6 13" 16" 19." 245° 28®° 35- 42" DE INZET VAN EEN NIEUWEN KULTURKAMPF VRIJDAG 15 DECEMBER 1933 vóór Kerstmis kunt gemakkelijk in Het bezit zijn van een blauw of zwart Costuum, dat U in staat stelt met de Feestdagen, wat Uw kleeding betreft, in eiken kring te verschijnen zooals het behoort! Binnen 't half uur immers slaagt U bij ons met een blauw of zwart Costuum van zuiver wollen Kamgaren in effen of fantasie-dessins, aeheel met zijde gevoerd, reeds voor slechts U vindt* bij ons ook prachtige collecties zwarte Colberts met Vest, reeds voor den prijs van slechts 50 75 waar U een modern-gestreepte Pantalon bij kunt kiezen reeds vanaf slechts f 3.75 tot f 12.50. Verzuimt ook niet Uv/ voordeel te doen met de lage C A prijzen voor Heeren-Mode-Artikelen! PRELAAT Dr. HERR VOOR DE RECHTBANK. CYRIEL BUYSSE. DE HEILIGE MAAGD IN DE KUNST. LOERDES EN BEAURAING. Getuigenissen van de H. Bernadette Soubirous en van de kinderen Voisin en Degeimbre. OPGRAVINGEN OP CELEBES. HET STRATOSFE ER-ONDERZOEK. CAMILLE JULLIAN. t V De Feestdagen eischen li stemmig Costuum „Kan men geen papier leenen hij een concurrent (Van onzen bijzonderen correspondent. Wijl de Duitsche autoriteiten van meening waren, dat onze bijzondere correspondent voor het proces te MünchenGladbach de onmisken baar politieke en anti-centrums orienteering van het proces tegen prof. Dessauer, welke zij gaarne zouden loochenen, te scherp naar voren bracht, werd hem de raad gegeven in zijn eigen belang Duitsch- land zoo spoedig mogelijk te verla ten Intusschen hebben wij ons op andere wijze een zoo objectief moge lijke berichtgeving over dit proces verzekerd. In de straten van iedere Duitsche stad wor den thans op hooger bevel de noodige voor bereidingen getroffen voor de a.s. Kerstmis viering. De electrische trams zijn met groene kransen en guirlandes versierd, onder de boog lampen hangen adventkransen, op de groote markt staat een reusachtige kerstboom en op de boulevards zijn groote electrisch verlichts sterren aangebracht. Ook in de postkantoren, stempellokalen ziekenhuizen, op alle stations, in' alle scholen en kerken moeten kerstboomen worden opgericht. Evenals in de oorlogsjaren zullen er weer kerstpakketten met „Liebesgaben" ingezameld worden, die dan gezonden worden naar de ge bieden waar honger en ellende geleden word'. De kerken zullen zoo smaakvol mogelijk wor den versierd en vanaf de hooge torens zullen de feestklokken beieren over het Duitsche land. Op bepaalde uren zullen in alle kerken orgel muziek en kerstliederen weerklinken. In ieder huis moet een kerstboompje worden geplant en de kinderen zullen in de scholen moeten meehelpen om den kerstboom te helpen ver sieren. De uiterlijke viering van het Kerstfeest wordt in den nieuwen staat buitengewoon goed ge- ensceneerd. Maar of er ook inwendig vrede en vergevingsgezindheid in de harten der men- schen zal heerschen in den nieuwen staat is een groote vraag In de rechtzaal viel in elk geval nog geen toon van vergevingsgezindheid te beluisteren. Prof. Dessauer bevestigde nog maals zijn reeds afgelegde verklarng, dat hij nooit iets tegen zijn vaderland had ondernomen. Uit het verder verloop der uiteenzettingen van prof. Dessauer bleek, dat ook de voormalige rijkskanselier dr. Bruning hem vaak advies had gevraagd op economisch gebied Dat bleef natuurlijk geheim, want anders hadden be langhebbenden onwillekeurig kunnen trachten om prof. Dessauer te bein"loeden. Ook dr. Brüning heeft met dr. Muehlon gesproken, doch slechts eenmaal Muehlon stond immers in relatie met de meest vooraanstaande staats lieden Prof. Dessauer was er innig van over tuigd dat Muehlon geen landverrader was, want hij onderhield relaties met het Duitsche gezantschap, terwijl verschillende Duitsche ministers hem een bezoek brachten. De be klaagde was werkelijk van oordeel, dat Muehlon geen landverrader was, maar dat hij in staat zou zijn om belangrijke diensten te bewijzen bij den opbouw van het nieuwe Duitschland. Wanneer de officier van justitie dat smalend van de hand wijst roept justizrat dr. Schreiber: „Het schijnt wel heel moeilijk na 12 jaar ge schiedenis te schrijven!" Heel deze dag kenmerkt zich verder door tal van schermutselingen tusschen den officier en de verdediging waarbij de officier "door de slagvaardigheid van dr. Schreiber vaak uit het veld geslagen wordt. Het getuigenverhoor levert geen bezwarend materiaal voor de be klaagden De meeste getuigen kunnen zich niet meer de juiste toedracht der zaak herinneren, zoodat de rechtbank hen vaak op positieve te genstrijdigheden moet wijzen. Voor insiders deden zich buitengewoon komieke momenten voor. De officier van justitie wilde bewijzen, dat prof. Dessauer zich ingedrongen had in de ,Rhein-Mainische-Zeitung" om zich daardoor een politiek platform te scheppen. Maar uit de getuigenverklaringen bleek echter juist het tegenovergestelde. De toestand bij de Carolusdrukkerij, waar be doelde krant verscheen, was van dien aard, dat er een bankroet voor de deur stond De opzet, van deze zaak was om zuivere ideëele, Katho lieke motieven begonnen, maar de economische ontreddering deed ook haar terugslag gevoe len op dit krantenbedrijf. Met een metalen stem legde de waardige prelast dr. Herr, deken van de stad Frank fort zijn getuigenverklaringen af. Rustig en kalm stond hij daar voor de rechtbank, een ascetische figuur als een pastoor van Ars: zijn mageren verrimpelden hals omringd door den witten buord en de purperen collaar. Onver schrokken als 'n Joannes de Dooper getuigde hij. Prof. Dessauer is een redder geweest in den nood, op wien men niet tevergeefs een beroep had gedaan. Aan meerderen had dr. Herr om finantieele hulp gevraagd teneinde de Carolus drukkerij voor een faillissement te behoeden. Ook een zekere Jungblut uit Bad-Homberg had zich bereid verklaard om bij te springen, maar toen de bankier van Jungblut vernam, dat deze zijn geld in de Carolus-drukkerij zou beleggen, zouden geen verdere credieten meer worden verleend. In die moeilijke ure toen er nergens geld te krijgen was, heeft men een beroep gedaan op prof. Dessauer De papier- voorraad was uitgeput; nieuw papier werd niet afgeleverd dan tegen contante betaling. Als er niet onmiddellijk geld kwam kon de krant niet meer verschijnen. „Kon men dan niet even wat papier leenen bij een concurrent?" vroeg de officier van justitie? waardoor deze te kennen gaf van een krantenbedrijf al heel weinig verstand te hebben, want als een krant niet regelmatig kan verschijnen verliest zij haar abonné's en is het met haar bestaan gedaan, en dat zal eer. concurrent graag in de hand werken. Dan had men het krantenbedrijf maar moeten prijsgeven en zich uitsluitend op den boek handel moeten toeleggen!" beweerde de offi cier, alsof men een ideeele zaak, het apostolaat van de pers zoo maar prijs geeft! Bij deze uiteenzettingen van den prelaat dr. Herr die hier den moed had om openlijk te getuigen zelfs in het aangezicht van de mach tigen der aarde, werd deze eerbiedwaardige priester door den officier van justitie afge snauwd op een wijze die pijn deed. „Ik spreek hier namens 180.000 katholieken van de stad Frankfort: prof. Dessauer heeft zich niet op den voorgrond gedrongen. Ondanks de meeningsverschillen die er wel eens tusschen hem en prof. Dessauer hadden bestaan, móest hij eerlijk bekennen dat prof. Dessauer zich alleen in de Ca rolus-drukkerij geinteresseerd had om de katholieke zaak te dienen. Hij kende den be klaagde reeds 14 jaar van zeer nabij: nooit heeft prof. Dessauer iets tegen het vaderland ge daan, altijd heeft hij gepredikt dat ieder Duitscher verplicht is zijn vaderland te verde digen. Hij had grooten invloed op het volk dat door zijn lezingen in hun vaderlandslievende gevoelens versterkt werd. In latere jaren is de „Rhein-Mainische Zeitung" weliswaar aan veel critiek onderhevig geweest, maar in deze „Stum und Drang periode" toen geheel nieuwe ideeën naar voren kwamen, is het vanzelf sprekend dat er meeningsverschil omtrent die nieuwe opvattingen bestond, waarover de godgeleerden het zelf niet eens waren, en dat er ook in dat verband klachten bij den bisschop kwamen. Maar prelaat dr. Herr las daarbij een schrijven voor van recenten datum dat een heerlijke apologie was voor professor Dessauer en zijn werk! Uit heel het verloop bleek dat de officier van katholieke idealen en katholicisme een heel verkeerde voorstelling heeft, en dat hij deze materie absoluut niet machtig is, hetgeen telkens tot onbehagelijke gevolgen aanleiding geeft, waardoor zooals dr. Schreiber zegt de positie van de aanklacht op steeds wankeler bodem komt te staan. Ziju nalatenschap onder den hamer. „Het Laatste Nieuws" meldt Te Afsnee, aan den oever van de Leie, waar zij haar mooiste bochten heeft, en waar ge, in de verte, de torens van Gent ziet oprijzen, staat het roze kasteel waar Cyriel Buysse heeft gewoond, in een verrukkelijk park. Te Deurle, op den heuvel, waar ge kijkt op de golvingen, kasteelen en de dorpen van Vlaanderen, staat de glazen kooi op een ver heven timmerwerk, welke Cyriel Buysse daar liet bouwen, om er te schrijven en te rusten. Zij steekt er boven de boomen uit van het landgoed, waar hij graag wandelde, in de buurt van den ouden molen. Zijn erfgenamen hadden besloten, het kasteel en het park te Afsnee te verkoopen. Dit is nu geschied ook de inboedel is onder den hamer gebracht. Druk was de belangstelling op den verkoop dag. Zoovelen wilden nog iets bezitten van hem die zoo boeiend over de Vlaamsche menschen heeft geschreven. Tamelijk hooge prijzen wer den betaald, vooral voor enkele oudheden, waar onder zijsteenen van de vroegere vischmijn- poort te Gent. Het roze kasteel, dat zoo vreedzaam oprijst, met zijn talrijke groote ramen, in de buurt van de oude kerk, zal, naar wij vernemen, verdwij nen. De helft van het omgevende park is reeds verkocht, om er villa's te bouwen. Maar de molen en het werkhuis te Deurle zullen bewaard blijven. DE SMIDSE VAN RIKKE-TIKKE-TAK- Onze Brusselsche correspondent meldt ons: De kleine smidse van Rikke-Tikke-Tak, uit de bekende idylle van H. Conscience, en welke stond aan het straatje, te Westmalle, dat van den steenweg naar het kasteel van baron Van der Straeten-Waillet loopt, is afgebroken. In 't witgekalkte huis waar de smidse tegen aan gebouwd was, woonden verscheidene ge slachten van smeden, ook de smid Karei van Milgem, de held uit Rikke-Tikke-Tak. De enkele maanden geleden te Parijs over leden schrijver André Baillon, heeft ook den smid van Westmalle beschreven, in een van zijn beste werken: „En Sabots' Men heeft aan de kinderen Voisin en De geimbre beeltenissen van de H. Maagd Maria laten zien, om aldus omtrent de wezenstrek ken van de verschijning eenige nadere ge gevens te kunnen verzamelen en bet uiterlijk bij benadering te kunnen bepalen. Zooals men weet, bestaan er ook uitspraken van de H. Bernadette Soubirous aangaande het uiterlijk van de verschijning te Lourdes, die op dezelfde wijze verkregen zijn. De bekende Engelsche Jesuïet, pater C. C. Martindale, ver haalt er het volgende van „Het lijkt me een zeer verwonderlijk iets, wat zich afspeelde toen men eens aan Ber nadette een album toonde met afbeeldingen van O. L. Vrouw. Zij opende het album bij die uit den tijd der Renaissance, maar sloot het weer met een kreet van afschuw. Men zeide haar, dat er nog andere waren, en gaf haar eenige Madonna's van Fra Ange- lico. Ze vond ze mooi en hield ervan. „Maar", zeide ze, „Zij is het niet!" Een oogenblik daarna stiet ze een kreet uit. Zou ze dan werkelijk iets gevonden hebben? Waarachtig, ze had de oude Byzantijnsche Madonna ontdekt, die bekend staat ais de „Ma donna van den H. Lucas". „Zij" was het zelf nog wel niet, maar ze vond er toch iets in, dat ze herkende. Waar alle „realisme" het meest afwezig was, daar vond zij, onder al die afbeeldingen, het geen de werkelijkheid het meest nabij kwam". Het spreekt aldus vanzelf, dat Bernadette geen wezenlijke waardeering kon hebben voor het beeld in de grot. Het was opgedragen aan een zekeren meneer Fabisch, overigens een artiest van geen beteekenis, die de ver nietigende critiek van Huysmans heeft moeten verduren. In „Les Foules de Lourdes" vinden we verhaald, hoe Bernadette om zijn ontwerp medelijdend glimlachte, wat hem. zegt Huys mans, niet belette voort te gaan met zijn „mar- garine-brooden en zalf-kluiten". Toen het beeld in de grot stond, moest Bernadette zich da delijk verwijderen, omdat zij den aanblik van zulk een voorstelling van de H. Maagd niet verdragen kon. De beelden van Onze Lieve Vrouw van Lourdes, die min of meer naar dil model zijn gemaakt en over de heele wereld verspreid werden, waren Bernadette dan ook een erger nis. „Mijn liefste Moeder, hoe belasteren ze u", zei ze. En ook: „Ik kan maar niet begrij pen, hoe de menschen ertoe kunnen komen, zulke caricaturen te maken, wanneer 't gaat om Onze Lieve Vrouw". Tot zoover over Lourdes. Bij de Benedictinessen van Maredret was een afbeelding ontworpen van de H. Maagd, volgens de aanwijzingen van de kinderen, die de verschijning van Beauraing hadden gezien. In verband daarmee heeft men op 23 Maart van dit jaar aan de kinderen Voisin en De geimbre een groot aantal platen getoond, een reeks van 86 reproducties van oude en nieuwe kunst, ten einde omtrent het uiterlijk van de verschijning nog meer zekerheid te krijgen. Over het resultaat lezen we in het zooeven verschenen boek van Jan Boon: „Getuigenis omtrent Beauraing" (Jos. Vermaut, Kortrijk), het volgende: „De afbeeldingen werden afzonderlijk, zon der elkanders bijzijn, aan de kinderen voor gelegd op de pastory van Beauraing. Andrée Degeimbre en Albert Voisin haalden een en dezelfde afbeelding uit de reeks van 86: de „Moeder van den Verlosser" van Sasso Fer- rato. Gilberte Voisin en Fernande Voisin ko zen één en dezelfde afbeelding uit, naar ge- laatsvorm en -uitdrukking treffende gelij kenis vertoonend met dit gekozen door An drée Voisin: de „Ave Maria Gratia Plena" van E. Azambre (Soc. de Saint-Jean, Bonesse-Lebel te Parijs nr. 4912). Gilberte Degeimbre koos de Heilige Maagd van onzen Kwinten Metsijs als het dichtst benaderend (wat gelaatstrek- Ken betreft) wat zij gezien naa tuug. Art Catholique, Place Saint-Sulpice 6, Parijs). On derling vergeleken komen deze drie Maria- gezichten op verbazende wijze met elkaar overeen. Alle vijf de kinderen maakten de opmerking dat Onze Lieve Vrouw zooals zij hun te Beauraing verscheen, een nog meer ovaal, fijn, gelaat had, dat zij er nog jonger uitzag dan op de afbeeldingen, welke zij aan wezen". Men ziet, dat er nogal groot verschil is tus schen de ervaringen met Bernadette en met de kinderen vair Beauraing. En zonder twijfel zijn de verklaringen van het herderinnetje van Lourdes merkwaardiger en tnysterieuser Bernadette oordeelde krachtens inzichten, die moeilijk de hare geweest kunnen zijn, maar die een zekeren „kijk" veronderstellen in deze moeilijke materie. Zij kwam ertoe, de meest abstracte kunst het hoogst aan te staan, terwij, zij die krachtens haar natuurlijken aanleg van eenvoudig dorpsmeisje, waarschijnlijk heel moeilijk had kunnen waardeeren. De kinderen Voisin en Degeimbre houden zich meer aan den gewonen volkssmaak als zij het karakter van de verschijning benaderen willen, en zelfs ietwat zoete en sentimenteele voorstellingen sluiten zij niet uit. Het zou interessant zijn te weten, of ook te Beauraing Byzantijnsche en Italiaansche Middeleeuwsche Madonna's zijn getoond. De microlitisclie cultuur. MAKASSAR, 13 Dec. (ANETA, Dr. P. V. van Stein Callenfels van den Oud heidkundigen Dienst is momenteel met steu.i van den Gouverneur en de Zelfbesturen van Celebes aangevuld door een bijdrage van een particulieren belangstellende, bezig met het uit graven van de grotten in het Kalkgebergte van Amotjong. Hij slaag ,'e er in den datum van de micro- lithische entuur die door den Zwitserschen na tuuronderzoeker Sarasin in 1902 daar ter plaat se ontdekt is, op ongeveer op 300 jaar voor Christus vast te stellen. Dit bevestigt de veron derstelling van Sarasin dat deze cultuur toe behoorde aan achterlijke volksstammen, die door prae—historische immigranten naar het gebergte waren teruggedrongen. Ook het anthropometrisch onderzoek van de tegenwoordige bevolking levert belangrijke ge gevens op. LENINGRAD, 13 December (R.O.) De groote belangstelling in wetenschappelijke kringen voor de stratosfeer heeft de academie van wetenschappen der sovjet-unie aanleiding ge geven, een speciale conferentie te beleggen voor de stratosfeer-onderzoekingen. De conferentie zal zich bezig houden met de vraagstukken der luchtstroomingen, de me thoden tot onderzoek der onderste lagen van de stratosfeer, de inwerking van de stratos feer op het menschelijke organisme, de stratos- feervliegtuigen, stratosfeer-ballons, stratosfeer- raketten, de cosmische stralen, de verspreiding van radio- en geluidsgolven, het noorderlicht, de uitstraling van de zon, etc. Onze Parijsche correspondent meldt ons na der: Frankrijk heeft opnieuw een groot geleerde verloren. Camille Jullian archeoloog, histo ricus en voornaam schrijver is op 74-jarigen leeftijd overleden, na reeds geruimen tijd ge heel verlamd te zijn geweest. De bekende „académcin" had echter tot op het laatste oogenblik een opmerkelijke helderheid van geest behouden. Mgr. Baudrillart heeft hem in zijn laatste oogenblikken bijgestaan. Camil. Jullian was een van de meest beken de leerlingen van Fustel de Coulanges, met wien hij veel trekken gemeen had. Hij werd ln 1839 te Marseille geboren en na zijn uni versitaire studiën was hij leerling van het Fransch College te Rome Na zijn terugkeer uit Rome werd hij in 1883 tot professor in de historie benoemd aan de faculteit van Bor deaux Verschillende belangrijke studies had den toen reeds de aandacht op hem geves tigd. Nog vrijwel in het begin van zijn profes soraat werd hij om zijn wetenschappelijke na- vorschingen en zijn schoonen stijl tot corres pondent van de Academie van inscripties en schoone leteren benoemd terwijl hij reeds in 1908 tot lid dier Academie werd gekozen om plaats te nemen op den zetel van Gaston Bois- sier. Van zijn aankomst te Bordeaux af had hij zich gespecialiseerd in de studie der Gallo-Ro- meinsche inscripties en monumenten en de ge schiedenis van het oude Gallië en de gallo- Romeinsche instellingen. Hij vermecht ook de uitkomsten zijner studiën, die vaak een pio niersarbeid waren, in litterairen en populairen vorm te gieten, zooals in de werken, die zoo veel hebben bijgedragen tot de vestiging van zijn naam als kenner van de geschiedenis der Fransche oudheid, Gallia" en „Vercingétojrix" Zijn hoofd arbeid werd het standaardwerk voor de geschiedenis van Gallië. In 1905 werd hem in het college de France te Parijs de leerstoel toevertrouwd der nationale antiquiteiten, op aandringen van Fustel de Coulanges, die gelijk gezegd zijn leermeester was geweest aan de Ecole Normale Superieure en het contact met zijn leerling nooit verloren had. Van 1907 tot 1927 publiceerde hij zijn groote werk in acht deelen „Geschiedenis van Gallië" en na de vol tooiing daarvan ging hij voort verschillende historische onderzoekingen te publiceeren. Voor zijn geschiedenis van Gallie verwierf hij den Prix Gobert. De Fransche Academie had hem sinds 1924 in haar midden geroepen. Hij is voor zijn levenswerk niet alleen diep doorgedrongen in de prehistorie van West- Europa en sommige landen van de Oude Wereldzee, maar heeft ook diepgaande studie gemaakt van de Kelten, de Liguriërs, de Ibe riërs, de Gascogners, ook van de Romeinen, de Grieken, de Gallische en Germaansche bar- bareninvallen, waaruit tenslotte de gallo-Ro- meinsche samenleving, dus de grondslag voor de Fransche natie ontstond, door het over wicht der Galliërs „de meest edele Germanen" zooals hij ze genoemd heeft. Hij zoch vooral de bouwstoffen der „proto historie" te verzamelen voor de correctie der antieke geschiedenis van Gallië volgens de Ro- meinsche schrijvers. Ook omtrent de eerste verbreiding van het Geloof in GaLië heeft hij zeer waardevolle gegevens en documenten we ten te verzamelen. Zijn leergangen in het Col lege de France over de geschiedenis van den oorsprong van Frankrijk zijn vermaard ge bleven A. PINHEIRO. t LISSABON, 13 December (R. O.). Portugal's populaire tooneelspeler en hoofdvertolker van Shakespeare rollen, Antonio Pinheiro, is plot seling overleden, 60 jaar oud. Hij stamde uit een echte acteursfamilie en stond op 12-jarigen leeftijd reeds op de plan ken. Ook in Spanje en Zuid-Amerika was hij heel bekend.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1933 | | pagina 20