. G. Kruis, te 's-Gravenhage; mej. H. S. S. Kuyper, te 's-Gra venhage; W. J. M. Linden, te 's-Gravenhage; J. E. Lioni, te Rotterdam; S. F. Louwerens, te 's-Gravenhage; mr. L. P. J. Michielsen, te 's-Gravenhage; mr. J. W. Notebooin, te 's-Gra venhage; mr. L. B. J. v. Oppen, te Maastricht; mevr. J. C. Oud—Fischer, te 's-Gravenhage; mr. W. H. B. Overbosch, te 's-Gravenhage; D. Peereboom-Voller, te 's-Gravenhage; G. J. H. Peters, te 's-Gravenhage; T. Plantenga, te 's-Gravenhage; P. K. Polderman, te Santpoort; E. Priester, te Utrecht; mej. A. C. Rahusen, te 's-Gravenhage; mevr. H. RauwsDewald, te 's-Gravenhage; prof. dr. A. H. M. J. v. Rooy, te Amsterdam; mevr. B. J. v. SantenBulk, te 's-Gravenhage; dr. W. v. d. Slooten, te 's-Gravenhage; mevr. J. E. v. StaverenHaale- bos, te 's-Gravenhage; Z. Stokvis, te 's-Graven hage; mr. dr. J. A. v. Thiel, te Amsterdam; mevr. D. VeenstraHeidstra, te 's-Gravenhage; A. Verdijk, te Eindhoven; J. C. Vintges, te Haarlem; J. J. Vorrink, te Amsterdam; mevr. A. C. WeberEnthoven, te 's-Gravenhage; A. H. Willemse, te 's-Gravenhage; mevr. S. W. C. IJzermanBendien, te 's-Gravenhage; J. J. Zeldenthuis, te Amsterdam. Tot adviseerend lid van de Centrale Com missie in voorgenoemd tijdvak is benoemd D. Hamburger Jr., te Utrecht en tot lid van de huishoudelijke commissie van de Centrale Commissie ds. C. Ferguson, te 's-Gravenhage; P. L. Gerritse, te Amsterdam; pater Hyacinth Hermans, te Rotterdam en D. Hamburger Jr., te Utrecht. SLACHTOFFERS VAN INFLUENZA EN BRONCHITIS. Het aantal sterfgevallen aan influenza, bron chitis en pneumonie in de 46 gemeenten met meer dan 20.000 zielen, omvattende op 1 Januari 1932 eene bevolking van 3.928.542 inwoners, voorgekomen gedurende de week van 11 tot en met 17 December bedraagt: aa-n influenza 6, aan bronchitis (acuta, chronica) 19, aan bron- ehopneumonie (capillaire bronchitis) 39, aan lobairé pneumonie (croupeuze pneumonie) 10^ en aan pneumonie zonder meer 22. Totaal 90.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1932 | | pagina 5